79
3 3. 1
GROENBELEID INLEIDING
Het vastleggen van een visie op de groenstructuur in hoofdstuk 2 geeft nog geen garanties voor zorgvuldig omgaan met kwaliteiten en middelen. Er dient actief te worden gewerkt aan instandhouding, verbeteringen en meervoudig gebruik van het groen. Groen heeft ruimte, onderhoud en tijd nodig om tot wasdom te komen. Het schetsen van een gewenste groenstructuur is een belangrijk uitgangspunt, iedereen weet daardoor waar de gemeentelijke organisatie belang aan hecht om te behouden en te versterken. Vervolgens is het zaak dat er structureel wordt beheerd. En daarvoor is eenduidig beleid met een lange adem nodig. Niet alles kan gelijktijdig en ook de financiële middelen zijn beperkend om alles op korte termijn te realiseren. Daarom is deze paragraaf uitgewerkt om vanuit duurzaamheid en effectieve inzet van middelen vooral een constante koers uit te zetten. Een constante bewaking van de koers moet de leidraad zijn voor de inzet van middelen, het opschuiven van acties of het verwerven van extra middelen bij hogere overheden. Niet altijd hoeft een actie of besluit direct gepaard te gaan met investeringen. In veel gevallen is het implementeren van beleid in de organisatie of extra aandacht voor voorlichting voldoende, in andere gevallen dienen er (extra) middelen te worden vrijgemaakt. In deze paragraaf worden beleidsthema´s uitgewerkt die van invloed zijn op het beeld en gebruik van de groenstructuur in relatie tot het handelen binnen de gemeentelijke organisatie: - Acties die leiden tot een effectieve en planmatige werkwijze; - Acties die leiden tot het invoeren van meerdere kwaliteitsniveaus (inrichting en verzorging) in de openbare ruimte; - Acties die leiden tot een goede wijze van aanleg en onderhoud van de meest duurzame elementen in de groenstructuur; de bomen; - Acties die leiden tot bescherming van cultuurhistorisch erfgoed binnen de gemeente Woensdrecht; - Acties die leiden tot behoud en versterken van natuurwaarden binnen de gemeentegrenzen; - Acties die het mogelijk maken om exploitabel te begroten en te beheren, door een jaarbudget vast te stellen voor groenreconstructies. Om het beleid te concretiseren is het aan te bevelen de beleidsthema´s als projecten uit te zetten in de periode van 2006 – 2010.
80
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
3. 2
P L AN M AT I G G R O E N B E H E E R
In deze paragraaf worden acties en besluitvorming uitgewerkt die vooral gericht zijn op het planmatig en integraal werken binnen de gemeentelijke organisatie. 3.2.1 Planmatig werken op resultaat Het openbaar groen en in het bijzonder bomen hebben vaak decennia nodig om tot volle wasdom te komen. Groen groeit en elk stadium heeft zo haar eigen onderhoud nodig, waarbij een zo constant mogelijk beheer gewenst is, omdat daardoor structureel en planmatig gewerkt kan worden. Het stimuleren van een lange levensduur van groen is ook uit exploitabel oogpunt interessant. Om te voorkomen dat deze levensduur abrupt wordt afgebroken doordat overlast ontstaat, de vitaliteit afneemt of er adhoc beslissingen worden genomen, is het zaak om vooruit te kijken en met visie en inzicht het groen uit te bouwen en te beheren. Om een planmatige en meer constant beheer te kunnen voeren moet er duidelijkheid zijn naar bestuurders en beheerders wat er met het beheer bereikt moet worden. In dit licht bezien zijn er drie belangrijke insteken die hieraan kunnen bijdragen: a. Er mag best sprake zijn van duurzaam èn tijdelijk groen; duurzaam groen moet vooral met een lange adem en uiterst zorgvuldig worden beschermd en verzorgd (denk aan een mooie boomlaan), terwijl het groen in bijvoorbeeld de woonstraten veel meer mee moet kunnen bewegen met maatschappelijke behoeftes. Belangrijk is dat deze waardering en vooral voor het duurzaam groen, bestuurlijk draagvlak krijgt. b. Het inrichten en beheren van het openbaar groen is niet alleen een verantwoordelijkheid van de buitendienst. Bij de inrichting is samenspraak nodig tussen bestuurders, afdelingen en bijvoorbeeld leidingbeheerders. Maar ook samenspraak met externe beheerders zoals Brabants Landschap, ZLTO en Staatsbosbeheer, die als beheerders van gronden buiten de bebouwde kom, ook kunnen bijdragen aan een passende en vitale groenstructuur. Integraal plannen voorkomt knelpunten in het gebruik en beheer van de openbare ruimte. Om deze samenspraak effectief te kunnen stroomlijnen moet in toenemende mate planmatig op basis van meerjarenplanningen (van grof naar fijn) het beheer tot uitvoering worden gebracht. c. Een inzichtelijke en doelmatige informatievoorziening van het openbaar groen is onontbeerlijk. Hierbij zijn de eenvoudige en logische indeling van het groen, de mutatiegevoeligheid en discipline tot actueel houden belangrijke onderdelen. In de volgende alinea´s wordt hier een voorzet toe gegeven die verder organisatorisch moet worden geïmplementeerd. Groenbeleidsplan 2010 - 2014 Deels in het vervolg op het groenbeleidsplan Woensdrecht uit 1995 en op ‘’Nota visie buitengebied’’ van de toenmalige zuidwesthoekgemeenten is dit groenbeleidsplan voor de gemeente Woensdrecht in 2006 opgesteld. Met het vervaardigen van dat beleidsplan, waarin het groenbeleid voor de komende vier jaar is verwoord, is de belangrijkste stap al gezet voor het groenbeleid. Dit plan is een actualisatie van het groenbeleidsplan.
81
3.2.2 Beheerplan Openbare Ruimte 2011 - 2015 In het verlengde van het groenbeleidsplan kan de praktische vertaalslag worden gemaakt van het beleid naar concrete werkhandelingen en acties. Het beheerplan wordt opgesteld als vierjarenplanning van maatregelen en kosten voor de gehele Openbare Ruimte. Het plan geeft inzicht in streefdoelen, planningen, onderhoudsplanningen beheermaatregelen en de daarbij behorende kosten en beeldkwaliteit.
Intensief
Normaal
Natuurgericht
Vanuit het beleid kunnen aan de hand van beschikbare inventaris- en werkplangegevens voorstellen worden voorgelegd, omtrent het effectief uitvoeren van werkzaamheden door eigen dienst, of derden. Het is binnen gemeente Woensdrecht wenselijk om in vervolg op het Groenbeleidsplan een Beheerplan Openbare Ruimte op te stellen, zodat op detailniveau duidelijk wordt hoe, wanneer en tegen welke budgetten werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden.
Maximale grashoogte:
5
6-7
8
70%
50%
Kosten:
Omdat het Groenbeleidsplan concrete acties aangeeft voor herinrichting en lange termijn visie moet het beheerplan vooral een compact en uitvoeringsgericht plan worden met planning van dagelijks beheer en onderhoud en de beoogde beeldkwaliteit met de daarvoor benodigde inzet van financiële middelen. Tevens geeft dit plan aan hoe deze werkzaamheden zo effectief mogelijk kunnen worden uitgevoerd door eigen dienst en derden. Omdat ook hier een permanente afweging moet kunnen plaatsvinden met bestuur en politiek tussen verzorgingsbeeld en daarmee gepaard gaand budget is het aan te bevelen een soort van productcatalogus te ontwikkelen waarin beeldnormbladen worden opgenomen voor alle beheerelementen in de openbare ruimte vanuit de drie kwaliteitsniveaus (intensief, normaal en natuurgericht) met prijsverschillen. Op deze wijze wordt interactief en communicatief samengewerkt tussen bestuur, burger en dienst en kunnen eenvoudiger duale scenario´s inzichtelijk worden gemaakt, doorgerekend op budgettaire gevolgen en gecommuniceerd naar bestuur en burger. Een voorbeeld van het beheertype Gazons is hiernaast opgenomen. Uitvoering eigen dienst en/of uitbesteding Binnen de gemeente Woensdrecht worden werkzaamheden door de eigen dienst uitgevoerd, daarnaast worden ook werkzaamheden uitbesteed aan derden. Zeker vanwege het feit dat meerdere bedrijven en instanties verantwoordelijk zijn voor onderhoudswerkzaamheden is het heel belangrijk dat de werkzaamheden duidelijk en helder worden overgedragen. Dat is zowel belangrijk voor de uitvoerende eigen dienst als voor derden. Het is voor een zakelijke relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer gewenst om de contractuele verplichtingen beter af te kaderen, waarbij het toepassen van de RAW bestekssystematiek voor onderhoud en aanleg/reconstructie een goede basis is. In de systematiek dient naast een duidelijke informatie over kwantiteit en prijs van het werk ook aandacht te zijn voor kwaliteitseisen van opdrachtnemer (o.a. certificeringen).
82
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
100%
Normblad gazons: Inzichtelijk instrument voor de keuze voor prijs/ kwaliteitsverhouding. Kan ingezet worden voor bewaking van kwaliteitsniveaus op beeldnormen.
Voor het opstellen van bestekken is het van groot belang dat de relatie wordt gevonden met het beheersysteem, zodat eenduidig en consequent kan worden gewerkt.
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
De bestekssystematiek kan vanuit twee methoden worden ontwikkeld: Prestatie- en/of beeldnormen met als voordeel dat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de kennis van de uitvoerende partij en dat tevens het toezicht eenvoudiger kan worden. Deze besteksvorm stelt hogere eisen aan de kwaliteit van de organisatie van de aannemer op het gebied van met name meedenkend en gekwalificeerd personeel en zelfcontrole. Landelijk worden beeldnormen en beeldbestekken steeds vaker toegepast met steeds betere resultaten. Frequentiebestek waarin alle werkzaamheden qua handeling, frequentie en bewerkingspercentages scherp wordt omschreven. Deze bestekssystematiek wordt vooral toegepast bij hardere samenwerkingsovereenkomsten en bij twijfel omtrent de professionaliteit van de opdrachtnemer.
Groenbeleidsplan Update groenbeleidsplan Update groenbeleidsplan Beheerplan Update beheerplan Update beheerplan Diverse bestekken Up tot date houden van het beheersysteem (GIS) (Groenestein & Borst) Samenvatting aanpak en planning
Vigerend beleid Planvorming / beleid
83
3.2.3 Integraal werken Door het combineren en afstemmen van verschillende werkzaamheden in de openbare ruimte kunnen de inspanningen en resultaten effectiever zijn en wordt de overlast voor bewoners beperkt. Met name bij de reconstructie van bestaande openbare ruimtes kan de afstemming van planningen tussen de verschillende afdelingen positieve effecten hebben op de kwaliteit van inrichting en beheer. Zo kan een aanpassing in het wegprofiel gelijktijdig plaatsvinden met een renovatie van het riool en kan na het leggen van een nieuwe leiding meteen het plantvak worden verjongd. En als er nagedacht wordt over het beperken van obstakels ten behoeve van gemechaniseerd onderhoud komen onderhoudsbesparingen in beeld. Voor integraal werken is beleid nodig en draagvlak binnen en tussen de afdelingen. Er zijn twee insteken waar deze integrale benadering kan worden geïmplementeerd:
Knelpunten vanuit het groenbeleidsplan
Knelpunten overige sectoren
Acties & besluitvorming 1 Opstellen uitvoeringsgericht Beheerplan Openbare Ruimte 2011 - 2015 2 Verfijnen van RAW – moederbestek Onderhoud en Aanleg met kwaliteitsrichtlijnen voor selectie en bewaking van uitvoeringswerken
84
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Afgeschreven onderdelen
Knelpuntenkaart
Reconstructies
Onderhoud Bij cyclisch onderhoud van de openbare ruimte door per buitenruimtediscipline te analyseren waar werkcombinaties een besparing of meerwaarde geven (bijvoorbeeld het invoeren van een reinigingskaravaan door afstemming uitharken plantvakken, graskanten steken en vegen van trottoirs). Ook het per wijk plannen van beurten totaalonderhoud kan een positieve uitwerking hebben. Aanleg en reconstructie Bij aanleg en reconstructie van projecten kan samenwerking en toepassen van ontwerp- en beheercriteria preventief werken op de inrichtingskwaliteit en beheerbaarheid. Om hiertoe over te gaan is het aan te bevelen om in eerste instantie inzichtelijk te maken welke knelpunten in de openbare ruimte aanwezig zijn (bezien vanuit groen, civiel, rioleringen, verlichting, spelen). Vervolgens kunnen deze knelpunten worden uitgewerkt op een knelpuntenkaart, waarbij de verschillende beleidsvelden geïntegreerd worden. Op deze wijze worden knelpunten en prioriteiten helder en wordt gestimuleerd om vooral gebiedsgericht tot planning en herinrichting te komen. In hoofdstuk 2 zijn al een aantal acties uitgestippeld, waarvan een deel integraal uitgewerkt dienen te worden. Het meerjarenprogramma dient inzichtelijk te zijn voor alle medewerkers in de organisatie. Op deze manier kan door iedereen (voortschrijdend) inzicht worden verkregen in de knelpunten per beleidsveld en de reconstructies voor de komende jaren. Deze samenwerking behoeft niet alleen binnen de gemeentelijke organisatie te blijven. Inbreng en samenwerking met middenstand, bewonersgroeperingen en andere beheerders zijn daar een afgeleide van.
Klachten
Jaarlijks vaststellen
projecten
Projectgroep
Integraal werken
Projectgroep
Projectgroep
INTENSIEF
De gebieden welke een representatieve uitstraling dienen te hebben worden op een intensief niveau onderhouden, bijvoorbeeld de dorpscentra, de entrees/hoofdinvalswegen. NORMAAL
de woon- en werkgebieden (het grootste areaal) worden op het huidige peil onderhouden. Omdat de politiek en de burgers een nette omgeving ambiëren krijgen deze zones een reëel verzorgde omgeving welke vergelijkbaar is met het huidige onderhoudsbeeld.
NATUURGERICHT
daar waar de gebruiksdruk laag is en waar het groen de ruimte heeft, een natuurlijk karakter kan hebben of al raakvlakken heeft met natuurgebieden of open landschap, kan gestreefd worden naar een natuurlijkere inrichting en daarop afgestemd beheer. Sommige onderhoudsmaatregelen kunnen daarmee extensiever worden uitgevoerd. Bij deze extensivering behoeven echter de zwerfvuilrondes niet te worden teruggebracht om daarmee een acceptabele uitstraling te behouden.
3. 3
Zo pluriform als de samenleving is, zo verschillend is ook de mening over een schoon, verzorgd en een acceptabel beeld. Doorgaans wordt de kwaliteitsnorm ‘goed’ of ‘onvoldoende’ afgelezen aan storende factoren zoals de mate van voorkomen van blad, zwerfvuil, onkruid, overhangende takken en versleten of open plekken. Deze beoordeling heeft eveneens te maken met de plaats en het soort groen op die plek. In een natuurlijk bosje wordt eerder een kruidenvegetatie getolereerd dan in een rozenperk. In de dorpscentra en in de omgeving van verzorgingscentra kunnen eerder klachten worden verwacht dan in een natuurlijker gebied tegen de dorpsrand. Bij de toekenning van verschillende kwaliteitsniveaus zijn de nuances ten opzichte van het verzorgingbeeld bepaald. Op basis van functies en gebruik van de openbare ruimte is voor elke plek binnen een kern of wijk aangegeven op welk niveau het onderhoud van het groen moet plaatsvinden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in 3 kwaliteitsniveaus (intensief – normaal – natuurgericht). De keuze voor de aangegeven zonering van onderhoudsniveaus is ingegeven door een groot aantal verschillende afwegingen, waarvan de onderstaande de meeste betekenis hebben voor de uiteindelijke indeling:
BEGRAAFPLAATSEN
Over het algemeen wordt het onderhoudsniveau van de begraafplaats erg belangrijk gevonden. In tegenstelling tot de toe te passen beplantingssoorten. Dit maakt dat op begraafplaatsen bijvoorbeeld bosplantsoen toegepast kan worden, welke intensief beheerd wordt.
Z O N E R I N G V A N K W AL I T E I T S N I V E AU S I N G R O E N
bij gebieden welke een representatieve uitstraling dienen te hebben, wordt het openbaar groen op een intensief niveau onderhouden, bijvoorbeeld doorgaande wegen binnen de kernen, dorpsentrees en wijkentrees; bij een hogere gebruiksdruk wordt het openbaar groen op een intensief niveau onderhouden, bijvoorbeeld centrumgebieden en hoofdverkeerswegen, terwijl bij een lagere gebruiksdruk gezocht kan worden naar mogelijkheden voor een natuurgericht beheer, bijvoorbeeld bermen; daar waar het openbaar groen een voorbeeldfunctie vervult wordt het openbaar groen op een intensief niveau onderhouden, bijvoorbeeld nabij scholen en openbare gebouwen; dit geldt met name voor het ruimen van zwerfvuil; randen of delen van dergelijke terreinen kunnen een meer extensief en natuurlijk karakter hebben; bij een directe relatie met het landelijk gebied wordt er op een natuurgericht niveau onderhouden om een overgang naar het landschap te creëren en ten behoeve van verhoging van de ecologische waarden, bijvoorbeeld dorpsranden en beplanting rond sportvelden;
de niveaus in de praktijk De ruimtelijke verdeling van onderhoudsniveaus heeft ook technische en organisatorische consequenties. Een hoger of lager onderhoudsniveau betekent veelal extra of minder onderhoudsrondes met een rationele logistiek. De zonering van de onderhoudsniveaus dient te worden verwerkt in de onderhoudsbestekken en onderhoudsbudgetten. Een cruciale afweging voor de implementatie is of de verdeling: intensief – normaal – natuurgericht, ook financiële consequenties heeft. Indien de gekozen zonering binnen het huidige onderhoudsbudget gerealiseerd moet worden, heeft dit mogelijk als consequentie dat een hoger niveau in centrumgebieden ten koste gaat van een lagere onderhoudsfrequentie in de zones normaal en/of natuurgericht.
85
Inrichting Naast verschillen in verzorging is deze zonering ook doorontwikkeld naar kwaliteitsniveaus van inrichting. Te denken valt hierbij aan vastleggen van Ontwerpcriteria en bijvoorbeeld de toepassing van vormbomen, perkgoed en hoogwaardig meubilair alleen in Intensieve gebieden, zoals park Eikelhof in Ossendrecht. In niveau normaal en natuurgericht kan meer gras toegepast worden en sluitende beplanting, zodat hier beter beheerbaar groen ontstaat. Door deze toepassing krijgt het groen geleidelijk aan ook meer onderscheid en karakter. Afgezien van de begraafplaatsen is het voor een praktische haalbaarheid van de zonering van belang dat het sortiment en groentype afgestemd zijn op het kwaliteitsniveau van het groenbeheer. Wanneer dit niet het geval is, wordt het huidige groenbeheer aangehouden tot het moment dat er een herinrichting of vervanging van het groen plaatsvindt. Op dat moment dient de nieuwe beplanting aangepast te worden aan het nieuwe kwaliteitsniveau. Op de volgende pagina is in schema aangegeven welke beheergroepen toegepast kunnen worden in de verschillende kwaliteitsniveaus. Voor de kernen binnen de gemeente Woensdrecht is middels kaarten aangegeven welke plekken binnen de intensieve, normale of natuurgerichte zones vallen. De kaarten zijn in de volgende pagina’s bijgevoegd.
Beheertype uit het groenbeheersysteem bomen in verharding
Int.
Norm. x
x
bomen in gras/beplanting
x
x
knotbomen
x
x
gekandelaberde bomen
x
leibomen
x
bomen bolvorm
x
bosplantsoen gemengd loof- en naaldbos bodembedekkende heesters
(x)
x x
(x)
sierheesters/ bot. Rozen sierheesters als haag onderhouden
x
x
x
x
struikrozen
x
hagen
x
wisselperken
x
plantenbakken
x
vaste planten
x
gras <500 m2
x
(x)
gras 500-1000 m2
x
x
x
gras 1000-2000 m2
x
x
x
gras>2000 m2
x
x
x
x
x
x
x
ecologische berm 1xpj Berm verkeerskundig 1 meter maaien Berm verkeerskundig 1x geheel maaien
x x
berm 2x per jaar maaien
(x)
x
x
Dierenweide
(x)
x
x
sportveld (wedstrijd)
x
x
sportveld (trainingsveld)
x
x
x
x
braakliggend terrein
(x)
x
Hondenuitlaatstrook
x
x
x
Vormbomen in kwaliteitsniveau ‘’normaal’’
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
x
(x)
Waterlopen
86
Nat.
87
88
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
89
90
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
91
92
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
3. 4
C U L T U U R H I S T O R I S C H E B E T E K E N I S V AN H E T GROEN
Cultuurhistorisch landgoed
Cultuurhistorische elementen binnen Woensdrecht bepalen in belangrijke mate de identiteit van de gemeente. Er zijn niet veel gemeenten die zoveel cultuurhistorische waarden herbergen als de gemeente Woensdrecht. Het gebied rondom de Brabantse Wal is in de ‘’Nota belvedère’’ niet voor niets aangewezen als Belvedèregebied. Vaak wordt gedacht dat de cultuurhistorie zich concentreert binnen de bebouwde kom. Niets is minder waar. Opvallend is juist het groot aantal historische waarden in het buitengebied. Het gaat hierbij om een grote variëteit aan landschappelijke elementen, die meestal verbonden zijn met het historisch gebruik, zoals kerkepaden, hakhoutwallen en dijkrestanten. Uit de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant blijkt, dat de landschapsgeschiedenis voor een groot deel bepalend is voor het huidige aanzien van het landschap in de gemeente. En die landschapsgeschiedenis is door het voorkomen van cultuurhistorische waarden nog steeds voor een groot deel afleesbaar in het landschap. De volgende elementen worden in de Cultuurhistorische Waardenkaart benoemd: • Historische stedenbouw • Historische geografie • Historisch groenstructuren • Historische zichtrelaties • Archeologische monumenten • Indicatieve archeologische waarden
Cultuurhistorische Kloostertuin
Behouden cultuurhistorische waarden Met dit groenbeleidsplan wordt in hoofdzaak ingezet op het behoud van deze cultuurhistorische waarden. Het behouden van deze cultuurhistorische waarden is geen vanzelfsprekendheid. De grootste bedreiging voor cultuurhistorische waarden zijn ruimtelijke ontwikkelingen en ingrepen. In dit kader is de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant opgesteld (zie paragraaf 2.1.1).
Deze kaart fungeert voor de provincie als een kader waaraan gemeentelijke bestemmingsplannen, aanvragen voor ontgrondingen en subsidieverzoeken worden getoetst. Vele van deze cultuurhistorische waarden zijn vanzelfsprekend aanwezig, waardoor ze vaak niet als zodanig worden herkend. Toch zijn cultuurhistorische waarden van belang voor de inwoners en recreanten binnen de gemeente. Daarom is het van belang dat iedereen de cultuurhistorische waarden kan herkennen en zo een breder draagvlak ontstaat om ze ook te behouden. Zeker ook omdat vele van de cultuurhistorische waarden eigendom zijn van particulieren. Beleefbaar maken cultuurhistorische waarden Door bijvoorbeeld bestaande landgoederen en kloostertuinen toegankelijker te maken voor toeristen en bezoekers worden de recreatieve waarden vergroot. Middels informatieborden en excursies kunnen toeristen worden voorgelicht over de historische waarden en het ontstaan van de landgoederen en kloostertuinen.
93
Ook de waarde van de historische groenstructuren kan voor toeristen meer herkenbaar worden gemaakt. De historische waarde kan ook hier met informatieborden en excursies kenbaar worden gemaakt. Bijvoorbeeld: De historische kreekbedding is meer dan een normale watergang. Door informatie over het ontstaan van deze kreek kunnen deze waarden beter worden herkend en ontstaat er meer draagvlak voor het behouden ervan. Kerkepaden Met name kerkepaden, waarvan er vele in bezit zijn bij particulieren lopen risico te verdwijnen. De gemeente bestaat uit enkele dorpen en kleinere buurtschappen met verspreid staande boerderijen. Deze opbouw heeft een sterke samenhang met het voorkomen van kerkepaden in het gebied. Een kerkepad is een verbinding tussen afgelegen woningen, buurtschappen en boerderijen en de kerk. Om de kortste weg naar de kerk te kunnen nemen liepen veel gelovigen door de weilanden. Zo ontstonden langzaam maar zeker grasachtige paadjes over en langs het boerenland. In de tweede helft van de vorige eeuw werd de landschapsstructuur ingrijpend aangetast door de ruilverkaveling. Zo ook in de gemeente Woensdrecht, percelen werden vergroot, ten behoeve van een economisch gezonde agrarische sector. Nieuwe rechte ruilverkavelingenwegen werden aangelegd, bestaande wegen en waterlopen rechtgetrokken en de kerkepaden moesten wijken voor de eisen van het snelverkeer. Toch zijn enkele historische kerkepaden gespaard gebleven. In de huidige situatie staan de paden opnieuw onder druk doordat ze in de meeste gevallen eigendom van derden zijn (in de meeste gevallen agrariërs). Het nut en de waarde van de kerkepaden wordt vaak onderschat en is van ondergeschikt belang aan de opbrengsten uit de land- en akkerbouw. Toch is het gemeenschappelijk belang om de huidige kerkepaden te behouden en verdwenen kerkepaden te herontwikkelen erg groot. Hierdoor wordt namelijk de verkeersveiligheid vergroot, doordat vele wandelaars en fietsers gebruik kunnen maken van de padenstructuur, de recreatieve waarden worden op die manier versterkt. Enkele middelen die historische padenstructuren kunnen herstellen en het voortbestaan van de padenstructuren kunnen veiligstellen: door in overleg te treden met de grondeigenaren van de kerkepaden en op deze manier draagvlak te ontwikkelen voor het behouden van de kerkepaden; de bestaande kerkepaden opnemen in bestemmingsplannen, waardoor de ligging en het voortbestaan wordt vastgesteld; Paden die in de loop der tijd zijn verdwenen weer herstellen en herkenbaar maken;
94
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Een aantal voorbeelden van cultuurhistorische paden in het binnen- en buitengebied van gemeente Woensdrecht zijn: pad aan de noordzijde van Woensdrecht, die aansluit op de Rijzende Weg; Kerkepadje-Zouteweg-Enkeldreef, welke de verbinding vormt vanaf de zuidzijde van Woensdrecht naar het westen van Hoogerheide; Zandfort, ten noordoosten van Hoogerheide; De Looijen-Kerkepad, aan de zuidzijde van Ossendrecht; het pad in de bosrand aan de noordoostzijde van Huijbergen; pad ten westen van Huijbergen, vanaf de Westerstraat richting Mattemburgh; pad vanaf Ossendrecht naar het gehucht Zuidpolder. De heemkundekring Zuid-West Kwartier heeft alle cultuurhistorische waarden in de gemeente Woensdrecht in kaart gebracht. Deze kaart is bijgevoegd als bijlage XX
95
3. 5
E C O L O G I S C H R A AM W E R K
In hoofdstuk 2 is reeds uitvoerig ingegaan op de richtlijnen en wetten die gericht zijn op het ontwikkelen en instandhouden van waarden die betrekking hebben op natuur. De richtlijnen en wetten vormen uitgangspunten bij de inrichting en het beheer van het openbaar groen. In deze paragraaf worden mogelijkheden aangedragen voor het realiseren van de projectvoorstellen zoals deze in paragraaf 2.4 genoemd zijn. 3.5.1 Realisatie van het ecologisch raamwerk Ecologische verbindingen: De in het Streekplan voorgestelde ecologische verbindingzones dienen als verbinding tussen de GHS-natuurgebieden. Deze verbindingszones bestaan nu grotendeels alleen nog op papier. Er wordt onderscheid gemaakt in twee typen verbindingen: • Nat kralensnoer (voornamelijk voor amfibieën) • Moeraszone (voornamelijk voor rietvogels) Voor de realisatie hiervan is voor de gemeente en de overige grondeigenaren een belangrijke taak weggelegd. De gemeente Woensdrecht heeft voor de realisatie van de EVZ’s een visie laten maken. Op basis van deze visie is subsidie aangevraagd bij de Provincie Noord-Brabant. Bepalen doelsoorten: Om goede ecologische verbindingen te ontwikkelen is het belangrijk om allereerst doelsoorten te bepalen. De doelsoorten worden bepaald door vele factoren. In de visie van de EVZ’s zijn de volgende factoren gebruikt om de doelsoorten te bepalen: • bodemtypen; (klei, zand) • aangrenzend landgebruik; (weiland, akker, bos, singel) • historiciteit; • grondwaterstanden; • de hoogteligging; • stroomsnelheid van de beek/ waterloop, (om te bepalen hoe de verdeling bovenloop, middenloop en benedenloop zich verhoudt.)
Bepalen bouwstenen voor de ecologische verbinding Aan de hand van de gestelde doelsoorten worden de bouwstenen en inrichtingselementen voor de ecologische verbinding bepaald. Door bij alle ecologische verbindingen een wandel- of fietspad te realiseren worden ook de recreatieve waarden versterkt middels de ontwikkeling van ecologische verbindingszones. Als uitgangspunt kan gehanteerd worden dat in een verbindingszone met een breedte van minimaal de helft van de ruimte wordt gereserveerd als leef- en rustgebied. de andere helft kan ook voor recreatie worden gebruikt. (bron: groene schakels provincie noord brabant)
Ondanks het feit dat enkele beken al op provinciaal of gemeentelijk niveau aangeduid zijn als ecologische verbindingszones is in dit plan een korte studie verricht naar de potenties en mogelijkheden voor alle beken en overige ecologische verbindingen binnen de gemeente. In deze korte studie is het proces van doelsoorten tot het bepalen van de bouwstenen voor de ecologische verbinding doorlopen.
96
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Ecologische verbinding; nat kralensnoer
3.5.2 Ontsnipperingsmaatregelen Waar ecologische netwerken kruisen met wegen, vaarwegen of spoorwegen, worden de leefgebieden van diersoorten verkleind en in snippers opgedeeld. Hierdoor komt de levensvatbaarheid van populaties in gevaar en vormt het realiseren van de doelstellingen uit het streekplan een probleem. In de kaart gewenste landschapsstructuur zijn de knelpunten benoemd. Voor een goed functionerend ecologisch raamwerk is het noodzakelijk oplossingen te vinden voor deze knelpunten. In enkele gevallen kunnen begeleidende beplantingen langs wegen, ecologisch ingerichte bermen of wildspiegels oplossingen bieden. In andere gevallen is meer nodig, zoals doorlopende oevers bij watergangen, ecopassages en wildtunnels. Het is raadzaam om aan de hand van de knelpunten uit de kaart een onderzoek te verrichten naar mogelijke oplossingen, en daar voor de realisatie van de oplossingen prioriteiten aan te koppelen. 3.5.3 Bermenbeheer Het buitengebied herbergt vele ecologische kwaliteiten. Toch leveren de gemeentelijke eigendommen nauwelijks bijdrage aan deze kwaliteiten. De gemeentelijke eigendommen in het buitengebied worden voornamelijk gevormd door bermen. Juist de bermen kunnen een belangrijke ecologische functie vervullen doordat het lijnvormige elementen zijn, die als verbindingszone voor fauna kunnen dienen. Daarnaast kunnen wegbermen door een ecologisch beheer worden verschraald waardoor zeldzame flora zich kan vestigen. Op basis van factoren die bepalend zijn voor het slagen van het ecologisch bermbeheer is binnen de gemeente een visie ontwikkeld voor het bermbeheer. De volgende kenmerken zijn als bepalende factor gehanteerd: • Verkeerkundige situatie; langs doorgaande wegen is de verkeerveiligheid van belang. Bijvoorbeeld de vegetatie in de bermen mag niet te hoog worden, zodat de uitzichten worden belemmerd; • de hoeveelheid obstakels en de huidige vegetatie; • Akkerdistelverordening. Indien er akkerdistel in de berm voorkomt moet deze bij melding zo spoedig mogelijk verwijderd worden. De reeds genoemde bermenbeheervisie is in uitvoering gebracht. In de visie is per berm is aangegeven welk maaibeleid wordt toegepast. In het buitengebied komen de volgende eenheden voor: Ecologische maaien (1x per jaar maaien) Berm verkeerskundig (1 meter maaien) Berm verkeerskundig (1x geheel maaien) Berm (2x per jaar maaien)
97
3.5.4 Natuur in de kernen Binnen de kern zijn de natuurwaarden zwaar ondergeschikt aan de natuurwaarden van het buitengebied. Toch kan binnen de kernen wel een natuurbeleving ontstaan, door bijvoorbeeld een vlinderstruik welke vlinders en insecten aantrekt. Naarmate er meer gradiënten (van droog naar nat en van licht naar donker) zijn, kan de natuur ook gevarieerder in de directe woonomgeving bestaan. Het is een verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur om bewoners, en in het bijzonder kinderen, met natuur in contact te brengen. Om natuur ook permanent onder de aandacht te brengen is het aan te bevelen om samen met de lokale natuurwerkgroepen, organisaties en scholen een aantal kleine natuureducatieprojecten te initiëren. Te denken valt aan o.a.: - dagvlinderprojecten (o.a. planten van vlinderstruiken in het openbare groen); - vleermuizenprojecten (stimulering vliegroutes en biotopen); - dorpsvogelprojecten (besdragende planten, nestkastjes en dergelijke). Door deze educatieprojecten wordt draagvlak gecreëerd voor het natuurgericht inrichten en beheren en wordt de kans van slagen ervan groter.
98
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
3. 6
R E C R E AT I E F N E T W E R K
Een recreatief netwerk is onontbeerlijk voor een gemeente die zoveel (potentiële) recreatieve waarden bezit. Behouden van de huidige recreatieve waarden en uitbouwen van de potentiële recreatieve waarden vergroot het recreatieve karakter van de gemeente. De Brabantse Wal is voor gemeente Woensdrecht het meest unieke element. Op weinig plaatsen in Nederland zijn dermate grote hoogteverschillen waar te nemen. De recreatieve waarden van deze Brabantse Wal kunnen door enkele relatief eenvoudige ingrepen vergroot worden. In deze paragraaf worden voorstellen gedaan voor het versterken van de recreatieve waarden van de Brabantse Wal. Het is mogelijk deze voorstellen in samenwerking met Stichting Brabantse Wal te initiëren. Brabantse Wal route De belangrijkste impuls voor de recreatie op de Brabantse Wal is een doorgaande recreatieve route die altijd op, of aan de voet van de Brabantse Wal loopt. Deze route vormt een verbinding tussen Ossendrecht en Bergen op Zoom. De route is in verband met de sterke hoogteverschillen voornamelijk voor wandelaars en eventueel mountainbikers toegankelijk. Wat de Brabantse Wal route bijzonder maakt zijn de grote hoogteverschillen die waarneembaar zijn, omdat men op het ene moment bovenop de Brabantse Wal staat en op een ander moment aan de voet van de Brabantse Wal. Door uitzichtpunten te ontwikkelen worden de hoogteverschillen extra benadrukt. Onderweg verbindt de route de belangrijkste elementen van de Brabantse Wal, zoals het voorgestelde landschapspark bij Hoogerheide (projectvoorstel 01 Hoogerheide) en de recreatieve groenzone met de oorlogsmonumenten en het uitzichtpunt in Woensdrecht (actie 01 Woensdrecht).
99
Uitzichtpunten Door kunstzinnige uitzichtpunten te creëren in de vorm van een balkon, op enkele plekken waar een fantastisch uitzicht is wordt het hoogteverschil benadrukt. Het balkon kan een antwoord krijgen door elders een soortgelijk object te plaatsen aan de voet van de Brabantse wal. Door middel van het materiaalgebruik kunnen deze elementen een bijzondere uitstraling krijgen. De balkons zijn ook vanuit het polderlandschap te ervaren als opvallende elementen op de Brabantse Wal. Toegankelijkheid van natuurgebieden en ecologische verbindingszones. Door de recreatieve padenstructuur te koppelen aan de ecologisch waardevolle gebieden, wordt recreatief medegebruik bevorderd en daarmee worden de recreatieve waarden verder uitgebouwd. Vooral het ‘’Natuur Grenspark’’ is vanaf de Nederlandse kant slecht toegankelijk voor wandelaars en fietsers. Door een recreatieve padenstructuur kan dit gebied toegankelijker worden en wordt de recreatieve waarde van dit gebied versterkt. Daarmee dient verstoring van het natuurgebied en ecologische verbindingszone te worden geminimaliseerd.
100
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
3. 7
K LE I N E L AN D S C H AP S E L E M E N T E N
In de huidige situatie komen veel kleine landschapselementen voor; behoud hiervan is van groot belang. Kleine landschapselementen zijn individuele kleine elementen in het landschap, met natuurwetenschappelijke, cultuurhistorische en landschappelijke betekenis. De bestaande landschapselementen zijn door Stichting ‘’Brabants Landschap’’ geïnventariseerd en in kaart gebracht. Deze kaart is opgenomen in bijlage 4. Naast het behoud van de huidige landschapselementen liggen er kansen voor ontwikkeling van nieuwe landschapselementen.
Singel
Amfibieënpoel
De gemeente gaat zich inzetten op het inrichten van overhoeken en locaties volgens een duidelijke visie. Hierdoor wordt de toepassing van landschapselementen bevorderd. Het plan ‘’Agrarisch landschapsbeheer Brabantse Delta’’ (ALBD) en het daarbij behorende ‘’Schetsboek pakketten voor stimuleringskader Groene en Blauwe diensten provincie NoordBrabant (eindconcept), vormt de visie voor het behoud en de ontwikkeling van landschapselementen, waarvoor tot op heden geen subsidies worden gegeven. In het ALBD worden ook agrariërs en overige grondbezitters gestimuleerd landschapselementen te ontwikkelen. Om de landschapskarakteristieken te versterken en behouden worden in de open landschappen (polderlandschap) andere landschapselementen toegepast dan in de meer gesloten landschappen (dekzandlandschap). In het ALBD wordt de toepassing van de volgende landschapselementen in de twee deelgebieden gestimuleerd: Open landschap (Polderlandschap): • knotboom; • amfibieënpoel; • bloemrijk rand; • weidevogelpoel; • natuuroever riet; • natuuroever nat grasland; • graslandflora- en faunarand. Gesloten landschap (Dekzandlandschap) • houtwallen; • singels; • bloemrijk rand; • kruidenrijke zoom; • akkerflora- en faunarand; • elzensingel; • hakhoutbosje; • landschapsboom. Voor de realisatie van het ALBD is door de raad in 2007 budget gereserveerd.
101
3. 8
BUDGETTERING GROENBEHEER
De belangrijkste onderdelen van het groenbeheer worden gevormd door regulier groenonderhoud en groenreconstructies. Regulier Groenonderhoud Voor de reguliere onderhoudswerkzaamheden zijn binnen de gemeente Woensdrecht beeldnormen opgesteld per beheergroep, waarin staat welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden voor het gewenste groenonderhoud. Deze beeldnormen zijn vertaald naar RAW bestekken. Het gaat om de bestekken: Maaien Gazons Maaien Sportvelden Maaien Bermen Onderhoud Waterlopen Onderhoud Plantsoenen Er is een jaarlijks budget vastgesteld voor de uitvoering van het reguliere groenonderhoud.
Planmatig en structureel inplannen groenreconstructies De groenrenovaties worden uitgevoerd op basis van leeftijd en ervaring van de coördinatoren. Deze plantsoenen worden omgevormd naar een onderhoudsvriendelijker plantsoentype. Dit alles wordt afgestemd met de aannemers om te zorgen dat in de gehele gemeente het gewenste beeld wordt gehaald. Reconstructies dienen periodiek te worden omdat het openbaar groen onderhevig is aan slijtage en derhalve periodiek vervangen dient te worden. Gebeurt dit niet, dan sterven bijvoorbeeld heesterbeplantingen af en ontstaan open plekken waar onkruidgroei optreedt. Afstervende of kwijnende bomen en heesters kunnen gevaar opleveren (takbreuk of omwaaien) voor de omgeving. Het uitblijven van de groenreconstructie omdat bijvoorbeeld de middelen op dat moment ontbreken heeft tot gevolg dat de kosten van de reguliere onderhoudshandelingen stijgen en de betrokkenheid van de bewoners afneemt. Dit zijn zeker geen gewenste ontwikkelingen. Een onverzorgde omgeving motiveert de bewoners zeker niet om ook medeverantwoordelijk te zijn voor de eigen omgeving. De vervanging kan noodzakelijk zijn als gevolg van: slijtage als gevolg van verjongingsmaatregelen (regelmatig afzetten van heesters leidt uiteindelijk tot uitputting van de plant); intensief gebruik van bijvoorbeeld gazons of speelterreinen; het afsterven van bomen en heesters na een zekere levenscyclus; vandalisme, vernielingen en schades; ziekten en plagen; veranderd gebruik van de openbare ruimte en bijbehorende veranderde eisen (meer auto’s in het straatbeeld, grotere aandacht voor sociale veiligheid). De verschillen in levensduur worden in grote mate bepaald door soort, het beheer en de standplaats van het groen. Door groenreconstructies vooraf in de termijnplanningen en begrotingen op te nemen kunnen reconstructies planmatig plaatsvinden en wordt het voortbestaan van het groen in de gemeente vastgesteld.
102
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Met de uitvoeringsmaatregelen uit hoofdstuk 2 en de bijbehorende planning in bijlage 5, is een aanzet gemaakt voor het planmatig inplannen van groenreconstructies. In de huidige situatie is er voldoende budget beschikbaar voor het uitvoeren van reconstructies. Er is vanaf 2006 budget vrijgemaakt om reconstructies planmatig in de begrotingen op te nemen. Naast het onderhoudsbudget is een structureel vervangingsbudget opgenomen dat gebaseerd is op de technische afschrijving van groen. Deze systematiek gaat uit van de omvang van het huidige groenareaal en kosten die het vervangen van dit areaal met zich mee zou brengen afgewogen tegen de gemiddelde levensduur. Het instellen van een het vast jaarlijks vervangingsbudget voor het groen heeft de volgende voordelen: in de begroting krijgt de vervanging en reconstructie van het groen een vaste positie, waarmee instandhouding van het kapitaalsgoed wordt verzekerd; kleine vervangingen en reconstructies kunnen op een heldere manier een plaats krijgen op de begroting, zonder omslachtige budgetaanvragen; onder normale omstandigheden zullen geen onverwachte middelen nodig zijn voor reconstructies. In de periode 2006-2010 zijn grote arealen gerenoveerd. Deze hebben een structurele besparing op het onderhoudsbudget opgeleverd van ca. € 100.000,-. De verantwoording is te vinden in bijlage 2 Volgens de berekeningsmethode (vervangingskosten x hoeveelheid) bedraagt de theoretische vervangingswaarde van het totale areaal openbaar groen van de gemeente Woensdrecht € 12.883.663,- exclusief plankosten en BTW. In de nevenstaande tabel zijn alle voorkomende beheergroepen opgenomen en doorgerekend op basis van de afschrijvingswaarde. De theoretische vervangingswaarde (vervangingskosten x hoeveelheid/ levensduur) van al het groen bedraagt per jaar dus ongeveer € 314.000,- exclusief plankosten en BTW. In de renovatiekosten zijn rooi- en opruimingswerkzaamheden en nieuwe aanplant opgenomen. De bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 2010 exclusief 19% BTW. Voor de gemiddelde levensduur van beplantingen is geen standaard voor ontwikkeld, daarom is hier gebruik gemaakt van ervaringsgetallen van BTL Planburo B.V. Het benodigde jaarlijkse afschrijvingsbedrag is gebaseerd op de werkelijke omvang van het groenareaal, een inschatting van de gemiddelde levensduur en grove berekening van de gemiddelde vervangingskosten. Het is derhalve een theoretisch bepaald bedrag, om de huidige kwaliteit van het groenbestand in stand te houden. In de praktijk zijn de leeftijdsopbouw van het huidige groenbestand, de kwaliteit ervan en de eisen die eraan worden gesteld natuurlijk ook van belang bij het bepalen van de levensduur. Daarnaast kunnen de vervangingskosten worden beperkt door de werkzaamheden integraal te combineren met realisatie van civieltechnische projecten. Vanaf 2010 is er een jaarlijks bedrag beschikbaar voor groenrenovaties van € 125.000,- excl. BTW. Het beschikbare bedrag is vooralsnog voldoende om het gewenste beeld te behalen. Een continuering van de voorziening groenbeleidsplan is gewenst.
103
In het onderstaande schema zijn de vervangingskosten van het openbaar groen berekend, waarbij alleen reconstructies zijn berekend en geen regulier beheer. Groentype BOOMSPIEGEL IN GRAS BOOMSPIEGEL IN VERHARDING BOMEN IN GRAS / BEPLANTING BOMEN IN VERHARDING KNOTBOMEN GEKANDELABERDE BOMEN LEIBOMEN BOMEN BOLVORMEN BOSPLANTSOEN GEMENGD LOOF EN NAALDBOS *1 BODEMBEDEKKENDE HEESTERS SIERHEESTERS/BOT. ROZEN BLOKHAGEN STRUIKROZEN HAGEN WISSELPERKEN *2 PLANTENBAKKEN VASTE PLANTEN GRAS <500 M2 GRAS 500-1000 M2 GRAS 1000 - 2000 M2 GRAS >2000 M2 ECOLOSICHE BERM 1PJ MAAIE BERM 1XPJ 1M. 1XPJ TOTAAL BERM 1XPJ MAAIEN OP REGIE HALF INT. INCL. RUIMEN BERM DIERENWEIDE SPORTVELD: WEDSTRIJDVELD *3 SPORTVELD:TRAININGSVELD *3 WATERLOPEN. *4 WATERLOPEN OP REGIE *4 BRAAKLIGGEND TERREIN *4 HONDENUITLAATSTROOK. Totaal
*1
Eenheid st st st st st st st st m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2
Hoeveelheid 1.760 596 9748 596 20 108 186 275 207.410 386.372 28.377 42.294 27.341 922 11.918 476 73 312 139.072 47.943 40.337 64.064 256.639 210.219 21.805 59.152 45.839 5.455 120.201 57.528 103.594 1.607 23.163 810
Levensduur Vervangingskosten
*3
*4
*5
2
€ € € € € € €
744,03 1.276,32 744,03 744,03 1.276,32 744,03 5,26
€ € € € € € €
7.252.805 760.684 14.881 80.355 237.395 204.608 1.091.882
€ € € € € € €
145.056 12.678 248 1.339 3.957 4.092 36.396
30 30 30 30 30
€ € € € €
19,01 23,69 23,69 24,57 29,36
€ € € € €
539.452 1.001.929 647.698 22.651 349.954
€ € € € €
17.982 33.398 21.590 755 11.665
15 10 25 25 25 25 30 30 30 30 30 20
€ € € € € € € € € € € €
23,69 32,46 0,94 0,94 0,94 0,94 0,66 0,66 0,66 0,66 0,66 0,94
€ € € € € € € € € € € €
1.729 10.129 130.156 44.869 37.751 59.957 168.130 137.719 14.285 38.752 30.030 5.105
€ € € € € € € € € € € €
115 1.013 5.206 1.795 1.510 2.398 5.604 4.591 476 1.292 1.001 255
20
€
0,94
€ €
758 12.883.663
€ €
38 314.450
Acties & besluitvorming Continuering van het groenreconstructiefonds met het vast jaarbudget van € 125.000,- excl. BTW jaarlijkse verantwoording vanuit afdeling Beleid en Planvorming
104
Jaarkosten
50 60 60 60 60 50 30
Gemengd loof- en naaldbos is niet meegenomen in de vervangingskosten omdat het bos onderhouden wordt op basis van natuurlijke verjonging. Wisselperken zijn niet meegenomen in de vervangingskosten omdat de vervanging hiervan in de reguliere beheerkosten is meegenomen. De sportvelden zijn niet in de berekening meegenomen, omdat dit geen openbaar groen betreft. Waterlopen en braakliggende terreinen zijn niet meegenomen in de vervangingskosten, omdat de afschrijving van deze elementen te verwaarlozen is. De terreinen die in gebruik zijn bij derden hoeven niet vervangen te worden en zijn derhalve niet opgenomen in deze berekening.
*2
Waarde
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
105
4 B OOMBELEID 4. 1
S T AT U S
In 2005 heeft de gemeente Woensdrecht in samenwerking met BTL Planburo het Groenbeleidsplan opgesteld, welke op 16 januari 2006 is vastgesteld. Een aantal acties die hieruit voortkomen hebben betrekking op verbeteren van het beleid ten aanzien van bomen. Daarom is in 2007 het bomenbeleid opgesteld en in 2008 door de Raad vastgesteld Het bomenbeleid is nu 3 jaar van kracht en dient te worden geëvalueerd. 4. 2
ACHTERGRONDEN
De gemeente Woensdrecht profileert zich als groene gemeente op de Brabantse Wal. Bomen dragen voor een zeer groot deel bij aan deze groene uitstraling. Het is daarom voor de gemeente Woensdrecht wenselijk bomen een zo goed mogelijke leefomgeving te geven. Hiervoor zijn richtlijnen opgesteld die ervoor zorgen dat nieuwe bomen zowel boven- als ondergronds de meest ideale groeiomstandigheden krijgen. Daarnaast zorgen deze richtlijnen ervoor dat in de toekomst problemen als opdruk en overlast zullen verminderen. Niet alleen nieuwe bomen zijn belangrijk voor de groene uitstraling. Vaak zijn bestaande bomen van nog grotere waarde. Deze bomen worden in de huidige situatie beschermd door het kapbeleid. Om dit te waarborgen is een boomwaarderingssysteem opgesteld waarmee bomen beoordeeld zijn op hun waarde. In de gemeente zijn ca. 120 particulieren bomen aangewezen als waardevol Voor deze bomen zal bij bouw- of graafwerkzaamheden extra aandacht besteed worden aan de handhaving. De gemeente is als boombeheerder verantwoordelijk voor het gemeentelijke bomenbestand en moet voldoen aan de wettelijk vastgestelde zorgplichten. Hierbij wordt geleidelijk de boomveiligheidscontroles en registraties ingevoerd zodat een spreiding van kosten en inzet van personeel plaatsvindt.
4. 3
L E E S W I JZ E R
Het bomenbeleid bestaat uit drie onderdelen. Allereerst de technische en ruimtelijke richtlijnen voor de aanplant van nieuwe bomen. Daarnaast de bescherming van waardevolle bomen en als laatste de boomveiligheidscontroles en registratie. In paragraaf 4.4 zijn de technische en ruimtelijke richtlijnen met in paragraaf 4.4.1 het doel en in 4.4.2 de algemene richtlijnen. Paragraaf 4.4.3 geeft de richtlijnen voor zowel ondergrondse als bovengrondse ruimte voor bomen van verschillende groottes en in paragraaf 4.4.4 zijn de technische richtlijnen voor de aanplant van bomen zoals verdichting van de bodem en gronduitwisseling beschreven. Paragraaf 4.4.5 beschrijft het gebruik van deze richtlijnen bij de afhandeling van klachten. In paragraaf 4.5 wordt ingegaan op hoe de waardevolle bomen in de gemeente beschermd worden. Paragraaf 4.5.1 geeft de evaluatie van het huidig kapbeleid en de verbeteringen voor de toekomst. Bij deze verbeteringen worden ook de uitzonderingen zoals ‘wonen in bos, bomen in hoofd- en nevenstructuur en bijzondere elementen in een kaart opgenomen. Paragraaf 4.5.2 beschrijft de methode voor het vaststellen van waardevolle bomen. Waarna in paragraaf 4.5.3 de implementatie van deze methode binnen de gemeentelijke organisatie wordt toegelicht. Paragraaf 4.5.4 beschrijven de sancties bij illegale kap van waardevolle bomen en paragraaf 4.5.5 geeft aan wat mogelijk is voor boombeschermingsvoorschriften bij bouw- en graafwerkzaamheden. Hoofdstuk 4 beschrijft de uitvoering van boomveiligheidscontroles en registratie. In paragraaf 4.1 wordt allereerst de prioriteit van de boomveiligheidscontroles beschreven en in paragraaf 4.2 volgt de methode voor uitvoering hiervan. In paragraaf 4.3 is een globale uren en kostenraming van deze uitvoering te vinden.
107
4. 4
4.4.1
T E C H N I S C H E - E N R U I M T E L I JK E R I C H T L I J N E N
Doelen en richtlijnen
Bomen zijn belangrijk voor de openbare ruimte. Door bij de aanplant van nieuwe bomen technische en ruimtelijke richtlijnen toe te passen wordt voor een boom de meest ideale groeiomstandigheden gecreëerd zodat de boom volledig kan uitgroeien. De implementatie van de richtlijnen in de gemeentelijke organisatie gebeurt door in elk project waarbij bomen worden toegepast de richtlijnen in het programma van eisen op te nemen. Op deze manier worden de richtlijnen bij zowel interne als externe uitvoerders onder de aandacht gebracht en opgenomen in nieuwe plannen. De ontwerpen worden getoetst door de beleidsmedewerker openbare ruimte. Bij een negatief advies dient het ontwerp opnieuw te worden bekeken en aangepast te worden. Indien binnen de richtlijnen geen oplossing mogelijk is, maar de toepassing van bomen wel wenselijk is, wordt in nader overleg tussen de beleidsmedewerker openbare ruimte en de ontwerpende partij een compromis besproken.
In elk programma van eisen van projecten worden indien van toepassing de richtlijnen voor bomen opgenomen zodat ze bij zowel interne als externe uitvoerders bekend zijn. De beleidsmedewerker Groen, Natuur en Landschap toetst de plannen en brengt advies uit. Als binnen de richtlijnen geen oplossing mogelijk is wordt een compromis besproken.
4.4.2
Algemene richtlijnen
Eindbeeld van de boom In de ontwikkeling/ontwerpfase zal van de boom vastgelegd moeten worden wat het gewenste eindbeeld is en welke ruimte daar voor nodig is. Zo wordt voorkomen dat een jonge boom uitstekend past in de aanwezige ruimte maar dat vóór het bereiken van het eindbeeld (en – grootte) problemen ontstaan. ste
NB. Met name bomen van de 1
grootte doen er tientallen jaren over
om hun eindbeeld en –grootte te bereiken. Bij aanleg kan bewust ste
worden gekozen voor een boom van de 1
grootte, terwijl de
eindgrootte niet past bij de beschikbare ruimte. In dergelijke gevallen moet een inschatting worden gemaakt van het moment dat problemen ontstaan met de bomen, bijvoorbeeld: op 85% van het eindbeeld en de eindgrootte van de boom kunnen problemen ontstaan door het formaat van de boom en dienen maatregelen genomen te worden. Aantal bomen Met één boom kan vaak hetzelfde beeld worden bereikt als met 3 bomen dicht bij elkaar. Resultaat: lagere kosten (zowel aanleg als beheer) en meer ondergrondse en bovengrondse ruimte per boom. Indien wordt afgeweken van dit principe dient hiervoor een gegronde reden worden gegeven. NB. Vanuit cultuurhistorisch perspectief worden in het buitengebied van Woensdrecht de bomen 8 meter uit elkaar geplant.
108
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Bomen en verharding Bomen worden regelmatig in verharding geplant. Men dient dan rekening te houden met problemen als verdichting, opdruk verharding, beschikbaarheid van vocht en zuurstof, aanrijdschade en verhoging van temperatuur/verbranding door zonlichtweerkaatsing. Indien mogelijk worden bomen in gras of beplantingsvak aangeplant. Wanneer toch gekozen wordt om een boom in verharding te planten dient veel aandacht besteed te worden aan bovengenoemde problemen. Dit kan door:
Aanbrengen beluchtingsysteem
Aanbrengen watergeefsysteem
Gebruik bomenzand
Bescherming tegen aanrijdschade
Boomsoortkeuze
Doorwortelbare ruimte voldoende groot maken
NB. Een boom met een slechte standplaats zal nooit uitgroeien tot een mooie gezonde boom. De beheerkosten zijn hierdoor hoger. Boomsoort De juiste soortkeuze voorkomt veel problemen. Kennis van boomsoorten en hun eigenschappen is onmisbaar. Enkele belangrijke aandachtspunten bij soortkeuze zijn:
Gevoeligheid voor strooizout (langs wegen)
Passend bij het landschapstype
Grondsoort (een beuk groeit niet in de klei)
Opkronen (binnen de stedelijke omgeving moeten veel bomen opgekroond worden). Diverse soorten zijn moeilijk op te kronen. (Bijv. een paardenkastanje vormt van nature zware gesteltakken laag in de kroon. Een Valse Christusdoorn heeft van nature geen doorgaande spil.) Bomen van de derde grootte zijn niet hoog genoeg om op te kronen.
Ziekten en plagen: Er zijn soorten die veelvuldig last hebben van ziekten of plagen. Denk hierbij aan druipen (linde), watermerkziekte (wilg), iepziekte (iep), bloedingsziekte (paardenkastanje).
Vruchtdracht: Grote harde vruchten kunnen leiden tot schade aan auto’s en zachte vruchten tot klachten zoals vieze bestrating. Denk aan kastanjes en peren. Vaak is er een variëteit die weinig of geen vruchten produceert zoals Aesculus hyppocastaneum ‘Baumanii’. (Paardenkastanje)
Afmetingen: Er zijn bomen die erg breed worden. Dit is erg mooi in een park maar leidt in een smalle straat snel tot problemen. Kies de soort in relatie met de beschikbare ruimte.
Takbreukgevoeligheid
Duurzame soort Een boom met een lange levensduur (eik, beuk, es) is normaliter goedkoper dan een boom met een korte levensduur (wilg, populier, meidoorn). Dure handelingen als aanplant en kap komen bij bomen met een korte levensduur relatief meer voor. Ook levert het kappen van bomen vaak discussie op met bewoners.
Locatiegebonden richtlijnen 109
Voor een goede aanplant dient altijd rekening gehouden te worden met de specifieke locatie en de eisen die daaruit kunnen worden gesteld aan boomsoort en plantwijze. Zo kunnen de gevoeligheid voor strooizout of wind en de geschiktheid van een boomsoort op bepaalde bodemtypen medebepalend zijn voor de soortkeuze. Binnen de gemeente Woensdrecht zijn grote verschillen in landschappen, grondsoorten en vochthuishouding. Door met de toepassing van het groen bewust te kijken naar deze verschillen kan een karakteristieke boomstructuur worden ontwikkeld. Hieronder worden aanbevelingen gegeven voor de toepassing van bepaalde boomsoorten in de verschillende landschapstypen binnen de gemeente Woensdrecht. De genoemde landschapstypen verwijzen naar paragraaf 2.1.2. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de huidige kenmerken van de verschillende gebiedsdelen en de onderscheidende onderdelen hierin. Nadrukkelijk is gezocht naar de verschillen tussen de landschapstypen om de diversiteit te bevorderen en het verschil in identiteit te stimuleren. Genoemd worden soorten die kenmerkend zijn en derhalve aanbevolen worden voor aanplant en eventuele kenmerkende plantwijzen of locaties. De genoemde soorten zijn aanbevelingen, waarvan in projecten kan worden afgeweken. Hieronder zijn per landschapstype boomsoorten genoemd die goed toepasbaar zijn. Deze lijsten kunnen met behulp van ervaringen in de praktijk worden aangevuld.
Polderlandschap-(zeekleigronden - vochtig) Populier Zwarte els Schietwilg Gewone es Dekzandlandschap-(zandgronden - droog) Ruwe berk Beuk Zomereik Grove den Paardekastanje Spaanse aak
110
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Bewuste toepassing vormbomen Vormbomen kunnen een meerwaarde leveren aan de omgeving. Denk aan de historische context (leilinden, knotwilgen e.d.) Soms worden bomen geknot of gekandelaberd omdat de beschikbare ruimte niet voldoende is. Gevolg is dat een boom ontstaat die duurder is (meer en duurdere snoei), verminderde levensduur, visueel minder aantrekkelijk. Kandelaberen is een onomkeerbaar proces. In de toekomst moet de boom gesnoeid blijven worden om takbreuk te voorkomen. Bewonersparticipatie Veel burgers hebben geen idee waarom bomen gekapt worden met als resultaat bezwaarprocedures om bomenkap tegen te houden. Burgers worden bij de renovaties beter geinformeerd en meer bij het planproces betrokken daardoor wordt inzichtelijk gemaakt waarom bomen gekapt moeten worden. Als de omgeving na de bomenkap wordt heringericht worden ook daarbij de bewoners betrokken. De gemeente Woensdrecht stelt een aantal boomsoorten voor die geschikt zijn. De bewoners kunnen gezamenlijk uit deze soorten een keuze maken welke boom ze in hun straat willen hebben. NB. Een oude bomenlaan van Amerikaanse eiken zal een aantrekkelijk beeld geven maar wanneer deze bomen gevaar op leveren voor bijv. verkeer is het verstandiger de bomen te kappen en de straat opnieuw in te richten. Door burgers hierbij te betrekken zullen ze sneller inzien waarom bomen gekapt worden. Dit zal de weerstand tegen bomenkap aanzienlijk verminderen.
111
4.4.3
Ruimtelijke richtlijnen
Om een boom volledig te laten uitgroeien zijn er voorwaarden gesteld aan zowel de bovengrondse als ondergrondse groeiplaats. Bij deze voorwaarden wordt onderscheidt gemaakt in drie groottes: e
Bomen van de 1 grootte: bomen die bij uitgroei tot hun natuurlijke habitus groter worden als 20 meter, voorbeelden zijn plataan, zomereik, linde, gewone beuk, paardenkastanje; e
Bomen van de 2 grootte: bomen met een natuurlijke habitus tussen 8 en 20 meter, zoals haagbeuk, zwarte els en ruwe berk; e
Bomen van de 3 grootte: bomen kleiner als 8 meter blijven, zoals sierkers, sierappel en lijsterbes.
Technische richtlijnen groeiplaats
Richtlijn A B C D
E F
G H I
112
Bovengrondse ruimte afstand tot gebouw/gevel breedte straatprofiel voor één rij breedte straatprofiel voor twee rijen afstand tot kavelgrens • wettelijke minimale maat is voor gemeentelijke bomen niet gedefinieerd; gegeven maat is een gemeentelijke richtlijn afstand tot rijbaan afstand tot openbare verlichting • uitgezonderd situaties waarbij de onderzijde van de kronen zich boven de armatuur bevindt Onderlinge afstand boomspiegel Ondergrondse ruimte afstand tot kabels en leidingen • richtlijn is gebaseerd op behoud van een acceptabel en veilig wortelgestel wanneer een sleuf gegraven wordt ten behoeve van kabels en leidingen • geldt niet voor bijzondere kabels en leidingen zoals hoogspanningstracés en transportleidingen
1
e
e
e
2
3
> 10,00 > 20,00 > 25,00 > 3,00
> 7,50 > 15,00 > 19,00 > 2,50
> 4,00 > 8,00 > 10,00 > 1.00
m1 m1 m1 m1
> 2,00 > 7,00
> 2,00 > 6,00
> 2,00 > 5,00
m1 m1
> 10,00 > 4,00
> 7,50 > 2,25
> 4,00 > 1,00
m1 m2
> 4,50
> 2,50
> 1,50
m1
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
grootte
4.4.4
Technische richtlijnen
Wanneer bomen in de openbare ruimte worden aangeplant kan door het nemen van voorzorgsmaatregelen en het verbeteren van de groeiomstandigheden schade en groeiachterstanden van de boom worden tegen gegaan. Bij alle nieuw aangeplante bomen moeten de onderstaande technische richtlijnen uitgevoerd worden. Verdichting Wanneer de ondergrond verdicht is moet dit opgeheven worden door bijvoorbeeld spitten om het bloempoteffect te voorkomen. Spitten gebeurt op de dekzandgronden en Brabantse Wal tot 1,25 m diepte en in de polder is dit afhankelijk van de grondwaterstand
richtlijn
1e
2e
3e
4
4
grootte omvang groeiplaats bij bomen in gras of beplanting te spitten groeiplaats
16
m3
Gronduitwisseling of bodemverbetering Wanneer de grondsoort niet geschikt is en men wil toch bomen aanplanten, dan is het noodzakelijk gronduitwisseling of bodemverbetering toe te passen. Als bomen in gras of beplanting komen te staan kan worden volstaan met een uitwisseling van de aanwezige grond door bomengrond. Voor bomen in verharding moet de ondergrond aan twee functies voldoen.
De grond moet voldoende vocht, voeding, zuurstof en bewortelingsmogelijkheden hebben voor de boom.
De ondergrond moet een dragend zijn voor de verharding.
Voor gebruik onder verharding is het zogenaamde bomenzand ontwikkeld. Dit zand kan een belasting door verharding aan en zakt nauwelijks na. Daarnaast zijn de groeiomstandigheden voor de boom in bomenzand acceptabele. De aanwezige voedingsstoffen in bomenzand zijn na ongeveer tien jaar uitgeput. Na deze tijd zal gronduitwisseling of regelmatige bemesting noodzakelijk zijn.
richtlijn
1e
2e
3e
16
4
4
grootte hoeveelheid bomenzand bij bomen verharding Hoeveelheid bomenzand
m3
Mogelijkheid om (jonge) boom water te geven Na de aanplant van bomen moet er de mogelijkheid zijn om de bomen water te geven. Dit kan in beplanting en gras door een aarden wal rondom de boomspiegel te maken om afstroming te voorkomen. Bij grotere aantallen bomen kan het voordeliger/financieel aantrekkelijker zijn de verplante bomen te voorzien van een druppelirrigatiesysteem. 113
Specifieke maatregelen Bomen die in verharding komen te staan met een zware belasting vragen om specifieke maatregelen. Deze zijn erg kostbaar maar noodzakelijk om de gewenste groei te halen. Voorbeelden hiervoor zijn: boombunker, watershells of wortelbrug.
4.4.5
Gebruik richtlijnen bij klachtenafhandeling
De gemeente Woensdrecht wordt soms geconfronteerd met klachten van burgers t.a.v. bomen. De gemeente moet dan afwegingen maken hoe met de klachten wordt omgegaan. Om op een gefundeerde wijze beslissingen te nemen is het wenselijk een actieschema op te stellen voor afhandeling van klachten aangaande bomen. Hierbij dient in ogenschouw te worden genomen dat niet voor elke klacht een standaard oplossing voorhanden is. Door het gebruik van de technische en ruimtelijke richtlijnen bij de aanplant van nieuwe bomen worden toekomstige klachten beperkt. Veel voorkomende klachten zijn:
Bladval
Vallende vruchten
Beperkte zon- lichttoetreding
Uitzicht
Opdruk verharding en andere schade door wortels
Vallende takken
Druipen
Schadelijke/ niet schadelijke insecten
Allergieklachten
Bomen tegen gevels
114
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Soort klachten
Voorbeelden
Acties
Seizoensgebonden
Bladval
Mogelijke klachten zijn niet zwaar
klachten van één
Vallende vruchten
genoeg en worden niet nader in
enkele boom
Druipen van lindebomen
behandeling genomen.
Niet schadelijke insecten
Er volgen geen aparte acties naast het
Allergieklachten
reguliere onderhoud.
Seizoensgebonden
Bladval
Beoordeling of het mogelijk is om met
klachten van
Vallende vruchten
extra onderhoudsmaatregelen de
meerdere bomen
Druipen van lindebomen
overlast te beperken.
Niet schadelijke insecten
Allergieklachten
Voorbeelden:
Extra blad/ vuil ruimen bij veel bladval/ vruchten
Klachten door
uitgroei van bomen
Beperkte toetreding zon/
Individueel wordt beoordeeld of
licht
onderhoudsmaatregelen nodig/
Belemmering uitzicht (niet
mogelijk zijn. Hierbij wordt afgewogen
verkeerstechnisch)
of de maatregel duurzaam is en de
Schade door wortels (bijv.
kosten tegen de baten opwegen.
opdruk)
Klachten door
Laaghangende takken
Voorbeelden:
Vallende takken
Snoeien van laaghangende/
Schadelijke insecten
Plaatsen van wortelschermen
Insecten bestrijding
(levens)gevaarlijke situaties
gevaarlijke takken
Bomen groeien tegen
Klacht is ernstig en is redelijkerwijs
gebouwen
niet met maatregelen op te lossen of
Belemmering uitzicht
de maatregel is te kostbaar. Boom
(verkeerstechnisch)
dient gekapt te worden.
115
4. 5
B E S C H E R M I N G W A AR D E V O LL E B O M E N
Binnen de gemeente Woensdrecht bevinden zich veel bomen. Dit zijn niet alleen gemeentelijke bomen maar ook bomen van andere partijen zoals particulieren. Veel van deze bomen dragen bij aan de groenstructuur en het dorpsgezicht van de gemeente. Om dit in stand te houden worden de monumentale en waardevolle bomen beschermd. De procedure voor bescherming en instandhouding van alle monumentale en waardevolle bomen binnen de gemeente is daarom in beleid vastgelegd.
4.5.1
Kapbeleid
Het kapbeleid van de gemeente Woensdrecht is vastgelegd in de APV en het beleidsplan. Het heeft als doel waardevolle bomen te beschermen en het in stand houden van belangrijke structuren en stads- en dorpsgezichten. De kapvergunning is verplicht om houtopstanden te vellen of te doen vellen, te kandelaberen of te doen kandelaberen, wanneer deze houtopstand voorkomt op de bomenlijst, de kaart met uitsluitingen, voldoet aan de omschrijving “bos” en/of voorkomt op de lijst van de Monumentale Bomen van Nederland van de Bomenstichtingbomen. Voor bomen op de bomenlijst wordt in principe geen vergunning af gegeven, mits deze gevaar opleveren of dood zijn.
4.5.2
Evaluatie kapbeleid
Vereenvoudiging van de regels was een van de uitgangspunten bij de vaststelling van het beleid in 2008. De meeste bomen waren kapvergunningsvrij met uitzondering van de bomen op de bomenlijst, de kaart met uitsluitingen, voldoet aan de omschrijving “bos” en/of voorkomt op de lijst van de Monumentale Bomen van Nederland van de Bomenstichtingbomen. Er wordt jaarlijks bijgehouden hoeveel kapvergunningen er zijn aangevraagd. Dit resulteert in het onderstaande overzicht Jaar
Aantal aangevraagde vergunning
2007 (oud beleid)
72 aanvragen
2008 (nieuw beleid)
40 aanvragen
2009
27 aanvragen
2010 tot 1-11
23 aanvragen
Zoals in het overzicht te zien is heeft het eerste jaar na invoering de burger moeten wennen aan het nieuwe beleid. Uiteindelijk heeft het geresulteerd in een afname van het aantal aanvragen (t.o.v. 2008) met 68 procent. Onderhoud waardevolle bomen De raad van de gemeente Woensdrecht heeft het boombeleidsplan en de waardevolle bomenlijst in de vergadering van 20 december 2007 vastgesteld. Tijdens de raadvergadering is er besloten om het onderhoud van de waardevolle bomen te vergoeden.
116
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Alle eigenaren van een waardevolle boom hebben een schrijven gekregen van de gemeente met daarin een formulier waarop men kan aangeven of het onderhoud dient te worden uitgevoerd. Wat valt onder het onderhoud Het onderhoud zal bestaan uit een onderhoudsschema van drie jaar. De boom wordt visueel beoordeeld op mogelijke gebreken (VTAcontrole) en hiervan wordt een rapport opgesteld. Indien nodig wordt in het eerste jaar de boom gesnoeid, er worden mogelijk gevaarlijke takken verwijderd. Het vrijkomende hout wordt door de aannemer verwijderd en een exemplaar van het beoordelingsrapport wordt verzonden aan de eigenaar. In het tweede jaar wordt de boom visueel beoordeeld op mogelijke gebreken en hiervan wordt een rapport opgesteld. Indien nodig wordt waterlot en aanwezig doodhout verwijderd. Het vrijkomende hout wordt door de aannemer verwijderd en een exemplaar van het beoordelingsrapport wordt verzonden aan de eigenaar. In het derde jaar wordt de boom wordt visueel beoordeeld op mogelijke gebreken en hiervan wordt een rapport opgesteld. Indien nodig wordt het nieuw gevormde waterlot verwijderd. Het vrijkomende hout wordt door de aannemer verwijderd en een exemplaar van het beoordelingsrapport wordt verzonden aan de eigenaar. Een evaluatie zal plaatsvinden in 2009/2010 Omdat het beleid een nieuwe opzet heeft zal er een evaluatie in 2009/2010 plaatsvinden. Het onderhoud zal dan ook maar worden aanbesteed voor een periode van twee jaar (2008 en 2009). In 2009/2010 wordt dan besloten of er een vervolg zal komen. Toestemming en aansprakelijkheid van de eigenaar Ondanks dat de gemeente het onderhoud voor haar rekening neemt van de waardevolle bomen blijven de eigenaren verantwoordelijk en aansprakelijk mocht er iets onverhoopt gebeuren met de boom. Van de 82 eigenaren hebben er 63 eigenaren toestemming gegeven om het onderhoud uit te voeren. Het gaat hierbij om ca. 100 bomen.
117
In het najaar van 2010 is er een enquête verspreid onder alle eigenaren van een waardevolle boom. In deze enquête zijn de eigenaren een aantal vragen gesteld. Op deze enquête hebben 50 van de 82 eigenaren gereageerd. Aan de eigenaren zijn de volgende vragen gesteld;
Heeft u het bomenonderhoud in uw tuin de afgelopen 2 jaar laten uitvoeren door de gemeente? o
Van de ontvangen reacties hebben 42 JA geantwoord, 6 NEE en 2 hebben niets ingevuld.
Zo ja, bent u tevreden over het bomenonderhoud? o
Van de ontvangen reacties hebben 21 JA geantwoord, 17 NEE en 12 hebben niets ingevuld. Hierbij is de opmerking te maken dat 15 reacties die NEE hebben geantwoord ook niet wisten wat voor onderhoud er gepleegd werd.
Wilt u hier in de toekomst gebruik van (blijven) maken? o
Van de ontvangen reacties hebben 45 JA geantwoord, 2 NEE en 3 hebben niets ingevuld.
Weet u wat het achterstallig bomenonderhoud dat door de gemeente wordt uitgevoerd inhoudt? o
Van de ontvangen reacties hebben 30 JA geantwoord, 15 NEE en 7 hebben niets ingevuld.
Is de informatie op de VTA-rapportage duidelijk voor u? o
Van de ontvangen reacties hebben 21 JA geantwoord, 17 NEE en 7 hebben niets ingevuld.
In de afgelopen twee jaar 2008 / 2009 is het VTA onderhoud door de gemeente uitgevoerd. Voor een aantal eigenaren is zeer onduidelijk wat er nu wordt gedaan. Zodra een tak schaduw geeft en of hinder dan wordt de gemeente verzocht deze weg te laten halen. Bij de grote hagelbuien van 2009 zijn er drie bomen zodanig beschadigd dat deze moesten worden gekapt. Ook bij dit soort calamiteiten is het onduidelijk bij wie de verantwoordelijkheid ligt. In het oude kapvergunningen systeem werd er geen vergunning verleend voor de bomen op de waardevolle bomenlijst. Voor de vaststelling van de waardevolle bomenlijst was de eigenaar verantwoordelijk voor het onderhoud en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Schade bij stormen moesten door de eigenaar worden opgelost. Conclusie Het huidige kapvergunningenbeleid heeft een positief effect gehad op het aantal vergunningsaanvragen. Het aantal aanvragen is met 68% gedaald. Ruim 75 % van de eigenaren lieten hun waardevolle boom onderhouden door de gemeente. Na twee jaar was ruim 55 % van de eigenaren tevreden over het uitgevoerde onderhoud. Indien de gemeente het onderhoud in de komende periode voorzet zal naar verwachting ruim 90 % van de eigenaren toestemming geven.
118
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
4.5.3
Uitzonderingen kapvergunningenbeleid
Enkele bijzondere elementen zijn als uitzondering in het kapvergunningenbeleid opgenomen omdat de gemeente Woensdrecht de sfeer en/of structuur van deze elementen niet wil verliezen. In bijlage X is een kaart met deze uitzonderingen opgenomen. ‘Wonen in bos’ In de gemeente Woensdrecht worden verschillende wijken benoemd als ‘wonen in bos’. Deze bossen bestaan voornamelijk uit dennen, waarvoor met het huidige beleid eenvoudig een kapvergunning te krijgen is. Ook na verbetering van het kapvergunningenbeleid (door het opstellen van een waardevolle bomenlijst) worden de dennen niet beschermd omdat ze niet voldoen aan de voorwaarden voor bomen op de waardevolle bomenlijst. Om het huidige beeld van ‘wonen in het bos’ te behouden is het noodzakelijk dit type bomen specifiek in beleid vast te leggen. Deze woonwijken worden daarom in het verbeterde beleid als bosgebieden opgenomen. Door op een bosbouwkundige manier met de gebieden om te gegaan wordt het beeld van ‘wonen in bos’ beschermd maar blijft het toch mogelijk bomen te kappen door dunningen. Bomen in hoofd- en nevenstructuren De bomen in de hoofd- en neven groenstructuur zoals omschreven in het Groenbeleidsplan komen niet op de waardevolle bomenlijst. De bomen afzonderlijk hebben vaak niet voldoende waarde en zouden dus zonder kapvergunning gekapt kunnen worden. Om te voorkomen dat hierdoor belangrijke hoofd- en neven groenstructuren verdwijnen wordt voor deze bomen een uitzondering gemaakt. Bomen in de hoofd- en nevenstructuur mogen alleen in uitzonderlijke situaties gekapt worden. Bijzondere elementen Voor bijzondere elementen als houtwallen, parochietuinen en begraafplaatsen wordt een uitzondering gemaakt. Deze bomen zijn van cultuurhistorische waarde of hebben grote betekenis voor de sfeer van de ruimte. Deze bomen scoren hoog op cultuurhistorische betekenis en ruimtelijke betekenis maar doordat ze op andere criteria minder scoren zijn ze niet waardevol genoeg om opgenomen te worden op de waardevolle bomenlijst. Een gevolg is dat ze zonder kapvergunning gekapt zouden kunnen worden. Voor deze elementen is onderhoudssubsidie verkrijgbaar in het kader van het project Agrarische Landschapsbeheer. Landschappelijke inpassing Bij uitbreiding van bijvoorbeeld een agrarisch bouwblok in het buitengebied wordt conform de Verordening Ruimte en het bestemmingsplan Buitengebied een landsschappelijk inpassing vereist. Om deze landschappelijk inpassing na aanleg te beschermen zullen deze worden opgenomen op de kaart met uitzonderingen.
119
4.5.4
Waardevolle bomenlijst
Met een boomwaarderingssysteem wordt op een objectieve manier de waarde van een boom bepaald. Het resultaat is een lijst van bomen die waardevol zijn voor de openbare ruimte. De achterliggende gedachte hiervoor is dat alleen voor waardevolle bomen een kapvergunning nodig is. Bij een verzoek tot kap wordt getoetst of de boom op de lijst waardevolle bomen voorkomt. Zoniet dan is geen kapvergunning nodig en kan de boom gekapt worden. Voor de bomen die wel als waardevol zijn aangemerkt wordt de procedure voor kapvergunning doorlopen. Een belangrijk uitgangspunt is hierbij dat voor een waardevolle boom in principe geen kapvergunning wordt verleend, mits de boom gevaar oplevert voor de omgeving. Het boomwaarderingssysteem werkt op basis van een puntensysteem. Subjectieve afwegingen worden zo verminderd en discussies worden voorkomen. Het puntensysteem werkt als volgt: Een boom moet een aantal punten hebben om als waardevol gekwalificeerd te worden. Deze punten worden toegekend met meerdere criteria. Elk criterium krijg een wegingsfactor omdat ze niet allemaal even belangrijk zijn. Bomen met een score van 40 punten of meer worden als waardevolle bomen opgenomen in de waardevolle bomenlijst.
120
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
In onderstaand schema staan criteria die toegepast worden bij de beoordeling van waardevolle bomen. In het overzicht zijn criteria opgenomen die voor de gemeente Woensdrecht belangrijk zijn. Zodat het systeem aansluit bij de specifieke wensen van de gemeente. Criteria Boomsoort
Duurzaamheid
Boomgrootte
Inheemse soorten
Dendrologische waarde
Stamdiameter
Levensverwachting
Groeivorm
Ruimtelijke betekenis
Zichtbaarheid
Snelgroeiend
0
Normaal
1
Traag groeiend
2
1e grootte
2
2e grootte
1
Score ….. x
3e grootte
0
wegingsfactor 2
Niet inheems (buiten de kom)
0
Inheems (buiten de kom)
1
Inheems/niet inheems (binnen de kom)
1
Algemeen
0
Zeldzaam
1
< 0.60m
0
0.60-0.70m
1
0.70-0.80m
2
Score ….. x
0.80-0.90m
3
wegingsfactor 3
0.90-1.00m
4
> 1.00m
5
< 10 jaar
0
Score ….. x
> 10 jaar
5
wegingsfactor 3
Slechte groeivorm
0
Score ….. x
Soorteigen habitus
4
wegingsfactor 1
Bijzondere kroon/leivorm
5
Niet zichtbaar vanaf openbare weg.
0
Zichtbaar vanaf openbare weg.
3
Zichtbaar vanaf openbare weg en aansluitend op hoofd/
4
wijkstructuur. Van alle zijden zichtbaar vanaf de openbare weg.
4
Score ….. x
Van alle zijden zichtbaar vanaf de openbare weg en
5
wegingsfactor 2
aansluitend op hoofd/ wijkstructuur. De boom bevindt zich op een markant punt (bijv.
5
begraafplaats of kerkplein). Ruimtelijke betekenis
Schaarste
De boom staat als enige solitair in de ruimte.
5
Score ….. x
Binnen een straal van 50m zijn naast deze boom nog
4
wegingsfactor 2
maximaal 3 bomen zichtbaar. Binnen een straal van 50m zijn naast deze boom nog
0
minimaal 4 bomen zichtbaar. Cultuurhistorische betekenis
Geen bijzondere betekenis
0
Streekeigen beplanting
2
Score ….. x
Bijzondere betekenis
5
wegingsfactor 1
121
Boomsoort Duurzame boomsoorten en soorten die vanwege hun grote afmetingen kunnen uitgroeien tot monumentale bomen worden hoger beoordeeld dan soorten die niet duurzaam zijn of kleiner blijven. Buiten de bebouwde kom hebben inheemse soorten de voorkeur boven exoten vanwege hun bijdrage aan de landschappelijke identiteit en aan de ecologische waarden. Stamdiameter De stamdiameter van een boom is belangrijk. Als deze grens laag is, zal een grote lijst met waardevolle bomen ontstaan. Wat niet leidt tot een vermindering van kapaanvragen en een arbeidsintensievere inventarisatie vraagt (meer zoeken en meer registreren). Een hoge grens zal tot gevolg hebben dat bomen gekapt worden waarbij dit eigenlijk niet gewenst is. Levensverwachting De levensverwachting van een boom is afhankelijk van de conditie, vitaliteit en standplaatsfactoren. Bomen die niet langdurig in stand kunnen worden gehouden horen niet thuis op de lijst waardevolle bomen. Groeivorm Bomen met een goed ontwikkelde habitus zijn waardevoller dan bomen met een slechte groeivorm. Hierbij kan een verschil gemaakt worden in bomen binnen en buiten de bebouwde kom. Soorten met een bijzondere kroon/leivorm worden normaliter hoger gewaardeerd. Ruimtelijke betekenis De standplaats van een boom bepaalt voor een groot gedeelte hoe waardevol een boom is. Staat de boom bijvoorbeeld op een begraafplaats of kerkplein dan wordt deze hoger beoordeeld. Ook een solitaire boom die als enige boom het beeld van de ruimte bepaald wordt als zeer waardevol beschouwd en hierdoor hoger beoordeeld dan wanneer er meerdere bomen in de ruimte staan. Wanneer een boom in een particuliere tuin staat en vanaf de openbare weg zichtbaar is kan deze bijdragen aan het beeld van de openbare ruimte. Als een boom daarnaast ook nog aansluit op de aanwezige boomstructuur maakt dat de boom nog waardevoller. Cultuurhistorische betekenis Naast streekeigen soorten hebben sommige bomen ook extra betekenis omdat de vorm en/of soort van oudsher in het gebied wordt toegepast. Zoals in de parochietuinen en op de begraafplaatsen.
Met een boomwaarderingssysteem wordt objectief de waarde van een boom bepaald. Het resultaat is een lijst bomen die voor de gemeente Woensdrecht waardevol zijn. Door de objectieve beoordeling worden discussies verminderd. 4. 6
122
M U T AT I E S W A AR D E V O L LE B O M E N L I JS T
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
De definitieve waardevolle bomenlijst is zeer mutatiegevoelig. Om te voorkomen dat bomen gekapt worden die eigenlijk op deze lijst behoren is het nodig regelmatig een herbeoordeling te doen.
Jaarlijks
Voordelen
Nadelen
Mutaties worden bijna direct vastgesteld.
Erg arbeidsintensief met weinig mutaties tot gevolg (slechts een enkele boom moet beoordeeld worden)
Elke 5 jaar
Veel bomen zijn gelijktijdig te
beoordelen waardoor sneller
waardevol worden staan niet direct
gewerkt kan worden. Elke 10 jaar
Over een langere termijn geen
Enkele bomen die tijdens de looptijd
op de lijst.
Arbeidsintensief omdat de gegevens
veranderingen aan de
verouderd zijn waardoor opnieuw
bomenlijst.
geïnventariseerd moet worden.
Tijdens de herbeoordeling worden de volgende stappen doorlopen: Alle bomen op de waardevolle bomenlijst worden beoordeeld. Alle nieuw aangeplante gemeentelijke bomen sinds de vorige vaststelling worden beoordeeld. Bomen die door burgers opgegeven zijn als waardevol worden beoordeeld. Fout!De waardevolle bomenlijst zal elke 5 jaar geoptimaliseerd worden. Dit is minder arbeidsintensief omdat de gegevens nog niet geheel verouderd zijn en veel bomen in één ronde beoordeeld kunnen worden. De kaart met daarop alle waardevolle bomen en uitzonderingen moet jaarlijks geactualiseerd worden.
123
4. 7
I LL E G AL E K AP
Voor bomen op de waardevolle bomenlijst wordt in principe geen kapvergunning verleend, mits de boom gevaar oplevert voor de omgeving. Wanneer een waardevolle boom zonder kapvergunning wordt gekapt is dit illegale kap. De gemeente zal bij illegale kap sancties opleggen. Het opleggen van sancties kan op verschillende manieren gebeuren. De meest gebruikelijke zijn hieronder beschreven. Financiële compensatie gestort in een bomenfonds Een financiële compensatie voor illegaal gekapte bomen kan voor een eigenaar reden zijn de boom toch niet te kappen. Wanneer de boom toch gekapt wordt moet vooraf de geldelijke waarde van de waardevolle boom bekend zijn. De hoogte van de compensatie is hiervan afhankelijk. De geldelijke waarde, ook wel vervangingswaarde genoemd, wordt berekend volgens de methode Raad. De taxatie bestaat uit een berekening van de uitgangswaarde van de waardevolle boom aan de hand van het stamoppervlak en de eenheidsprijs gebaseerd op de boomsoort. Deze “uitgangswaarde” wordt vervolgens gecorrigeerd aan de hand van een zestal correctiefactoren die de uiteindelijke waarde van de betreffende boom bepalen. Het opleggen van een financiële compensatie is echter alleen juridisch afgedekt wanneer het compensatiebedrag gestort worden in een bomenfonds. Dit bomenfonds mag alleen gebruikt worden voor aanplant van nieuwe (niet geplande) houtopstanden (dus geen extra onderhoud, inboet of aanplant vanuit beheer- of herinrichtingsplannen). (Bomen en Wet pag. 109 financiële herplant) Herplantplicht Wanneer een waardevolle boom illegaal gekapt kan de gemeente een herplantplicht opleggen voor aanplant in de nabijheid van de gekapte boom. Bij het herplanten zijn een aantal richtlijnen van belang.
De boomsoort is gelijk aan de oorspronkelijke (duurzame) boomsoort, tenzij er goede redenen zijn om daarvan af te wijken, bijvoorbeeld doordat de voorkeur uitgaat naar een inheemse boomsoort of om aan te sluiten bij de overige beplanting.
Voor iedere waardevolle boom op de lijst dienen 10 nieuwe bomen te worden geplant in de kwekerijmaat 16-18, mits de bomen niet in verharding worden geplant en het perceel voldoende ruimte bevat.
Bij waardevolle bomen in verharding en bij bomen de deel uitmaken van de hoofd-bomenstructuur kan worden volstaan met het herplanten van een Aantal bomen
Kwekerijmaat
boom voor een boom, maar
5
18-20
dient de groeiplaats te
2
20-25
worden verbeterd met
1
25-30
minimaal 40 m
2
bomenzand (onder 2
verharding) of minimaal 30 m bomengrond (onverhard).
In het geval van herplant op een perceel waarbij onvoldoende ruimte is voor het herplanten van 10 bomen in de kwekerijmaat 1618, kan worden volstaan met het aanplanten van minder bomen volgens naast staand overzicht.
124
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Wanneer herplant niet mogelijk of wenselijk is wordt een volledige financiële sanctie opgelegd die gestort wordt in het bomenfonds zoals dat hierboven staat beschreven.
Financiële compensatie
Voordelen
Nadelen
gestort in een bomenfonds
De gemeente kan zelf
De geldelijke waarde van
bepalen waar het geld voor
levend materiaal is geen
wordt ingezet. (binnen het
vaststaand bedrag.
juridische kader)
Regelmatige herberekening is noodzakelijk
Herplantplicht (in de
instandhouding van het
Naast herplantplicht is
nabijheid van de gekapte
bomenbestand bij de illegale
altijd een bomenfonds
boom)
kap.
nodig indien herplant niet mogelijk/ wenselijk is.
Bij illegale kap wordt altijd een financiële vergoeding opgelegd. Daarnaast wordt bij een kapaanvraag een afschrift van het voornemen tot kap toegevoegd aan de waardevolle bomenlijst.
4. 8
BOOMBESCHERMINGSVOORSCHRIFTEN BIJ B O U W - E N G R A AF W E R K Z A AM H E D E N
De openbare ruimte is steeds in beweging. Regelmatig wisselt wegmeubilair van plaats en worden wegen opgebroken om werkzaamheden te verrichten aan kabels en leidingen. Door al deze snelle veranderingen is het moeilijk de groeiplaats van bomen te beschermen. Schades door bouw- en graafwerkzaamheden kunnen ernstige gevolgen hebben voor de conditie van bomen. De grootste schades ontstaan bij graven, bouwen, bronnering, opstallen, materiaalopslag en werkzaamheden aan kabels en leidingen. Het is dus van groot belang dat al bij de planvorming voldoende aandacht wordt besteed aan handhaving van bomen. Planvorming Bij alle bouw- of herinrichtingsprojecten is het noodzakelijk om al in de planvormingsfase een inventarisatie te doen naar de aanwezige bomen. Op deze manier wordt duidelijk gemaakt welke bomen in het plangebied op de waardevolle bomenlijst staan en dus ingepast moeten worden in het nieuwe plan. Ook kunnen de gevolgen van de nieuwe plannen op de bestaande bomen worden ingeschat en kan een waarde taxatie van de bomen plaatsvinden. Voorbereiding Tijdens de voorbereidingsfase wordt een werkplattegrond gemaakt waar de te behouden bomen op worden vermeld met de volledige kroonprojectie. Binnen deze kroonprojectie mag geen opslag van materialen plaatsvinden en ook rijroutes en ruimtes voor manoeuvreren blijven buiten de kroonprojectie. Indien mogelijk wordt een stevig, hoog hek rondom de kroonprojectie geplaatst. Als een hekwerk niet mogelijk is, moet in ieder geval de stam 125
beschermd worden tegen aanrijschade. Dit kan door de stam in te pakken met een stevig, meeverend materiaal zoals een houten bekisting. Als vooraf duidelijk is dat een boom een deel van het wortelstelsel zal verliezen is het noodzakelijk de boom gedurende minimaal één groeiseizoen voor te bereiden zodat een compact wortelstelsel wordt gevormd. Voorwaarde is wel dat de boom een evenwichtig wortelstelsel behoudt. Uitvoering Tijdens de uitvoering moeten de negatieve gevolgen van de werkzaamheden tot een minimum beperkt worden. Binnen de kroonprojectie mag niet worden gegraven. Vaak is het mogelijk om de boom op een soort eiland te laten staan. Dit eiland moet wel groter zijn dan alleen de kroonprojectie omdat de boom aan de rand van de kroonprojectie veel haarwortels heeft voor zijn vochtvoorziening. Noodzakelijke graafwerkzaamheden binnen of vlak buiten de kroonprojectie moeten altijd handmatig gedaan worden. Een verhoging van het maaiveld kan negatieve gevolgen hebben voor de boom omdat de zuurstofopname door het aangebrachte grondpakket wordt belemmerd. Wanneer het noodzakelijk is het maaiveld rondom de boom te verhogen moeten maatregelen genomen worden om de luchttoetreding in de grond te verbeteren. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van een drainage- en beluchtingssysteem. Veranderingen in de bodemstructuur moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Rijroutes worden buiten de kroonprojectie om gemaakt en wanneer het toch noodzakelijk is dat er gereden wordt in de buurt van een boom dan moet gebruik gemaakt worden van drukverdelingsdoek of rijplaten met een laag zand eronder. Een verlaging van het grondwater tijdens het groeiseizoen kan problemen geven bij bomen in een grondwaterprofiel. Deze bomen moeten regelmatig extra water toegediend krijgen. Een permanente verlaging van het grondwater kan de boom redelijk verdragen. De verlaging moet wel geleidelijk plaatsvinden met een verlaging van 1020cm per jaar. Een permanente verhoging van het grondwater zorgt ervoor dat het wortelstelsel van de boom in het water komt te staan waardoor verstikking kan ontstaan. Bij grote projecten is het verstandig een toezichthouder aan te stellen voor het project die toeziet op de naleving van de (besteks)voorwaarden. Deze persoon kan ingrijpen als voor de boom gevaarlijke handelingen worden verricht . Een toezichthouder op het werk voorkomt dat het werk steeds moet worden stilgelegd voor overleg met de opdrachtgever. Nazorg Bomen die bij de werkzaamheden (mogelijk) beschadigd zijn door bijvoorbeeld verlaging van het grondwater of door verlies van wortels, moeten gedurende enkele jaren gecontroleerd worden en nazorg krijgen. 126
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
4. 9
B O O M V E I LI G H E I D S - C O N T R O L E S E N R E G I S T R AT I E
Een boombeheerder is verantwoordelijk voor zijn bomenbestand. De boombeheerder (in dit geval de gemeente Woensdrecht) moet voldoen aan de wettelijk vastgestelde zorgplichten. De boombeheerder is in beginsel aansprakelijk als er schade ontstaat, tenzij hij kan aantonen dat voldoende zorg is besteed aan het bomenbestand. De zorgplichten bestaan uit drie delen. Allereerst de algemene zorgplicht waarin het reguliere onderhoud en de periodieke controle op zichtbare gebreken valt. De tweede zorgplicht is de verhoogde zorgplicht. Dit betekent dat op locaties met een verhoogde gevaarzetting minimaal 1x per jaar wordt gecontroleerd. De laatste is het nader onderzoek met de verplichting tot handelen bij constatering van een afwijking of verondersteld instabiliteitgevaar.
4.9.1
Prioriteitstelling
In de Gemeente Woensdrecht is gekozen om één nulsituatie te creëren door van alle bomen een veiligheidscontrole te laten uitvoeren. De uitgekomen aandachtpunten uit de controles worden nu geleidelijk aan verholpen. Het niet uitvoeren van boomcontroles is geen optie. Hiermee wordt niet voldaan aan de wettelijke zorgplichten en de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid komen bij de gemeente te liggen.
4.9.2
Uitvoer van de controles
Bij het uitvoeren van de boomveiligheidscontroles worden naast de gegevens over de boom ook algemene informatie geregistreerd. De minimale gegevens die geregistreerd moeten worden:
Wie heeft gecontroleerd
Wanneer is er gecontroleerd
Waar is gecontroleerd
Welke bomen zijn gecontroleerd
Welke afwijkingen zijn waargenomen
Wat moet er gebeuren
Elke boom wordt afzonderlijk gecontroleerd, registreren kan eventueel groepsgewijs. Het is mogelijk om alleen de bomen met gebreken te registreren indien duidelijk wordt vermeld welke bomen en hoeveel bomen zijn gecontroleerd.
127
4.9.3
Registratie
De gegevens die bij de boomcontrole worden vastgelegd kunnen op verschillende manieren geregistreerd worden. Methode
Voordelen
Nadelen
Schriftelijk
De meest eenvoudige wijze
Er kan geen selectie gemaakt worden om bij een volgende ronde te bepalen welke bomen gecontroleerd moeten worden
Gegevens verwerken
Selecteren is goed mogelijk
in Exceltabel
Bijna iedereen kan met
te vinden bij een volgende
Excel werken
controleronde
Registratiesysteem met kaart
Het is eenvoudig om met
Niet iedereen kan met een
Vervaardigen van het systeem
gegevens van vorige controle kaarten te generen
Het is veel werk om bomen terug
dergelijk systeem werken.
met te controleren bomen
brengt eenmalige hoge kosten
per controlejaar
met zich mee.
Het gebruik van een registratiesysteem met kaart werkt zeer goed omdat het eenvoudig inzicht geeft in de gecontroleerde bomen door middel van een overzichtskaart.
4.9.4
Globale kosten- en urenraming
In de globale raming zijn de kosten en uren voor inspectie en verwerking van de gegevens in een registratiesystemen en op kaarten weergegeven. De gemeente Woensdrecht zal deze inspectie zelf uitvoeren met een fasering van 3 jaar. Eventuele kosten die voortvloeien uit deze inspectie, zoals extra onderhoudssnoei zijn hierin niet meegenomen. Uren Aanschaf tablet-pc, transponder,
n.v.t
programmatuur e.d. Aanschaf module bomen in G&B
n.v.t
Inspectie boomveiligheid incl.
200 tot 250 bomen per dag
registratie (v.a. 5000 bomen)
20-25 werkdagen (Afhankelijk van verspreiding, leeftijd e.d.)
Rapportage
32 uur
Jaarlijks onderhoud database/kaart
40 uur
128
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
5 L ITERATUURLIJST Bomenwerk, Kosten en techniek 2006 Reed Business Information Bomen en wet, Geldend recht voor bomen 2001 Bomenstichting Utrecht
GEMEENTELIJKE EN REGIONALE BELEIDSSTUKKEN EN STUDIES StructuurvisiePlus Woensdrecht 2001 Wissing Stedebouw en ruimtelijke vorming b.v. Welstandsnota gemeente Woensdrecht december 2003 © Compositie 5 Stedenbouw b.v. Groenbeleidsplan Provinciale wegen 2001 Provincie Noord-Brabant Nota Visie Buitengebied 1996 Nieuwland Advies Dijk van een landschap 1995 BTL Planburo B.V. Agrarisch landschapsbeheer Brabantse Delta e.o. 2004 Grontmij Advies & techniek i.s.m DLV Groen & Ruimte Masterplan Hoogerheide 2002 Compositie 5 Stedenbouw Streekplan Brabant in Balans 2002 Provincie Noord-Brabant Cultuurhistorische waardenkaart provincie NoordBrabant Provincie Noord-Brabant Groene Schakels Ecologische verbindingszones Provincie Noord Brabant KAARTMATERIAAL Grote Topografische Atlas van Nederland 1:50.000 Deel 4 Zuid-Nederland Wolters-Noordhoff Atlasproducties, Topografische Dienst Nederland 1997 Bodemkaart van Nederland 1:50.000 Blad 49 Oost Stichting voor bodemkartering 1982 Historische atlas van Nederland 1839-1859 1:50.000 Deel 4 Zuid Nederland blad 73-74 Wolters-Noordhoff Atlasproducties 1990 129
DIGITAAL MATERIAAL Streekplan Brabant in Balans 2002 Provincie Noord-Brabant Cultuurhistorische waardenkaart provincie NoordBrabant Provincie Noord-Brabant http://www.woensdrecht.nl/ http://www.namiro.nl/ http://www.Belvedère.nu/ http://www.brabantsewal.nl/ http://www.bomenstichting.nl/ http://www.monumentenzorg.nl/wetreg/monumenten wet_body.html http://www.Belvedère.nu/ http://www.archboz.nl/ http://www.brabantslandschap.nl/ http://www.boomtaxateur.nl/ http://www.ceres-subsidie.nl/
130
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
1 B IJLAGE R ELEVANT NASLAGWERK
1. 1
I N T E R N AT I O N A AL B E L E I D
1.1.1 Natura 2000 Op Europees niveau zijn Vogelrichtlijngebieden en Habitatrichtlijngebieden aangewezen. Voor deze gebieden gelden afwijkende eisen met betrekking tot inrichting en beheer. Grote delen van de gemeente Woensdrecht vallen binnen deze richtlijngebieden. Bij herinrichtingen of ingrijpende beheermaatregelen dienen de plannen getoetst te worden aan de eisen die gesteld zijn in het beleid voor de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden. In de Flora- en Faunawet is dit Europese beleid doorvertaald naar nationaal beleid. 1.1.2 Nationaal beleid en wetgeving Natuurbeleidsplan Het Rijk heeft in het Natuurbeleidsplan een structuur voor de EHS gemaakt. Deze structuur is door de provincie Brabant verder uitgewerkt in het streekplan ‘’Brabant in Balans’’. De ecologische hoofdstructuur vormt een netwerk van ecologische verbindingen. Wanneer een gebied behoort tot de EHS gelden er speciale eisen voor de inrichting en de wijze van beheer. In het kader van de boswet zijn de bebouwde komgrenzen binnen de gemeente Woensdrecht vastgesteld, waardoor de boswet alleen van toepassing is op het groen buiten de bebouwde komgrenzen. De boswet is gericht op instandhouding van bossen en houtopstanden. De Boswet kent een meldingsplicht voor het kappen van bossen en houtopstanden, waarbij een herplantplicht kan worden opgelegd. Deze meldingsplicht geldt niet voor kleinere houtopstanden en rijbeplantingen van 20 bomen of minder. Flora- en faunawet In de Flora- en Faunawet worden vele inheemse planten- en diersoorten beschermd. Soorten die zijn aangewezen als beschermde of als streng beschermde soorten mogen niet worden verstoord, vernield en mogen de verblijfplaatsen en leefgebieden niet worden vernietigd of verstoord. De Habitat- en Vogelrichtlijnen uit het Europese beleid zijn in de Flora- en faunawet verder uitgewerkt. Plantenziektenwet De plantenziektenwet heeft als doel het voorkomen van het optreden en van de verbreiding van schadelijke organismen. Op grond van deze wet zijn verschillende besluiten ter bestrijding van afzonderlijke plantenziekten ingesteld. In het besluit bestrijding bacterievuur zijn bufferzones aangewezen, waar het opplanten, bewaren, en vervoeren van enkele waardplanten (waaronder meidoorn en fruitbomen) verboden is. De kernen Woensdrecht, Hoogerheide en Huijbergen vormen onderdeel van de bufferzones voor bacterievuur.
132
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Monumentenwetgeving In de monumentenwet kunnen gebouwen of terreinen (met daarbij horende groenvoorzieningen) welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde met groenvoorzieningen worden beschermd. Om deze elementen te beschermen zijn gelden afwijkende eisen met betrekking tot inrichting en beheren ervan. Telecommunicatiewet Deze wet stelt dat de boomeigenaren verschillende noodzakelijke werkzaamheden aan kabels en leidingen moeten gedogen. Ook de aanleg van kabels moet worden gedoogd behoudens ieders recht op schadevergoeding. Bij aanleg van nieuwe kabels stelt de gemeente als voorwaarde, dat wortels van bestaande bomen worden gespaard door toepassing van boortechniek. Nota Belvedère Belvedère is een initiatief van vier ministeries: VROM, OCW, LNV en V&W. Hun streven om cultuurhistorie meer te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen staat verwoord in de Nota Belvedère. Deze nota is in november 1999 in de Tweede Kamer besproken. Met de nota Belvedère pleiten de vier ministeries voor een respectvolle omgang met cultuurhistorische waarden binnen ruimtelijke ontwikkelingen. Niet door een veto uit te spreken over veranderingen, ook niet door het verleden onder te schoffelen, maar door te zoeken naar wederzijds profijt. De strategie die hierbij past is die van 'behoud door ontwikkeling'. In deze nieuwe ontwikkelingsgerichte strategie vormt de cultuurhistorie uitgangspunt voor ruimtelijke planvormingsprocessen. Met een tweeledig doel: verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en behoud van het cultuurhistorisch erfgoed. (Bron: http://www.Belvedère.nu/)
1.1.3 Provinciaal beleid en wetgeving streekplan Brabant in Balans In het streekplan van de provincie Noord-Brabant, en de daarvoor opgesteld cultuurhistorische waardenkaart, zijn waardevolle groenstructuren aangeduid. Binnen de gemeente Woensdrecht komen vooral rondom de kernen en op de grens van de steilrand naar het polderlandschap vele cultuurhistorisch waardevolle groenstructuren voor. Naast de cultuurhistorische waardenkaart bestaat ook de kaart ‘’Ruimtelijke hoofdstructuur’’, waarin groene- en agrarische hoofdstructuren worden onderscheiden. De groene hoofdstructuur (GHS) is gericht op ruimtelijke veiligstelling van belangrijke ecosystemen in de provincie Brabant. De GHS kan worden beschouwd als het ruimtelijke beleidsspoor van het rijk dat moet leiden tot de verwezenlijking van de Ecologische hoofdstructuur (EHS). De GHS omvat echter niet alleen de gebieden die tot de EHS behoren, maar ook andere gebieden die een belangrijke rol vervullen in het functioneren van de ecologische systemen binnen de provincie Brabant. Het grootste gedeelte van de gemeente valt binnen de GHS. De provincie stimuleert de ontwikkeling van een ecologische verbinding tussen de GHS gebieden binnen de gemeente Woensdrecht en de noordelijke GHS gebieden, rondom Bergen op Zoom. In de agrarische hoofdstructuur (AHS) staat de versterking van de landbouw voorop. Binnen de gemeente Woensdrecht vallen grote delen van het polderlandschap- en ontginningsgebieden binnen de GHS en AHS. 133
1. 2
D I JK V A N E E N L A N D S C H AP
Dijk van een landschap is een uitwerking van het regionale ontwikkelingsperspectief van het polderlandschap uit BrabantWest 1993. In het plan wordt ingezet op het stimuleren van de landschappelijke en ecologische betekenis van het dijklandschap in West Brabant en de daar aanwezige mogelijkheden voor extensieve recreatie. 1. 3
GEMEENTELIJKE BELEID
StructuurvisiePlus 2001 Deze visie is door de gemeenteraad vastgesteld op 20 december 2001 en gaat in op de ruimtelijke ontwikkelingen in de periode 2000-2015. Versterken sociaal-economische vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente is het belangrijkste doel van deze visie. Groen-blauw-gele kanskaart (StructuurVisiePlus)
Bestemmingsplannen Bestemmingsplannen geven voorschriften, betreffende de bestemming van bepaalde terreinen en zijn bij de ontwikkeling van dit groenbeleidsplan zijdelings geraadpleegd. De gemeente heeft diverse bestemmingsplannen beschikbaar. Zo zijn er plannen voor de bebouwde kommen en voor het buitengebied. De plannen hebben allemaal een verschillende status.
Natuur en landschap natuurgebied-bos
natuurgebied-polder multifunctioneel bos
Nota Visie Buitengebied Dit integrale beleid voor het buitengebied van de toenmalige gemeenten Huijbergen, Ossendrecht, Putte en Woensdrecht is vastgesteld in augustus 1996 door de vier gemeenteraden. Het plan geeft een landschapsvisie voor zeven deelgebieden met een daarop afgestemde uitvoeringsparagraaf. Overig beleid Agrarisch landschapsbeheer Brabantse Delta e.o. In opdracht van de Zuidelijke Land en Tuinbouworganisatie (ZLTO) is het plan Agrarisch landschapsbeheer Brabantse Delta e.o. opgesteld. Dit is een gezamenlijke subsidieverordening voor Agrarisch landschapsbeheer in de 7 gemeenten van de Brabantse Delta. In dit plan zijn uitgangspunten uit de plannen: StructuurvisiePlus, Nota Visie Buitengebied en het gebiedsplan Brabantse Delta samengevat.
het Markiezaat ecologische verbinding (nationaal niveau) ecologische verbinding (regionaal niveau) beken met ecologische functie (lokaal niveau)
Waterhuishouding oppervlaktewater
diepe kwel infiltratie beken met ecologische functie zoekgebied waterretentie, waterwingebied en dagrecreatie beekdalontwikkeling met waterretentie
Landbouw en recreatie primair agrarisch gebied kleinschalig agrarisch gebied en dorpsrandzones potentiële dagrecreatie
Steilrand Brabantse Wal bijzondere uitzichten
134
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
2 B IJLAGE
FINANCIELE
VERANTWOORDING
135
136
112.363,46 16.462,75
€ €
110.172,04 15.982,65
A A
B B
C C
€ €
8.626,71 20.277,86
€ €
8.519,80 20.476,70
A A A A A A A
B B B B B B B
C C C C C C C
€ € € € € € €
9.523,91 1.280,87 123.632,40 10.483,40 10.750,20 10.750,20 7.704,30
€ € € € € € €
10.064,60 1.332,72 123.632,40 10.483,40 10.750,20 10.750,20 7.704,30
A A A A A A A A A
B B B B B B B B B
C C C C C C C C C
€ € € € € € € € €
572,92 87.456,26 70.645,59 71.750,67 69.327,21 75.104,83 64.481,60 5.846,59 26.148,50
€ € € € € € € € €
561,60 86.583,07 70.554,18 65.101,28 74.727,61 81.682,12 25.437,70 5.846,59 5.036,90
A A A A A A A A A A A A A
B B B B B B B B B B B B B
C C C C C C C C C C C C C
€ € € € € € € € € € € € €
35.632,20 7.007,79 27.756,60 5.789,42 20.387,97 4.411,10 29.646,81 1.082,62 17.500,67 11.893,62 900,62 232.509,60 110.934,88
€ € € € € € € € € € € € €
36.297,79 7.301,13 27.756,60 5.748,82 17.323,13 3.238,53 28.379,57 1.082,62 17.500,98 900,62 187.580,15 97.276,43
A A A A A A
B B B B B B
C C C C C C
€ € € €
39.889,85 771,36 630,50 16.038,00
€ € € €
35.563,85 771,36 2.467,22 16.038,00
1.000.513,87
161.540,68
Totaal kosten 2010 excl. B.T.W. Euro
€ €
€
1.361.875,40
€
1.226.528,45
staartkosten: uitvoeringskosten staartkosten: algemene kosten staartkosten: winst en risico
€ € €
68.093,77 68.093,77 68.093,77
€ € €
61.326,42 61.326,42 61.326,42
Totaal excl. B.T.W.
€
1.566.156,71
€
1.410.507,71
€ 5% 5% 5%
Totaalkosten 2007 excl. B.T.W. Euro
Extensief C C
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
€
Standaard B B
ZWERFAFVALBEHEERSING - ZWERFAFVALBEHEERSING BEPLANTING - ZWERFAFVALBEHEERSING GRASVELD BLAD EN NATUURLIJK VUILBEHEERSING - BLAD EN NATUURLIJK VUILBEHEERSING BEPLANTING - BLAD EN NATUURLIJK VUILBEHEERSING GRASVELD BOMEN - (BOOM)SPIEGEL IN GRAS - BOOMSPIEGEL IN VERHARDING - BOMEN, ONDERHOUDSSNOEI - BOMEN BEGELEIDINGSSNOEI - BOMEN JONGER DAN 5 JAAR - VORMBOMEN - LEIBOMEN BEPLANTINGEN - GEMENGD LOOF EN NAALDBOS - BOSPLANTSOEN - BODEMBEDEKKENDE HEESTERS - SIERHEESTERS/BOT. ROZEN - BLOKHAGEN - HAGEN - WISSELPERKEN - PLANTENBAKKEN - VASTE PLANTEN GRASACHTIGEN - GRAS <500 M2 - GRAS 500-1000 M2 - GRAS 1000 - 2000 M2 - GRAS >2000 M2 - ECOLOGISCHE BERM - BERM - BERM INCL. 1 METERSTROOK - BERM 1XPJ MAAIEN OP REGIE - HALF INT. BEH. GRAS 4X - HALF INT. INCL. RUIMEN - DIERENWEIDE - SPORTVELD: WEDSTRIJDVELD - SPORTVELD:TRAININGSVELD OVERIGE - WATERLOPEN. - WATERLOPEN OP REGIE - BRAAKLIGGEND TERREIN - HONDENUITLAATSTROOK. - IN GEBRUIK BIJ DERDEN - GEBOUWDE ZAKEN
€
Intensief/ begraafplaatsen A A
199.820,85
Gemeente Woensdrecht Totaalprijs per beheertype per jaar Prijspeil 2007 Vergelijk kosten bestekshoeveelheden 2007 en 2010
3 B IJLAGE H ANDVATTEN VOOR DE R EALISATIE VAN ECOLOGISCHE VERBINDINGEN
137
1
Naam beek: Calvense bosloop (Op gemeentelijk niveau aangewezen als beek met ecologische functie) Onderdeel beek Doelsoorten Maatregelen: Bovenloop waterspitsmuis, Vertragen waterafvoer of water langer vasthouden d.m.v. hermeandering Zwak reliëf franjestaart en stuwen. Vermindering eutrofiering. Bosrijk Struiken, bosranden, solitaire bomen in buurt van water Midden- en ijsvogel, dodaars, Herstel van natuurlijk afvoerpatroon. Vermindering eutrofiering. Benedenloop watervleermuis, Herstellen van natuurlijke en onbeschoeide oevers, daardoor rijkere Zowel open als bosrijk franjestaart, soortendiversiteit Breed patroon waterspitsmuis Steile oevers, ondiepe wateren, struiken meandering Naam beek: Heiloop (Op gemeentelijk niveau aangewezen als beek met ecologische functie. De bovenloop is op provinciaal niveau aangewezen als nat kralensnoer). Onderdeel beek Doelsoorten: Maatregelen: Bovenloop alpenwatersalamander Herstellen van meanders en oorspronkelijke dimensies. Vermindering Zwak reliëf van eutrofiering van omliggende akkers en weilanden. Stopzetten van Bosrijk ongezuiverde lozingen en het verwijderen van de dikke organische sliblaag. Bos, houtwallen, poelen Herstellen natuurlijk afvoerpatroon, voorkomen van verdroging. Midden- en bosvleermuis, Het vasthouden van water en het vertragen van de afvoer vanuit het Benedenloop franjestaart, gebied. Door de meandering te bevorderen en het herstellen van Zowel open als bosrijk oeverzwaluw bloedrode oorspronkelijke dimensies. Loof- en gemengde bossen, bosranden, Breed patroon heidelibel solitaire bomen in buurt van water, steile oevers aan beken. meandering
2
3
Naam kreek: De Sjammer (Op provinciaal niveau aangewezen als moeraszone) Onderdeel beek: Doelsoorten: Maatregelen: Kreek dodaars, visdief, Het Markiezaatmeer heeft een voorbeeldfunctie voor de inrichting. Kenmerken: oeverzwaluw, geoorde Instellen van natuurlijk peilregime en het herstellen van een goede Open water fuut, ruige dominantieverhouding tussen verschillende vissoorten door selectieve Moeraszone dwergvleermuis, visvangst. Het ontgraven van poelen die als stapstenen gaan fungeren kamsalamander (min. opp. 0.5ha). Riet of zeggevegetatie, moerassen, kreken, zoetwaterplassen, schaarse begroeiing, steile oevers aan beken, ondiepe stilstaande wateren met matig hoge oevervegetatie, houtwallen Moeraszone rietzanger, Oeverzone met riet, riviertjes, sloten, struweel, zeggenpollen, Riet begroeiing waterspitsmuis, groene Grens van land en kikker water
4
Naam beek: Schipperskil, Burgerwatergang, Vossenloop Onderdeel beek: Doelsoorten: Maatregelen: Bovenloop waterspitsmuis, Herstellen natuurlijk afvoerpatroon. Herstellen meanders en Zwak reliëf kamsalamander oorspronkelijke dimensies. Verminderen eutrofiering van omliggende Bosrijk weilanden en akkers en het verminderen van ongezuiverde lozingen. Stilstaand water, gedeeltelijk beschaduwd, watervegetatie, struiken Midden- en waterspitsmuis, ijsvogel, Water vasthouden en vertragen. De meandering bevorderen en Benedenloop bosvleermuis herstellen. Riviertjes, sloten, steile oevers, ondiepe wateren, bomen Zowel open als bosrijk Breed patroon meandering
138
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
5
Onderdeel beek: Bovenloop Zwak reliëf Bosrijk
Midden- en Benedenloop Zowel open als bosrijk Breed patroon meandering
Naam beken: Boskeelenloop en Heidepolderloop (komt uit in de Puttoorkreek) Doelsoorten: Maatregelen: alpenwatersalamander Natuurlijk afvoerpatroon herstellen en het voorkomen van verdroging in het stroomgebied. Het herstellen van meanders. De vervuilde toestand verbeteren door het verminderen van bemesting van omliggende akkers en weilanden. Het verminderen van ongezuiverde lozingen en het verwijderen van een eventueel organische sliblaag. Sterk beschaduwde poelen, bos, houtwallen, beekdalen bosvleermuis, Steile oevers aan beken, op korte afstand zoet water, bosranden, open franjestaart, parklandschap, solitaire bomen in de buurt van water, loof- en oeverzwaluw, gemengde bossen, parkachtig landschap bosvleermuis
6
Onderdeel sloot: Weelderige begroeiing Smal Lijnvormig
Doelsoorten: dodaars, rugstreeppad, alpenwatersalamander, pijlstaart, kamsalamander
7
Onderdeel beek Kreek Open water Moeraszone
Doelsoorten: dodaars, visdief, oeverzwaluw, geoorde fuut, ruige dwergvleermuis
Calvense kreek Maatregelen: Het herstellen van een verlandde situatie.. Bij eutrofiëring kan het watersysteem worden verbeterd door bemesting van aanliggende percelen te verminder. Riet of zeggevegetatie, moerassen, kreken, ondiepe onbegroeide plassen met een vrij hoge pH, bos, houtwallen, poelen, open landschap, lage dichte vegetatie, stilstaand water gedeeltelijk beschaduwd, watervegetatie. Naam kreek: De Puttoorkreek Maatregelen: Het Markiezaatmeer heeft een voorbeeldfunctie voor de inrichting. Instellen van natuurlijk peilregime en het herstellen van een goede dominantieverhouding tussen verschillende vissoorten. Riet of zeggevegetatie, moerassen, kreken, zoetwaterplassen, schaarse begroeiing, steile oevers aan beken, ondiepe stilstaande wateren met matig hoge oevervegetatie.
8
Onderdeel beek: Grasland Struweel Bossen
Diverse beken (Beken die op provinciaal niveau zijn aangegeven als Nat kralensnoer) Doelsoorten: Maatregelen: kamsalamander, De vervuilde toestand verbeteren door het verminderen van bemesting boomkikker, groene van omliggende akkers en weilanden. Het ontgraven van poelen die als kikker, bont dikkopje, stapstenen kunnen fungeren (min. opp. 0.5ha). Houtwallen, loofbosjes libellen en overgangen naar weiland. 9
kenmerken Grasland Bomenrijen Kleinschalige bosjes
Doelsoorten: kamsalamander, boomkikker, groene kikker, bont dikkopje, libellen
kenmerken Kwel open weilanden poelen
Doelsoorten: Alpenwatersalamander, Teer vederkruid, Bronkruid, Goudveil,
10
Zone randweg Hoogerheide Maatregelen: Mitigerende maatregelen nabij de randweg ontwikkelen. Het ontgraven van poelen. Gras extensief beheren. Ontwikkelen van enkele moerasachtige graszones, die samen met de poelen als stapstenen voor amfibieën kunnen dienen.
Kwelzone aan de voet van de Brabantse Wal Maatregelen: Kwelwater vasthouden, door poelen te ontwikkelen, die dienen als stapstenen voor amfibieën en hermeandering van beken te realiseren. Ontwikkelen van moerasgebieden, struweel en nat grasland.
139
4 B IJLAGE : K AART WAARDEVOLLE BOMEN
140
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
141
5 B IJLAGE B OOMBESCHERMINGS M AATREGELEN
142
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
143
6 B IJLAGE R IJKSMONUMENTALE BOMEN boomsoort Castanea sativa
karakter groep 15-20
hoogte
omtrek
Aesculus hippocastanum
groep 2-5
8
diverse soorten
park
0
0 monumentaal
Tilia europaeu
rij enkel 3-20
8
Fagus sylvatica
park
25
20
inv. reden 400 monumentaal
plantjaar 1830-1840
conditie matig
beschadigd ja
eigendom natuurbe-schermings-organisatie
goed
nee
gemeente
1840-1850
goed
nee
natuurbe-schermings-organisatie
155 monumentaal
1900-1910
redelijk
nee
particulieren
390 monumentaal
1870-1880
matig
nee
gemeente
240 cultuurhistorisch 1920-1930
Quercus robur
solitair
25
345 monumentaal
1870-1880
redelijk
nee
gemeente
Castanea sativa
solitair
22
354 monumentaal
1860-1870
redelijk
nee
gemeente
Fagus sylvatica 'Atropunicea'
groep 2-5
25
300 monumentaal
1900-1910
goed
nee
publ.recht.org.
Aesculus hippocastanum
groep 2-5
22
360 monumentaal
1880-1890
goed
nee
particulieren
144
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
145
7 B IJLAGE
REGELGEVING
KAPBELEID
146
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter, zijnde een stamomvang van 31,4 centimeter, op 1.30 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede/stamomvang van de dikste stam. In het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht kunnen voorschriften gesteld en maatregelen genomen worden voor houtopstand met een stam kleiner dan 10 centimeter dwarsdoorsnede/31,4 centimeter stamomvang op 1.30 meter boven het maaiveld; b. houtopstand: een of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint) begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen; c. hakhout: een of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen; d. knotten: het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud; e. kandelaberen: het tot op de hoofdtakken inkorten van houtopstand; f. dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand; g. bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, vijfde lid, van de Boswet; h. bosbeheersplan: een door een boseigenaar overgelegd plan, opgesteld door een door het Bosschap erkend bosbouwbedrijf, waarin is omschreven hoe het beheer gevoerd wordt ter behoud, herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige houtopstand; i. iepziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi (Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C. Moreau); j. iepenspintkever: het insekt, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus multistratus (Marsch) en Scolytus pygmaeus. k. bosplantsoen : beplanting met een oppervlakte van minimaal 250 m2 en een breedte van minimaal 5.00 meter, bestaande uit inheemse of reguliere bomen en struiken; l. boomwaarde : wijze waarop de waarde van bomen wordt bepaald, te weten “Methode Raad”. m. Methode Raad: De waarde van bomen wordt bepaald door het product van de volgende factoren: - de geïndexeerde eenheidsprijs (per cm² stamoppervlakte op 1.30 meter boven het maaiveld); - de standplaatsfactor; - de plantwijzefactor; 147
- de afschrijvingsfactor; - de onderhoudsindicatie; - conditie; - herplantindicatie; n. bomenlijst : de door het college meest recente vastgestelde “Lijst waardevolle bomen gemeente Woensdrecht”. Het betreft waardevolle bomen van particulieren en bedrijven. o. Kaart met uitsluitingen: de door het college meest recente vastgestelde “Kaart met beschermde groenelementen gemeente Woensdrecht”. Het betreft beschermde groenelementen van gemeente, particulieren en bedrijven. p. Boombeleidsplan: Het rapport met de uitwerking van het boombeleid. q. Conifeer: Met conifeer worden de gecultiveerde soorten bedoeld, het gaat om de schubbladigen en de niet naalddragende, een boom of struik uit de geslachten Chamaecyparis en Cupressus , Thuja. r. Boomwaarderingsformulier: Onderdeel van het boombeleidsplan, het is een formulier waarmee een houtopstand kan worden gewaardeerd middels objectieve beoordelingscriteria. s. Monumentale Bomen van Nederland van de Bomenstichting; Een lijst opgesteld door de bomenstichting, eigenaren van bijzondere bomen kunnen aan de bomenstichting vragen of hun houtopstand op de monumentale bomenlijst mogen worden geplaatst. t. Bos: houtopstand die een zelfstandige eenheid vormt die: ofwel een grotere oppervlakte beslaat dan 10 are; ofwel bestaat uit rijbeplanting van meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen; 2. In deze verordening wordt onder het vellen mede
verstaan rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
Artikel 2 Kapverbod 1. Het is verboden zonder vergunning van college houtopstand te vellen of te doen vellen, te kandelaberen of te doen kandelaberen, wanneer deze houtopstand voorkomt op de bomenlijst, de kaart met uitsluitingen, voldoet aan de omschrijving “bos” en/of voorkomt op de lijst van de Monumentale Bomen van Nederland van de Bomenstichting. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving of last van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 13;
148
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
3. Het college kan toestemming geven tot direct vellen, indien er sprake is van grote gevaarzetting of van vergelijkend spoedeisend belang. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod in uitgesloten gebieden, aangegeven op de kaart met uitsluitingen, geldt niet voor: a. coniferen, populieren, berken, wilgen tenzij deze zijn geknot; b. fruitbomen, en windschermen om boomgaarden; c. fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; d. kweekgoed; 1. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor op een houtopstand, aangeplant en geregistreerd als "vrij groen" in het kader van een gemeentelijk erfbeplantingsproject of het project "Dijk van een Landschap", met inachtneming van een minimale instandhoudingstermijn van 10 jaar, mits: -
het voornemen tot het vellen van de houtopstand bij het college is gemeld;
-
het college binnen twee weken na de dag waarop de melding is ontvangen een schriftelijke bevestiging van het vergunningvrij zijn van de houtopstand hebben afgegeven;
Artikel 3 Aanvraag vergunning 1. De vergunning moet schriftelijk gemotiveerd met
gebruikmaking van een daarvoor bedoeld en door het college vastgesteld aanvraagformulier en onder bijvoeging van een situatieschets worden aangevraagd. De aanvraag dient te geschieden door of namens en onder overlegging van een schriftelijke machtiging van degene, die krachtens zakelijk recht, of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid, gerechtigd is over de houtopstand te beschikken. 2. Wanneer door de teammanager van de Dienst
Regelingen (LASER) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan het college een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet beschouwt het college dit afschrift mede als een vergunningaanvraag. Artikel 4 Onderhoud conform bosbeheersplan 1. Het college kan besluiten tot vaststelling van een bosbeheersplan. 2. In een bosbeheersplan dienen duidelijk de beheersmaatregelen te worden omschreven, voor wat betreft het kappen, dunnen en herplant danwel aanplant van houtopstand, die uitgevoerd zullen worden over een periode van minimaal tien jaren ter instandhouding, herstel of ontwikkeling van het bosgebied.
149
3. Na vaststelling van het bosbeheersplan door het college kan de in lid 2 genoemde beheersmaatregelen vergunningvrij worden uitgevoerd. 4. Een bosbeheersplan kan uitsluitend worden vastgesteld ten behoeve van beheersmaatregelen uit te voeren op gronden welke conform het vigerende bestemmingsplan worden aangeduid als bosgebied met de bestemming recreatiedoeleinden, en/of aangewezen is als “Natura 2000 gebied”. 5. Vaststelling van een bosbeheersplan kan worden geweigerd indien: a. dit door een ander dan de in het kadaster opgenomen eigenaar ter vaststelling wordt voorgelegd; b. dit niet is gericht op instandhouding danwel herstel danwel ontwikkeling van het bosgebied. Artikel 5 Vergunning ex lege De vergunning wordt geacht te zijn verleend, indien behoudens het bepaalde in artikel 14 - geen beslissing is genomen binnen acht weken na indiening van de aanvraag. Het college kan deze termijn met maximaal acht weken verlengen. Artikel 6 Weigering/voorwaardelijke vergunning 1. Het college kan de vergunning weigeren dan wel onder voorschriften verlenen in het belang van onder meer: • Waardering van de houtopstand op basis van de toetsingscriteria vermeld in het boombeleidsplan: Boomsoort o Duurzaamheid o Boomgrootte o Imheemse soort o Dendrologische waarde Stamdiameter Levensverwachting Groeivorm Ruimtelijke betekenis o Schaarste o Zichtbaarheid Cultuurhistorische betekenis Flora- en Faunawet; Natuurbeschermingswet; Vogel- en Habitatrichtlijn. 2. Het college kan de vergunning weigeren doch onder strikte voorschriften toestemming verlenen om de houtopstand te verplanten mits het verplanten vakkundig wordt uitgevoerd. 3. Het college kan de vergunning weigeren doch indien er sprake is van dringende belangen de vergunning verlenen onder het voorschrift dat gecompenseerd wordt volgens een door de aanvrager te overleggen en door het college goed te keuren compensatieplan. 150
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Artikel 7 Criteria waardevolle bomen 1. Bij de beslissing omtrent plaatsing van een houtopstand op de bomenlijst of op de kaart van uitsluitingen wordt het boomwaarderingsformulier zoals weergeven in het boombeleidsplan gehanteerd. 2. De waarde per onderdeel dient te zijn vermenigvuldigd met de wegingsfactor. 3. Indien de waarde van het compleet ingevulde boomwaarderingsformulier gelijk is aan of meer is dan 40 punten is de houtopstand waardevol en beschermd. Artikel 8 Waardevolle bomenlijst. 1. Voor een houtopstand voorkomende op de bomenlijst wordt geen kapvergunning verleend, tenzij er sprake is van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang van openbare orde of veiligheid. 2. Het college is bevoegd de bomenlijst en de kaart met uitsluitingen te beheren en actualiseren. 3. De bomenlijst omvat in ieder geval voor iedere boom een aanduiding van de standplaats/locatie, de boomsoort, foto, de waarde volgens Methode Raad, de beoordelingspunten en de waardering in punten. 4. De eigenaar van een houtopstand die op de bomenlijst en of de kaart met uitsluitingen staat, is verplicht schriftelijk aan het college mededeling te doen van: - het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand anders dan door velling op grond van een verleende vergunning. De mededeling dient te geschieden binnen 10 dagen na het geheel of gedeeltelijk tenietgaan; - de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan als gevolg van welke oorzaak dan ook. De mededeling dient te geschieden onmiddellijk zodra sprake is van dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan. 1. Indien er werkzaamheden gepland staan binnen de kroonprojectie van een houtopstand zijn de boombeschermingsmaatregelen zoals vermeld in het boombeleidsplan van toepassing. Artikel 9 Vergunningsvoorschriften 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift van feitelijk niet-gebruik tot het moment dat: a. de bezwaar- of beroepstermijn voor derden is verstreken zonder dat er bezwaar of beroep is ingediend; b. beslist is op een verzoek om een voorlopige voorziening; 151
c. beslist is op het ingesteld bezwaar of beroep. 2. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de het college te geven aanwijzingen moet worden herplant. Wordt een herplantvoorschrift gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren aanwijzingen ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna. Artikel 10 Vervaltermijn vergunning Een verleende kapvergunning vervalt indien daarvan niet binnen één jaar gebruik is gemaakt. Artikel 11 Financiële compensatie /instandhoudingsplicht 1. Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld (anders dan bij wijze van dunning) dan wel op andere wijze teniet is gegaan, zal het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om de geldelijke waarde van de houtopstand volgens methode Raad te vergoeden. 2. De financiële compensatie wordt gestort in het gemeentelijk bomenfonds. Het bomenfonds wordt gebruikt voor de aanplant van nieuwe houtopstand. 3. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald op welke wijze en binnen welke termijn de vergoeding dient te worden voldaan. 4. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen binnen een door het college te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 12 Schadevergoeding
152
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende door de toepassing van artikel 2 of artikel 9 schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen en waarvan de vergoeding niet anderszins is verzekerd, kennen burgemeester en wethouders hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Artikel 13 Bestrijding van iepziekte 1. Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn: a. indien de iepen in de grond staan, deze te vellen; b. de iepen te ontbasten en de bast te vernietigen; c. de niet ontbaste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen. 2. a. Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren; b. het verbod is niet van toepassing op geheel ontbast iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter; c. burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het onder a. van dit lid gestelde verbod. Artikel 14 Verhouding tussen kap- en bouw- of aanlegvergunning 1. Het college stemt de procedures betreffende kapvergunning en aanleg- en bouwvergunning in het ontwerpstadium op elkaar af. 2. De aanvraag om kapvergunning kan worden aangehouden op de enkele grond dat de bouw- of aanlegplannen nog niet definitief zijn. 3. Nadat voor een perceel een bouw- of aanlegvergunning is verleend, kan een kapvergunning aan rechthebbende aanvrager worden geweigerd, indien de aanvrager niet, of niet tijdig, of niet volledig aan het college de aanwezigheid op het perceel heeft gemeld van een houtopstand die voorkomt op de bomenlijst, de kaart met uitsluitingen, voldoet aan de omschrijving “bos” en/of voorkomt op de lijst van de Monumentale Bomen van Nederland van de Bomenstichting.
153
8 B IJLAGE WAARDEVOLLE BOMENLIJST
154
GROENBELEIDSPLAN GEMEENTE WOENSDRECHT
Woonplaats Hoogerheide
Adres
Huisnummer
Positie omschrijving
Nederlandse naam
WaarderingWaarde methode raad
Doelstraat
11
Voor in tuin
Zomereik
47
€ 2.862,00
Ossendrechtseweg
40
Voortuin
Zomereik
43
€ 23.363,00
Doelstraat
11
Voor in tuin
Zomereik
47
€ 4.319,00
J. van der Heijdenstraat
14
Achterwerkplaats
Kleinbladige linde
53
€ 17.523,00
Oude Stee
1
Voortuin
Kleinbladige linde
46
€ 26.284,00
Raadhuisstraat
56
Achtertuin
Plataan
60
€ 17.523,00
Raadhuisstraat
132
Parkeerplaats
Taxus
61
€ 28.620,00
Fokkerlaan
7
Voortuin
Zomereik
47
€ 9.461,00
Oude stee
1
Voortuin
Tamme kastanje
49
€ 23.720,00
Prins Hendrikstraat
21
Beuken in achtertuin 5 stuks
Groene beuk
46
€ 17.523,00
Prins Hendrikstraat
21
Beuken in achtertuin 5 stuks
Groene beuk
46
€ 17.523,00
Prins Hendrikstraat
21
Beuken in achtertuin 5 stuks
Groene beuk
46
€ 17.523,00
Prins Hendrikstraat
21
Beuken in achtertuin 5 stuks
Groene beuk
46
€ 17.523,00
Putseweg
27
Voortuin
Kleinbladige linde
42
€ 14.785,00
Prins Hendrikstraat
21
Beuken in achtertuin 5 stuks
Groene beuk
46
€ 17.523,00
155
Woonplaats
Huisnummer
Positie omschrijving
Nederlandse naam
Putseweg
Adres
31
Achtertuin
Zomereik
WaarderingWaarde methode raad 40
€ 9.870,00
Ossendrechtseweg
40
Voortuin
Groene beuk
46
€ 23.363,00
Meulenblok
0
Op parkeerplaats
Zomereik
59
€ 16.882,00
Doelstraat
11
Voor in tuin
Zomereik
47
€ 6.077,00
Ossendrechtseweg
38
Voortuin
Groene beuk
50
€ 16.882,00
Ossendrechtseweg
38
Voortuin
Zomereik
44
€ 16.882,00
Ossendrechtseweg
38
Voortuin
Groene beuk
47
€ 16.882,00
Ossendrechtseweg
38
Voortuin
Groene beuk
44
€ 16.882,00
Doelstraat
11
Voor in tuin
Zomereik
47
€ 5.384,00
Ossendrechtseweg
38
Voortuin
Zomereik
44
€ 16.882,00
Staartsestraat
29
Tusen 29 en 33
Zomereik
51
€ 26.356,00
Staartsestraat
37
voor tuin
Zomereik
42
€ 14.785,00
Staartsestraat
37
voor tuin
Zomereik
42
€ 14.785,00
Staartsestraat
37
voor tuin
Kleinbladige linde
39
€ 14.785,00
Staartsestraat
4
In achter tuin
Groene beuk
62
€ 36.505,00
Staartsestraat
37
voor tuin
Kleinbladige linde
42
€ 14.785,00
Vijverstraat
1
Voor tuin
Zomereik
42
€ 21.102,00
Staartsestraat
39
Voor tuin
Valse acacia
43
€ 16.428,00
Hollandseweg
14
Achter woning
Groene beuk
50
€ 21.102,00
Staartsestraat
4
Achter tuin
Plataan
45
€ 23.363,00
Boomstraat
24
Achtertuin in verharding.
Walnoot
58
€ 26.377,00
Westerstraat
57
Naast de woning
Zomereik
52
€ 12.338,00
Boomstraat
32
Naast cafe
Plataan
62
€ 29.204,00
Huijbergen
156 G R O E N B E L E I D S P L A N G E M E E N T E W O E N S D R E C H T
Hollandseweg
21a
Achter woning
Groene beuk
62
€ 29.204,00
Westerstraat
22
aan de Wilhelminastraat
Groene beuk
41
€ 8.410,10
Westerstraat
22
Wilhelminastraat
Groene beuk
41
€ 8.410,00
Staartsestraat
4
Achter tuin
Plataan
45
€ 23.363,00
Staartsestraat
4
Achter tuin
Plataan
48
€ 23.363,00
Westerstraat
22
Wilhelminastraat
Groene beuk
Buurtweg
1
Achter de woning in tuin
Groene beuk
41 62
€ 39.919,00
Westerstraat
55
Naast oprit
Zomereik
44
€ 13.142,00
W.H Bollaertstraat
3
Voor in de tuin
Zomereik
42
€ 12.338,00
Staartsestraat
16a/b
Naast Kapel
Rode beuk (zaailing)
45
€ 15.336,00
Aanwas
29
2e boom van rechts
Zilverlinde (varieteit)
51
€ 9.870,00
Looipad
14
In achtertuin
Moeraseik
43
€ 9.870,00
Kerkstraat
70
In achtertuin (kerkpaadje)
Gewone esdoorn
45
€ 13.142,00
Leemberg
12
Voortuin
Kleinbladige linde
52
€ 26.356,00
Aanwas
29
1e boom van rechts
Zilverlinde (varieteit)
51
€ 9.870,00
Dorpsstraat
3
Zijkant tuin
Apenboom
42
€ 9.870,00
Burgermeester Voetenstraat
44
Taxus
48
€ 8.410,00
Burgermeester Voetenstraat
44
Taxus
42
€ 8.410,00
Burgermeester Voetenstraat
25a
Voortuin
Rode paardekastanje
62
€ 29.204,00
Burgemeester Voetenstraat
33
Voortuin
Appel variateit
43
€ 12.267,00
Aanwas
28
Voortuin
Rode beuk (zaailing)
41
€ 10.512,00
Slingerstraat
16
Achtertuin
Walnoot
42
€ 9.870,00
€ 8.410,00
Ossendrecht
157
Woonplaats Ossendrecht
Adres
Huisnummer
Positie omschrijving
Nederlandse naam
WaarderingWaarde methode raad
De Kuil
11
Achtertuin tegen kerkpaadje
Zomereik
48
€ 9.870,00
O.L.V. ter Duinenlaan
68
Rode beuk (zaailing)
45
€ 18.992,00
Aanwas
28
Voortuin
Blauwe ceder
46
€ 10.512,00
Aanwas
29
4e boom van rechts
Zilverlinde (varieteit)
51
€ 9.870,00
Aanwas
29
3e boom van rechts
Zilverlinde (varieteit)
51
€ 9.870,00
Koppelstraat
21
Tuin naast woning
Groene beuk
56
€ 11.104,00
Azaleastraat
27
Voor huis
Zomereik
48
€ 23.363,00
Antwerpsestraat
168
Perceel naast Keizerstraat 63 Bomen groepje
Groene beuk
45
€ 8.410,00
Koppelstraat
21
Rechts van woning
Groene beuk
47
€ 26.284,00
Koppelstraat
32
Tegenover parkeerplaats grenswachter nr 32
Zomereik
58
€ 18.992,00
Koppelstraat
21
links van woning
Groene beuk
44
€ 29.204,00
Hogebergdreef
9
Achterwoning Antwerpsestraat 118
Groene beuk
52
€ 23.363,00
Antwerpsestraat
168
Perceel naast Keizerstraat 63 Bomen groepje
Groene beuk
45
€ 8.410,00
Antwerpsestraat
168
Perceel naast Keizerstraat 63 Bomen groepje
Groene beuk
45
€ 8.410,00
Antwerpsestraat
168
Perceel naast Keizerstraat 63 Bomen groepje
Groene beuk
45
€ 8.410,00
Keizerstraat
36
Achterzijde perceel tegen pleintje de dreef
Groene beuk
60
€ 26.284,00
Azaleastraat
27
Voor huis
Zomereik
48
€ 23.363,00
Antwerpsestraat
77
Parkeer plaats
Groene beuk
61
€ 26.356,00
Putte
158 G R O E N B E L E I D S P L A N G E M E E N T E W O E N S D R E C H T
Woonplaats Putte
Adres
Huisnummer
Positie omschrijving
Nederlandse naam
Azaleastraat
27
Voor huis
Zomereik
48
€ 23.363,00
Azaleastraat
27
Voor huis
Zomereik
54
€ 23.363,00
van Niftrikstraat
10
Achterwoning
Tamme kastanje
52
€ 16.428,00
Hogebergdreef
8
Achter in de tuin
Groene beuk
51
€ 26.356,00
De Dreef
21
Achter woonhuis in de tuin
Gewone esdoorn (roodbladig)
49
€ 13.142,00
Achterstraat
6
Tegen grote parkeerplaats
Kleinbladige linde
48
€ 16.428,00
Hogebergdreef
tussen 33-37
Voorzijde perceel
Groene beuk
53
€ 23.720,00
Jordaensstraat
11
Nabij Parkeerplaats, In achtertuin
Rode beuk (zaailing)
43
€ 11.040,00
Antwerpsestraat
59
Achtertuin
Haagbeuk
46
€ 16.428,00
Antwerpsestraat
32
Achter tuin
Rode beuk (zaailing)
46
€ 23.363,00
Antwerpsestraat
32
Amerikaanse eik
50
€ 23.363,00
Antwerpsestraat
32
Taxus
48
€ 31.165,00
Antwerpesestraat
32
Zilveresdoorn (varieteit)
53
€ 23.363,00
Antwerpsestraat
32
Zilveresdoorn
52
€ 23.363,00
Antwerpsestraat
223
Zomereik
47
€ 16.428,00
Antwerpsestraat
168
Perceel naast Keizerstraat 63 Bomen groepje
Groene beuk
45
€ 8.410,00
Pr Bernardstraat
1
In voor tuin
Atlas ceder
45
€ 14.785,00
van Niftrikstraat
6
In de tuin achter woning
Zomereik
44
€ 21.102,00
Hogebergdreef
tussen 33 en 37
Voorzijde perceel tweede boom
Groene beuk
51
€ 23.720,00
Achter tuin
WaarderingWaarde methode raad
159
Woonplaats Putte
Adres
Huisnummer
Positie omschrijving
Nederlandse naam
WaarderingWaarde methode raad
Hogebergdreef
30
Achter in tuin
Groene beuk
13
Achterstraat
Kleinbladige linde (varieteit)
51 45
€ 23.363,00
Jordaensstraat Antwerpsestraat
82
Achtertuin
Zomereik
41
€ 12.338,00
Canadalaan
12
Voortuin
Apenboom
52
€ 11.104,00
Dorpsstraat
5
Voor woning
Zomereik
49
€ 18.992,00
Marktje
29
Achter woning nr 47
Zwarte populier
52
€ 14.056,00
Rijzendeweg
2a
Langs achterpad
Grootbladige linde
46
€ 18.992,00
Rijzendeweg
2a
Langs achterpad
Hulst
42
€ 6.647,00
Dorpsstraat
107
Naast woning
Groene beuk
66
€ 29.204,00
Dorpsstraat
80
Naast woning
Rode beuk (zaailing)
67
€ 27.264,00
Marktje
29
Achter loods
Zomereik
50
€ 12.338,00
Rijzendeweg
15
Naast woning linker boom
Zoete kers
45
€ 6.574,00
Dorpsstraat
80
Naast woning
Rode beuk (zaailing)
67
€ 27.264,00
Tuinstraat
18
Voortuin
Groene beuk
64
€ 29.204,00
Tuinstraat
23
In sloot
Zomereik
50
€ 11.104,00
Dorpsstraat
8
Naast woning
Tamme kastanje
51
€ 12.338,00
Dorpsstraat
8
Achter woning
Walnoot
44
€ 11.104,00
Dorpsstraat
98
Achter woning
Witte paardekastanje
62
€ 26.284,00
Dorpsstraat
8
Achter woning
Walnoot
41
€ 11.104,00
Rijzendeweg
15
Naast woning rechter boom
Zoete kers
42
€ 6.574,00
Tuinstraat
10
Voorzijde perceel
Plataan
47
€ 9.461,00
€ 29.204,00
Woensdrecht
160 G R O E N B E L E I D S P L A N G E M E E N T E W O E N S D R E C H T