Helene Delvaux
Transportgeografie
0. De Aarde De oceanen en zeeën nemen ongeveer 2/3 van het oppervlak van de aarde in, terwijl het land 1/3 van het oppervlak bestrijkt Land: 29.1% en water 70.9% Oceanen zijn de uitgestrekte wateren tussen de werelddelen. Stille/Grote Oceaan, Atlantische Oceaan, Indische Oceaan, Arctische Oceaan, Zuidelijke Oceaan Continenten: Azië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica, Europa, Oceanië Eurazie: gebruikt om de landmassa van de 2 continenten aan te duiden, gevormd door het Oeralgebergte Bosforus vormt de scheiding tussen de Europese Turkije en het deel van Azië. (diepte 38m, breedte max. 1km en min. 700m) Aantal landen in de wereld: 192 staten -
-
Archipelago = archipel, eilandgroep: is een landvorm die bestaat uit een ketting of cluster van eilanden. Bay = baai, bocht: is een deel van een zee of een oceaan die het land binnendringt. (Gulf = Golf) Isthmus = landengte: is een smalle strook land die twee grotere landmassa's verbindt Island = eiland: is een landoppervlakte dat aan alle kanten omringd is door water, maar kleiner is dan een continent en groter dan een rots of een zandbank Lake = meer: is een door land omringde watervlakte, meestal met een 'voedende' en soms ook een 'afwaterende' rivier. Peninsula = schiereiland: is een stuk land dat met een landengte aan een andere landmassa verbonden is. River = rivier: is een min of meer natuurlijke waterstroom. We onderscheiden oceanische rivieren (in België ook wel stroom genoemd) die in een zee of oceaan uitmonden, en continentale rivieren die in een meer, een moeras of woestijn uitmonden Strait = Zeestraat, zeeëngte: is een smalle doorgang tussen twee zeeën en daarmee tevens de scheiding tussen twee landmassa's.
Lengtegraad (horizontale lijnen) (° ” ’) ten noorden en ten zuiden van de Evenaar Breedte (verticale lijnen) (° ” ’) ten oosten en ten westen van de Meridiaan van Greenwich Belangrijkste lange rivieren: - Nijl (Afrika): 6.825km - Amazone, (zuid Amerika): 6.437km - Mississippi (Noord Amerika): 5.971km - Kongo (Afrika): 4.370km Belangrijkste kanalen in de wereld: - Canal du Midi (France) - Grand Canal (China) - Kiel/noord-ostsee kanaal (Duitsland) - St. Lawrence Seaway (USA-Canada) - Suez (Egypte) - Albert kanaal (België)
-
Panama kanaal (Panama)
Belangrijke tunnels - Channel Tunnel (VK-France) - Simplon (Zwitserland-Italië) - St. Gotthard (Swiss Alpen) - Lötschberg (Swiss Alpen) - Frejus/Mont Cénis (Franse Alpen) - Mont Blanc (Alpen France-Italië) - Westerschelde (Zeeuwsch-VlaanderenZuid-Beveland-Nederland) - Great St. Bernard (Alpen Swiss-Italië)
1
Helene Delvaux
Transportgeografie
1. België Oppervlakte: 30.513km² Bevolking: 10 364 400 Bevolkingsdichtheid: 339 inwoners/km²
10 provincies met hoofdsteden -
Antwerpen, Antwerpen Limburg, Hasselt Oost-Vlaanderen, Gent Vlaams-Brabant, Leuven West-Vlaanderen, Brugge
-
Brabant-Wallon, Wavre Hainaut (Henegouwen), Mons Liège, Liège Luxemburg, Arlon Namur, Namur
Economie 1.1.1. Algemeen: (BBP (2004) 283.47 miljard €) o
“Een zeer internationaal gericht economie” ⇒ dankzij de geografische ligging en beperkte binnenlandse markt. Daarom is de Belgische economie in ruime mate afhankelijk van de hele ontwikkelde wereld en voornamelijk de buurlanden.
o
“Van industrie naar dienst” Achteruit gang van de landbouw (2%) maar de achteruit gang van de industrie is nog groter. Het is wel gecompenseerd met een sterke ontwikkeling van de dienstensector. Meer kleinere ondernemingen.
o
“Een uitzonderlijke geografische ligging”
Ligging aan de Noordzee: een van de drukste bevaren zeeën ter wereld (65km kust) Afwezigheid van grote hoogteverschillen België ligt centraal op de economische en stedelijke “ruggengraat” van Europa (= megalopool).
1.1.2. Activiteiten: 1.1.2.1. Landbouw 1.) 2% van de beroepsbevolking in landbouw. De sector ontplooit zijn activiteit op ongeveer de helft van de oppervlakte van het land 2.) Kwaliteitslabels: in land- en tuinbouw. De Vlaamse overheid heeft door middel van hectaresteun en begeleidende maatregelen deze sector sterk ondersteund. 3.) Schaalvergroting: het aantal landbouw en tuinbouwbedrijven verminderd steeds maar de gemiddelde oppervlakte of veebezetting blijft stijgen. 4.) Uiteenlopende moeilijkheden: inkomen van de landbouwer blijft lager dan het gemiddelde in de andere sectoren. Mechanisering en intensieve productie vereisen hoge investeringen. 5.) Tuinbouw verdeelt: groenteteelt, fruitteelt sierteelt en boomkwekerijen. Veeteelt: varkens, runderen, pluimvee Visserij: a. Europese Unie voert een gemeenschappelijk Visserijbeleid om de visserij optimaal te beheren in het belang van zowel de vissers als de consumenten b. Probleem voor de visserij: structurele overcapaciteit en hoge brandstofprijzen. c. Visserijhavens: Zeebrugge, Oostende en Nieuwpoort d. Vissoorten: kabeljauw, tong, schol en garnalen
2
Helene Delvaux
Transportgeografie
1.1.2.2. Industrie 1.) ¼ van de werkgelegenheid en 30% van de toegevoegde waarde 2.) “Een gediversifieerde industriële structuur”: energie, verwerkende nijverheid, bouw en burgerlijke bouwkunde. Sinds lang al: textiel/leder/schoenen/kledij, voedingsproducten/dranken/tabak, Metaalverwerkende nijverheid, producten in metaal, machinebouw, papier/drukkerij en gedeeltelijk scheikunde nijverheid. Verdwenen in België: scheepsbouwsector… 3.) Grote regionale verschillen: -
Antwerpen: helft van de scheikundige industrie (raffinage, petrochemie, fotografische en farmaceutische producten, enz.) Brussel: consumptiegoederen Gent: lichte industrie en zware industrie (langs het zeekanaal Gent-Terneuzen) Charleroi en Luik: zware industrie
4.) “Verplaatsing van de grote industriezones”: de zones die nu zijn ingeruimd liggen langs de grote knooppunten in onze transportinfrastructuur, in de buurt van de havens en de grote snelwegen. 5.) “Toekomst van de industrie in België”: tewerkstelling zal verder afnemen a. Technologische revolutie: productiviteitsgroei b. Globalisering: activiteiten met hoge loonkost en massaproductie verschuiven naar andere delen van de wereld. 1.1.2.3. Logistiek EDC1 vraagt: “Blijft Vlanderen koploper als interessante locatie voor EDC’s?” ⇒ Ja, binnen de EU, de rede is de centrale ligging maar opgevolgd door Frankrijk (voor de beschikking van land) en Duitsland (omwille van goede ligging in nieuw Europa). België is het centrum van de Europese “blauwe banaan”. Welke voorwaarden moet dan voldaan worden opdat België de toppositie als meest interessante locatie kan behouden? • • • • • •
Kosten Een goede uitbebouw transportsysteem Bereikbaarheid Een goed en betaalbaar aanbod van geschikte bedrijfsterreinen Competitieve arbeidskosten en productiviteit Know how
Extended Gateway: is het performant multimodaal hinterlandnetwerk met onze internationale gateway en overslagplatformen. Deze keuze hangt echter van veel elementen af, die gebundeld kunnen zijn aan kost. Het basis idee is dat logistiele operaties zich moten vestigen op die plaats die de minimale totale logistieke kost oplevert voor de bedrijven. Volumineuze goederen: bouwmarkten, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven, caravan- en botenbedrijven Tijdskritische goederen: bloemen, chemische producten, farmaceutische producten en hoogtechnologische goederen Een efficiënt hinterlandnetwerk is er een met dikke goederenstromen. Dikke goederenstromen garanderen een lage totale logistieke kost. Daarom moeten bedrijven met goederen die op eenzelfde manier logistiek behandeld worden, aangezet worden tot samenwerking. Dergelijke samenwerking zal makkelijker tot stand komen naarmate bedrijven meer in elkaar nabijheid liggen.
1
EDC : European Distribution Center
3
Helene Delvaux
Transportgeografie
Logistieke hot spots: zijn grootschalige, multimodaal ontsloten bedrijventerreinen. 1.2.3. Belgische Havens 1.2.3.1. Antwerpen De Antwerpse haven ligt aan het uiteinde van de trechtermondeling van de Schelde, tussen 68 en 89 km landinwaarts. Antwerpen • Heeft een geografische positie te verzilveren met een uitstekend netwerk van verbindingswegen • Is de 1ste haven van België • Is de 2de haven na Rotterdam van Europa • Heeft 70% van de goederenoverslag van België • Heeft belangrijke trafiekstromen (kolen, ijzererts, agribulk, meststoffen, sloeibare bulk, energiegassen, containers, conventioneel stukgoed, ro-ro, auto’s staal, fruit en forest producten) • Heeft belangrijke positie in de Havre-Hamburg rang Maritieme toegang: diepgang tot 11,85 m, kielspeling van 12,5%. Deze moet verruimd worden tot een diepgang van 13,10 m met een kielspeling van 12,5%. Dankzij deze verdieping zullen de verwachte transportbaten tot en met 2030 verhoogt worden tot 0,7 en 1,1 miljard €. Kielspeling: is de ruimte die voorhanden is tussen de kiel van het schip en de bodem van de vaarweg. Die moet altijd een zeker percentage van de diepgang van het schip bedragen. Welke sluizen ontsluiten rechteroever? Welke Linkeroever? Rechteroever: - noorden: Zandvlietsluis en Berendrechtsluis - zuiden: Royerssluis en Kattendijksluis Linkeroever: Kallosluis Welke plannen heeft men nog op linkeroever? - Een sluis van het Deurgangdok tot de Waaslandhaven - Uitbreiding van Electrabel naar Doel 1.2.3.2. Gent De haven is 32km lang en strekt zich uit over de zuidkant en de beide oevers van het kanaal GentTerneuzen. De staalnijverheid (steenkool, ertsen, metaalproducten) nemen 2/3 van het goederenverkeer op. Gent is ook een draaischijf voor distributie van auto’s (Honda en Volvo) Maritieme toegang: verbonden met de Noordzee via de Westerschelde het kunstmatige zeekanaal Gent-Terneuzen en het sluiscomplex van Terneuzen. De haven is toegankelijk voor schepen van 80 000 ton met max. diepgang van 12,5 m. De haven heeft een nieuwe sluiscomplex nodig en een verdieping van het kanaal tot 18m. Hinterlandverbinding: project Seine-Schelde Zowel Frankrijk als België bereidt de opwaardering van de verbinding tussen het Seine-bekken en het Schelden-bekken voor.
4
Helene Delvaux
Transportgeografie
1.2.3.3. Zeebrugge - Gunstige geografische ligging voor optimale Europese distributie o Aan de kust van de Noordzee, drukst bevaren zee ter wereld o Centraal gelegen ten opzichte van andere Noordzeehavens o Op korte afstand van Groot-Brittannië o Dicht bij de belangrijkste, dichtbevolkte, geïndustrialiseerde steden. - Een uistekende nautische toegankelijkheid met grote diepgang in de toegangsgeul en langs de kaaien. Goederensoorten: • Eenheidsladingen (trailers en containers), nieuwe wagens, conventionele stukgoederen, projectlading, droge en vloeibare bulkgoederen, aardgas, Ro-Ro StoraEnso: de grootste papierproducent ter wereld SECO: (StoraEnso Cargo Unit) een extra grote container met een capaciteit tot 80 ton. Containerhaven: Ocean Container Terminal Hessenatie Zeebrugge en APM terminal. Maritieme toegang: diepgang tot 14 m bij hoog tij 16,77 m. 1.2.3.4. Oostende Gespecialiseerd in Ro-Ro. Belangrijkste Belgische passagiershaven en grootste vissershaven van België. 1.2.3.5. Luik Met Brussel zijn deze 2 binnenhavens die toegankelijk voor zeeschepen, kustvaarders en gemengde boten voor zee en binnenvaart. Fluvio-maritiem transport: is transport warbij een zelfde schip zowel de kustzeeën bevaart als de grote rivieren en kanalen opstoomt tot diep in het binnenland. 1.2.4. Vervoer 1.2.4.1 Autowegen A10: autosnelweg R10: ringweg N1: gewestweg De administratie Wegen en Verkeer (AWV) staat in voor de aanleg, het onderhoud en de exploitatie van de infrastructuur. Nummering van de wegen: Ons land beschikt over een zee uitgebreid wegennet, dat bestaat uit autosnelwegen, rinwegen, gewest en provinciewegen en gemeentewegen. Op wegenkaarten en op verkeersborden worden de nummers van de voornaamste wegen aangegeven. Deze nummers bestaan uit een letter (A, E, B, R, N), gevolgd door een getal. 1- A-wegen: Autosnelwegen, die een juridisch statuut hebben met beperkingen op het vlak van het verkeer en de aanleg ervan, hebben een nationaal nummer dat begint met een A. 2- E-wegen: De nummering van het E-wegennet maakt het onderscheid tussen wegens van de klasse A (autosnelwegen en hoofdautosnelwegen), aangeduid met 2 cijfers en wegen van de klasse B (verbindingsautowegen), aangeduid met 3 cijfers. De nummering gebeurt, volgens een rastersysteem:
5
Helene Delvaux
Transportgeografie A. Wegen van klasse A (1 of 2 cijfers): • E-wegen die een west-oost verbinding vormen, krijgen een even nummer. De nummering stijgt van noord naar zuid. De hoofdautosnelwegen onder Oost-West verbinding hebben een nummer van twee cijfers eindigen op een 0. • E-wegen die een noord-zuid verbinding vormen, krijgen een oneven nummer. Deze nummering stijgt van West naar Oost. De hoofdautosnelwegen bij de Noord-Zuid verbinding hebben een nummer van 2 cijfers eindigend op een 5. B. Wegen van klasse B (3 cijfers) De verbindingsautosnelwegen worden aan geduid met een nummer bestaande tot 3 cijfers: het eerste is dat van de dichtstbijzijnde belangrijke weg in het noorden, het tweede staat voor de dichtstbijzijnde belangrijke weg in het westen. Het derde staat voor een serienummer. C. E-Wegen die door België lopen: • E25: Maastricht, Luik, Bastenaken, Aarlen, Luxemburg • E40: Duinkerke, Brugge, Gent, Brussel, Leuven, Luik, Aken
3- B-Wegen: sommige (lange en belangrijke) toegangswegen tot een autosnelweg dragen een Bnummer. Het zijn verbindingswegen. 4- R-Wegen: Ringwegen met nummer 0 tot 9 zijn ringwegen rond de grootste Belgische agglomeraties, en zijn voornamelijk autosnelwegen. Zo is de R0 de autosnelwegring rond Brussel en de R1 rond Antwerpen. De ringwegen R10 en R99 zijn ringwegen op steden. -
R3: Charleroi R4: Gent R5: Mons R6: Mechelen R8: Kortrijk
5- N-Wegen: gewestwegen, evenals provinciewegen krijgen een N-nummer. • N1 tot N9 zijn de wegen van het eerste net. Dit zijn de belangrijkste wegen, die Brussel verbinden met provinciehoofdplaatsen via de provinciehoofdplaatsen naar het buitenland. • De nummers N10, N20, N30,… N90 worden toegekend aan belangrijke wegen die agglomeraties met elkaar verbinden. Deze kunnen door verschillende provincies lopen. • De nummers N11 tot N99 werden toegekend aan belangrijke wegen, waarbij het cijfer der tientallen de provincie aanduidt waar zich het belangrijkste deel van de weg situeert. Dit zijn de N-wegen van het derde net. • De nummers N100 tot N999 zijn toegekend aan minder belangrijke wegen. Het cijfer der honderdtallen verwijst hier opnieuw naar de provincie waar de weg zich situeert. Het zijn de N-Wegen van het vierde net. 1.2.4.2. Masterplan Antwerpen: Moet de omgeving beter bereikbaar, mooier en veiliger maken. Zowel mobiliteit als de woonkwaliteit zullen er fors op vooruitgaan. Centraal staan een goed uigebouwd openbaar vervoer en extra aandacht voor voetgangers en fietsers. De Oosterweelverbinding: De Oosterweelverbinding sluit de ring van Antwerpen in het noorden met een toltunnel onder de Schelde en een nieuwe dubbeldeksbrug, de Lange Wapper. Het verbind Linker- met rechteroever en
6
Helene Delvaux
Transportgeografie
biedt een perfecte alternatief voor het drukke autoauto en vrachtverkeer. De oosterweelverbinding strekt zich uit over een lengte van 10km. 1.) Op welke wijze komt dit project tegemoet aan de eisen op het vlak van economie en ecologie? ⇒ Het internationaal verkeer door het noorden laten gaan. Dan kan het knooppunt zuid efficiënter en compacteerder de stroken aanlegen. ⇒ Minder files en dus een vlotere doorstroming. Meer ruimte voor meer groen met aan gepast materiaal (→ geluidsdempers, taluds, bomen). 2.) Welke nieuwe functies krijgt de Waaslandtunnel? Wat gebeurt er met de vrijgekomen ruimte? (Charles de Costerlaan) ⇒ Meer groen 3.) Geeft enkele kenmerken van de Scheldetunnel. ⇒ Lowprofile → natuur laten primeren 2 tunnels, betegeld, veiligheid en een fietstunnel. 4.) Geef enkele kenmerken van de Lange Wapperbrug. ⇒ gebogen brug van superlatieve De brug is een symbool: kracht en zachtheid, geluidslast beperken en verbeteren, 2masten→ 2masten reusachtige stads baakingen die de ingangswegen markeren, open poort naar het noorden, dubbel dek. 1.2.4.3. Spoorwegen
NMBS Federale Staat Belgie Minister van overheidsbedrijven Minister van Mobiliteit
Holding Autonoom Overheidsbedrijf
Actief op vele terreinen: - Personenvervoer binnen de landsgrenzen - Internationaal ernationaal reizigersvervoer - Goederenvervoer
Fonds voor Spoorweginfrastructuur
NMBS Holding
Exploitant
Infrastructuurbeheer
Autonoom overheidsbedrijf
Autonoom overheidsbedrijf
NMBS
INFRABEL
Holdingmaatschappij werd opgericht, ze heeft twee dochters: • Infrastructuurbeheerder, Infrabel, is verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met spoorinfrastructuur en veiligheidssystemen. • De exploitant, NMBS, zorgt voor alles wat uitbating van de reizigersreizigers en goederentreinen betreft. Ze hechten veel belang aan de modernisering van het spoorwegennet. Tussen 2001 en 2012 worden wo er verbeteringen van de infrastructuur en diensten verwacht. Doelstellingen: - Modernisering van de belangrijkste reizigers en goederenassen - Vernieuwing van het bestaande materieel en aan koop van nieuwe treinen - De uitbouw van een hogesnelheidsnet van grens tot grens - Ontwikkeling van de infrastructuren rond de nationale luchthaven - Verbetering van de toegankelijkheid van de havengebieden. 7
Helene Delvaux
Transportgeografie
Hogesnelheidsnet (HST) Ontworpen voor het vervoer van een groot aantal personen, van ene stad naar de andere, en kan – naar gelang van de verschillende systemen –snelheden halen tussen 250 en 300km/u. De rijstijden zijn aanzienlijk kort en het comfortniveau ligt hoger. In ons land werd gekozen voor drie assen: • Westelijke as: Franse grens – Brussel • Oostelijke as: Brussel – Duitse grens • Noordelijke as: Brussel – Nederlandse grens B Cargo Via een duidelijke strategie en een aantal maatregelen die een impact hebben op de volledige productieketen, is B-Cargo beter voorbereid op de toenemende concurrentie die een resultaat is van de geliberaliseerde markt. Op internationale assen werkt B cargo samen met partners. EurailCargo Is het europees goederen vervoermaatschappij. De traditionele verbindingen gaven voor de klant niet altijd voldoende waarborgen i.v.m. snelheid, betrouwbaarheid, regelmatigheid, terwijl voor de spoorwegen de rentabiliteit niet altijd werd gegarandeerd. Dagelijks rijden deze treinen naar aantal belangrijke economische zones in Europa, dit onder het voor de klant hekenbaar EurailCargokwaliteitslabel. Deze garanderen rechtstreekse verbindingen, hoge commerciële snelheid en klokvaste leveringen. Rail Freight Freeway Dit is het concept van geliberaliseerde spoorwegcorridors voor vrachtvervoer, tot stand gekomen onder impuls van de Europese Comissie. Dit berust o.a. op het volgende principe: vrije toegang tot internationale spoorpaden voor alle spoorwegondernemingen Verbeteringen in de haven van Antwerpen: tweede spoortoegang haven van Antwerpen en Liefkenshoekspoortunnel (Vertakking Schijn en Krijgsbaan) Project van 28km lange dubbelsporige lijn voor goederenvervoer tussen Antwerpen noord en de lijn Lier. Aarschot wordt momenteel door Infrabel bestudeerd. De tweede spoortoegang vormt een prioriteit in het investeringsplan 2008-20012 van Infrabel en in de periode daarna. De Liefkenshoekspoorverbinding is een nieuwe rechtstreekse spoorverbinding tussen Linkeroever (waaslandhaven) en Rechteroever (rangeerstation Antwerpen Noord) met het oog op sneller en efficiënter treinverkeer. 1.2.4.4. Waterwegen: Algemeen: • AWZ (administratie waterwegen en zeewezen) is de drijvende kracht achter het Vlaams beleid over de bevaarbare waterwegen en het dagelijks beheer ervan. • Vandaag is de waterweg een moderne vervoersmodalitait, toegankelijk via steeds meer kaaimuren. Talrijke nieuwe vervoersstromen zijn aan het ontstaan: containervervoer, ondeelbare stukken, afvaltransport, en vervoer op pallets en met zelfvarende duwbakken. Voor alle vervoersvormen geldt een constante: kwaliteitsborging. • 1375 km bevaarbare waterwegen. Albertkanaal: - Belangrijkst kanaal van België - 40 miljoen ton goederen vervoerd per jaar - Verbinding tussen de haven van Antwerpen en het industriebekken van Luik - Belangrijke industriezones op de oevers van het kanaal - Toekomst: geschikt voor vrachtschepen van 9 000 ton 8
Helene Delvaux -
Transportgeografie Verdieping nodig tot 6 m Verbreding nodig tot minstens 63 m Vrije doorvaarthoogte nodig van 9,10m 8 bruggen moeten verwerkt worden
Renovatie en modernisering van 2 oude sluizen De verdieping en de verbreding van het Albertkanaal en de ontwikkeling van containerterminals op linkeroever zullen meer vrachtschepen naar de haven lokken. De Royerssluis wordt omgebouwd tot een binnenvaartsluis die ook moderne containerschepen efficiënt kan verassen. De sluizen zullen perfect blijven werken bij extreme omstandigheden. Schipdonkkanaal Zeebrugge heeft povere binnenvaartverbindingen. Vandaag verloopt slechts 1,9 % van de goederenstroom naar Zeebrugge via de binnenvaart. De verbreding van het Schipdonkkanaal zou een oplossing zijn om de goederen langs de binnenvaart laten komen naar de haven. Zo zal dit project ook rendabel zijn bij een realischtische groei van de haven. Kosten-batenanalyse: is een integraal afwegingsinstrument dat alle huidige en toekomstige maatschappelijke voor- en nadelen van een project tegen elkaar afweegt. Wanneer de voordelen (baten) groter zijn dan de nadelen (kosten) is een project maatschappelijk gezien verantwoord. Een milieueffectrapport (MER) voor een plan is een openbaar document waarin de uitvoerder van het plan de milieueffecten van de voorziene planalternatieven dient te beschrijven, om de overheid en de burger de nodige informatie aan te reiken over de gevolgen voor het milieu. Wat is het jaarlijks vervoerde tonnage op het Albertkanaal? ⇒ 40 000 000T Hoeveel vrachtwagens worden er dagelijks van de weg gehoudens door het vervoer van goederen over het Albertkanaal? ⇒ 5000vrachtwagen/dag Welke verbeteringen worden er aangebracht? ⇒ Verbreding van bruggen en verhoging tot 9,10m Wat is het doel van het verhogen van bruggen? ⇒ 4 containers op elkaar op een binnenschip kunnen vervoeren. 1.2.4.5. Luchtvervoer: Luchthavens in België Nationale luchthaven → Brussel, Zaventem Regionale luchthavens • Antwerpen-Deurne: kleine maatschappijen, zakenreizen en vrachtvervoer • Charleroi-Gosselies: industriële luchthaven (ruimte vaartindustrie), toerisme en zakenreizen, enkele regelmatige lijnen en vrachtvervoer • Luik-Bierset: vrachtvervoer (expres - koeriersdiensten), toerisme en enkele regelmatige lijnen • Oostende-Middelkerke: vrachtvervoer (vooral op Afrika), regelmatige diensten en toeristische vluchten Structuur van de luchthaven van Zaventem Passagiervliegtuigen kunnen gebruikmaken van twee pieren, de A-pier voor vluchten van en naar Schengenlanden en B-pier voor vluchten van en naar niet-Schengenlanden. Een tunnel verbindt de A-pier met het passagiersgebouw. De indeling van het gebouw is vrij eenvoudig en bestaat uit 2 delen: - Landside: waar iedereen kan komen - Airside: alleen voor passagiers na controle door politie en douane 9
Helene Delvaux
Transportgeografie
BIAC Brussels International Airport Company, voert de activiteiten en ook grondoperaties uit. Brucargo Is het vrachtvervoer van Brussels Airport, gevestigd op een noordwestelijke stuk van de luchthaven op het grond gebied van Melsbroek en Diegem. Project Diabolo Welke voordelen biedt dit project op het vlak van de ontsluiting van de luchthaven? Dat project, dat de naam Diabolo draagt, bestaat uit: • de aansluiting van de luchthaven op de spoorlijn Brussel – Antwerpen (richting Mechelen); • de aansluiting van de luchthaven op de spoorlijn Brussel – Luik (richting Leuven). Dankzij die nieuwe verbindingen, die zowel door de treinen van het GEN, IC/IR-treinen als door de hst’s kunnen gebruikt worden, zullen de reizigers rechtstreeks naar de luchthaven kunnen sporen, zonder overstap in Brussel-Noord.
2. Europa Oppervlakte: 10 400 km² Bevolking: 729 000 000 Bevolkingsdichtheid: 70 inwoners/km²
2.1. Geografisch 2.1.1. Klimaat en vegetatie: polair klimaat (IJsland) subpolair klimaat (taiga) noorden van Noorwegen, Finland, Zweden en Rusland gematigde klimaten o maritiem: alle landen die zee hebben o continentaal: alle landen zonder zee o mediterraan: alle zuidelijke landen gebergteklimaat: vanaf 1 000m hoogte: Pyreneeën, Alpen,…
-
-
2.1.2. -
Reliëf in drie hoogtezones: De lage zone: zee niveau De middelhoge zone: plateaus en vlakten De hoge zone: Pyreneeën, de Alpen, de Karpaten, het Balkengebergte en de Kaukasus ⇒ Voordeel van vlakke gebieden m.b.t. de transportinfrastructuur
2.1.3. Rivieren en stromen: 2.1.3.1. Basisbegrippen: • Het verval is het hoogteverschil van de waterspiegel tussen twee plaatsen. Hoe kleiner hoe trager het water stroomt en hoe kleiner het debiet. • Het debiet van een waterloop is de hoeveelheid water die per seconde passeert op een bepaald punt in een rivier. (m³) • Een estuarium is een verbrede, veelal trechtervormige riviermonding, waar zout rivierwater en zout zeewater vermengt en zodoende brak water ontstaand. 2.1.3.2. Belangrijke assen: • Rijn-as: kanalen van West-Duitsland, Benelux en Noord-Frankrijk • Noord-Zuid-as: Nederland, België, Frankrijk • Oost-West-as: Noord-Duitsland in westelijke richting met Belgische en Nederlandse havens verbondt. En in het Oosten de Elbe en Oder. • Zuid-Oost-as: Donau 10
Helene Delvaux
Transportgeografie
2.1.3.3. Belangrijkste Rijnhavens: • Duisburg (51m/t per jaar) • Keulen (15m/t per jaar) • Mannheim/Ludwigshafen (15m/t per jaar) 2.1.3.4. Main-Donaukanaal: Is een kanaal dat de verbinding vormt tussen het stroomgebied van de Rijn en dat van de Donau. Het kanaal is 171km lang, het begint aan de Main bij Bamberg en eindigt aan de Donau bij Kelheim.
2.2. Economisch 2.2.1. De Europese Unie De verruimde Europese Unie vomrt een machtig economisch blok in de wereld. Het belnag van de eenheidsmarkt voor de economieën kan niet worden onderstreept. Onder de EG vallen de EMU (economische en monetaire unie) en ander samenstellingen. Lende: 1957 België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland 1973 Denemarken (inclusief Groenland), Ierland en Verenigd Koninkrijk 1981 Griekenland 1986 Portugal en Spanje 1990 Oost-Duitsland wordt Duitsland 1995 Finland, Oostenrijk en Zweden 2004 Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië 2007 Bulgarije en Roemenië 2.2.2. West-Europese industrieregio’s Nederland: Ijmuiden-Amsterdam, Rotterdam, Terneuzen-Venlo Duitsland: Keulen, Düsseldorf, Stuttgart, München, Frankfurt, Hamburg, Bremen, Hannover, Berlijn, Dresden Frankrijk: Dunkerque, Lille, Paris, Le Havre, Strasbourg, Metz, Lyon, Marseille-Fos, Toulouse, St-Nazaire-Nantes, Bordeaux 2.2.3. Afhankelijkheid van de invoer van andere landen: • Aardolie: Noordzee en Naigeria • • Aardgas: Algerije • • Steenkool: VS, Zuid-Afrika en Polen • • IJzererts Brazilië, Liberia en Zweden • • Bauxiet: Guinea en Australië • • Kopererts: Kongo en Zambia • • Tin: Maleisië •
Katoen: VS Tarwe: VS Maïs: VS en Argentinië Cacao: Ivoorkust en Ghana Koffie: Brazilië Thee: India Bananen: Ecuador en Colombië
2.2.4. Europese zeehavens Hamburg-Le Havre range: Rotterdam, Antwerpen, Hmaburg, Amsterdam, Le Havre, Bremen, Duinkerken, Zeebrugge en Gent. De containerisatiegraad geeft weer wat het aandeel containers is in de totale stukgoedtrafiek. De Duitse havens worden gekenmerkt door een hoge containerisatiegraad. In vergelijking hiermee heeft Antwerpen nog steeds een beperkte containerisatiegraad. Dit betekent dat Antwerpen haar positie als stukgoedhaven behoudt.
11
Helene Delvaux
Transportgeografie Haven van Rotterdam: - Ligt direct aan de Noordzee - Heeft een diepgang van 24 m - Heeft een grote dienstverleners - Investeert continu in uitbreiding en verbetering - Ruwe aardolie, olieproducten en vloeibare chemicaliën ½ van de goederenoverslag - Beschikt over gespecialiseerde tankterminals - Heeft grote terminals voor ijzererts en kolen Containerhub: knooppunt, kruispunt waar verschillende spokes (spaken) bij elkaar komen.
2.2.5. Vervoer 2.2.5.1. Tunnels: • De kanaaltunnel verbindt Frankrijk (Calais) en Engeland (Folkstone). Het bestaat uit 3 buizen, 3 buizen met ieder een spoor en een middelste vluchtbuis. De tunnel wordt gebruikt door de Eurostar, een hogesnelheidstrein van London naar Brussel en Parijs. Eurotunnel shutteldienst voor voertuigen, auto’s, autobussen, trucks en trailers. En Goederentrein. • Westerschelde tunnel verbindt Terneuze in Zeeuwsch-Vlaanderen met Goes op Zuid-Beveland. Het vervangt de veren van Vlissingen-Breskens en KruiningenPerkpolder. De veiligste van Europa omdat een tunnel is van categorie 1 (LPG en explosieven zijn niet toegelaten) omdat er permanente bewaking is, detectie apparatuur, verkeerssignalering en hulpposten heeft. • Tunnels onder de Alpen: Mont-Blanctunnel, Fréjustunnel, Gothardtunnel, Simplontunnel, Lötschberg. Als er ongevallen gebeuren in tunnel zijn ze meestal ernstig dat is omdat een tunnel maar twee toegangswegen heeft en dat het moeilijk is om de slachtoffers te bereiken. 2.2.5.2. Shortseaverbindingen: Shortsea shipping, een dynamische benaming voor het vervoer te water van goederen of passagiers, over een traject dat ten minste voor een gedeelte uit zee of oceaan bestaat maar waarbij de oceaan niet wordt doorgekruist. 2.2.5.3. Binnenvaart: De binnenvaart is bij uitstek grensoverschrijdend en internationaal. Het net van Vlaamse binnenwateren is verbonden met dat van vijf andere “binnenvaartlanden”: Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Oostenrijk. Er zijn 30 000 km binnenwateren in Europa. Het Schelde-Rijnkanaal maakt een verbinding tussen de Antwerpse dokken en de Rijn, of tussen Berendrecht en de Oosterschelde. Sinds 1992 zijn de Donau en de Rijn samen verbonden door een 171km lange kanaal: RijnMain-Donaukanaal. Daardoor zijn 16 landen met elkaar verbonden. Samen met vier promotie-organisaties uit andere landen, richtte Promotie Binnenvaart Vlaanderen in 2000 de vereniging Inland Navigation Europe (INE) op, een Europees lobbyorgaan. Ga de relevantie van de volgende stelling na: De IJzeren Rijn” en de verbinding “Seine Nord” tussen de Vlaamse havens en Frankrijk zijn prioritaire Europese vervoersprojecten.
12
Helene Delvaux
Transportgeografie De IJzeren Rijn is de naam voor de spoorlijn tussen Antwerpen (België) en Mönchengladbach (Duitsland). Een deel van de spoorlijn is buiten gebruik, een groot deel wordt nog wel gebruikt voor goederen- en reizigersvervoer. Belang van de lijn Vroeger was de IJzeren Rijn een belangrijke Europese spoorlijn voor reizigersvervoer. De lijn was in zijn geheel dubbelsporig, en telde veel stations, waaronder een in het natuurgebied De Meinweg. Er reden onder andere internationale treinen over het tracé. De exploitatie van de lijn was in handen van de Compagnie du Grand Central Belge. Door de Tweede Wereldoorlog is de lijn minder belangrijk geworden ten gunste van de Montzenroute, die om het zuidelijkste gedeelte van Nederland heen loopt. Kanaal Seine-Noord Europa Het nieuw te graven Kanaal Seine - Noord-Europa wordt onderdeel van een nieuwe route van Rotterdam naar Parijs. De plannen voor een enorm kanaal van de Schelde naar de Seine komen begin 2008 in een stroomversnelling. In juni 2008 wordt de aanbesteding verwacht van deze waterweg, die in 2014 Rotterdam met Parijs verbindt. In Brussel werd op een conferentie van de Europese Federatie voor de Bouwindustrie hiertoe besloten. Het project omvat de aanleg van 106 kilometer kanaal, zeven sluizen, drie aquaducten en 59 bruggen.
2.2.5.4. Spoorvervoer: Betuwelijn De Betuwelijn begint op de Maasvlakte in Rotterdam en sluit via Papendrecht en Zevenaar aan op d het Duitse spoorwegnet. Er wordt verwacht dat ze 60% van het totale Nederlands-Duitse goederenverkeer zal verwerken. Het zou tegen 2010 jaarlijks 50miljoen ton goederen van de weg halen. IJzeren Rijn De ijzeren Rijn is een historische verbinding tussen Antwerpen haven en Duitsland. Deze verbinding is complementair met de lijn Athus-Meuse en de Montzen-lijn. Het project vloeit voort uit het toenemende aantal goederen dat vervoerd wordt tussen de Antwoerse haven en het Duitse Ruhrgebied. 2.2.6. Europese projecten 2.2.6.1. TEN-T Vroeger waren de verbindingswegen nog nationale, specifiek voor elke vervoerswijze geldende vereisten. Deze benadering leidde tot een reeks problemen die de doelmachtigheid van het vervoer en het goed functioneren van de markt ernstig belemmeren. Vb. ontoereikend van de verbindingen tussen de vervoersnetwerken van de verschillende landen, het ontbreken van verbindingen, evenals knelpunten binnen de individuele landen. Het verdrag vertrouwt de EU de taak toe om bij te dragen aan de totstandbrenging en ontwikkeling van Trans-Europese netweken. 2.2.6.2. Motorways of the sea (door de europese commissie) Bedoeling is om lading van de weg over te hevelen naar het maritiem vervoer. Concreet behelst een Motorway of the Sea dagelijkse scheepsverbindingen tussen twee of meerdere zeehavens in verschillende EU-lidstaten. Deze verbinding moet een onderdeel zijn van een deur-tot-deur intermodale logistieke keten. Er zijn 4 grote regio’s: - De Baltische zee - Langsheen West Europa - Langsheen Zuid-Oost Europa - Langsheen Zuid-West Europa 13
Helene Delvaux
Transportgeografie
2.2.6.3. Marco Polo Programma Met des project tracht men het vrachtvervoer over de weg te vervangen door meer milieuvriendelijke middelen van vervoer, multimodaal dus. Wat is het verschil tussen Marco Polo 1 en Marco Polo 2? → Subsidiering MP1 is van 2003 tot 2007 en MP2 is van 2007 tot 2013. Door des project te starten moeten er minder milieuvervuilingen zijn van CO2 en minder verkeersopstoppingen.
3. Afrika Oppervlakte: 30 257 594km² Bevolking: 700 290 000 Bevolkingsdichtheid: 23 inwoners/km²
3.1. GEOGRAFISCH 3.1.1. Klimaat en vegetatie: • Warm altijd klimaat of evenaarswoudklimaat: dit is een tropisch klimaat is altijd warm en kent vaak hevige neerslag. • Wam periodiek vochtig klimaat of savanneklimaat: dit is een tropisch klimaat waarin een duidelijke droog seizoen in voorkomt. Een savanne is een graslandschap met verspreid voorkomende bomengroeien. • Warm semi-aride of steppeklimaat: dit is een klimaat met een korte natte tijd en een lange droge tijd. Een steppe is een boomloos landschap waar alleen korte grassen groeien. • Warme aride klimaat of woestijnklimaat: woestijnen (Sahara en zuiden van Afrika) • Warm gematigd wintervochtig klimaat (noorden en zuiden van Afrika) ⇒ Het klimaat bepaalt in grote mate de vegetatie. De opeenvolging van klimaat en vegetatiezones verloopt in evenwijdige banden vanaf de evenaar. Reliëf en zeestromingen verstoren dit patroon. 3.1.2. Relief • Vooral plateaus: in het noorden ongeveer 500m hoog en zuidelijk ongeveer 1000m. Op vele plaatsen komen er inzinkingen voor, gebied die lager liggen dan de omgeving: bekkens of kommen. • Atlas (noorden) en Drakengebergte(Zuid) • Slenkenzone in Oost-Afrika: Door uittrekken van de aardkortst zakten gebieden in en ontstonden langgerekte diepten, slenken. De slenken zijn gedeeltelijk ingenomen door meren. 3.1.3. Rivieren en stromen De Nijl is met zijn 6 825 km de langste rivier ter wereld. Het stroomgebied omvat 1/10 van Afrika. De Assoeandam werd gebouwd om de wateraanvoer meer gelijk te doen verlopen. Nadeel: het vruchtbaar slib gaat verloren. De bevaarbaarheid wordt bepaald door het reliëf. Het grote probleem is de vele stroomversnellingen en watervallen. Een groot deel van de Zambesi en Congo zijn niet bevaarbaar.
14
Helene Delvaux
Transportgeografie
3.2. ECONOMISCH 3.2.1. Ken merken van een ontwikkelingsland • Hoge graad van analfabetisme en lage graad van scholing • Hoge geboortecijfers • Hoge kindersterfte • Lage levensduur • Kinderarbeid • Positie van vrouw De snelle bevolkingsaangroei zorgt voor problemen: in sommige landen neemt de bevolking sneller toe dan de voedselproductie. 3.2.2. Twee Zones: Blank en zwart Afrika Blank: dit deel maakt uit van de Arabische wereld. Economisch, belang van landbouw (dadels en citrusvruchten) en vindplaatsen van aardolie en aardgas. Zwart: gewapende conflicten zijn daar gewoonlijk. Grote economische instabiliteit en andere landen kennen ernstige verstoringen in de markt. ⇒ De economische herstructureringsprogramma’s geleid niet tot sociale verbetering van de bevolking. 3.2.3. Koloniaal verleden: Afrika speelde voor de koloniale mogendheden de rol van leverancier van tropische producten en grondstoffen. Afrika was anderzijds ook een afzetmarkt van de Europese industriële productiesurplussen. 3.2.4. Landbouw Traditionele landbouw: gericht op zelfvoorziening Commerciële landbouw in dorpen en op plantages in de handen van multinationals. 3.2.5. Mijnbouw en industrie De grootste grondstofconcentratie treft men: Noorden van Sahara: Libië, Algerije en Egypte (aardolie en aardgas) Zambia en Kongo(kopen en kobalt) Zuid-Afrika (goud en platina) ⇒ Eenzijdige grondstoffenuitvoer brengt problemen mee. Zuid-Afrika Goud is daar nog steeds het belangrijkste mijnproduct. De belangrijkste industriële sector is de ijzer en staalindustrie, en verder de automontagebedrijven en de fabricage van autobanden, de voedingsmiddelen en de chemische industrie. (productiefactoren: in de economische wetenschap worden traditioneel drie productiefactoren onderscheiden: land, arbeid en kapitaal. 3.2.6. Vervoer De spoorwegen vervullen de belangrijkste taken omdat de binnenvaart sterk natuurlijk hindernissen heeft. Deze spoorwegen dateren van de koloniale tijd en daarbij ook nog gebrek aan onderhoud en financiële krapte vormen problemen.
15
Helene Delvaux
Transportgeografie
3.2.6.1. Het Suezkanaal Is een verbinding van de Middellandse Zee en de Rode zee, het is heel belangrijk voor het vervoer, men moest vroeger helemaal rond Afrika. Ongeveer 193 km lang zonder sluizen. Route: Vertrek aan de Middellandse zee, passeert Lake Timsah, Ismalia is de stad van dit meer en heeft daar de basis van de Canal Authority. Dan door enkele laguna’s en dan in het Great en Bitter Lake. Er werd gewerkt met een konvooi-systeem. Men moet heel duur betalen op basis van de Suez Canal Net Tonnage. Maar men werkt met korting omdat er een sterke concurrentie is van de pijplijnen. De toegang is tamelijk beperkt en dus zijn er baggerwerken die voor 2010 afmoeten zijn en een diepgang geven van 22m en dus kunnen supertanker van 360 000t ook door. 3.2.6.2. Sumed pijplijn De 200km lange Sumed piplines loopt van Ain Sokhna naar Sidi Kerir. Capaciteit van de pijplijn: 2.5 miljoen vaten met dag. Het is eigendom van de Arab Petroleum Pipeline Company (joint venture tussen Egypte, Saudi Arabië, Kuweit, de Emiraten en Qatar). 3.2.6.3. Havens: • Aardolie: Bonny Terminal (Nigeria) • Aardgas: Arzew, Skikda (Algerije) • Steenkool: Richards Bay (Zuid-Afrika) • IJzererts: Monrovia, Buchanan (Liberia) • Cacao: Abidjan (Ivoorkust) • Bauxiet: Kamsar, Conakry (Guinea) • Containers: Durban (Zuid-Afrika)
4. Azië Oppervlakte: 44 400 407km² Bevolking: 3 398 932 000 Bevolkingsdichtheid: 123 inwoners/km²
4.1. GEOGRAFISCH 4.1.1. Klimaat en vegetatie: - Droog-Azië: woestijnen en steppen - Koude-Azië: subpolair (taïga), polair (toendra) en continentaal klimaat - Warme-Azië: tropische gordel - Moesson-Azië: (november-april) drog wintermoesson en (mei-oktober) vochtige zomermoesson. Taïga is een vochtig bosgebied, bestaat uit dennen, sparren, zilversparren en lariksen. Toendra is een gebied zonder bomen aan de rand van het poolgebied, bestaat uit grassen, mossen en dwergstruiken. Continentaal klimaat is een klimaat met extreme temperaturen in zomer en winter. Moessons brengen een heel grote hoeveelheid regen en dus ook gevolgen: overstromingen en slachtoffers.
16
Helene Delvaux
Transportgeografie
4.1.2. Reliëf - Lage zone: West Siberië, Noord India en Zuid China - Middelhoge zone: plateaus - Hoge zone: Kaukasus splitst zich op in 3 taken: Altai- en Tiensjangebergte tot aan Kamsjatka. Kwen Lun en Himalaja en Oeral in Rusland. 4.1.3. Rivieren en stromen Rivieren in ZO Azië hebben aanslibbing uitgestrekte vlakten gevormd. Er is daar een regelmatige terugkerende overstromming en het grillig verloop vormen deze rivieren een niet te onderschatten probleem voor de streek waar ze doorheen stromen. De Ganges en Brahmaputra vormen samen een enorme delt.Hwang-ho en Jangtse-tijang vervoeren veel puin. Andere grote rivieren: Indus en Mekong. 4.2. ECONOMISCH 4.2.1. Het Middel Oosten De grootste aardolie en aardgasvelden ter wereld. De ontginning van olie heeft plaats onder moeilijke omstandigheden: onder brandende zone zon en in onbewoonde woestijngebieden. Saoedi-Arabië beschikt over de grootste gekende reserves. Pijlijnen verzorgen het transport naar de terminals. Met de inkomst kan men moderne infrastructuur installeren en een deel gaat ook naar de industrie en landbouw. OPEC (Organisation of Petroleum Exporting Countries) dit is een groepering van de pretrollanden ze zijn met 11. (Algerije, Indonesië, Iran, Irak, Koeweit, Libië, Nigeria, Qatar, Saoedie-Arabië, VEA en Venezuela). Hun aandeel van productie op wereldvlak is 40% van de aardolie van de wereld en 16ù van aardgas. OPEC vormt een kartel en controleren de prijs ervan. 4.2.2. India Economisch Nog altijd een ontwikkelingsland: lage inkomst, overbevolking in de steden en platteland heel arm. India is nog steeds een landbouwland. In het westen van Delhi heeft men: tarwe, katoen gierst en groenten. In het Oosten van Delhi heeft men: rijst, suikerriet, maïs en tarwe. Textielnijverheid is de oudste en de belangrijkste industrietak. De textielnijverheid zet zich daar waar de grondstof geteeld wordt en in de nabijheid van de exporthavens, dichtbij Bombay en jute-industrie zijn dichtbij Calcutta. India • • • • • •
heeft wel een koopkrachtige middelklasse van 200 miljoen mensen. Er werd ruimte gemaakt voor het marktmechanisme en buitenlandse investeerders werden welkom. heeft ook meer en meer een gevarieerde industrie: voedingswaren, scheikundige producten, bouwmaterialen, metaalnijverheid en informaticasector. heeft veel grondstoffen: ijzerertsen, mangaan, bauxiet en veel energiebronnen. Is afhankelijk van de invoer voor aardoliebehoeftes. Exporteert: textiel, juwelen, lederwaren, chemicaliën Importeert: ruwe aardolie, meststoffen en machines.
Verkeersinfrastructuur - Spoorwegnet van 62 915 km - Waterwegen 14 500 km maar 2000 alleen bevaarbaar - Wegennet van 3,3 miljoen km waarvan 65 000km nationale hoofdwegen en 131 000 regionale hoofdwegen. - 2 grote havens (capaciteit 500 miljoen ton) en 184 kleinere. 17
Helene Delvaux
Transportgeografie
4.2.3. Japan Economisch Grote bevolkingdichtheid en weinig plaats. Het bezit bijna geen eigen grondstoffen en energiebronnen. Hoe is Japan dan machtig kunnen worden? Werkkracht en inzet van de werknemers, de hoge scholing, het sterk doorgedreven wetenschappelijk onderzoek en de organisatie van de industrie. Elektronische en optische apparaten, auto en scheepsbouwproductie zijn de specialiteiten van de Japanners. De industrie is helemaal geconcentreerd in een smalle gordel: the Pacific Coast Belt. Problemen: - Grote importafhankelijkheid en ook grote exportafhankelijkheid. - Gebrek aan ruimte - Milieuvervuiling! - Crisis 1993: deflatie, stijging van werkloosheid, pessimisme en financiële crisis. Transport - Uitstekende autowegen en toch verkeersmoeilijkheden - Kustvaart heel ontwikkeld - Spoorvervoer is super ontwikkeld (Shankansen is een hogesnelheidslijn, de kogeltreinen) - 4 grote havens: Yokohama, Nagoya, Osaka, Kobe 4.2.4. Zuid-Oost Azië Op het vaste land: Myanmar, Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam Op de eilanden: Maleisië, de Filippijnen, Singapore, Indonesië, Brunei en Oost-Timor. De ASEAN (association of Souteast Asian Nations) is een unie van 10 landen (Birma, Brunei, Cambodja, Laos, Malaisië, Filippijnen, Singapore, Thailand en Vietnam) voor economische en politieke integratie. Hoofddoelstellingen: economische groei, vrede, stabiliteit en culturele ontwikkeling. 4.2.5. Noord-Azië = Siberië Siberië is een immens groot gebied dat deel uitmaakt van Rusland. De bevolkingsdichtheid is heel laag. Grotstoffen van Siberië: • Reusachtige wouden • Bodemrijkdom: steenkool, ijzerersts, edelmetalen, diamanten, aardolie, aardgas • Waterkracht van de taalrijke stromen • 90% van het Russisch aardgas • 70% van de aardolie en steenkoolontginning • Tussen Oeral en Bajkalmeer: aluminium, houtpulp, papier en kunstvezel ⇒ Transport via pijplijnen maar ze worden verwaarloosd omwille van geen investeringen van de overheid of van de bedrijven. Trans-siberische spoorweg Deze verbindt Moskou met de ijsvrije haven Wladiwostok. Dit is de langste spoorweg ter wereld en de belangrijkste van Rusland, 9288 km land. Vooral belangrijk voor de goederentreinen. Dank zij deze lijn zijn er delen van Rusland die zich hebben ontsikkeld. De meer noordelijke gelegen Bajkal-Amoer-Magistrale (BAM) werd aangelegd om OostSyberië te ontsluiten. 18
Helene Delvaux
Transportgeografie
4.2.6. China Bevolking van 1,3 miljard mensen en een oppervlakte van 9,6 miljoen km² de bevolkingsdichtheid is van 126 inwoners/m². 70% van de bevolking woont in de steden aan de kunt. Rijkdom: • 12% van de oppervlakte is geschikt voor landbouw en de rendabiliteit is hoog. • Teelt: Rijst, tarwe en suikerriet gebruikt door irrigatie en zaaigoed. • Grondstoffen: ijzererts, steenkool kopererts • Productie van camera’s en video-recorder zijn de belangrijkste spitsindustrieën • 3de grootste autoproducent
Transport: Spoorwegen en bevaarbare waterlopen vormen de belangrijkste verkeersaders. Jang-tse-tijang neemt 40% van de totale lengte van de binnenlandse scheepsvaartroutes. Trans-Chinese-spoorweg verbindt Koeldsja met Sjanghai. 25% van het goederenvervoer en 1/3 van het passagiersvervoer. Belangrijkste havens: Shanghai, Dalian, Qingdao, Tianjin, Guangzhou (Huangpu), Ningbo, Shenzhen en Xiamen. 4.2.7. Belangrijkste Havens: Midden Oost → Dubai China → Shanghai & Hong Kong Singapore → Singapore Japan → Yokohama & Tokio Taiwan → Kaohsiung Zuid-Korea → Busan Maleisië → Port Klang
5. Noord-Amerika 5.1. Canada GEOGRAFISCH Oppervlakte: 9 220 970 km² Bevolking: 31 330 000 Bevolkingsdichtheid: 2,9 inwoners/km²
Grootste steden: Toronto, Monreal en Vancouver Opmerking: - Grote oppervlakte maar vrijwel onbewoond - Canadezen wonen meestal langs de grens met de VS en grote stedelijke gebieden. - Onbewoond deel is rijk aan delfstoffen 5.1.1. Klimaat en vegetatie - arctisch klimaat: geen begroeiing (permafrost) handel, landbouw en mijnbouw ondervinden hier nadelen - polair klimaat: toendra - Subpolair klimaat: taïga In het zuiden in de zomer is het tamelijk warm en vochtig Voor de scheepvaart is er veel hinder omwille van pakijs. Vacouver is de ijsvrije haven. 19
Helene Delvaux
Transportgeografie
5.1.2. Reliëf Er zijn vlakten, plateaus en gebergten. 5.1.3. Rivieren en stromen Canada is bezaaid door meren en wordt diep ingesneden door Hudson Bay. De Mackenzie is een van de rivieren dit in het Great Slave Lake en in de Noordelijke Ijszee uitmondt. De belangrijkste vaarroute is de St Laurence Seaway die van Montreal tot Ontariomeer leidt. Ook de andere grote meren zijn bereikbaar ( Eriemeer, Michiganmeer, Bovenmeer) ECONOMISCH • Landbouw: akkerbouw, veeteelt, zuivel- en graanbedrijven bosbouw (ontwikkeling van cellulose en papierindustrie), visserij en pelshandel. • Mijnbouw: kolen, ijzererts, nikkel, sulfur, koper, lood, zink en goud. • Energiebronnen: heel belangrijk, aardolie in Alberta, aardgas in Edmonton en uranium in het merengebied. Canada heeft ook een groot vermogen aan waterkracht. • ¾ van de bevolking werkt in de dienstensector. • Automobielindustrie belangrijk in Windsor ⇒ Canada is een belangrijke exporteur van voedingswaren omdat er veel oppervlakte is maar weinig bevolking. NAFTA geeft toegang tot het geheel continent en een ingang naar Latijns-Amerika. Vervoer en havens • Het systeem St Lawrence Seaway-Great Lakes maar vervoer mogelijk tot het centrum van het land. • Het Canadese wegennet is ongeveer 1,4 miljoen kilometer lang en dus het grootste ter wereld. De trans Canada Highway verbindt alle tien provincies met elkaar en is volledig geïntegreerd met het Amerikaanse wegennet. •
•
De twee grootste spoorwegexploitanten van Canada zijn Canadian Pacific Railway en Canadian National Railways. Het spoorwegnet is ongeveer 53 000 km lang van Vancouver naar Halifax en van Montreal naar New Orleans en van Calgary naar Houston. Canada is sterk afhankelijk van het luchtvervoer omwille van de uitgestrekte oppervlakte. Meer dan 10 grote luchthavens. Toronto is de grootste en de drukste. Air Canada en Canadian Airlines International zijn de twee grootste luchtvaartmaatschappijen.
5.2. Verenigde Staten GEOGRAFISCH Oppervlakte: 9 629 091 km² Bevolking: 287 230 107 Bevolkingsdichtheid: 33 inwoners/km²
De grootste steden zijn New York, Los Angeles, Chicago, Houston, Philadelphia, San Diego, … De staten met het grootste aantal inwoners zijn: Californië, Texas, New York, Florida, Illinois, … De bevolking zit rond de grote meren, langs de westkust, aan de Golf van Mexico en langs de oostkust. 5.2.1. Klimaat: Van tropisch klimaat in de regenwouden en savanne in de laaglanden tot permanent ijs in Alaska en woestijnklimaat. Dit is omdat het juist tussen de evenaar en de Noordpool zit. 5.2.2. Reliëf: - Atlandische kustvlakte - Appalachen - Grote Meren → Mississipivlakte 20
Helene Delvaux
Transportgeografie
- Great Plains - Rocky Mountaines - Enkele plateaus - Cascade Mountains-Sierra Nevada 5.2.3. Rivieren en stromen De Mississippi is de 2de grootste rivier in de VS hij stroomt door 10 staten en komt uit in de Golf van Mexico. Mississippi is via de Illinois waterway verbonden met de Grote Meren. De rivier is brengt ook veel hydrolyse elektriciteit. De Missouri is de grootste rivier, die in St Louis met de Mississippi samenkomt. Andere rivieren van VS: Ohio, de Arkansas, de Red River, Coloradoriver en de St Lawrence River. ECONOMISCH De Amerikaanse economie wist dat ze de grootste industrie en handelsnatie is en dat is te danken aan: - De grote interne markt - De aanwezigheid van grote grondstofvoorraden - Een goed ontwikkelde industrie 5.2.4. Industriële activiteit: Manufacturing Belt: is in het noordoosten gebied. Er zijn 3 regio’s (Atlantische kustzone, grote merenzone en appalachen). De industrie heeft zich daar gezet omwille van de aanwezigheid van ijzerertsen en steenkool. Maar ook elektronica en lucht- en ruimtevaart en natuurlijk de autoproductie is zeer belangrijk. De Noordoostelijke kant is ook gekent door de handelssector. Sunbelt: is het zuiden en het uiterste westen gebied (Seattle, Californië, Texas, Zuid-Oosten en Florida). Dank zij de energiebronnen en door het zonnig klimaat kon industrialisatie zich in Californië ontwikkelen. De vliegtuigbouw stimuleerde de electronica-industrie en deze verder de high-tech bedrijven. Het zuid-oosten bezat rijke energie en grondstofvoorwaarden. In Florida is het vooral het toerisme en in het noord-westen zijn de thuishavens van Microsoft en Boeing. 5.2.5. Landbouw Marktleider in : kaas, graan, sojabonnen en tabak. Dan nog rundsvee, verkens, koemelk, boter, katoen, haver, tarwe, gerst, suiker en rijst. Alleen nog 3% van de bevolking werkt in de landbouw maar dankzij de moderniseringen is de productie heel hoog. Bosbouw is ook aanwezig. Het grootste landbouwstaat is Californië en daar kan men ook druiven en citrusplantage vinden. 5.2.6. Vervoer en havens Naast de National Interstate Highways (noord naar zuid en oost naar west) is er ook transcontinentale spoorweglijnen deze kruit een heel continent door en waar doublestackverkeer mogelijk is. Voor meer dan 500 km wordt er voorkeur gemaakt van het vliegtuig te gebruiken. St Lawrence Seaway – Great Lakes: De goederen die op deze verbinding getransporteerd worden zijn granen, mijproducten, ijzer en staalproducten. → De schepen varen van Montreal naar Lake Ontario (7sluizen) van daar nemen ze de Welland canal (8 sluizen) naar Lake Ernie en dan naar de Grote Meren. De belangrijkste haven aan het Lake Michigan is Chicago.
21
Helene Delvaux
Transportgeografie Andere transportmogelijkheden Mississippi wordt gebruikt door binnenvaart. De Hudson, de Erniekanaal, het Chicagokanaal en de Colorad zijn nog andere bevaarbare waterwegen. De Hudson is door een kanaalsysteem verbonden aan de Grote Meren. Het belang van het luchtverkeer neemt steeds toe. De VS hebben het drukste binnenland luchtvaartnet ter wereld. Welke verbinding vormt het eriekanaal? ⇒ tussen de hudsonriver en de eriemeer Welke verbinding vormt het chicagokanaal? ⇒ tussen de great lakes en de Mississippi Havens: Steenkool → Baltimore Katoen → New Orleans Tarwe → Duluth Maïs → Chicago Belangrijkste havens voor tanker: Houston, Philadelphia, New York, New Orleans, Port Arthur, LA, Texas City, Corpus Chisti, San Fransisco, Freeport
5.3. Middel-Amerika GEOGRAFISCH Bevolking: 143 037 000 (102 026 000 Mexico) Bevolkingsdichtheid: 52 inwoners/km² Oppervlakte: 2 751 991 km² (1 908 690 km² Mexico)
5.3.1. Klimaat en vegetatie Midden Amerika kent verschillende klimaattypen, deels afhankelijk van de hoogte, deels van de breedteligging.
5.3.2. Reliëf Midden Amerika heeft laagvlakten en plateaus waaronder het plateau van Mexico dat als een voortzetting van de Great Plains kan beschouwd worden. Mexico heeft 2 bergketens evenwijdig met de kust, Sierra Madre Occidental en Sierra Madre Oriental het zijn de voorzetting van de RockyMountains en de Andes. Deze zijn hogen gebergten met actieve vulkanen. De Caribische eilanden zijn van oorsprong vulkanisch.
5.3.3. Rivieren en stromen Mexico heeft een aantal grote rivieren die door de steen gesneden zijn en die alluviale vlakten vormen. Alluviale vlakten zijn laaggelegen gronden naast een rivier waar de bodem bestaat uit slib. De grootste rivier is de Rio Grande. Centraal Amerika heeft 2 grote meren, Lake Nicaragua, Lake Managua en Gatun Lake. De laatste behoort tot een deel van het Panamakanaal.
ECONOMISCH 5.3.4. Landbouw • • • •
•
Centraal Amerika: bananen, koffie, cacao, kokosnoten, maïs Caribisch gebied: bananen, koffie, cacao, kokosnoten, maïs, tabak en suikerriet 60% van de bananenmarkt is in de handen van 3 grote bedrijven: Chiquita, Delmonte en Dole. De grootste landbouwproducent is Mexico met maïs, koffie, pompoenen, bonen, tomaten, suikerriet, bananen, ananas, papaja’s, mango’s, koffie, cacao, rijst, katoen, graan, pinda’s, avocado’s, aardbeien en vanille. Mijnbouw: Mexico is rijk aan zilver, lood, koper, ijzererts, bijna alle mineralen, goud, uranium, aardolie en aardgas.
5.3.5. Handel en industrie NAFTA leid tot de oprichting van de CBI (Caribbean Basin Initiative) het speciale daar aan is dat sommige producten vrije toegang hebben tot de VS en dat de VS economische hulp aanbied door ontwikkelingsprogramma’s. Middel Amerika heeft een beperkte industrialisatiegraad: weinig rijkdommen, kleine interne markt, analfabetisme en politieke instabiliteit en ook transport problemen.
22
Helene Delvaux
Transportgeografie
In Mexico vond men: olieraffinardeijen, suikerraffinaderijen, papiermolens, autoproductie, productie van auto onderdelen, schemicaliën, meststoffen, ijzer en staal. Er is ook een aanwezigheid van maquiladoras in Mexico. Dit zijn fabrieken uit Mexico in bezit of geleid door VS of andere buitenlandse belangengroepen.
5.3.6. Vervoer Panamakanaal: loopt van noordwest naar zuidwest en verbindt de Atlantische Oceaan met de Stille oceaan. Het kanaal is ongeveer 83 km lang. De afstand in vogelvlucht tussen de twee ingangen is 69km. Doorvaart: binnen langs de Atlantische Oceaan, van Cristobal tot aan de Gatunsluizen is het op zeeniveau (12km). Dan door 3 sluizen van Gatunsluizen naar Gatunmeer en dan naar Gamboa. Dan richting Pedro Miguelsluis de “Gaillard Cut”. Dit taject daat dwars door de Continental Divide. Dat verder tot het Mirafloresmeer en in de Mirafloressluizen en dan de Stille Oceaan in. Verbeteringswerken: Deze moeten twee nieuwe sluizen zijn en groter om de post en super post panamaxtype door te kunnen laten. 427m lengte, 55 meter breedte en 18m waterdiepte. De beperking van het kanaal gaf een enorme inpuls aan de Noord-Amerikaanse landbruggen. Het vervoer over land geschiedt d.m.v. spoorvervoer met double stracksystemen. Dit vervoer van kust tot kust heeft al veel klanten bij het kanaal weggehaald. Beheer: de APC – Authority of the Panama Canal.
5.3.7. Havens: Colón, Cristobal, Balboea, San Juan, Freeport, Kigston. Voor Mexico is dat: Manzanillo, Lázano Cárdenas aan de Stille Oceaan en Veracruz en Altamira aan de Golf. Pan- Amerika Hichway is 25 750 km lang van Alaska tot Chili en er verbreekt een deel tussen Panama en Colombië. In Alaska is het de Alaska Highway en in Central Amerika is het de Inter-american highway. Nicaragua onderzoekt de mogelijkheden van een nieuwe spoorweg.
6. Zuid Amerika Bevolking: 349 510 000 (Brazilië 159 143 000) Bevolkingsdichtheid: 51 inwoners/km² Oppervlakte: 17 834 820 km² (8 511 965 km² Brazilië)
GEOGRAFISCH 6.1.1. Klimaat en vegetatie • • • •
Tropisch regenwoud met als vegetatie regenwoud Warm periodiek vochtklimaat met savannen Droog klimaat met woestijnen Warm gematigd altijd vochtig klimaat met grasvlakten (pampas: paarden en runds)
6.1.2. Reliëf • Riviervlakten → amazonevlakte • Plateaus → hoogland van Guyana • Hooggebergte aan westzijde → Corilleras de los Andes De Andesgebergte is vrij smal en du heeft het ook weinig direct en gemakkelijke passen.
6.1.3. Rivieren en stromen De Amazoner ontspringt op 5 200m hoogte in de sneeuw van het machtig Andesgebergte. Andere rivieren: Orinoco, Parnan, Paraguay en Uruguay
23
Helene Delvaux
Transportgeografie
ECONOMISCH 6.2.1. Landbouw •
• •
Dankzij het tropisch klimaat treft men ook tropische plantagelandbouw aan. De grootste producent is Bazilië met koffie, bananen, ananas, suikerriet, cacao. Zuid Amerika is de grootste koffie producent ter wereld Natuurrubber was vroeger een belangrijk exportproduct maar niet meer sinds de synthetische rubber. Veeteelt treft men voornamelijk in het zuiden, Uruguay en Argentinië (rundsvlees). Zuid Amerika is ook belangrijk voor tarwe en maïs, olie, kopererts, platina, bauxiet, ijzererts, tin en zilver. Mijnbouw is sterk exportgericht en dus afhankelijk van de grondstofprijzen.
NAFTA leidt tot het oprichten van: Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay Andespact : Venezuela, Colombia, Bolivia, Peru en Ecador. ⇒ Zuid Amerikaanse Statengemeenschap
6.2.2. Industrie Mijnbouw en industrie zijn in handen van een aantal staten. De industrie is geconcentreerd in mijngebieden en rond de grote steden zoals: Caracas en Bogota. Dankzij hun exportinkomsten konden een aantal landen een basis- en verwerkende nijverheid uit bouwen. Sap Paulo groeide uit tot het belangrijkste industriecentrum van Zuid Amerika. Brazilië en ook ander Zuid Amerikaanse staten zijn een aantrekkelijk gebied: veel grondstoffen, goedkope arbeidsmarkt en een afzetmarkt.
6.2.3. Vervoer De Pan American Highway wordt doorgetrokken tot Puerto Yungay (Chili). Brazilië werd ontsloten door de Trans-Amazone. Het dichtste spoorwegennet is in Argentinië. In Brazilië is maar 1/10 van de wegvervoer geasfalteerd. Brazilië zou moeten investeren in kustvaart. De voordelen van het luchtvervoer vnl. voor het bereiken van moeilijk toegankelijk gebieden werden in Zuid-Afrika reeds vroeg ontdekt. Er zijn in Zuid-Amerika bijna 600 luchthavens waarvan 1/6 in Brazilië.
6.2.4. Havens • •
•
95% van het containervervoer gaat naar Buenos Aires in Argentinië. De belangrijkste zeehavens in Brazilië zijn: Santos, Rio de Janeiro. Chili → San Antonio en Valparaiso Ecador → Guayaquil Uruguay → Montevideo Colombië → Cartagena Belangrijkste exportproducten naar West Europa: ijzererts, maïs, koffie en bananen.
7. Oceanië Bevolking: 28 123 000 (Australië 19 272 452) Bevolkingsdichtheid: 3 inwoners/km² Oppervlakte: 8 509 703 km² (7 617 930 km² Australië)
7.1.
Geografisch 7.1.1. Klimaat en vegetatie In Australië zijn er verschillende klimaatzones, een droog binnenland, een echt woestijn klimaat. De noordkant is periodiek vochtig het zijn daar savannes en wouden. De oostkant is warm gematigd vocht. De oostkust en ook de uiterste westkust hebben een aangenaam subtropisch klimaat. Tasmanië behoort tot de matigde zone New Zeeland valt er meer regen en vind men subtropische wouden.
7.1.2. Reliëf Australië - Vlakten: centrake vlakten - Plateaus: het westelijk plateau - Middelhoge bergketens: de great dividing range In Nieuw Zeeland treft men grote reliëfverschillen aan ook hooggebergte.
24
Helene Delvaux
Transportgeografie
7.1.3. Rivieren en Stromen De meeste rivieren hebben een tekort aan voeding wegens langdurige droogteperiode. De voornaamste stromengebied in Australië is dat van de Murray-Darling. De Murray wordt gevoed door smeltende sneeuw en door de Darling en de Murrumbidgee.
7.2.
Economisch 7.2.1. Activiteiten: •
• • • •
Schapenteelt deze dienen voor vleesproductie of worden voor de wol gehouden. In de zuidoostelijke kustvlate wordt er aan runderteelt gedaan. Tarwe en voedergewassen worden uigevoerd. ⇒ Omdat Australië maar weinig inwoners telt, produceert de landbouw meer dan de eigen behoeften. De landbouw is zeer modern, mechanisering gebeurt op grote schaal. Australië heeft een rijke ondergrond: ijzererts, bauxiet, goud, lood, nikkel, koper,… De mijnbouw neemt een belangrijk aandeel van de export voor haar rekening. Australië beschikt over energiebronnen, steenkool. Aardolie en aardgas zijn minder belangrijk. Industrie: ruimte vaart, computers, … → industriële regio: New South Wales → Syndey. Nieuw Zeeland exporteert ook veel landbouwproducten: runds en schapenvlees, wol en kiwi.
7.2.2. Vervoer en havens ⇒ Omdat de Australische bevolking in de grote steden leven vindt men de beste spoor- en wegverbindingen tussen deze centra. Er zijn geen snel wegen die van een kust naar de andere kust. Op de landwegen die er het meest zijn, treft men de Road trains. Dit zijn vrachtwagens die tenminste 3 opleggers hebben. • Melbourne is de grootste haven in Australië. • Belangrijke handelpartners: Nieuw Zeeland, Japan, China, VS, Taiwan, Papua Nieuw Guinea.
25