Dinsdag 15 oktober. Na toch wel een paar uur beladen en inruimen, fietsen op het rek zetten en Fred voor een snelle controle bij de dokter: Hèhè, eindelijk! Om 16.00 uur konden we vertrekken. Via de Autobahn rondom Aachen naar België om langs Verviers naar St. Vith te rijden waar we de eerste overnachting gepland hadden. De reis liep, op een kleine vertraging rond Aachen na, voortreffelijk. Toen we bij St. Vith aankwamen vonden we dat we nog tijd hadden en reden door naar Redange, een CP in Luxemburg. Gratis en zelfs stroom en sani voor noppes. Net voor de echte duisternis werd deze plek bereikt. De kop was eraf! We hadden er circa 210 km opzitten en prettig reisweer gehad. Vrij zware bewolking maar toch ook periodes met zon en geen drupke regen. Woensdag 16 oktober. Na een uitstekende nachtrust werd water bijgevuld, de saniservice uitgevoerd en na het binnenhalen van de stroomkabel, het was 9.30 uur, gingen we opweg naar Verdun in Frankrijk. Natuurlijk vlak voor de Luxemburg-Franse grens nog even voltanken, scheelt altijd een cent of 15 per liter. De navigatie was ingesteld op tolwegen vermijden. Dat betekende dan ook dat we vrij snel op secundaire wegen geleid werden. Dit gaat wat minder rap maar het is meer genieten van wijdse landschappen, boswegen, dorpjes en stadjes. Omdat we op autowegen zelden harder dan 90 a 95 km rijden maakt het in reistijd niet heel veel uit. Bovendien hadden we de tijd aan ons. Zware wolken maar ook wat zon begeleidden ons en het bleef droog. De CP in Verdun werd gevonden. De naam L'Etang Bleu beloofde iets maar het was een wat desolate, sfeerloze plek. Okee, even brunchen en een volgende plaats uitzoeken. Dit werd La Cheppe, iets benoorden Chalons de Champagne. De CP, kleinschalig, gratis en leuk, met sani en één stopcontact, lag in een gebied waar lang geleden de Kelten met het leger van Attilla de Hunnenkoning gebakkeleid hebben (begrepen we uit de omschrijving.). Eens kennelijk een vestingwerk, nu een groot rond veld, omzoomd door een wal. Deze wal hebben we gelijk maar bewandeld. Op verschillende plaatsen stonden infoborden, helaas voor ons onbegrijpelijk omdat we geen Frans beheersen. Halverwege de rondgang begon het dan toch te regenen. Lichtjes en in korte buitjes maar dit duurde wel de rest van de dag voort. Deze etappe was circa 180 km waar we 4 uur voor nodig hadden. Donderdag 17 oktober. Bij het opstaan, 7.30 u. (we lagen er al om 21.00 uur in....!) liet de zon zich zien. Op het gemak werd de vertrekroutine uitgevoerd en rond negenen vertrokken we met bestemming Auxerre. De wegen waren voortreffelijk en de stadjes en dorpen onderweg vormde ook geen echte belemmering. Het weer varieerde van mooi helder tot redelijk nevelig en allerhande schakeringen daartussen. Ook waren er langere perioden van mieserregen. De 180 km hadden we rond twaalf uur erop zitten. Bij het binnenrijden van Auxerre ontwaarden we een Aldi dus werd er voedsel en drinken ingeslagen. Geen vers-bakafdeling dus de eerste baguette liet nog even op zich wachten. De CP lag direct aan de oever van de Yonne. Een gewone mixparking dus beperkt plaats, maar wel zicht op het water en de boten. Het weer zag er inmiddels wat vriendelijker uit en het was droog. Mooi toch?! Na het settelen wandelden we via de nabijgelegen voetgangersbrug over de rivier naar het mooie oude centrum van Auxerre waar we ruim twee uur aangenaam vertoefd hebben. Veel mooie gebouwen, een paar imposante kerken en leuke winkels, winkeltjes èn een boulangerie waar we dan toch onze eerste baguette bemachtigden en uit het vuistje opgepeuzeld hebben. 17 graden en zon, perfect voor deze berg-op-berg-af stadswandeling. We probeerden nog internet te vangen maar er kon geen lijntje gelegd worden. Er trad al een semi-winterslaap in want we lagen rond 22.00 uur te knorren....... Vrijdag 18 oktober. Ondanks dat we kort tegen het centrum van de stad stonden bleek de CP lekker rustig zodat we 10 uur(!) vulden met slapen. Rond negen uur vertrokken we om naar Mennetou-sur-Cher (iets ten noord-westen van Vierzon) te rijden. Een rit van 160 km die deze keer door opvallend mooi landschap voerde. De Route-National was rustig dus het schoot lekker op. Onderweg kregen we een telefoontje van onze dochter die vertelde dat ze succes had met een lopende sollicitatie. Fijn bericht!! De nieuwe functie zou veel meer aansluiten op haar interesses en over het algemeen prettiger werktijden opleveren. Mennetou-sur-Cher: Een eenvoudige maar leuk gelegen CP, gratis, ook de saniservice. Geen stroom. Een aangename verrassing was dat op korte afstand een middeleeuws vestingstadje lag. Kleinschalig maar erg mooi. Na een uitgebreide bezichtiging maakten we nog een stevige wandeling in de omgeving, daarbij een stuk van de Cher-oever volgend.
Het weer, rond 18 graden en overwegend zonnig, maakte deze activiteiten aangenaam. Bij de camper aangekomen werd er gepuzzeld om de volgende bestemming vast te stellen. In deze regio van Frankrijk zijn de CP's niet dicht gezaaid. We waren vooral afhankelijk van de Duitse Bordatlas want de geïnstalleerde app op onze recente aanwinst, een tablet, was toch niet zo eenvoudig als we gedacht hadden. Deels zal dit te maken hebben met onze beperkte tablet-vaardigheden en de kwaliteit van het apparaat, ook het gemis van WiFi-mogelijkheden speelde hier parten. Maar....: Dit puzzelen zien we dan ook maar als een stuk tijdverdrijf. We bleven in grote lijnen richting zuid-west rijden om in regio Biarritz aan de Atlantische kust te komen. Biarritz stond op ons lijstje om weer te bezoeken. Of het er van zal komen? Afwachten! In de namiddag borrelde nog een golf energie op en maakten we weer een wandeling, genietend van de fraaie herfstmiddag. De avondmaaltijd willen we vermelden omdat het zo lekker was: Gemengde zeevruchten (mosselen, garnalen en stukjes inktvis) gebakken in olijfolie met knoflook en daarna door couscous........ Jammie! Zaterdag 19 oktober. Zuid-west, dus. Na de koffie en saniservice opweg. Uit de wat karige gegevens hadden we een CP in regio Limoges geprikt: Oradour-sur-Glane. Op de landkaart stond aangegeven dat hier een bezienswaardigheid was, zonder verdere omschrijving. Het was een rit van dik 200 km maar het grootste deel ging over een tolvrije autoweg dus dat schoot lekker op. Onderweg even van de autoweg om bij de Carrefour bij Souterraine te tanken. Scheelde toch ruim 15 cent t.o.v. de tankstations langs de autoweg. Het landschap werd steeds boeiender maar ook meer berg-op-berg-af. Even vóór Limoges verlieten we de autoweg om via een goede secundaire weg de standplaats Oradour-sur-Glane te bereiken. Een fraai aangelegde CP waar ruim plaats was. Gratis, water en stroom (hadden wij niet nodig) via jetons. Inmiddels waren we er achter waardoor het stadje bekend was. Er ligt een macaber ruïne-stadje, het oude Oradour, waar juni 1944 de Duitse Nazi's als een vergeldingsactie gruwelijk huisgehouden hebben. Vrijwel alle inwoners zijn afgeslacht en daarna is het hele stadje in brand gestoken. Als herinnering en, vooral, als waarschuwing is het oude stadje in de desolate staat gelaten. Er is een infocentrum ingericht met permanente tentoonstelling over het dramatisch gebeuren. Wij hebben een wandeling door het ruinedorp gemaakt, een zéér beklemmende ervaring......... Toch, vinden wij, horen confrontaties met dit soort dingen bij onze reizen. Een bezoek aan het museum hebben we vanaf gezien, de wandeling was al deprimerend genoeg. Omdat het 'Stadje der martelaren' zoals het ook wel genoemd wordt redelijk ver van de CP aflag hadden we niet alleen een indrukwekkende confrontatie maar ook een stevige wandeling. Het weer? Overwegend zonnig en rond 24 graden! Terwijl Fred siësta hield heeft Els lekker buiten zitten lezen. Tegen het vallen van de avond hoorden we de eerste krekel.......(cicade?) Zondag 20 oktober. Gedurende de nacht werden we gewekt door twee kort maar krachtige onweersbuien. Toen we rond kwart voor negen opstonden was de hemel blauw en scheen de zon uitbundig. Prima omstandigheden om de voor ons liggende circa 90 km te overbruggen. Deze keer via secundaire wegen maar het landschap, de noordelijke Perigord, maakte dat dit geen straf was. We reden naar Brantôme, een mooi stadje benoorden de grote stad Perigeux. Hier waren we al eerder en toen beloofden we onszelf dat we er zouden terugkeren. Dus: Brantôme, belofte ingelost. We waren dan ook snel aan de wandel om van het stadje te genieten èn om verse baguettes te kopen. Nog even terug naar de camper voor de brunch en toen verder met de wandeling. Heerlijk weer, rond 25 graden bij strakblauwe hemel. Vooral de deels in grotten ingebouwde winkels en huizen maakten weer indruk. Het stadje wordt ook wel omschreven als Frans Venetië omdat het door verschillende stromen en kanaaltjes doorsneden wordt. Na ruim twee uur wandelen hadden we het oude centrum echt helemaal doorkruist. Fred signaleerde een ijsvogeltje dat met TGVsnelheid langs de oever vloog. Niet kunnen fotograferen maar ter compensatie poseerde een hagedis voor hem. Aardig gebaar. Was de CP bij aankomst nog maar dunnetjes bezet, tegen de avond stond deze behoorlijk vol. We boften dat we een stabiele en droge plaats vonden want de CP bestaat voornamelijk uit grasland en daarvan was een groot gedeelte nogal modderig. Bij ons vorig bezoek hadden we dan ook wat probleempjes bij het wegrijden. De CP vraagt 4 euro voor overnachting en vers water kost 2 euro. Er is mogelijkheid voor saniservice. We stoeiden nog even met onze navigator en de uiteenvallende atlas om de route voor de volgende dag te bekijken.
Door ervaring wijzer geworden volgen we de navi niet meer blindelings want ze heeft ons vaker wel heel erg enge wegen en weggetjes opgestuurd. Co-piloot Els is dan ook steeds bezig om kaart te lezen en waar nodig de route aan te passen. Voor de volgende dag werd Cadillac (zoals die Amerikaanse auto's) als bestemming gekozen. Dit plaatsje ligt iets ten oosten van Bordeaux. Beloofde afstand: circa 140 km. Maandag 21 oktober. Brantôme werd rond negen uur verlaten en we trokken verder, richting zuid-west. De navi loodste ons via secundaire wegen diagonaal door de prachtige streek van Perigord-Dordogne. Indrukwekkende landschappen en op plaatsen dito rotspartijen langs en half over de weg. We misten alleen de zwermen ganzen die we voorheen wel zagen in deze contreien. Na ruim drie uur rijden, best lang voor 140 km, bereikten we Cadillac. Els merkte het als eerste: Hier hebben we al eens overnacht. Aan die overnachting hebben we geen prettige herinnering want toen was het 'snachts stevig gaan sneeuwen en kwamen we ternauwernood het stadje weer uit. We wandelden een stevig stuk door en rond het stadje en constateerden toen dat we het eigenlijk niet zo leuk vonden. Niet lang treuzelen en, mede vanwege het lekkere weer, nog maar 135 km eraan geplakt en doorgestoken naar Mimizan-plage aan de Atlantische kust. Een wat makkelijker route met zelfs nog een stuk autoweg zodat we nu met 2 uurtjes aan de voet van de duinen stonden. Aardige CP maar daarom kostte deze ook 8 euro per 24 uur. Stroom en sani inclusief, dat wel. De camper stond nog maar net of we waren opweg voor de strandwandeling. Heerlijk! De hoge golven maken de stranden langs de Atlantische kust voor ons zo bijzonder. We wandelden nog een stukje door het stadje: Een typische strandkustplaats met veel appartementgebouwen en vakantiewoningen en veel winkeltjes en horeca. De uitbaters hielden het qua seizoen kennelijk voor gezien want de meeste zaken waren dicht. Gelukkig was er toch wat volk op straat want anders komt het echt over als een spookstad. De CP was overigens goed bezet, nog enkele plaatsen waren vrij. Het avondmaal was improviseren want we hadden gegokt dat er een supermarkt nabij de CP zou zijn. Niet dus. Na het eten zijn we weer even naar de top van de duinen gewandeld om naar waveboarders en de zonsondergang te kijken. Terug bij de camper even onze dochter gebeld om te melden dat we bij 25 graden aan het strand hadden gewandeld. Gelukkig hadden zij ook een heerlijk korte-broeken-T-shirt weekend gehad. Voor de volgende dag namen we ons voor om niet zo ver te rijden. We hoopten een plaatsje te vinden op een CP 65 km zuidelijker en nog steeds aan de kust. Benieuwd of dat zou gaan lukken. Dinsdag 22 oktober. Na de koffie even de 8 euro helemaal uitbuiten: Uitgebreide sanisevice. Rond tienen werd de betaling verricht via een magneetkaartjessysteem en afrekenen met de bankpas. Een voor ons nieuwe manier dus even spannend. De slagboom ging open, operatie geslaagd. Aan de rand van Mimizan-stad was een Carrefour dus maar weer de tank volgooien en brood en groente kopen. Toen doorkachelen door het typische landschap met uitgestrekte naaldbossen, hier en daar een dorpje of stadje. De beoogde camperplaats werd makkelijk gevonden: MessangesPlage. Ligging was in een mooi, natuurlijk duingebied en op 5 minuten lopen van het uitgestrekte strand. Er was mogelijkheid om afval te lossen, verder geen voorzieningen en gratis. Het weer was niet denderend. Voortdurend heel lichte regen waarvan je niet nat werd maar ook niet echt droog bleef. De temperatuur was echter aangenaam, ruim boven 20 graden. Dit ja-nee-regenen duurde voort tot in de namiddag, toen werd het droog en brak de zon af en toe door. Ondanks het gedruppel werd een flinke strandwandeling gemaakt en na een siësta nog maar een wandeling naar de andere kant. Dit was heerlijk maar wel stevig werken door het overwegend rulle zand. Onze conditie begon langzaam weer op peil te komen.....! De volgende standplaats zou de voorlopig laatste in Frankrijk zijn want daarna zouden we Spanje binnenrijden. Woensdag 23 oktober. Na een zeer rustige nacht werden we gewekt door de zon die door de schaarse kieren van de camper scheen. Strakblauwe lucht! Alleen daardoor begon de dag al prima. We hadden St. Jean de Luz, dicht tegen de Spaanse grens, uit de documentatie geprikt: Er zou daar een fraai stadje op ons wachten. Om hier te komen moest er behoorlijk gemanouvreerd worden door de steden Bayonne, Biarritz en nog wat plaatsen, in feite één aaneengesloten agglommeratie. Laat de beoogde camperplek overvol zijn, er kon zelfs geen fiets meer bij! We wisten dat er in Hendaye ook een CP was dus nog maar een paar kilometertjes verderrijden. In Hendaye stond al een richtingbord naar de CP. Deze hebben we makkelijk gevonden maar deze bleek opgeheven te zijn…..!
Dan maar naar de dichtsbijzijne CP die we bij onze POI’s (Point of Interest) op de navi vonden. Dit was al in Spanje, de naam is, vanwege een beetje ergernis, ontschoten. De CP werd gevonden maar dit was echt drie keer niks. Het mooie weer, ruim 25 graden, belette ons om de P in te krijgen. Weer op de kaart turen en toen de navi Zumaia ingegeven. Deze plaats, circa 25 km westelijk van San Sebastian, kenden we we maakten hier begin 2013 carnaval mee- en verdiende een herbezoek. Het laatste stuk van de aanrijroute was een prachtige kustweg met zicht op de rotsachtige kust van de Golf van Biscaye. De CP ligt in een industrieterrein maar het riviertje en de wandel- en fietspromenade direct naast de campers maakten veel goed. Ook het zicht op de beboste rotshelling was mooi. De plek was gratis en er is mogelijkheid voor sani-lozen en water pakken. Doordat we drie keer een CP oversloegen hadden we er deze dag 145 km opzitten. We waren al vrij snel aan de wandel, via de promenade naar het stadje en langs het haventje naar de pier die de riviermonding afschermt voor eventueel ruw weer. In het achterland zagen we bergtoppen, vermoedelijk uitlopers van de Pyreneën. Mooi!
Donderdag 24 oktober. Vandaag trekken we verder door het Baskenland. Dacht Fred nog een paar woordjes Spaans te kennen, hier staat vrijwel alles in de taal der Basken geschreven en dit lijkt in niets op Spaans. De dichtstbijzijnde plaats waar we CP-info over hadden was Bormeo, ook een kustplaats met een haven. Leek ons wel wat dus waren we alweer redelijk vroeg opweg. De rit van ruim 75 km leek wel 120 km. Prachtig, dat wel, maar een groot gedeelte ging door pittig berglandschap. De versnellingshandle dreigde warm te lopen, zo vaak moest er geschakeld worden. De motortemperatuur gedroeg zich netjes, dat was geruststellend. We hadden terecht gekozen om dit gedeelte van Spanje nader te verkennen. Landschappelijk erg mooi en groen en de wegen zijn doorgaans in prima staat. Er loopt ook een Autopista, een perfecte autoweg welke grotendeels tolplichtig is. De tolgelden schijnen mee te vallen, misschien dat we dit later nog zouden ervaren. De door ons gereden route leidde langs stukken van de Jacobs-route naar Santiago de Compostella, we zagen verschillende pelgrims en ons respect voor die mensen is alleen maar toegenomen. Het was even worstelen om door Bormeo te rijden, een wirwar van straten, kenmerkend voor een tegen berghellingen gebouwde stad. De gratis CP was een soort mixparking boven in de stad, er stonden enkele campers en caravans maar die leken daar in een soort winterstalling te zijn geplaatst. Primitieve sani en vuilnisbakken aanwezig dus bruikbaar. Een paar honderd meter lopen en een mooi uitzicht op de Golf van Biscaje. Langs de grillige en rotsachtige kust wandelden we via veel trappen en trapjes, deels uit marmer, naar de haven. Zoals meestal was dit een fraai en levendig decor, vooral vanwege de hellingen rondom. Her en der in de stad stonden fraaie bronzen beelden en beeldengroepen. Ook een paar imposante gebouwen, kerken en huizen, vaak 8 a 10 etages hoog en in grote variatie van bouwstijlen en kleuren. Hier tussenin straten, steegjes en verschillende fraaie parken waar veel senioren zaten te genieten van het heerlijke weer. Zonnig en 25 graden. Dit alles hield ons ruim 3 uur bezig, niet geheel tot genoegen van de kuiten. Na een goede middagpauze deden we in de namiddag nog een ronde waarbij het opvallend veel drukker was in de stad. Tegen het invallen van de duisternis waren we terug in de camper, moe maar voldaan! Fred ging nog kijken bij het stadion waar voetballers trainden, specifiek op spelhervattingen rond het doelgebied.
Vrijdag 25 oktober. Na een rustige nacht zetten we koers naar Islares ten noord-westen van de erg grote stad Bilbao. Deze keer een overwegend makkelijk rit want de afstand van circa 50 km bestond 90% uit tolvrije Autopista. De primitieve parkeerplaats zonder specifieke vermelding als CP werd simpel gevonden. Na de stedelijke CP in Bormeo was dit een openbaring. Vlakbij een kleine baai, omgeven door bizarre rotspartijen en vrij hoge kale bergen op de achtergrond. Omdat we onderweg geen bakker hadden aangedaan maakte Els met ‘reservebrood’ wentelteefjes als uitgesteld ontbijt. Hierna de wandelstappers aan en werd begonnen aan een avontuurlijke wandeling door de omgeving. We volgden een soort van wandelpad, klimmend en klauterend over de grillige rotsblokken. Steeds namen we de tijd om de mooie omgeving te bekijken. Tot onze verbazing lagen er her en der tussen de rotsen en zeer smalle paadjes vrij veel keutels. De producenten zagen we niet……. Op een soort plateau liep het wandelpad (nouja, pad……) dood bij een omheind veld met koeien. Toen we weer terug waren van het klauterpad ontwaarden we een groep geiten in het gebied waar we door struinden, kennelijk waren dat de drollenmakers. Inmiddels begon het vrij druk te worden rondom de parkeerplaats. Op de landtong lagen verschillende horecazaken die kennelijk de gasten lokte. Begrijpelijk, de omgeving was erg uitnodigend. Vlakbij de CP lag een grote camping maar die was gesloten. We wandelden ook nog door het dorpje Islares maar dit had niets te bieden. Er lag een groot project met vakantiewoningen maar ook hier was het mes in het varken blijven steken zoals we dat eerder al vaak zagen langs de Middelandse zeekust. Kennelijk ook hier de invloeden van de crisis. We hadden geen Carrefour kunnen vinden om onze internetstick te activeren en vrije verbindingen? Niets! Dat was al 10 dagen zonder internet! Fred vertoonde afkickverschijnselen!
Bijzonder waren de rotsen op de rechtse foto: Dit leken van dichtbij enorme koralen. In de vele uitsparingen waar water instond flitsten garnalen en krabbetjes weg. Interessant! Het bleef merkwaardig druk aan de doodlopende weg, kennelijk allemaal restaurantgasten die het weekend inluidden. Gedurende de nacht was het rustig.
Zaterdag 26 oktober. Na de koffie liepen we nog even een klein rondje om van het uitzicht over de baai te genieten en toen naar de volgende bestemming, benieuwd wat daar te zien was. Santoña heette de havenstad. Een ritje van ongeveer 30 km, alweer grootdeels via de Autopista. In de stad aangekomen was het even zoeken naar een standplek, we hadden deze keer geen GPS-coördinaten. Plek gevonden, een mixparking die niets te bieden had. Het kriebelde want bij de doortocht door de stad was het veelbelovend. Inderdaad: Een prachtige, langgerekte boulevard met levendige tafrelen op het water tegen een bergachtig decor. Genieten dus alweer. Her en der in de stad zagen we ook nog campers geparkeerd, soms op de meest merkwaardige plaatsen. Het viel alweer op dat er niet of nauwelijks buitenlandse campers waren. Sinds we door Spanje tuften zagen we 3 Duitse en een enkele Franse camper. Vreemd, want deze noordkust is eigenlijk mooier dan de Middelandse zeekust. Het schijnt dat in dit gedeelte van Spanje, Cantabrië en Gallicie, het weer erg slecht kan zijn. Wij hadden veel geluk want het bleef mooi. Ruim 25 graden en overwegend zonnig. Na de uitgebreide promenadewandeling gingen we via het centrum terug. Hier waren opvallend veel vismarkten en –marktjes. Kennelijk het hoofdbestaan voor deze stad. Na een korte pauze, nodig om het verse brood soldaat te maken, wandelden we, stevig berg-op, naar de burcht die boven de haven uittorent. Beloning was een prachtig panorama.
Omdat de standplaats totaal karakterloos was besloten we na de 3 uur durende wandelexcercitie verder te rijden naar een stek waar we begin februari 2013 al eens waren. Een CP bij een groot natuurpark bij het gehucht Cabarceno, een stukje het binnenland in. Nog een stukje van 25 km tuffen, ook weer Autopista. Deze keer was er leven in het park. In het mooi natuurgebied zagen we, o.a., olifanten. Op en rond de CP genoten Spaanse families van hun vrije zaterdag. We zijn het park niet ingegaan, entree van 14 euro p.p. vonden we pittig en aan de randen hadden we ook een mooi vieuw. Alweer rondom het decor van bergen….. Een prachtige dag kon aan de steeds langer wordende lijst toegevoegd worden! Zondag 27 oktober. Even na achten stond het koffiewater op en na twee mokken p.p. nog even langs het sanipunt en toen opzoek naar een LPG-station in Santander om de fles bij te vullen. Als we ooit blij waren met onze navi, dan vandaag wel! Het station lag ergens in een verstopte achterafwijk van Santander. Het verbaasde ons hoe men ertoe gekomen was om hier een tankstation te bouwen! De pompbediende sprak vloeiend spaans en was zeer behulpzaam bij het vullen van de gasfles. We hebben 4 verschillende aansluitingen en zouden daarmee Europadekking hebben. Niet dus. Gelukkig had de pompenist ook nog een kistje met hulpstukken en wist daarmee uiteindelijk de fles weer vol te krijgen. We konden er weer een tijd tegenaan! Gelijk ook maar afgetankt en een brood gekocht en toen weer zigzaggend door smalle straatjes en steegjes naar de rondweg van Santander. Ons prikpunt voor vandaag was Comillas, een mooi stadje met een klein haventje en een prachtige kust waar zelfs een stukje strand bij was. Geen echte CP maar een grote mixparking waar campers gedoogd werden en uitzicht op zee. Het weer was nog steeds zomers dus snel brunchen en aan de wandel. Eerst naar de robuuste pier die het haventje beschermde en toen via een mooi wandelpad een stuk kust volgend. Ook hier weer ruig en bizar en aanmerkelijk meer en hogere golven dan bij onze laatste stop.
Natuurlijk wandelden we ook door de mooie oude binnenstad om uiteindelijk weer bij het zandstrand aan te komen. Hier de grote voetwassing. Lekker op de blote voeten door het zeewater, voor lief nemend dat af en toe een golf tot bijna aan het kruis kwam….. De wandeling had ons toch weer bijna drie uur beziggehouden. Fred, u raadt het al, pikte zijn siësta (had niet erg best geslapen) en Els genoot met haar elektrische boek aan het strand. Mooie zondag vonden ook de Spanjaarden die goed vertegenwoordigd waren. En……..Alweer nauwelijks niet-spaanse auto’s. En…..Nog steeds geen internet!
Maandag 28 oktober. “T’is weer voorbij, die mooie zomer” neuriede in onze oren bij het opstaan. Na een wat onrustige nacht, het brullen van de branding en af en toe forse windstoten zorgden voor wat onderbrekingen, was het nog steeds erg winderig en regende het. Geen pijpestelen, maar toch. Ook kon een warm vest geen kwaad want het was behoorlijk fris. Daarom maar niet lang gedraald en begonnen aan een redelijk forse etappe van tegen de 200 km. De camperplaatsen zijn in dit deel van Spanje dun gezaaid. We dachten terug aan het gesprek dat we zondags met 2 aardige mensen hadden die net zo redelijk Engels brabbelden als wij. We vroegen waarom deze meer dan mooie streek niet veel intensiever bezocht werd door buitenlandse toeristen. Zij gaven als verklaring dat het hier qua weer vaak slecht en sterk wisselend was. Veel regen, vaak mist, vaak stormachtig en zeer plotselinge wisselingen. Okee, dit maakten we nu dan mee! Vrijwel de hele rit waren de ruitenwissers in beweging. Niet op volle toeren maar stilzetten was er niet bij. Niet dat dit ons belette om van het voordurend wisselend maar steeds boeiend landschap te genieten. We reden o.a. langs de voet van de Picos de Europa, een gebergte met toppen tot bijna 3000 meter. Steeds weer waren er uitzichten over de Golf van Biscaye en, helaas konden we er niet bijkomen, we zagen in het voorbijrijden een heuse geyser spuiten. Kort voor de dagbestemming, Cudillero, hield de miezer op en klaarde het op. Het bijna letterlijk binnenvallen van Cudillero via een steile haarspeldweg was overweldigend. Een haven, omgeven door een erg hoge en lange pier waar bij tijd en wijle de golven zelfs overheen spoelde. Een aardige Spanjaard kwam ons tegemoet en maakte duidelijk dat we vooral niet over de pier moesten gaan wandelen, levengevaarlijk bij deze wind. Gracias señor! Ook maar niet gedaan, al was de verleiding groot. We plaatsten de camper op een grote parking bij de haven. Geen echte aanduiding gezien maar ook geen verbod. De Guardia Civil reed een paar maal voorbij maar nam geen notitie. Er stond bij de stadsingang, iets verderop, wel een inrijdverbod voor campers. Vanuit de camper zicht op de haven met kleurige boten en bootjes die rusteloos heen en weer deinden op de kennelijk zeer lange deining van de oceaan. Voorbij de haven het schilderachtige stadje met veelkleurige huizen, halfrond en tegen de steile hellingen gebouwd. Een plaatje! Het voerde dus weer tot een sportieve wandeldag met veel klim en klauterwerk. Zwaar maar bijzonder mooi was het gedeelte via kleine trapjes in smalle steegjes naar de bovenzijde van de stad waar een uitzichtpunt en –toren waren aangelegd. Lang hebben we hier zitten genieten van het magnifieke uitzicht over de stad, de haven en de onstuimig golvende oceaan. De golven beukten, soms meer dan 10 meter hoog, tegen de rotsen en hoge kademuren. En dat terwijl de temperatuur best aangenaam was met een extra vest en de zon ook haar best deed. Aan de ingang van het stadje vonden we, een beetje verborgen, een tunneltje waaruit een beek stroomde maar waar ook mensen doorheenliepen. Dat maakte nieuwsgierig dus gingen ook wij de best wel lange tunnel in. Was dit de voetgangersafkorting van centrum naar haven. Grappig! Aan de muren van verschillende loodsen waar de binnengebrachte vis en aanverwanten verwerkt werden hingen, als een soort jachttrofeeën, haaienvinnen.
Alweer waren we erg blij dat we voor deze aanvliegroute naar Portugal gekozen hadden, het was een aaneenrijging van Oh en Ah-momenten! Inmiddels hadden we ook vastgesteld dat de Autopista de Cantabria geheel tolvrij was. Het plan bestond nog steeds om door te rijden naar het meest westelijke punt van Europa, of dit zal lukken? Coruña en Santiago de Compostella stonden nog steeds op de verlanglijst, evenals Capo Fisterra, echt het meest westelijke punt. De begaanbaarheid van de wegen zal hierin bepalend zijn, want bij twijfel volgen we niet blind de navigatie, die heeft ons al vaker in benarde posities gebracht. Dinsdag 29 oktober. Gedurende de nacht waren er stevige stortbuien en daartussendoor mieser. Dit heeft overigens weinig van onze slaap gestolen. Er was geen sani-punt dus waren we alweer redelijk vroeg in beweging. We hadden de kustplaats Burela als bestemming, gevonden in een Engelstalige gids die we in januari 2013 in Spanje kochten. Zou 120 km rijden zijn met grote stukken Autopista, moest te doen zijn. Nu wisten we nog van begin dit jaar dat in dit deel van Spanje op veel plaatsen aan deze Autopista gewerkt wordt om hem volledig door te trekken naar de westpunt.
Hiervoor moeten indrukwekkende kunstgrepen zoals zeer hoge viaducten, tunnels en tegen steile hellingen aangeplakte wegdelen aangelegd worden en zoiets vlot niet heel erg. De navy werd er radeloos van. Omdat er steeds nieuwe stukjes Autopista beschikbaar komen die nog niet op haar kaart staan stotterde ze van het steeds weer herberekenen. Het gevolg was dat we, ondanks het op kaart volgen van Els, aan ons gestelde dagdoel voorbijschoten. In de een stuk landinwaarts gelegen stad Mondoñedo ontdekten we CP-borden langs de weg en deze brachten ons op een CP die in haar vrije tijd kennelijk dienst doet als veemarkt. Er was zelfs sani-mogelijkheid, geen voltjes maar wel gratis. Er stond zowaar in 3 talen dat er geen campingactiviteiten en zelfs geen levelers gebruikt mogen worden. Okee, dan maar een beetje scheef staan en alleen vast voedsel eten…..! Heel regelmatig speelde de nabijgelegen kerk een elektronische variant van “In Lourdes op de bergen verscheen Mari-i-a” Kennelijk een service aan de pelgrims want de stad ligt immers aan de Santiago-route. Het werd weer een trainingsdag voor de kuiten maar de historische kern was het bezoek meer dan waard. Het was erg wennen dat er auto’s met behoorlijk tempo door de enge straatjes en steegjes zoefden. Aardig was het dat meneer pastoor ons persoonlijk rondleidde in de mooie kathedraal. Hij sprak daarbij zelfs een beetje Duits-Engels-mix. Deze eer viel ons te beurt omdat hij het prachtig vond Nederlanders te mogen ontvangen, kennelijk bijzonder in deze streek. Hij offerde er zelfs een deel van zijn siësta voor op! Toen we na de rondleiding buiten kwamen werden we gezegend, ditmaal door Pluvius. Het weer? Erg wisselvallig maar niet echt slecht. De stad Mondoñedo heeft (had..?) een beroemde man onder haar bewoners: De Koning van de Taarten. Deze banketbakker heeft gedurende een reeks van jaren zeer hoge prijzen verdiend met zijn taarten. Er is een museum en een standbeeld aan de rand van de stad aan hem gewijd! Wat ons opviel: Bij alle huizen waar we naar binnen gluurden was er achter de vaak fraaie voordeur een hal, soms klein, maar het was er. Ook waren er veel erkers en balkonnetjes, zo klein dat er maximaal 2 personen met ingetrokken buik konden staan. De omgeving van de stad was uitgesproken bergachtig, een middelgebergte. Tijdens de wandeling vond Els walnoten en tamme kastanjes, dat werd grabbelen! Dit werd zelfs het hoofddoel van een tweede wandeling in de namiddag. Dit actief-zijn zorgde voor een bere-honger dus genoten we dubbel van ons avondmaal, o.a. tomatensalade van tomaten uit de tuin van de winkelier. Oerlelijke vruchten maar heerlijk!
Woensdag 30 oktober. Onze lijven hadden kennelijk genoeg slaap gehad want om 7.15 uur waren we wakker. Het was nog nacht! Op het gemak koffie gedronken, in afwachting van de dageraad. Toen het voldoende licht was zijn we uitgebreide saniservice gaan doen. Alles rijd-vast zetten en alweer klaar voor de volgende etappe. Bestemming: circa 40 km verderop, bij het stadje Guitiriz. Vanuit Mondoñedo was het gelijk klimmen tot rond 400 m. boven zeespiegel. We waren in de wolken! Niet emotioneel maar wel qua werkelijkheid. Vrijwel constant dichte tot zeer dichte mist. En ook nog vanwege een wegomleiding (of gemiste afslag?) ipv 40 km 80 km afgelegd tot de bestemming. De CP lag bij een thermehotel en volgens de borden in een mooie omgeving maar helaas nog steeds in de mist en daarbij behoorlijk fris. Prima CP, met sani en stroom en helemaal voor noppes. Toch besloten we verder te rijden, onder de wolken uit want die mist beviel ons helemaal niet. Motor starten en hop, daar gingen we weer. Na ongeveer 10 minuutjes rijden hadden we strakblauwe hemel en zonneschijn! Inmiddels waren we ook al 300 m gedaald.
We reden naar A Coruña waar de gids een mooie CP beloofde. Inderdaad, Na nog eens 80 km en een beetje gemanoeuvreer langs A Coruña-stad kwamen we op de bestemming. Een royale CP met schuine ondergrond van keien en sanivoorziening. Geen stroom, Gratis. Na het zo goed als mogelijk rechtzetten van de camper gingen we genieten van de eerste indruk. Uitzicht op een piepklein haventje en rotsachtige kust met bruisende golven. Dit verveelt echt niet. Zeker niet met het nog steeds stralende weer. We waren alweer snel aan de wandel. Er loopt een mooie wandelpromenade van ’n kilometer of drie naar A Coruña, de stad. Een fijne wandeling. We kwamen onderweg een sculptuur tegen dat vermoedelijk is gebouwd door Obelix. In deze streek heeft hij en zijn maatje Asterix lang vertoefd. Ook zagen we een heel bijzondere kabeltrein die naar de top van de San Pedro-berg voerde. Verder wandelend ontmoetten we nog een octopus en een fraaie, moderne obelisk. De vieuw over de stad was mooi maar verleidde ons niet om het drukke stadsgewoel in te gaan. Nadat we gedienstig een foto hadden gemaakt van een Spaans echtpaar vroegen we waar we de Carrefour konden vinden. Dit wisten ze in een soort Europa-mix-taal duidelijk te maken. Deze hypermarkt zochten we om onze internetstick te activeren en wat prepaidtegoed bij te tanken. Bij de camper bleek dat we daar geen signaal hadden, nog steeds geen internet….. Omdat we er toch waren kochten we brood, kaas en een pak melk om op een bankje met schitterend uitzicht lekker op te peuzelen. Toen werd het tijd om weer richting camper te gaan want de zon verloor snel aan kracht en het koelde gevoelig af. Even wat warmer aangekleed en Els dook in haar e-book en Fred breide weer een stuk aan dit verslag en de foto’s. Veel foto’s verschijnen tzt op onze fotowebsite Het leek erop dat we nog een dag zouden blijven, een beetje afhankelijk van het weer.