Thema 2: De Boekenbende Activiteit 13: De brief van de koning (tekst voor de kaft) Het verhaal speelt zich af in een tijd dat er nog ridders waren, in het rijk van koning Dagonaut. De zestienjarige Tiuri bevindt zich met vier andere jongens in de kapel. De volgende dag wordt hij tot ridder geslagen, maar de laatste vierentwintig uur moet hij waken en vasten in de kapel. Hij mag met niemand praten. ’s Nachts vraagt iemand hem om hulp. Tiuri twijfelt even, maar het klinkt heel dringend. Tiuri verbreekt de regels. Hij opent de deur. Het verzoek dat hij krijgt, blijkt een heel gevaarlijke opdracht: Tiuri moet een uiterst belangrijke brief bezorgen aan koning Unauwen. Onderweg wordt Tiuri achtervolgd door boosaardige ruiters. Ze bedreigen hem met de dood. Maar Tiuri is vast van plan om zijn opdracht te volbrengen. Voor Tiuri wordt het een spannende en avontuurlijke tocht. Gelukkig ontmoet hij ook enkele bondgenoten op zijn weg. Activiteit 13: De brief van de koning (reacties van enkele lezers) Ik vind het een zalig boek! Het beantwoordt volledig aan mijn verwachtingen. De auteur geeft de lezer een duidelijk beeld van het leven in de tijd van de ridders.(Maarten) Dit avontuurlijke boek is geschikt voor jong en oud. Misschien vindt je vader het ook een leuk boek! i Word jij ook graag meegezogen in een spannend verhaal? Dan raad ik je dit prachtig boek zeker aan! (Fleur) ‐Activiteit 19:Kinderen in de jury (herhalingsdictee) Elk jurylid krijgt een lijst van tien boeken om te lezen en te beoordelen. Juryleden komen soms samen in leesgroepen om te praten over de boeken. Heb je alle titels van je leeftijdsgroepen gelezen? De stemmen van alle juryleden in Vlaanderen worden verzameld. Het boek met de meeste stemmen wordt bekroond. Deze prijs draagt de naam Karel Verleyen, een jeugdauteur die stierf in 2006. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt. Op een stemformulier geef je punten aan het boek dat je gelezen hebt. Je schrijft er ook bij waarom je dat boek graag of niet graag las. Misschien vind je het verhaal erg grappig of net heel spannend? Misschien herken je jezelf in de hoofdpersoon? Je kan als deelnemer zelf ook een prijs winnen. De hoofdprijs is je gewicht in boeken en een bezoek van de winnende auteur aan de klas.
Thema 3: Magische machten? ‐Activiteit 3: Jessica, heksenbestrijder Jessica bedacht iets nieuws. Ze vertelde aan de krant over het nieuwe beroep van haar moeder. Ze antwoordde op alle vragen over de hekserij van mevrouw Koldewij. Zo hoopte ze dat de mensen van het dorp haar moeder zouden uitlachen. Maar ook dat plan faalde. Het hele dorp wilde plots een tovermiddel van mevrouw Koldewij. Voor haar laatste plan wilde Jessica haar moeder bewijzen dat tovenarij niet werkt. Ze plantte twaalf tomatenplanten. Zes planten verzorgde ze met kunstmest. Zes andere planten besproeide ze met een toverdrank. En wat ontdekte Jessica? ‐Activiteit 10: Spiegeltje, spiegeltje aan de wand… In het spiegelende oppervlak van een kristallen bol of zwarte spiegel kun je de toekomst lezen. Zelfs gewone houten staven tonen de toekomst. Je hebt drie korte en vier lange staven nodig. Een versierde staaf moet op de grond liggen, zes blijven in de rechterhand. Daarvoor moet je hete thee schenken in koppen met een brede bovenkant en een smalle onderkant. Ook getallen kunnen de toekomst voorspellen. Je kunt de letters van je naam vervangen door getallen. De diepe lijnen in je handen vertellen wie je bent en hoe je gaat worden. De papieren of kartonnen kaarten die goede raad geven, komen oorspronkelijk uit India. ‐Activiteit 17: Wie is wie? Haar moeder is een heks. Ze bestrijdt heksen en wil later een beroemde wetenschapper worden. Ze is afkomstig uit een rustig dorpje in Zuid‐Amerika. De mensen uit die gemeenschap geloven nog in hekserij, goochelen en magie. Wanneer haar vreemde oom overlijdt, laat hij haar zijn kleine koperen kameel na. Ze wil dat er een meisje bij haar komt wonen. Dan kan ze haar geheimzinnige krachten en haar kennis overdragen aan het meisje. Hij volgt les in een toverschool. Hij krijgt vakken als: verzorging van fabeldieren, toverdranken, waarzeggerij,… Hij is een oude wijze man. Kilometers van hier, in het verre Afrika, beleeft hij schitterende avonturen. Thema 4: De Vurigste Mens
‐Activiteit 4: Vroeger is voorbij De Egyptenaren kenden een soort lucifers. Ze doopten houtsplinters in gesmolten zwavel. Zo vervoerden zij vuur van een plaats naar een andere. De Egyptenaren maakten kaarsen van bijenwas. Grieks vuur werd een belangrijk wapen in oorlog op zee. Het vuur bleef ook op het water branden. In de middeleeuwen kocht je vuur in een smidse. Je pakte gewoon gloeiende kooltjes in een potje mee naar huis. De eerste lucifers waren erg gevaarlijk. Je kon ze overal aanstrijken. Ze schoten gemakkelijk in brand. Een Zweed ontwikkelde een veilige lucifer. De lucifers brandden enkel als je over de zijkant van het luciferdoosje streek. Honderd jaar geleden zag je voor het eerst straatverlichting in Londen. De straatverlichting brandde op gas. Iedere avond wachtte de lantaarnopsteker op de duisternis. Dan stak hij met een lange fakkel de lantaarns aan. ‐Activiteit 13: Vurige vulkanen (herhalingsdictee) De Kilauea is de gevaarlijkste vulkaan van Hawaï. De krater is altijd gevuld met een kolkende massa lava. Vaak stroomt de lava over de rand naar zee. Lava is wel 2000 graden, dus dat kan sissen! De vulkaan is eigenlijk een eiland. Je kunt er met een boot heen varen. Dat is de moeite waard, want de Stromboli is nooit stil. Vooral ’s nachts geeft hij een prachtig licht. Een paar keer per uur knalt een fontein van gloeiende stukjes lava de lucht in. Als je op afstand blijft, kun je er veilig naar kijken. Tegenwoordig pruttelt en rookt deze vulkaan alleen een beetje. Dat was in 1883 wel anders. De rook, stenen, as en lava spoten kilometers de lucht in. De knal was tot in Afrika te horen. Er waren tienduizend doden. En door zijn hoogte zit zijn kop altijd in de sneeuw. Supermooi! Dat vinden ze in Japan ook, want de Fuji staat op duizenden schilderijen. En op miljoenen foto’s natuurlijk.
Thema 5: Kunstige Kids ‐Activiteit 2: Kunstige kleding. Hippies bemoeiden zich met de maatschappij en betoogden tegen oorlogen. Hippies herkende je aan hun lange haren, hun blote voeten en hun kleding met bloemenpatronen. Punkers haatten alles wat gewoon is. Ze kleedden zich in gescheurde broeken. Ze droegen hondenhalsbanden rond hun nek en spelden door hun neus en oren. Heel bijzonder was ook hun hanenkam in felle kleuren. Discokleding bestond uit felle kleuren, veel glitters en broeken met brede pijpen. Deze rok lijkt nu heel gewoon. Maar het idee van een korte rok tot boven de knie was in de jaren zestig heel nieuw. ‐Activiteit 7: Klik! a) Houd je vinger niet voor de lens. Zorg ervoor dat er geen haren voor de lens wapperen. b) Houd voldoende afstand. Een foto die van dichtbij genomen wordt, is vaak onduidelijk. c) Flits niet met een raam of een spiegel in de buurt. Zo vermijd je een lichtvlek op je foto. d) Snelheid is belangrijk als je foto’s neemt van mensen. Zo blijft de foto spontaan. Ook snel richten zonder te kijken is een mogelijkheid. Je krijgt op die manier bijzondere foto’s. e) De schoonheid van personen of voorwerpen valt meer op als je ze niet in het midden van de foto plaatst. f) Neem de foto door een natuurlijk kader heen. Fotografeer door een raam, door een poortje of tussen takken. g) Maak veel foto’s. Met een digitaal toestel kan je een grote hoeveelheid foto’s maken. Je pikt er achteraf de beste uit. Zoek een gelegenheid om deze tips uit te proberen en te oefenen. ‐Zelfstandig werk1: Kijk op kunst. idee ‐ titel – niemand – Amerika – televisie – bijzondere – illustraties – miljoenen – baby – geniaal – bijvoorbeeld – magisch ‐ gigantisch
Thema 6: Expeditie België ‐Activiteit 5: Allemaal striphelden. Urbanus Willy Linthout kwam op het idee om een komische strip te ontwerpen met deze komiek in de hoofdrol. Samen schrijven ze de scenario’s en Linthout neemt het tekenwerk voor zijn rekening. De Smurfen Deze kleine blauwe figuurtjes spreken een bijzonder taaltje. Ze smurfen allerlei smurfige dingen. Kiekeboe De hoofdpersonage heet eigenlijk Marcel, maar iedereen gebruikt zijn familienaam. Hij werkt al jaren op een kantoor, maar tussendoor probeert hij ook andere beroepen uit. Nero Hij is een brave Vlaamse huisvader met slechts twee haren op zijn hoofd. Hij is erg nieuwsgierig, zeker wanneer er geld te verdienen valt. Daardoor belandt hij in de meest fantastische avonturen in alle hoeken van de wereld. Jommeke Deze blonde held uit Zonnedorp ontstond in het brein van de striptekenaar Jef Nys. De inspiratie voor de naam lag bij een dorpsfiguur uit Jefs buurt, die Jomme heette. Suske en Wiske Dit avontuurlijk duo werd bedacht door Willy Vandersteen. Hij tekende de strips eerst zelf. Later namen zijn medewerkers het van hem over. Lucky Luke Overal waar hij komt, bestrijdt hij onrecht en misdaad. Deze zwervende cowboy is ook bekend om zijn snelheid: hij schiet sneller dan zijn schaduw. Activiteit 10: Carnaval in… a) De bestemming ligt in het zuiden van België, in Wallonië. b) De provincie waartoe deze Belgische stad behoort, grenst aan de provincies Oost‐Vlaanderen en Vlaams‐Brabant. c) Het stadje ligt ten noorden van een rivier: de Samber. d) Het bevindt zich tussen Bergen en Charleroi. e) De naam van het stadje begint met een ‘B’. Nu vind je het vast wel.
Activiteit 15: Historische gebeurtenissen (herhalingsdictee) Guldensporenslag in Kortrijk Vlaanderen vocht tegen Frankrijk. Het Vlaamse leger bestond vooral uit mensen te voet. Het Franse ridderleger was beter uitgerust.: zij hadden paarden en betere wapens. Toch versloegen de Vlamingen de Fransen. Zij doodden vele ridders. Belgische Revolutie De inwoners vonden dat er veel verschillen in cultuur en geloof waren. Na de opvoering van een opera met nieuwe ideeën begon een opstand in België. In 1830 werd België een apart land met een eigen koning. Wereldoorlog I Duitsland trok over Belgisch grondgebied om Frankrijk vanuit het noorden aan te vallen. Engeland kwam te hulp. Soldaten van beide kanten groeven gangen in de grond. In de loopgraven zochten ze beschutting tegen de miljoenen kogels die heen en weer vlogen. Wereldoorlog II In deze oorlog werden bommenwerpers gebruikt. Duitsland bezette België gedurende die periode. De Duitse soldaten vermoordden veel mensen. Met de hulp van andere landen kwam in 1945 een eind aan de bezetting.
Thema 7:Krokante sprookjes. Activiteit 4: De rover die zijn kogels verschoot b)Dries ging ’s avonds terug naar huis. Het werd al donker en ’t regende een beetje. De knecht moest door een groot bos en hij had veel geld op zak. Hij voelde zich op z’n gemak. Diep in het bos dook plotseling een rover voor hem op. Die zette een pistool tegen zijn borst en dreigde hem dood te schieten als hij zijn geld niet gaf. c)Dries zei:”Man, als het geld van mij was, gaf ik het je meteen.” De schurk antwoordde:” Geef op of je bent er geweest!” Dries kon er niet onderuit. Hij haalde zijn beurs tevoorschijn en gaf die aan de dief. Dries zei:” Het ergste is nog dat mijn baas me niet zal willen geloven. Hij zal me laten oppakken. Wil je een gaatje in mijn kiel schieten? Dan kan hij zien dat ik overvallen ben.” De rover deed het. Dries hield zijn kiel open en de kogel vloog erdoor. Dries mopperde:”Wat een klein gaatje. Toe, schiet er nog één in.” De rover bekende:”Dat kan ik niet. Mijn kogels zijn op.” Activiteit 10: Sprookjesrecepten a)Gevuld verhalenlapje (Activiteit 1:’De dertiende fee’) Herlees een bekend sprookje dat je leuk vindt. Vertel het verhaal opnieuw vanuit het standpunt van een ander personage. Kruid met enkele magische getallen. b)Sprookjes in zoetzuur (Activiteit 3:’De boze wolf’) Vertrek van een bestaand sprookje. Verander de persoon, de plaats, het voorwerp of de gebeurtenis. Vertel hoe deze nieuwe elementen het verhaal veranderen. Breng het op een verrassende, levendige manier. c)Ratatouille van sprookjes(Activiteit 8:’Sneeuwwitje en de wolf’) Kies interessante sprookjesfiguren uit verschillende sprookjes. Voeg gebeurtenissen, voorwerpen en plaatsen uit verschillende sprookjes toe. Schud alle elementen door elkaar. Mix alles tot een grappig geheel.
Zelfstandig werk 1: theetje – puddinkje – colaatje – parapluutje – kettinkje – ringetje – fotootjes – tekeningetjes – skietjes – radiootje – sofaatje Thema 8: Smikkelen en smullen Activiteit 8: Eetgewoontes a)In een restaurant begin je pas te eten wanneer iedereen aan tafel bediend is. b)Pizza mag je met je handen eten als je ze gewassen hebt. c)Je mag pas drinken als je eerst je mond afgeveegd hebt. d)In een café mag hete thee of koffie geslurpt worden. e)Thuis eet je pas als je eerst iedereen ‘smakelijk eten’ gewenst hebt. f)De ijsblokjes in je cola mogen er met je handen uitgehaald worden. g)Chocolade kan best met de ogen dicht gegeten worden. Zo kan je er beter van genieten. h)Een stukje cake smaakt het best als het eerst in melk gedompeld is. i)Een koekje waarvan je geproefd hebt, mag je terug in de schaal leggen. j)Kauwgom waarop je gekauwd hebt, plak je tijdens het eten onder je bord. k)Tijdens het eten mag gebabbeld worden. l)Aardappels zijn het lekkerst als ze tot puree geplet zijn. Activiteit 10: Lekkerbekken a)Als ik vroeger bij mijn oma bleef slapen, zette ze mij ’s morgens een heerlijk ontbijt voor : wentelteefjes. Dit gerecht wordt ook wel gewonnen of verloren brood genoemd. Het recept is heel eenvoudig. Oma mengde eerst twee eieren en een glas melk in een bord en klutste alles door elkaar.
Dan werden de broodsneetjes ondergedompeld in het mengsel. Ze bakte de sneetjes goudbruin in een pan en strooide er een beetje suiker over. En dan kon ik beginnen smullen! b)Als je zin hebt in iets fris, kan je in plaats van cola of water te drinken ook een milkshake maken. Het is niet moeilijk : je bereidt het in een handomdraai. In een maatbeker doe je vier deciliter koude melk en vier grote eetlepels ijs. Daaraan voeg je fruit of stukjes chocolade toe. Meng het geheel met de mixer. Als je de milkshake bewaart, wordt de smaak minder lekker. Dus meteen opdrinken! c)In de zomer at iedereen ijsjes, behalve ik. Mijn ouders vonden ijsjes te duur. Ik haatte het. Toen heb ik zelf iets bedacht. Waterijsjes zijn heel goedkoop en gemakkelijk zelf te maken. Probeer het zelf maar eens. Giet vruchtensap in vormpjes en doe er een stokje in. Plaats ze enkele uren in de diepvries. Haal het bevroren mengsel uit de vormpjes en geniet! Thema 9: Mummies en piramides. Activiteit 5:De raadselachtige sfinx a)Wat gaat ’s morgens op vier voeten, ’s middags op twee en ’s avonds op drie? Oplossing:de mens. Als kind kruipt een mens op vier voeten, als volwassene loopt hij op twee voeten en als bejaarde loopt de mens met een stok als derde been. b)In Egypte ben ik te vinden mijn vier muren raakt niemand binnen voor farao’s ben ik de laatste plek aan sieraden dus geen gebrek! Oplossing:een piramide c)Ik onttrek de piramides aan ’t oog en de horizon aan ’t zicht. Soms zeggen ze dat ik zwaar ben, maar ik vind mezelf heel licht. Oplossing:mist d)Verborgen tussen vier muren van steen. Ingewikkeld van kop tot teen maar wie mij vindt, zelfs met z’n drieën, die heeft knikkende knieën. Oplossing:mummie
e)Ik woon in de natuur en toen iemand praatte, antwoordde ik door het begin weg te laten. Ook al waan je je misschien alleen ik herhaal alles wat je zegt meteen. Zelfstandig werk 2: Hoe rekenen Egyptenaren? 13 piramides/piramiden 22 farao’s 1200 druiven 307 zeeën 38 mummies 146 kettingen 10400 ski’s 103 graven 56 schepen 474 radio’s 11 knieën 4103 camera’s 59 feeën 32300 steden 389 huizen 54700 wegen/paden 1234 televisies 5 musea/museums 650 ideeën 1852 paraplu’s 99 baby’s/kinderen 2525 rivieren
Thema 10: Hoe overleef ik de vakantie? Activiteit 5: Hoe overleef ik mijn familie? a)Heb je andere ideeën over de vakantie dan je ouders? Leg dan rustig uit hoe je erover denkt. Gebruik goede argumenten! b)Deed je iets verkeerd? Iedereen moet van zijn of haar eigen fouten leren. Dat geldt ook voor mama’s en papa’s. c)Leidde een kleinigheid tijdens de maaltijd tot hevige discussies tussen pa en ma? Vraag je ouders om ruzie te maken in hun eigen vrije tijd, en dus niet als jullie met z’n drieën zijn. d)Vermijd een zware straf. Ga door je knieën en geef je fout toe. Dat verbetert ook nog eens jullie relatie. e)Vraag naar de rare hobby’s en conflicten van je ouders toen zij jouw leeftijd hadden. Waren zij net zo vervelend als jij? f)Toon in elke situatie respect. Je krijgt het dan bijna altijd terug. Activiteit 11:Op een regendag… a)Is het een eeuwigheid geleden dat je hebt opgeruimd? Verdwaalde je op weg naar de deur? Heb je je huisdier nog net uit de afvalberg gered? Vind je opruimen tijdverspilling? Na een tijdje wordt zelfs je bed onvindbaar tussen de rommel. b)Weet je nog wanneer je laatst je kamer hebt gepoetst? Blijf je aan de grond plakken als je rondloopt? Is de situatie gevaarlijk voor je gezondheid? Geen tijd voor discussie! Handen uit de mouwen en op je knieën voor de grote schoonmaak!
c)Wat vind je van de inrichting van je kamer? Voelt het alsof je al tien jaar in dezelfde omgeving leeft? Lijkt het alsof er niets veranderd is? Dan is de vakantie het moment voor actie! d)Bleef je kamer leeg achter na de grondige opruimoperatie? Belandden alle oude tekeningen en foto’s in de vuilnisbak? Zorg zelf voor nieuwe verrassende spullen. Zelfstandig werk 2:Vakantie vroeger en nu. Vakantie van mijn betovergrootmoeder. Mijn zomer vakantie duurde van 15 augustus tot 15 september. In juli zaten wij dus nog steeds op de schoolbanken. We hadden niet zoveel vakantie. Niet zo leuk, hé? Als kind ging ik nooit op vakantie. Mijn ouders konden hiervoor geen tijd vrijmaken. Op vakantie gaan kostte ook veel te veel. Bovendien was het heel moeilijk om je met auto, bus of trein te verplaatsen. Toen ik twintig werd, zag ik voor het eerst de zee. Samen met drie vriendinnen trokken we er met de trein voor een dag naartoe. We amuseerden ons heel erg. Mijn vakantie. Mijn zomervakantie duurt van 1 juli tot 31 augustus. Twee maanden lang niet meer op de schoolbanken zitten, leuk hé!
We hebben echt wel een lange zomervakantie. Wij gaan elk jaar op vakantie. Mijn ouders kunnen gelukkig allebei vrijaf nemen. Onze vakanties kosten nooit veel. Wij gaan altijd kamperen. Als je gaat kamperen is het weer heel belangrijk. We houden hiermee echt rekening. Als we op tv zien dat het slecht weer wordt, stellen we onze reis even uit. We trekken er pas op uit als het weer beter wordt. Ondertussen amuseren we ons thuis wel.