DOEkaarten Rotterdam is groener, beleef het mee!
Achtergrondinformatie voor de leerkracht Met deze DOE-kaarten willen we de kinderen stimuleren om de natuur te ontdekken met ogen, oren, neus en tastzin. Kleuren, geuren, geluiden en de aanraking van natuurvoorwerpen staan centraal. Een geweldige ervaring voor iedereen! De DOE-kaarten beginnen met het verhaal over Samoerai en Minamoto. Minamoto is een Japans meisje dat graag Samoerai wil worden en dol is op de natuur. Een Samoerai krijgt een intensieve training om zich heel bewust te zijn van alles wat er om hem heen gebeurt. Zo gaan wij ook in de natuur rondkijken. We gaan op zoek naar een oneindig aantal combinaties van kleuren, geuren, vormen en geluiden in de natuur. U kunt de opdrachten vrij gebruiken. Als opvulling, aanvulling of verdieping. Of als leuk tussendoortje. Op de DOE-kaarten staan ook tips voor het gebruik. De DOE-kaarten kunnen gebruikt worden in kleine groepjes of klassikaal. Er zijn hele actieve en meer educatieve kaarten en er zijn ook knutselkaarten. Daarnaast zullen de verschillende zintuigen aan bod komen. Op de DOE-kaarten staat welk materiaal nodig is. Het is mogelijk om tijdens een les meerdere kaarten uit te voeren. U kunt van te voren bijvoorbeeld enkele selecteren of de kinderen at random laten kiezen. Bekijk van te voren wel goed uit welke je de kinderen laat kiezen. Soms zijn er wat materialen nodig en sommige activiteiten duren langer dan anderen. Er zijn ook DOE-kaarten met spelen beschreven. Deze kunnen met de hele groep tussendoor, als begin of aan het einde uitgevoerd worden. Pas een rouleersysteem toe als u de vier verschillende zintuigen aan bod wilt laten komen Verdeel de groep in vier gelijke groepjes. Geef ze allemaal een opdracht met één zintuig. Na 10 minuten wordt er gewisseld. Eventueel kunt u de groene speelplek ook in vier gelijke stukken (vakken) verdelen en alle groepjes dezelfde opdracht geven, die ze in hun stukje van de speelplek uitvoeren. Na 10 minuten wordt de volgende opdracht gegeven en wisselen de groepjes van speelplek. Creëer in het midden van het speelveld een centraal punt waar bijvoorbeeld een dienblad ligt om het materiaal dat de kinderen gevonden hebben te verzamelen.
Colofon De DOE-kaarten: ‘Rotterdam is groener, beleef het mee!’ is een uitgave van de gemeente Rotterdam, Dienst Sport en Recreatie, team Natuur en Milieu. Tekst en ideeën zijn voor een gedeelte overgenomen uit het boekje ‘Samoerai, de Japanse natuurontdekker’, een uitgave van Scouting Nederland. © Copyright gemeente Rotterdam, mei 2008
Het verhaal van Minamoto, die droomt van de Samoerai
DOE-KAART
01
Een Samoerai is een krijger uit het verre oosten (Japan), die leeft volgens een code. Belangrijk voor een Samoerai is onder andere: Rechtvaardigheid, Moed, Respect en Eer. Een Samoerai verdedigt zijn land, cultuur en tradities en is niet bang voor de dood. Hij kan heel goed vechten met een zwaard, maar kan zichzelf ook verdedigen zonder zwaard. Je wordt niet zomaar een Samoerai. Hiervoor moet je een hele zware training volgen. Een onderdeel van de training is leren om altijd alert te zijn. Om een Samoerai te kunnen zijn leer je niet alleen het vechten, maar ook hoe je goed om je heen kan kijken, zodat je weet wat er allemaal om je heen gebeurt. Dit kun je oefenen door altijd kalm te blijven en goed te leren kijken …, te voelen …, te ruiken … en te luisteren! Een goede Samoerai gebruikt altijd al zijn zintuigen. De Samoeraikrijger uit het verre Oosten was een soort adellijke krijger, die zijn land verdedigde, maar ook de cultuur en tradities. Hier in Rotterdam kunnen we ook wel Samoerais gebruiken. Er wonen veel verschillende mensen uit verschillende culturen. Rotterdam is een stad om trots op te zijn. Voor een stad is Rotterdam best groen. Groen is leuk om in te spelen, maar ook belangrijk voor onze gezondheid. Groen zorgt voor leven en voor verhalen. Bijvoorbeeld het verhaal van Minamoto. Minamoto is een Japans meisje van 8 jaar. Over twee weken viert zij haar negende verjaardag. Voor haar verjaardag wil zij graag een ‘katana’, een Japans zwaard wat gebruikt wordt door Samoerai’s. Maar dit is natuurlijk veel te duur en niets voor een meisje, vinden haar ouders. Bovendien is het hopeloos ouderwets. Minamoto droomt hier elke nacht van. Met haar katana is zij onoverwinnelijk. Dan kan zij de strijd aangaan tegen al het kwaad in de wereld. Als eerste zal ze zorgen dat het parkje in haar stad niet verdwijnt. Een bouwbedrijf wil graag een ultramoderne flat bouwen. Met hele luxe appartementen. Als locatie hebben ze gekozen voor een verwilderd parkje dicht bij haar huis. Op zich is het niet zo’n bijzonder parkje. Zelfs een beetje verwaarloost. Maar alle kinderen in de buurt komen daar altijd om elkaar te ontmoeten, te spelen en om in het geheim te trainen voor Samoerai. Minamoto is al heel vaak in het parkje geweest. Elke keer ontdekt ze weer wat nieuws. Er is zo veel te zien, te horen, te ruiken en te voelen. Misschien moet ze dit allemaal eens wat beter gaan onderzoeken, opschrijven en verzamelen. Dan kan ze via haar ouders aan de gemeente vertellen dat het parkje echt heel bijzonder is en niet zomaar mag verdwijnen.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoering: klassikaal Vertel het verhaal over Minamoto aan de kinderen als introductie op de groene activiteiten. Vertel dat jullie de natuur gaan ontdekken. En dat de kinderen al hun activiteiten kunnen ‘samenvatten’ in een natuur-ontdekkaart. Zie DOE-kaart 6. Locatie: bij school
Groen beleven door
kijken en tekenen
DOE-KAART
02
Kies een groene speelplek (voorbereidende opdracht) Hebben jullie een speelplek bij jullie school waar jullie graag komen? Als oefening en voorbereiding op de groenexcursie gaan jullie met de klas een keer naar buiten. Ga naar jullie favoriete speelplek dicht bij de school. Het liefst een groene speelplek. Spreek met elkaar af om welk stukje het precies gaat en maak hiervan een plattegrond, een tekening alsof je het vanuit de lucht ziet. Op deze tekening zie je: • hoe lang en hoe breed jullie speelplek is (meet in stappen en noteer dit); • welke stukken van jullie speelplek groen zijn (al het groen telt mee, ook de plantjes tussen de tegels); • een pijl die de richting van de plek naar jullie school aangeeft; • hoe ver jullie school van deze plek verwijderd is. Meet dit in stappen en noteer het naast de pijl; • tenminste tien verschillende opmerkelijke details op jullie speelplek (bijvoorbeeld bomen, een bankje of een vuilnisbak); • een beschrijving (kleur, vorm, grootte, geur, etc) van deze details. Zorg ervoor dat jullie de taken binnen jullie groepje verdelen. Onthoud je plek goed, want hier gaan jullie nog veel meer leuke opdrachten doen.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Voor de eerste opdracht gaan de kinderen hun favoriete speelplek uitzoeken. Stimuleer de kinderen om een leuke groene plek dicht bij school te kiezen. Eentje waar jullie vaker naar toe kunnen en een plek waar de kinderen buiten schooltijd ook mogen komen. Een beetje variatie is handig voor de andere opdrachten. Tips: • De kinderen kunnen samen bepalen wat de lengte en breedte van de plek is en waar de school ten opzichte van de plek staat (richting pijl). Als jullie terug lopen laat je ze allemaal de stappen tellen. Het gemiddelde schrijven ze op de tekening. • Laat de kinderen allemaal of per groepje een detail kiezen en dit beschrijven of tekenen. Deze tekeningen kunnen aan het einde mee naar binnen genomen worden. Moedig de kinderen aan om goed te kijken. • De kleine tekeningen kunnen op een grote tekening van de speelplek geplakt worden. Materiaal: voldoende papier en potloden Locatie: bij school
Groen beleven door
kijken en luisteren naar anderen
DOE-KAART
03
Groen beleven in verhalen • Ga naar buiten en kies een opmerkelijke oude boom. • Bedenk wat deze boom allemaal beleefd zou hebben. Welke verhalen zou de boom jou vertellen als het kon praten? Wat zou deze boom allemaal gezien en beleefd hebben in de stad? Zou de boom de oorlog hebben meegemaakt? Of zou de boom misschien de eerste kus van een opa en oma in de straat hebben gezien? • Vraag mensen die je (vaak) ziet bij jullie boom naar hun bijzondere momenten op deze plek. • Maak van dit verhaal een mooie tekening of gedicht.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes • Probeer de fantasie van de kinderen te prikkelen door alvast wat verhalen te vertellen over de historie van dit stukje stad. • Laat de kinderen zelf een mooi verhaal bedenken als er weinig bekend is over de historie. • Bedenk voor alle zekerheid zelf een verhaal. Bijna alle verhalen uit een boek zijn hiervoor geschikt. Denk bijvoorbeeld ook aan Anne Frank en haar boom. • In plaats van een tekening of gedicht kunnen de kinderen de verhalen ook aan elkaar laten vertellen. Tip: Als jullie naar buiten gaan, kunnen jullie samen lopen in een slingergang, waarbij de kinderen allemaal elkaars handen vasthouden. Zo ontstaat er een lange ketting met de leerkracht voorop. Loop niet alleen over de paden, maar ook dwars door alles heen. Dan kun je de natuur alvast een beetje voelen. Materiaal: Eventueel pen en papier. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
kijken
DOE-KAART
04
Bomen Zoek … 1 … de hoogste boom. Hoeveel kinderen passen er op elkaar naast die boom? 2 … een boom die even groot is als jij. 3 … de dikste boom. Hoeveel handen zijn nodig om de stam te omvatten? 4 … een boom met sporen van dieren. Welke sporen zie je? Denk aan holletjes, nesten, knaagsporen, haren, veren en poep. 5 … een dode boom. Ligt of staat hij? Waarom is hij dood gegaan? 6 … de leukste boom. Waarom is deze leuk? 7 … een boom met een brede kroon. Hoeveel voetstappen kun je op de grond maken als je langs de buitenste randen van de kroon loopt? 8 … een boom, sluit je ogen en voel aan de stam. Wat voel je?
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes of klassikaal Ga ergens naar toe waar voldoende bomen zijn. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
zien, ruiken, voelen en luisteren (knutselen)
DOE-KAART
05
Natuur-ontdekkaart Maak een natuur-ontdekkaart. Zet de onderstaande teksten erop. Vul de antwoorden in als je een activiteit hebt gedaan. Wil jij de natuur beleven? Vergeet dan niet om te zoeken naar: Kleuren (DOE-kaart 6 en 7) Pak de kleurenkaart en verzamel zoveel mogelijk verschillende kleuren. Plak de mooiste kleur hieronder. Je kunt ook bijvoorbeeld een bloemetje over het papier wrijven. Geuren (DOE-kaart 8) ‘Kras en snuif’ en ga op zoek naar zoveel mogelijk geuren. Wat is de lekkerste geur? Probeer iets van die geur op te schrijven: Hoe voelt het groen? (DOE-kaart 9) Er zijn heel veel aanrakingen. Denk maar aan slijmerig en droog, prikkelig en donzig, scherp en stomp, zacht en hard, sponzig en stevig, glad en ruw, nat en droog, rond en hoekig. Plak hier een voorwerp dat heel bijzonder aanvoelt: Geluiden (DOE-kaart 10) Ga stil op een plekje zitten, doe je ogen dicht en luister goed wat je hoort. Wat vind jij het mooiste geluid? Probeer iets van dat geluid op te schrijven:
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: individueel Om de kinderen een blijvende herinnering mee te geven aan deze bijzondere buitenlessen kunnen ze in de klas een natuur-ontdekkaart maken. Dit is een kaart die Minamoto ook voor de gemeente wil invullen. Wanneer deze kaart gemaakt is voordat de buitenlessen plaats vinden, kunnen de kinderen deze buiten gebruiken. Om de natuur-ontdekkaart helemaal in te vullen, moeten de kinderen DOE-kaart 7 t/m 11 doen. Hiervoor kunt u het rouleersysteem toepassen. Zorg voor een mooi voorbeeld van een natuur-ontdekkaart. Materialen: • Stevig papier • Pen en kleurpotloden • Lijm • Strookjes met de bovenstaande teksten Locatie: bij school
Groen beleven door
kijken
DOE-KAART
06
Kleuren In de natuur zijn heel veel kleuren, veel meer dan je zo op het eerste gezicht ziet. Jullie gaan die kleuren te voorschijn toveren. Loop met je groepje naar een kant van de speelplek en ga natuurvoorwerpen verzamelen met allemaal verschillende kleuren. Probeer zoveel mogelijk verschillende kleuren te vinden. Daarvoor mag je best een blaadje plukken, maar je moet natuurlijk niets onnodig stuk maken. Verzamel al je vondsten. Na 10 minuten ga je terug naar het centrale punt.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Deel voor deze activiteit de groep in vier subgroepen. Elk groepje gaat in een hoek van de speelplek aan de slag. Het is leuk als de kinderen alle voorwerpen mee kunnen nemen naar school om het daar nog een keer uit te stallen. Om de kinderen te stimuleren zoveel mogelijk kleuren te verzamelen, kunnen de kinderen van te voren een kleurenkaart maken. Zie hiervoor de DOE-kaart 8 ‘Kleurenkaart’. Met de vier groepjes kunt u ook andere DOE-kaarten uitvoeren, bijvoorbeeld in een andere hoek van de speelplek. Materialen: voor elk groepje een dienblad of een tas om de vondsten in te verzamelen. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
knutselen
DOE-KAART
07
Kleurenkaart De kleurenkaart is een hulpmiddel om zoveel mogelijk kleuren in de natuur te zoeken. Een kleurenkaart kun je op verschillende manieren maken. • Knip een smalle strook papier en maak daar met stift, kleurpotlood of verf allerlei verschillende kleuren op. • Vraag om kleurenstroken van verfmerken bij een doe-het-zelfzaak. • Maak een schilderspalet. Schilder er allerlei kleuren op.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: individueel of in koppels Om de kinderen te stimuleren zoveel mogelijk kleuren te verzamelen kan er van te voren een kleurenkaart gemaakt worden. Deze kunnen ze zelf maken. Ter voorbereiding kun je bij een doe-het-zelfzaak kleurstroken van verf ophalen. Een bijzondere kleurenkaart is een ‘oude’ schilderspalet. Dat kan van hout gemaakt worden, maar ook van papier of karton. Materialen: • stevig papier, karton of hout • kleurpotloden, viltstiften of verf • eventueel kleurstroken uit een doe-het-zelfzaak en lijm. Locatie: bij school
Groen beleven door
ruiken
DOE-KAART
08
Geuren Wisten jullie dat er in de natuur heel veel geuren zijn? Sommige van die geuren zijn heel gemakkelijk te vinden. Die kun je namelijk al van grote afstand ruiken. Maar de meeste geuren zijn verstopt. Die zitten net onder de oppervlakte van de plant of het zand of wat dan ook. Ze wachten op het moment dat ze naar buiten mogen komen. Deze geuren gaan jullie opzoeken. We gebruiken daarvoor een speciale manier: ‘Kras en snuif’. Je krast heel even over een voorwerp zodat de geur kan vrijkomen. En dan moet je natuurlijk snel snuiven, snel ruiken, anders is de geur al weer weg.” Loop rond en probeer zoveel mogelijk geuren te vangen. Onthoud de geuren die je het lekkerste vindt. Na vijf minuten zoek je een maatje op en ga je naar de lekkerste geuren om die aan elkaar te laten ruiken. Na tien minuten komen jullie allemaal weer terug op het centrale punt
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Het is makkelijk om de groep in vieren te delen. Elk groepje gaat in een hoek van de speelplek zoeken. Met deze groepjes kunt u ook andere DOE-kaarten uitvoeren, bijvoorbeeld in een andere hoek van de speelplek. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
voelen
DOE-KAART
09
Hoe voelt het groen? Alles in de natuur wat je aanraakt voelt anders. Een stukje schors voelt bijvoorbeeld ruw aan en een naaktslak slijmerig. Een steen is een harde aanraking. Zoek voorwerpen die aanvoelen als: • Slijmerig of Droog • Glad of Ruw • Zacht of Hard • Prikkelig of Donzig • Nat of Droog • Sponzig of Stevig • Rond of Hoekig Wist je trouwens dat je op heel veel manieren aanrakingen kunt ontdekken? Niet alleen door te voelen met je handen. Je voelt namelijk met je huid. En die zit overal. Dus je kunt ook voelen met je vingertoppen, je wang, je neus, de binnenkant van je pols. Je zult merken dat je de aanrakingen nog veel beter voelt, als je je ogen dichtdoet.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Het is makkelijk om de groep in vieren te delen. Elk groepje gaat in een hoek van de speelplek zoeken. Met deze groepjes kunt u ook andere DOE-kaarten uitvoeren, bijvoorbeeld in een andere hoek van de speelplek. Als de kinderen moeilijk kunnen kiezen uit de aanrakingen, geef ze dan een setje. Het is leuk als alle setje in een groep gezocht worden. Schrijf de woorden eventueel op kaartjes zodat kinderen het kunnen nalezen. Tips: • Om de opdracht nog iets spannender te maken, kunt u de kinderen naar het zachtste voorwerp laten zoeken, of voorwerpen op volgorde van zacht naar hard laten leggen. • Als de kinderen snel klaar zijn, kunnen ze een maatje zoeken om hun voorwerpen aan te laten voelen. Dit maatje moet dan wel zijn ogen dicht doen. Wat voelt hij/zij? Materiaal: eventueel kaartjes met de aanrakingen Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
luisteren
DOE-KAART
10
Geluiden Jullie weten vast en zeker dat er in de natuur heel veel geluiden zijn. Maar het rare is, dat wij mensen meestal het grootste deel van die geluiden niet echt horen. Dat komt omdat we altijd zo druk zijn met andere dingen: fietsen, spelen, kletsen. Tijdens deze opdracht gaan jullie luisteren naar het concert van de natuur. Loop zonder te praten naar een plekje waar je lekker kan zitten. Ga niet met z’n allen bij elkaar zitten. Zoek juist een plek waar je de anderen niet zo gemakkelijk kunt horen en zien. Doe je ogen dicht. Of nog beter, doe een blinddoek voor. Luister goed. Probeer de mooiste of de opvallendste geluiden te onthouden.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Het is makkelijk om de groep in vieren te delen. Elk groepje gaat in een hoek van de speelplek zitten. Met deze groepjes kunt u ook andere DOE-kaarten uitvoeren, bijvoorbeeld in een andere hoek van de speelplek. Zorg dat deze activiteit niet te lang duurt. Twee minuten, hooguit drie, is al heel erg lang als je geblinddoekt bent. Wanneer de kinderen geen blinddoek om hebben, kan het misschien wat langer duren. Probeer de kinderen ervan te overtuigen dat ze echt hun ogen dicht doen. Je merkt vanzelf wanneer het te lang gaat duren. Eigenlijk moet je net voor dat punt stoppen. Materialen: eventueel voor elk kind een blinddoek, bijvoorbeeld een theedoek, die als blinddoek kan dienen. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
luisteren
DOE-KAART
11
Natuurmuziek Als je stil bent hoor je buiten allerlei ‘natuurlijke’ geluiden. Door de harde wind hoor je dit vaak beter. Bijvoorbeeld het geruis van de bladeren. We gaan nu zelf natuurgeluiden maken. Of eigenlijk natuurmuziek. Zoek allerlei dingetjes in de natuur waar je geluid mee kunt maken. Allemaal iets anders. Bedenk een makkelijk liedje en probeer dit met z’n allen te spelen.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes of klassikaal De kinderen gaan natuurmuziek maken met behulp van gevonden materialen. Eventueel kun je iets voordoen, zoals blazen op een grassprietje, een eikeldopje of een schelp. Stimuleer ze om daarin variatie te zoeken: tikken, raspen, schudden, fluiten. Vraag de kinderen naar een liedje dat ze allemaal kennen. Geef ze even de tijd om muziekinstrumenten te zoeken. Dan gaan ze samen het lied ten gehore brengen. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
zien, ruiken, voelen en luisteren
DOE-KAART
12
Beleefpad Jullie krijgen per groepje een lang touw of lint, vlaggetjes, wasknijpers en draadjes. Per groepje gaan jullie op de speelplek op zoek naar een plekje waar heel veel mooie dingen te vinden zijn. Zorg ervoor dat je niet te dicht bij de andere groepen bent. Rol daar, op goed geluk, het touw uit. Je mag het op de grond leggen, een stukje in een struik hangen of langs een boomstam laten gaan. De leerkracht kan jullie hierbij helpen. Als het touw goed hangt of ligt, loop en kruip je er langs en markeer je alle mooie, bijzondere dingen. Bij een kleurig blaadje op de grond steek je bijvoorbeeld een vlaggetje. Op een plek waar je de wind goed kunt horen, kun je een wasknijper aan het touw hangen. Waar het licht mooi door de bomen valt, knoop je bijvoorbeeld een gekleurd draadje aan het touw. Kortom, jullie gaan langs het touw op zoek naar kleuren, geuren, geluiden en aanrakingen. Om niet te vergeten waar je de natuurvondsten hebt gevonden, hang je daar vlaggetjes, wasknijpers of draadjes. Als alle groepjes klaar zijn, kan de helft van de groepjes bij een ander groepje kijken. De kinderen die het beleefpad hebben gemaakt kunnen uitleg geven. Daarna mag het groepje wat net uitleg heeft gegeven bij een ander groepje kijken.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Op de beleefpaden worden de natuurvondsten aangegeven met de vlaggetjes, wasknijpers of gekleurde draadjes. Zorg ervoor dat elke groep er maximaal tien krijgt. Op deze manier kunnen ze hooguit tien punten markeren. Je stimuleert ze hiermee om juist de opvallendste punten te markeren. Ook voorkom je dat het ene beleefpad heel lang duurt en je met het andere zo klaar bent. Afhankelijk van de beschikbare tijd kan er meer of minder gewisseld worden. Als alle helften van de groepjes alle paden willen beleven, moet er zes keer gewisseld worden. Materialen: • Per groepje een lang touw of lint van 20 à 30 meter. • Per groepje tien wasknijpers, gekleurde draadjes of kleine vlaggetjes. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
bewegen en in te leven
DOE-KAART
13
Kleine beestjes Kijk eens om je heen. Zie jij hier kleine beestjes? Zo ja welke dan? Welke beestjes verwacht je dat hier zouden kunnen leven? Hoe zouden deze beestjes de wereld om zich heen zien, ruiken, voelen en horen? En hoe zouden ze zich bewegen? Doe het eens voor!
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes of klassikaal Enkele leuke voorbeelden: • springen als een kikker; • kruipen als een slak; • snel heen en weer rennen als een mier. Vraag ook elke keer naar wat de beestjes zouden zien, ruiken, voelen en horen? • Als het kan kunt u de kinderen laten liggen en vragen wat ze nu zien. • Zouden deze beestjes goed kunnen ruiken? • Hoe zouden ze kunnen voelen? Beweeg de handen als voelsprieten. • En wat zouden ze kunnen horen? Materialen: zoekkaart kleine beestjes. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
voelen en spelen
DOE-KAART
14
Voeldoos Verzamel met je groepje tien verschillende voorwerpen en stop deze in jullie doos. Zorg dat de andere kinderen de voorwerpen niet gezien hebben. Als alle groepjes klaar zijn, kan de voeldoos aan een ander groepje gegeven worden. De kinderen van het andere groepje voelen de voorwerpen met de ogen dicht. Kunnen ze raden wat er allemaal in zit?
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Laat de groepjes maximaal tien verschillende voorwerpen in een doos stoppen. Laat de kinderen om de beurt met een hand in de doos voelen. Mogelijke vragen of opdrachten hierbij zijn: • Laat de kinderen onthouden wat ze voelen, zonder dat ze dat hardop zeggen. • Zorg dat ze minstens vijf verschillende voorwerpen hebben gevoeld. Laat ze daarna opschrijven wat ze hebben gevoeld. Denk aan pen en papier. • Laat ze vertellen wat ze voelen, zonder de naam van het voorwerp te zeggen. Laat het volgende kind op zoek gaan naar hetzelfde voorwerp in de doos. • Laat ze proberen twee dezelfde voorwerpen te vinden. Dan moeten er dus ook twee dezelfde voorwerpen in de doos aanwezig zijn. • Laat ze voorwerpen met een speciaal kenmerk zoeken, bijvoorbeeld iets hards, iets zachts of iets stekeligs. Materialen: • Pen en papier. • Per groepje een stevige doos. De dozen moeten het liefst aan alle zijden te sluiten zijn. Lukt dat niet, zorg dan voor doeken om de voorwerpen af te dekken. De dozen moeten niet te groot zijn, niet langer of breder dan een halve kinderarm. Maak aan een kant van de doos een gat dat groot genoeg is om een hand in te steken. Zorg dat de hand de hele binnenkant van de doos kan voelen. Aan het gat waardoor de kinderen hun hand naar binnen steken, kunt u een stuk van een mouw met een lengte van 20 cm bevestigen. Ook kunt u een stukje stof voor de opening maken. Zo kunnen de kinderen niet in de doos kunnen kijken. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
voelen en spelen
DOE-KAART
15
Zoek en vergelijk Zoek allemaal een voorwerp. Niet laten zien! Ga in een kringetje staan. Geef de voorwerpen naar rechts door, tot je je eigen voorwerp weer krijgt. Wat is er allemaal langs gekomen?
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes of klassikaal Deze activiteit is leuk om een buitenles mee te beginnen of te eindigen. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
kijken en spelen
DOE-KAART
16
Zoek en vergelijk Iedereen zoekt een voorwerp. Aan niemand laten zien! Ga in een kring staan en geef je vondst aan je rechterbuurman of -buurvrouw. Nu is het de bedoeling dat iedereen tegelijk zo snel mogelijk een tweede voorwerp vindt dat hetzelfde is. Je zult zien dat het best moeilijk is om een identiek voorwerp te vinden. Een blaadje van de ene boom is echt anders dan van een andere boom. En de ene steen is echt de andere niet.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes of klassikaal Deze activiteit is leuk om een buitenles mee te beginnen of te eindigen. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
spelen
DOE-KAART
17
Levend kwartet Verdeel de groep in vier subgroepen. Elke subgroep gaat naar een hoek van het terrein. In die hoek maken jullie met touw o.i.d. een cirkel met een diameter van 3 m. Elke subgroep krijgt vier verschillende natuurproducten, bijvoorbeeld een kastanje, een blad, een tak en een steen. Het doel is om bij andere subgroepen spullen weg te halen, zodat de eigen subgroep uiteindelijk vier dezelfde dingen in de cirkel heeft liggen. Net zoals kwartet. Elke subgroep wijst aanvallers en verdedigers aan. De aanvallers gaan spullen halen bij een ander groepje. Wanneer de aanvallers getikt worden door verdedigers uit andere groepjes, moeten ze terug naar hun eigen cirkel voordat ze opnieuw mogen aanvallen. In de cirkel waar ze een voorwerp weghalen, mogen ze niet meer getikt worden. Op de terugweg naar hun eigen cirkel ook niet. Als ze binnen de cirkel zijn mogen ze één voorwerp pakken. Dit nemen ze mee naar hun eigen cirkel en leggen het daar op de grond. Het mag dan gewoon weer door anderen weggepakt worden. De bedoeling is om van de voorwerpen een kwartet te vormen.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: in groepjes Een slim groepje kan bedenken dat het makkelijker is om in plaats van de voorwerpen weg te kapen ze ergens van de grond te rapen. Bedenk hoe u hier als leerkracht mee om gaat. U kunt ze diskwalificeren of juist belonen. Het is toch slim bedacht!. Zorg dat het spel leuk blijft. In plaats van dingen uit de natuur kunt u dit kwartet ook doen met dingen die niet in de natuur thuis horen maar die je wel vaak aantreft. Bijvoorbeeld een vertrapt blikje, een snoeppapiertje, een uitgekauwde kauwgum, een peuk of een hondendrol. Bij sommige voorwerpen is het aan te raden deze te vervangen door een nagemaakte variant. Materialen: • Voorwerpen die niet in de natuur thuishoren (eventueel nagemaakt). Van ieder voorwerp vier. • Per groepje een touw. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
spelen
DOE-KAART
18
Bonsaiboompje verwisselen Alle kinderen zoeken een boom uit, behalve één. Iedereen houdt die boom met ten minste één hand vast. Het kind dat geen boom heeft, probeert er één te veroveren wanneer de anderen van de ene naar de andere boom lopen. Hij mag dus bij een onbeheerde boom gaan staan. Wie dan geen boom heeft, probeert hetzelfde te doen. Iedereen moet wel regelmatig van boom wisselen. Spreek je af dat iedereen maar tien tellen bij dezelfde boom mogen staan. Er mag maar één kind tegelijk bij een boom staan. De leraar roept af en toe ‘Bonsai’. Wanneer dat gebeurt, moet iedereen direct de boom die ze op dat moment vast hebben, loslaten en een andere boom opzoeken.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: klassikaal Voor dit spel is een terreintje met voldoende bomen nodig. Wanneer die niet aanwezig zijn, kun je in plaats van bomen ook lantaarnpalen of iets dergelijks gebruiken. Op een grasveld zonder bomen kun je de kinderen iets laten zoeken en dit op de grond leggen. Zo kun je bomen ‘maken’. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
spelen
DOE-KAART
19
Bos en weiland Verdeel de speelplek in tweeën. Noem de ene kant het bos, de andere kant het weiland. De leerkracht roept afwisselend verschillende commando’s: ‘Bos’, ‘Weiland’, ‘Horen’ of ‘Voelen’. Jullie moeten deze commando’s zo snel mogelijk uitvoeren. Roept de leerkracht ‘Bos’ of ‘Weiland’, ren daar dan zo snel mogelijk naar toe. Bij ‘Horen’ doe je je vingers in je oren, bij ‘Voelen’ steek je je handen in de lucht. Wie een commando het laatste doet, is af. Je kunt het spel moeilijker maken door nog een derde en vierde ‘kant’ toe te voegen, bijvoorbeeld ‘Heide’ of ‘Moeras’. Ook kun je extra commando’s afspreken. Bij ‘Ruiken’ moet je je neus dichtknijpen, bij ’Zien’ je handen als een verrekijker voor je ogen houden.
Toelichting voor de leerkracht Uitvoeren: klassikaal Voor dit spel is een terreintje nodig waar de kinderen vrij kunnen rennen van de ene kant naar de andere kant. Let op de veiligheid, kies niet voor drukke straten. Locatie: tijdens excursie en bij school
Groen beleven door
struinen
DOE-KAART
20
De Groenexcursie Welkom in op deze speciale plek! Je hebt misschien al het een en ander gehoord over de natuur in dit gebied. Dat ga je nu zelf ontdekken en beleven. In deze wilde natuur kun je lekker rondzwerven. Je hoeft niet over aangelegde paden, neem maar eens een paadje dat de dieren hebben gemaakt! Er valt van alles te beleven. Juist omdat dit een wild natuurgebied is en je niet keurig op een wandelpad loopt, moet je wel extra goed opletten. Doe voorzichtig aan de waterkant, zorg dat je niet uitglijdt of struikelt en houd de Schotse Hooglanders goed in de gaten. Als ze zich onrustig gedragen, ga er dan nog verder vandaan. Iedere keer dat je hier bent zal weer anders zijn. De natuur is immers geen stilstaand plaatje, maar zit vol veranderingen. Je mag zo vaak terugkomen als je wilt. Afspraken • Je bent te gast in dit natuurgebied. Gedraag je als een goede gast: laat de dieren met rust en laat geen rommel achter. • Je kunt lang niet alle DOE kaarten doen. Dat is niet erg. Kies er een paar uit en neem hier de tijd voor. • Zorg dat je als groepje bij elkaar blijft en beleef alles samen. • Laat de Schotse Hooglanders met rust! Houd minimaal 25 meter afstand. • Leuke vondsten, zoals aangespoeld hout, veren en botjes mag je meenemen naar school. Veel plezier!
Ruigeplaatbos: interessante plekken
Groen beleven door
DOE-KAART
kijken en ruiken
21
De Grote Speurtocht Er leven in dit gebied veel dieren. De meeste dieren laten zich niet zo gemakkelijk zien. Als je goed oplet kun je toch merken dat ze hier leven. Misschien zie je wel waar ze gelopen, gepoept of gegeten hebben. Soms kun je de dieren zelfs nog ruiken! Ga op onderzoek uit en probeer zo veel mogelijk sporen te ontdekken. Voetsporen (pootafdrukken) • vogel • mens • Schotse Hooglander • hond • pootafdruk van ……………
Huisjes • een slakkenhuis • een muizenholletje • een spinnenweb • een vogelnest • een molshoop
Poep • een koeienvlaai • een hondendrol • vogelpoep • konijnenkeutels • een wormendrol
Andere sporen • een wissel (een paadje gemaakt door dieren) • haren • een vogelveer • een lege eierschaal • een bot of skelet • schuim van een spuugbeestje • een dierengeur • ..................................
Vraatsporen • gaatjes in een blad • een tunneltje in een blad • afgevreten gras • afgevreten boomschors • prooiresten (wat over is van een opgegeten dier)
Groen beleven door
beleven en in te leven
DOE-KAART
22
Schotse Hooglanders Ga op zoek naar de Schotse Hooglanders om ze goed te bekijken. Kom niet te dichtbij, gedraag je rustig en gebruik de verrekijker. Waar heb je de kudde gevonden? In het bos Langs het water Op een open plek .............................................. Waarom zijn ze nu juist hier, denk je? Het is hier lekker rustig Er is hier lekker eten Er is hier water om te drinken Er is hier water om af te koelen Er is hier veel schaduw Het is hier beschut tegen de wind Er waait hier een frisse wind Tussen de bomen voelen ze zich veilig Uit hoeveel dieren bestaat de kudde? Ik zie: …… runderen. Ik zie: …… stieren, …… koeien en …… kalfjes. Hebben alle Schotse Hooglanders horens? Ja, alle Schotse Hooglanders hebben horens. stieren koeien kalfjes hebben geen horens. Nee, de
Bekijk de kudde aandachtig, ongeveer 5 minuten. Wat doen de dieren allemaal? liggen staan lopen snuiven loeien grazen herkauwen water drinken plassen poepen staart zwiepen kop schudden naar jou kijken melk drinken aan elkaar snuffelen vechten Pootafdruk schotse Hooglander naar elkaar dreigen elkaar likken elkaar volgen iets anders, ......................................
Groen beleven door
beleven en in te leven
DOE-KAART
23
Eb en vloed 1 Het Eiland van Brienenoord ligt in de Nieuwe Maas. Het Ruigeplaatbos ligt langs de Oude Maas. Deze rivieren staan in open verbinding met de zee. Ook al is de zee een eind hiervandaan, je kunt er toch wat van merken! Bijvoorbeeld van de getijden: twee keer per dag is het hier hoogwater (vloed) en twee keer per dag is het hier laagwater (eb). Ga langs de waterkant staan. 2 In welke richting ligt de zee? links rechts 3 Rivieren voeren hun water af naar zee. Maar als het vloed wordt, stroomt het water een tijdje de andere kant op, het binnenland in. Zie je het water nu duidelijk stromen? ja nee Welke kant stroom het water op? naar zee naar het binnenland 4 Kijk eens goed rond. Zijn er nog meer dingen waaraan je duidelijk kunt zien dat het water hier niet altijd even hoog staat?
ARK natuurontwikkeling ARK ontwikkelt nieuwe landschappen waarin natuur de vrijheid krijgt. Vrijheid voor beken en rivieren om hun bedding te vormen. Vrijheid voor rondtrekkende kuddes paarden, runderen en edelherten, die een rijk landschap van graslanden en bossen in hun kielzog voeren. Maar ook vrijheid voor mensen om van die natuur te genieten! Ook in en om wereldstad Rotterdam is wilde natuur te vinden. De ontmoeting tussen de zee en de rivieren maakt de natuur in deze regio extra bijzonder. Zelfs midden in Rotterdam is de invloed van de getijden nog merkbaar! In de regio Rotterdam organiseert ARK o.a. natuurtochten voor de groepen 6 t/m 8 van basischolen op het Eiland van Brienenoord en op de Landtong Rozenburg. Ook verzorgen we trainingen voor PABO-studenten, BSO-medewerkers en welzijswerkers. Kinderen kunnen lekker uitrazen op natuurspeelplaats de Ruige Plaat in Hoogvliet. Kom ook eens een kijkje nemen in ons klimaatcafe De Zeetoren in Hoek van Holland! Kijk voor meer informatie op onze website: www.ark.eu. Gemeente Rotterdam Sport en Recreatie is de gemeentelijke organisatie voor sport, spel, vrije tijd, natuuren milieueducatie, wijkvoorzieningen en evenementen. Sport en Recreatie biedt Rotterdammers o.a. educatieve en recreatieve mogelijkheden om kennis te maken met de natuur. Met als doel hen bewuster met hun omgeving, het milieu en met elkaar om te laten gaan. De afdeling Natuur en Milieu beheert zeven kinderboerderijen die jaarlijks 850.000 bezoekers trekken. De 8 Centra voor Natuur en Milieu Educatie verzorgen 2.700 lessen aan 70.000 leerlingen en bereiken daarmee meer dan 85% van de Rotterdamse basisscholen. Natuur en Milieu runt 23 educatieve tuinen met daarop 6.000 schooltuinen. Verder zijn er nog twee bijzondere tuinen (een cultuurhistorische plantentuin en een botanische tuin) die samen 23.000 bezoekers trekken en twee schoolbuitenhuizen waar elk jaar 6.500 kinderen de tijd van hun leven beleven. Rotterdam is een groene stad. Toch wordt dit door veel Rotterdammers niet zo ervaren. Het gemeentebestuur heeft 2008 daarom uitgeroepen tot Groenjaar, om het groen een extra impuls te geven en onder de aandacht te brengen. Want Rotterdam is groener! Sport en Recreatie doet ook mee en organiseert veel leuke en leerzame activiteiten in het groenjaar. Wilt u meer informatie over onze activiteiten dan kunt u kijken op onze internetsite: www.rotterdam.nl