Docentenbijlage Eureka!Cup 2012 – Bedenk met minideeltjes een mega-oplossing! Beste docent(e), Voor u ligt de docentenbijlage voor de Eureka!Cup 2012: “Bedenk met minideeltjes een megaoplossing!” Eerder heeft u al de informatiebrochure ontvangen met algemene informatie over de Eureka!Cup. In deze bijlage vindt u meer specifieke informatie en tips met betrekking tot de begeleiding, beoordeling en het werkproces van de opdrachten. In deze docentenbijlage is geen onderscheid gemaakt tussen vwo- en havoleerlingen. In het eerste hoofdstuk vindt u de contactinformatie voor de opdrachten. In hoofdstuk 2 staan tips voor goede bronnen en het gebruik hiervan. Hoofdstuk 3 is een stukje informatie over de verslaglegging en beoordeling van de opdrachten en in hoofdstuk 4 staan specifieke informatie en tips over elk van de opdrachten. Deze docentenbijlage is een aanvulling op de informatiebrochure en het leerlingenboekje, lees deze dus ook goed door! Ondanks veel denkwerk over de opdrachten kunnen er vragen ontstaan en bepaalde ideeën rijzen over zaken waar de organisatie niet bij stil heeft gestaan. Wij raden u dan ook aan om bij elke twijfel de criteria van de opdracht te controleren of de organisatie te contacteren. Wij raden u verder aan regelmatig de site www.eurekacup.nl en uw mailbox te controleren zodat u altijd op de hoogte bent van de laatste ontwikkelingen. De bedoeling van de Eureka!Cup is dat de leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig bezig zijn met het uitwerken van de opdracht. Wanneer er problemen ontstaan of de leerlingen komen er alleen niet uit, zult u uw leerlingen moeten ondersteunen. Wij wensen u en uw leerlingen veel succes en plezier bij het uitvoeren van de opdracht! Het Eureka!Cup projectteam
1. Algemeen Ondersteuning bij vragen U kunt het Eureka!Cup projectteam, bereiken via de internetpagina www.eurekacup.nl onder het tabblad “Contact” en via e-mail:
[email protected]. Bij vragen over een specifieke opdracht is het ook mogelijk rechtstreeks naar de desbetreffende student van het project te e-mailen. Voor de verschillende projecten zijn dit: Project
Naam
Welke nano’s filter jij? Gigamachines voor nanochips (leerjaar 1) Schieten met nanodruppels Meer halen uit je lasterstralen Gigamachines voor nanochips (leerjaar 3) Slimme medicijnen
Han Wopereis Pim Muilwijk
E-mailadres
[email protected] [email protected]
Marius van Voorden Marius van Voorden Pim Muilwijk
[email protected] [email protected] [email protected]
Han Wopereis
[email protected]
2. Bronnen De eerste belangrijke bron voor de opdrachten is de site van Eureka!Cup: www.eurekacup.nl. Op de website zijn onder andere de volgende zaken te vinden: • Een tabblad Leerlingen waar de leerlingen allerlei ideeën en ingangen voor hun opdracht kunnen vinden. • Een tabblad Docenten waar u in kunt loggen met een inlognaam en wachtwoord. U kunt hier in eerste instantie de informatiebrochure en de docentenbijlage vinden. Later zullen andere bestanden, zoals presentaties van open dagen en de docentendag, hier verschijnen. Ook zal de communicatie over de Eureka!Day verlopen via deze pagina. Algemene informatie over het project, de organisatie van de Eureka!Cup, de opdrachtgevers en de sponsoren. • Informatie over vorige edities van de Eureka!Cup, inclusief foto’s en video’s. Laat ook uw leerlingen de website www.eurekacup.nl gebruiken als startpunt van hun onderzoek. Op deze site vinden de leerlingen links naar bronnen die door ons zijn uitgezocht en betrouwbare en duidelijke informatie bevatten. Mochten de leerlingen toch zelf nog aanvullende informatie gaan zoeken, let dan op de volgende punten: Laat de leerlingen eerst goed bedenken wat ze willen zoeken. Laat ze bijvoorbeeld een aantal zoektermen opschrijven en controleer deze. Laat de leerlingen een goede zoekmachine of verzamelsite gebruiken zoals bijvoorbeeld Digischool, Kennisnet, Wikiwijs, Les20 of Collegenet.nl Let erop dat leerlingen betrouwbare informatie gebruiken. Informatie van forums, blogs en zelfs van Wikipedia is niet altijd betrouwbaar. Malmberg heeft een checklist voor betrouwbare sites opgesteld. Deze kan de leerlingen ook helpen. (Zie bijlage 1) Een tweede belangrijke bron voor het maken van de opdrachten zijn de schoolboeken. Inhoudelijke informatie over onderwerpen uit de opdrachten is bijvoorbeeld terug te vinden in biologie en natuurkunde boeken.
Ten slotte is de Online Leeromgeving (OLO) van Twente Academy een handig hulpmiddel bij het maken van de deelopdrachten. De OLO betreft een online elektronische leeromgeving dat de Universiteit Twente in 2001 met een aantal studenten heeft opgezet om de vwo-stof duidelijker te maken, maar vooral ook leuker. De lesstof wordt uitgelegd in modules aan de hand van animaties, experimenteerruimtes en andere hulpmiddelen.
3. Controle en beoordeling De jury op de Eureka!Day kijkt naar het eindproduct, afhankelijk van de opdracht betreft dit een ontwerp of een video. Verder wordt er gekeken naar het proces welke moet worden weergegeven in de vorm van een poster. Het is aan u om te bepalen of de leerlingen ook een verslag moeten maken van de opdracht, dit is niet verplicht. Echter is het wel belangrijk om de deelonderzoeken te controleren voordat de leerlingen verder werken aan de volgende opdracht. Wanneer het eerste deelonderzoek niet goed wordt uitgevoerd zal de leerling misschien het verkeerde pad voortzetten bij de andere deelonderzoeken en uiteindelijk het ontwerp. Mochten de leerlingen wel een verslag maken dan zijn bij de beoordeling van de verslagen de volgende punten goed om meet te wegen: Werken de groepjes zelfstandig? Werken de leerlingen goed samen? Zijn er creatieve oplossingen bedacht? Zijn er op een goede manier bronnen gezocht en zijn de bronnen op een goede manier gebruikt? Is het verslag kort maar duidelijk? Wordt in het verslag duidelijk dat de leerlingen het onderwerp begrijpen? Ziet het verslag er netjes uit? Hebben de leerlingen er iets van geleerd?
4. Opdrachten In dit hoofdstuk zullen alle opdrachten besproken worden. Sommige deelonderzoeken zullen extra toe- of uitgelicht worden. Ook zal er gekeken worden naar de belangrijkste en moeilijkste onderdelen van het ontwerp en het testparcours.
Welke nano’s filter jij? (Leerjaar 1) In opdracht van Philips gaan de leerlingen een oplossing ontwerpen voor een bepaalde doelgroep die veel last heeft van nanovervuiling. Nanovervuiling is luchtverontreiniging van deeltjes kleiner dan fijnstof. Omdat het bestaan van deze vervuiling pas recent is ontdekt, is er weinig bekend over de gevolgen van deze vervuiling voor de gezondheid. De verwachting is echter dat nanovervuiling schadelijker is dan fijnstof en dus moet er iets aan gedaan worden. Het is echter moeilijk om nanodeeltjes uit de lucht te filteren. De filters die deze vervuiling compleet filteren zijn duur en belemmeren de luchtstroom. Het goede nieuws is dat normale interieurfilters van auto’s de deeltjes ook filteren. Deze filters, ook wel HEPA filters genoemd, komen ook weleens voor in stofzuiger zakken. Ze kunnen luchtvervuiling tot een grootte van 0.3 micrometer met een efficiëntie van 99.97 % filteren, zonder de luchtstroom teveel te blokkeren. Deeltjes kleiner dan 0.3 micrometer worden uiteraard ook nog wel gefilterd, alleen neemt de efficiëntie hierbij geleidelijk af. De opdracht houdt in dat de leerlingen zo efficiënt mogelijk de blootstelling aan nanovervuiling moeten voorkomen. Deelonderzoeken In de deelonderzoeken verdiepen de leerlingen zich in nanovervuiling, filters en doelgroepen. Ook gaan ze al nadenken over mogelijke oplossingen. Eerst verdiepen de leerlingen zich in nanovervuiling. Omdat onderzoek naar nanovervuiling nog niet zo heel lang bezig is, kan het moeilijk zijn om hier informatie in te vinden. Veelal zijn de websites in het Engels of bevatten ze slechts een klein beetje relevante informatie. Hieronder staan daarom tips in het geval dat de leerlingen vastlopen of moeite hebben om informatie te vinden. • De website van de Eureka!Cup bevat een aantal links met informatie die ze kunnen gebruiken voor het eerste deelonderzoek. Voornamelijk de website van de Aerasense van Philips is een goede bron. • Omdat het Engels van de websites vaak van vrij hoog niveau is, kan het handig zijn voor de leerlingen om een vertaalmachine zoals google translate te gebruiken. Engelse zoektermen, waarmee de benodigde informatie te vinden is, zijn hieronder gegeven. “Nano-pollution”, “Ultra fine particles” • Het kan handig zijn om te weten dat de deeltjes in nanovervuiling regelmatig anders genoemd worden, namelijk ultra-fine particles. Er wordt op internet weinig tot niet aangegeven dat nanovervuiling luchtvervuiling is dat bestaat uit deze deeltjes. Op de website van de Eureka!Cup staat deze term ook aangegeven. Mochten de leerlingen na de bovenstaande hints nog steeds moeite hebben om de juiste antwoorden te vinden, dan kunnen de onderstaande zinnen als indicatie naar het juiste antwoord gegeven worden. • Fijnstof zijn deeltjes groter dan 0.1 micrometer, dus wat is ultra-fijnstof, oftewel wat zijn nanodeeltjes en wat is dus nanovervuiling? • Een brandende kaars produceert duizenden nanodeeltjes per seconde, als het niet meer is. Waardoor? • Er kan vrij weinig gedaan worden om de deeltjes onschadelijk te maken, maar aan de andere kant, wanneer nanodeeltjes in aanraking komen met bijvoorbeeld de grond, dan hechten ze zich aan de grond onder invloed van ‘Van der Waals’ krachten en zijn ze onschadelijk. Helaas kan het dagen of zelfs weken duren voordat een deeltje de grond bereikt en de deeltjes uit
de lucht vangen zou een onmogelijke taak zijn. Een andere manier van onschadelijk maken is er niet, aangezien filteren met hetzelfde principe werkt. Nadat de leerlingen zich in nanovervuiling hebben verdiept, gaan ze zich verdiepen in filters. Wederom is informatie op internet vrij moeilijk te vinden. Het scheikundeboek zou een goede bron kunnen zijn voor deze vragen. Daarnaast kunnen ze waarschijnlijk met een beetje verbeelding ook een eind komen. Voor het antwoord op de eerste vraag kunnen ze terecht op de Eureka!Cup website. Hierop staat een link waar de werking van HEPA filters wordt uitgelegd. Voor vragen 3 en 4 van het tweede deelonderzoek staan hieronder een aantal tips gegeven. • De filters hebben effectief oppervlak. Dit wil zeggen dat er een bepaald oppervlak is, waardoor lucht doorgelaten kan worden. Als het filter gewoon plat is, kan deze de minimale hoeveelheid lucht doorlaten en filteren. Door het filter geribbeld te maken, kan dit oppervlak vergroot worden, en kan er dus meer lucht tegelijk door een filter van dezelfde lengte en breedte. Wanneer de leerlingen de vraag niet geheel begrijpen, kunnen hints gegeven worden om tot de bovenstaande oplossing te komen. Andere oplossingen zouden kunnen zijn om de filters fijnmaziger of dubbellaags te maken, maar daar zitten ook weer nadelen aan. Geef ze als uitgangspunt een standaard HEPA filter en vraag hoe de leerlingen deze beter kunnen laten werken. • Denk bij vraag vier aan bijvoorbeeld gebruik van ventilators in combinatie met filters. Nu de leerlingen weten wat nanovervuiling is, hoe het ontstaat en nu ze weten hoe filters werken, kunnen ze een doelgroep bedenken. Deze doelgroep moet in bepaalde mate last van nanovervuiling hebben. Mogelijke doelgroepen zouden kunnen zijn: • Lassers • Vrachtwagenchauffeurs • Mensen die langs een snelweg wonen • Mensen met een geiser zonder afzuigkap in huis. En zo zijn er nog tal van andere doelgroepen te bedenken. Het is de bedoeling dat de leerlingen een aantal doelgroepen bedenken en gaan kijken wat een goede doelgroep zou zijn voor deze opdracht. Na het vinden van een doelgroep kunnen de leerlingen gaan zoeken naar oplossingen voor deze doelgroep. Het is de bedoeling, bij deelvraag vier, dat de leerlingen op zoek gaan naar oplossingen voor hun doelgroep, maar deze nog niet ontwerpen. Dit wordt hieronder toegelicht met een korte uitwerking. Stel dat de leerlingen als mogelijke doelgroep taxichauffeurs hebben gekozen. Dan zouden ze bij deelonderzoek vier naar potentiële oplossingen kunnen gaan zoeken. Potentiële oplossingen zouden kunnen zijn: • Gebruik van filters bij luchtinlaat. • Lucht in de auto opnieuw laten circuleren. • Andere positie van luchtinlaat, zoals aan de boven- of onderkant van de taxi. Bij het gebruik van de filters zouden ze kunnen bedenken dat de gaten voor de luchtinlaat kunnen worden vergroot als deze op een andere positie zitten, zoals aan de bovenkant. Hierdoor kunnen er twee filters na elkaar geplaatst worden, zodat er beter gefilterd wordt. Een nadeel hieraan is dat regen via de bovenkant ook naar binnen komt. Dus hierop moeten ze iets bedenken. De lucht opnieuw laten circuleren kan, maar ook niet volledig, omdat de luchtkwaliteit hierdoor afneemt. Hierna wordt de afgewogen of dit een geschikte oplossing is. In dit geval, bevat de oplossing iets nieuws, namelijk de andere positie van luchtinlaat, en iets dat al bestaat, namelijk het gebruik van de
filters en de luchtcirculatie. De verbetering is in principe voldoende en dus kunnen ze deze gaan ontwerpen. Om te gaan ontwerpen kan het zijn dat ze ook onderzoek moeten doen naar bijvoorbeeld de afmetingen van een taxi. Dit zijn voorbeelden van wat er in dit deelonderzoek valt. Ontwerp Na het onderzoek kunnen de leerlingen, als het goed is, vrijwel direct beginnen met ontwerpen. Het is niet persé de bedoeling dat de leerlingen een daadwerkelijk prototype maken en dit is in sommige gevallen zelfs niet mogelijk met de beschikbare materialen. Ze kunnen wel een van de volgende dingen doen: • Tekeningen maken • Foto’s bewerken zodat hun oplossing erbij in getekend zit • 3d tekenen • Een schaalmodel maken De leerlingen mogen hierbij zelf beslissen hoe ze hun idee gaan ontwerpen. Zorg wel dat ze weten dat ze hun idee moeten presenteren m.b.v. een videopresentatie en dat het daarbij handig is om het materiaal groot genoeg te maken zodat deze in de videopresentatie meegenomen kan worden. Voor vragen over deze opdracht kunt u mailen naar
[email protected].
Gigamachines voor nanochips (Leerjaar 1 en 3) In de opdracht van ASML maken de leerlingen een vervoersmiddel om de machines van ASML mee te vervoeren zonder dat deze beschadigen. De enige eisen aan het ontwerp zijn de maximale afmetingen en de ruimte voor de “machine” die tijdens de Eureka!Day gebruikt zal worden om het ontwerp te testen. Het belangrijkste criterium tijdens de Eureka!Day is de gemeten g-kracht op de machine, welke zo laag mogelijk dient te zijn. Nanotechnologie kan erg technisch zijn en het is daarom niet ondenkbaar dat kinderen begrippen tegenkomen die ze niet kennen (zoals cleanroom, fotolithografie en wafer). Vaak valt er op Wikipedia wel het een en ander te vinden, maar soms zijn ook deze websites te technisch voor een scholier op het voortgezet onderwijs. Daarom staan er op de Eureka website een aantal handige links waar deze zaken uitgelegd worden. Deelonderzoeken In het eerste deelonderzoek verdiepen de leerlingen zich in verschillende transportmethoden en welke invloeden deze transportmiddelen hebben op de machine. Tijdens dit deelonderzoek wordt een beroep gedaan op het voorstellingsvermogen van de leerling. Het kan helpen om de tijdslijn van een transportmiddel op te schrijven. Bijvoorbeeld: een vliegtuig wordt eerst ingeladen, vervolgens stijgt het op. Tijdens de vlucht kan er turbulentie plaatsvinden en uiteindelijk moet het ook weer landen en uitgeladen worden. Zo kunnen ze erachter komen waar rekening mee gehouden moet worden. In het tweede deelonderzoek komt de clou van de opdracht aan bod, het stabiliseren van de machine. Ook hierbij is het voor de leerlingen belangrijk om goed te kijken naar dingen die ze al kennen zoals het vervoer van elektronica of andere breekbare spullen (bijvoorbeeld spullen van glas of keramiek). Ook andere gebieden kunnen interessant zijn (bijvoorbeeld: hoe worden mensen in een ambulance vervoerd?). Dit kan ook op een pragmatische wijze door een doos te vullen met verschillende (zachte of dempende) materialen en deze te schudden of te laten vallen om te kijken wat voor effect dit heeft. In het laatste deelonderzoek zetten de kinderen de puntjes op de i en denken ze na over hoe hun oplossing concreet door ASML gebruikt zou kunnen worden. Test Op de Eureka!Day zal er een “vrachtwagen” beschikbaar zijn die over een parcours rijdt. Een “machine” met sensoren zal in de “vrachtwagen” geplaatst worden en met behulp van de sensoren zal worden vastgesteld hoeveel g-krachten er op de machine werken, deze dienen zo laag mogelijk te zijn. Voor vragen over deze opdracht met betrekking tot het eerste leerjaar kunt u mailen naar
[email protected]. Vragen over het derde leerjaar kunt u mailen naar
[email protected].
Schieten met nanodruppels (Leerjaar 2) In de opdracht van Océ maken de leerlingen een printkop voor een printer. Het belangrijkste criterium hier is de mate waarin de problemen met printkoppen zijn gebruikt en verwerkt in het ontwerp. Deelonderzoeken In het eerste deelonderzoek zoeken de leerlingen uit hoe een inkjetprinter werkt. De exacte werking kan moeilijk te vinden zijn. Als er details zijn die niet te vinden zijn, kunnen de leerlingen zelf nadenken hoe ze het zouden doen. Misschien komen ze hierbij al problemen of innovaties tegen die ze kunnen gebruiken in hun uiteindelijke ontwerp. In het tweede deelonderzoek zoeken de leerlingen naar dingen die fout kunnen gaan in de printkop. De meeste suggesties zijn al gegeven in het boekje. Deze deelopdracht laat de leerlingen nadenken over wat er komt kijken bij het maken van een printkop en waar rekening mee gehouden moet worden. Op de Engelse Wikipediapagina staan een aantal huidige oplossingen voor sommige problemen. In het derde deelonderzoek worden oplossingen gezocht en bedacht voor de uitdagingen uit deelonderzoek 2. Ontwerp & Test Op de Eureka!Day wordt de printkop in de houder geklemd. Dit gebeurt waarschijnlijk simpelweg met lijmklemmen dus hier is in principe wat speling. Voor het testen op school kunnen de leerlingen de printkop in hun hand houden. Voor vragen over deze opdracht kunt u mailen naar
[email protected].
Meer halen uit je laserstralen (Leerjaar 2) In de opdracht van SolMateS zorgen de leerlingen ervoor dat een laserpen op gelijke felheid licht blijft geven. Een belangrijk punt waar op gelet moet worden is dat de leerlingen tijdig door hebben dat ze een lichtmeter nodig hebben. Een lichtgevoelige weerstand (LDR) of fotodiode werkt hier. Dit moet waarschijnlijk besteld worden, tenzij dit beschikbaar is in het natuurkundelokaal. Deelonderzoeken In deelonderzoek 1 verwerken de leerlingen de achtergrondinformatie. Dit geeft de achtergrond van de opdracht en maakt duidelijk waarom de opdracht nodig is. In het tweede deelonderzoek zoeken de leerlingen naar manieren om licht te meten. Mogelijk kan hier een LDR of een fotodiode dienst doen: Een fotodiode direct aangesloten op een multimeter (ingesteld op stroommeting) geeft een zeer duidelijk signaal voor de laserpen, dat lineair verandert met de felheid van de laserpen. In de derde deelopdracht zoeken de leerlingen naar manieren om het laserlicht te corrigeren. Het is mogelijk om het voltage aan te passen, maar er kan bijvoorbeeld ook in de laserbundel gezet worden die deze afzwakt als dat nodig is: Een diafragma, twee gepolariseerde zonnebrilglazen waarvan er één gedraaid wordt, etc. Ontwerp & Test Op de testdag zullen testlaserpennen gebruikt worden. Deze zijn door Eureka!Cup aangepast om langzaam van felheid te veranderen. Het idee is dat de leerlingen dit corrigeren, om toch een constante felheid op de meter te laten vallen. Het veranderen van de felheid kan in het klaslokaal nagebootst worden door een stukje glas of doorzichtig plastic in de laserbundel te houden. Dit blokkeert een groot deel van het licht. De leerlingen mogen de correctie van het laserlicht handmatig doen. Als ze het graag automatisch willen doen, zal de lichtmeter waarschijnlijk elektronisch uitgelezen moeten worden en een correctiemechanisme op aangesloten moeten worden. De laserpen die opgestuurd wordt is de DUOLASER PEN, besteld van IGO-post, artikelnummer 4397.01. Voor vragen over deze opdracht kunt u mailen naar
[email protected].
Slimme medicijnen (Leerjaar 3) In opdracht van MESA+ gaan de leerlingen een capsule ontwerpen waarin nanopillen door het spijsverteringsstelsel kunnen worden vervoerd. Zo kan voorkomen worden dat de nanopillen meteen in de maag aan het werk gaan, en dus in de darmen uitgewerkt zijn. MESA+ is hierbij niet op zoek naar de materialen om dit te doen, maar naar ontwerpen, vormen, slimme aanpassingen etc. Dit is nog niet zo makkelijk, gezien de obstakels die de capsule moet overwinnen. De opdracht houdt in dat de leerlingen een capsule moeten ontwerpen die bestand is tegen alle obstakels van het spijsverteringsstelsel. Om de opdracht goed te kunnen vervullen, hoeven de leerlingen geen rekening te houden met de spijsverteringszuren. Dit is bovendien ook voor de veiligheid belangrijk. Deelonderzoeken In de drie deelonderzoeken verdiepen de leerlingen zich in het spijsverteringsstelsel, de obstakels voor de capsule en de ontwerpmogelijkheden. In het eerste deelonderzoek wordt het spijsverteringsstelsel bekeken. Dit zal naar verwachting geen problemen opleveren. In het tweede deelonderzoek wordt gekeken naar de obstakels voor de capsule in het spijsverteringsstelsel. De leerlingen moeten hierbij zelf gaan nadenken over de obstakels. Alleen de slikbeweging in de mond is al een groot obstakel en zo zijn er nog veel meer obstakels. De leerlingen kunnen dit het best per orgaan doen, om zo niets over het hoofd te zien. Ook hier zullen naar verwachting niet veel problemen ontstaan. In het laatste deelonderzoek gaan de leerlingen op zoek naar oplossingen voor de capsule. Probeer hierbij de leerlingen te stimuleren om zo creatief mogelijk te zijn. Waarschijnlijk is het eerste idee iets in de richting van de alom bekende capsule vorm. Dit is echter moeilijk na te maken zonder machines. Een beter idee zou dan al zijn om bijvoorbeeld een pvc-buis te pakken, die af te zagen en aan beide kanten op te vullen met gelatine (of een ander oplosbare stof). Dit kunnen ze gemakkelijker realiseren en voldoet ook aan de ontwerp-eisen. Het is wel de bedoeling dat ze ook kijken naar de werkelijke situatie. Een simpele ronde vorm zoals hierboven zou op de schaal van doorslikbare pillen niet zomaar stevig genoeg zijn. Daar moet ook rekening mee worden gehouden. Ze hoeven echter geen rekening te houden met materialen die wel veilig zijn om in te slikken en materialen die minder gezond zijn om in te nemen. Ze mogen echter niet aan komen zetten met stoffen die giftig/gevaarlijk zijn. De bedoeling is dat ze oplossingen bedenken, mogelijke minpunten vinden en daar ook oplossingen voor bedenken. Daarna moeten ze gaan onderzoeken of de oplossing al bestaat. Er bestaat een grote kans dat de oplossing al deels bestaat, maar dat ze zelf kleine aanpassingen hebben gedaan. Het kan daarnaast ook moeilijk zijn om uit te vinden of de oplossing bestaat. In geval van twijfel mag het voordeel van de twijfel gegeven worden, mits het een ogenschijnlijk goed idee is. Ontwerp & Test Nu de leerlingen een oplossing bedacht hebben en waarschijnlijk al uitgewerkt hebben op papier, kunnen ze hun capsule gaan bouwen. Dit is een proces waarbij ze prototypes bouwen en deze gaan testen. Hiervoor hebben ze waarschijnlijk een oplosbare stof nodig. Gelatine is een van de geschikte oplosbare stoffen die kunnen worden gebruikt. Dit is getest en gebleken is dat gelatine enkel week wordt in water met een lagere temperatuur dan ongeveer 35ºC en oplost in water van hogere temperatuur. Er zijn echter bronnen op het internet waar vermeld wordt dat gelatine oplost in temperaturen boven 40º C, maar bij het testen, werkte het ook bij 37 ºC prima en bleek het te snel op te lossen in 40 ºC (nadat het geweekt was in koud water voor één minuut). Helaas wil gelatine nog weleens verschillen in samenstelling en kunnen daardoor problemen ontstaan bij de uitvoering. Het is daarom
verstandig om, tijdens het ontwerpen en testen, de leerlingen te vragen of het allemaal goed verloopt. Mochten ze problemen ondervinden met de gelatine, waarbij de gelatine niet oplost bij 37 ºC, dan kan dit gemaild worden naar de persoon die over deze opdracht gaat. Het is namelijk jammer als een goed ontwerp mislukt door dit probleem. Testparcours Het testparcours om de capsules te testen kan op school zelf worden gebouwd, naar eigen inzicht. Het testparcours op de Eureka!Day blijft nog geheim. De buizen hebben een diameter van 10 cm. Het prototype moet hier doorheen passen, ook in de bochten! Voor vragen over deze opdracht kunt u mailen naar
[email protected].
Bijlage 1: Malmbergs checklist voor betrouwbare bronnen Checklist: hoe betrouwbaar is mijn bron? Waarschijnlijk weet je dat spaghetti niet aan een plant groeit. De werkelijke bereidingswijze van spaghetti is gemakkelijk te vinden op internet. Maar over lang niet alle onderwerpen vind je zo eenvoudig de juiste informatie. Een samenvatting van een boek door een scholier kán goed gemaakt zijn, maar als bron voor je werkstuk is het beter een recensie van een bekende boekensite te kiezen. In deze paragraaf geven we je een checklist die je helpt de betrouwbaarheid van een bron vast te stellen. Houd de lijst eens bij de hand als je informatie aan het zoeken bent voor bijvoorbeeld een belangrijk werkstuk of project.
Checklist betrouwbaarheid sites o De website bevat informatie over de doelstelling van de makers: wat willen zij met deze site? o De informatie op de website is goed bijgehouden en is, waar dat kan, actueel. o De inhoud van de site is goed te controleren. o De feiten en meningen zijn duidelijk gescheiden. o Als de maker iets aan de site wil verdienen, staat dat duidelijk vermeld. o Op de site staan goede bronvermeldingen. o De website bevat informatie over wanneer er iets nieuws is geplaatst (publicatiedata). o Bij het vragen om persoonsgegevens wordt aangegeven wat er met de ingevoerde gegevens gebeurt. o De website bevat geen aanstootgevend materiaal of andere schadelijke elementen. o De website verwijst niet rechtstreeks naar andere websites die mogelijk ‘fout’ zijn. o De afzender/maker van de website is duidelijk vermeld. o De maker van de website kan eenvoudig worden benaderd via de contactgegevens. o De website overtreedt geen wetten op de privacy. o De website respecteert het auteursrecht van anderen. o Als de website een forum of chat bevat of daarnaar linkt, is dit onderdeel voldoende beheerd om (vooral kinderen) een veilige omgeving te bieden? o De website bevat informatie over de schrijvers, de teksten of artikelen. Tip: zoek meer informatie over de schrijver, en oordeel dan of de schrijver volgens jou betrouwbaar is. o De kwaliteit van een website wordt ook bepaald door de aantrekkelijkheid en gebruiksvriendelijkheid: – een gemakkelijke URL; – goed taalgebruik; – een prettig werkende zoekmachine; – een korte laadtijd; – herkenbare en goed werkende links en knoppen; – je verdwaalt niet en weet altijd waar je je op de site bevindt.