Dorpskerk te De Bilt Orde van de dienst Pasen 2015
……..12 Maar Petrus stond op en snelde naar het graf en toen hij zich vooroverboog, zag hij alleen de linnen doeken liggen…………..
5 april 2015 Aanvang 10.00 uur Voorganger: ds. B Oosterom Orgel: Jan Bulk 1
Afkondigingen door de Kerkenraad en het aansteken van de paaskaars.
Zingen van paasliederen Welk een vriend is onze Jezus (Joh. de Heer 150) Welk een vriend is onze Jezus, die in onze plaats wil staan! Welk een voorrecht, dat ik door Hem, altijd vrij tot God mag gaan. Dikwijls derven wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer juist omdat wij 't al niet brengen in 't gebed tot onze Heer. 2 Leidt de weg soms door verzoeking, dat ons hart in ’t strijd’uur beeft, gaan wij dan met al ons strijden tot Hem die verlossing geeft. Kan een vriend ooit trouwer wezen dan Hij, die ons lijden draagt? Jezus biedt ons aan genezing; Hij alleen is 't, die ons schraagt. 3 Zijn wij zwak, belast, beladen en terneêr gedrukt door zorg. Dierb're Heiland, onze Toevlucht, Gij zijt onze Hulp en Borg! Als soms vrienden ons verlaten, gaan wij biddend tot de Heer; in zijn armen zijn wij veilig, Hij verlaat ons nimmermeer.
2
Opwekking 614 Zie hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem met een kruis op zijn rug en een doornenkroon. Hoor de menigte schreeuwt en roept: 'Kruisigt Hem!' Zo gaf God zijn eigen Zoon. Zie het Lam aan het kruis daar op Golgotha, als de koning der Joden wordt hij veracht. Zie de liefde voor ons in zijn ogen staan als hij roept: 'Het is volbracht'. Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg. In het rijk van de dood is Hij neergedaald. Ja, uit liefde voor ons heeft Hij dit gedaan. Maar de steen van het graf is nu weggehaald, Jezus leeft, Hij is opgestaan. Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg. En nu kom ik tot U met vrijmoedigheid, met ontzag en respect kniel ik voor U neer. U bent Koning en God tot in eeuwigheid, U bent Jezus, de hoogste Heer. Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg, uw genade is mij genoeg.
3
Evangelische Liedbundel 125 1 Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft. Die vol ontferming ieder troost en alle schuld vergeeft. Die heel het aards gebeuren vast in handen heeft. Hem zij de glorie, want Hij die overwon, zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Halleluja. Geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op Zich nam. 2 Verdreven is de schaduw van de nacht. En wie Hem wil aanvaarden wordt eens veilig thuisgebracht. Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht. Hem zij de glorie, want Hij die overwon, zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Halleluja. Geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op Zich nam. 3 Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht, dat uitstraalt van het kruis, dat eens voor ons werd opgericht. En voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht. Hem zij de glorie, want Hij die overwon, zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Halleluja. Geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op Zich nam.
4
Stil gebed, Votum en Groet Aanvangstekst Psalm 111: 1 Looft, Hallelujah, looft den HEER! Mijn ganse hart verheft Zijn eer; Ik zal Zijn naam en grootheid prijzen; 'k Zal, met d' oprechten onderling Vereend, in hun vergadering En raad, Hem plechtig eer bewijzen.
5 't Is trouw, al wat Hij ooit beval; Het staat op recht en waarheid pal, Als op onwrikb're steunpilaren; Hij is het, die verlossing zond Aan al Zijn volk; Hij zal 't verbond Met hen in eeuwigheid bewaren.
Lezen van de Paaswet Gezang 215: 1 Christus, onze Heer, verrees, halleluja! Heilge dag na angst en vrees, halleluja! Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja! 2 Prijst nu Christus in ons lied, halleluja, die in heerlijkheid gebiedt, halleluja,
die aanvaardde kruis en graf, halleluja, dat Hij zondaars 't leven gaf, halleluja! 3 Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja, heeft verzoening ons bereid, halleluja! Nu is Hij der heemlen Heer, halleluja! Englen juublen Hem ter eer, halleluja!
Kindermoment: Afsluiting van het Paasproject en gesprek over deze dienst Gebed Paasevangelie: Lukas 24: 1 En op de eerste dag van de week gingen zij, heel vroeg in de morgen, naar het graf en brachten de specerijen mee die zij gereedgemaakt hadden, en sommigen gingen met hen mee. 2 Zij nu vonden de steen afgewenteld van het graf. 5
3 En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet. 4 En het gebeurde toen ze daarover in twijfel waren, zie, twee mannen stonden bij hen in blinkende gewaden. 5 En toen zij zeer bevreesd werden en het gezicht naar de grond bogen, zeiden die tegen hen: Waarom zoekt u de Levende bij de doden? 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinner u hoe Hij tot u gesproken heeft, toen Hij nog in Galilea was: 7 De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. 8 En zij herinnerden zich Zijn woorden. 9 En toen zij teruggekeerd waren van het graf, berichtten ze dit alles aan de elf discipelen en aan alle anderen. 10 En het waren Maria Magdalena, Johanna en Maria, de moeder van Jakobus, en de anderen die bij hen waren, die dit tegen de apostelen zeiden. 11 En hun woorden leken hun kletspraat en zij geloofden hen niet. 12 Maar Petrus stond op en snelde naar het graf en toen hij zich vooroverboog, zag hij alleen de linnen doeken liggen. En hij ging weg en verwonderde zich over wat er gebeurd was. Lezen: 1 Korinthe 15: 1 Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, 2 waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. 3 Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, 4 en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, 5 en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf. Psalm 56: 3 Gij hebt mijn omzwerving te boek gesteld en al de tranen, in mijn oog geweld, bijeengegaard en in uw boek geteld: alles ligt voor U open. Geprezen zij Gods woord dat mij deed hopen! 6
Mijn vijanden zijn haastig afgedropen. Wat zou een mens mij doen als ik kan roepen: De Here is mijn held! 4 Geloften heb ik toegezegd, mijn God, U die van aanstoot hebt verlost mijn voet,
laat mij nu voor de redding van de dood lofoffers U betalen. Geprezen zijt Gij, Heer, die telkenmale de zon van uw gelaat voor mij deed stralen,
dat ik mag wandelen en ademhalen in 't licht dat leven doet!
Verkondiging. Tekst 1 Korinthe 15: 5A. Thema: ’Trouw voor een ontrouwe’. Psalm 31: 6. Ook hebt Ge mij niet weggestoten, Noch mij, van allen kant, Benauwd door 's vijands hand; Neen, 'k heb Uw trouwe hulp genoten: Gij deedt met vaste schreden, Mij in de ruimte treden.
17 Geloofd zij God, Die Zijn genade Aan mij heeft groot gemaakt; Die voor mijn welstand waakt: Zijn oog slaat mij in liefde gade; Hij wil mij heil bereiden; Mij in een vesting leiden.
Dankgebed en voorbeden Collecten Psalm 150: (staande) 1 Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van 't heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen. Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet. Hem zij eer, Hij zij geprezen. Zegen (staande)
7
2 Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen.
De dienst wordt afgesloten met het zingen van: U zij de glorie (staande) (Tekst: J.W. Schulte Nordholt; Melodie: G.F. Händel)
1.
U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen daalde d’ engel af, heeft de steen genomen van ‘t verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer.
2.
Zie Hem verschijnen, Jezus, onze Heer, Hij brengt al; de zijnen in zijn armen weer. Weest dan volk des HEREN blijd’ en welgezind en zegt telken male: ‘Christus overwint’. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer.
3.
Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft? In zijn goddelijk wezen is mijn glorie groot; niets heb ik te vrezen in leven en in dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer.
8
9
10