A13.07.2
Definitief verslag vergadering Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (AB VrZW) - nr. 06/2013 Aanwezig: G. Faber D. Bijl, K. Heerschop, W. van Beek, P. Tange, H. Brinkman L. Wagenaar-Kroon, A. Nienhuis H. Raasing U. Aygun M.J. Smulders J. Detering G. Broekman R. Broersen
Leden Secretaris, directeur VrZW Districtschef - Politie Zaanstreek-Waterland Coördinerend gemeentesecretaris Directeur Publieke Gezondheid - GHOR Vertegenwoordiger - Provincie Noord-Holland Bestuursadviseur - VrZW
Afwezig: P. Möhlmann L. Kohsiek J. Steenbrink
Lid Dijkgraaf - Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Plv. hoofdofficier van Justitie – Openbaar Ministerie
Gasten: L. de Geus J. Rozendal, M. Best S. Tax E. Mulder
Projectleider Regionalisering Brandweer VrZW Hoofd Bedrijfsvoering VrZW, controller VrZW Sectorhoofd Wijken, gemeente Zaanstad Extern deskundige financiën
Datum: Locatie: Notulen:
13 september 2013 Prins Bernhardplein 112 te Zaandam | 3.01 J. van Hoogstraten
A13.06.1 A13.06.2
A13.06.3
Voorzitter
Opening en mededelingen Vaststelling verslag AB 5 juli 2013 Veiligheidsregio
De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.
a. Transitieakkoord meldkamer van de toekomst
1. In te stemmen met het concept transitieakkoord meldkamer van de toekomst (versie 2 juli 2013) waarbij een voorbehoud wordt gemaakt ten aanzien van de kosten voor Zaanstreek-Waterland die volgen uit het akkoord;
Het Algemeen Bestuur stelt het verslag van de vergadering van 5 juli 2013 met de genoemde aanpassingen - vast. Het Algemeen Bestuur besluit:
2. De minister van Veiligheid en Justitie en het Veiligheidsberaad te informeren over dit bestuursbesluit; 3. De directeur VrZW (waar het de meldkamer brandweer betreft) en de directeur GHOR (waar het de meldkamer ambulancezorg betreft) te verzoeken maatregelen te treffen die vanuit het belang van de veiligheidsregio in het kader van het transitieakkoord noodzakelijk zijn. b. Oprichting brandweerkamer
Het Algemeen Bestuur besluit: 1. Het Veiligheidsberaad mandaat te verlenen om namens het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland met het College voor Arbeidszaken van de VNG te onderhandelen over: -
het FLO-overgangsrecht;
-
de rechtspositie brandweervrijwilligers;
-
de afspraken over een Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO).
2. Er mee akkoord te gaan dat het Veiligheidsberaad het verzoek richt aan de VNG, om een brandweerkamer binnen de VNG in te richten. Deze
1
brandweerkamer heeft als doel tot beheer te komen van de brandweerspecifieke regelingen die nu onderdeel zijn van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor gemeentepersoneel. 3. Er mee akkoord te gaan dat het Veiligheidsberaad een concept dienstverleningsovereenkomst opstelt met de VNG. In deze overeenkomst worden afspraken gemaakt over de organisatie, werkwijze en financiering van de brandweerkamer binnen de VNG. Het concept van deze overeenkomst zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de besturen van de individuele veiligheidsregio’s. A13.06.4
Regionalisering a. Omgang brandweervastgoed ZaanstreekWaterland
De voorzitter vraagt de leden van het Dagelijks Bestuur zich uit te spreken over de drie voorliggende scenario’s voor omgang met brandweervastgoed in Zaanstreek-Waterland. -
D. Bijl kiest voor scenario 1 en voor het overdragen van de gebruikersvergoedingen.
-
W. van Beek kiest voor scenario 1 of 2 en pleit met name voor een juridisch stevige overeenkomst tussen gemeenten en regio. Daarnaast merkt hij op dat het stuk een foto van de oude kazerne EdamVolendam bevat. De secretaris zal dit laten aanpassen.
-
A. Nienhuis kiest voor scenario 1.
-
H. Brinkman kiest voor scenario 1 en kiest ervoor de gebruikersvergoedingen bij de gemeenten te houden.
-
K. Heerschop kiest voor scenario 1 en kiest ervoor de gebruikersvergoedingen bij de gemeenten te houden.
-
L. Wagenaar-Kroon kiest voor scenario 1 en geeft aan dat wanneer het gebruikersdeel overgaat naar VrZW, hier zakelijk mee moet worden omgegaan.
-
P. Tange geeft - tevens namens P. Möhlmann – aan te kiezen voor scenario 1 en de overdracht van het gebruikersdeel.
-
G. Faber geeft namens de gemeente Zaanstad aan te kiezen voor scenario 3. Zij meent dat de gemeente geen vastgoeddienst zou moeten zijn en van mening te zijn dat de regionalisering op alle elementen moet worden doorgevoerd. Als tweede optie kiest zij voor scenario 2 gezien daarmee de kosten transparant worden gemaakt.
De leden vinden een compromis in scenario 1 waarbij nadrukkelijk wordt aangegeven dat de gebruikersovereenkomsten als volwaardige juridische overeenkomsten opgesteld dienen te worden waarbij de kosten transparant worden gemaakt. Ook wordt gekozen voor het overdragen van het gebruikersdeel van de huisvestingslasten omdat daarmee kostenbewustzijn wordt gestimuleerd. Het Algemeen Bestuur besluit: Ervan uitgaande dat: - de regionalisering van de brandweer Zaanstreek-Waterland per 1-1-2014 zal plaatsvinden; - het gebruik van het brandweergerelateerde vastgoed essentieel is voor de taakuitvoering door VrZW; - besloten is dat VrZW – onder voorwaarden - bereid is de panden waarvoor, als gevolg van de wettelijk verplichte overdracht van de brandweertaak, btwherziening geldt, over te nemen; 1. Voor de omgang met het brandweergerelateerde vastgoed te kiezen voor scenario 1: gebruik ‘om niet’ volgens een bruikleenovereenkomst; 2. De gebruikersvergoedingen als volwaardige juridische overeenkomsten op te stellen waarbij tevens volledige financiële transparantie wordt gegeven; 3. Te besluiten tot het overdragen van het ‘gebruikersdeel’ (o.a. schoonmaakkosten, gas, water, licht etc.) van de huisvestingslasten aan VrZW;
2
4. De financiële consequenties van het gekozen scenario in een gesloten systeem tussen gemeente en VrZW te organiseren, waardoor de huisvestingskosten geen effect hebben op het verdeelmodel. 5. De directeur VrZW opdracht te geven uitvoering te geven aan de betreffende vervolgacties. b. Principeakkoord BGO
A13.06.5
GHOR
A13.06.6
a. Plan Noodsituaties InfectieziektebestrijDing Havens Financiën
Het Algemeen Bestuur besluit: 1) onder voorbehoud van de zienswijze van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en van de uitkomst van de achterbanraadpleging van de werknemers in te stemmen met voorliggend principeakkoord en de onderliggende nadere regelingen; 2) de heer W. Borger en mevrouw H. Raasing te benoemen als leden van de plaatsingsadviescommissie; 3) de aanwijzing van de voorzitter van de plaatsingsadviescommissie te mandateren aan de portefeuillehouder P&O, de heer P. Tange, alsook de benoeming van de leden van de toetsingscommissie. Het Algemeen Bestuur besluit het Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens vast te stellen.
D. Bijl geeft aan dat tot het laatste moment hard aan voorliggende stukken is gewerkt, waardoor deze laat zijn verstuurd. Ook heeft er naar aanleiding van de stukken nog overleg plaatsgevonden met verschillende controllers van de gemeenten. D. Bijl merkt bij collega-leden onvrede over het proces. Hij is van mening dat dit deels onvermijdelijk is en maakt de vergelijking met andere veiligheidsregio’s waar financiële zaken – nog veel vervelender - pas na regionalisering opgelost moeten worden. D. Bijl hoopt in deze vergadering inzichtelijk te krijgen waar de leden het over eens zijn en welke zaken nog verduidelijking of eventueel meer overleg behoeven. L. de Geus houdt een presentatie iz. de financiën. De aanwezigen spreken af de volgende drie punten te bespreken: - Uitgangspunten correctie kapitaallasten - Personele overhead - Taakstellingen
a. Financiële bevindingen ontvlechting brandweer
Uitgangspunten correctie kapitaallasten A. Nienhuis geeft aan dat haar organisatie meende afspraken te hebben gemaakt over enkele financiële onderwerpen die zij nu niet verwerkt ziet in de stukken. W. Van Beek geeft aan ervan uit te gaan dat VrZW alle materieel en materiaal van de gemeenten overneemt tegen de boekwaarde. Die boekwaarde wordt vervolgens geherfinancierd. Hij spreekt zijn verbazing uit over de in de stukken gehanteerde rekenrente van 4% terwijl op dit moment de rentestanden lager zijn. Daarnaast stelt hij de vraag of bij toekomstig uitstel van investeringen, middelen terugvloeien naar de gemeenten. Overall valt het hem op dat zijn gemeente zijn best heeft gedaan om op verschillende punten efficiency te bereiken maar dat de regionalisering zorgt voor meerkosten. D. Bijl geeft als portefeuillehouder aan dat het verstandig is als bestuur deze uitgangspunten vast te stellen. Hij verzoekt VrZW samen met de controllers de uitgangspunten nog eens nader te bespreken. A. Nienhuis stelt in aanvulling op het voorstel van D. Bijl voor om met de vaststelling van deze uitgangspunten te wachten tot er meer duidelijkheid is over het dekkingsplan fase 2 en de mogelijke sluiting van kazernes. H. Raasing
3
geeft aan dat plan er pas eind 2014 ligt en er nu besluitvorming nodig is over hoe om te gaan met het materieel en materiaal. H. Brinkman geeft aan blij te zijn met de gegeven presentatie. Ook hij meent dat het verstandig is de controllers er nog eens goed naar te laten kijken, maar waarschuwt dat de discussie ook een keer gesloten moet worden. P. Tange memoreert dat afgesproken is de begroting 2012 als uitgangspunt te hanteren. Voor Wormerland stond er in 2012 een TS niet in omdat die per 2013 is vervangen en dus vanaf dat jaar weer in de begroting staat. Daar moet nog even goed naar worden gekeken. Daarnaast wijst hij op een kostenopdrijvend effect: Wormerland vervangt niet alles na het einde van de economische levensduur. Daarmee worden de kapitaallasten gedrukt. Als VrZW dit beleid wijzigt worden zij automatisch duurder E. Mulder reageert op de vragen en opmerkingen ten aanzien van de uitgangspunten correctie kapitaallasten. Hij geeft aan dat de continuïteit in de huidige situatie als uitgangspunt is gekozen. Als materiaal niet meer vervangen wordt, dan hebben we dat niet meegenomen. Overall is het beeld dat er geen sprake is van grote meningsverschillen met de gemeenten. Het gaat soms nog om discussies over 1.000 euro. Advies is om nu een besluit te nemen. Ten aanzien van de rekenrente is landelijk een percentage van 4 of 5% gebruikelijk. Daarbij wordt een keuze gemaakt voor een langere termijn: nu is de rentestand weliswaar laag maar deze zal in de toekomst toenemen. M.J. Smulders stelt voor om met het SORR en in nauw overleg met de directeur VrZW met een voorstel aan het bestuur te komen. Dit betreft dan een afrondend advies aan het bestuur. H. Raasing steunt dat voorstel en stelt daarbij uit te gaan van de huidige situatie (wat dragen de gemeenten over) en met name te focussen op de keuze voor een redelijke rekenrente. M.J. Smulders constateert dat het bestuur kan instemmen met de uitgangspunten ten aanzien van de kapitaallasten, met dien verstande dat: - er nader gekeken dient te worden naar het te hanteren rentepercentage; - gemeenten de kapitaallasten meegeven bij het materiaal en materiaal dat zij ook daadwerkelijk overdragen. W. van Beek en P. Tange vragen of er op deze manier wel voldoende prikkel is voor VrZW om te besparen: alle risico’s worden immers aan de voorkant afgedekt door de gemeenten. G. Faber reageert dat het bestuur aan de voorkant een verantwoorde begroting wil neerzetten waarbij wordt gezocht naar evenwicht. Het heeft iets merkwaardigs wanneer we aan de ene kant zeggen dat we goede gemeentelijke brandweren hebben, maar aan de andere kant menen dat niet alles overgedragen hoeft te worden. P. Tange is blij met het voorstel van de gemeentesecretarissen en verzoekt zijn collega’s – gezien de tijdsdruk - hun ambtenaren beschikbaar te stellen. Personele overhead G. Faber leidt het onderwerp in en geeft aan dat het bestuur voor het bepalen van de omvang van de overhead van VrZW na regionalisering, heeft gekozen voor de norm agentschappen. A. Nienhuis kan niet instemmen met het voorstel om te besluiten de oude verdelingssystematiek als onevenredig te beschouwen omdat de achterblijvende frictiekosten van de kleinere gemeenten niet in de vergelijking zijn meegenomen. Het is feitelijk het gevolg van de inbreng van Zaanstad dat er sprake is van onevenredigheid. G. Faber reageert daar bezwaar tegen te maken: Zaanstad draagt een mooie brandweerorganisatie over die aan alle kwaliteitseisen voldoet. Daarbij draagt
4
Zaanstad ook vacatureruimte over. Het zijn uitgangspunten die we hebben afgesproken. Daarbij refereert zij aan het compromis dat Zaanstad heeft gesloten om vanaf 2017 de kosten te verdelen op basis van het gemeentefonds terwijl een verdeling op basis van inwoneraantal voor Zaanstad veel gunstiger is. D. Bijl geeft dat het verstandig is om evenwicht te zoeken tussen de belangen van de gemeente Zaanstad en die van de andere gemeenten die met frictiekosten achterblijven. Hij meent dat optie B die tussenoplossing is W. van Beek geeft aan dat er nu een andere doorrekening wordt voorgesteld als op het moment dat het besluit genomen werd. Effect is dat Edam-Volendam meer moet gaan betalen. Daarnaast maakt hij bezwaar tegen het feit dat een ½ fte door zijn gemeente is opgedragen om als overhead over te gaan naar VrZW, maar niet is meegenomen. Hierdoor blijven meer frictiekosten achter. Raasing licht toe dat op de laagste norm (agentschappen) er nog €636.000 te kort overkomt. Vervolgens is besloten dat wanneer je op de allerlaagste norm zit, je op dat onderdeel niet nog weer 10% kan bezuinigen. G. Faber sluit daarop aan: we moeten niet de agentschapnorm ter discussie stellen. L. Wagenaar-Kroon sluit zich aan bij A. Nienhuis dat de voorliggende verdeling geen inzicht geeft in de achterblijvende frictiekosten. K. Heerschop geeft aan dat we niet de ene onevenredigheid in moeten ruilen voor een andere onevenredigheid. Zij pleit voor uitstel van dit besluit. Het is van belang dat de gemeenten de besluiten van het bestuur kunnen uitleggen binnen de eigen gemeenten. G. Faber is het eens met D. Bijl dat model B een compromis betreft: eigenlijk doet A meer recht aan de afspraken maar zij is bereid mee te gaan met model B als tussenmodel. P. Tange reageert dat hij de gekozen overheadnorm nog steeds te hoog vindt. Dat gezegd hebbende is model B de sympathiekste. Namens P. Mohlmann geeft hij aan dat model B voor Oostzaan heel veel extra geld betekent en dus een serieus probleem. Hij roept op om te zoeken op onderdelen om het totaalbeeld gunstiger te maken. H. Brinkman sluit zich aan bij K. Heerschop: we moeten het probleem samen oplossen en kijken waar we de pijn kunnen verzachten, bijvoorbeeld door een aanpassing van de rekenrente. W. van Beek reageert dat de discussie zich toespitst op de verdeling van 337.000 euro. Daar moeten we een oplossing voor kunnen vinden. D. Bijl vult aan dat we niet moeten gaan sleutelen aan de norm. Hij geeft aan dat mogelijk middelen uit de reserves kunnen worden ingezet om tot een compromis te komen: het gaat immers om een incidenteel probleem. G. Faber concludeert dat de onderwerpen ‘uitgangspunten correctie kapitaallasten’ en ‘verdeling personele overhead’ teruggaan naar de gemeentesecretarissen die in overleg met de directeur Veiligheidsregio met een integraal voorstel komen. Vanuit de vergadering wordt het verzoek geuit daarbij tevens het ‘advies over de ingediende taakstellingen’ te betrekken. Deze onderwerpen zullen vervolgens worden geagendeerd voor de ingelaste bestuursvergadering 4 oktober 2013. D. Bijl, W. van Beek en G. Faber zullen namens het bestuur betrokken worden. b. Advies ingediende taakstellingen
Wordt niet behandeld maar uitgesteld naar de ingelaste bestuursvergadering 4 oktober 2013. Conform de besluitvorming onder punt D13.06.07a, zal dit agendapunt nader
5
worden besproken met de gemeentesecretarissen in nauw overleg met de directeur VrZW en worden geagendeerd voor de ingelaste vergadering 4 oktober 2013.
A13.06.7
A13.06.8
c. Aangepaste investeringsbegroting VrZW 2013 Communicatie besluitvorming Algemeen Bestuur Rondvraag en sluiting
Wordt niet behandeld maar uitgesteld naar de ingelaste vergadering 4 oktober 2013.
De secretaris stuurt de griffiers het door de leden van het Algemeen Bestuur geaccordeerde conceptverslag ten behoeve van de gemeenteraden.
- A. Nienhuis vraagt aandacht voor de termijnagenda van de gemeenteraad i.h.k.v. de behandeling van de besproken onderwerpen. - R. Broersen aanvaart per 1 oktober 2013 de functie van secretaris van de Raad van Bestuur bij ProRail. De voorzitter bedankt R. Broersen voor de plezierige samenwerking en overhandigt hem een attentie.
6