SCHOOLPLAN 2012-2016 versie 2.1/1 juni 2012
BERLAGE LYCEUM Pieter Lodewijk Takstraat 33-34 1073 KJ Amsterdam
1
1. Inleiding: missie en visie Esprit Scholen Het Berlage Lyceum maakt deel uit van de Esprit Scholen. Het College van Bestuur van Esprit Scholen is het bevoegd gezag van de school. Esprit Scholen maakt zich sterk voor multicultureel, dynamisch en internationaal onderwijs. De negen scholen die deel uitmaken van Esprit Scholen kennen een gevarieerd onderwijsaanbod van basis- tot en met voortgezet onderwijs, van praktijkonderwijs via voorbereidend middelbaar onderwijs tot en met gymnasium, inclusief een internationale school en een tweetalig havo en vwo. Esprit International The Berlage Lyceum, the Europaschool and the AICS are facilitating students’ possibilities to take part in international and internationalising programmes within Esprit Scholen. The cross-school programming of the International Primary Curriculum (IPC) at the Europaschool (in Dutch) and the AICS (in English) makes transitions between the schools easier. The Europaschool also offers foreign language programmes which ease possible transition to the internationalising, bilingual (Dutch/English) TTO programme at the Berlage Lyceum. Berlage students with a good command of the English language, who completed their higher secondary education (HAVO 5), or those who finished their fore last year of pre-university education (VWO 4) successfully, can study the International Baccalaureate Diploma Programme (IB DP) at the AICS. For these students Dutch will be taught at the highest [Language A1] level. Students with a good command of the Dutch language, returning from abroad can, possibly after a transition period at the AICS, study the internationalising, bilingual (Dutch/English) TTO programme at the Berlage Lyceum. Berlage Lyceum Het Berlage Lyceum wil elke leerling zo goed mogelijk voorbereiden op zijn/haar plaats binnen de interculturele samenleving. Het Berlage Lyceum is op elk niveau een kwaliteitsschool die zorg draagt voor een goede opleiding met maximale kansen op het behalen van een diploma, het verkrijgen van een plaats op een vervolgopleiding of het vinden van werk. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat ook andere dan cognitieve talenten ontwikkeld worden en laten dat zien door veel aandacht te besteden aan extra activiteiten op cultureel en sportief gebied. SPEERPUNTEN VAN HET BERLAGE LYCEUM Elke leerling belangrijk Het Berlage Lyceum is een school waarin volop kansen worden geboden. Wij streven er naar het maximale uit leerlingen halen zodat zij met een diploma, passend bij hun capaciteiten, de school verlaten. Wij bieden tweetalig mavo, havo en vwo aan. Doorstroom is mogelijk en een leerling kan toch op dezelfde school blijven. Het beste voor elke leerling 2
betekent ook dat hij mag zijn wie hij is en mag worden wat hij wil. De school wil de leerling daar bij helpen door naar hem te luisteren en het onderwijs te bieden dat voor hem aantrekkelijk is en van de beste kwaliteit.
Internationalisering Al onze afdelingen kenmerken zich door hun internationale gerichtheid met projecten en excursies en door aandacht voor de wereld om ons heen. Door invulling te geven aan onze missie is het Berlage Lyceum een school van en voor wereldburgers. Kwaliteit Op het Berlage Lyceum streven we naar het beste resultaat. De leerlingen mogen van hun docenten hulp en belangstelling verwachten. Ze zullen daarvan echter alleen de vruchten kunnen plukken, als ze zich positief opstellen, voldoende aandacht voor de lessen opbrengen en het huiswerk serieus nemen. De school draagt zorg voor een klimaat waarin het goed werken is. Elke leerling en elke docent kan en moet daaraan bijdragen.
3
2. Algemene gegevens Berlage Lyceum Amsterdam Scholengemeenschap voor Tweetalig MAVO, HAVO, Gymnasium, Atheneum en Internationale Schakelklassen (ISK). Pieter Lodewijk Takstraat 33 1073 KJ Amsterdam 020-5721200 www.berlage.espritscholen.nl www.berlagelyceum.eu
@BerlageLyceum www.facebook.com
Bevoegd gezag: College van Bestuur Esprit Scholen Burg. Hogguerstraat 2a 1064 EB Amsterdam 020 5854811 Directie: Rector: Conrector:
Leendert-Jan Veldhuyzen Camyre de Adelhart Toorop
Aantal leerlingen:
4
Datum
Aantal leerlingen
Groei aantal leerlingen:
1-10-2008
879
33
1-10-2009
1047
168
1-10-2010 1-10-2011
1139 1223
97 84
3. Ambities voor 2012-2016 Ieder jaar verwoordt de directie de ambities van de school in een activiteitenplan. Leidraad voor de formulering in algemene termen vormt het onderwijsmanifest van Esprit Scholen en de daarin geformuleerde pijlers Talentontwikkeling, Wereldburgerschap, Ondernemend, Professioneel en Resultaatgericht. Voor 2012 zijn ze als volgt uitgewerkt en de uitwerking geldt zeker ook voor de jaren er na: Talentontwikkeling ●
Kwaliteit van ons onderwijs blijven verbeteren: ● Versterking van het taalonderwijs, ook in de zaakvakken. ●
Bevordering van zelfstandigheid van onze leerlingen in hun leerproces.
●
Versterking Gymnasium
●
Kwaliteitsimpuls DMO:
●
RTTI; verbetering en verbreding van al onze toetsen
●
Alle leerlingen -op tijd- in de les. ● Nieuwe structuur en curriculum voor de Nieuwkomersonderwijs ●
Verdere integratie van cultuur/kunstonderwijs en het bieden van en podium voor talent.
Wereldburgerschap ●
Volledige integratie Europese en Internationale Oriëntatie (EIO)
●
Versterking UNESCO profiel ● Internationalisering verder tot uiting laten komen in ons profiel in lijn met de internationaliseringnotitie van Esprit Scholen. Ondernemend ●
Ontwikkeling van volledige Tweetalige School voor alle afdelingen
●
Uitbreiding iPadklas, oppakken voortrekkersrol geïntegreerd digitaal onderwijs
●
Participatie in MacScholenGroep, landelijk netwerk van scholen die met Apple werken ● Samenwerking met Thieme op het gebied van ontwikkeling digitaal lesmateriaal Professioneel ●
Kwaliteit van ons personeel verder verbeteren.
●
Professionaliseren van docenten
●
Uitvoeren gesprekkencyclus
●
Uitvoeren functiemix
●
Voortzetting opleidingsschool
Resultaatgericht 5
●
Aanstelling van fulltime medewerker kwaliteit voor het produceren van feiten, prognoses en analyses.
●
Verdere ontwikkeling en het bijhouden van Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas ● Gebruik van Magister waarbij cijfermateriaal uitgangspunt is voor verbeteracties en Magister wordt gebruikt als volledig leerlingvolgsysteem. Magister toegankelijk maken voor ouders.
6
4. Het onderwijskundig beleid 4.1. Onderwijskundige doelen Het Berlage Lyceum staat voor onderwijs 1. van hoge kwaliteit 2. met uitdaging 3. met verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces 4. met verantwoordelijkheid voor de school en de schoolomgeving 5. op basis van respect en begrip 6. waarin het leren met anderen centraal staat 7. gericht op een toekomstige baan. 8. voor toekomstige wereldburgers 9. met tweetaligheid in al onze afdelingen Dat houdt voor ons in dat we de volgende doelen nastreven: - We leiden leerlingen op tot minimaal het diploma dat aansluit op hun basisschooladvies (en Cito-score). - Leerlingen zijn zodanig opgeleid dat ze de passende vervolgopleiding goed kunnen volgen of dat ze de arbeidsmarkt met voldoende bagage kunnen betreden. - Onze leerlingen leren in een veilig schoolklimaat waarin ze voldoende uitdaging en ondersteuning ervaren om te leren. - De school sluit aan op de moderne ICT-wereld en gebruikt mobile devices en social media op een verantwoorde manier. - We bevorderen talentontwikkeling in sport en cultuur. - We zetten in op een ‘school voor en van wereldburgers’ door de internationale gerichtheid van onze leerlingen te ontwikkelen. - Wij richten ons onderwijs in volgens de principes van het tweetalig onderwijs. - De school is een gemeenschap waarin iedereen zijn/haar verantwoordelijkheid neemt er een prettige, nette en veilige leefomgeving van te maken en geeft iedereen een gevoel van trots op zijn/haar school. [Vraag: waarom nummers bij de kenmerken en streepjes bij de doelen? Waarschijnlijk het mooist met sterretjes/bolletjes in beide gevallen] 4.2 De wijze waarop het onderwijs is gepland over de verschillende leerjaren Met ingang van het schooljaar 2012/2013 zullen wij in alle afdelingen tweetalig onderwijs verzorgen. Dat wil zeggen dat wij voor ons onderwijs één uitgangspunt gaan hanteren met de daarbij behorende didactiek. De didactiek zal volgens de CLIL-methode zijn. CLIL staat voor Content Language and Integrated Learning wat zoveel als taalgericht vakonderwijs. 7
Door leerlingen te laten samenwerken en hen actief deel te laten nemen aan hun kennisverwerving komt hun leren tot stand. In elke afdeling zal er vier keer per jaar een vakoverstijgend project plaatsvinden met een eindopdracht of eindproduct in het Engels. Hierbij komt de CLIL-methode op een zeer zichtbare manier tot uiting. De continuïteit binnen de school inzake leerstof, vaardigheden en bijbehorende didactiek krijgt ook op andere manieren vorm. Een blijvend aandachtsgebied binnen de secties en de afdelingen is het verder ontwikkelen van interne leerlijnen. De overstap van Eerste Fase naar Tweede Fase blijft een struikelpunt voor veel leerlingen. Op dit moment vertonen de leerlijnen nog onvoldoende samenhang en daarom is het ontwikkelen van interne leerlijnen een speerpunt van ons beleid. In de nabije toekomst moeten alle vakken / leergebieden beschikken over onderling afgestemde vakleerplannen met als componenten: * de leerstof en de verdeling daarvan over de leerjaren * het aanbod aan vaardigheden * de toe te passen vakdidactiek * de wijze van beoordeling, becijfering, toetsing; PTO en PTA.
4.3 De wijze waarop wordt geleerd (didactiek) Het Berlage Lyceum biedt naast het aanbod per vak vakoverstijgende projecten aan. In de onderbouw worden vier keer per jaar zulke projecten uitgevoerd. Daarnaast hebben we jaarlijks voor alle tweedeklassers het Mensenrechtenproject. Elk lesuur kent een afwisseling van didactische werkvormen. Vast staat dat het leerrendement stijgt naarmate de leerling meer actief deelneemt aan het verwerven van kennis. Het gebruik van verschillende werkvormen wordt daarom in ruime mate toegepast. Verschillende studiemiddagen hebben in het teken gestaan van leren van en door docenten (train the teacher) en dat zal komende jaren niet anders zijn. Met de invoering van tweetalig onderwijs op havo en mavo zullen docenten opnieuw hun lesgeven en hun didactiek onder de loep (moeten) nemen en zullen zij in alle afdelingen (wederom) een training activerende didactiek volgen en/of geven, ditmaal onder de titel “Hoe CLIL zijn mijn lessen?” De volgende stap is gericht op het zelfstandiger laten leren van onze leerlingen. De pedagogisch-didactische begeleiding moet er op uit zijn leerlingen geleidelijk aan meer zelfstandigheid te geven in het onderwijsleerproces met als uiteindelijke doel dat leerlingen zelfstandig zijn in en zelf verantwoordelijk zijn voor hun leren, leven en kiezen.
8
4.4 Het pedagogisch klimaat, de sociale veiligheid en hoe dit wordt gerealiseerd We streven het volgende pedagogisch klimaat na: “Een sfeer, waarin gemeenschappelijkheid en samenwerking, respectvolle bejegening en acceptatie, vertrouwen en veiligheid, aandacht en steun en zelfstandigheid en verantwoordelijk gedrag in de dagelijkse omgang zichtbaar zijn. Waar leerlingen en medewerkers met recht trots zijn op die sfeer van gemeenschappelijkheid, samenwerking, vertrouwen en veiligheid die er heerst”. Daarom hechten we veel belang aan de volgende kernwaarden: ■
Respect ■ Veiligheid en vertrouwen ■
Zorgzaamheid en betrokkenheid
zodat de leerlingen op het Berlage Lyceum alle ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. In een dergelijke sfeer vertonen medewerkers onder andere het volgende gedrag: ■
Ze denken en handelen op een actieve, warme en weloverwogen manier
■
Ze zijn in dialoog zijn met leerlingen ■ Ze benoemen gedrag en luisteren actief ■ Ze coachen en stellen vragen die oplossingsgericht zijn ■
Ze spreken leerlingen aan, confronteren hen en sturen op ongewenst gedrag ■ Ze bevorderen de sociale binding en de sociale cohesie Dit gedrag vormt een onderdeel van het scholingsbeleid. Het is belangrijk dat onze schoolwaarden geëxpliciteerd, gedragen en uitgedragen worden en vervolgens vertaald worden naar concreet gedrag. Daartoe is het nodig een gedragskader vast te stellen waarbij we ons veilig, prettig en geaccepteerd voelen zodat we tot optimale leer- en werkprestaties kunnen komen. Kortom, het is belangrijk gedragsregels vast te stellen. 1. Leerlingen hebben respect voor elkaar en voor het personeel van de school. Zij pesten
niet en zij discrimineren niet. 2. Leerlingen zijn vrij hun kledingstijl te kiezen. Wel dient de kleding functioneel te zijn
en niet aanstootgevend of discriminerend. Binnen de school is gezichtsbedekkende kleding niet toegestaan. Ook het dragen van een capuchon valt daaronder. In de lessen zijn jassen uit en petten/mutsen af. 3. Leerlingen helpen mee de school en de omgeving van de school schoon te houden.
9
4. Bij diefstal, geweld en bedreiging wordt altijd de politie ingeschakeld.
Een pedagogisch klimaat als hierboven beschreven biedt een veilig klimaat waarin leerlingen en personeel zich wel bevinden.
10
5. Begeleiding en zorg - Zorgcoördinator De school heeft twee zorgcoördinatoren: een voor de afdelingen isk en mavo, en een voor de afdelingen havo en vwo. De zorgcoördinator (ZC) havo/vwo is voorzitter van de zorgbreedtecommissie en coördineert de zorgverlening van de gehele school. De zorgcoördinatoren onderhouden contacten met verschillende zorginstellingen en zijn verantwoordelijk voor de “rugzakregeling”. Dit houdt in dat de ZC verantwoordelijk is voor het opstellen, uitvoeren en evalueren van de handelingsplannen, het inzetten van ambulante begeleiding en dat de ZC structureel contact met leerling en de ouders onderhoudt. Verder is de ZC verantwoordelijk voor het bijhouden van de administratie van de leerlingen met LGF, de aanvraag voor indicatie en herindicatie. De zorgcoördinatoren overleggen met de afdelingsleiders over absentie, de leerprestaties en eventuele problemen van de leerlingen. De zorgcoördinatoren onderhouden contacten met externe begeleiders en instanties zoals schoolmaatschappelijk werk, de schoolarts en de schoolverpleegkundige van de GGD, de leerplichtambtenaar en de aansluitmedewerker van bureau Jeugdzorg. De zorgcoördinator havo/vwo vergadert tenminste een keer per zes weken met de hierboven genoemde personen. Naast dit overleg van het zorgadviesteam (ZAT) is er structureel een intern zorgoverleg (IZO) waarin algemene zorg- en veiligheidszaken worden besproken. Beide zorgcoördinatoren stellen zich op de hoogte van de nieuwe regelgeving met betrekking tot de Wet op Passend onderwijs en bereiden op dit moment een plan voor over het zogenaamde aansluitprofiel van de school. - Externe begeleiders Behalve de aandacht die de leerlingen krijgen van docenten, mentoren en schooldecanen, kunnen zij die ook krijgen van begeleidende instanties buiten school zoals ■
de ambtenaar voor de leerplicht van het stadsdeel (spreekuur
■
op school). de GG&GD, jeugdgezondheidszorg (spreekuur op school)
■
het Schoolmaatschappelijk Werk (met spreekuren buiten de school)
■
Bureau Jeugdzorg (met spreekuren op de school) Eenmaal in de zes weken hebben de externe begeleiders onder leiding van de ZC gezamenlijk overleg met de afdelingsleiders om eventuele problemen op te lossen. Zij kunnen na overleg met de ouders of verzorgers direct hulp bieden en verwijzen naar Bureau Jeugdzorg. Twee dagen per week is een schoolmaatschappelijk medewerker (SMW) op school aanwezig. De SMW voert gesprekken met leerlingen, ook met leerlingen die [tijdens de voortgezette 11
onderwijsperiode =in de loop van de cursus?] van school veranderen. De Ambulant begeleider van Altra is een dag per week op het Berlage aanwezig. Zij begeleidt de leerlingen met LGF-faciliteiten. - Vertrouwenspersoon Het Berlage Lyceum heeft twee vertrouwenspersonen. Wanneer er een probleem is waarover de leerling (of diens ouders of verzorgers) niet met de docent, de mentor of de schoolleiding wil praten, kan hij contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen. Het gesprek dat volgt is strikt vertrouwelijk. Overigens zijn de vertrouwenspersonen er ook voor het personeel. - Remedial Teacher [RT] De RT biedt hulp aan leerlingen met leer- en/of gedragsstoornissen. Zij geeft indicaties van leerproblemen. Deze leerlingen krijgen een faciliteitenkaart waarmee zij in aanmerking komen voor bepaalde compensatie- en dispensatiemaatregelen. De hulpverlener werkt nauw samen met de docenten, mentoren en de zorgcoördinator. Daarnaast geeft zij groepstrainingen faalangstreductie.
5.1 Ouderbetrokkenheid Drie ouders hebben zitting in de medezeggenschapsraad. De ouders hebben het initiatief genomen een ouderraad te starten. De ouderraad draait op volle sterkte en groeit ieder jaar. Een keer in de zes weken is er overleg. Bij dit overleg is - indien mogelijk en gewenst - de conrector aanwezig. Verder wordt ouderparticipatie met name in de onderbouw gestimuleerd, waarbij in eerste instantie ouders gevraagd wordt te helpen bij diverse activiteiten. In samenwerking met de schoolleiding organiseren de ouders speciale thema-avonden en helpen zij bij belangrijke gebeurtenissen zoals de Open Dagen. Sinds het najaar van 2008 wordt er jaarlijks een tevredenheidonderzoek afgenomen bij ouders in het kader van de kwaliteitszorg. De ouders worden geïnformeerd door middel van een schoolgids aan het begin van het schooljaar en een digitale nieuwsbrief per kwartaal
5.2 Leerlingbegeleiding - Mentoraat: Elke groep heeft een mentor. De leerlingen kunnen met al hun problemen bij hem of haar terecht. De mentor is de contactpersoon tussen leerlingen, ouders en de school. De mentor waakt over het wel en wee van de leerlingen. De mentor houdt de leerprestaties 12
in de gaten, maar ook de absentie. Als het nodig is, neemt de mentor contact op met de ouders over de resultaten of de absentie. - Leerlingmentoren uit de 4e klas: Voor elke brugklas zijn een of twee leerlingmentoren aangesteld. Dit zijn leerlingen uit de vierde klas van het havo/vwo en uit de 3e klas mavo. Deze leerlingen hebben een mentortraining gedaan. Dankzij de leerlingmentoren raken de brugklassers snel vertrouwd met het voortgezet onderwijs. De leerlingmentoren zelf zijn bewuster met de school bezig en voelen zich verantwoordelijk voor de gang van zaken op school. Brugklasleerlingen kunnen het hele jaar een beroep doen op hun leerlingmentoren. - Huiswerkbegeleiding door huiswerkinstellingen: we bieden huiswerkinstellingen na schooltijd gratis lokaalruimte aan met daarbij de afspraak dat onze leerlingen tegen een gereduceerd tarief huiswerkbegeleiding kunnen volgen. - Decanaat: Het schooldecanaat begeleidt samen met de mentoren de leerlingen bij het kiezen van vakken, een beroep of een vervolgopleiding. De begeleiding begint al in het eerste jaar. De eerste keuze die leerlingen moeten maken, is een keuze van de moderne vreemde taal of talen die ze vanaf het tweede leerjaar willen volgen. Docenten en mentoren helpen bij de voorbereiding van deze keuze. Alle leerlingen van het derde leerjaar nemen deel aan een beroepenoriëntatietest. Zij brengen een aantal bezoeken aan de informatiemarkten van scholen en opleidingen. Dit alles moet resulteren in een verantwoorde keuze van de sector in de mavo of een van de profielen in de 2e fase VO. De decanen organiseren dat leerlingen aan deze activiteiten deelnemen. Ook organiseren zij zelf een beroepenmarkt waarbij ouders van onze leerlingen worden uitgenodigd over hun beroep en weg daar naartoe te komen vertellen. De decanen begeleiden ook individuele leerlingen. De decaan coördineert de lessen arbeidservaringleren (AEL) en de programma’s van de aansluitingsprojecten van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Alle leerlingen worden begeleid bij het zoeken naar een nieuwe opleiding en worden zo nodig geholpen bij het solliciteren. Ze bezoeken met de decanen verschillende open dagen van scholen. Absentie We werken met een absentieprotocol waardoor het mogelijk is leerlingen die spijbelen, snel te achterhalen. In het protocol wordt beschreven hoe diverse medewerkers als verzuimassistent, verzuimcoördinator en mentor (ook afdelingsleider) de absentie van leerlingen nauwlettend volgen. Uitgestuurde leerlingen opvangen 13
Leerlingen die er uitgestuurd zijn, gaan naar een buurtlokaal waar zij een formulier invullen waarop zij kunnen aangeven waarom zij denken dat ze eruit gestuurd zijn en in stilte verder werken aan hun opdrachten. Na de les of in de eerstvolgende pauze (maar altijd voordat er een nieuwe les begint bij die docent) gaan zij in gesprek met de docent over het probleem/ conflict en maken samen (leerling en docent) afspraken over de oplossing. Resultaten bewaken Leerlingen kunnen hun resultaten bijhouden in Magister. De mentor zal een gesprek aangaan met de leerling en de ouders indien er een verslechtering van de resultaten optreedt. Binnen de vaksecties worden afspraken gemaakt over toetsing en beoordelingscriteria. De secties zijn bezig hun toetsen RTTI-waardig te maken en volgen een RTTI-toetslijn.
6. Personeelsbeleid
6.1 Samenstelling Op 1 november 2012 telt het Berlage Lyceum 103 docenten (76 fte), 18 ondersteuners (15 fte), 5 afdelingsleiders, een hoofd interne organisatie en 2 directieleden (totaal 6 fte). De schoolleiding bestaat uit een tweehoofdige directie (rector en conrector), vijf afdelingsleiders en een hoofd facilitair. Het Berlage Lyceum volgt de Espritrichtlijnen met betrekking tot de evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de schoolleiding.
6.2 Visie op personeelsbeleid Het personeelsbeleid is een middel om de langere termijndoelstellingen van de school te realiseren en beoogt een klimaat te bieden waarin het personeel zich gewaardeerd weet en gestimuleerd voelt in de eigen ontwikkeling, passend binnen de missie van de school. Het personeelsbeleid richt zich daarom op - Het behoud en onderhoud van de kwaliteit van het personeel - Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en omstandigheden - Een ontwikkeling van het personeel die past in de missie van de school, dat wil zeggen: ●
Een professionele en resultaatgericht organisatie zijn (onderwijsmanifest).
●
Een cultuur die ontwikkelingsgericht is. Medewerkers vinden het vanzelfsprekend zich te blijven ontwikkelen door scholing of training. De
14
organisatie en het management ondersteunen en faciliteren hen hierin. ●
Structurele coaching van nieuwe docenten door geschoolde interne coaches. Deze coaching wordt ook incidenteel aangeboden aan zittende docenten.
Het behoud en onderhoud van de kwaliteit van het personeel houdt o.a. het volgende in: ●
Nieuwe docenten adequaat inwerken, begeleiden en beoordelen. ● Een zorgvuldige selectieprocedure waarin uitdrukkelijk wordt bekeken of de kandidaat past in de ambities en het karakter van de school. ●
Het voeren van functioneringsgesprekken waarin de ontwikkeling van de medewerker aan de orde komt.
●
Het bevorderen van nascholing en deskundigheidsbevordering.
●
Het zorgen voor een kwalitatief en kwantitatief juiste personeelsbezetting op kortere en langere termijn.
Personeel kan behouden worden door aandacht te besteden aan het werkklimaat en de werksfeer en daarbij onder meer het volgende te realiseren: ●
Duidelijke taak- en functieomschrijvingen ● Een duidelijke taakverdeling ●
Het opzetten en stimuleren van duidelijke overlegstructuren in de school en tussen de verschillende geledingen. Het faciliteren van effectief en efficiënt
vergaderen. ● Aandacht voor de omstandigheden waaronder uitvoering moet worden gegeven aan de werkzaamheden binnen de school ●
Het bevorderen van een goede informatievoorziening ● Aandacht aan bijzondere gebeurtenissen (verjaardagen, jubilea etc.)
Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en omstandigheden binnen de kaders van de CAO-VO, wat o.a. het volgende inhoudt: ●
Het formuleren van duidelijke regels/afspraken over de rechten en plichten van het personeel
●
Het duidelijk omgaan met de bestaande (verlof)regelingen
●
De (na)zorg bij afwezigheid/ ziekte
●
Het scheppen van goede materiële voorzieningen voor het personeel ● Het goed regelen van secundaire en primaire arbeidsvoorwaarden (Esprit-breed)
15
Een ontwikkeling van het personeel passend in de missie van de school houdt o.a. in dat de volgende stappen moeten worden gezet: - De vijf pijlers van het onderwijsmanifest en de speerpunten van het Berlage Lyceum worden vertaald naar wat in het onderwijs [nodig is om te realiseren=gerealiseerd moet worden???]. - Op afdelingsniveau wordt bepaald welke kwaliteiten aanwezig zijn en welke kwaliteiten ontbreken en/of verder ontwikkeld moeten worden. Dit gebeurt aan de hand van de vastgestelde competenties voor docenten. Teamleden hebben zicht op elkaars sterke en minder sterke kanten. - Op individueel niveau worden de kwaliteiten in kaart gebracht: de sterke kanten en de kanten die ontwikkeld moeten worden. Dit gebeurt eveneens aan de hand van de vastgestelde competenties voor docenten. - Op individueel niveau wordt dit vervolgens besproken in de jaarlijkse gesprekken. 6.4 Tevredenheid personeel In 2011 is een tevredenheidonderzoek uitgevoerd onder het personeel. De resultaten van dit onderzoek hebben geleid tot een plan van aanpak dat aan de MR is voorgelegd. 6.5 Ziekteverzuim. Het ziekteverzuim van het Berlage Lyceum is laag te noemen: zo’n 3% over het afgelopen jaar. Het is zaak dit vast te houden door blijvend aandacht te besteden aan de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, maar ook door bij ziekte direct en frequent contact te onderhouden met de zieke.
16
7. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is de verantwoordelijkheid van de directie. Op het Berlage Lyceum is deze portefeuille gelegd bij de conrector. In 2012 en 2013 wordt de kwaliteitszorg gezamenlijk opgepakt met DMO onder de noemer kwaliteitsaanpak VO. Een externe onderwijsexpert begeleidt dit proces dat ondersteund wordt door een fulltime kwaliteitsmedewerker. Doel van het traject is binnen twee jaar alle indicatoren van de onderwijsinspectie voor alle afdelingen voldoende te hebben. Activiteitenplan Ieder jaar stelt de directie een activiteitenplan op waarin de doelstellingen voor het komende jaar resultaatgericht geformuleerd worden. Het activiteitenplan wordt gedeeld met CvB en MR en enkele malen per jaar vindt monitoring plaats over de gehaalde en nog te halen of bij te stellen doelen. Vensters voor Verantwoording Vensters voor Verantwoording ontwikkelt samen met de scholen standaardkwaliteiten en verzorgt de mogelijkheid de resultaten met elkaar te vergelijken (benchmarking). Verticale verantwoording (o.a. inspectie) en horizontale verantwoording (o.a. ouders, basisscholen, gemeente) zijn met elkaar verbonden. Ook het Berlage Lyceum doet mee aan dit initiatief en onze gegevens zijn dan ook te zien via de website: www.schoolvo.nl/?p_schoolcode=40586-17YS-003
17
8. Overige Beleidsterreinen 8.1 Strategisch Beleid Het Berlage lyceum staat voor een aantal keuzes voor het oplossen van de volgende knelpunten: 1. We hebben een chronisch huisvestingsprobleem; Teveel leerlingen in een te verouderd gebouw voert de druk op de noodzaak tot renoveren van de binnenkant op. De kwaliteit van de gebouwen holt achteruit. Met het huidige aantal leerlingen zijn er te weinig lokalen en geen afdoende schoolpleinen, kantines, mediatheek en multifunctionele ruimte (Aula). 2. Groei is noodzakelijk voor een gezond bestaan van alle afdelingen van het Berlage Lyceum. 3. De concurrentiepositie moet worden versterkt: het Berlage Lyceum is in het Amsterdamse nog steeds een tweede keus school. Het streven is binnen twee jaar een eerste keus school te zijn. Unique selling points De TTO-afdeling van het Berlage Lyceum is sinds 2008 enorm gegroeid en lijkt een goed alternatief voor de zelfstandige gymnasia en lycea in Amsterdam Zuid. Het Berlage Lyceum biedt met zijn tweetalig onderwijs een extra uitdaging. Naast het Nederlandse reguliere lesprogramma worden leerlingen opgeleid in het Engels. De mogelijkheid bestaat een IB Diploma Programme te volgen dat toegang geeft tot internationale universiteiten. Het Berlage Lyceum is gehuisvest in een mooi historisch pand dat aan de buitenkant geheel gerenoveerd is. De gebouwen zijn overzichtelijk en geven leerlingen en ouders een veilig gevoel. Een leerling ‘bewoont’ zoveel mogelijk één gebouw. Het imago van het Berlage is ten goede gekeerd Inmiddels vormt de school een gezonde afspiegeling van de Amsterdamse samenleving. De visie Om van tweede keus school naar eerste keus school te gaan, om de concurrentiestrijd met de gymnasia en lycea in Zuid te kunnen voeren en om ons onderwijs de kwalitatieve impuls te geven die nodig is, moet een duidelijke keuze gemaakt worden: Het Berlage Lyceum kiest er voor volledig over te stappen op het tweetalige onderwijs. Daarmee wordt het Berlage Lyceum
● ● ● ●
onderscheidend in Amsterdam een school die de leerlingen nog beter toerust voor hun vervolgcarrière een sterk internationaal georiënteerde school voor wereldburgers een kwaliteitsschool met een duidelijk onderwijsuitgangspunt.
Consequenties VWO Voor het vwo zal er niet veel veranderen ten opzichte van ons huidig onderwijs. In de onderbouw zullen leerlingen 60 procent van hun vakken in het Engels aangeboden krijgen en hun buitenlandse reizen zullen veelal naar Britse eilanden voeren. In de tweede fase zullen zij naast het IB English nog twee vakken in het Engels volgen, PE en A&D. Om onze concurrentiepositie met de gymnasia verder te versterken en vooral om onze leerlingen nog beter beslagen ten ijs te laten komen is het mogelijk het onderzoeken waard ons IB-DP uit te breiden naar [met?] in ieder geval Science (wellicht zijn voor ons nog meer programma’s 18
interessant). Een reguliere instroom vwo zal niet meer mogelijk zijn. Dit schooljaar zijn wij geen 1 vwo gestart omdat wij slechts 6 aanmeldingen hadden. HAVO – TAVO Met ons havo-tto (bovenbouw!) zijn wij afgelopen schooljaar gestopt. De vorm die vanuit EP werd voorgeschreven met ook een IB examen in de bovenbouw, bleek voor leerlingen niet haalbaar en niet aantrekkelijk. In de onderbouw is een andere vorm van tto voor havoleerlingen gewenst met minder vakken in het Engels. Bijvoorbeeld alleen drama, A&D, PE, muziek, Engels (meer lestijd dan op een reguliere havo) en vooral veel Engelstalige projecten. Sterke havisten met een hoge cito zullen instromen in het H/V-tto en krijgen zo de kans het zwaardere programma te volgen en uit te proberen. In de bovenbouw zullen leerlingen naast hun reguliere programma een aanvullend examen Engels volgen (Cambridge?). Opstroom naar het vwo is altijd mogelijk; zeer sterke havisten kunnen na hun eindexamen havo bij ons doorstromen naar vwo/tto met een IB-DP
MAVO – TAVO Ook mavoleerlingen hebben veel baat bij een wat internationaler karakter van het onderwijs en meer input van het Engels. Zij zullen in hun vervolgcarrières veelvuldig met Engels te maken krijgen en zelfs een zeer interessante en populaire vervolgopleiding in het Engels wordt daarmee makkelijker haalbaar. MBO’s maken meer en meer de overstap naar tweetalig onderwijs. Net als bij de havo zal het aanbieden van de Engelse taal vooral door middel van projecten en reizen gebeuren. Enkele vakken als PE en drama lenen zich wel voor een Engelse instructievorm. Voor deze leerlingen zal het eindexamen uit een extra Engels examen bestaan.
8.2 Financiën Het Berlage Lyceum is een financieel gezonde school. Voor de komende jaren wordt vooral geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs en de huisvesting. De begroting voor 2012 geeft een positief resultaat. Momenteel wordt gewerkt aan een degelijke meerjarenbegroting. 8.3 Huisvesting Het Berlage Lyceum is gehuisvest in twee monumentale panden die recentelijk aan de buitenkant volledig gerenoveerd zijn. Voor de komende jaren staat vooral de renovatie van de binnenkant (sanitair, werkplekken en lokalen) op het programma. In 2016 zal het Berlage Lyceum beschikken over schoolgebouwen die zodanig zijn toegerust dat zij met behoud van het monumentale karakter onderwijs van nu mogelijk kunnen maken. 8.4 Sponsoring Het Berlage Lyceum wordt op geen enkele wijze gesponsord door bedrijven of instellingen en sponsort ook zelf niet structureel. Wel wordt een enkele keer een goed doel gesteund door een speciaal daarvoor georganiseerde actie. 8.4 Resultaatgerichtheid ● 19
Met de projectaanstelling van een fulltime medewerker kwaliteit worden data
gegenereerd op basis waarvan een actieplan voor kwaliteitsverbetering wordt gemaakt. Er wordt hierbij gekeken naar algemene trends en individuele prestaties van zowel leerling als docent. ●
Met afdelingsleiders worden afspraken gemaakt welke resultaten zij met hun team zullen bereiken. Dit gebeurt in navolging van de managementcontracten die het CvB met de schoolleiders afsluiten.
●
In de functioneringsgesprekken zullen afdelingsleiders met docenten concrete afspraken over te behalen resultaten maken en overige leidinggevenden zullen die maken met het onderwijsondersteunend personeel.
●
De rector houdt zich aan de afspraken zoals die in het managementcontract tussen rector en CvB zijn verwoord.
20