Doopsgezinde Gemeente Aalsmeer | 11 maart 2012 | ds. J.T. de Jong Schriflezingen: Exodus 20:1-17, Johannes 2:13-25 Aansteken van de kaars, en een moment van stilte. Dit licht , ontstoken in het midden van de gemeente zal met ons meegaan als teken van de vernieuwende kracht die uitgaat van God in deze wereld ook door al het lijden heen ons geopenbaard in Jezus Christus , zijn zoon, die voor ons is geworden : LICHT DER WERELD . ZINGEN : Psalm 103 : 1, 2 . “ONZE HULP….” In geloof spreken we uit dat onze hulp is in de naam van God Die hemel en aarde gemaakt heeft, die trouw is tot aan deze dag , En trouw zal blijven tot in eeuwigheid Die nooit laat varen het werk wat zijn hand begon . Zijn genade en vrede zij met ons , amen ZINGEN : Psalm 103 : 3,4 . GEBED . Goede God , U die wij vader mogen noemen , door uw zoon , onze Heer, Op deze morgen komen we samen voor uw aangezicht . We komen God, met al dat wat ons bezig houdt, wat ons leven in deze bepaalt. Met onze vreugde en dankbaarheid , ons verdriet en zorgen. Ons gevoel van onmacht en woede om dat wat er in de wereld gebeurt of misschien ook wel in ons eigen leven. We hebben elkaar opgezocht , God , zijn hier samen gekomen. Om de gemeenschap met U en met elkaar te mogen ervaren. Om daardoor getroost te worden en bemoedigd. Te mogen weten dat we er niet alleen voor staan. Goede God, wees met uw Geest hier aanwezig . en maak ons vrij om te kunnen worden aangeraakt .Wees ook bij hen God die met ons meeluisteren. Opdat we weer verder kunnen in de dagen die komen, We vragen dit in Jezus naam Amen. ZINGEN : Psalm 103 5 , 9 . SCHRIFTLEZING : Exodus 20 : 1 - 17 . Voor een groot deel uit de nieuwe vertaling, met hier en daar een vertaling van Pieter Oussoren God spreekt al deze woorden en zegt : Ik ben de AANWEZIGE. God over jou , Die jou uit Egypte, uit de slavernij heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden , geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde , of in het water onder de aarde
Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet. Want ik , de AANWEZIGE , God over jou, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer zij mij haten. Maar als zij mij liefhebben en mijn geboden bewaren , bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. Misbruik de naam van de AANWEZIGE , God over jou ,niet . want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag . Zes dagen lang kun je werken en al je arbeid verrichten , maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan DE AANWEZIGE , God over jou . Dan mag je niet werken Dat geldt voor jou, voor je zonen en dochters, voor je slaven en slavinnen , voor je vee , Maar ook voor vreemdelingen die in je stad wonen ,de zwerver te gast die in je poorten is. Want in zes dagen heeft de AANWEZIGE de hemelen en de aarde gemaakt , de zee en alles wat er in leeft. En op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de AANWEZIGE de sabbat gezegend en hem geheiligd ! Eer je vader en je moeder .dan wordt je gezegend met een lang leven in het land dat de AANWEZIGE je geven zal. Pleeg geen moord. Pleeg geen overspel. Steel niet Leg over een ander geen vals getuigenis af Zet je zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw , of zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook toebehoort. ZINGEN : gezang 62 . SCHRIFTLEZING : Johannes 2 : 13 – 25 . Uit de nieuwe bijbelvertaling Kort voor Pesah, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem . Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten . Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond , en gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers : “weg ermee ! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader “. Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat : “de hartstocht voor uw huis zal mij verteren ‘. Maar de Joden vroegen : “met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doe ? “ Jezus antwoordde hun : “Breek deze tempel maar af , en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen .” “Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd , ‘zeiden de Joden ,”en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen ? ‘ Maar Jezus sprak over de tempel van zijn lichaam. Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit gezegd had en zij geloofden de Schriften en alles wat Jezus gezegd had . ZINGEN : gezang 173 . STAANDE .
OVERDENKING Zusters en broeders, Afgelopen vrijdag was ik voor de weeksluiting in het Kloosterhof. Na afloop zei een van de vrouwen tegen me :” Ik had het allemaal al eerder gehoord, maar het was goed om het nog een keer te horen “ Er is een grote kans dat velen van jullie dat straks ook zeggen. In de lezingen op deze derde zondag in de Veertig dagen tijd gaat het over de geboden en de tempel in Jeruzalem. Zo in de tijd voor Pasen was het een hele drukte daar op het tempel plein. Heel veel mensen wilden dan in de stad zijn.Om daar Pasen te vieren , het feest van de bevrijding uit de slavernij. Er werd blijkbaar ook heel wat geofferd . Velen hadden het er druk mee. Zeker ook de Farizeeën en de Schriftgeleerden. Want zij leefden voor een deel van wat er geofferd werd. Zij moesten ook het dier wat geofferd zou worden keuren .Of het gaaf was . Ogenschijnlijk gebeurde hier wat in de wet werd voorgeschreven. De eerste boeken van de bijbel staan daar vol van. Die geboden hebben betrekking op het hele leven van de mens .. Denk maar aan het brengen van een deel van de oogst of het eerste jong van de dieren die naar de tempel moesten worden gebracht. Alles eerste kwaliteit en een gaaf jong dier .Het beste van het beste . Bij geboorte , ziekte huwelijk en dood . Zo weten we dat Maria en Josef met Jezus naar de tempel gingen om hem daar aan de Heer aan te bieden , en om twee tortelduiven te offeren . Dit was overeenkomstig de wet, zo lezen we bij Lukas. Waarschijnlijk veertig dagen na de bevalling . Als Jezus 12 jaar oud is gaan ze ook weer naar Jeruzalem .Om ook dan een offer te brengen . Is het dan niet vreemd dat Jezus hier zo radicaal optreedt en het hele tempelplein schoonveegt Het geld van de wisselaars op de grond gooit en tegen de duivenverkopers roept :‘weg ermee! Ja het is vreemd en roept heel wat vragen op. Voor mij roept het de vraag op over de plaats van de geboden en daarmee verbonden het offeren.In de geloofsbeleving van de Joden. De oorsprong en de bedoeling daarvan. Wij kennen dat niet meer , een offer brengen, ergens op een daarvoor bestemde plaats . Waarschijnlijk steken we nog wel eens een kaarsje aan als we in een kerk komen. En je ziet meer en meer dat bij het herdenken van een overlede een kaars wordt aangestoken. Maar dat heeft niets met een offer te maken. In de geschiedenis van de volkeren, het mensdom dat leeft op deze aarde , lezen we over allerlei vormen van offeren. Tot op de huidige dag. Mijn gedachten gaan dan meteen naar Balie , waar ik het zelf heb gezien. Hoe iemand in een familie er een dagtaak aan heeft . Om ieder morgen overal in en om het huis kleine bakjes neer te leggen. Gemaakt van bladeren met daarop een paar bloemetjes en bladen en wat koekjes. Ze liggen op de hoeken van de straat en b.v voor in een auto. Op het erf van iedere familie staan de offerhuisjes . Het hele leven wordt mede bepaald door alle rituelen en offers. Bij geboorte huwelijk en dood.
Dit alles om de gestorven zielen tevreden te stellen en de onbekende machten buiten hen. Uit angst voor onheil. Daar gaat het om. En bij iedere ziekte, ongeval en ander leed wat hen treft vraagt men zich af waarmee ze die krachten buiten hen boos hebben gemaakt. Ontevreden. De geboden die mensen worden opgelegd en de offers die gebracht worden komen daar uit voort. Uit de angst voor het noodlot dat een mens kan treffen. Daar probeert men invloed op uit te oefenen. In hun macht te krijgen . Maar hoe is dat bij het volk Israël ? Bij de Joden ? Bij hen was het vanaf het begin heel anders. Om er iets van te begrijpen moeten we, denk ik , naar het begin van Genesis. Naar de eerste mens . Die werden in het paradijs geplaatst .De meest ideale omstandigheden om in te leven. Bij dat leven in alle volheid hoorde het eerste gebod . Je zult niet eten van de vruchten van die ene boom. Waarom die ene boom .? Ik denk en geloof dat dit eerste gebod gegeven is om de mens er steeds weer aan te herinneren wie dit alles geschapen heeft. Om er maar niet zomaar op los te kunnen leven. Maar te leven vanuit het besef door wie hij geschapen is en wie haar hier heeft geplaatst. Dat Hij De AANWEZIGE vanaf het begin een relatie wilde hebben met de mens. Hij zocht hen op , wilde hen ontmoeten. Die relatie met de mens ging vanaf het begin uit van God. Het is de tegenkracht die hen op het idee bracht dat de vrucht misschien helemaal niet zo gevaarlijk was. Dat ze toch voor zichzelf konden beslissen .Niet afhankelijk hoefde te zijn van God. Als God daarna komt en de mens zich verstopt heeft roept God : Adam , mens , waar ben je . Onlangs hoorde ik van joodse zijde dat de vraag ook kon zijn : waar sta je . Hoe sta je in het leven hoe sta je tegenover mij, je schepper ? God laat de mens niet zitten in het verborgene, Hij roept hen. Het eerste dier waarover de bijbel spreekt wat is geofferd , werd door God zelf geslacht. Om de mens te kleden toen die zich realiseerde dat hij naakt was . Ondanks de ongehoorzaamheid van de mens was er de zorg en de barmhartigheid. De genade. En dan de Tien geboden . Die kun je niet losmaken van dat wat als eerste wordt gezegd. Ik ben de AANWEZIGE, God over jou. Die jou uit Egypte , uit de slavernij heeft bevrijd . Bij de geboden en de offers die gebracht worden gaat het hierom. De bevrijding van de mens. De bevrijding van ieder mens. Vanuit het besef dat God, de bevrijder , ook de schepper is . De AANWEZIGE voor de hele schepping. Alle geboden staan ten dienste van een samenleving waarin ieder mensenkind en al het geschapene het goed zal hebben.. Waar ieder en alles tot haar recht kan komen. Tot haar bestemming . Ze staan ook ten dienste van een nieuw begin als er toch iets fout gaat.Als de mens toch hierin heeft gefaald. We kunnen hier denken aan het joodse feest van vergeving. De Grote verzoendag .Waarop de zondebok wordt geofferd .Wat ieder jaar wordt gevierd. Om de mens erbij te bepalen dat
God barmhartig is en genadig ..Dat voor God de relatie met de mens belangrijk is. Daarom is er altijd een nieuw begin mogelijk, van God uit . Als je zo in het leven staat valt het niet zwaar om aan de geboden gehoorzaam te zijn . Want het gaat hier om de relatie met God en de naaste. Om het grote gebod. God liefhebben met heel je hart en ziel en al je krachten, en je naaste als jezelf. Daartoe zoekt God de mens , roept hem om zijn partner te worden.Steeds weer. In de tijd van Jezus waren de geboden geworden tot een zware last. Zoals zo vaak in de geschiedenis tot in onze tijd . Doordat de Farizeeën en de Schriftgeleerden ze liefdeloos gingen toepassen . Tot in de kleinste onderdelen werd vastgesteld hoe de mens zich moest gedragen.De Farizeeën en de Schriftgeleerden hadden daarin een belangrijke rol. Zij waren de genen die met vaste hand waakten over het ziele heil van het volk. Zo geloofden zij. Door hen werd vooral benadrukt dat de mens zondig is en dat God straft. Daar bij de tempel werd er door hen op toe gezien dat het juiste offer werd gebracht. Blijkbaar was daar bij de tempel een handel ontstaan , waar mensen van profiteerden . Daar tegenover ging Jezus heel anders om met de medemens. Hij toonde liefde en barmhartigheid .Was genadig . Zo liet hij de mensen ervaren wie God , die Aanwezig van af het begin wil zijn .Over jou. Over iedereen . De manier waarop Jezus omgaat met de geboden en met de medemens heeft Hem het leven gekost. DE Farizeeën en Schriftgeleerden ging het om hun macht over de medemens.Door hen afhankelijk van hun oordeel te maken . Die macht wilden ze niet opgeven. Vanaf het moment dat Jezus de zweep maakte en inging tegen hun macht daar op het tempelplein . zochten ze een manier om Hem te doden. Johannes plaatst dit verhaal aan het begin, Matteus en Lukas aan het einde van de weg die Jezus is gegaan. Zo getuigt Johannes ervan dat hij gelooft dat Jezus vanaf het begin op weg was naar Pasen . Dat Hij , Jezus , in alles wat Hij heeft gedaan of heeft gezegd de mensen liet ervaren dat God, zijn Vader vol van liefde is , genadig en vol erbarmen . Dat het altijd weer gaat een leven samen waar gerechtigheid en vrede heerst. In zijn antwoord op de vraag van de Joden , om een teken liet Jezus weten dat de tempel zou verdwijnen. Dat vanaf dat moment de mens daar niet meer op terug zou kunnen vallen. De rol van de leiders van het volk ook zou veranderen. Dat het vanaf dat moment zal gaan om de eigen manier van leven .Dat het er om zal gaan uit welke bron de mens wil leven. Door welke geest hij zich laat bezielen. Gelukkig is er de mogelijkheid om te leven vanuit het besef deel uit te maken van Gods schepping. En daarin geroepen te zijn om partner te worden van God . De vader van Jezus Christus . Om zo mede verantwoordelijk te zijn voor de wereld waarin we wonen . Als je daar voor kiest vind je het niet erg om op de ringweg bij Amsterdam je te houden aan de 80 km. Want dan weet je dat het gaat om de medemens die daar woont. Het gaat immers om de relatie tot God en tot je naaste . In gehoorzaamheid te leven aan de geboden is niet zo eenvoudig. Wordt zeker niet altijd geaccepteerd door de mensenmens.
Maar met Jezus zijn we op weg naar Pasen, het feest van de bevrijding. Met dat uitzicht kon Jezus de weg gaan . Wij mogen Hem daarin volgen. Aan God , die aanwezig wil zijn in ieders leven, zal het niet liggen. Hij wil ons daartoe steeds weer bezielen. Laten we elkaar bemoedigen om uit zijn Geest te leven. Amen. ORGELSPEL . OPEN RUIMTE . VOORBEDE – STIL GEBED – ONZE VADER Goede God, u die wij vader mogen noemen, hier in het midden van de gemeente willen we denken aan de mensen van wie het leven totaal veranderd is door een ernstige ziekte of een ongeluk wat hen zelf is over komen of iemand in de familie. Geef hen voor iedere dag de kracht Heer om vol te houden. Daarbij denken we ook aan hen die in afhankelijkheid van anderen moeten leven. Dat er mensen om hen heen mogen zijn om hen bij te staan. We denken aan mensen in die ongevraagd moeten leven in een gebied waar oorlog heerst. Die daar het slachtoffer van zijn.Vooral aan de kinderen .en jonge mensen. Steeds meer mensen leven in onzekerheid, God, zonder uitzicht , ook aan hen willen we denken , hier in ons midden. We denken aan het jeugdwerk in onze Broederschap en in onze gemeente . Wij vragen U het te zegenen , opdat jonge mensen mogen worden aangeraakt . Wij danken U voor uw geduld met ons mensen en voor uw trouw . Dat U ons steeds weer aanneemt en ons roept .Help ons God om er op te vertrouwen dat u ook de kracht wilt geven , het inzicht om er te kunnen zijn voor onze naaste . Hier vlak bij .Help ons om als gemeente daarin een weg te vinden. In stilte komen we heel persoonlijk voor u met wat ons aangaat . Samen bidden we : ONZE VADER , DIE IN DE HEMEL ZIJT UW NAAM WORDE GEHEILIGD UW KONINKRIJK KOME UW WIL GESCHIEDE, GELIJK IN DE HEMEL, ALZO OOK OP AARDE. GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD EN VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN, GELIJK OOK WIJ VERGEVEB ONZE SCHULDENAREN, EN LEIDT ONS NIET IN VERZOEKING MAAR VERLOS ONS VAN HET KWADE . WANT VANU IS HET KONINKRIJK EN DE KRACHT EN DE HEERLIJKHEID , TOT IN EEUWIGHEID AMEN. ZINGEN : gezang 480 .
OPDRACHT… Zo dadelijk is er koffie of thee , en tijd om nog na te praten en elkaar te ontmoeten. Daarna gaan we naar huis, We mogen gaan met woorden van Andries Govaart . Het ga je goed .. Moge , wat op je weg komt jou tot zegen zijn : de vreugde van de ontmoeting , de pijn van de ontbering , de tijd van de verwachting , het genot van de volheid, de kaalte van het gemis. Moge jouw leven anderen tot zegen zijn : dat je ogen met mildheid kijken , dat je handen open zijn en opbouwen, dat je luistert tot in het zwijgen, dat je woorden oprecht zijn , en dat je met hart en nieren bewogen bent om de mens op je weg. God zegene jouw weg moge jouw leven zijn tot Gods eer. ZINGEN : gezang 456.