-
Kleuter corrigeren Lindley Junior School
God schept de mens in relatie Relatie tot God centraal Zondeval verbreekt relatie Door wedergeboorte opnieuw relatie Doop wijst op noodzaak en mogelijkheid van nieuwe relatie
Mens individu en gemeenschapswezen Opdracht tot dienstbaarheid Mens blijft betrokken op de naaste Onder de heerschappij van de zonde De algemene genade legt de zonde aan zekere banden
De aarde bewerken Rentmeesterschap
Schepsel van God Inkeer tot jezelf (reflectie) Zelfbeproeving
Orde en regels
Welke elementen van (wan)orde zie je? Wat zou hij anders kunnen doen?
Tip Tip Tip Tip Tip Tip Tip
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
Wees niet jezelf (wees professioneel) Maak contact Hanteer de eerste lessen een vast patroon Keep them busy Eigen regels eerst Als je kleine dingen groot maakt, krijg je minder grote dingen Vraag je bij bepaald gedrag af: ‘wil ik dit gedrag maal 20?’ Zo niet? Doe er dan nu wat aan Tip 8: Wees als een spin in het communicatieweb Tip 9: Start consequent en hou dat vol tot het in de klas gaat zoals jij dat hebben wilt Tip 10: Als iets niet werkt, doe dan wat anders
De docent wiskunde (Petersen) wil een les beginnen in een derde klas VMBOGT, waarvan hij mentor is. De klas is zoals gewoonlijk erg druk en rumoerig. Na verschillende waarschuwingen stopt hij met uitleggen en zegt dat ze het zelf maar uit moeten zoeken. Hij geeft huiswerk op en zegt dat hij dit de volgende les controleert op straffe van strafwerk. Vooral de groep ‘goede’ leerlingen blijft heel erg rumoerig. De volgende les blijken vijf leerlingen niets gemaakt te hebben, waarop strafwerk wordt uitgedeeld. Ruud zegt:”Als je maar niet denkt dat ik het maak, want ik vind het onzin als je alles snapt”. Twee dagen later moet het werk ingeleverd worden. Ruud heeft woord gehouden. Hij krijgt een dubbel portie met de opmerking dat hij niet in de les mag, als hij het niet bij zich heeft. Waarop Ruud reageert met:”Dan ben ik dus mooi vrij”. “Oh nee”, antwoordt Petersen boos, “dan mag je naar de directeur” Weer heeft Ruud het werk niet bij zich, waarop hij zich bij de directeur moet melden. De volgende morgen ligt de helft van het strafwerk op het bureau van Petersen, met onderaan de opmerking:”Zoek het zelf maar verder uit”. Opnieuw moet hij zich melden, waarop het strafwerk onder en na schooltijd gemaakt moet worden. Ruud biedt de volgende dag zijn excuses aan en mag de les dus weer in.
Noteer een aantal mogelijke oorzaken, die geleid hebben tot voorgaande situatie. Richt je aandacht op de volgende aspecten: * de visie op relatie en gezag * de verantwoordelijkheid van de leerling(en) * de houding en maatregelen van Petersen Op welke manier zou jij je gezag willen laten gelden? Vergelijk met elkaar
1 Een onderwijzing van Asaf. O mijn volk! neem mijn leer ter oren; neigt ulieder oor tot de redenen mijns monds. 2 Ik zal mijn mond opendoen met spreuken; ik zal verborgenheden overvloediglijk uitstorten, van oudsher; 3 Die wij gehoord hebben en weten ze, en onze vaders ons verteld hebben. 4 Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de loffelijkheden des HEEREN, en Zijn sterkheid, en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft.
5 Want Hij heeft een getuigenis opgericht in Jakob, en een wet gesteld in Israël; die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen zouden bekend maken; 6 Opdat het navolgende geslacht die weten zou, de kinderen, die geboren zouden worden; en zouden opstaan, en vertellen ze hun kinderen; 7 En dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren; 8 En dat zij niet zouden worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; een geslacht, dat zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw was met God.
4 Hoor, Israël! de HEERE, onze God, is een enig HEERE! 5 Zo zult gij den HEERE, uw God, liefhebben, met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen. 6 En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn. 7 En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat. 8 Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij zullen u tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen. 9 En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.
En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.
Of gij niet belooft en voor u neemt, dit kind, als het tot zijn verstand zal gekomen zijn, waarvan gij vader en moeder zijt, in de voorzijde leer naar uw vermogen te onderwijzen, te doen en te helpen onderwijzen.
Pubertijd = periode van inkeer, tot zichzelf komen God geeft het kind de tijd om tot zichzelf in te keren Contact maken met het kind is in deze periode moeilijk Adolescentie = periode van het gaan naar de gemeenschap Het kind gaat ervaren dat er mensen zijn waarmee wezenlijk contact tot stand komt
Lichamelijke en geestelijke rijping Het kind komt tot werkelijk zelfbewustzijn
Juist in deze periode zijn opvoeders belangrijk in wat ze zeggen en doen
Centraal in de opvoeding Uit liefde vloeit gehoorzaamheid
Liefde is er alleen in het contact
◦ Frederik II (13e eeuw) > taalexperiment
4. De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen; 5. Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad; 6. Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid; 7. Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. 13. En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde
Ouders Docenten Ambtsdragers Veiligheid alleen als er vertrouwen is Vertrouwen alleen als er wezenlijk contact is Wat is veiligheid? Vb.: In de grootste smarten (zou je verwachten dat er alleen droefheid is) Blijven onze harten, in de Heer’ gerust Veiligheid = gerust zijn in
Voor vermoeiden en belasten Aanvaarding van de ander Aanvaarding van het leed (bij een ander en jezelf) > Wat God doet is goed, al begrijpen wij het niet
Hoe het zou moeten zijn: ◦ Het leven is mij Christus, het sterven is mij gewin
2. En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN. 3. En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen. 4. Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden. 5. Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen zijn.
Eerlijk zijn naar onszelf toe Eerlijk naar de leerlingen toe
Kinderen tot eerlijkheid opvoeden
Werkelijkheid en verbeelding De opkomst van de virtuele wereld (wat is nog echt?)
De pedagogische opdracht van de reformatorische school
Leerlingen moeten bij het onderwijs dat zij krijgen, zichzelf waarden toe-eigenen om zo te komen tot zelfontwikkeling en zelfopvoeding. Zo leren zij te participeren in activiteiten die maatschappelijk, sociaal, cultureel en levensbeschouwelijk van aard zijn. De school als vormingsinstituut bestaat uit: De christelijke levensbeschouwing Het aanreiken van kennis en leren van vaardigheden Een organisatorische vormgeving
Wijst binding aan de belijdenis af De levensbeschouwelijke component mag nooit het dragende vlak voor de school zijn
Gevolg: Gods Woord is niet meer gezaghebbend Ieder kiest wat hem aanstaat
Bijbels bevel: Efeze 6: 4b > ‘maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren’ Ons pedagogisch bezig zijn is altijd gebonden aan dit bevel
Tuchtiging of discipline ◦ Hierbij gaat het om het handelen van de opvoeder t.o.v. het kind.
Kernwoorden: Leiding geven d.m.v. het goede voorbeeld, regels, voorschriften, beloningen, straf
Hierbij gaat het om het geven van onderwijs door middel van het Woord Hier spreekt de opvoeder tot het kind ter aansporing, bemoediging of waarschuwing Het kind wordt geroepen om door de genade van Christus het leven te richten naar het Woord van God en om het te besteden in Zijn dienst en tot heil van de naaste.
De centrale plaats van de gezinsopvoeding Het opvoeden in de vreze des Heeren De oefening van het gezag in liefde De persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover God en de naasten De betekenis van het rentmeesterschap over de schepping Het vreemdelingschap van een christen en zijn taak in deze wereld De vorming van het geweten Het appel op het kind om God te zoeken Voortdurend gebed voor de opvoedeling
1.
In het gezin
Ondersteund door: 2. De kerk 3.
De school
Eerst toetsen aan de Bijbelse visie Voordurende bezinning bij het licht van de Schrift op de vraag wie we zijn en wat we beogen
Dit onderwijs baseert zich in alles op het Woord van God en de christelijke leer, zoals die in de gereformeerde belijdenisgeschriften is vertolkt Dit onderwijs richt zich op het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden en attituden met inachtneming van de persoonlijke begaafdheden van de individuele leerling Dit onderwijs wil in afhankelijkheid van de zegen des Heeren bijdragen tot de vorming van de leerling tot een zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende persoonlijkheid, geschikt en bereid om de ontvangen gaven te besteden tot Zijn eer en tot welzijn van gezin, kerk en maatschappij
1. 2.
3.
4.
5.
De algemene vorming van de jonge mens in gereformeerde zin De centrale plaats van de gereformeerde belijdenis in onderwijzen, leren en waarderen Een kritische toetsing vanuit de norm van Schrift en belijdenis van alle aspecten van de samenleving van vandaag Een specifiek pedagogisch klimaat, dat jeugdigen positieve identificatiemogelijkheden biedt in gereformeerde zin Het gestalte geven door Gods genade in de praktijk van alle dag
In de concrete doelstellingen per vak moet ook de samenhang van dat vak met de algemene doelstelling van de school worden duidelijk gemaakt
Onze leerlingen moeten verbanden leren zien tussen Gods Woord, het persoonlijk leven en het staan in de samenleving van vandaag
Leerlingen confronteren met de ontkerstende samenleving en hen leren hoe ze bijbels verantwoorde keuzes in allerlei situaties kunnen maken Alles wat op hen afkomt kritisch leren toetsen aan Gods Woord
Een opvoedingsklimaat waarin docenten uitdragen dat zij zich vrijwillig richten naar de bijbelse normen, die zij aan de leerlingen voorhouden
Laten docenten iets zien van de verborgen omgang met de Heere? Is de tere vreze des Heeren de bron van vermaning of bestraffing? Leven wij het ‘zonder Mij kunt gij niets doen’ voor?
Jongeren zijn kostbaar kapitaal Op school vindt de pedagogische ontmoeting plaats tussen leraren en jongeren. Daardoor kunnen jongeren zich de bijbelse normen eigen maken Pubers zijn gedesoriënteerd. Dit kan leiden tot conflicten op godsdienstig gebied Begrip voor jongeren-in-de-crisis moet centraal staan Begrip voor de worsteling tussen de christelijke opvoeding in gezin, school en kerk en het leefpatroon van de wereld. Daarom moeten we om onze jongeren heen blijven staan
dr. W. ter Horst
Een boek over mogelijkheden voor een christelijke opvoeding in een post christelijke samenleving.
De weg van Christus als de Opgestane leidt kinderen in de goede richting. Reisroute zal mee moeten veranderen. Voorbereiden op toekomst. Richtingbesef.-> Koninkrijk van Zijn liefde! De weg van Christus, Jeruzalem. Ik ben de Weg… Liefde, hoe kijk je als opvoeder (leerkracht) naar de leerlingen? Liefde over hebben. Verantwoordelijkheid, grensbewaking. Spanning tussen ‘sturen en laten geworden.’ Autoritair en anti-autoritair, beide onverantwoord. Kinderen zijn geen huisdieren… Als mens verantwoordelijk geschapen, persoonlijk geroepen tot verantwoording.
Signalen geven: een bedoelde boodschap met een duidelijk betekenis Symptomen: een onbedoelde boodschap met een duidelijke betekenis
-
-
Aanraken Gebaren Eten en drinken Spelen Samen kijken
Schatbewaarder Tuinier Herder Gids Priester
Parel in Gods hand. Beschermen. Veiligheid.
Verzorgen, ieder naar zijn aard. Geborgen, weten wat kinderen nodig hebben. Ontwikkelen Beleven
Overdragen Gehoorzamen Orde Manieren Regels
Wegwijzer in keuzeland Helpen werkelijkheid ontsluiten (ontdekken) Waarom?
Inwijden, beleving Geloofsgeheimen Liefde is Iemand Zonde en schuld -> opzettelijke liefdeloosheid, niet voor overtreden regels. Verzoening
Richtingsbesef Naar Jeruzalem
gesproken taal non-verbale communicatie •
•
Bij communicatie gaat het om interactie tussen mensen
Houding Beweging Plaats in de ruimte Gebruik van tijd en intonatie bij de spraak
Coderen Decoderen Interpretatie Ruis Terugkoppeling of feedback
Wat een mooie jurk is dat Die jurk heb je bij een veel te duur adres gekocht Jij bent veel te makkelijk met geld Ik ben er jaloers op dat jij zoveel te besteden hebt Ik zou willen dat ik zo’n jurk had Die jurk ziet er duur uit, maar ik vind hem eigenlijk verschrikkelijk lelijk Wat een goedkoop lor En jij vertelt mij dat ik teveel geld uitgeef?
1.
2.
3.
4.
5.
6. 7.
Herhaling van hetgeen verbaal is meegedeeld (tegelijk ja zeggen en knikken) Tegenspreken van de verbale communicatie (iets bevestigen en tegelijk het hoofd schudden) Affectieve (gevoelsmatige) ondersteuning van het gesproken woord (een bemoedigend klopje op de schouder) Informatie over de onderlinge relatie (glimlachen, oogcontact, aanraken) Beklemtonen van de verbale communicatie (wijzen met een priemende vinger) Vervanging van verbale communicatie (vragend kijken) Structureren en reguleren van de verbale communicatie (spreekpauzes, ondersteunende handgebaren, hummen)