DOE-HET-ZELF HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE VAN UW ZONNESYSTEEM PLAT DAK

DOE-HET-ZELF

HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE VAN UW ZONNESYSTEEM

PLAT DAK

Versie: juli 2012

Introductie Deze handleiding begeleidt u stap voor stap bij de montage van het Home Solar Kit 3® zonne-energiesysteem. Voordat u aan de slag gaat om de panelen en de omvormer te installeren, is het belangrijk dat u zich goed voorbereidt.

Let op! De panelen wekken energie op. Dat betekent dat de kabels onder spanning staan. Inhoudsopgave 1. Veiligheid 2. Voorbereiding 3. Aan de slag 3.1 Bepaal waar u de zonnepanelen en de omvormer plaatst 3.2 Bereid de plaats van de zonnepanelen voor 3.3 Bereid de dakhaken voor 3.4 Koppel de solarrails 3.5 Plaats de dakhaken 3.6 Plaats de solarrails op de dakhaken 3.7 Maak een dakdoorvoer 3.8 Monteer de panelen 3.9 Sluit de bekabeling aan 4. Installeer de omvormer en de zonnestroommeter (opti oneel) 5. Controleer of het zonnesysteem werkt 6. Controleer of uw hoofdmeter geschikt is voor teruglevering 7. Onderhoud en service Het Home Solar Kit-pakket is zo samengesteld dat u meteen na installati e gebruik kunt maken van de door u opgewekte energie. Wellicht heeft u ervaring, toch adviseren wij u de installati ehandleiding stap voor stap te volgen. Mocht u vragen hebben ti jdens de installati e, of wilt u toch liever de installati e laten uitvoeren door een van onze ervaren monteurs? U kunt alti jd terecht op onze website of contact met ons opnemen ti jdens kantooruren via 0900-9330 of via [email protected].

Handleiding plat dak | 3

1. Veiligheid Zo werkt u veilig!

Werken op hoogte met een ladder: Als u een ladder gebruikt, houdt u zich dan aan de volgende richtlijnen: Met een ladder komt u op uw werkplek. Het is zeker niet de bedoeling vanaf uw ladder de werkzaamheden uit te voeren. Is dit wel nodig, gebruik dan een steiger of een hoogwerker. • Zorg dat de ladder 1 m. boven de werkplaats uitsteekt • Zet de ladder op een stevige ondergrond, zodat hij niet wiebelt of omvalt • Plaats de ladder nooit op een krat of tafel, maar altijd op de grond • Zet de brede kant van de ladder onder • Zorg dat de ladder onder een hoek van 75 graden t.o.v. de ondergrond staat. Plaats uw voeten tegen de onder kanten van de ladder en strek uw armen vooruit. U kunt nu de laddersport op schouderhoogte vastpakken. • Hijs de materialen omhoog, zodat u beide handen vrij heeft om de ladder vast te pakken. Altijd samen monteren: Monteer de panelen altijd met minimaal twee personen. Zeker op het dak: Wij adviseren u valbescherming te gebruiken, zoals een valbeschermingsharnas met borglijn. Slecht weer, wacht met monteren: Monteer dus niet bij sneeuw, ijsvorming, harde wind en/of regen. Pas op met boren: Onderzoek voordat u gaat boren of er geen leidingen lopen. Laat de panelen niet vallen: Als een paneel stuk gaat, omdat u dit heeft laten vallen, dan wordt dit niet gedekt door de garantie. De staat van uw dak: Is de bouwkundige staat van uw dak niet in orde? Breng de conditie eerst in goede staat door een erkende dakdekker. Onder spanning: Maak nooit contact met de metalen delen van stekkers / kabels. Als de zon schijnt, staat er namelijk spanning op de stekkers van de zonnepanelen. Asbest is niet best: Laat asbest op installatieplekken eerst professioneel verwijderen. Het is belangrijk dat u niet gaat boren in asbest. Kijk voor de installatievoorwaarden op www.oskomerahomesolar.nl


Als u werkt met elektrisch gereedschap

• Gebruikt u een verlengsnoer, rol de kabelhaspel helemaal uit. Een opgerold verlengsnoer kan zijn warmte niet kwijt en gaat op den duur smelten. Hierdoor ontstaan vonken en kan brand ontstaan. • Sluit nooit te veel elektrische apparaten aan op dezelfde groep. Als de stop springt, valt alles tegelijk uit. Bovendien kan dit leiden tot overbelasting en oververhitting. Sluit zware stroomtrekkers, zoals (vaat)wasmachine, droger en elektrische oven elk op een aparte groep aan. • Bent u klaar met een elektrisch apparaat, trek dan de stekker uit het stopcontact! U gaat een zonnesysteem aansluiten op het lichtnet in uw huis. Het is belangrijk dat u dit goed aanlegt en rekening houdt met onderstaande. Wij kunnen als leverancier niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade en problemen vanuit een systeem dat niet volgens de veiligheidsvoorschriften is aangelegd. Uw stroomvoorziening in huis is beveiligd door drie systemen • Elektrische zekering in de groepenkast • Aardedraad + geaarde stopcontacten • Aardlekschakelaar Hoe werkt de beveiliging? 1. Als er door kortsluiting opeens veel stroom aan het elektriciteitsnet gevraagd wordt, ontstaat er in de zekering te veel warmte. De zekering schakelt zichzelf uit en de stroomvoorziening stopt. 2. Er kan ook een isolatiefout in een schakeling zitten waardoor er stroom weglekt. Deze lekstroom kan dan relatief veilig weg door de aardedraad. 3. Niet alle stopcontacten zijn geaard. Als er lekstroom ontstaat bij een ongeaard stopcontact, kan deze niet weg. De omgeving kan dan onder spanning komen te staan. Hier biedt de aardlekschakelaar uitkomst. De aardlekschakelaar meet permanent of er evenveel stroom het huis ingaat als uitgaat. Is er sprake van een verschil, dan schakelt de schakelaar direct de stroomvoorziening uit. Gegevens Home Solar Kit 3 Netspanning: 230v 50 Hz, nominaal zonne-energie vermogen: 585 of 601 Wp. Maximale AC stroom: 2,25 Ampere (A).


2. Voorbereiding Dit gereedschap heeft u nodig

Rolsteiger of ladder

(Klop-) boormachine

Hout-en betonboor 14 en 22 mm

Weegschaal

Bezem

Werkhandschoenen

Krijtjes en schilderstape

(Stoep-) tegels (zie bijlage 1)

Valbeschermingsharnas

Borglijn

Siliconenkit

2x ringsleutel 13mm

Zonnepanelen

Omvormer

3x Lightboxes

Tie-wraps

9 m. rode en 9 m. zwarte DC-kabel

12 Moeren

12 Borgmoeren

12 bouten

Dit vindt u in uw Home Solar Kit


Let op! Houd rekening met schaduw van bomen en gebouwen rond uw huis. Liever schaduw in de morgen en avond dan schaduw overdag!

TIP! De omvormer maakt overdag als de energie wordt opgewekt een brommend geluid. Plaats de omvormer daar waar u er geen last van heeft .

3. Aan de slag 3.1.1 Bepaal waar en hoe u het zonnesysteem gaat plaatsen

De plaats van uw panelen bepaalt hoeveel stroom u opwekt. Daarom is het belangrijk dat u goed bekijkt waar u de panelen plaatst: • Kies een dakdeel waar de meeste zon op valt, het liefst de hele dag. Let er ook op dat het dak groot genoeg is om de zonnepanelen in de juiste richti ng te plaatsen. • Onderzoek of uw dak sterk genoeg is om de panelen inclusief de ballast te kunnen dragen. In bijlage I op pagina 19 zoekt u op hoeveel ballast u nodig heeft . Doe voor de zekerheid de daktest op de website waar u het doe-het-zelf-pakket heeft gekocht om er zeker van te zijn dat uw dak geschikt is en zodat u weet waar u de panelen het beste kunt installeren.

3.1.2 Bepaal de plaats van de panelen

Plaats de zonnepanelen op het dakdeel waar de meeste zon schijnt. U kunt uw panelen niet installeren in de richti ng noordoosten, noorden en noordwesten. Richti ng het westen en oosten is goed, zuidwesten en zuidoosten is beter. Op het zuiden is het meest ideaal. Houd rekening met schaduw van bomen, schoorstenen, dakkapellen en gebouwen. Helemaal geen schaduw is ideaal. Het benodigde dakoppervlak op een plat dak hangt af van de richti ng van de opstelling van uw zonnepanelen. Houd er verder rekening mee dat u, afh ankelijk van de hoogte van het dak, een bepaalde afstand tot de dakrand dient aan te houden. U zoekt dit op in bijlage I. De zonnepanelen worden liggend op het onderstel - de lightbox - geplaatst. Op de volgende pagina ziet u hoe u de panelen kunt plaatsen en hoeveel afstand u dient aan te houden. Elk zonnepaneel neemt op een plat dak 0,73 m bij 1,58 m in beslag.


4,74 m

Op een rij

0,73 m 0,71 m

0,71 m

Achter elkaar 1,50

Lightbox

1,50

1,58 m

3,73 m

Bij elkaar

2,23 m

Lightbox

1,50

0,71

3,16 m


Let op! Bepaal zelf voor het plaatsen van de panelen of uw dak sterk genoeg is om de benodigde ballast te kunnen dragen. Houd hierbij ook rekening met extra belasti ng door sneeuwval in de winter, ongeveer 70 kg/m2.

3.1.3. Bepaal de ballast Om te voorkomen dat de panelen op een platdak omvallen of verschuiven door de wind, plaatst u ballast in de lightboxes. Om de ballast voor uw panelen te berekenen, doorloopt u de volgende stappen: Houd bijlage I achterin de handleiding bij de hand: Stap 1 Controleer op de kaart in welk gebied u de panelen plaatst: windgebied I, II of III. Stap 2 Controleer in welke terreincategorie u valt: A, B of C. Stap 3 Bepaal hoe hoog uw dak is. Stap 4 Bekijk nu in de tabel bij het juiste windgebied hoeveel ballast u bij welk terreintype en dakhoogte nodig heeft . Als voor uw situati e de benodigde dakballast niet wordt aangegeven, dan heeft u meer dan 100 kg ballast per paneel nodig. Laat een professionele installateur of constructeur bepalen of uw dak sterk genoeg is om de panelen te plaatsen!

3.1.4. Bepaal waar u de omvormer gaat plaatsen Houd de plaats waar u de panelen wilt gaan plaatsen in gedachte of maak hiervan een schets. Dit is belangrijk omdat uw omvormer binnen 9 meter van uw panelen gemonteerd dient te worden, in verband met de lengte van de (rode en zwarte) DC-kabels. Zoek voor de omvormer een locati e binnen 9 meter van uw panelen, die voldoet aan de volgende eisen: 1. Een droge, stofvrije en goed geventi leerde ruimte 2. Een stevige wand voor de bevesti ging van de omvormer 3. Een stopcontact in de buurt (1,60 m.) 4. Houd 20 cm vrije ruimte rondom de omvormer (rechtop/verti kaal geplaatst)


3.1.5. Bepaal de plaats van de dakdoorvoer Een dakdoorvoer -het gat in het dak waardoor de kabels van de omvormer (in huis) naar de panelen (buiten) gaan- in een plat (betumen) dak zorgt in de regel voor problemen. Daarom adviseren wij u de dakdoorvoer in een aangrenzend schuindak of in de gevel te maken.


Uit uw Home Solar Kit 3 x lightbox

Apparatuur Bezem Meetlint Krijtjes

Tip! Houd de maten in de handleiding aan! Zet u de panelen dichter bij elkaar, dan wekt u minder stroom op

Let op! Onderzoek van te voren of uw dak het gewicht van het zonnepanelensysteem kan dragen.

3.2. Bereid de plaats van de zonnepanelen voor Stap 1 Geef de plaats aan waar de lightboxen komen te staan. Bijvoorbeeld door het grind in een lijn weg te halen. Gebruik schoolbordkrijt op een dak zonder grind. Houd rekening met de minimale onderlinge afstand. Houd rekening met de minimale afstand tot de dakrand (zie bijlage I).

Stap 2 Zorg voor een vlakke en schone ondergrond op de plaats waar u de panelen gaat plaatsen.

Stap 3 Markeer met krijt de plaats van de lightboxen. Houd rekening met de onderlinge afstand en de opstelling. Plaats de lightboxes op de gemarkeerde plekken.


Uit uw Home Solar Kit: 2 x solarrails (2 m 40 p. stuk)

Apparatuur Ringsleutel of dopratel 13 mm

Let op Plaats de solarrails evenwijdig en precies onder elkaar. Monteer de rails binnen het gemarkeerde gebied op het dak.

Tip Zorg ervoor dat de bouten van het koppelstuk van de solarrails naar het dak zijn gericht na montage.

3.3. Breng ballast aan in de lightboxes Stap 1 Zorg dat u de dakballast per lightbox bij de hand heeft . Heeft u de benodigde ballast nog niet berekend? U doet dit aan de hand van bijlage I van deze handleiding.

Stap 2 Reken uit hoeveel tegels u per lightbox nodig heeft . Leg een tegel op de weegschaal om te controleren hoeveel een tegel weegt. Deel het totale gewicht van de benodigde ballast door het gewicht van een tegel. U weet nu hoeveel tegels u nodig heeft . Let op: Komt u niet uit op een heel getal? Rond het aantal tegels alti jd naar boven af! Wij adviseren: Betontegel: 60 x 40 x 5 cm = 29 kg. Stap 3 Leg de benodigde hoeveelheid ballast in de lightbox.

1 tegel

2 tegels

3 tegels

4 tegels


Uit uw Home Solar Kit 3 x zonnepanelen 12 x bouten en moeren

Apparatuur Ringsleutel of ratelsleutel 13 mm

Tip! Voor de veiligheid kunt u de montagebouten op de grond in de panelen bevesti gen

Let op! Monteer de panelen met de juncti onboxen allemaal dezelfde kant op!

3.4. Installeer de zonnepanelen op de lightboxes Stap 1 Plaats 4 bouten in de montagegaten van het frame van het zonnepaneel en zet deze stevig vast met een gewone moer. Herhaal deze stap voor alle panelen.

Stap 2 Plaats het eerste zonnepaneel op de lightbox door de 4 voorgemonteerde bouten in de gaten van de lightbox te steken. Plaats de borgmoer op de bout en draai deze goed vast op de lightbox met de ringsleutel.

Stap 3 Herhaal dit voor alle panelen. Zorg ervoor dat de juncti onboxen – de boxjes achterop het paneel – dezelfde kant opwijzen. Dit vergemakkelijkt later het aansluiten van de kabels.


Uit uw Home Solar Kit Rode DC-kabel Zwarte DC-kabel Tie-wraps

Apparatuur Boormachine voor hout, of Klopboormachine voor steen Houtboor 14 mm of 22 mm, of Steenboor 14 mm of 22 mm

Tip! Plaats de dakdoorvoer (het gat in het dak voor de bekabeling) niet onder de zonnepanelen en bij voorkeur op een makkelijk te doorboren plaats in het dak

3.5. Maak een dak- of geveldoorvoer en bereid de kabels voor Let op • Sluit de kabel nog niet aan op de omvormer. • Trek de ti e-wraps niet te hard aan om de kabel niet te beschadigen. • Forceer de kabel niet, laat de kabel niet kinken of knikken.

Stap 1 U heeft eerder bepaald of u een geveldoorvoer of een dakdoorvoer in een schuin dak maakt. 1A. Dakdoorvoer in het nabij gelegen schuine dak Boor een gat van 22 mm of 2 gaten van 14 mm van binnen naar buiten in het dakbeschot waardoor de kabels van de omvormer (binnen) naar de panelen en lightboxen (buiten) kunnen. Gebruik hiervoor een speedboor van 14 mm of 22 mm. 1B. Geveldoorvoer Boor een gat van 22 mm in de gevel waardoor de kabels van de omvormer (binnen) naar de panelen en lightboxen (buiten) kunnen. Gebruik hiervoor een steenboor van 14 mm of 22 mm.

Stap 2 Breng de kabels van de omvormerlocati e via de dakdoorvoer naar de locati e van de lightboxes en de panelen. Houdt u kabel over? Berg deze op bij uw omvormer en niet op het dak. Knip de kabel nooit af! De stekkers kunnen alleen met speciaal gereedschap weer aan de kabel gezet worden.


Uit uw Home Solar Kit Rode DC-kabel Zwarte DC-kabel Tie-wraps

Let op • Wees er zeker van dat de kabels nog niet in de omvormer zijn geplaatst. • Zorg ervoor dat stekkers nooit op de grond liggen. Bind ze aan het paneel of plaats ze op een tegel. Dat voorkomt dat de stekkers ti jdens regen in een plas water liggen. • Druk en draai de stekkers van de kabels heel goed vast, zodat vocht en water buiten blijven.

3.6. Sluit de kabels aan Stap 1 Sluit de paneelzijde-stekker van de rode kabel uit de dakdoorvoer aan op de pluskabel (+) van het eerste paneel.

Stap 2 Sluit nu de minkabel (-) van het eerste paneel aan op de pluskabel (+) van het tweede paneel. Herhaal deze stap voor het tweede paneel en het laatste paneel.

Stap 3 Sluit nu de minkabel (-) van het laatste paneel aan op de zwarte kabel uit de dakdoorvoer.

Stap 4 Bind de kabels zoveel mogelijk bij elkaar met ti e-wraps. Kit de dakdoorvoer aan de binnen- en buitenkant van het dakbeschot goed dicht met siliconenkit.


4. Installeer de omvormer en de zonnestroommeter (optioneel) Aan het begin heeft u de plaats van de omvormer bepaald. Met behulp van de handleiding van de omvormer, sluit u deze aan. Als de omvormer hangt, sluit u eerst de DC-kabels van de panelen aan. Daarna kunt u de stekker van de omvormer in het stopcontact steken.

Let op! De DC-kabels staan onder spanning!

5. Controleer of het systeem werkt U kunt dit alleen controleren als de zon schijnt

Stap 1 Controleer of u uw omvormer heeft aangesloten op de rode en zwarte DC-kabels. Stap 2 Opti oneel: Als u ook een zonnestroommeter (Solar Eye Basic) heeft . • Steek de zonnestroommeter (de Solar Eye Basic) in het stopcontact. • Steek nu de stekker van de omvormer in de zonnestroommeter (Solar Eye Basic). Stap 3 Heeft u geen zonnestroommeter steek dan de stekker van de omvormer direct in het stopcontact. Stap 4 Bij genoeg zon, ziet u een rood lampje verschijnen. Na ongeveer 10 seconden wordt het rode lampje geel/oranje: Uw systeem werkt. Hoe sneller het lampje oplicht, hoe meer stroom u opwekt. De Solar Eye Basic laat zien hoeveel stroom uw panelen op dit moment opleveren (in Watt ) en hoeveel u de afgelopen periode heeft opgewekt (in kWh). Bij felle zon in de zomer en met een systeem gericht op het zuiden, wekt u ongeveer 500 Watt op.


6. Controleer of uw hoofdmeter geschikt is voor teruglevering Soms wekt u meer stroom op dan u verbruikt. In dat geval levert u de opgewekte stroom aan het elektriciteitsnet. Het is belangrijk dat dit gemeten kan worden, omdat u hiervoor wordt betaald.

Zo controleert u of uw hoofdmeter terugloopt: U kunt dit alleen controleren als de zon schijnt

Stap 1 Trek de stekker van uw omvormer uit het stopcontact Stap 2 Zet vervolgens alle elektrische apparatuur in huis uit (dus ook uw tv, cv-ketel, etc) Stap 3 Controleer nu of uw hoofdmeter stil staat (dit is alleen zo als alle apparatuur in uw huis uit staat) Stap 4 Stop de stekker van uw omvormer in het stopcontact en zorg dat alle stekkers van de omvormer naar de panelen goed zijn aangesloten Stap 5 Kijk op de hoofdmeter: afhankelijk van het type hoofdmeter moet u kunnen zien of uw hoofdmeter terugdraait of teruglevering registreert. Controleer na een tijd (dat kan wel een uur duren) of de cijfers op de teller ook teruglopen. Controleer op de lijst met verschillende meters (op de volgende pagina) voor een indicatie of uw hoofdmeter geschikt is en hoe u teruglevering op uw meter afleest.


Tip! Op www.oskomerahomesolar.nl/ metercheck vindt u de contactgegevens van uw netbeheerder.

Ferrarismeter Deze is in de meeste gevallen geschikt. Controleer of de cijfertjes teruglopen als de draaischijf de andere kant opdraait. Is dit niet het geval, dan kunt u contact opnemen met uw netbeheerder voor het laten vervangen van uw hoofdmeter. Sommige netbeheerders vragen hier een bedrag voor. Voor meer informati e over uw netbeheerder of de geschiktheid van uw meter, kijk op de website waar u uw DHZ-pakket heeft gekocht of kijk op www.oskomerahomesolar.nl Analoge meter zonder draaischijf Deze meter is niet geschikt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder om uw meter te laten vervangen.

Digitale meter met terugleverregistratie Deze meter is geschikt. Let op: Deze digitale meter heeft een aparte meterstand voor teruggeleverde energie. Breng uw netbeheerder op de hoogte van uw zonnepanelen, zodat zij ook de meterstanden van teruglevering meten en juist doorgeven aan de stroomleverancier.

Digitale meter zonder terugleverregistratie Deze meter is niet geschikt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder om uw meter te laten vervangen.

7. Onderhoud en service Uw zonnepanelen en omvormer hebben geen onderhoud nodig. Controleer 1 x per jaar of de panelen schoon zijn voor het beste rendement. Vuiligheid verwijdert u met een vochti ge zachte doek zonder schoonmaakmiddel.


Bijlage I: Ballast schema Stap 1: Bepaal in welk windgebied u de panelen gaat plaatsen Windgebied I Markermeer, IJsselmeer, Waddenzee, Waddeneilanden en Noord-Holland ten noorden van de gemeenten Heemskerk, Uitgeest, Wormerland, Purmerend en Edam-Volendam Postcodes die beginnen met: 11, 14 ten noorden van het Noordzeekanaal 15 t/m 19, 88, 91, 99 op de Waddeneilanden Windgebied II Het vaste land van Groningen en Friesland, Flevoland, Zuid Holland , Zeeland en Noord-Holland ten zuiden van de gemeenten Heemskerk, Uitgeest, Wormerland, Purmerend en Edam-Volendam Postcodes die beginnen met: 10, 11 en 14 ten zuiden van het Noordzeekanaal 12, 13, 20 t/m 33, 41 t/m 46, 38 Flevoland 82 t/m 90, 91 en 99 vasteland, 92, 93, 95 t/m 98 Windgebied III De rest van Nederland Postcodes die beginnen met: 34 t/m 37, 38 vasteland, 39, 40, 47 t/m 81, 94


Stap 2: Bepaal de terreincategorie A. Open gebied Zee en kustgebied. Binnenwateren en gebieden met zeer weinig bomen en obstakels, zoals (hoge) gebouwen.

B. Onbebouwd gebied Gebied met weinig bomen en gebouwen.

C. Bebouwd gebied Gebied met bomen, huizen en gebouwen. De bebouwing is gemiddeld 15 meter hoog.


Stap 3: Bepaal de nodige dakballast

Aan de hand van de hoogte van het windgebied, de hoogte van het dak en de terreincategorie bepaalt u de benodigde dakballast. U leest ook wat de minimale afstand moet zijn tussen paneel en dakrand.

Windgebied I Hoogte dak t.o.v. maaiveld

Terreincategorie A

B

C

Min. afstand dakrand tot zonnepaneel

6m

-

-

-

1,20 m

5m

-

-

-

1,00 m

4m

-

-

101 kg

0,80 m

3m

-

-

81 kg

0,60 m

2m

-

101 kg

54 kg

0,40 m

1m

-

58 kg

29 kg

0,20 m

0m

-

29 kg

29 kg

0,00 m

A

B

C

6m

-

-

106 kg

1,20 m

5m

-

-

94 kg

1,00 m

4m

-

-

80 kg

0,80 m

3m

-

103 kg

63 kg

0,60 m

2m

-

80 kg

41 kg

0,40 m

1m

-

44 kg

29 kg

0,20 m

0m

-

29 kg

29 kg

0,00 m

A

B

C

8m

-

-

97 kg

1,60 m

7m

-

-

90 kg

1,40 m

6m

-

115 kg

82 kg

1,20 m

5m

-

106 kg

72 kg

1,00 m

4m

-

94 kg

61 kg

0,80 m

3m

-

80 kg

47 kg

0,60 m

2m

-

61 kg

29 kg

0,40 m

1m

-

32 kg

29 kg

0,20 m

0m

-

29 kg

29 kg

0,00 m

Windgebied II Hoogte dak t.o.v. maaiveld

Terreincategorie Min. afstand dakrand tot zonnepaneel

Windgebied III Hoogte dak t.o.v. maaiveld

Terreincategorie Min. afstand dakrand tot zonnepaneel


Notities


DOE-HET-ZELF HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE VAN UW ZONNESYSTEEM PLAT DAK

Recommend Documents