CCN VOGELZANG CBN C
Belgique-België P.P. / P.B.
C
1050
N VOGELZANG
Bruxelles Brussel 1/7854
5
PERIODIQUE TRIMESTRIEL DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT 2ème trimestre / 2de kwartaal 2012 Bur. Dépôt / Afgiftekantoor : Bruxelles / Brussel 5 Edit. resp. / Verantw. uitg.: Peter VANBELLINGHEN - P 002851 Bld. Gen. Jacqueslaan 155, 1050 Bruxelles / Brussel BE17 2100 0621 4621 CCN VOGELZANG CBN INFO : 02.640.19.24 @:
[email protected] : http://users.edpnet.be/ccnvogelzangcbn/
CCN VOGELZANG CBN C
B
N VOGELZANG
FEUILLE DE CONTACT N°-Nr 17/2012 CONTACTBLAD
Sommaire EDITORIAL VENIR ET PARTIR une histoire qui se répète INVENTAIRES & VISITES VIE DE L„ASSOCIATION VOGELZANG a besoin de vous ! Formulaire versement Promenades NATURE 2012
page/blz. 2-5 6 - 15 15 - 16 17 - 18 20 20 annexes
- Overzicht HOOFDARTIKEL KOMEN EN GAAN een verhaal zonder einde INVENTARISSEN & WANDELINGEN VERENIGINGSLEVEN VOGELZANG heeft je nodig! Stortingsformulier NATUURwandelingen 2012
Avec le soutien de / Met de steun van :
PROTECTION DES OISEAUX
VOGELBESCHERMING
2/2012 - 1 -
Chers amis,
Beste Vrienden,
Cette nouvelle feuille de contact porte le N° 17 et c‟est donc aussi la 17ème année qu‟elle vous informe des hauts et des bas de la Vallée du Vogelzangbeek. En ajoutant les années de préparation pour la demande de classement, on atteint 20 années d‟action pour la nature à Anderlecht ! Certains apprécient, d‟autres ne sont pas conscients du travail accompli par les bénévoles. Pourtant tout le monde peut tirer bénéfice de cet écrin de verdure. Que ce soit le naturaliste qui y perfectionne et complète ses connaissances, les enfants qui y découvrent avec émerveillement ce monde, les promeneurs qui y trouvent l‟étonnante tranquillité dont ils ont besoin pour apporter un équilibre dans leur vie de tous les jours, ou encore les amoureux de la nature qui y trouvent inspiration pour leurs créations, … tous y ont sans doute trouvé une satisfaction qui répond à leur besoin.
Dit nieuwe contactblad draagt het nummer 17; dit betekent ook dat jullie nu reeds 17 jaren lang info krijgen over het wel en wee van de Vogelzangbeekvallei. Indien men er de voorbereidingsjaren rond de aanvraag tot bescherming bijtelt bekomt men 20 jaren actie voor de natuur in Anderlecht! Sommigen weten het op prijs te stellen, anderen echter beseffen niet hoeveel werk door de vrijwilligers verzet werd. Nochtans kan iedereen baat hebben bij dit groene juweeltje. Zowel de natuurkenner die er zijn kennis aanscherpt en vervolledigt, als de kinderen die vol verwondering die wereld ontdekken. Zowel de wandelaar die er de verrassende rust vindt, zo broodnodig om in het dagelijkse leven het evenwicht te vinden, als de natuurliefhebber die er inspiratie vindt voor zijn creatief werk… Allen hebben er vermoedelijk een voldoening gevonden die aan hun noden beantwoordt.
Dommage que ces besoins ne soient pas toujours reconnus par la société et par certains décideurs. L‟échec du sommet pour le climat à Durban en novembre de l‟année passée est éloquent. Chez nous, on ne fait pas mieux, car le programme du nouveau Gouvernement fédéral laisse un vide béant au niveau des engagements environnementaux et ne parlons pas de la Biodiversité, 2010 est déjà loin … et oubliée ! Dans notre Région déjà fortement urbanisée, on annonce des nouveaux projets comme un Plan d‟Affectation du Sol démographique, un Plan de Développement durable, un Plan de Développement international et à chaque occasion, on nous rappelle le grand besoin de construire de nombreux logements. Nous voulons mettre en garde nos décideurs, car si l‟urbanisation des 50 dernières années autour de Bruxelles se poursuit à la même cadence et avec les mêmes accélérations pendant encore 50 années, nous courons tout droit vers le trou noir. Tout projet qui prévoit la consommation de nos derniers espaces libres signifie aussi la disparition d‟un potentiel pour la nature et l‟appauvrissement de notre environnement. Qu‟on le veuille ou non, la Nature et l‟Eau sont pourtant nos dernières ressources naturelles que nous pouvons préserver et léguer aux générations futures.
Jammer genoeg onderkennen zowel de maatschappij als de beleidsverantwoordelijken niet altijd die noden. De mislukking van de top in Durban, vorig jaar in november, spreekt hieromtrent boekdelen. Bij ons echter gaat het al niet beter. Het programma van de nieuwe Federale regering laat immers een gapende leemte op het niveau van milieubeleid. En dan praten we nog niet over de Biodiversiteit; 2010 is al zo ver … en vergeten! In onze reeds sterk verstedelijkte Regio kondigt men nieuwe projecten aan, in de aard van een Demografisch Bestemmingsplan voor ruimtelijke ordening, een duurzaam Ontwikkelingsplan, een internationaal Ontwikkelingsplan, en bij elke gelegenheid worden wij herinnerd aan de grote nood tot aanbouw van talrijke woningen. Wij willen onze beleidsverantwoordelijken waarschuwen: indien de verstedelijking van de laatste 50 jaren rond Brussel op hetzelfde ritme doorgaat en de komende 50 jaren al even snel voortraast, dan stevenen wij regelrecht af op een zwart gat. Ieder project dat neerkomt op het consumeren van onze laatste vrije ruimten, betekent eveneens dat een mogelijkheid voor de natuur verdwijnt en dat ons leefmilieu verarmt. Nochtans, hoe men het ook draait of keert, Natuur en Water zijn toch onze laatste natuurlijke hulpbronnen die wij kunnen bewaren en aan de komende generaties doorgeven.
Sous la pression de l‟Europe, sa capitale se voit obligée de mettre en application ses directives. Une législation adaptée est sensée mettre de l‟ordre dans notre labyrinthe législatif. En effet, Natura 2000 ne pouvait s‟appliquer en RBC (*) sans nouvelle « Ordonnance Nature » qui englobera aussi la protection de la Nature dans nos réserves naturelles, dans nos zones vertes et ailleurs. Cette ordonnance a été adoptée par le Parlement RBC le vendredi 13 janvier 2012. D‟autre part, il fallait également mettre en application la « Directive cadre EAU » et, pour ce faire, un PGE/Plan de Gestion de l‟EAU avec un PPM/Projet de Programme de Mesures a fait l‟objet d‟une enquête publique en 2011. Après avoir participé, au sein du Conseil Supérieur Bruxellois de la conservation de la Nature, à l‟élaboration d‟un avis sur les textes pour l‟Ordonnance NATURE et ceux pour le PGE, nous avons également donné notre avis sur la conservation des habitats par l‟ordonnance et formulé 25 remarques lors de l‟enquête publique pour le PGE. Etant donné l‟agréation comme Réserve Naturelle pour 13 ha de la Vallée du Vogelzangbeek et l‟assainissement attendu du ruisseau-même, l‟enjeu était important !
Onder druk van Europa ziet haar hoofdstad zich verplicht haar richtlijnen toe te passen. Een aangepaste wetgeving wordt geacht orde te scheppen in de doolhof van onze wetgeving. Immers, Natura 2000 kon in het BHG (*) niet toegepast worden zonder een nieuwe “Ordonnantie Natuurbehoud” waarin tevens de bescherming van de Natuur in onze natuurreservaten, in de groene zones en elders vervat zit. Die verordening werd door het Parlement van het BHG aangenomen op vrijdag 13 januari 2012. Anderzijds moest ook de “Kaderverordening WATER” in werking treden en daarom werd in 2011 ook een openbaar onderzoek ingericht omtrent een BPW/Beheerplan Water, met een voorstel voor een MrP/Maatregelenprogramma. Wij namen binnen de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud deel aan de uitwerking van een advies rondom de teksten voor de Ordonnantie Natuurbehoud en die voor het BPW. Wij gaven eveneens onze mening omtrent de bescherming van de habitat door de ordonnantie en brachten 25 opmerkingen aan tijdens het openbaar onderzoek voor het BPW. Gezien er 13 ha van de Vogelzangbeekvallei als Natuurreservaat erkend waren, evenals de te verwachten zuivering van de beek zelf, stonden er veel belangrijke punten op het spel!
(*)ABRÉVIATIONS : voir page 18
(*) AFKORTINGEN : zie pagina 18
2/2012 - 2 -
Jusqu‟à présent, un autre outil européen reste inappliqué et inexploré à cause de l‟immobilisme et/ou du désintérêt de nos dirigeants. Il s‟agit de la Convention européenne du Paysage. Depuis 2003, les Gouvernements actuel et précédent ne montrent pas un enthousiasme débordant pour mettre en application cette convention signée le 20 octobre 2000 à Florence. C‟est ce qu‟on peut conclure dans la mesure où aucun membre des Gouvernements n‟a revendiqué officiellement cette compétence. Résultat : indécision de la part de l‟administration désignée, car aucun budget n‟est prévu pour la mise en application. Cet instrument de protection et de promotion qui doit apporter les moyens pour aménager, mettre en valeur et gérer notre patrimoine paysager non classé n‟est donc toujours pas opérationnel à ce jour ! La Convention européenne du Paysage a été adoptée par le Comité des Ministres du Conseil de l‟Europe le 17 juillet 2000 et a été signée par la Belgique le 20 octobre 2000. Il s‟agit d‟un traité mixte qui a obtenu l‟assentiment des différents niveaux de pouvoir et qui est entré en vigueur depuis le 13 février 2003 en Région de Bruxelles-Capitale. Elle concerne toutes les compétences et surtout l‟aménagement du territoire, le patrimoine naturel et paysager et l‟environnement. Son but est de promouvoir la protection, la gestion et l‟aménagement des paysages et d‟organiser la coopération interrégionale et européenne dans ce domaine. La convention complète les autres conventions et directives du Conseil de l‟Europe et de la Communauté européenne qui incitent les Etats membres à protéger notre patrimoine ainsi que ses valeurs scientifiques (biodiversité) et esthétiques (paysagères). Ainsi, cette convention permettrait de compléter « Natura 2000 » en protégeant des sites qui n‟ont pas été désignés dans le cadre de ce programme. La vaste zone rurale de Neerpede affectée actuellement en majeure partie en « Zone Verte Agricole » et certaines parties non protégées de la vallée du Vogelzangbeek pourront ainsi être sauvées d‟une urbanisation sauvage.
Tot op heden blijft een ander Europees werktuig ongebruikt en onaangeroerd door een gebrek aan beslissing van onze beleidsmensen wat ook een gebrek aan interesse betekend. Het gaat hier om de Europese Landschapsconventie. Sinds 2003 toonden zowel de huidige als de vorige Regering geen overrompelend enthousiasme om dat verdrag, dat op 20 oktober 2000 in Firenze ondertekent werd, om te zetten in daden. Wij komen althans tot dit besluit doordat geen enkel lid van de Regeringen openlijk die bevoegdheid heeft opgeëist. Gevolg: onbeslistheid bij de aangeduide administratie daar geen enkel budget voorzien werd voor de toepassing ervan. Dus is dat werktuig voor bescherming en promotie, dat ook de middelen moet aanreiken om ons niet beschermd landschappelijk erfgoed in te richten, te ontwikkelen en te beheren, op heden nog steeds niet in werking getreden! De Europese Landschapsconventie werd door het Ministercomité van de Raad van Europa aangenomen op 17 juli 2000 en werd door België ondertekend op 20 oktober 2000. Het gaat om een gemengd verdrag dat goedgekeurd werd door de verschillende beleidsniveaus en sinds 13 februari 2003 in voege getreden is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het betreft alle bevoegdheden, maar vooral de ruimtelijke ordening, het natuurlijk en landschappelijk erfgoed en het leefmilieu. Het stelt zich tot doel de bescherming, het beheer en de ruimtelijke ordening te promoten en de inter-gewestelijke en Europese samenwerking op dit gebied te organiseren. Het verdrag vervolledigt de andere verdragen en richtlijnen van de Raad van Europa en van de Europese Gemeenschap waardoor de lidstaten aangemaand worden ons erfgoed, samen met zijn wetenschappelijke (biodiversiteit) en esthetische (landschappen) waarden, te beschermen. Aldus zou dit verdrag toestaan “Natura 2000” te vervolledigen en de gebieden te beschermen die niet in aanmerking kwamen in het kader van dit programma. De uitgestrekte landelijke zone van Neerpede, die op dit ogenblik hoofdzakelijk ingekleurd staat als “Groene Landbouwzone” en sommige nog niet beschermde stukken van de Vogelzangbeekvallei kunnen op die manier gevrijwaard blijven van een ongewenste verstedelijking.
Aux dernières nouvelles, la prise en compte de la Convention européenne du Paysage aurait fait l‟objet d‟amendements lors du débat parlementaire pour l‟adoption de l‟Ordonnance Nature. Reste à voir où et comment la convention sera appliquée (?). Nous demandons que les différents paysages soient désignés, que les propositions de sauvegarde ainsi qu‟un plan programme de gestion et d‟aménagement soient décidés sans tarder. Le manque de protection efficace ainsi que différents projets menacent actuellement ces derniers vestiges ruraux de notre Région d‟une dégradation irrémédiable. En effet, la RBC n‟a pas une vocation agricole et à moyen, ou même à court terme, le territoire risque d‟être affecté complètement en fonction des besoins jugés plus importants.
Volgens de laatste berichten zou de aanvaarding van de Europese Landschapsconventie het voorwerp uitgemaakt hebben van mogelijke wijzigingen bij het parlementair debat omtrent het aannemen van de Ordonnantie voor Natuurbehoud. Het is nu uitkijken naar de manier waarop en waar het verdrag zal toegepast worden (?). Wij vragen, dat er zonder dralen beslist wordt over de aan te duiden landschappen, over de voorstellen tot behoud alsook over een programmaplan voor beheer en inrichting. Gebrek aan doeltreffende bescherming en verschillende projecten bedreigen op dit ogenblik de laatste landelijke overblijfselen in ons Gewest met een onomkeerbare aftakeling tot gevolg. Het BHG heeft immers geen landbouwroeping en op middellange, of zelfs korte termijn loopt het gebied het risico volledig bestemt te worden in functie van belangrijker geachte noden. 2/2012 - 3 -
Suite à ces menaces qui pèsent sur le Meylemeersch, nous avons été obligés de demander au Gouvernement d‟entamer sans tarder la procédure de classement promise en 1996. En effet, le classement de cette partie de la vallée était laissé en suspens en attendant de connaître le détail de deux projets : un incinérateur ULB et un zoning SDRB (*). Le projet de l‟incinérateur a été abandonné et le zoning industriel a à présent trouvé sa forme finale au niveau des aménagements et des zones de construction. Malheureusement, nos propositions pour la réhabilitation de la ferme désaffectée n‟ont pas eu l‟effet escompté, ni au sein du Gouvernement, ni au sein de la SDRB et plusieurs projets d‟extension (voierie de contournement, parkings, New Bordet, …) autour de l‟hôpital Erasme menacent le Meylemeersch. De plus, des lacunes dans les prescriptions du PRAS relatives aux Zones Vertes ont permis la destruction complète d‟une flore remarquable par l‟installation d‟une culture maraîchère intensive sur la pâture située en Zone Verte et quadrillée par de remarquables alignements de saules têtards. D‟autre part, des haies traitées aux herbicides par le maraîcher et l‟abandon des vieux vergers par l‟ULB risquent d‟anéantir bientôt les derniers vestiges de ce patrimoine rural. Celui-ci est donc fortement menacé et seulement la 2ème phase annoncée en 1996 ou la Convention européenne du Paysage pourra apporter une protection adéquate et durable.
Ingevolge van de bedreigingen die de Mijlemeers boven het hoofd hangen zagen wij ons verplicht de Regering te vragen zonder dralen de procedure tot bescherming in te zetten, zoals beloofd werd in 1996. De bescherming van dit deel van de vallei werd immers uitgesteld in afwachting dat er meer duidelijkheid kwam over twee projecten: de verbrandingsoven voor de ULB en een industriezone van de GOMB (*). De verbrandingsoven komt er niet en het industriezone kreeg definitieve vorm wat betreft de inrichting en de bouwzones. Jammer genoeg kregen wij noch binnen de Regering, noch binnen de GOMB een bevredigend antwoord op onze voorstel om een nieuwe bestemming te geven aan de verlaten Mijlemeershoeve. Ook meerdere uitbreidingsplannen (omlegwegen, parkings, New Bordet, …) rond het Erasmus-ziekenhuis bedreigen de Mijlemeers. Daarenboven stonden leemten in de voorschriften van het GBP over de Groene Zones de volledige vernieling toe van een merkwaardige flora door het inplanten van een intensieve groentekwekerij op de graasweide gelegen in de Groene Zone en omgeven door merkwaardige knotwilgenrijen. Tevens werden hagen met onkruidverdelgers behandeld door de groenteteler en werden de oude boomgaarden verwaarloosd door de ULB zodat weldra de laatste sporen van dit landelijk erfgoed dreigen te verdwijnen. Dit wordt dus sterk bedreigd en enkel de 2de beschermingsfase die in 1996 aangekondigd werd of de Europese Landschapsconventie kunnen een blijvende en aangepaste bescherming bieden.
On constate que la CCN Vogelzang CBN est obligée d‟investir trop souvent son énergie et le temps des bénévoles dans une lutte pour la conservation du patrimoine, ce qui limite fortement ses actions pour la gestion, pour le développement et pour la réhabilitation des parties dégradées. Si on ajoute à cette charge le manque de moyens financiers et humains, on est forcés de constater que beaucoup de choses doivent encore changer pour être certains que notre patrimoine soit réhabilité et pérennisé.
Wij stellen vast dat CCN Vogelzang CBN maar al te dikwijls verplicht wordt haar energie en de tijd van haar vrijwilligers te besteden aan de strijd voor het behoud van het erfgoed. Hierdoor worden haar activiteiten voor het beheer, voor de ontwikkeling en de herwaardering van de afgetakelde delen sterk beknot. Indien men aan deze beperkingen ook nog het gebrek aan geldelijke en menselijke middelen toevoegt, dan moet men vaststellen dat nog heel wat moet veranderen om zeker te zijn dat ons erfgoed in ere hersteld en bestendigd wordt.
Cette carence est illustrée par les difficultés énormes que nous rencontrons pour mettre en place de façon durable notre projet ERNB/Education Relative à la Nature et sa Biodiversité dans le Kattekasteel (voir notre feuille de contact N° 16). Et ne parlons pas de la réaffectation de la ferme du Meylemeersch, car la SDRB a tout simplement estimé que le développement du projet mixte que nous avions proposé et qui intègre des objectifs pour le maintien du patrimoine rural ne fait pas partie de ses missions. La SDRB préfère favoriser un projet horeca comme accessoire à l‟activité économique du zoning – et tant pis pour la ferme et le patrimoine rural du Meylemeersch.
Dit tekort wordt aangetoond door de enorme moeilijkheden die wij ondervinden om op duurzame wijze ons project voor NBE/Natuur- en Biodiversiteiteducatie in het Kattekasteel op de rails te krijgen (cfr ons contactblad N° 16). En dan hebben wij het nog niet over de herbestemming van de Mijlemeershoeve. De GOMB meent eenvoudigweg dat de ontwikkeling van een project met complementaire doelstellingen, zoals door ons voorgesteld, niet tot haar taak behoort. Nochtans was een van onze doelstellingen ook het behoud van het landelijk erfgoed. De GOMB verkiest een horecaproject als aansluiting bij de economische activiteiten van haar industriezone – de Mijlemeershoeve met het landschappelijk erfgoed zijn dus niet veel waard.
(*)ABRÉVIATIONS : voir page 18
(*) AFKORTINGEN: zie pagina 18
2/2012 - 4 -
Dans les deux cas, on trouve d‟abord une approbation quant aux objectifs des projets proposés, mais on constate que les décideurs refusent obstinément de mettre en place les pions pour gagner définitivement la partie. Il manque manifestement de l‟intérêt pour ce type de projets, ce qui provoque également un manque de moyens.
In beide gevallen vindt men eerst een goedkeuring van de doelstellingen van de voorgestelde projecten, maar dan moet men vaststellen dat op hoger niveau koppig geweigerd wordt de nodige beslissingen te nemen om definitief tot een positief resultaat te komen. Er ontbreekt duidelijk interesse voor dit soort projecten en het gebrek aan middelen gaat ermee gepaard.
Pourtant, le respect pour notre environnement ne sera acquis que si nous réussissons à sensibiliser et à motiver la société de demain. Si cette société est composée d’individus qui se respectent et qui respectent leur environnement proche, elle respectera également la Terre toute entière.
Nochtans zal eerbied voor ons leefmilieu slechts verworven zijn indien we erin slagen de maatschappij van morgen te motiveren en te sensibiliseren. Als deze maatschappij bestaat uit mensen met zelfrespect, die ook respect opbrengen voor hun nabije leefmilieu, zal ze ook zorg dragen voor de ganse Aarde.
Plus loin dans cette feuille de contact, vous pourrez lire également d‟autres articles concernant les observations et les inventaires qui prouvent que nos actions de conservation, de gestion et de développement contribuent à la sauvegarde et à la croissance de la biodiversité dans la Vallée du Vogelzangbeek. Nous faisons aussi un appel chaleureux à votre soutien et à votre aide, car la contribution de tout un chacun est la bienvenue pour renforcer nos rangs et pour assurer la pérennité de notre patrimoine naturel.
Verder in dit contactblad vindt je ook nog artikels over de inventarissen en de waarnemingen die eens temeer aantonen dat onze acties voor behoud, beheer en ontwikkeling bijdragen tot de instandhouding en de uitgroei van de biodiversiteit in de Vogelzangbeekvallei.
Comme chaque année, notre feuille de contact annonce également une nouvelle saison de visites guidées et aussi cette année-ci, nous allons poursuivre notre élan des années précédentes. Le nouveau programme ressemble donc à s‟y méprendre au précédent et est annoncé sur l‟affiche verte annexée.
Zoals ieder jaar vinden jullie in ons contactblad ook de aankondiging van een nieuw seizoen met geleide bezoeken. Ook dit jaar gaan we alvast door op de weg die wij vorige jaren bewandelden. Het nieuw programma gelijkt dus als twee druppels water op het vorige en is aangekondigd op de groene affiche in bijlage.
Wij doen hier dan ook een nieuwe warme oproep tot uw steun en uw hulp. De bijdrage van iedereen is immers welkom om onze rangen te versterken en om het voortbestaan van ons natuurlijk erfgoed veilig te stellen.
(*)ABRÉVIATIONS : voir page 18
(*) AFKORTINGEN: zie pagina 18
2/2012 - 5 -
VENIR ET PARTIR une histoire qui se répète
KOMEN EN GAAN een verhaal zonder einde
Sous ce titre, on peut traiter de nombreux sujets : évolution, apparition ou réapparition, installation, reproduction, migration, disparition des individus et des espèces, … et le passé, le présent et le futur. Exemple : avant d’écrire les mots, ils appartiennent au futur, dans le présent, ils mûrissent dans notre esprit et expriment nos pensées pour devenir un texte qui est communiqué aux autres - puis c’est du passé. Pour le lecteur, c’est une nouvelle histoire qui commence : il assimile les mots et tente de capter le message, l’approuve ou désapprouve. S’il souhaite, il peut réagir en écrivant à son tour pour dialoguer. En plus, la parole permet à l’Homo sapiens d’accélérer le processus de ses actions dont les effets ont toujours influencé l’évolution sur notre planète, que ce soit dans un sens ou dans l’autre.
Deze titel dekt vele ladingen : evolutie, verschijnen of opnieuw opduiken, vestiging, voortplanting, migratie, verdwijnen van individu’s en soorten, … verleden, heden, toekomst. Een voorbeeld: vóór men woorden schrijft behoren die de toekomst toe, in het heden rijpen ze in onze geest en drukken onze gedachten uit, om uit te monden in een tekst bestemd voor de anderen - en dan is het verleden. Voor de lezer begint hier een nieuw verhaal : hij neemt de woorden op en poogt de boodschap op te vangen, gaat ermee akkoord of verwerpt ze. Zo gewenst kan hij reageren door op zijn beurt te schrijven en een dialoog op gang te brengen. Daarenboven staat het woord de Homo sapiens toe het proces van zijn daden te versnellen, waardoor hij steeds de evolutie op onze planeet beïnvloed heeft, zowel in goede als in slechte zin.
Mais le but n’est pas de vanter ici les exploits de l’Homo sapiens du temps moderne, car sa façon d’occuper presque tous les écosystèmes de notre planète est souvent néfaste pour les autres espèces. Parlons donc plutôt du va-et-vient de la faune et de la flore dans la Vallée du Vogelzangbeek.
De bedoeling is echter niet hier de exploten van de moderne Homo sapiens op te hemelen, des te meer dat de manier waarop hij alle ecosystemen van onze planeet bezet, dikwijls nadelig is voor de andere soorten. Laten we het dus eerder hebben over het komen en gaan van de fauna en de flora in de Vallei van de Vogelzangbeek.
La Chouette chevêche (Athene noctua) est une espèce emblématique du Pajottenland où elle atteignait encore une densité record au début des années 2000 (voir notre feuille de contact N°4/1999). Par débordement, elle est aussi présente dans les paysages ruraux du nord-ouest de la Capitale de l‟Europe. Jusqu‟en 2007, plusieurs territoires étaient occupés dans la Vallée du Vogelzangbeek – signe que l‟espèce y trouvait le biotope et l‟habitat qui lui convenait. Les nichoirs du Vogelzang et du Meylemeersch étaient alors occupés et, entre 2003 et 2007, 14 jeunes y ont été bagués. En 2008, l‟espèce avait abandonné le Vogelzang, mais elle a encore été observée 5 fois au Meylemeersch jusqu‟en 2009.
De Steenuil (Athena noctua) is een emblematische soort voor het Pajottenland. Begin jaren 2000 (cfr ons contactblad N°4/1999) bereikte hij er nog een recorddichtheid. Hij stoort zich echter niet aan grenzen en is dus ook aanwezig in de landelijke gebieden ten noordwesten van de Europese Hoofdstad. Tot in 2007 waren verschillende territoria bezet in de Vallei van de Vogelzangbeek – bewijs dat de soort er zowel een geschikt biotoop als een woonplaats naar zijn smaak vond. De nestkasten van de Vogelzang en van de Mijlemeers waren toen bezet en tussen 2003 en 2006 werden er 14 jongen geringd. In 2008 had de soort de Vogelzang verlaten, doch werd tot in 2009 nog 5 keer waargenomen in de Mijlemeers.
Comme pour d‟autres espèces, le déclin des populations n‟est pas toujours évident à expliquer, mais nous soupçonnons une accumulation de plusieurs effets négatifs qui modifièrent les territoires de nidification. La cause principale de cette modification est sans doute l‟urbanisation et la destruction des biotopes naturels qui l‟accompagne et qui signifie une diminution de la surface du territoire et du terrain de chasse. Cette diminution a aussi comme conséquence la raréfaction des proies de la chevêche qui se nourrit principalement de rongeurs – des analyses de pelotes
Zoals voor andere soorten is de achteruitgang van de populaties niet vatbaar voor een vanzelfsprekende uitleg. Wij vermoeden echter dat dit te wijten is aan een opeenstapeling van negatieve gevolgen die de broedgebieden grondig wijzigden. De voornaamste oorzaak van die wijziging is waarschijnlijk de verstedelijking en de vernieling van de natuurlijke biotopen die ermee gepaard gaat, waardoor de omvang van het territorium en het jachtareaal ingekrompen wordt. Die inkrimping heeft ook tot gevolg dat de prooien van de Steenuil zeldzamer worden. Hij moet het voornamelijk hebben van knaagdieren waarbij men de 2/2012 - 6 -
de réjections récoltées dans les nichoirs du Vogelzang et du Meylemeersch avaient relevé pas moins de 9 différentes espèces de petits rongeurs capturés par les chevêches dans leur territoire – combien en reste-il aujourd‟hui ? Autre cause – probablement plus déterminante – est le changement de l‟affectation de ce qui restait du Meylemeersch. Auparavant, l‟installation de l‟hôpital ULB/Erasme et l‟aménagement du zoning SDRB au nord de la route de Lennik ont déjà fait disparaître des terrains de chasse considérables et l‟installation au Meylemeersch du nouveau zoning « ERASMUS SUD » a donné probablement le coup de grâce. Cette installation a, non seulement mis fin aux pâturages dans les prairies et les vergers, mais le relief à également été remodelé en profondeur sur presque la totalité de la surface (seul le vallon et le bas du site furent épargnés grâce à l‟action de la CCN Vogelzang CBN). Etant donné que les petits rongeurs vivent principalement sous terre, ces travaux signifièrent une véritable catastrophe pour ces populations. De plus, la végétation herbeuse (ancienne et nouvelle) est laissée la plupart de l‟année en friche dont certaines parties ne sont gérées que par un fauchage tardif – donc impossibilité pour la chevêche de capturer des proies durant la majeure partie de l‟année. Ajoutons à cela qu‟une partie des prairies a été transformée en culture maraîchère intensive et on comprend alors la difficulté pour la chevêche de se maintenir au Meylemeersch. Autre cause possible de raréfaction des rongeurs sont les actions de dératisation mal ciblées menées au cimetière et à ses abords par le Service communal de l‟Hygiène. En effet, des produits rodonticides mal disposés et accessibles pour tout autre espèce peuvent provoquer une véritable hécatombe parmi les rongeurs non nuisibles. Pire, la chevêche qui est opportuniste consomme également des charognes et peut donc aussi être empoisonnée et/ou empoisonner ses jeunes ! Une cause plus dissimulée, mais non moins ravageuse est le fractionnement des biotopes car, même si les territoires sont suffisamment étendus, l‟isolation d‟un couple par rapport à la population principale n‟est pas tenable. Les possibilités de reformer un nouveau couple pour un survivant ou de trouver un territoire et/ou un partenaire pour les jeunes sont bien trop faibles, ce qui met en cause la survie de l‟espèce dans une zone isolée. La coupure entre la vallée de la Pede et celle du Vogelzangbeek s‟accentue d‟année en année, car les constructions le long de la route de Lennik, les extensions de l‟hôpital ULB/Erasme, l‟élargissement pour le RER (*), … constituent un véritable barrage pour l‟échange de la faune et la flore. Quand le projet « Chaudron » sera réalisé, la coupure sera complète sur le territoire RBC et alors, seule la connexion via la Région voisine persistera pour le Meylemeersch. Malheureusement sur la rive droite du Vogelzangbeek en Région Flamande, la tendance d‟étendre les cultures maraîchères intensives crée un véritable désert biologique et, plus en aval, le lotissement « Kortvondelveld » s‟installera en face de la zone de haute valeur biologique de la Réserve naturelle du Vogelzangbeek. Les gestionnaires essaient de favoriser un couloir vers le vallon du Rattendaal où la chevêche est toujours présente. La question est : est-ce suffisant ? Seul un revirement radical et la restauration du paysage rural au Meylemeersch pourront faire revenir la Chouette chevêche au Meylemeersch … et au Vogelzang ?
vraag kan stellen hoeveel er daarvan nog overblijven… (analyses van braakballen gevonden in de nestkasten van de Vogelzang en van de Mijlemeers gaven niet minder dan 9 verschillende soorten kleine knaagdieren als prooi van de Steenuil in zijn territorium). Andere oorzaak – waarschijnlijk met meer doorslag – is de wijziging van de bestemming van wat overbleef van de Mijlemeers. Voorheen hadden de inplanting van het ULB/ Erasmushospitaal en de instelling van een industriezone voor de GOMB ten noorden van de Lenniksebaan reeds uitgestrekte jachtgebieden doen verdwijnen. De genadeslag werd vermoedelijk toegediend door de inplanting in de Mijlemeers van de nieuwe industriezone « ERASMUS ZUID ». Die inplanting stelde niet alleen een einde aan de begrazing in de weiden en de boomgaarden, doch ook het reliëf werd grondig gewijzigd over zowat de hele oppervlakte van het terrein (enkel het valleitje en het lager gelegen gedeelte van het terrein werden ontzien dankzij de tussenkomst van CCN Vogelzang CBN). Vermits kleine knaagdieren hoofdzakelijk onder de grond leven, betekenden die ingrepen een ware ramp voor die populaties. Daarenboven wordt de grasbegroeiing (zowel oude als nieuwe) zowat het hele jaar ongemoeid gelaten, waarbij sommige delen dan slechts laat gemaaid worden. Zodoende verkeert de Steenuil het grootste deel van het jaar in de onmogelijkheid zijn prooien te bemachtigen. Hier moet nog aan toegevoegd dat een deel van de weiden omgezet werd in intensieve groententeelt. Het dan te begrijpen dat het voor de Steenuil moeilijk is in de Mijlemeers te blijven. Daarnaast kan ook aangestipt worden dat een andere oorzaak voor het zeldzamer worden van de knaagdieren te zoeken is bij de door de Hygiënediensten van de gemeente slecht bedachte rattenbestrijding op de begraafplaats en in de omgeving. Verkeerd geplaatst rattenvergif, dat tevens bereikbaar is voor andere soorten, kan een ware slachting veroorzaken bij niet schadelijke knaagdieren. Erger nog, de Steenuil als opportunist verslindt ook aas en kan aldus vergiftigd worden en/of zijn jongen vergiftigen! Een meer verborgen oorzaak, maar daarom niet minder verwoestend, ligt bij de versnippering van de biotopen. Immers, zelfs al zijn de territoria voldoende uitgestrekt, het feit dat een koppeltje afgesneden geraakt van de grootste populatie maakt het voor hen onhoudbaar. De mogelijkheden voor een overlevende om een nieuw paartje te vormen of om een territorium en/of een partner te vinden voor de jongen zijn maar al te zwak. Hierdoor wordt het overleven van een soort in een afgesneden gebied op de helling gezet. De breuk tussen de Pedevallei en die van de Vogelzangbeek wordt ieder jaar groter: de gebouwen die opgetrokken worden langsheen de Lenniksebaan, de uitbreidingen van het ULB/Erasmushospitaal, de verbreding van de spoorwegbedding voor het GEN (*), … betekenen een ware dam voor de uitwisseling van fauna en flora. Het project « Ketelstraat » zal de breuk volledig maken op het grondgebied van het BHG en dan zal de verbinding voor de Mijlemeers enkel nog via het naburige Gewest overblijven. Doch jammer genoeg, ook op de rechteroever van de Vogelzangbeek in het Vlaams Gewest ontstaat er een ware groene woestijn door de tendens om intensieve groententeelt te instaleren. Bovendien, is verder stroomafwaarts, rechtover de zone met hoge biologische waarde van het Natuurreservaat van de Vogelzangbeek, de nieuwe verkaveling « Kortvondelveld » voorzien. De beheerders pogen een corridor te verwezenlijken naar het valleitje van Rattendaal waar de Steenuil nog altijd huist. Vraag is of dit voldoende is? Slechts door een radicale ommekeer en het herstel van een landelijk Mijlemeers kan de terugkeer van de Steenuil in de Mijlemeers werkelijkheid worden … en in de Vogelzang?
2/2012 - 7 -
Le retour d’une espèce peut-elle compenser le départ d’une autre? – à vous de juger !
Kan de terugkeer van een soort de verdwijning van een andere compenseren? – aan jullie om te oordelen!
Dans le cadre du projet de la SDRB « Erasmus Sud » fut aménagé entre autres un nouveau bassin de rétention pour les eaux de pluie. L‟aménagement et l‟emplacement de ce plan d‟eau, initialement prévus au centre des zones de construction, ont été modifiés suite à la demande de la CCN Vogelzang CBN. Finalement, cette mare a été créée plus vers l‟axe du vallon qui descend le long du cimetière et qui est en grande partie affecté en zone verte (PRAS (*) et projet SDRB). La recolonisation spontanée de cette mare par la faune a été spectaculaire et des observations du Martin pêcheur, de nombreuses espèces de libellules et demoiselles ainsi que des Tadornes de Bellon avec leur progéniture ont fait l‟objet de mention dans nos publications précédentes et sur : http://observations.be/gebied/view/32592. Lors de sa visite du 5 juin 2010, S. Lippens y photographie une grenouille verte supposée être Rana esculenta et place la photo du mâle chantant sur observations.be. Cet outil est utilisé pour surveiller l‟état des populations et des espèces et bon nombre de spécialistes vérifient donc régulièrement cette banque de données. Le 6 janvier 2012, R. Jooris - HYLA/Natuurpunt signale qu‟il a vérifié cette observation et a réajusté la détermination, car selon lui, il s‟agit d‟une Grenouille verte (Pelophylax esculentus) !
In het kader van het GOMB-project “Erasmus Zuid” werd o.a.; een nieuw wachtbekken voor de opvang van hemelwater aangelegd. De aanleg en de inplantingsplaats van dit wachtbekken werd oorspronkelijk voorzien midden in de bouwzones, maar werd dan gewijzigd ten gevolge een vraag van CCN Vogelzang CBN. Uiteindelijk werd die poel aangelegd meer in de as van het valleitje dat langsheen de begraafplaats naar beneden loopt en grotendeels voorzien werd als groene zone (GBP (*) en project GOMB). Spectaculair was de spontane kolonisering van deze plas door de fauna : in vorige contactbladen hadden wij het reeds over de waarneming van IJsvogel, vele soorten libellen en waterjuffers, alsook over de Bergeenden met hun kroost – zie ook: http://observations.be/gebied/view/32592. Tijdens haar bezoek op 5 juni 2010 fotografeert S. Lippens er een groene kikker met de veronderstelling dat het Rana esculenta is, en zet een foto van het roepend mannetje op waarnemingen.be. Dit bestand wordt gebruikt om de toestand van populaties en soorten in de gaten te houden. Deze databank wordt trouwens regelmatig nagekeken door heel wat specialisten. Op 6 januari 2012 laat R. Jooris – HYLA/Natuurpunt haar weten dat hij die waarneming gecheckt heeft en de determinatie aangepast heeft, want volgens hem gaat het hier om een Bastaardkikker (Pelophylax esculentus)!
Cette observation devient donc tout à fait exceptionnelle, car selon l‟Atlas de la Région de Bruxelles-Capitale en 2005 (→ voir page 19), la Grenouille verte (Pelophylax kl. Esculentus) serait éteinte en Région de Bruxelles-Capitale ! De plus, suite à une demande de BE-IBGE, R. Jooris HYLA / Natuurpunt mène une étude ultérieure en 2007 (→ voir page 19) dont un des objectifs était de définir la composition de la population de „grenouilles vertes‟ dans la vallée du Vogelzangbeek à Anderlecht. L‟inventaire concernait huit localisations (le bassin du Meylemeersch n‟en faisait pas partie) et aucune Grenouille verte (Pelophylax esculentus) n‟était alors inventoriée. Voir aussi notre Feuille de Contact N° 15/2010, pages 4 – 7. Résultat : le Meylemeersch accueille en grande pompe une espèce qui avait complètement (?) disparu en RBC, mais qui fait un retour remarqué dans la Vallée du Vogelzangbeek à Anderlecht !
Die waarneming wordt dus iets heel uitzonderlijks want volgens de Atlas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2005 (→ zie pagina 19) zou de Bastaardkikker (Pelophylax kl. Esculentus) uitgestorven zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest! Daarenboven, op vraag van LM-BIM werd een bijkomende studie verricht door R. JOORIS – HYLA / Natuurpunt (→ zie pagina 19). Een van de doelstellingen ervan was de samenstelling van de populatie „groene kikkers‟ in de vallei van de Vogelzangbeek te Anderlecht te bepalen. De inventaris betrof acht locaties (het bekken van de Mijlemeers hoort er niet bij) en geen enkele Bastaardkikker (Pelophylax esculentus) werd bij die gelegenheid geïnventariseerd. Zie ook ons Contactblad N° 15/2010, blz 4 – 7. Wat blijkt: de Mijlemeers onthaalt nu met veel fanfare een soort die volledig (?) verdwenen was in het BHG, maar opnieuw een merkwaardige comeback verricht in de Vallei van de Vogelzangbeek te Anderlecht!
(*)ABRÉVIATIONS : voir page 18
(*) AFKORTINGEN: zie pagina 18
2/2012 - 8 -
L’accueil d’une autre nouvelle espèce dans la vallée du Vogelzangbeek mérite d’être rappelé.
Het onthaal van een andere nieuwe soort in de vallei van de Vogelzangbeek verdient ook de aandacht.
Déjà l‟année passée, nous étions fiers de pouvoir annoncer la découverte d‟une nouvelle espèce d‟orchidée dans la Réserve naturelle du Vogelzangbeek. C‟est l‟Orchis de Fuchs (Dactylorhiza fuchsii), une orchidée plutôt rare en RBC et qui occupe 6 carrés sur 195 dans L‟ATLAS de la FLORE de la Région de Bruxelles-Capitale - 1999 (→ voir page 19). Dans l‟inventaire floristique plus récente de 2006, elle occupe 4 carrés sur 16 (→ voir page 19). Dans l‟ATLAS van de FLORA van Vlaanderen en het Brussels Gewest - 2006, la rareté est confirmée par KFK = 3 (→ voir page 19). Une population de 12 pieds a été découverte en 2010 par S. Lippens et vu la confusion possible avec D. maculata, nous avons demandé à plusieurs botanistes chevronnés de déterminer l‟espèce. En 2011, la population se maintenait plus ou moins au même niveau grâce à la poursuite d‟une gestion spécifique appliquée depuis 2004. En effet, cette année fut élaboré le plan de fauche en collaboration avec BE/IBGE (*) Département biodiversité. Ce plan de fauche (ancêtre du plan de gestion pour la Réserve naturelle) prévoit quatre types de fauche sur treize zones différentes.
Reeds vorig jaar gingen wij er prat op de ontdekking van een nieuwe soort orchidee te kunnen aankondigen in het Natuurreservaat van de Vogelzangbeek . Het gaat om de Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii), een tamelijk zeldzame orchidee in het BHG, die 6 hokken op 195 bezet in de ATLAS van de FLORA van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest -1999 (→ zie pagina 19). In een meer recentere flora-inventarisatie van 2006, zijn het 4 hokken op 16 (→ zie pagina 19). In de ATLAS van de FLORA van Vlaanderen en het Brussels Gewest - 2006, wordt de zeldzaamheid ervan bevestigd door een KFK = 3 (→ zie pagina 19). Een populatie van 12 stuks werd in 2010 ontdekt door S. Lippens en vermits verwarring mogelijk was met D. maculata, hebben wij aan meerdere doorgewinterde botanisten gevraagd de soort te determineren. In 2011 behield de populatie min of meer hetzelfde niveau, dankzij de voortzetting van een specifiek beheer dat wij sedert 2004 toepassen. Dat jaar werd immers het maaiplan uitgewerkt in samenwerking met LM/BIM (*) - Afdeling biodiversiteit. Dit maaiplan (voorganger van het huidige beheerplan voor het Natuurreservaat) voorziet vier manieren van maaien in dertien verschillende maaizones.
La zone concernée par l‟Orchis de Fuchs est une prairie humide où chaque année fleurissent abondamment les Fleurs de coucou (Lychnis flos-cuculi). La période de fauche a été fixée en fonction de cette plante annuelle qui, pour se maintenir, doit avoir le temps de fleurir et de former ses graines. Chaque année, c‟est donc la maturité de ses graines qui donne le signal pour le fauchage. La diversité botanique de cette prairie située en ZHVB/Zone de Haute Valeur Biologique est remarquable et, lors d‟une visite de travail avec M. Tanghe, Prof. Emérite ULB, il a approuvé notre type de gestion et a prédit qu‟il ne serait pas étonnant de voir apparaître des orchidées à cet endroit. Voilà une prédiction devenue réalité ! Les néophytes s‟étonneront peut-être de cette apparition soudaine en se demandant comment cette orchidée est arrivée au Vogelzang ? La biologie de la famille des Orchidacées est assez particulière et chaque espèce a des exigences précises quant aux biotopes à coloniser. L‟Orchis de Fuchs se plaît aux endroits mi-ombragés (→ NL = Bosorchis) avec un sol riche en matières organiques,
Het hooiland met betrekking tot de Bosorchis is een vochtige weide waar ieder jaar de Echte koekoeksbloem (Lychnis floscuculi) uitbundig bloeit. De maaiperiode werd vastgesteld in functie van deze eenjarige die de tijd moet krijgen om te bloeien en zaad te zetten om niet te verdwijnen. Ieder jaar is het dus de rijpheid van haar zaden die de start geeft voor het maaien. De botanische verscheidenheid van die weide, gelegen in een ZHBW/Zone met Hoge Biologische Waarde, is echt merkwaardig en bij een werkbezoek met M. Tanghe, Prof. Emeritus ULB, heeft hij onze manier van beheer goedgekeurd en voorspeld dat wij niet moesten verstomd staan indien op die plaats orchideeën verschenen. En dit is dan een voorspelling die bewaarheid werd! Neofieten kijken wellicht raar op bij deze plotse verschijning en vragen zich dan af hoe die orchidee in de Vogelzang terecht kwam? De biologie van de familie Orchidaceae is nogal bijzonder en iedere soort stelt precieze eisen betreffende de te veroveren biotopen. De Bosorchis vindt haar stek in de halfschaduw (vandaar de Nederlandse benaming: Bosorchis) op een bodem rijk aan organische stoffen, klei- of kalkhoudend. Volle zon stemt 2/2012 - 9 -
argileux ou calcaire. Le plein soleil ne convient pas, mais pourtant, on peut la trouver dans les prairies calcaires un peu argileuses avec un sol plus ou moins humide. Cette description correspond parfaitement à la prairie de fauche humide du Vogelzang – donc le biotope préféré est présent, mais pour expliquer son arrivée, on doit se plonger dans son cycle de reproduction. D‟abord, il faut dire que ce sont des plantes fragiles dont le cycle de croissance est très lent. Il faut en effet plusieurs années pour passer de la graine à la plante fleurie. L‟unique hampe florale compte de multiples fleurs qui sont fécondées par pollinisation. En principe, se sont les abeilles qui s‟en chargent – elles sont attirées par les fleurs colorées, par la présence de nectar d‟odeur fraîche et sucrée et par un labelle (pétale médian inférieur) pouvant servir de plate-forme d‟atterrissage. Après le transfert du matériel génétique, la maturation des ovules commence et est détectable par le gonflement des ovaires qui deviennent des capsules. Bien longtemps après la floraison, les graines parvenues à maturité s'échappent par milliers des capsules fendues (entre 100000 et 1 million de graines dans une capsule !). Les graines d'orchidées sont forcément minuscules et très légères, car dépourvues de substances nutritives. Emportées par les vents, parfois très haut dans le ciel, elles sont dispersées sur des distances inestimables, mais seule une toute petite fraction tombera en terre promise. Non seulement le biotope doit correspondre aux exigences de l‟espèce, mais en plus, la germination des graines nécessite la rencontre d'un champignon microscopique qui doit pénétrer dans la racine pour former une association mycorhizienne. Cette relation symbiotique qui fournit à l'hôte les substances nutritives nécessaires est indispensable à la germination de toutes les orchidées. C'est pour cela que la transplantation d'une orchidée sauvage est quasiment vouée à l'échec – alors, nous ne cesserons de le répéter : admirez-les, photographiez-les, mais laissez-les là où elles sont ! D‟ailleurs, dans la Réserve Naturelle, on ne peut pas quitter les chemins sans accompagnement d‟un guide agréé et tout prélèvement d‟élément végétal ou animal y est strictement interdit !
haar niet, nochtans kan men haar op sommige min of meer vochtige kleihoudende kalkweiden aantreffen. Deze beschrijving stemt volledig overeen met de vochtige maaiweide van de Vogelzang – dus het geliefkoosd biotoop is aanwezig, doch om haar aankomst te verklaren moet men terug naar haar voortplantingscyclus. Eerst en vooral moet aangestipt dat het om broze planten gaat met een zeer trage groeicyclus. Er zijn immers verscheidene jaren nodig om van zaad over te gaan tot bloeiende plant. De enkele bloeistengel telt vele bloemen die door bestuiving bevrucht worden. In principe zijn het de bijen die hiervoor zorgen – aangetrokken door de gekleurde bloemen, door de bijzonder frisgeurende, zoete nectar, en door een onderste middenbloemblad dat als landingsplatform kan dienen. Na overdracht van het genetisch materiaal kan de rijping van de eicellen starten. Dit is te merken aan de opzwelling van de ovaria die overgaan in vruchtdozen. Lang na de bloei ontsnappen de gerijpte zaden uit de opengescheurde vruchtdozen (tussen 100000 en 1 miljoen zaden in een vruchtdoos!). De orchideezaden zijn dus piepklein en heel licht vermits ze over geen vruchtvlees beschikken. Meegevoerd door de wind, soms heel hoog in de lucht, worden ze verspreid over onmetelijke afstanden. Doch, gezien hun veeleisende keuze zal slechts een heel kleine fractie ervan in het beloofde land terecht komen. De biotoop moet niet alleen beantwoorden aan de eisen van de soort, maar daarenboven vereist de kieming van de zaden een ontmoeting met een microscopische paddenstoeltje dat moet doordringen tot in de wortel om tot een mycorrhiza-associatie te komen. Deze symbiotische relatie is nodig om aan de gastheerplant de nodige voedingsstoffen te verschaffen zodat de orchidee kan kiemen en dat is zo voor alle orchideeënsoorten. Dit verklaart waarom het overplanten van een wilde orchis bijna zeker tot mislukken gedoemd is – dus, wij kunnen het niet genoeg herhalen: bewonder ze, fotografeer ze maar laat ze staan waar ze staan! Trouwens, in het Natuurreservaat is het niet toegestaan de paden te verlaten zonder de begeleiding van een erkende gids en is het ten strengste verboden om het even welke plantaardig of dierlijk element weg te nemen!
(*)ABRÉVIATIONS : voir page 18
(*) AFKORTINGEN: zie pagina 18
Après ce discours de bienvenue pour l’Orchis de Fuchs, un regret pour une absence que nous espérons temporaire.
Op deze verwelkoming van de Bosorchis volgt echter spijt voor een afwezigheid waarvan wij hopen dat die slechts tijdelijk is.
La mémoire des habitants du quartier du Vogelenzang et des Broeders van Scheppers du Sint-Niklaasinstituut fait défaut pour situer exactement la fin de l‟époque pré-crécerelle. Selon un riverain qui habite en face de la cavité de nidification du Faucon crécerelle (Falco tinnunculus), seule une année (+ 1985) fut marquée par son absence - mais l‟année suivante, les faucons étaient à nouveau présents. Sauf une brève apparition au début du printemps 2011, les Faucons crécerelles sont restés absents cette année et n‟ont donc pas niché ! Par contre, un couple de Pigeons ramiers (Columba palumbus) en a profité pour élever sa progéniture dans la cavité. Nous avons imaginé tous les scénarios possibles – les meilleurs et les pires.
Het geheugen van de bewoners van de Vogelzangwijk en van de Broeders van Scheppers in het Sint-Niklaasinstituut laat verstek gaan wanneer met precisie gevraagd wordt naar het einde van het pre-Torenvalktijdperk. Volgens een inwoner die zijn huis betrekt rechtover de broedholte van de Torenvalk (Falco tinnunculus), was deze enkel tijdens één jaar (+ 1985) afwezig – maar het volgende jaar was hij weer op post. Buiten een korte verschijning in het begin van de lente 2011, bleef de Torenvalk dat jaar afwezig en heeft er dus ook niet gebroed! Daarentegen maakte een koppel Houtduiven (Colomba palumbus) hiervan gebruik om zijn kroost groot te brengen in de broedholte. Wij hebben alle mogelijke scenario‟s in overweging genomen – de beste en de ergste.
2/2012 - 10 -
Première explication qui nous vient à l‟esprit est que l‟histoire se répète et, comme auparavant, un des partenaires n‟est pas revenu de son périple hivernal. La longévité du F. crécerelle est estimée à maximum 16 ans, ce qui correspond plus ou moins à deux vies de crécerelle dans la période séparant l‟inoccupation précédente – il s‟agirait donc tout simplement du départ définitif d‟un des partenaires et le survivant n‟aurait pas réussi à reformer un nouveau couple ?
De eerste uitleg die opduikt is gewoon dat de geschiedenis zich herhaalt zoals voorheen en een van beide partners kwam niet terug van zijn winterse omzwervingen. De maximale leeftijd van de Torenvalk wordt geschat op 16 jaren, wat min of meer overeenstemt met twee Torenvalklevens in de periode tussen de twee onderbrekingen – het zou dus eenvoudigweg gaan om het definitieve vertrek van een van beide partners, terwijl de overblijvende er niet in geslaagd is een nieuw paartje te vormen?
La raison du non-retour d‟un des partenaires pourrait aussi s‟expliquer par l‟hiver rigoureux de 2010-2011 et son enneigement précoce et prolongé. Les sols enneigés sur les immenses étendues ont servi de "frigo" et ont entretenu l'air froid au sol tout au long du mois de décembre et une partie du mois de janvier. Le régime alimentaire des F. crécerelles (qui ressemble à celui des Chouettes chevêches en ce qui concerne les rongeurs) les met alors en grande difficulté, car dans ces conditions, ils sont incapables de capturer des proies. Ils risquent donc de mourir de faim s‟ils ne migrent pas vers des régions où la chasse reste possible. Les distances à parcourir sans nourriture ont peut-être été fatales pour un de nos crécerelles ? Autre explication de la cause du non-retour serait que les problèmes qui ont provoqué le départ des Chouettes chevêches ont également été néfastes pour les crécerelles. En effet, les régimes alimentaires et les conditions de capture des rongeurs sont presque identiques. Si c‟est le cas, les F. crécerelles ne sont pas prêts à revenir. D‟autre part, la perte de terrain de chasse et la difficulté d‟accéder à une source de nourriture permanente pendant la période de nidification peuvent être déterminantes pour occuper ou pour abandonner un territoire. Ainsi, il est possible que les crécerelles aient souffert d‟un changement dans la gestion des abords de nos autoroutes, car ces surfaces considérables constituaient des terrains de chasse privilégiés. Des observations fréquentes à ces endroits l‟ont prouvé et sont actuellement en nette diminution. La cause probable pourrait être la modification du couvert végétal suite à une gestion différenciée (fauchage tardif). Cette gestion apporte sans aucun doute une plus grande diversité au niveau botanique et entomologique, mais une végétation haute et dense empêche les crécerelles de localiser et de capturer les rongeurs pendant une grande partie de l‟année.
De reden waarom een van de partners niet terugkeerde kan mogelijk ook verklaard worden door de strenge winter van 20102011, waarbij vroeg sneeuw viel die lang bleef liggen. De sneeuwlaag over uitgestrekte oppervlakten deed dienst als “koelkast” en hield de koude luchtlagen dicht tegen de grond gedurende de hele maand december en een deel van januari. Het dieet van de Torenvalk (dat erg lijkt op dat van de Steenuil voor wat betreft knaagdieren) brengt hem dan in grote moeilijkheden omdat hij bij dergelijke weersomstandigheden niet in staat is zijn prooi te verschalken. Hij loopt dus hij het risico om te komen van honger indien hij niet verhuist naar gebieden waar de jacht mogelijk blijft. De afstand die daarbij moest afgelegd worden zonder voedsel werd een van onze Torenvalken misschien fataal? Andere mogelijke uitleg waarom onze valk niet terugkeerde zou kunnen te zoeken zijn bij de redenen die onze Steenuilen tot vertrek gedwongen hebben en die eveneens noodlottig werden voor de Torenvalken. Bedenk dat het dieet en de omstandigheden om op knaagdieren te jagen voor beiden ongeveer dezelfde zijn. Indien het werkelijk zo zit dan is de terugkeer van de Torenvalk nog niet voor morgen. Anderzijds kunnen het verlies van een jachtterrein en de moeilijkheid om een permanente voedingsbron te vinden tijdens het broedseizoen de doorslag geven om een territorium te bezetten of te verlaten. Het zou ook kunnen dat de Torenvalk te lijden had van een gewijzigd beheer van onze autowegbermen. Deze uitgestrekte oppervlakten waren immers uitverkoren jachtgebieden. Het bewijs ervan werd geleverd door de veelvuldige waarnemingen op die plaatsen, terwijl die nu duidelijk achteruit boeren. De vermoedelijke oorzaak kan een wijziging van de plantenvegetatie zijn ten gevolge van een gewijzigd beheer (late maaibeurt). Deze manier van beheren brengt ongetwijfeld een grotere diversiteit op het niveau van flora en entomologie teweeg, doch een dichte en hoge begroeiing verhindert dat Torenvalken knaagdiertjes kunnen lokaliseren en vangen gedurende een groot deel van het jaar.
2/2012 - 11 -
Le problème pourrait donc dépasser le niveau local et ceci est confirmé par un article de M. Herremans / Natuurpunt Studie (→ voir page 19). Cet article fait état « d‟une baisse spectaculaire du Faucon crécerelle en Flandre, tant pour les oiseaux nicheurs, les migrateurs que les hivernants, déduite des données de www.waarnemingen.be et de comptages des nicheurs, des migrateurs, des hivernants et du baguage des jeunes. Si 2007 a été une année record pour les campagnols, 2009 a été une année néfaste, tellement catastrophique que le Faucon crécerelle a connu le pire résultat au niveau de la reproduction des vingt dernières années. De 2008 à 2010, au cours de la période de reproduction, le nombre d‟observations a chuté de 50% ! Le nombre de migrateurs ayant fortement augmenté à l‟automne et pendant l‟hiver, la baisse a été moins prononcée (-35%), ce qui s‟explique par l‟immigration. Les différences régionales étaient importantes : dans les Polders, les nombres sont restés stables, dans la région sablonneuse il y a une diminution de 25%, en Campine et dans la région argilo-sablonneuse il y a une baisse de 40% et dans la région argileuse le nombre d‟observations a diminué de moitié après 2008. Techniquement, le Faucon crécerelle devrait figurer sur la liste rouge en tant que „menacé‟, mais étant donné les variations dans la présence cyclique des rongeurs, il y a possibilité que la situation se redresse. »
Het probleem overschrijdt dus mogelijks het lokaal niveau. Dit wordt trouwens bevestigd door een artikel van M. Herremans / Natuurpunt Studie (→ zie pagina 19). In dit artikel wordt “de recente en spectaculaire achteruitgang van de Torenvalk in Vlaanderen bekeken, zowel voor wat betreft de broedvogels, de doortrekkers als de overwinteraars, aan de hand van data afkomstig van www.waarnemingen.be en tellingen van broedvogels, doortrekkers, overwinteraars en het ringen van nestjongen. Terwijl 2007 een piekjaar was voor de muizen, vertoonde 2009 een dieptepunt, zo diep zelfs dat de Torenvalk het slechtste broedresultaat van de afgelopen 20 jaar kende. Tijdens de broedperiode 2008 tot 2010 halveerde het aantal waarnemingen! Het aantal doortrekkers nam in de herfst en in de winter echter fors toe, waardoor de daling minder sterk was (-35%), wat te verklaren valt door immigratie.
En 2007, nous avions pu nous enorgueillir que les trois faucons nicheurs de notre pays nichaient aux alentours de la Réserve Naturelle du Vogelzangbeek (voir notre feuille de contact N°13/2008) – deux s‟en sont allés, il n‟en resterait donc plus qu‟un ?
In 2007 konden wij er prat op gaan dat de drie broedende valken van ons land in de buurt van het Natuurreservaat van de Vogelzangbeek broedden (cfr ons contactblad N° 13/2008) – twee ervan lieten het afweten, dus bleef er nog maar eentje over?
Le Faucon hobereau (Falco subbuteo) n‟a, malgré nos efforts pour lui fournir un logis de premier choix, pas daigné revenir en 2008, même si quelques observations confirment qu‟il fréquente encore le site de temps en temps. Le Faucon pèlerin (Falco peregrinus) qui lui n‟a pas de problèmes d‟approvisionnement à Bruxelles où on compte de nombreux pigeons de villes (forme urbaine du Pigeon biset (Columba livia)) est en nette progression et pour la première année, un couple a niché avec succès en 2011 sur la tour de la collégiale Saint Guidon à Anderlecht.
De Boomvalk (Falco subbuteo) vond het beneden zijn waardigheid in 2008 terug te keren, niet tegenstaande al onze inspanningen om hem een eersteklas logies te verstrekken. Nochtans bevestigen een aantal waarnemingen dat hij tussendoor nog aanwezig is in het gebied. De Slechtvalk (Falco peregrinus), die ondervindt geen bevoorradingsproblemen in Brussel waar talrijke stadsduiven (stadsvorm van de Rotsduif (Columba livia)) voorkomen. Hij is duidelijk in opmars en voor het eerst broedde een koppeltje met succes op de toren van de Sint-Guidokerk te Anderlecht.
Si vous avez fréquenté la Réserve Naturelle du Vogelzangbeek en 2010 et en 2011, vous avez sans doute été confrontés aux travaux qui avaient pour but d‟installer deux collecteurs destinés à évacuer les eaux usées vers les stations d‟épuration (voir les éditoriaux de nos éditions précédentes – Feuille de Contact N° 16/2011 & Annonce Gestion 20112012). Ces travaux se sont terminés dans la réserve naturelle en début 2011, mais se sont prolongés en amont. En principe, après la mise en service des deux collecteurs, nous pourrions espérer une amélioration durable de la qualité de l‟eau, même si l‟assainissement complet du ruisseau demandera sans doute encore beaucoup de patience. Mais ce qui a étonné l‟observateur, c‟est l’explosion floristique des espèces qui ont recolonisé soudainement les terres après la sécheresse du printemps dernier. Des millions de graines appartenant à des centaines d‟espèces différentes ont germé et ont donné naissance à une végétation herbacée naturelle et spontanée, dont certaines espèces n‟ont jamais encore été observées dans la Réserve Naturelle.
Wie in 2010 en 2011 het Natuurreservaat van de Vogelzangbeek bezocht werd waarschijnlijk geconfronteerd met de werken die tot doel hadden twee collectoren aan te leggen om het afvalwater af te voeren naar de waterzuiveringstations (cfr. de redactierubriek in onze vorige uitgaven – Contactblad N° 16/2011 & Aankondiging Beheer 2011-2012). Die werken kwamen tot een einde in het natuurreservaat begin 2011, maar gingen nog verder stroomopwaarts. Principieel kunnen wij hopen op een duurzame verbetering van de waterkwaliteit nadat de twee collectoren in werking zijn getreden. Doch, om een volledige sanering van de beek te bekomen zullen wij nog heel wat geduld moeten oefenen.
Er deden zich grote regionale verschillen voor: in de Polders bleven de aantallen stabiel, in de Zandstreek was er een afname met 20%, in de Zandleemstreek met 40% en in de Leemstreek halveerde het aantal waarnemingen na 2008. Technisch gezien zou de Torenvalk daarmee op de Rode Lijst moeten vermeld worden als „bedreigd‟, maar gezien de variaties in het muizenbestand cyclisch zijn, hoeft het niet zo‟n vaart te lopen.”
Wat de waarnemer echter verbaasde was de bloei-explosie bij de vele planten die plots de bodem heroverden na de droogteperiode van vorige lente. Miljoenen zaden afkomstig van honderden verschillende soorten kwamen tot kiemen en mondden uit in een natuurlijke en spontane plantenvegetatie. Sommige soorten ervan werden nooit eerder waargenomen in het Natuurreservaat.
2/2012 - 12 -
Pour la plupart des espèces, il s‟agit d‟une réapparition naturelle qui s‟est faite à partir du stock de graines qui restaient présentes dans les terres. En effet, notre demande pour stocker à part une couche supérieure de + 10 cm et de l‟étaler en surface après les travaux a été soutenue par la CRMS et a été imposée par le permis délivré. Suite aux difficultés pour creuser la tranchée, la surface concernée est devenue plus importante et plus large que prévu et couvre + 2.500 m2, y compris le chemin de service qui a été stabilisé avec un mélange de concassé de porphyre et de terres d‟origine.
Bij de meeste soorten die opnieuw spontaan verschenen gebeurde dit vanuit de natuurlijke zadenvoorraad die in de bodem aanwezig was. Immers, onze vraag om de bovenste laag van + 10cm afzonderlijk te bewaren en die na de werken opnieuw aan de oppervlakte uit te spreiden werd gesteund door de KCML en werd opgelegd door de toegekende vergunning. Door de moeilijkheden ondervonden bij het uitgraven van de sleuf, werd de betrokken oppervlakte uitgestrekter en breder dan voorzien. Die bedraagt aldus + 2500 m2, met inbegrip van de dienstweg die gestabiliseerd werd met een mengsel van gebroken porfier en aarde afkomstig van de afgravingen.
Ainsi, la Nature nous a donné une belle leçon en recolonisation et, dans les années à venir, elle nous donnera sans doute une étonnante démonstration d‟évolution. En effet, la végétation actuelle va évoluer d‟année en année. A certains endroits, elle retrouvera un équilibre comme friche herbacée, ailleurs, elle sera recolonisée spontanément par les ligneux et au-dessous des lignes de haute tension, elle retrouvera sa valeur biologique précédente avec une faune et une flore hors du commun grâce à l‟application d‟une gestion comme prairie de fauche non amendée. La végétation du chemin vert trouvera également son équilibre en fonction d‟une gestion qui doit garantir l‟accès à la Réserve Naturelle et le cheminement des visiteurs. Mais une autre évolution est attendue avec impatience ! En effet, l‟installation des collecteurs a pour but d‟évacuer toutes les eaux usées vers des stations d‟épuration et, en principe, la qualité de l‟eau du ruisseau devrait s‟améliorer sensiblement dès la mise en service. Petit à petit, la faune et la flore aquatiques liées aux eaux courantes reprendront leurs droits, car le but final est d‟obtenir à moyen terme l‟assainissement complet du ruisseau ainsi qu‟une gestion intégrale du cours d‟eau, de ses rives et de ses abords. Alors, nous pourrons à nouveau accueillir les Martins pêcheurs (Alcedo atthis), les Bergeronnettes des ruisseaux (Motacilla cinerea), les Tritons, les Couleuvres à collier (Natrix natrix), les Epinoches (Gasterosteus aculeatus), … de nombreux invertébrés et une végétation typique des ruisseaux. L‟assainissement du ruisseau-même se laisse déjà entrevoir et en amont du déverseur « Kortvondel » et de l‟égout/ruisseau venant de Rattendaal, l‟eau était devenue limpide et la végétation aquatique est réapparue ! Une observation étonnante à cet endroit le 27/06/2011, confirme que la qualité de l‟eau s‟améliore : une Pipistrelle (Pipistrellus pipistrellus ?) fourrageant en plein jour le long des jeunes arbres descend soudainement et survole plusieurs fois le ruisseau pour finalement raser l‟eau … en buvant !
Aldus kregen we van de Natuur een mooie les in herovering, waardoor wij in de komende jaren vermoedelijk een wonderlijke evolutie te zien zullen krijgen. De huidige begroeiing zal immers van jaar tot jaar evolueren. Op sommige plaatsen herwint ze dan een evenwicht in de vorm van een grasruigte, terwijl ze elders spontaan zal heroverd worden door het struikgewas en, onder de hoogspanningslijnen, haar vroegere biologische waarden zal terugvinden met een buitengewone fauna en flora. En dit dankzij de toepassing van een beheer als niet bemest hooiland. De begroeiing van de groene dienstweg komt zeker ook opnieuw tot evenwicht dankzij een beheer dat de toegang tot het Natuurreservaat moet verzekeren, naast een doorgangsmogelijkheid voor de bezoekers. Een andere evolutie wordt echter vol spanning afgewacht! De aanleg van de collectoren heeft immers tot doel het afvalwater af te voeren naar waterzuiveringstations, zodat, in principe, de waterkwaliteit van de beek merkbaar moet verbeteren van zodra de collectoren in werking zijn. Beetje bij beetje moeten dan de fauna en de flora die gebonden zijn aan stromend water hun rechten heroveren, want het uiteindelijk doel is het bekomen van de volledige zuivering van de beek op middellange termijn, naast een integraal beheer van de waterloop, samen met zijn oevers en oeverstroken. Op dat ogenblik zullen we dan opnieuw kunnen welkom heten aan de IJsvogel (Alcedo atthis), de Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea), watersalamanders, ringslangen (Natrix natrix), stekelbaarzen (Gasterosteus aculeatus), … en de vele ongewervelden, naast een typische beekvegetatie. De sanering van de beek zelf kan men nu reeds merken en hogerop dan de overloop « Kortvondel » en de riool afkomstig van het Rattendaal was het water helder geworden en verschenen opnieuw waterplanten! Een merkwaardige waarneming op die plaats op 27/06/2011 bevestigt dat de waterkwaliteit erop vooruit gaat: een Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus ?) die er op klaarlichte dag foerageerde langsheen de jonge bomen, dook plots naar beneden om meerdere malen boven de beek te vliegen en dan rakelings over het water te scheren om … ervan te drinken!
2/2012 - 13 -
En guise de prélude de la renaissance du Vogelzangbeek, le Martin-pêcheur (Alcedo atthis) s‟est également montré deux fois le 8/06/2011 à proximité de la mare de l‟Hof ter Vleest et au-dessus de la Grande mare, ce qui est une 1ère observation en période de nidification !
Als voorsmaak van de heropleving van de Vogelzangbeek, heeft de IJsvogel (Alcedo atthis) zich ook twee maal laten bewonderen op 8/06/2011, eerst dicht bij de Hof ter Vleestpoel en later boven de Grote poel en … dat is een eerste waarneming tijdens het broedseizoen!
Puis, « last but not least », une primeur pour la Belgique (et la Hollande ?) au niveau de la mycologie!
En dan, “last but not least”, een primeur voor België (en Nederland?) in het domein van de mycologie!
S. Lippens et A. Oelbrandt nous ont signalé la bonne nouvelle : lors d‟un relevé fongique le 19/10/2011 avec le « Zwammen werkgroep » Zuid West Brabant de Natuurpunt, fut observée une espèce d‟ascomycète qui n‟a jamais été observée, ni en Belgique, ni en Hollande ! Il s'agit d'un petit champignon d'environ 1cm qui pousse partiellement enterré sur sol nu. Il a la forme d'un disque de couleur crème avec des poils bruns, lisses, sinueux à ramifiés. Il s‟agit du Geopora cervina dont la première détermination a été réalisée au microscope par Mario Di Giangregorio et confirmée par Bernard Declerq / K.U.Leuven. Une seconde détermination de ce champignon a été réalisée par Camille Mertens du CMB (*), suite à un examen microscopique effectué au même endroit sur d'autres exemplaires prélevés le 8/11/2011. L'inventaire de la Réserve Naturelle qui est géré par S. Lippens compte à présent 209 espèces de champignons !
S. Lippens en A. Oelbrandt meldden ons het goede nieuws: tijdens een paddenstoeleninventarisatie met de “Zwammenwerkgroep” Zuidwest Brabant van Natuurpunt werd op 19/10/2011 een soort ascomyceet waargenomen die noch in België, noch in Nederland ooit eerder werd aangetroffen! Het is een klein paddenstoeltje van ongeveer 1cm dat gedeeltelijk onder een naakte bodem groeit. De bekervorm, is roomkleurig en behaard met bruine, gladde, vertakte tot kronkelige haartjes. Het betreft een Geopora cervina waarvan de eerste microscopische determinatie gebeurde door Mario Di Giangregorio en die bevestigd werd door Bernard Declerq / K.U.Leuven. Een tweede determinatie van deze paddenstoel gebeurde door Camille Mertens van de MKB/Mycologische Kring van Brussel, na een microscopisch onderzoek op dezelfde plaats uitgevoerd op andere exemplaren die op 8/11/2011 gevonden waren. De inventaris van het Natuurreservaat in beheer bij S. Lippens telt op dit ogenblik 209 soorten paddenstoelen!
2/2012 - 14 -
Dans le nouvel Atlas, édité par Natuurpunt en 2011, cette espèce n‟est pas encore mentionnée, mais on y vante (pages 674 & 675) le site de la Vallée du Vogelzangbeek pour sa richesse biologique engendrée par une diversité importante d‟habitats. « La richesse du site du Vogelzang est largement déterminée par la présence simultanée de plusieurs types d‟habitats qui s‟interpénètrent : zones humides (ruisseau, mares entourées d‟une végétation de marais, avec recrûs ligneux) ; zones herbeuses (prés de fauche et pâturages allant de relativement secs à relativement humides) ; micro habitats semi-naturels en mosaïque (haies mixtes, haies d‟aubépines, massifs de buissons, alignements d‟arbres, talus boisés, fossés, ronciers) ; zones boisées, dont certaines humides le long du Vogelzangbeek ; vergers de haute tiges. Ainsi, les associations végétales sont particulièrement diversifiées, allant notamment de formations ouvertes relativement sèches à des formations herbacées marécageuses, représentées par un vaste cortège d‟espèces végétales caractéristique des zones humides brabançonnes. Plus de vingt types d‟habitats ont été identifiés sur le terrain au sein du périmètre de la Réserve Naturelle, répartis en 75 parcelles différentes. L‟inventaire fongique confirme cette richesse biologique. » Cela confirme une fois de plus notre thèse que la Vallée du Vogelzangbeek à Anderlecht possède un potentiel naturel insoupçonnable qui mérite conservation, gestion et développement. La question est : sommes-nous prêts à s‟inspirer davantage des espèces naturelles et à vivre en symbiose avec notre environnement ?
In de nieuwe Atlas, uitgegeven door Natuurpunt in 2011, wordt de soort nog niet vermeld, maar men vermeldt er vol lof (blz. 674 & 675) het gebied van de Vallei van de Vogelzangbeek voor haar biologische rijkdom als gevolg van een grote verscheidenheid aan biotopen ”De hoge natuurwaarde van het gebied Vogelzang is grotendeels te danken aan het voorkomen van de verschillende habitat die elkaar overlappen. Er is een gradiënt van natte zones (beek, grachten, broekbossen, poelen met moerasvegetatie en boomopslag, …) naar iets drogere, matig voedselrijke gras- en hooilanden. Het kleinschalig landschap bestaat uit een mozaïek van halfnatuurlijke habitat: hooi- en weilanden, knotwilgen, gemengde hagen, meidoornhagen, braamstruwelen, grachten, houtwallen, kleine bossen met houtsnipperpaden en een perceel met hoogstamboomgaard. De vegetatie is daardoor vrij gediversifieerd, gaande van open relatief droge plantengemeenschappen, naar natte moerasvegetaties. Zowel ruigtekruiden als de kenmerkende vegetaties voor de natte Brabantse Valleigebieden zijn hier nog aanwezig. Op de 75 verschillende percelen binnen de begrenzing van het Natuurreservaat werden in het totaal twintig verschillende soorten habitat geïdentificeerd. De inventarisatie van de paddenstoelen bevestigt deze biologische rijkdom.” Dit bevestigt eens te meer onze stelling dat de Vallei van de Vogelzangbeek in Anderlecht over onvermoede natuurmogelijkheden beschikt die het verdienen bewaard te blijven, beheerd en ontwikkeld te worden. Vraag is of we bereid zijn meer onze inspiratie te putten bij de natuurlijke soorten en in symbiose te leven met ons leefmilieu?
En conclusion, nous ne pouvons que répéter que, si l’Homo sapiens est à l’origine de la dégradation des biotopes, il est aussi capable, s’il le veut, de renverser cette tendance et de réparer le mal qu’il a fait – ou non ?
Tot besluit kunnen wij alleen maar herhalen dat, zo Homo sapiens aan de basis ligt van de aftakeling van de biotopen, hij eveneens, zo hij het wil, de tendens kan omkeren en het kwaad dat hij aangericht heeft al dan niet kan herstellen?
INVENTAIRES & VISITES
INVENTARISSEN & WANDELINGEN
La CCN Vogelzang CBN, dont un des objectifs est de favoriser une meilleure connaissance de la nature, organise en collaboration avec les associations une nouvelle série de visites sur des thèmes divers. Le nouveau calendrier 2012 de ces activités est annoncé par l‟affiche verte annexée à cette feuille de contact. En affichant celle-ci, vous pouvez contribuer à faire connaître nos actions en faveur du patrimoine naturel de la vallée du Vogelzangbeek. N’hésitez pas à nous contacter pour obtenir des affiches supplémentaires.
De CCN Vogelzang CBN, die ondermeer als doelstelling heeft een betere kennis van de natuur te bevorderen, organiseert in samenwerking met de verenigingen een nieuwe reeks wandelingen met verschillende thema‟s. De nieuwe kalender 2012 kondigt deze activiteiten aan op de groene A4affiche bij dit contactblad. Door het uithangen van deze affiche kan iedereen bijdragen tot de bekendmaking van onze acties ten gunste van het natuurlijk erfgoed van de Vogelzangbeekvallei. Aarzel niet met ons contact op te nemen om meer affiches te bekomen.
Toutes vos observations (illustrées ou pas) sont précieuses et peuvent contribuer à compléter les inventaires de la Réserve Naturelle du Vogelzangbeek. Ces inventaires, qui sont gérés par Sabyne Lippens, nous aident à motiver les autorités pour que notre patrimoine soit considéré à sa juste valeur et qu‟une attention particulière soit observée quand ses valeurs esthétiques et scientifiques sont en jeu.
Alle waarnemingen (met of zonder foto‟s) zijn belangrijk en kunnen bijdragen tot het bekomen van zo kompleet mogelijke inventarisatie voor het Natuurreservaat van de Vogelzangbeek. Deze inventarissen worden bijgehouden door Sabyne Lippens en helpen ons bij het motiveren van de autoriteiten om ons erfgoed juist naar waarde te schatten en om speciale aandacht te vragen wanneer de landschappelijke en wetenschappelijke waarden in vraag gesteld worden.
2/2012 - 15 -
Quel est l'état des inventaires à la fin 2011 ?
Hoever staan de inventarissen eind 2011?
L'année 2011 se termine avec un total de 1051 espèces inventoriées. Elles se répartissent en 499 pour le règne animal, 342 pour le règne végétal, 209 pour le règne fongique (c.à.d. les champignons) et 1 pour le règne des procaryotes (organismes unicellulaires sans noyau).
Het jaar 2011 eindigt met een totaal van 1051 geïnventariseerde soorten. Dit geeft 499 voor het dierenrijk, 342 voor het plantenrijk, 209 voor het fungirijk (t. t. z. de paddenstoelen) en 1 voor het rijk der prokaryoten (eencellige organismen zonder kern).
Vous pouvez valider vos observations soit sur : http://observations.be/gebied/view/32592 soit sur: www.observations.be Un autre lien vous permet de visualiser les photos prises dans la Réserve Naturelle du Vogelzangbeek : http://observations.be/user/photos/52024
De waarnemingen kunnen ingebracht worden op: http://waarnemingen.be/gebied/view/32592 of op: www.waarnemingen.be Een andere link naar de foto‟s genomen in het Natuurreservaat van de Vogelzangbeek is: http://observations.be/user/photos/52024
N’hésitez pas à ajouter votre pierre à cet édifice et ainsi nous pouvons construire ensemble une réserve naturelle où la biodiversité est bien mise en évidence.
Aarzel niet om op die manier bij te dragen tot de opbouw van dit erfgoed en zo kunnen we samen een natuurreservaat krijgen waar de biodiversiteit goed in de kijker gesteld wordt.
NOTRE FEUILLE DE CONTACT
ONS CONTACTBLAD
Pour votre information : la version électronique en couleur est aussi disponible et chargeable sur notre site Internet : http://users.edpnet.be/ccnvogelzangcbn/
Ter informatie: je kan de elektronische versie in kleur ook bekijken en downloaden op onze website: http://users.edpnet.be/ccnvogelzangcbn/
Donnez votre avis par messagerie aux emails : Rédaction -
[email protected] Inventaires -
[email protected]
Geef je advies met een berichtje op e-mails: Redactie -
[email protected] Inventarissen -
[email protected]
MERCI DE VOTRE COLLABORATION
BEDANKT VOOR DE MEDEWERKING
VIE DE L ‘ ASSOCIATION
VERENIGINGSLEVEN
La poignée de naturalistes qui a mis en route l‟action pour conserver, gérer et développer la biodiversité de la Vallée du Vogelzangbeek a entrepris de nombreuses démarches en vue de la réalisation de ces objectifs. Une de ces démarches était la publication d‟une feuille de contact annuelle qui devait sensibiliser et informer. Nous sommes actuellement à sa 17ème année d‟édition. Une autre source d‟informations est disponible sur notre site Internet : http://users.edpnet.be/ccnvogelzangcbn/ ainsi que sur celui de la Protection des Oiseaux. Notre collaboration avec la LRBPO (*) a entre autres abouti dans un échange d‟informations sur son site Internet, page :
Het handjevol natuurliefhebbers dat de actie hebben opgestart om de Vogelzangbeek te beschermen, te beheren en haar biodiversiteit te ontwikkelen, heeft vele stappen ondernomen om die doelstellingen te bereiken. Een van die stappen was de uitgave van een jaarlijks contactblad om de mensen te sensibiliseren en te informeren. Op dit ogenblik zijn we toe aan de 17de jaar van de uitgave ervan. Een andere informatiebron is ter beschikking gesteld op onze Internetsite: http://users.edpnet.be/ccnvogelzangcbn/ alsook op deze van de “Vogelbescherming”. Onze samenwerking met het KBVBV (*) mondde onder meer uit in een gegevensuitwisseling op hun Internetsite onder:
http://www.protectiondesoiseaux.be/index.php/sitesnaturelsb elgique/71-regionbruxelloise/159-vogelzang
http://www.protectiondesoiseaux.be/index.php/sitesnaturelsbelgiq ue/71-regionbruxelloise/159-vogelzang
Nous remercions les dirigeants de cette association pour la collaboration fructueuse.
Wij danken hierbij de verantwoordelijken van die vereniging voor de vruchtbare samenwerking.
(*)ABRÉVIATIONS : voir page 18
(*) AFKORTINGEN: zie pagina 18
2/2012 - 16 -
Durant toutes ces années, les lecteurs ont donc pu suivre l‟évolution de nos différentes actions. Ils ont été invités à participer aux activités de découverte, d‟étude, de protection et de gestion organisées par notre Commission. Le bilan de l‟association est aujourd‟hui franchement positif, et personne n‟avait osé espérer un tel résultat. Grâce au dévouement et au soutien de ses membres et grâce à une certaine obstination de la part de ses dirigeants, la CCN Vogelzang CBN est devenue incontournable quant à la conservation, la gestion et le développement du site.
Gedurende al die jaren hebben de lezers zo de evolutie van onze verschillende acties kunnen volgen. Ze werden uitgenodiging om deel te nemen aan de door onze Commissie ingerichte activiteiten voor natuurbeleving, -studie, -bescherming en -beheer. Niemand had durven dromen dat de resultaten van onze vereniging vandaag zo positief zouden zijn. Dankzij de toewijding en steun van haar leden en dankzij het doorzettingsvermogen van haar bestuurders, heeft de CCN Vogelzang CBN inzake bescherming, beheer en ontwikkeling van het gebied een autoriteit verworven waar niemand meer aan voorbij kan.
Pour réaliser ses objectifs, notre Commission est toujours à la recherche de membres qui sont intéressés à s‟investir davantage au sein de l‟association. Par exemple : une assistance pour la gestion des différents dossiers, pour organiser nos activités, pour éditer notre périodique, pour traduire des textes, pour remplir les tâches administratives liées aux statuts de l‟ASBL, pour coordonner nos projets de réhabilitation... est la bienvenue. Votre aide peut aussi être plus ponctuelle et se limiter à une activité bien précise comme les suivis de la faune et de la flore, l‟entretien et gestion des abords du site, la surveillance du site... Réparties sur un plus grand nombre de personnes, ces tâches et devoirs seront aussi plus légers et les résultats meilleurs !
Om haar doelstellingen te verwezenlijken is onze Commissie steeds op zoek naar leden die zich graag meer willen inzetten voor onze vereniging. Zo zijn wij op zoek naar mensen die willen bijspringen bij het beheer van bepaalde dossiers, het organiseren van onze activiteiten, het uitgeven van ons tijdschrift, het vertalen van teksten, het uitvoeren van de administratieve taken opgelegd door de statuten van de VZW, het coördineren van onze herwaarderingsprojecten… Je hulp kan zich ook meer beperken tot een bepaalde activiteit zoals het monitoren van de fauna en flora, de onderhoud- en beheerswerken in het gebied… Door de taken en het werk te verdelen over een groter aantal personen, worden ze minder zwaar en leiden ze tot betere resultaten!
Comment aider ?
Hoe kan je helpen?
Participer aux activités organisées par la Commission (Promenades Nature & Journées de Gestion). Devenir membre de la CCN Vogelzang CBN en versant une cotisation ou don (voir ci-après). Motiver vos connaissances et amis à soutenir nos actions et à venir nous rejoindre. Devenir membre actif et effectif en aidant l‟association et en participant aux réunions (voir ci-après). User de votre influence auprès des instances officielles (à tous les niveaux !) pour soutenir nos actions. Soutenir nos projets en cours, car souvent un financement complémentaire est nécessaire ! Adhérer aux autres associations pour la nature, actives à d‟autres niveaux (voir liste dans Feuille de Contact n° 4). Faire connaître nos activités dans votre quartier (affichage - Promenades Nature & Journées de Gestion). Créer des groupes d‟étude qui visent un aspect particulier du site (plantes, oiseaux, insectes, batraciens...).
Deelnemen aan de activiteiten die opgezet worden door de Commissie (Natuurwandelingen & Beheersdagen). Lid worden van CCN Vogelzang CBN door een bijdrage of gift te storten (zie verder). Kennissen en vrienden aanspreken en motiveren om onze acties te steunen en om ook lid te worden. Actief en werkend lid worden, door de vereniging te helpen en door deel te nemen aan de vergaderingen (zie verder). Uw invloed aanwenden bij de officiële instellingen (op alle niveaus!) om onze acties te ondersteunen. Steun verlenen aan onze projecten want dikwijls is een bijkomende financiering nodig! Aansluiten bij andere natuurverenigingen die actief zijn op andere niveaus (zie lijst in Contactblad n° 4). Onze activiteiten bekend maken in uw buurt (uithangen van onze groene affiches - Natuurwandelingen & Beheersdagen). Werkgroepen oprichten om één van de aspecten van het gebied te bestuderen (planten, vogels, insecten, amfibieën, ...).
Notre Commission reste très active à tous les niveaux. La réalisation de nos projets de réhabilitation a demandé et demandera encore beaucoup de temps et d‟énergie. Heureusement, nous avons jusqu‟à présent toujours réussi à trouver les moyens, mais le succès de nos actions est en grande partie à attribuer à notre persévérance pour faire accepter la Nature comme étant un patrimoine commun. Elle a toujours existé pour tous et tout le monde en a besoin.
Onze Commissie blijft zeer actief op alle niveaus. De uitvoering van onze herwaarderingsprojecten zal, zoals in het verleden ook het geval was, nog veel tijd en energie opslorpen. Gelukkig zijn we er tot nu toe steeds in geslaagd om regelmatig de te nodige middelen te vinden, maar het succes van onze acties is grotendeels te danken aan ons doorzettingsvermogen om de Natuur te doen erkennen als gemeenschappelijk erfgoed. Zij was er altijd voor iedereen en iedereen heeft haar nodig.
2/2012 - 17 -
Nous voulons rester, tant que nécessaire, le stimulant pour le développement des valeurs naturelles du site et le garant de la pérennité de ce patrimoine commun.
Wij willen zolang het nodig is de stimulans blijven om de natuurwaarden van het gebied te ontwikkelen en de waarborg zijn voor het voortbestaan van dit gemeenschappelijke erfgoed.
Si l'homme est souvent la cause de la dégradation et de la disparition de la Nature, il peut (doit) aussi intervenir pour la sauvegarder et pour conserver ce patrimoine pour les générations futures. Cela doit se faire à l'échelle mondiale, mais aussi près de chez nous. Nous essayons, avec nos moyens, de faire appliquer ce principe à la vallée du Vogelzangbeek. Cela n'est pas toujours facile et nous apprécions donc particulièrement l'aide de tous ceux qui suivent l'exemple donné par nos donateurs. La reconnaissance de nos objectifs et du bien-fondé de nos projets par les donateurs est essentielle pour pouvoir les réaliser. C'est donc aussi l'occasion pour remercier tous ceux qui nous aident et qui soutiennent nos actions, que ce soit les donateurs, les associations, les comités de quartier, les bénévoles ou les autorités. D‟autre part, l‟aide et le soutien de la RBC (*) et de la Commune seront toujours indispensables pour pouvoir poursuivre la réhabilitation du site et pour le développement de nouveaux projets. Nos différentes propositions pour créer des activités en relation avec la réserve naturelle et avec le paysage rural ne sont pas toujours suffisamment écoutées ou comprises. Pourtant, ces projets sont indispensables pour l‟éducation des futures générations en faveur de leur environnement, pour le maintien de la biodiversité et pour assurer un développement durable de notre ville.
De Mens, die dikwijls de oorzaak is van de aftakeling en de vernietiging van de Natuur, kan (en moet) zich ook inzetten om dit erfgoed te redden en te behouden voor de volgende generaties. Dit moet niet alleen op wereldniveau gebeuren maar ook dicht bij ons. Wij trachten, met onze middelen, dit principe toe te passen in de Vogelzangbeekvallei. Dat is niet altijd gemakkelijk en we waarderen dus enorm de hulp van iedereen die het voorbeeld volgt van onze sponsors. De erkenning van onze doelstellingen en van de gegrondheid van onze projecten door de sponsors is onontbeerlijk om deze te kunnen verwezenlijken. Het is dan ook "de" gelegenheid om iedereen die ons helpt of steunt bij onze acties te bedanken, zowel de donateurs, de verenigingen, de wijkcomités, de vrijwilligers als de overheid. Anderzijds is duidelijk aangetoond dat de hulp en de ondersteuning vanwege het BHG (*) en de Gemeente onontbeerlijk zijn om het gebied verder te kunnen herwaarderen en voor de uitwerking van nieuwe projecten. Onze verschillende voorstellen voor de inrichting van activiteiten in relatie met het natuurreservaat en met het landelijk gebied krijgen niet altijd voldoende gehoor of begrip. Nochtans zijn deze projecten onontbeerlijk voor het motiveren van de volgende generaties ten gunste van hun leefmilieu, voor het behoud van de biodiversiteit en voor het verzekeren van een duurzame ontwikkeling van onze stad.
(*)ABRÉVIATIONS : voir page 18
(*) AFKORTINGEN: zie pagina 18
ABRÉVIATIONS
AFKORTINGEN
BE-IBGE : Bruxelles Environnement – Institut Bruxellois pour la Gestion de l‟Environnement CMB : Cercle Mycologique de Bruxelles CRMS : Commission Royale des Monuments et des Sites ERNB : Education Relative à la Nature et sa Biodiversité LRBPO : Ligue Royale Belge pour la Protection des Oiseaux PRAS : Plan Régional d‟Affectation du Sol RBC : Région de Bruxelles-Capitale RER : Réseau Express Régional SDRB : Société de Développement pour la RBC ULB : Université Libre de Bruxelles ZHVB : Zone de Haute Valeur Biologique
BHG: Brussels Hoofdstedelijk Gewest GBP: Gewestelijk BestemmingsPlan GEN: Gewestelijk ExpresNet GOMB: Gewestelijke OntwikkelingsMaatschappij BHG KBVBV: Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels LB-BIM: Leefmilieu Brussel – Brussels Instituut voor Milieubeheer MKB: Mycologische Kring van Brussel KCML: Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen NBE: Natuur- en BiodiversiteitEducatie ULB: Université Libre de Bruxelles ZHBW: Zone met Hoge Biologische Waarde
Ont participé à cette feuille de contact :
Hebben meegewerkt aan dit contactblad :
- article / artikel «Venir et Partir …/ Komen en Gaan … » : Peter VANBELLINGHEN - vérification & correction des textes français : Christiane HUBERT - nazicht Nederlandse teksten en vertalingen NL: René DIRCKX - registre des membres / ledenbestand & webmaster : David VANBELLINGHEN - réalisation & rédaction / realisatie & redactie : Peter VANBELLINGHEN - Illustrations / Illustraties : voir auteurs et © en bas des photos / zie auteurs en © onderaan de foto‟s Plus d’informations concernant nos actions et activités ainsi que celles d’autres associations bruxelloises sont disponibles sur les sites Internet suivants :
Meer inlichtingen over onze acties en activiteiten alsook deze van andere Brusselse verenigingen zijn beschikbaar op de volgende websites:
http://users.edpnet.be/ccnvogelzangcbn/ http://observations.be/gebied/view/32592 http://www.protectiondesoiseaux.be/index.php/sitesnaturelsbelgique/71-regionbruxelloise/159-vogelzang http://users.skynet.be/vogelenzang.asbl/ http://www.bruxellesnature.be/ http://www.brusselnatuur.be/ 2/2012 - 18 -
Bibliographie / Bibliografie :
ATLAS de la FLORE de la Région de Bruxelles-Capitale - IBGE : M. GRYSEELS & Amicale Européenne de Floristique J. SAINTENOY-SIMON & Fédération des Banques de Données Biogéographiques – 1999.
ALLEMEERSCH Luc (2006). Opmaak van een volledige floristische inventaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en een florakartering in opdracht van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, Afdeling Groene Ruimten. Meise, Nationale Plantentuin van België, http://www.floraofbrussels.be ATLAS van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest LANDUYT, W., HOSTE, I., VANHECKE, L., VAN DEN BREMT, P., VERCRUYSSE, W. & DE BEER, D. Instituut voor natuur- en bosonderzoek, Nationale Plantentuin van België & Flo.Wer – 2006. Amphibiens et Reptiles de la Région de Bruxelles-Capitale / Amfibieën en Reptielen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Anne Weiserbs & Jean-Paul Jacob Aves & Institut Bruxellois pour la Gestion de l‟Environnement, Bruxelles / Aves & Brussels Instituut voor Milieubeheer Brussel – 2005 – 107 pages/blz. RAPPORT Natuur.studie – nummer 3 / 2007 Natuurpunt Studie – Robert JOORIS / HYLA Amfibieën- en reptielenwerkgroep. M. HERREMANS “Wordt het bidden voor de Torenvalk?” / Natuurpunt Studie - NATUUR.ORIOLUS – Jaargang 77- nummer 2 – p. 60-67
2/2011 - 19 -
2/2011 - 19 -
VOGELZANG a besoin de vous !
VOGELZANG heeft je nodig!
Dans les rubriques précédentes, nous pensons avoir traité amplement tous les aspects qui déterminent la vie et les actions de notre association. Nous espérons vous avoir convaincus de la nécessité de son existence et, dans ce cas, votre adhésion ou le renouvellement de votre cotisation confirmera nos options pour l‟avenir.
In de voorgaande rubrieken hebben we getracht alle aspecten van de acties en de werking van onze vereniging zo ruim mogelijk te behandelen. We hopen dat je daarmee inziet hoezeer dit alles nodig is. Je aansluiting of de vernieuwing van je bijdrage zal naar de toekomst toe voor ons meer mogelijkheden scheppen.
Cotisations et dons peuvent être versés sur le compte :
Lidgeld en giften kunnen gestort worden op rekening:
BE17 2100 0621 4621 de la CCN Vogelzang CBN
BE17 2100 0621 4621 van de CCN Vogelzang CBN
Le montant du versement doit être détaillé en fonction de vos motivations et de vos possibilités : Cotisation membre adhérent : 5 € minimum Cotisation membre effectif (*) : 10 € minimum Don pour nos projets : à fixer par vous-même.
Het bedrag van de storting moet gedetailleerd worden in functie van uw motivatie en mogelijkheden: Lidgeld voor toetredende leden: 5 € minimum Lidgeld voor werkende leden (*): 10 € minimum Gift voor onze projecten: bedrag door uzelf te bepalen.
Attestation fiscale délivrée pour tout don de 40 € et plus (versé en complément à la cotisation)
Fiscaal attest geleverd voor alle giften van 40 € en meer (die bij het lidgeld gestort worden)
(*) tout membre adhérent participant activement aux actions de l‟association peut faire la demande par écrit pour devenir membre effectif ou associé de l‟Assemblée Générale de notre ASBL.
(*) ieder toetredend lid dat actief meewerkt aan de acties van de vereniging kan een schriftelijke aanvraag indienen om werkend lid of vennoot te worden van de Algemene Vergadering van onze VZW.
2/2010 - 20 –
2/2011 - 20 -