Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013
Gewijzigde eindtermen ‘Taalprof’ Peter-Arno Coppen van de Radboud Universiteit Nijmegen: “Het huidige grammaticaonderwijs erkent taal niet als een messy problem.”
Waar of onwaar? * De meeste zinnen zijn welgevormd. * In een welgevormde zin kun je altijd ondubbelzinnig het werkwoord aanwijzen. * In een welgevormde hoofdzin staat het (plaats)onderwerp altijd naast de persoonsvorm (ervoor of erna).
Hier 2 artikels
Waar staat de eerste grammaticale zin? Denk je dat uhm als je in de bovenbouw l-les moet geven dat je j-leerlingen daarvoor uh enthousiast zou kunnen krijgen? Uh. Nou ik denk ‘t wel z-wel voor Indische literatuur want ze krijgen dan ook bij geschiedenis uh in geloof ik in de vijfde krijgen ze dan in Nederlands-Indië geschiedenis van Nederlands-Indië en ze willen altijd graag spannende boeken lezen en niet al dat uh dat dat dat filosofische gezemel dat nogal ‘ns in die boeken voorkomt. Dat spreekt ze natuurlijk niet zo aan. En in Indische boeken is ‘t over ‘t algemeen is die is iets makkelijker geschreven.
Is “skaten” een transitief werkwoord? Een leerling: “Jawel want ik kan figuren skaten!”
Het grammaticaonderwijs… sluit niet aan bij de gesproken taalwerkelijkheid suggereert eenduidige ontleding biedt schijnzekerheid
Taalsysteem beredeneren vanuit taalgevoel Waar ligt de klemtoon?
Ik ga vanmiddag: • een broodje eten • een sapje drinken • een uurtje slapen
Werken met het negenvragenmodel Wie doet wat wanneer waar hoe waarom waarmee of waardoor aan wie of voor wie … Geen losse kennisoverdracht of zinsontleding meer, maar nadenken over zinnen. Taalvaardigheid ondersteunen!
En in het leerplan VVKSO Klassiek grammaticaonderwijs (zinsontleding)
• Nadruk op vorm • Gedecontextualiseerd, d.w.z. losse zinnen worden ontleed • Er wordt op een abstract niveau met taal omgegaan • Gebaseerd op de klassieke Latijnse grammatica • Kennis van termen is een belangrijke doelstelling
Onderwijs in taalbeschouwing • Nadruk op betekenis, communicatie • Reflectie op natuurlijke contexten • Leerlingen gaan aan de slag met concrete, authentieke taalmaterialen • Communicatieve aanpak • Begrippen en termen worden samen aangeleerd
Bij de functies van taalbeschouwing… Ondersteuning bij de ontwikkeling van de taalvaardigheid Nederlands Hulp bieden bij het aanleren van vreemde talen Via inzicht in het taalsysteem hulp bieden bij de spelling …
Waar knelt het schoentje?
Ondersteuning vreemde talen? Aansluiten bij taalgevoel Tussentaal? Schriftelijke taal?
Visie Arteveldehogeschool OSO vakgroep Nederlands Klemtoon niet leggen op aansluiting bij taalgevoel, maar op communicatie Functionele taalbeschouwing in functie van vaardigheden Binnen didactische fasering taalbeschouwing: taalfoefeningen én communicatieve oefeningen
Voorbeeld bijvoeglijk naamwoord “Nicola Weber is 7 jaar oud, heeft haar, draagt een hemd en heeft ogen.”
Uit “Roots” van Sebastiaan Leenaert (jeugdboek) Zie ik er trouwens lesbisch uit? Ik heb kort haar, kort, zwart haar. Hebben lesbische vrouwen meestal kort haar? En wat dan nog? Ze doet maar. Roodhaar mag denken wat ze wil. Zie ik er trouwens lesbisch uit? Ik heb haar. Hebben vrouwen meestal haar? En wat dan nog? Ze doet maar. Roodhaar mag denken wat ze wil.
Onderzoek Arteveldehogeschool Emmie Gunst, Isabel Van Biervliet, Eva Dekeyser Combinatie Nederlands + andere taal VVKSO leerplannen Onderzochten leerplannen basisonderwijs, eerste en tweede graad van Nederlands, Frans, Engels en Latijn op vlak van taalsystematiek (morfologie, syntaxis). Detecteerden de knelpunten
Tijdsknelpunten Nederlands
Latijn
Frans
Voegwoord
Voegwoord
Voegwoord
Nevengeschikte zin
Nevengeschikte zin
Hoofdzin
Hoofdzin
Bijzin
Bijzin
Gezegde
Gezegde
Engels
Voorbeelden mogelijke knelpunten Als bepaalde uitbreidingstermen niet gezien worden in eerste graad Nederlands Nederlands
Latijn
Koppelwerkwoord
Koppelwerkwoord
Imperatief
Imperatief
Bijwoord
Bijwoord
Bijwoord
Enkelvoudige zin
Enkelvoudige zin
Eenvoudige zin
Samengestelde zin
Samengestelde zin
Eenvoudige samengestelde zin
Naamw. deel van het gezegde
Naamw. deel van het gezegde
Voorzetselvoorwerp Voorzetselvoorwerp
Frans
Engels
Absolute knelpunten Nederlands
Latijn
Frans
Genitief
Engels Genitief
Onvoltooid deelwoord Conjunctief
Conditionnel présent
Onbepaald vnw.
Onbepaald vnw.
Betrekkelijk vnw.
Betrekkelijk vnw.
Betrekkelijke bijzin Actief/passief
Betrekkelijke bijzin
Betrekkelijke bijzin Actief/passief
Absolute knelpunten Nederlands
Latijn
Frans
Engels
Bepaling van gesteldheid Bijvoeglijke bepaling
Ook de trappen van vergelijking worden niet vermeld in de eerste of tweede graad Nederlands (de inhoud wel in basisonderwijs)
Begripsknelpunten De inhoud wordt aangehaald in de lessen Nederlands zonder de grammaticale term Nederlands
Latijn
Leenwoord (i)
Leenwoord
Verbuiging zn en bn (i)
Verbuiging zn en bn
Genus (i)
Genus
Bijwoordelijke bepaling (i)
Bijwoordelijke bepaling
Mededelende zin (i)
Mededelende zin
Gebiedende zin (i)
Gebiedende zin
Frans
Genus
Engels
Dezelfde terminologie? In de lessen Latijn worden hoofdzakelijk dezelfde termen als in het Nederlands gebruikt. Let op voor zelfstandig naamwoord (substantief/substantif/noun) en bijvoeglijk naamwoord (adjectief/adjectif/adjective). Termen in Frans en Engels zijn dikwijls anders.
Handboeken? Onderzoek Arteveldehogeschool: - Handboeken Nederlands volgen vaak niet de leerplannen Nederlands - De handboeken komen daardoor vaak tegemoet aan de knelpunten - Leerkrachten Nederlands volgen vaak de handboeken en niet de leerplannen
Conclusie onderzoek Geen horizontale samenhang tussen de leerplannen Nederlands en vreemde talen Geen holistische, leerlinggerichte aanpak
Mogelijke oplossingen Overleg aan de “top” Overleg tussen leerkrachten talen Uitbreidingstermen Nederlands zeker geven
Meer dan enkel terminologie… Ondersteuning van het vreemdetalenonderwijs berust niet enkel op terminologie Binnen Nederlands worden heel wat strategieën rond vaardigheden aangeleerd die ook nuttig zijn voor de vreemde talen: • • • •
Leesstrategieën Luisterstrategieën Woordenschatstrategieën …
Woordenschatstrategieën “Goendroen” Context: “De Goendroen snuffelt aan de schoen.” Afbeelding:
Eventueel delen van een woord herkennen Leren opzoeken in een woordenboek De woordenschatdidactiek bestaat naast voorbewerken en semantiseren ook uit consolideren en controleren.
Leesstrategieën Oriënteren de fase (OVUR) • Wat is dit voor soort tekst? • Waar kom ik zulke teksten tegen? Waar komt deze tekst uit? • Wat is het doel van dit soort teksten? • Wat zijn de kenmerken van dit soort tekst? • Heb ik eerder zo’n tekst gelezen? • Waarom moet ik deze tekst lezen, wat moet ik met de informatie doen? • Hoe kan ik het lezen dus het beste aanpakken (= leesstrategie)
Leesstrategieën • oriënterend lezen (welke tekst is dit?) • zoekend lezen (treinschema) • globaal lezen (om een paar algemene vragen te beantwoorden) • intensief lezen (om specifieke vragen te beantwoorden) • studerend lezen (gedicht om nadien voor te dragen) • kritisch lezen (opiniestuk)
Advocaat van de duivel Opleiding nodig voor taalleerkrachten? Nederlands is bijvoorbeeld geen vertaald Frans en de grammaticale items van de verschillende talen verhouden zich niet een op een…
Een paar voorbeelden in handboeken
Differentiatie binnen A-stroom “officialiseren”? Bepaalde richtingen meer of minder grammatica aanbieden?
Een uur “algemene taalbeschouwing”?
Gooien we een van de troeven van het Vlaamse onderwijs (nl. de vreemde talen) niet te grabbel? Moeten we ervoor opteren om immersieonderwijs toe te passen en bepaalde zaakvakken in een vreemde taal onderwijzen zodat de leerlingen echt in een vreemde taal worden ondergedompeld?
Moeten de vreemde talen de trend van Nederlands volgen: zich meer richten op het communicatieve en de grammaticale kennis/termen uitstellen? Latijn pas vanaf de tweede graad?