Stand van zaken IGS Westhoek 15/11/2013 Redactie: Dieter Hoet
1. Overzicht Westhoekoverleg – Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel Intergemeentelijke samenwerking Cultuur – Erfgoed Forum Jeugd Intergemeentelijke samenwerking wonen Regierol sociale economie Intergemeentelijke samenwerking welzijn Regionale landschappen Westhoek
2. Versterken Westhoekoverleg De Westhoek is geen vragende partij voor de ontwikkeling van een nieuw regiobestuur op het niveau van de streek. De bestaande samenwerking moet efficiënter en transparanter worden georganiseerd. Intergemeentelijke en interbestuurlijke samenwerking in de Westhoek moet gebaseerd worden op een sterkere structurering van Westhoekoverleg waardoor minder ‘overleg’ noodzakelijk wordt. Deze structuur moet de regio in staat stellen om op een vlotte en efficiënte wijze projectontwikkeling tot stand te brengen t.b.v. de streek. Westhoekoverleg, het intergemeentelijk samenwerkingsverband van de achttien Westhoekgemeenten, is gebaseerd op het protocol van Westhoekoverleg dat eind 2013 afloopt en de statuten van de Interlokale Vereniging (IV) Westhoekpersoneel (WHP). Het protocol wordt goedgekeurd door de 18 Westhoekgemeenten voor een periode van 6 jaar en bepaalt de financiering die aan de grondslag ligt van de werking. De statuten van de IV WHP tevens goedgekeurd door de 18 Westhoekgemeenten, de West-Vlaamse Intercommunale (wvi) én de Provincie West-Vlaanderen bepalen hoe wvi ingeschakeld wordt om de werking van Westhoekoverleg mogelijk te maken. Een ontwerp van protocol ligt klaar om begin 2014 ter goedkeuring aan de gemeenteraden te worden voorgelegd. Dit nieuwe protocol voorziet dat het wordt ontbonden van zodra een Westhoekoverleg een rechtspersoon verwerft.
De werking van Westhoekoverleg is momenteel gebaseerd op de samenwerking met wvi. Strikt genomen is deze samenwerking bedoeld om het personeel van Westhoekoverleg tewerk te stellen: een coördinator en secretariaatsmedewerker. Het luik aanvullende overeenkomst’Westhoekoverleg’ van de interlokale vereniging WHP regelt de verhouding tussen Westhoekoverleg en wvi.
Projectvereniging De projectvereniging is de lichtste vorm van intergemeentelijke samenwerking met rechtspersoonlijkheid (cf. CO7). Overhead (zitpenningen, personeelsbeheer, …) komt in principe ten laste van de projectvereniging, tenzij hiervoor een beroep wordt gedaan op een externe partner (cf. CO7 die een beroep doet op Poperinge voor het personeelsbeheer en de boekhouding). Er wordt eveneens aangenomen dat er voor een projectvereniging niet kan worden gewerkt met meervoudige doelstellingen. Indien voor andere vormen van intergemeentelijke samenwerking een beroep moet worden gedaan op de projectvereniging, kan dit problemen stellen (bv. ontwikkeling regierol sociale economie en samenwerking inzake jeugdbeleid). Dienstverlenende vereniging Een dienstverlenende vereniging is een zwaardere structuur van intergemeentelijke samenwerking met rechtspersoon. Voor de oprichting ervan dient een procedure met de oprichting van een overlegorgaan te worden doorlopen om te bepalen welke taken er zullen worden ondergebracht in de vereniging. Een dergelijke vereniging kan samenwerking op meerdere beleidsdomeinen omhelzen.
Naast de tewerkstelling van personeel, kan er ook voor volgende diensten een beroep worden gedaan op wvi. 1. Inhoudelijke en technische ondersteuning a. Transnationale / grensoverschrijdende projectontwikkeling b. Grensoverschrijdende samenwerking, i.c. werking EGTS West-Vlaanderen / Flandre Dunkerque – Côte d’Opale c. Milieu en waterbeleid (kleinschalige waterzuivering, omgevingsvergunning, overleg milieudiensten, …) d. Mobiliteitsbeleid (Stuurgroep mobiliteit Westhoek, overleg De Lijn, …) e. Ruimtelijk ordening (werking Atrium, …) f. Regionale werking (uitwisseling met andere wvi-regio’s) g. Technische ondersteuning inzake GIS-toepassingen. 2. Inzetten van extra personeel ten behoeve van de streekwerking a. Ankerpunt Ruimtelijke Ordening / studie herbestemming leegstaande hoeves b. Ankerpunt Mobiliteit c. Begeleiding parochiekerken (Inzetten personeel en optreden in rechte t.b.v. Westhoekoverleg t.o.v. CRKC en Vlaanderen) d. Visiebepaling windturbines e. Ontwikkeling oplossing voor IGMA / IGDA 3. Vehikel voor inschakelen externe begeleiding a. Projectontwikkeling “bestuurlijke strategie” / samenwerking met KUL b. Projectontwikkeling “intergemeentelijke bedrijventerreinen” 2
Deze extra dienstverlening gebeurt vrijwel steeds op kosten van Westhoekoverleg of op basis van financiële middelen bijeengebracht in het kader van de streekwerking. Verdere versterking van Westhoekoverleg zal in eerste instantie worden gezocht in de ontwikkeling van de regiohubs in de schoot van wvi. Wvi moet evolueren in de richting van een ‘dienstverlenende vereniging’ in de ware zin van het woord, waarbij het zwaartepunt van de organisatie in de regio’s komt te liggen. De sleutel ligt hiervoor bij een beter management en een nieuwe bedrijfscultuur. De Westhoek dient nog verder uit te klaren welke rol ze voor de wvi in de toekomst ziet: 1. Wat zijn de kerntaken van de wvi? 2. Hoe kan de financiering ervan worden ingevuld (gemeentelijke solidariteitsfinanciering?) en hoe zal de ‘verevening’ tussen regio’s gebeuren gezien er nu op verschillende wijze in verschillende regio’s wordt ingezet? 3. In welke mate beschikt de regio hub over een eigen rechtspersoon en hoe verhoudt deze zich tot Westhoekoverleg?
3. IGS Cultuur in de Westhoek a) Stand van zaken De gemeenten die samenwerken in Hout & Blooteland (projectvereniging) zijn gebonden door hun overeenkomst t.e.m. eind 2014. De huidige samenwerking is beperkt tot samenwerking in het kader van de beeldbank (een product van CO7). Deze samenwerking wordt beëindigd. CO7 (projectvereniging) wenst verder te werken met de huidige parnters op de bestaande leest (1,65 euro / inw). 5-art (projectvereniging) wenst ook verder te werken op de bestaande leest (1,4 euro / inw). Recente gesprekken onder begeleiding van Westhoekoverleg 5-art en Diksmuide, Houthulst en Lo-Reninge leidden er toe dat de drie vernoemde gemeenten principieel beslisten om toe te treden tot 5-art. 2014 wordt een overgangsjaar om in 2015 volwaardige partner van 5-art te worden. Projectvereniging 5-art CO7 Hout & Blooteland Ginter
Cultuur x x x
Erfgoed X(beeldbank) X X(beeldank)
Archeologie x
Bibliotheek X X X
Hiernaast wordt er nog op diverse manieren samengewerkt tussen gemeente in dezelfde sfeer: bibliotheeksamenwerking Houthulst / Lo-Reninge, samenwerking deeltijds kunstonderwijs Diksmuide / Poperinge, … Ginter (0,33 euro / inw) is tevens geïnteresseerd om de partners van Hout en Blooteland op te nemen. Kortemark is hier reeds bij aangesloten. Koekelare gaf aan ook in deze richting verder te kijken. 3
Tegen 1 september 2013 moest een cultuurnota op het niveau van het intergemeentelijk samenwerkingsverband worden ingediend bij de Vlaamse overheid om terug aanspraak te kunnen maken op de subsidies cultuurcommunicatie (max 0,33 euro / inw). Bij deze indiening liet 5-art de opening naar de gemeenten van arr. Diksmuide om later in het samenwerking toe te treden, door hen in de cultuurnota van 5-art te vermelden. Tegen 1 april 2014 kan een nieuwe aanvraag voor subsidies in het kader van de erfgoedconvenant worden ingediend bij de Vlaamse overheid. Momenteel beschikt enkel CO7 over een dergelijke convenant, goed voor een Vlaamse enveloppe van 250.000,- euro. In 2015 zal 5-art uitgebreid met Diksmuide, Houthulst en Lo-Reninge een nieuwe poging ondernemen om een erfgoedconvenant te verwerven. Samenwerking rond cultuur en erfgoed kristalliseert zich in de Westhoek rond enerzijds CO7 in het zuiden, en 5-art en het noorden. In totaal zouden dan 3 Westhoekgemeenten buiten de intergemeentelijke samenwerking 5-art of CO7 aansluiting zoeken. Koekelare en Kortemark werken samen met Ginter en Wervik met de Dertien.
4. Forum Jeugd Zie bijlage 9.a – prioriteitennota jeugd Inspelend op de vraag vanuit Resoc besliste het daglijks bestuur van Westhoekoverleg om deze werking voor 2014 opnieuw te proberen te verlengen. Momenteel loopt de zoektocht naar financiële middelen.
5. IGS wonen in de Westhoek Westhoek: 3 woonwinkels 1. Woonwinkel West (6 gemeenten); 2. Woonwinkel Habito (3 gemeenten); 3. Woonwinkel kwalitatief wonen grensregio (2 gemeenten + Menen). Nieuwe evoluties: 1. Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle zijn vragende partij om hieromtrent ook intergemeentelijk samen te werken met Ieper. Deze beide gemeenten hebben beslisten om gezamenlijk te starten met een woonwinkel binnen de bepalingen van de IV WHP. 2. Op het niveau van de Westkust heeft De Panne zich terug getrokken uit de besprekingen om een woonwinkel op te starten. Provinciaal reglement betreffende de subsidiëring van West-Vlaamse intergemeentelijke samenwerking wonen (zgn. Woonwinkels) wordt afgeschaft voor eind dit jaar. Dit reglement ondersteunt gedurende drie jaar opstartende initiatieven intergemeentelijke samenwerking wonen,
4
beter gekend als de Woonwinkels(voor een max. bedrag van 150.000 euro). Voor Habito en West is dit reeds uitgedoofd.
6. Regionale Landschappen Westhoek Door de interne staatshervorming wordt de Provincie(ca. 30%) het centrale aanspreekpunt voor de organisatie van de regionale landschappen. De financiering van de regionale landschappen zal in hoofdzaak via de provincie verlopen. Dit zal gedeeltelijk gebeuren op basis van Vlaamse middelen (ca. 40%) die aan de provincie worden bezorgd en anderzijds aanvullend via provinciale middelen. Lokale besturen behouden hun aandeel in de financiering van de regionale landschappen (ca. 10% in de Westhoek).
a) Regionale Landschappen worden gebiedsdekkend voor de provincie. Regionale landschappen zijn gestart als beleidsinstrumenten voor landelijke regio’s. Door het gebiedsdekkend maken wordt deze werking (en de daaraan gekoppelde middelen) ook beschikbaar gemaakt voor meer verstedelijkte regio’s. Het lijkt onvermijdelijk dat er hierdoor minder middelen beschikbaar zullen zijn om te werken rond landschap in de Westhoek. Westhoekoverleg wenst de bestaande werking in de Westhoek wel uitbreiden richting Westkust en Wervik.
b) Westhoekoverleg pleit voor een eengemaakte structuur op Westhoekniveau. Verder bouwend op de filosofie achter de interne staatshervorming en de regioscreening is Westhoekoverleg vragende partij om te streven naar één rechtspersoon voor de beide bestaande regionale landschappen op Westhoekniveau. Momenteel moet deze rechtspersoon in de vorm van een vzw-structuur worden ingevuld. Dit laatste is decretaal bepaald. Westhoekoverleg spreekt zich expliciet uit tegen een “ersv-model”, hierdoor gaat de aansturing van deze werking vanuit de streek volledig verloren. Hierdoor zal de betrokkenheid van de doelgroepen, inclusief die van de lokale besturen onder druk komen te staan. Een aandachtspunt betreft de verhouding t.o.v. de intergemeentelijke samenwerking inzake erfgoed en archeologie, waarmee inhoudelijke raakvlakken zijn.
c) Financiering nog niet volledig uitgeklaard. 1. Projectmiddelen ANB worden slechts voor 70% overgedragen naar de provincies. Concreet betekent dit dat de regionale landschappen zich vragen stellen omtrent de financiering van werking en personeel. Concreet voor de Westhoek betekent dit in 2014 ongeveer 40.000 euro en dit is basisfinanciering loon- en werkingskosten. Via de VVP zou gelobbyd worden om die 30%, die ANB wil houden voor projectenpot Instandhoudingsdoelstellingen, te oormerken voor elk regionaal landschap maar dit zou moeilijk liggen omdat de gedeputeerden dit vorig jaar al goedgekeurd hadden, zonder te beseffen dat dit niet exclusief voor de RL'n zou zijn.
5
2. Regionale landschappen hadden onder het bestaande regime recht op een gezamenlijke toelage van 220.000,- euro van onroerend erfgoed: in het overgangsjaar naar de nieuwe werking zullen de regionale landschappen geconfronteerd worden met 20% minder inkomsten wegens wegvallen koppelsubsidies. 3. De gemeenten willen hun bijdrage aan het RL behouden zoals ze nu is. Geen vermindering, maar ook geen verhoging.
7. IGS welzijn in de Westhoek Zie bijlage 9.b: brief Vlaanderen Zie bijlage 9.c: brief provincie
a) Aanleiding De regionale welzijnsraden Ieper en Veurne-Diksmuide(2 vzw’s goed voor 2,3 VTE) worden voor 95% door de provincie gefinancierd. Deze subsidielijn zal stoppen na dit jaar. In andere provincies is dit niet het geval. In september bevestigde de Gedeputeerde dat de bestaande werking niet verder zal worden ondersteund door de provincie. Hierdoor werd het personeel in vooropzeg geplaatst.
b) Uitdaging voor de Westhoek? De bestaande structuur van de regionale welzijnsraden stelt de regio in staat om flexibel in te spelen op concrete welzijnsnoden. Vanuit de provincie zal een ‘impulsreglement’ beschikbaar blijven om projectmatig in te spelen op deze noden. Welke rol Vlaanderen hierin zal opnemen is nog niet duidelijk. Westhoekoverleghecht belang aan een flexibele structuur (met rechtspersoon) die dienstig is voor het inzetten van personeel en het dragen van de projectontwikkeling voor het aanpakken van welzijnsuitdagingen op Westhoekniveau. Westhoekoverleg is GEEN vragende partij om de welzijnsraden in hun huidige werking te continueren. Welke functies / taken dient deze werking in te vullen? In het verleden zijn deze bekend van jspot, woonzorg arro Ieper, basismobiliteit, schuldpreventie, … Actiepunten voor de toekomst zijn o.a. Beleidsmatig opvolging op Westhoekniveau: -
Kansarmoede / plattelandsarmoede; Mobiliteitsarmoede;
Gerichte projectontwikkeling: -
Thuisloosheid; Beperkte aanbod huurwoningen; Crisisopvang; Opvang vreemdelingen; Begeleiding landbouwers; 6
-
Opvoedingsondersteuning; Drughulpverlening; Suicidepreventie; …
c) Voorlopige conclusie Een fusie van beide welzijnsraden en een duidelijke positionering t.a.v. de streekwerking is minstens aan de orde. De IV WHP kan hiertoe het vehikel zijn. Indien er geen actie wordt genomen zal er geen regionale instantie meer bestaan die welzijnsuitdagingen op het niveau van de Westhoek kan opnemen. Verder dient een inhoudelijk actieplan voor de komende jaren te worden opgemaakt.
8. Ontwikkeling regierol Sociale Economie In het voorjaar van 2013 besliste Westhoekoverleg principieel om in te tekenen op de projectoproep van de Vlaamse regering inzake sociale economie. De Westhoek kan aanspraak maken op een jaarlijkse projectsubsidie van 75.000,- euro. Dit is goed voor een coördinator op streekniveau en een beperkte projectenveloppe. De keuze werd gemaakt voor intekening via de interlokale vereniging WHP. Stad Diksmuide treedt op als beherende partner.
Redactie: Dieter Hoet
7
1
9. Bijlagen a) Bijlage 9.a: Prioriteitennota Jeugd
ONTWERP:PRIORITEITENNOTA TOEKOMST FORUM JEUGD WESTHOEK
1. INLEIDING
In 2007 gaat Westhoekoverleg van start met een jeugdoverleg als reactie op de vastgestelde braindraintendens in de regio. In het jeugdoverleg nemen jeugdconsulenten, schepenen jeugd, jeugdraadvoorzitters en gemeenteraadsleden -35 jaar samen plaats aan tafel voor een overleg met regionale insteek. Uit dit initiatief groeide vanaf 2009 het door Leader–gesteunde project “Impulsprogramma Jeugd in de Westhoek” (einde op december 2012) die de reeds geleverde inspanningen continueerde. Op vandaag (juli 2013) functioneert het Forum Jeugd Westhoek via de tijdelijk toegekende overbruggingsperiode (tot eind 2013) naar aanleiding van de voorbije gemeenteraadsverkiezingen. Het Forum wenst echter ook in de toekomst trouw te blijven aan haar vier kerntaken die voorafgaand aan de overbruggingsperiode met de betrokken gemeenten werden vastgelegd: overleg (fysiek overleg binnen de sector); afstemming (innemen van bv. gezamenlijke standpunten); expertiseontwikkeling en themaondersteuning (projectwerk – themawerk – opvolgen actualiteit) (bv. Paspartoe onder vleugels Forum Jeugd) en vertegenwoordiging (beïnvloeding andere beleidssectoren). De evolutie van een jeugdoverleg naar de structuur “Forum Jeugd Westhoek” wordt tot op heden beschouwd als een bottom-up proces: de initiële vraag naar meer samenwerking in de regio op het vlak van jeugd werd indertijd door lokale praktijkactoren gesteld. Ondertussen wordt sinds januari 2013 de toekomstvisie van het Forum via overleg (stuurgroep jeugd, Forum Jeugd Westhoek en terugkoppeling naar andere fora) verder uitgebouwd. In deze nota wensen we de vijf prioriteiten van het Forum Jeugd vanaf 2014 voor te stellen en tegelijkertijd af te toetsen met de beleidsactoren. De werking werd gebaseerd op een verderzetting van de huidige vorm: een voltijdse projectcoördinator onder de vleugels van het Westhoekoverleg met als werkingsgebied de volledige Westhoek. Een stuurgroep stuurt het Forum Jeugd aan, die op zijn beurt nogmaals vier werkgroepen verzamelt. Vanuit deze werkgroepen communiceert men dan opnieuw richting de “algemene vergadering” zijnde het Forum zoals het vandaag bestaat: een combinatie van jeugdconsulenten, schepenen jeugd,
2 vertegenwoordiging vanuit de provincie West-Vlaanderen, de coördinator van het Westhoekoverleg en projectcoördinator Forum Jeugd. De werkgroep werkt verder aan een visie omtrent het thema op regionaal niveau en doet insteken naar de partners (Forum): projectvoorstellen, aftoetsen van ideeën… Bedoeling is deze allen onder het Forum Jeugd te kunnen organiseren: een grotere garantie op slagen en bovendien een sterkere merknaam met zekere bekendheid in de regio en daarbuiten. Met deze nota streven weeen gelijke vertaling van deze prioriteiten op streekniveau naar een lokaal niveau na: een opname van deze prioriteiten op regioniveau in de meerjarenplanning van elke Westhoekgemeente. Op deze manier bouwen we verder aan versterkt jeugd-netwerk in onze regio. 2. PRIORITEITEN
A. JONGERENCULTUUR 1. Historisch kader Een onderzoek naar de aanhoudende braindrain uit de Westhoek duiddeeen onder andere kwalitatief lager ingeschat jongerencultuurprogramma alsbelangrijkeoorzaak aan1(Prof. Thissen Blijven of wijken). Hier kwam vrijwel onmiddellijk reactie op via hetimpulsprogramma (Leader, vanuit Westhoekoverleg)die een sterke jeugd-cultuur-focus beoogde. Het belang van dit thema werd bovendien opnieuw (na 2011-2013) aangetoond bij de bekendmaking van de nieuwe Vlaamse beleidsprioriteiten (2014-2019) waar de aandacht voor jeugdcultuur opnieuw werd benadrukt, door extra ondersteuning van “het voeren van een beleid ter verhoging van de aandacht voor jeugdcultuur”. Op Westhoekniveau wordt bovendien ook via het nieuwe streekpact (2013-2019) de aandacht voor jongerencultuur bevestigd. Ervaringen uit het verleden dienen hier uiteraard als basiskennis voor dit thema (bv. vorige edities Art.19). Deze opgebouwde expertise is ondertussen sterk gegroeid: opgedane ervaringen, kennisvan vele praktijkwerkers aangevuld met de uitkomst van diverse onderzoeken naar basisfacetten rond jongerencultuur: de ziel, geest, aanbod, vraag, verankering … Vanuit deze visie kunnen concrete acties, geënt op de lokale situatie en verwachtingen geformuleerd worden en kan een “hands on” plan groeien.
2. Werkgroep Er wordt een werkgroep van experts in dit themasamengesteld die hierover verder nadenkt en concrete acties formuleert en voorstelt. Belangrijk hierbij is dat het regionale aspect grondig verder wordt verkend, zodat op regioniveau aan eenzelfde verhaal kan worden gebouwd. We verenigen partners, pogen middelen te genereren, ondersteuning te bieden, communicatie naar regio en externe partners te optimaliseren… Terugkoppeling van deze werkgroep gebeurt op het Forum Jeugd. Uiteraard kan dit in verder overleg met andere partners zoals bv. CO7, streekwerking cultuur, 5-art, academies…
1
Blijven of wijken. De betrokkenheid van jongeren in de Westhoek op hun omgeving. Dr. Prof. Frans Thissen.
3 3. Doelstellingen/toekomstacties/denkpistes Doelstelling. Continuering/verankering van een jongerencultuuraanbod in de regio: dit betekent zowel het openstellen vanhuidige acties als een meer efficiënte communicatie tussen streekactoren (jeugd/cultuur). Dit zou op termijn leiden tot een hogere mate van professionalisme omtrent jongerencultuur op regioniveau. Doelstelling: Aandacht voor lokale sensibilisering: aandacht voor openheid, ruimte voor experiment, voor bottom-up processen… Het jong zijn in de streek moet meer vorm en inhoud krijgen. Het gaat in eerste instantie om een ‘mindset’ die aanwezig moet zijn in de streek bij beleidsmensen, maar even goed bij zoveel mensen die actief zijn binnen diverse sectoren zoals cultuur, vrije tijd, werk en economie (publieke en private sector). Concrete actie: Editie Art.19 2014 wordt opengesteld voor nieuwe partners.Kostprijs editie 2013 €22.000, momenteel reeds engagement van 8 gemeenten t.w.v. €8.500. Concrete actie:Blijven ondersteunen van lopende projecten (bv. uitwisseling lokale bands), uitwerken van nieuweprojecten 4. Basisvoorwaarden/kritische succesfactoren Belangrijk is de “mindset” zoals hierboven beschreven (de overtuiging, het engagement, ondersteuning solidariteitsprincipe), het kúnnen ruimte maken voor het groeitraject dat dergelijk ruim thema vereist. Personeelsinzet inclusief projectenvelop. Infrastructuur en netwerk met: bv. jeugdverenigingen, repetitieruimtesmaar ook tijdelijk beschikbare ruimtes.
jeugdhuizen,
cultuurhuizen,
B. VRIJETIJDSAANBOD JEUGDWERK 1. Historisch kader Dit ruime thema vindt zijn oorsprong o.a. in de jarenlange traditie van samenwerken voor uiteenlopende doelen zoals: paspartoe: een intergemeentelijke samenwerking i.h.k.v. (vakantie-)activiteitenontwikkeling door 10 gemeenten die ontstond onder impuls van provinciale subsidies; samenaankoop speelpleinsoftware: een bundeling van de krachten om aan goedkoper tarief (gelijke verdeelsleutel) een digitalisering van de speelpleinwerkingen te ondersteunen; noordelijk initiatief i.h.k.v. uitwisselen lokale bands/DJ’s; … Zoals blijkt uit voorgaande voorbeelden valt deze prioriteit moeilijk onder één noemer te plaatsen. Het gaat om zowel een vakantie-aanbod activiteiten voor kinderen, de verdere ontplooiing van het speelpleingegeven, vrijetijdsaanbod voor kinderen/jongeren buiten schoolvakanties… In het kader van de toekomstige werking wordt evenzeer het thema “kinderopvang” tot deze groep
4 gerekend. In welke mate is deze beschikbaar in de regio? Is deze flexibel? Zijn er andere noden dan deze die we op vandaag signaleren? Het gaat hier dus enerzijds om: 1
2
een verderzetting van de huidige acties. Bv. wat vanaf januari 2014 wanneer het provinciale subsidiereglement rond intergemeentelijk samenwerking i.h.k.v. jeugd verdwijnt? Welke continueringsmogelijkheden biedt een koepel als Forum Jeugd voor dergelijke huidige als toekomstig samenwerkingen? De opbouw van eengemeente-overschrijdend netwerk vrijetijdsaanbod/kinderopvang.
Eind dit jaar verdwijnen dergelijke provinciale subsidiereglementen waardoor dringend op zoek dient te worden gegaan naar verdere verankering !
2. Werkgroep Deze werkgroep dient een gevarieerde groep mensen te verenigen die samen de doelstellingen procesmatig kunnen verwezenlijken. Het gaat om jeugdconsulenten, voorzitters particuliere speelpleinwerkingen of hoofdanimatoren, schepenen jeugd maar ook externen (denk link met sport, cultuur, werk in westhoek…). Zij vormen samen een brainstormpool die de klassieke vrijetijdsaanbodaangelegenheden overschrijdt, op regionaal niveau. Tegelijkertijd huizen uiteraard verschillende concrete acties/initiatieven in het kader van deze prioriteit. Terugkoppeling van de werkgroep gebeurt via het Forum Jeugd.
3. Doelstellingen/toekomstacties Doelstelling: regionale inventarisatie speelpleinwerkingen: waar, wanneer, wat, kostprijs(bv. actualiseren initiatief noordelijke Westhoek) Doelstelling: Gemeente-overschrijdend vrijetijdsaanbod genereren Doelstelling: Link vanuit jeugd naar sport-, cultuur-, werkveld maken. Concrete actie: Digitaliseren van het aanbod (vb. www.popsjot.be) - professionalisering Concrete actie: Continueren/opzetten regionale tienerwerking (cf. paspartoe) als “merk” Concrete actie: Niches in beeld brengen en hierop aanbod voorzien (breder dan jeugd alleen) 4. Basisvoorwaarden/kritische succesfactoren Heroriënteren van bestaande financiële stromen rond vrijetijdsaanbod bv. lokale middelen opvang, verdwijnende provinciale ondersteuning (bv. focus gemeenten op basisopvang, aanbod niches door grotere steden) Personeelsinzet Kunnen beroep doen op PDPOIII-middelen bv. creatief opvangaanbod realiseren
5
C. ONDERNEMERSCHAP a. Historisch kader RESOC Westhoek zette de voorbije jaren eveneens sterk in op het jongerenverhaal in de regio, in het bijzonder met het “van braindrain naar braingain-“ programma in samenwerking met de werkgeversorganisaties VKW West-Vlaanderen, VOKA Kamer van Koophandel West-Vlaanderen en UNIZO Regio Westhoek. Uit een studie, uitgevoerd door VKW, bleek dat jongeren tussen hun 18e en 25e levensjaar onze streek onder meer verlaten op zoek naar studie- of carrièremogelijkheden. Dit project wil jongeren overtuigen van de kwaliteiten van de Westhoek als werkregio en zo opgeleide jongeren aantrekken en/of behouden. Er zijn in de streek wel degelijk mogelijkheden voor mensen met een hogeschool- of universiteitsdiploma, alleen worden deze vacatures vaak te weinig belicht. In het vervolgprogramma, “Westhoek inspireert ondernemerschap“, worden de kwaliteiten van de regio extra in de verf gezet met als doel ondernemerschap te stimuleren. Hier ontbreekt echter de link met jonge ondernemers in het kader van leren ondernemen. Tijdens de opmaak van het huidige streekpact wordt in het kader van het ontwikkelen van een kwaliteitsvolle woonomgeving mee ingezet (vanuit jeugd) op ruimte voor jongerencultuur (zie prioriteit 1) maar evenzeer op stimuleren van jong ondernemerschap.
b. Werkgroep Er wordt een werkgroep opgezet met actoren uit de jeugdsector in combinatie met sociale partners en experts: vertegenwoordiging van RESOC Westhoek, VOKA Kamer van Koophandel, UNIZO Westhoek, vertegenwoordiging ABVV/ACV, VDAB en POM West-Vlaanderen. Terugkoppeling van deze werkgroep gebeurt via het Forum zelf, occasioneel bij betrokken partners.
c. Doelstellingen/toekomstacties/denkpistes Doelstelling: Mee verantwoordelijkheid opnemen voor acties geformuleerd in streekpact m.b.t. jeugd. Doelstelling:Aandacht vergroten voor “jonge ondernemers” en hun kansen in de regio. Doelstelling: Interesse bij de ondernemerswereld aftoetsen m.b.t. jeugdthema’s. Actie:Overleg en acties voor zowel starters in privésector(bv. pop-up stores) als voor andere vormen van ondernemerschap, bv. het runnen van jeugdbeweging, organisatie van evenementen… Actie:Privé-sector nauwer betrekken bij overleg en acties, we hoeven niet enkel richting klassieke ondersteuning te kijken (bv. binnen een jongerencultuurproject, cf. beursvloer…). d. Basisvoorwaarden
6 Ondersteuning en expertisevan sociale partners. Middelen en personeelsinzet.
D. VORMING & NETWERKEN 1. Historisch kader Een doorgedreven professionalisering van het vrijwilligerswerk in de regio wordt nog al te vaak afgeremd door een te hoge kostprijs van vorming en de af te leggen afstand ernaartoe. Vrijwilligers zijn nochtans een noodzakelijke schakel in het jeugdwerk die best wat extra ondersteuning verdienen: jeugdhuismedewerkers, animatoren, jeugdverenigingsleden…
2. Participatietraject Via het Forum zelf (of werkgroepen) verkrijgen we een aansturing vanuit het werkveld (vrijwilligers) die via de jeugddiensten een regionale nood of verwachting kunnen aantonen. Dit kan zowel om vorming als overleg over bepaalde thema’s (bv. preventie) en problematieken gaan (bv. samenbrengen jeugdraadvoorzitters i.h.k.v. standpunt GAS-boetes). Communicatie en overleg met expertpartners moet hierop worden afgestemd, bv. CVO, vormingplus, Formaat, CO7, provincie…
3. Denkpistes/concrete acties Doelstelling: mogelijkheid tot aanbieden professionele vorming aan betaalbare prijzen op verscheidene locaties in de regiobv. agressiepreventie, opleidingfuifbuddies, opleiding jeugdadviseurs, vzw-wetgeving, media, geluidsnormen… Concreteactie: organisatie vorming/infosessies vanuit koepel Forum Jeugd, in samenspraak met experts Doelstelling:meer en beter regio-overleg jeugdwerkvrijwilligers Concrete actie: thema-overleg organiseren vanuit koepel Forum Jeugd, met ondersteuning van experts 4. Infrastructuur/basisvoorwaarden Ontwikkelen basiscommunicatie Beschikbare jeugdhuizeninfrastructuur of gemeentelijke infrastructuur Gemeentelijke diensten Middelen
E. INTEGRATIEF WERKEN: CATEGORALE JEUGDREFLEX 1. Historisch kader Het integratief werken omvat het vertegenwoordigingswerk die het Forum tot op vandaag opneemt,
7 een categorale jeugdreflex: continueaandacht voor jeugd ook bij andere beleidsdomeinen. Belangrijke nuance hieris dat het Forum geen initiatiefnemer is. Insteken en terugkoppeling op het Forum Jeugd en de werkgroepen.
2. Thema’s Welzijn: opvoedingsondersteuning, acties suïcidecijfers westhoek, maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, opvolging JAC Westhoek (jocieper), preventie drugs-en alcoholproblematiek… Wonen: bv. starterswoningen Mobiliteit: insteken vanuit dagelijks werking Werken: zie luik ondernemerschap
3. FINANCIËLE KANALEN Algemene werking -
-
Engagementsbijdrage van deelnemende gemeenten als “lidgeld” Provincie West-Vlaanderen: Ontwerp van decreet bepaling provinciaal jeugdbeleid - Art.8, 5°: “De provinciebesturen zijn bevoegd voor het coachen, stimuleren van netwerken en vorming van gemeentebesturen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verenigingen actief op voornoemde terreinen.” Rest: mogelijkheden Westhoekoverleg? PDPOIII-middelen: omgevingskwaliteit
Prioriteit jongerencultuur -
-
Prioriteit jongerencultuur Vlaanderen (zie bijlage) Subsidiereglementen cultuur West-Vlaanderen o Sociaal-culturele projecten o Artistiek-culturele projecten RESOC: trekkingsrechten beschikbaar bij acties uit het Streekpact?
Prioriteit vrijetijdsaanbod -
Provincie West-Vlaanderen: Impulsreglement Welzijn binnen provinciale beleidsdomeinen: toegankelijkheid en informatie, gelijke kansen, gezondheid en zorg en wonen.
Prioriteit ondernemerschap RESOC: trekkingsrechten beschikbaar bij acties uit het Streekpact?
b) Bijlage 9.b: Brief Vlaanderen.
Ieper, 18 oktober 2013 Aan de heer Jo Vandeurzen Vlaams minister welzijn K. Albert II-laan 35 bus 90 1030 Brussel
Cc: VVSG en Vlaamse Parlementairen Westhoek Betreft: nood aan een structuur op Westhoekniveau om welzijnsuitdagingen op streekniveau aan te gaan.
Geachte heer, Sinds 2001 brengt Westhoekoverleg in nauwe samenwerking met de gebiedsgerichte werking van de provincie de 18 OCMW voorzitters op geregelde basis bijeen. De afgelopen jaren gaf deze werkwijze aanleiding tot verdergaande netwerkvorming op het niveau van de sociale diensten en de OCMW woonzorgcentra. Deze steeds verdergaande samenwerking op regionaal niveau kon onmogelijk worden gerealiseerd zonder de intensieve begeleiding van de gebiedsgerichte werking. Deze verregaande netwerkvorming lag eveneens aan de basis van diverse projectmatige ontwikkelingen inzake schuldpreventie, drughulpverlening, crisisopvang, … De aanwezigheid in de streek van een structuur die deze projectontwikkeling juridisch, personeel en financieel kan dragen is hier bij een noodzakelijke voorwaarde. Tot op heden was dit een rol de regionale welzijnsraden van de Westhoek: Veurne / Diksmuide en arrondissement Ieper (WAI). De interne staatshervorming, het eruit voortvloeiend bestuursakkoord met de Provincie West-Vlaanderen en de inkrimping van de Vlaamse dotatie in de werking van de provincie vormen de directe aanleiding voor de stopzetting van de werking van deze regionale welzijnsraden in de Westhoek. Hiermee verliest de Westhoek een structuur die een dergelijke functie op zich nam. Niettemin is Westhoekoverleg deels naar aanleiding van discussies in het kader van de regioscreening en interne staatshervorming vragende partij voor het hebben van een dergelijke structuur die de streek in staat stelt om welzijnsuitdagingen het hoofd te bieden. Enerzijds is reeds bekend gemaakt door de Provincie dat er een impulsbeleid zal zijn rond specifieke inhoudelijke thema’s. Dit is een goede zaak want het is belangrijk dat er financiële prikkels worden voorzien voor het starten van een intergemeentelijke aanpak rond punctuele welzijnsuitdagingen.
Anderzijds lazen we in het bestuursakkoord met de Vlaamse overheid dat de provincie een belangrijke taak toegewezen krijgt in de bovengemeentelijke netwerkvorming. We zijn zeer benieuwd naar de wijze waarop de provincie hier verder invulling aan zal geven? Duidelijk is dat het tot op vandaag bestaande instrument van de regionale welzijnsraden in deze is uitgespeeld. Wat de toekomst zal brengen is vooralsnog koffiedik kijken. Het louter voorzien van impulsen voor intergemeentelijke samenwerking is naar onze mening niet voldoende om de taak van bovengemeentelijke netwerkvorming waar te maken. In de schoot van Westhoekoverleg vormde de interne staatshervorming aanleiding tot debat. In deze debatten komt de noodzaak naar voor van een welzijnsstructuur die in staat is om uitdagingen aan te pakken op streekniveau sterk naar voor. De Westhoekgemeenten rekenen ook op het partnerschap van Vlaanderen voor de aanpak van welzijnsuitdagingen op streekniveau. Dit is van belang op een drietal onderdelen. Ten eerste zijn de lokale besturen van de Westhoek ervan overtuigd dat deze aanpak op streekniveau de juiste is. Dit ligt in lijn met de beleidsbrief van de Minister waarin expliciet wordt verwezen naar intergemeentelijke samenwerking en samenwerking met (semi-) private welzijnsactoren. Ten tweede zijn de Westhoekgemeenten er van overtuigd dat in de huidige situatie gemeenten niet alleen kunnen opdraaien voor deze vormen van intergemeentelijke samenwerking. Het is verbijsterend dat de Vlaamse overheid enerzijds de financiering van samenwerking via de provincies stop zet en anderzijds pleit voor meer samenwerking. Ten derde is Westhoekoverleg er van overtuigd dat de Westhoek de geschikte entiteit is voor bestuurlijke samenwerking inzake welzijnsbeleid. De regioscreening duidde de Westhoek aan als belangrijke schaal van samenwerking tussen de 18 gemeenten. Jammergenoeg druist het beleid van de Vlaamse overheid van de afgelopen jaren met o.a. de afbakening van de zorgregio’s, de SEL’s, de werkingsgebieden van de CAW’s, … hier tegen in. De Westhoek wordt gekenmerkt door zijn uitgestrektheid en afwezigheid van grote centrumsteden. Een aangepaste beleidsbenadering rekening houdend met deze uitgestrektheid en netwerk van kleinstedelijke centra, is in het beleidsdomein welzijn cruciaal. We hopen dat de Vlaamse overheid hiervoor de nodige erkenning kan opbrengen. Een passage die trouwens in het bestuursakkoord onder de noemer ‘territoriale homogeniteit’ terugkeert.
Hoogachtend,
Dieter Hoet Coördinator Westhoekoverleg
Christof Dejaegher Voorzitter Westhoekoverleg Burgemeester Poperinge
c) Bijlage 9.c: Brief provincie
Ieper, 16 oktober 2013 Aan mevrouw Myriam Vanlerberghe Gedeputeerde voor Welzijn Provinciehuis Boeverbos K. Leopold III-laan 41 8200 Brugge
Cc: gedeputeerde Decorte en Westhoek-provincieraadsleden Betreft: nood aan een structuur op Westhoekniveau om welzijnsuitdagingen op streekniveau aan te gaan.
Geachte gedeputeerde, Het is ondertussen algemeen bekend dat de interne staatshervorming niet zonder gevolgen is voor het provinciale welzijnsbeleid. Concreet voor welzijn betekent dit dat de provincie heel wat bevoegdheden (en middelen) verliest om te werken rond welzijn. Enerzijds is reeds bekend gemaakt door de Provincie dat er een impulsbeleid zal zijn rond specifieke inhoudelijke thema’s. Dit is een goede zaak want het is belangrijk dat er financiële prikkels worden voorzien voor het starten van een intergemeentelijke aanpak rond punctuele welzijnsuitdagingen. Anderzijds lazen we in het bestuursakkoord met de Vlaamse overheid dat de provincie een belangrijke taak toegewezen krijgt in de bovengemeentelijke netwerkvorming. We hopen dat de provincie hier de kans zal grijpen om via de gebiedsgerichte werking hier versterkt op in te zetten, gezien het duidelijk is dat het tot op vandaag bestaande instrument van de regionale welzijnsraden in deze is uitgespeeld. Sinds 2001 brengt Westhoekoverleg in nauwe samenwerking met de gebiedsgerichte werking van de provincie de 18 OCMW voorzitters op geregelde basis bijeen. De afgelopen jaren gaf deze werkwijze aanleiding tot verdergaande netwerkvorming op het niveau van de sociale diensten en de OCMW woonzorgcentra. Deze steeds verdergaande samenwerking op regionaal niveau kon onmogelijk worden gerealiseerd zonder de intensieve begeleiding van de gebiedsgerichte werking. Deze verregaande netwerkvorming lag eveneens aan de basis van diverse projectmatige ontwikkelingen inzake schuldpreventie, drughulpverlening, crisisopvang, … De aanwezigheid in de streek van een structuur die deze projectontwikkeling juridisch, personeel en financieel kan dragen is hierbij een noodzakelijke voorwaarde. Met de afbouw van de twee regionale welzijnsraden in de Westhoek dreigen we een structuur die een dergelijke functie op zich kan nemen te verliezen. In de schoot van Westhoekoverleg vormde de interne staatshervorming aanleiding tot debat. In deze debatten komt de noodzaak naar voor van een welzijnsstructuur die in staat is om uitdagingen aan te pakken op streekniveau. Westhoekoverleg hoopt op het partnerschap van de provincie te mogen rekenen om deze structuur waar te maken.
Tot slot hopen we ook te mogen rekenen op het partnerschap van de provincie in het bepleiten van deze werkwijze bij de Vlaamse overheid. Dit is van belang op een drietal onderdelen. Ten eerste moet Vlaanderen overtuigd worden dat deze aanpak op streekniveau de juiste is. De krijtlijnen van de beleidsbrief van Minister Vandeurzen stellen ons hier reeds gerust dat dit haalbaar is. In zijn beleidsdoelstellingen wordt expliciet verwezen naar intergemeentelijke samenwerking en samenwerking met (semi-) private welzijnsactoren. Ten tweede zijn de Westhoekgemeenten er van overtuigd dat Vlaanderen beseft dat gemeenten in de huidige situatie niet alleen financieel kunnen opdraaien voor deze vormen van intergemeentelijke samenwerking. Het is verbijsterend om als Vlaamse overheid enerzijds de financiering van samenwerking via de provincies stop te zetten en anderzijds te pleiten voor meer samenwerking. Ten derde dient Vlaanderen opnieuw de Westhoek te erkennen als entiteit van bestuurlijke samenwerking voor welzijnsbeleid. De regioscreening duidde de Westhoek aan als belangrijke schaal van samenwerking tussen de 18 gemeenten én de Provincie West-Vlaanderen. Het beleid van de Vlaamse overheid van de afgelopen jaren met o.a. de afbakening van de zorgregio’s, de SEL’s, de werkingsgebieden van de CAW’s, … druist hier lijnrecht tegen in. De Westhoek wordt gekenmerkt door zijn uitgestrektheid en afwezigheid van grote centrumsteden. Een aangepaste beleidsbenadering rekening houdend met deze uitgestrektheid en netwerk van kleinstedelijke centra, is in het beleidsdomein welzijn aan de orde. We hopen ook hiervoor op het partnerschap van de provincie te mogen rekenen. Een taak die trouwens aan de provincie is toegewezen in het bestuursakkoord onder de noemer ‘territoriale homogeniteit’.
Hoogachtend,
Dieter Hoet Coördinator Westhoekoverleg
Christof Dejaegher Voorzitter Westhoekoverleg Burgemeester Poperinge