1 8 -0 4 -2 0 1 4 UITGIFTE AFGELEVERD AAN OP BUR NR; KOSTEN
R EP. NR.
BLZ; X 1.75 EUR =
EUR
HET VREDEGERECHT VAN HET DERDE KANTON TE BRUGGE HEEFT HET HIERNAVOLGEND VONNIS VERLEEND : IN DE ZAAK INZAKE : , geboren te ondernemingsnummer
op ~ wonende
'
met
te
eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te
, advocaat
TEG EN: VERENIGING VAN MEDE-EIGENAARS vereniging met rechtspersoonlijkheid - met ondernemingsnummer met zetel gevestigd te in rechte vertegenwoordigd door haar syndicus, de - afgekort met ondernemingsnummer , met zetel gevestigd te
verwerende partij : vertegenwoordigd door mr Alexander BRABANT, advocaat te 8200 Brugge, Doornstraat 326.
I.
VAN
De rechtspleging en de vorderingen van partijen
1. De zaak werd ingeleid met het op 15 oktober exploot van dagvaarding.
2012 betekend
2. Met het vonnis van 7 juni 2013 werd, alvorens over wat dan ook te oordelen, plaatsopneming met deskundige bijstand in de zin van artikel 986 van het Gerechtelijk Wetboek bevolen. 3.
De plaatsopneming ging door op 24 juni 2013.
4.
Met haar syntheseconclusie vordert eisende partij: “De vordering van concluant ontvankelijk en gegrond te verklaren en zodoende op grond van art. 577-9 §2 BW: -
De beslissing van de Algemene Vergadering van de V.M.E. i d.d. 16/06/2012 dat 20% van de kost voor het warm water als vaste kost zullen worden verrekend en dat deze 20% vaste kost zal worden verdeeld volgens de quotiteiten van elke kavel, te wijzen in die zin dat deze 20% vaste kost verdeeld wordt volgens de quotiteiten van de kavels aangesloten op de gemeenschappelijke boiler;
2e bladzijde
18-04-2014
Dienvolgens te zeggen voor recht dat concluant niet dient bij te dragen in de 20% vastje] kost voor het warm water; - De beslissing van de Algemene Vergadering van de V.M.E. d.d. 16/06/2012 dat geen nieuwe hydrofoorgroep geplaatst zal worden, te vernietigen; Ondergeschikt, aan concluant een voorbehoud toe te kennen voor eventuele drukproblemen aan de centrale verwarming ten gevolge van de afwezigheid van een h[u]ydrofoorpomp » De tegenvordering van verweerster af te wijzen als ongegrond; Te zeggen voor recht dat aan concluant geen bijdrages in het verbruik van warm water kunnen worden aangerekend; Verweerster te veroordelen in de kosten, rechtsplegingsvergoeding van 1'320.00 euro."
waaronder
de
5. Met haar syntheseconclusie volhardt verwerende partij in haar voor de plaatsopneming genomen besluiten. 6. De verschenen terechtzitting.
partijen
werden
gehoord
in
openbare
7. De rechtbank heeft kennis genomen van het dossier van de rechtspleging en van de neergelegde stukken. 8. De wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken werd in acht genomen.
II.
Beoordeling
9. Terecht voert verwerende partij aan dat uit de notulen van de algemene vergadering en uit de volmacht die eisende partij aan gaf, blijkt dat de volmachthouder van eisende partij in geen geval tegen de bestreden beslissingen heeft gestemd en dat hooguit kan worden besloten dat zij zich heeft onthouden bij de stemming. Eisende partij kende de agenda en kende zowel op feitelijk als technisch vlak de inhoud van de agendapunten. Anders dan bepaalde rechtsleer (R. TIMMERMANS, Handboek appartementsrecht - commentaar op de wet van 2 juni 2010, Antwerpen, Kluwer, 2010, pag. 575, nr. 689) is deze rechtbank van oordeel dat uit de bepalingen van artikel 577-6, §10, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek niet - en in geen geval onvoorwaardelijk - kan worden afgeleid dat de zich bij de stemming onthoudende mede-eigenaar nog over een vordering, bij toepassing van artikel 577-9, §2 van het Burgerlijk Wetboek, zou beschikken om de beslissing aan te vechten.
18-04-2014
3e bladzijde
Zonder daarin te worden tegengesproken door eisende partij aan wie de rechtbank bij het tussenvonnis de gelegenheid gaf daaromtrent standpunt in te nemen, volhardt verwerende partij in haar standpunt dat eisende partij door zich te onthouden te kennen gaf akkoord te gaan met eender welke beslissing. Verwerende partij wordt daarin bijgetreden en de rechtbank verbindt thans aan deze argumenten de gevolgen in rechte met betrekking tot de gegrondheid van de vordering van eisende partij. Indien al niet dient te worden besloten dat eisende partij met eender welke beslissing akkoord ging, moet in ieder geval worden aangenomen dat zij met gedegen kennis van zaken op het ogenblik van de stemming minstens erkende dat de thans bestreden beslissingen haar rechten niet schaden en naar haar oordeel aldus niet onrechtmatig zijn. Er kan niet worden aanvaard dat het zich onthouden bij de stemming op de algemene vergadering, zijnde de door de wet aangewezen plaats waar deze beslissing moet worden besproken en genomen, in rechte geen gevolgen met zich zou brengen voor de eisende partij die zich heel goed bewust was van de inhoud van de te bespreken agendapunten waarmee zij zeer begaan is. Deze erkenning maakt een buitengerechtelijke bekentenis in de zin van artikel 1354 tot 1356 van het Burgerlijk Wetboek uit en er wordt voor de toepassing ervan zelfs geen intentioneel element vereist van degene die de bekentenis doet (Cass., 20 december 2007, RW, 2009-2010, 955; B. SAMYN, Privaatrechtelijk Bewijs, 2012, 413, nr. 570), . Alleen reeds om deze reden is de vordering van eisende partij ongegrond. 10.
Verwerende partij vordert de betaling van achterstallige bijdragen.
Deze vordering is gegrond. Mede gelet op hetgeen voorgaand werd overwogen en beslist, zijn de gevorderde bijdragen, waarvan niet wordt betwist dat ze werden berekend overeenkomstig de door de algemene vergaderingen goedgekeurde rekeningen van de vereniging van mede-eigenaars, verschuldigd. Zoals gebruikelijk werden voorschotfacturen opgesteld en geschiedden daarna eindafrekeningen. De desbetreffende stukken werden bij de plaatsopneming voorgelegd aan de deskundige die van oordeel was dat eisende partij geen verbruik van warm water werd aangerekend, maar dat zij wel voorschotten betaalde. 11. Eisende partij staat de uitvoerbaarheid bij voorraad voor en zij bestrijdt de uitvoerbaarheid bij voorraad niet voor wat betreft de thans tegen haar uitgesproken veroordeling. 12. Eisende partij wordt als in het ongelijk gestelde partij, bij toepassing van artikel 1017, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek, verwezen in de hierna aan de zijde van verwerende partij begrote kosten van het geding. Deze kosten worden niet begroot aan de zijde van eisende partij, vermits ze haar ten laste blijven. Ze worden hierna begroot aan de zijde van verwerende partij.
18-04-2014
4e bladzijde
De rechtsplegingsvergoeding wordt begroot op de som van 1.320,00 euro. Dit is ten deze het basisbedrag.
OM DEZE REDENEN; DE RECHTBANK;
Recht doende op tegenspraak; Verklaart de hoofdvordering van eisende partij en de tegenvordering van verwerende partij ontvankelijk; Wijst de hoofdvordering van eisende partij af als ongegrond; Verklaart de tegenvordering van verwerende partij ontvankelijk en gegrond in navolgende mate; Veroordeelt eisende partij tot het betalen aan verwerende partij van een bedrag van 1731,85 euro, vermeerderd met de verwijlintresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 30 september 2012 tot de dag der algehele betaling, en verstaat dat deze verwijlintresten aan dezelfde intrestvoet vanaf de gedinginleidende akte onder de vorm van gerechtelijke intresten verschuldigd zijn; Verwijst eisende partij in de kosten van het geding en begroot deze aan de zijde van verwerende partij op de som van 1.320,00 euro, uit hoofde van rechtsplegingsvergoeding; Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande de aanwending van een rechtsmiddel en zonder borgstelling; Zegt dat er geen redenen zijn om de mogelijkheid tot kantonnement uit te sluiten. Dit vonnis werd uitgesproken in het gerechtsgebouw te Brugge in de openbare terechtzitting van het Vredegerecht van het derde kanton Brugge op vrijdag achttien april tweeduizend veertien. Waren aanwezig : Paul DAUW, Vrederechter Karin LOGGHE. Hoofdgriffier.
Karin LOGGHE
Paul DAUW
Rolnummer Rep. Nr. Inzake
Laatste blad :
Afgeleverd aan: VAN BRABANT Alexander Niet getekend afschrift, DIT AFSCHRIFT MAG NIET AANGEWEND WORDEN ALS PROCESSTUK.
Vrijgesteld van het griffierecht (art. 280,2 W etboek Registratie) Afschrift ter kennisgebracht in uitvoering van 792 van Ger.W.