Jaarplan 2013/2014 Zwemvereniging “ De Eerste Kolk” GENEMUIDEN
Concept versie 1 9 Mei 2013 Geschreven door: Wim Visscher 1
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10.
Inleiding.........................................................................................................................3 Organisatie……………………………………………………………………………………………………………..4 Middelen en materialen…………………………………………………………………………….…………...5 Leeftijdskenmerken…………………………………………………………………………………………….….7 Trainer (eigen evaluatie)……………………………………………………………………………………….14 Evaluatie seizoen 2012/2013………………………………………………………………………………..16 Doelstellingen……………………………………………………………………………………………………….18 Gedragscode/Trainingsregels…………………………………………………………………….………….20 Communicatieplan………………………………………………………………………………………………..22 Verantwoordelijkheden
2
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk 1. Inleiding Om het training seizoen goed te laten verlopen, een duidelijke opbouw hierin en een (lange termijn) visie hierop te hebben is het verstandig om een jaarplan te maken. Binnen onze vereniging is er in deze vorm nooit een jaarplan aanwezig geweest. Door het maken van dit jaarplan willen wij onze vereniging nog verder professionaliseren en hopen wij in de toekomst onze zwemmers naar een nog hoger niveau te krijgen. In dit jaarplan zal allereerst de prestaties van afgelopen seizoen geëvalueerd worden. Met deze evaluatie kunnen wij onze doelstellingen voor het komende seizoen neerleggen. Vervolgens zullen wij verderop in het draaiboek alle zaken bespreken wat wij gaan ondernemen om deze doelstellingen te behalen. Naast het technische jaarschema zullen ook zaken als trainingsvormen, regels, afspraken, ed. besproken worden.
Er is echter een kritische kanttekening die wij bij dit plan willen maken. Hoewel dit jaarplan vele handvaten geeft voor zwemmers/trainer/kader mag het nooit als een ‘verstikkend’ plan werken. Gaandeweg het seizoen zijn er misschien aanpassingen nodig in het jaarplan en onverwachte omstandigheden kunnen misschien leiden tot individuele aanpassingen binnen de plannen en afspraken die er liggen. Wij hopen in ieder geval met dit jaarplan een sportief en succesvol seizoen tegemoet te gaan. De trainer: Wim Visscher
3
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk 2. Organisatie De zwem- en poloclub DEK is opgericht in het jaar 1973. Er werd toen getraind in het buitenbad in Genemuiden en in de winterperiode in de zwembaden in de regio. Met de bouw van het zwembad “Bestevaer” kreeg de vereniging een thuisbasis voor het gehele seizoen. Na de opening van het zwembad kreeg de ook de waterpolo een kans om te groeien binnen de vereniging. Op dit moment is het een vereniging van ongeveer 250 leden, in de leeftijdsgroep van 5 tot 77 jaar. Wij hebben op maandag de beschikking over het bad vanaf 17:00 uur. Op deze dag zwemmen alle leden in verschillende doelgroepen binnen de vereniging. Op de donderdag en de vrijdag zwemmen de wedstrijdzwemmers en de waterpolo leden nog een extra training. Op dit moment bestaat de wedstrijdgroep uit ongeveer 34 leden die regelmatig aan wedstrijden mee zwemmen. Binnen de vereniging staat plezier in de sport boven de persoonlijke prestaties. Ook al gaat dit goed samen, gezien de prestaties van de afgelopen jaren..
De vereniging wordt geleid door een bestuur bestaande uit zes personen. Binnen het bestuur is er een aanspreekpunt voor zwemzaken. Onze hoofdtrainer coördineert alles op het gebied van de wedstrijdgroep. Wel staat hij bij om begeleiding te geven aan de kader bij de recreatieve groep. Op sommige gebieden is hulp vanuit het bestuur noodzakelijk, al komt de omgekeerde situatie natuurlijk ook voor. De trainer is verantwoordelijk voor de jaarplanning en de invulling van de trainingen bij de wedstrijdgroep.
4
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk 3. Middelen en materialen Omstandigheden Zwembad Het zwembad waar in getraind wordt is Bestevaer te Genemuiden. Dit zwembad is een 25m bad met 5 banen. Er is een wedstrijdbad en een instructiebad, wat tijdens de training beschikbaar is. Het wedstrijdbad heeft een diepte van 1,40m oplopend naar 2.10m. Op dit moment wordt er binnen de vereniging naast zwemtraining ook zwemvaardigheid, damestrimmers en waterpolotrainingen gegeven. De relatie met de exploitant is optimaal, er is ruimte om in overleg te gaan en dingen te veranderen. Voor de training is er geen mogelijkheid tot het opbouwen van het bad, omdat er zwemles is voor de training. Hierdoor zijn meestal de eerste vijf minuten van de training al verloren om het zwembad “klaar te maken”, dit is meestal op te vangen door de zwemmers mee te laten helpen met de kabels en daarna direct te gaan inzwemmen. Verder is er na de training altijd een andere vereniging, waardoor uitloop ook niet mogelijk is. Materiaal De vereniging beschikt over rugcrawlvlaggen die alle trainingen worden opgehangen. Daarnaast zijn er ook wedstrijdlijnen. Bij de trainingen worden altijd wedstrijdlijnen tussen alle banen gelegd. De vereniging heeft pullboys, handpaddles en weerstandgordels in eigen beheer. De plankjes zijn eigendom van het zwembad, maar mogen altijd gebruikt worden. De vereniging heeft eigen zoomers tot hun beschikking. Tevens zijn een aantal flippers in beheer van het zwembad, die de zwemmers ook kunnen gebruiken. De vereniging stelt geen eisen aan de aanschaf van materialen. Wel wordt een zwembril en badmuts (met name voor de meisjes) aangeraden, of een elastiek gebruiken bij lang haar. Trainingen Er zijn 3 uren training voor deze groep zwemmers, verdeeld over meerdere trainingsdagen. De trainingstijden worden later beschreven. Kader Voor deze groep zwemmers is er een trainer beschikbaar, die de cursus “trainer wedstrijdzwemmen 3” doet. Op alle trainingen is er minimaal een trainer aanwezig om training te geven. Bij afwezigheid valt een trainer in met bezit van trainer 2 certificaat.
5
Sporters Motieven Onze vereniging heeft als doelstelling zwemmers zoveel mogelijk plezier in de trainingen en wedstrijden te geven. Het zwaartepunt van de vereniging ligt dus in de breedtesport. Voor elke zwemmer zal het zwaartepunt anders liggen. Als trainer zal je hierop moeten inspelen door extra aandacht en andere uitleg. Bijvoorbeeld dat een zwemmer of zwemster een bepaalde limiet wil halen, terwijl de andere zwemmer of zwemster al genoegen neemt met een verbetering van zijn persoonlijke tijd.
Leeftijd De zwemmers in deze groep zitten allen in de leeftijd van zes tot en met tweeëntwintig, dat wil zeggen de zwemmers in de categorie minioren 1 tot en met senioren. Kenmerken In de gehele groep zwemmers is 65% meisjes en 35% jongens. De kenmerken die horen bij deze leeftijdsgroep zijn worden in hoofdstuk 4 toegelicht. Trainingstijden De vereniging heeft op maandag, donderdag en vrijdag beschikking over het bad. In de tabel hieronder staan de tijden en welke groep er trainen. Dit zijn de trainingen over de gehele vereniging.
Maandag
Donderdag Vrijdag
17:00-17:45 17:45-18:30 18:30-19:15 19:15-20:00 20:00-20-45 20:45-22:00 18:00-19:00 21:00-22:00 18:00-19:00
Sterrenplan Swimkick Zwemvaardigheid Wedstrijdgroep Damestrimmers Waterpolo Wedstrijdgroep Waterpolo Wedstrijdgroep
5 – 7 Jaar 7 - 10 Jaar 10-14 Jaar Alle leeftijden 20 jaar en ouder 13 Jaar en ouder 6-13 Jaar
6
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk 4. Leeftijdskenmerken Het jonge schoolkind Deze fase beslaat een grote periode (6 tot ca. 10 jaar), waarbij we ook weer opmerken dat er veel verschil ligt tussen een jong schoolkind van 6 jaar en een van 10 jaar. We zullen eerst enkele algemene kenmerken noemen, waarna we voor de overzichtelijkheid en ontwikkeling in driefacetten zullen onderverdelen, namelijk de geestelijke, de lichamelijke en de sociale ontwikkeling. Daarna bekijken we het spel van het kind in deze periode en tenslotte noemen we enkele consequenties voor het leidinggeven. Het echte gezinsleven en honkvaste leven van de kleuter neemt niet meer zo'n centrale plaats in. Het jonge schoolkind gaat zich groot voelen, hij zit al op de "grote school" en voelt zich verheven boven dat kleuterachtige gezinsleven. Hij sluit zich aan bij zijn leeftijdsgenoten uit de buurt en van de school en vormt vaak wisselende groepen. Het jonge schoolkind van 6 jaar zit nog niet zo echt in de groep. Dikwijls ziet men in groepen met wat oudere kinderen het jonge kind een beetje aan de rand staan; hij imiteert en doet wat andere kinderen zeggen. Naarmate hij ouder wordt, is hij meer lid van de groep en weet hij wat bij zijn groep hoort. Het kind leeft eigenlijk in twee verschillende gemeenschappen, enerzijds in het gezin, waar hij algemene regels en normen leert, anderzijds in de groep van leeftijdsgenoten, waar hij te maken krijgt met groepsverhoudingen. (Jongens met grote monden, vaak leiders en bedeesde jongens, volgelingen).Bij het maken van een onderscheid in geestelijke, lichamelijke en sociale ontwikkeling moeten we goed bedenken dat zo'n onderscheid geen absolute scheiding is, waar het ene facet zich onafhankelijk van het andere ontwikkelt. Alles grijpt in elkaar. Geestelijke kenmerken Na de veiligheid van het gezin ondervonden te hebben, gaat het kind zich meer naar buiten richten en krijgt hij meer oog voor dingen die niet zo direct en rechtstreeks met zijn eigen "ikje" te maken hebben. Hij wil weten wat de dingen zijn, hoe ze werken, wat je ermee kunt doen. Die dingen moeten echter wel tastbaar aanwezig zijn. Nadenken over dingen die niet aanwezig zijn doet het kind over het algemeen nog niet. Het jonge schoolkind begint dingen te ordenen, dat wil zeggen: hij krijgt besef dat het ene "groter is", "dikker is" dan het andere, enz. Maar echt overeenkomsten zien tussen het een en het ander en onderscheid maken in soorten is nog moeilijk, zeker in het begin van deze leeftijdsfase. Het jonge schoolkind bezit nog een levendige fantasie, maar naarmate hij ouder wordt, verandert die fantasie van karakter. De kleuter speelt niet zozeer een hondje, neen, hij is een hondje. Het jonge schoolkind gaat meer opzettelijk fantaseren, doordat het meer in staat is afstand van de dingen te 7
nemen. Dergelijke kinderen zijn in het uiten van die fantasie nog spontaan, ze gaan er geheel in op. Tenslotte nog iets over het vermogen van het kind om een tijdje ergens mee bezig te zijn. De kleuter heeft een zeer wisselende aandacht, maar het jonge schoolkind is wat meer in staat langer aandacht aan iets te besteden, hij kan zich iets meer concentreren. Alles echter in de sfeer van "het begint te komen". Lichamelijke kenmerken Op ongeveer 7 à 8-jarige leeftijd breekt de fase aan, waarin het kind in een wat rustiger tempo groeit. Deze kinderen maken een harmonische indruk qua lichaamsbouw en bewegingen. Ze blijven zich spontaan bewegen. Ze kunnen bijzonder veel aan. Bij het klimmen, stoeien, spelen enzovoort gaan ze vaak tot het uiterste. Ze bewegen overmatig. Die spontane bewegingsdrang stelt hen weer in staat veel "geoefend" bezig te zijn. Echter niet in de zin dat ze heel bewust een tijd lang ergens voor gaan oefenen. Ze herhalen veel meer de bewegingen omdat ze dat leuk vinden. Dit houdt tevens in dat ze zich niet echt gericht bewegen. Het veel bewegen is belangrijker dan het "zó bewegen"; met name 8 à 9 jarigen leren heel gemakkelijk allerlei bewegingen. Het begin van een betere coördinatie in de bewegingen kondigt zich aan. In vergelijking met de bewegingen van de kleuter worden de bewegingen hier al iets verfijnder, iets gedifferentieerder. Sociale kenmerken De rol die het jonge schoolkind in de groep speelt, is erg afhankelijk van zijn leeftijd. Op 6-jarige leeftijd speelt het op zichzelf betrokken zijn uit de kleuterperiode vaak nog in belangrijke mate door. Pas met het ouder worden ze echt lid van de groep. De veiligheid van het gezin staat nog erg dichtbij. Nieuwe omgevingen moeten eerst vertrouwen wekken. Spel en sport lijken op elkaar. Wat kunnen we nu leren uit die algemene (met nogmaals de nadruk op algemene)ontwikkelingskenmerken? Laten we in dit verband nog iets nader ingaan op het spel van het jonge schoolkind. Het spel Aan het einde van deze periode zien we in het spel van het jonge schoolkind niet alleen meer experimenteren, ordenen en oefenen van de bewegingen, maar we zien nu ook een vergelijken met anderen en experimenteren met een bepaald doel. Het aanvaard worden in de groep, het meetellen in de ogen van anderen wordt voor het kind belangrijk. Bestaande spelvormen, als balspelen, knikkeren, loopspelen en springvormen worden eerst voor zichzelf beoefend en daarna met anderen vergeleken. Het wedijvermoment doet in het spel zijn intrede. Door de wens tot vergelijken ontstaan er in het spel een aantal spelregels die dit vergelijken mogelijk moeten maken. Er worden afspraken gemaakt tot hoever er hard gelopen moet worden, hoeveel maal de bal mag stuiten, hoe er gesprongen moet worden en hoeveel spelers er mogen meedoen. De 8
overgang van kleuterspel naar met meer gereglementeerde spel verloopt vloeiend. De eenvoudigste spelen hebben nog zeer weinig spelregels en laten veel ruimte over om tijdens het spel nog spelregels in te voegen. Naarmate echter het wedstrijdkarakter van het spel toeneemt, wordt ook de reglementering in het spel groter en gaat Een aantal andere factoren meespreken die een goed verloop van het spel moeten waarborgen. Er moet dikwijls al iemand zijn die de leiding op zich neemt. Dat kan een vriendje zijn, een onderwijzer, maar ook de eigenaar van de bal. Het kinderspel blijft echter het karakter dragen van spelen. Winst of verlies zijn wel belangrijk, maar symbolisch; het blijft "maar" spel, het is wel ernstig gemeend, maar geen bittere ernst. Deelneming geschiedt op basis van vrijwilligheid. De spelsfeer moet aanwezig zijn, anders wordt het spel gestopt. Consequenties voor het leidinggeven Uit bovenstaande punten over de ontwikkelingskenmerken van het jonge schoolkind kan een aantal consequenties voor het leiding geven worden getrokken. - Overmaat aan beweging is zinvol voor de ontwikkeling. Die overmatige bewegingsdrang mag dus derhalve niet worden afgeremd. We kunnen als leider juist een goede bijdrage leveren in die ontwikkeling door de kinderen een gevarieerd programma aan te bieden. - Het gevarieerde programma is nodig om nog een andere reden, namelijk de wisselende aandacht. Het jonge schoolkind is niet in staat zich langdurig op één vorm te concentreren. Echt heel bewust nadenken over zaken is nog niet zo goed ontwikkeld, maar het waarnemingsvermogen is al heel goed. Vandaar dat voordoen van bewegingen beter werkt dan uitleggen. Het jonge schoolkind leeft nog sterk "hier en nu". Daarbij speelt de fantasie een belangrijke rol. Dat maakt dat die kinderen in een andere wereld leven dan de volwassenen. De leiding zal moeten aansluiten op die eigen leefwereld van het kind en zal niet zo maar de wereld van de volwassenen op het kind overplaatsen. Sportbeoefening heeft veel kenmerken van de volwassen wereld. Het is onjuist om deze kinderen "volwassen sporteisen" op te leggen zoals: a. Zo wordt die beweging het best (met het beste resultaat!) uitgevoerd. òf b. Zo zijn de regels nu eenmaal, of je het leuk vindt of niet. - Met de beperkte mogelijkheden tot samenspel moet rekening worden gehouden. Echt samenspel in de zin van tactiek mag niet worden geëist. - De wereld van de volwassenen is tevens de toekomst voor het kind. Daar moet het kind geleidelijk naar toe worden gebracht. Het kind wil ook bepaalde dingen leren en heeft daar de mogelijkheden voor. Steeds echter moet de leider/ster hierbij aansluiten op het ontwikkelingsniveau van ieder kind.
9
Het oudere schoolkind: (10 – 13 jaar): Geestelijke kenmerken Het denken is niet meer zo gebonden aan het "hier en nu", het nadenken over bepaalde dingen gaat zijn intrede doen. Het denken wordt logischer, hij kan mogelijkheden (vooruit) overdenken. Lichamelijke kenmerken In deze periode worden de verschillen in groeitempo tussen jongens en meisjes duidelijk. De versnelde lengte-groei treedt bij jongens pas aan het einde van deze periode of aan het begin van de volgende op (gemiddeld op 13-jarige leeftijd), terwijl dit bij meisjes één of zelfs twee jaar eerder het geval zijn. Ook de ontwikkeling van de geslachtskenmerken vindt bij meisjes eerder plaats. De overmaat aan bewegingen neemt steeds meer af. Ze hebben in de periode ervoor heel veel bewegingservaring opgedaan. Dat zet zich voort, maar met het ouder worden gaan ze gerichter bewegen. Het herhalen van bewegingen ligt meer in de sfeer van oefenen (gericht bezig zijn) dan in de periode van het jongere schoolkind, omdat ze het zo leuk vinden. Evenals bij de 8 à 11-jarigen, kunnen de 10 à 11-jarigen heel gemakkelijk allerlei bewegingen aanleren. De coördinatie bij het bewegen wordt beter, maar kan aan het einde van deze periode weer worden verstoord door de versnelde lengtegroei. Sociale kenmerken De groep leeftijdsgenoten is bijzonder belangrijk voor deze kinderen. Het samen iets doen krijgt inhoudt; bij het ouder worden van het oudere schoolkind gaat het meer om wat de groep doet. Het is belangrijk om een rol te spelen in de gemeenschap, om daarin een plaats te hebben. Populair zijn, "in zijn" wordt hoog gewaardeerd. Ook de bewustwording "ik ben ik" en de geldingsdrang beginnen een rol te spelen. Buiten de eigen groep, met zijn eigen vertrouwde regels, voelt het kind zich onzeker. Het spel De ontwikkeling van de hierboven genoemde kenmerken vinden we ook weerspiegeld in het spel van 10 tot 13 tot 14 jaar. Doordat deze kinderen meer nadenken, meer kunnen nadenken, gerichter bezig kunnen zijn, meer bewegingservaring hebben opgedaan en van het op zichzelf betrokken zijn meer oog krijgen voor de ander, verandert het spel van karakter. Het kind beheerst nu een aantal vaardigheden en het vergelijken met anderen wordt nog belangrijker. Hij is bereid om te oefenen en te trainen om bij dat vergelijk 10
een goed figuur te slaan. Er is hier duidelijk sprake van willen winnen en vergelijken van prestaties, maar het is wedijver "hier en nu". Het gericht zijn op een ver verwijderd doel spreekt hen nog niet zo aan. Wel worden deze kinderen gevoelig voor samenwerking in de zin van tactiek.
Consequenties voor het leidinggeven - In het begin van deze periode hebben de kinderen een zodanige lichamelijke gesteldheid dat ze gemakkelijk allerlei bewegingen kunnen aanleren, ze willen dat ook. Later kan dit wat moeilijker worden. - Bewegingen kunnen, naast het voordoen, ook worden uitgelegd, wat het op gang gekomen "nadenken over" stimuleert. - Men dient rekening te houden met de groeiende eigen mening en beoordelingsvermogen. Vandaar dat het goed is de trainingsvormen te bespreken. - Het "ik ben ik", de geldingsdrang, kan overdreven vormen aannemen. Dat mag niet worden aangemoedigd door alles in wedstrijdvorm aan te bieden. - Aangezien het denken al veel logischer wordt, zijn gesprekken en discussies zeer goed mogelijk. Daarom kan men de kinderen bij hun eigen bezigheden betrekken. - Men moet ook het "meer oog krijgen voor elkaar" ten nutte maken door met groepstaken te werken. De kinderen zijn steeds meer in staat om zelf ook tot taakverdeling te komen.
De periode van de puberteit: De volwassene die kinderen van 13, 14, 15 jaar aanspreekt met "dames en heren" zal ongetwijfeld gegiechel oogsten; zegt hij daarentegen "jongens en meisjes" dan zal een aantal boos zijn. Dit voorbeeld is kenmerkend voor de periode van de puberteit. De vragen "wie ben ik?" beheersen deze periode. De lagere schooltijd is voorbij, maar de volwassenheid is er nog niet. Lange tijd heeft men gedacht dat de verwarring ("wie ben ik?" en "wat ben ik?") in deze periode alleen werd veroorzaakt door de lichamelijke veranderingen die in deze periode hun intrede doen. Maar uit de praktijk blijkt dat het "typisch pubergedrag" voorkomt, geruime nadat die lichamelijke veranderingen hadden plaatsgevonden.
Geestelijke kenmerken De puber houdt zich eigenlijk constant bezig met het zoeken naar en het vinden van zichzelf. Welke plaats gaat hij innemen in die volwassen wereld van straks? Hij is veel met zichzelf bezig en denkt na over zijn eigen ik. Hij 11
moet leren leven met dat veranderde lichaam. Hij is nog niet wat de volwassene is en is ook niet meer wat het kind was. Dat kan verwarring geven en leiden tot onzekerheid. De volwassenen hebben er soms ook moeite mee om met de puber om te gaan. Sommige pubers zien er al echt volwassen uit, maar voelen zich op bepaalde momenten nog echt kind. Ze proberen zich los te maken van allerlei zaken (verzet) en ze willen dikwijls meer dan ze kunnen (idealen).
Lichamelijke kenmerken Zoals hiervoor is opgemerkt, kan in de periode van het oudere schoolkind de versnelde lichaamsgroei beginnen. Deze zet zich voort in het eerste deel van de puberteit. De verhouding van het lichaamsdeel verandert. Bovendien kondigen zich allerlei lichamelijke veranderingen aan, zoals duidelijk herkenbare geslachtskenmerken, beginnende beharing rondom de mond en op de borst (jongens) en rondom de geslachtsdelen. Uiteindelijk wordt de lichamelijke geslachtsrijpheid bereikt. Bij het meisje heeft zich dan de eerste menstruatie voltrokken, terwijl de jongens zaad kan produceren. In het tweede deel van de puberteit valt het accent voornamelijk op de breedtegroei. Daardoor begint het kind een "evenwichtig volwassen uiterlijk" te vertonen. De bewegingen kunnen door de versnelde groei minder gecoördineerd, hoekiger worden. Bij kinderen die veel aan sport hebben gedaan, valt dit nauwelijks te constateren. In het tweede deel van deze periode is de jeugd steeds meer in staat om samengestelde, verfijnde bewegingen uit te voeren.
Sociale kenmerken Het jonge schoolkind was, zoals we zagen, erg naar buiten gericht. Hij werd geen lid van een groep, omdat die groep bepaalde activiteiten of normen had. Daar waren andere redenen voor. Bij het oudere schoolkind begon iets door te breken van het lid zijn van een groep, omdat er iets wordt gedaan waar ze het mee eens zijn. In de periode van de puberteit is de binding aan een groep veel meer gelegen in het hebben van dezelfde ideeën. Tevens begint het nadenken over de "wereld". Ze nemen stelling tegen of voor iets. Het spel Wat zich in de fase van het oudere schoolkind begon te ontwikkelen zet zich in deze fase voort. Het vergelijken van prestaties, het bewuster bezig zijn met dat wedijveren. Het zoeken naar zichzelf en het vinden van zichzelf maakt de puber onstandvastig. Deze onstandvastigheid zien we ook in de sportbeoefening. We zien technisch en tactisch goed spel, afgewisseld met onbeheerst, emotioneel spel, waarbij ze onnodig risico's nemen. De overschatting van de eigen capaciteiten speelt hierbij ook een rol. De grote inkeer, het bewust nadenken over verleden en toekomst is er ook de oorzaak 12
van dat de sportbeoefening een plaats in hun leven krijgt. Zo kan hij veel voelen voor wedstrijdsport. Hij zal dan ook trainen, zich bewust inzetten. Het is echter ook goed mogelijk dat bij de sportbeoefening als een vrijblijvende bezigheid ziet en dan voor recreatiesport kiest. Gezien de onstandvastigheid en dikwijls overdreven idealen zullen de waarden die de sport voor hem in deze periode heeft, nog wel eens kunnen veranderen. Consequenties voor het leidinggeven - Aan het einde van de periode van het oudere schoolkind kondigt zich de versnelde groei aan. Dat loopt door in het begin van deze periode, totdat het evenwicht is bereikt. In de periode van evenwicht is het kind in staat tot prestaties op hoger niveau. - Meer oog voor de toekomst zorgt ervoor, dat deze kinderen zich meer kunnen inzetten voor training en oefening. - Ze leren zichzelf en hun eigen mogelijkheden beter kennen, waardoor ze hun eigen plaats in de club, in het team, beter leren kennen ("ik ben een typische achterhoede-speler"); anderzijds overschatten ze één en ander nog wel eens. - De grotere belangstelling voor waarden en normen en het zoeken naar eigen waarden en normen leidt ertoe dat ook ten aanzien van de sport een standpunt worden ingenomen. Ze bepalen zelf welke rol die sport in hun leven speelt. De leider zal hiermee rekening dienen te houden. - In de onzekerheid, het verwarrende, zoekt de puber naar erkenning voor zijn stellingname, hij wil voor vol worden aangezien. Als hiermee geen rekening wordt gehouden, kan hij snel geraakt zijn. - Inschakelen bij allerlei clubactiviteiten kan die erkenning geven. - Door die combinatie van onzekerheid, zoeken naar en toch stelling nemen kan er sprake zijn van overdreven idealisme en niet reële plannen. De leiding zal één en ander moeten bijsturen, niet met harde (voor deze puber kwetsende) hand, meer veel meer door overleg. - De puber staat dicht bij de volwassenheid. Hij is het best gediend met een zo reëel mogelijke volwassen benadering. In deze periode geldt heel sterk dat het leidinggeven betekent: Helpen zelfstandig (volwassen) worden.
13
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk 5.Trainer Visie Als trainer wil ik er zorg voor dragen dat elke zwemmer het beste uit zichzelf haalt. Dit houdt in dat ik het hoogste nastreef met de zwemmers die daar gemotiveerd voor zijn. Natuurlijk is niet elke zwemmer gemotiveerd om het hoogste na te streven. Het is dan vooral zaak om die zwemmers iets anders aan te bieden. Het is lastig om beide zaken goed te combineren, maar je moet als trainer proberen iedereen maatwerk aan te leveren. Toch blijf ik wel van mening dat je op alle niveaus veel plezier in je sport moet hebben en dat plezier daarom voorop moet staan. Dat wil niet zeggen dat je niet heel serieus met je sport bezig moet/kunt zijn. Ik denk dat ik als trainer relatief streng ben. Op het moment dat er getraind moet worden wil ik dat iedereen serieus is en de oefening serieus doet. Zeker als ik uitleg geef moet het stil zijn. Tijdens de training is het bij mij mogelijk om even te praten of een grapje te maken, maar in de trainingsopdrachten verwacht ik wel optimale inzet van mijn zwemmers. Dat wil niet zeggen ik niet open sta voor grapjes tussendoor. Een goede balans vinden is gewoon erg belangrijk. Kwaliteiten Op dit moment geef ik zes jaar training in het wedstrijdzwemmen. Ik heb hiervoor eerst training gegeven aan jongere kinderen in het sterrenplan en swimkick en een poosje het zwemvaardigheidsdiploma. Ik denk dat ik een groep zwemmers goed kan begeleiden tot een bepaald niveau. Ik ben er zeker bewust van dat ik nooit in de topsport terecht zal komen. Dit is ook niet de bedoeling. Wel kan ik de groep die ik nu train stimuleren en doelgericht bezig houden, om wel te bereiken wat voor handen ligt. Ik kan naast het zorgvuldig voorbereiden van trainingen, goed improviseren en heb een duidelijk zicht over de zeer gevarieerde groep als totaal. Wel moet ik hierbij oppassen dat ik niet teveel op 1 probleem doorga, en de rest van de groep vergeet. Meestal is het geen probleem omdat dit ook voor andere zwemmers of zwemsters ook van toepassing is. Ook heb ik een scherpe en heldere kijk op de kwaliteiten, leerpunten en vorderingen van de individuele zwemmer tijdens de trainingen én tijdens de wedstrijden. Het aansturen van assistenten gaat iets moeilijker, ik heb nog steeds moeite met het delegeren, daarnaast is de overdracht vaak te kort. Ik zal meer moeten leren om ook de reden en hoe of wat ze moeten 14
doen uit te leggen. Dus met voorbeelden of oefeningen aankomen. Dit is niet dat ik het niet weet maar omdat ik het allemaal zo normaal vind van dan doe je het zo of op een andere manier. Sociale vaardigheden Als trainer vind ik het erg belangrijk om goed met mijn groep zwemmers om te kunnen gaan. Een van de belangrijkste dingen die ik als trainer nastreef is om zoveel mogelijk te weten te komen van de zwemmers die je in je groep hebt. Achtergronden op school, andere sporten en thuissituatie kan namelijk van grote invloed zijn op de trainingsinzet.
15
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk 6.Evaluatie seizoen 2012/2013 Voordat we het seizoen beginnen is het verstandig te kijken na het vorige seizoen. Uit de evaluatie kun je dan de goede punten behouden voor het komende seizoen en met de punten waar het fout ging andere doelstellingen te creëren en dit in de trainingen voor het volgende seizoen te verwerken. Dit als basis voor het jaarplan. Sportief Het afgelopen seizoen was voor DEK een seizoen met hogere prestatie dan verwacht. Het streven was om in de competitie als middenmot te eindigen. Dit is zeker gehaald, na de tweede wedstrijd stonden we derde. Hierop moesten de inschrijvingen worden aangepast, omdat we dit seizoen nog niet wilden promoveren. Als groep willen we eerst een constante toename van zwemmers hebben zodat we na het promoveren ook kunnen blijven in een hogere klasse. Het seizoen is dan ook op de 5e plaats afgesloten. Dit seizoen waren er 6 kinderen die in de Speedo mochten uitkomen. Waarvan er 4 naar de Speedo A-finale mochten. Bij de voorronden, voor de minioren die niet naar de Speedo mochten, zijn er veel medailles gewonnen. In de wedstrijden, 10-kamp en 4-kamp, werd er goed gezwommen. In de 4-kamp werden we als vereniging eerste, in de 10-kamp zwemmen de zwemmers voor een eigen medaille, ook hier stond er regelmatig iemand op het podium. Bij andere wedstrijden kwamen de zwemmers goed na voren. Niet altijd een medaille maar wel een verbetering van tijden. Ook dit seizoen zijn er weer clubrecords verbeterd, ook tijden die al jaren gelden waren gezwommen. Over het gehele seizoen was de trainingsopkomst goed, op maandag altijd een volle bak. Door de scheiding te maken tussen de leeftijden en op 2 avonden te gaan trainen, is er een beter verdeling ontstaan. De jongere kinderen krijgen meer aandacht voor techniek, de oudere zwemmers meer voor het conditionele vlak. Voor mij als trainer meer rust, omdat het verschil in niveau te groot is moest je teveel corrigeren, hierdoor kwamen de oudere zwemmers te vaak stil te liggen. Organisatorisch
Binnen de vereniging is er altijd een groot verloop van leden. Dit komt voornamelijk dat er na het sterrenplan een andere sport wordt gekozen. Dit is binnen de wedstrijdgroep niet zo, hier blijft het aantal leden stabiel en er kwamen zelf meer zwemmers bij het afgelopen seizoen. Op dit moment geef ik de training aan de wedstrijdgroep. De inschrijvingen voor de wedstrijden regel ik ook, de afdeling officials wordt door Ans Naberman geregeld. Er is binnen de vereniging de mogelijkheid om meer mensen op cursus te laten gaan, dit is in de toekomst dan ook de bedoeling. Maar ik wilde eerst trainer 3 16
halen zodat we binnen de vereniging niet afhankelijk zijn van buitenstaanders, die ook weer moeten worden betaald. Hierdoor zal de gehele vereniging naar een hoger niveau kunnen groeien. Binnen de vereniging proberen we zoveel mogelijk kinderen te betrekken bij het wedstrijdzwemmen, door de kinderen vaker mee te laten gaan naar de wedstrijden blijven ze vaak na de tijd bij de vereniging zwemmen. Vooral in de leeftijd 6-8 jaar is het moeilijk om er nieuwe zwemmers bij te krijgen vooral jongens. Vaak zijn de ouders er niet een voorstander van, weer naar een warm zwembad, maar als de kinderen een paar keer hebben meegedaan zie je dat de ouders dan wel bijtrekken.
17
Jaarplan 2013 / 2014 De Eerste Kolk 7.Doelstellingen 2013/2014 Aan het begin van het seizoen hebben we een aantal algemene speerpunten opgesteld wat we wilden bereiken binnen de vereniging. Voor de uitgebreide doelstellingen per zwemonderdelen verwijzen wij naar de betreffende hoofdstukken. Het eerste speerpunt is dat het plezier voorop moet staan. Maar aangezien we ons als vereniging naast het wedstrijdzwemmen ook richten op recreatief zwemmen en waterpolo streven we na, dat de zwemmers die niet meer aan wedstrijden meedoen door kunnen stromen naar waterpolo. Dit ieder op zijn eigen niveau. Bovendien proberen we nieuwe leden te werven. Bijvoorbeeld door het uitdelen van flyers bij het diplomazwemmen. Voor het gedeelte waar ik training geef, is het doel het vasthouden van de plaats in de 2e klasse competitie. Hiernaast aan zoveel mogelijk wedstrijden deelnemen, waar kan worden gekeken naar de resultaten, op basis hiervan de jaarplanning aanpassen om tijdens de competitiewedstrijden zo goed mogelijk te presteren. Het jaarplan is dan ook opgezet op basis van de competitie wedstrijden. Dit zijn voor mij de momenten dat er moet worden gepiekt. Andere wedstrijden kunnen worden gebruikt om te meten wat de resultaten zijn van de training. Dit kan per zwemmer verschillend zijn. Bijvoorbeeld start of keerpunt analyse. Voor elke zwemonderdeel hebben wij verschillende algemene doelstellingen opgesteld: Sterrenplan Instromen vanaf het zwemdiploma. De kinderen om een speelse wijze kennis te laten maken met het zwemmen en een gedeelte waterpolo, ook al is er op dit moment geen jeugd afdeling waterpolo kan dit in de toekomst wel worden opgestart. Tijdens het sterrenplan zal er enkele keren klauter-ladder klassement worden gezwommen (wedstrijd waarbij wordt gekeken naar verbetering niet wie het snelste is) waardoor de kinderen betrokken worden bij het wedstrijd zwemmen. Voor ons als trainer en begeleiders een mooi moment om de beste zwemmers eruit te selecteren en die mee te krijgen naar een wedstrijd, zodat ze ook in de toekomst of misschien al eerder gaan wedstrijdzwemmen. Swimkick techniekschool Kinderen betrokken krijgen met het wedstrijdzwemmen. We laten de kinderen in eerste instantie uitgebreider kennis maken met de 4 wedstrijdslagen + de klauterladder wedstrijden. Hierdoor hopen we de zwemmers tevens enthousiast te krijgen voor het wedstrijdzwemmen. Afgelopen jaren ging het hier niet zo goed. Vanaf het sterrenplan weinig doorstroming naar de swimkick. Terwijl hier de basis voor het wedstrijdzwemmen wordt gelegd. Er zal voor 2013/2014 een goed plan 18
moeten worden opgezet om dit aantrekkelijk te maken voor deze kinderen, zodat er een goede doorstroming naar het wedstrijdzwemmen komt waardoor de toekomst voor de vereniging behouden blijft.
Zwermvaardigheid Doelgroep kinderen die wel willen zwemmen maar niet meedoen aan wedstrijdzwemmen. Hier zwemmen ook kinderen die wel wedstrijdzwemmen maar dit doen om het diploma te halen. Deze groep draait redelijk goed. Helaas is er bij ons na het snorkelen geen vervolg diploma. Vaak stoppen deze kinderen met het zwemmen omdat ze niet naar wedstrijdzwemmen willen. De stap naar waterpolo is dan net te groot. Kinderen die klaar zijn met snorkelen zijn rond de 13-14 jaar. De waterpolotraining tijdstippen zijn dan net te laat voor deze kinderen. Een klein gedeelte blijft zwemmen bij de wedstrijdgroep om deze stap te overbruggen. Wedstrijdgroep Voor het volgende seizoen toch blijven zoeken naar nieuwe talenten in de zwemonderdelen? zoals hierboven is vermeld. Het is wel opvallend dat er veel meisjes en weinig jongens bij komen. Om de continuïteit binnen de vereniging en met het oog op de competitie wedstrijden hoog te houden zijn er in de toekomst ook jongens nodig om dit gat op te vullen. Hiervoor zal er ook binnen de andere groepen moeten worden gezocht naar talentvolle zwemmers.
Damestrimmers Dit is een groep op zich zelf binnen de vereniging. Een constant blijvende groep van dames die gezellig een baantje willen zwemmen en wat oefeningen willen doen. Voor dit jaarplan ga ik hier ook niet verder op in.
Waterpolo Voor deze groep is het zeer belangrijk dat er in eerste instantie nog te jonge leden, lid blijven totdat ze hier kunnen en mogen trainen. Veel waterpololeden zijn dan ook oud wedstrijdzwemmers. Maar om deze groep in leven te houden zullen we als vereniging ook moeten gaan denken aan jeugd waterpolo. Zelf speel ik ook waterpolo, en dit is wel een vaste groep spelers die al jaren met elkaar om gaan. Om hier nieuwe spelers bij te krijgen is niet eenvoudig, de meeste mensen schrikken al af met het idee dat ze worden onder geduwd. Maar om de toekomst van deze groep zeker te stellen zal er 19
wel o.a. een beroep worden gedaan op de zwemmers die geen zin hebben om naar elke wedstrijd te gaan maar zo af en toe wel mee willen aan een waterpolo wedstrijd.
Jaarplan 2013 / 2014 de Eerste Kolk 8.Gedragscode /Trainingsregels Voor de training:
Voor de training douchen, niet een beetje nat maken! Zorg ervoor dat je op tijd voor de training aanwezig bent. Na het omkleden (badmuts, bril mee) heb je dan nog 5 minuten om mee te helpen het bad klaar te maken (inleggen rugslagvlaggen en lijnen) en voor een warming-up; Draag tijdens de training een badmuts (of elastiek) en zwembril Zorg voor, tijdens en na de training voor voldoende vocht; Bezoek altijd het toilet voor de training. Tijdens de training liever niet, want er gaat zo een hoop tijd verloren. Mocht je het toch niet kunnen volhouden, alleen toiletbezoek tussen de kernen in; Rennen langs het bad is gevaarlijk, daarom altijd rustig lopen; Als je wondjes hebt, draag dan watervaste pleisters; Als er iets valt te melden, blessure of iets anders, meldt dit dan van tevoren aan de trainer, zodat die er rekening mee kan houden en eventueel tips kan geven; Begin op tijd aan de training. De trainer heeft er veel tijd ingestoken om de juiste training te maken, die afgestemd is op het tijdsduur van de training.
Tijdens de training:
De snelste zwemmer gaat voorop. Bij iedere slag kan dit dus anders zijn! Verander de volgorde als blijkt dat je nog niet op de juiste plaats zwemt; Vertrek pas met zwemmen als de voorgaande zwemmer de vlaggetjeslijn is gepasseerd. Belangrijk om hier aan te denken, want het is niet alleen irritant voor degene die voor je zwemt, maar het kan ook gevaarlijke situaties opleveren; Zorg ervoor dat je altijd ruimte vrij houdt voor de zwemmers die doorzwemmen en een keerpunt willen maken; Rechts houden, inhalen doe je alleen als het kan! Laat dit aan de zwemmer voor je merken door een tikje op de voeten te geven De training is bedoeld om bij een wedstrijd harder te gaan zwemmen. Dit hangt niet alleen af van de trainingen die geschreven worden door de trainer. Op het moment 20
als de opdracht duidelijk is, ben je zelf verantwoordelijk voor de uitvoering en inzet. Maximale inzet geeft een maximale resultaat; Uitzwemmen staat niet voor niets op de trainingsschema. Ga niet eerder uit het bad, maar zwem altijd uit. Uitzwemmen is belangrijk voor het herstel van je lichaam!
Na de training:
Meehelpen met opruimen van de lijnen, rugslagvlaggen, hulpmiddelen die tijdens de training gebruikt zijn. Douchen en omkleden,ook in de kleedkamers alles opruimen
Tijdens de wedstrijd: De ploegleider heeft de leiding over het team, er moet dus goed naar hem/haar geluisterd worden!! We blijven de gehele wedstrijd als team bij elkaar, zodat de ploegleider ten aller tijden je kan “oproepen” voor de start. Zodra een deelnemer gezwommen heeft, droogt deze zich af en doet minimaal zijn/haar clubshirt aan. Trek bij voorkeur ook slippers aan. Zo blijft het lichaam goed op temperatuur. We hebben als team oog voor elkaar en moedigen elkaar zonodig aan. De regel: “Stilte bij de start”, wordt nauwgezet nageleefd. Iedere zwemmer/ vereniging wordt in zijn/haar waarde gelaten en door de zwemmers van DEK gerespecteerd. Iedere zwemmer gedraagt zich voor, tijdens en na de wedstrijd naar behoren. Officials mogen niet in hun functioneren gehinderd worden. De zwemmers blijven daarom weg van het juryplatvorm, als men er op dat moment niets te zoeken heeft. Men loopt tevens niet voor de officials langs en laat de weg langs de lange zijde van het bad vrij voor de Kamprechters. Uiterlijk (maar liever eerder) aan het einde van de wedstrijd ruimt ieder zijn/haar eigen troep op, door het in de daarvoor bestemde vuilnisbak te deponeren. Er wordt aan het einde van de wedstrijd pas aangekleed, nadat iedere zwemmer van DEK zijn/haar afstanden heeft gezwommen. Zodat ook de laatste zwemmers op support mogen en kunnen rekenen. Ploegleider De ploegleider heeft de algemene leiding over het zwemteam, vanaf vertrek vanaf het Havenplein t/m het vertrek na afloop van de wedstrijd. De ploegleider draagt, zonodig, zorg voor het innen van het inschrijfgeld. De ploegleider draagt, zonodig, zorg voor het goed invullen van het afmelding formulier en het op tijd afgeven van dit formulier bij het Jurysecretariaat. De ploegleider checkt bij vertrek van het Havenplein én bij het zwembad of iedereen aanwezig is. Het inzwemmen (en het eventueel in de pauze zwemmen) staat mede onder toezicht van de ploegleider en, in overleg, van andere volwassenen van de vereniging DEK. 21
De ploegleider draagt zorg voor het welbevinden en goed gedrag van het team, als van de individuele zwemmer. De ploegleider stuurt ieder zwemmer tijdig naar de voorstart of juiste startblok en geeft daarbij, zonodig nog een keer duidelijk aan de zwemmer door welke slag en welke afstand er gezwommen dient te worden. De ploegleider heeft tijdens de wedstrijd geregeld contact met de zwemmers en beantwoord zonodig hun (zwem)vragen. De ploegleider heeft zonodig contact/overleg met de scheidsrechter.
Overige en belangrijkste: Neem altijd een goed humeur mee, hiermee bereik je het meest!
Jaarplan 2013 / 2014 de Eerste Kolk 11.
Communicatieplan Naast de beschreven technische plannen is het ook goed om de communicatiestromen op papier te zetten. Wie is verantwoordelijke voor welke informatie. Binnen de wedstrijdgroep loopt de directe communicatie via email. Alle informatie voor de wedstrijden staat in het clubblad en is ook weer terug te vinden op de website. En ook in het uitgebreide wedstrijdgroep info blad die aan het begin van elk nieuw seizoen uitgereikt wordt aan alle wedstrijdgroep leden. Voor de wedstrijden zal Wim Visscher alle zwemmers een uitnodiging sturen via email dat is opgemaakt in “teammanager”, hierin staan de tijden voor vertrek, inzwemmen en aanvang wedstrijd, tevens wordt hierin vermeldt de afstand en slag voor de zwemmers. Verdere informatie wordt per email verzonden als dit nodig is, zoals gedragsregels of andere aandachtspunten. Ans Naberman heeft ook het volledig adressen bestand en zal waar het nodig is deze informatie rondsturen. na de wedstrijd op de website gepubliceerd, Wim Kanis is hiervoor verantwoordelijk. Verder wordt er informatie verstrekt via flyers, bijvoorbeeld uitnodigingen voor wedstrijden die zijn bedoelt voor instroom van jongere zwemmers, dit zal voornamelijk worden uitgedeeld bij het sterrenplan en swimkick. Ans Naberman maakt deze flyers, Wim Visscher drukt ze af en ze worden uitgedeeld door de kaderleden van deze groepen. Tijdens de maandagavond is er altijd een uurtje voor overleg, voor of na de wedstrijdgroep training. Tevens is Ans Naberman tijdens de donderdag en vrijdag training aanwezig om het contact met de ouders in stand te houden. Hier worden ook de afspraken over vervoer naar wedstrijden of andere activiteiten overlegt. Hier worden de dingen naar voren gebracht wat er op dat moment leeft of gaande is.
22
Jaarplan 2013 / 2014 de Eerste Kolk 12.
Verantwoordelijkheden Contactpersoon zwemzaken in het bestuur Ans Naberman Wim Visscher Hoofdtrainer Wim Visscher Jaarplanning, trainingschema, indeling assistenten Wim Visscher Inschrijvingen wedstrijden Wim Visscher Innen wedstrijdgeld Wim Visscher of plaatsvervangende ploegleider Publicatie website Wim Kanis Informatie dis codes Ans Naberman Officialzaken Ans Naberman Vervoer Clubkleding Ans Naberman Wim Visscher
23