"Dierentuin" - afgedrukt door DramaOnline
Dierentuin Inleiding Introductie Dierentuin Groepen:
1/2
Techniek:
Toneelspel
Tijdsduur:
5 minuten
Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: Kring
De kleuters maken in deze dramales een reisje naar de dierentuin. Ze beginnen met het nabootsen van dierengeluiden, waarbij ze goed naar elkaar luisteren. Hierna beelden ze ook met hun lichaam dieren uit. In de kernopdracht spelen de leerlingen klassikaal een dier met een probleem. Hierbij wordt aandacht besteed aan tegenstellingen, sorteren en tellen. Vraag de leerlingen of ze weleens in de dierentuin geweest zijn. Welke dieren hebben ze daar gezien? Welke dieren horen niet in een dierentuin? Kunnen de leerlingen voorbeelden noemen van grote/kleine dieren, snelle/langzame dieren, vliegende/zwemmende dieren?
Warming-up klassikaal Brullen als een leeuw Groepen:
1/2
Techniek:
Toneelspel
Tijdsduur:
5 minuten
Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: Kring
De leerlingen zitten op hun stoel in de kring. Verdeel de kring in vier delen, waarbij u ieder deel een dierennaam geeft, zoals leeuwen, olifanten, slangen en papegaaien. Vervolgens steekt u uw hand omhoog en noemt een dierennaam. Alle leerlingen met die naam maken tegelijkertijd het bijbehorende dierengeluid. Wanneer u uw hand weer omlaag doet, stopt het geluid. Dit herhaalt u met verschillende dierennamen. Tip: U kunt af en toe dierennamen noemen die niet in het spel zitten.
Warming-up groepjes
Pagina 1 van 5
"Dierentuin" - afgedrukt door DramaOnline
Leeuwenorkest Groepen:
1/2
Techniek:
Toneelspel
Tijdsduur:
5 minuten
Groepsverdeling: Groepjes Beginopstelling: Kring
De leerlingen zitten in een kring. Ze blijven verdeeld in de dieren die u in de vorige oefening genoemd heeft. U noemt nu een bekend kinderliedje, bijvoorbeeld "Vader Jacob". Wanneer u een dierengroep aanwijst, zingen de leerlingen het liedje door middel van hun bijpassende dierengeluid. Als u een volgende groep aanwijst, stopt de vorige groep en nemen de andere dieren het liedje over in hun eigen dierengeluid. Wissel steeds sneller tussen de dierengroepen. Deze oefening kunt u een aantal keer herhalen met verschillende liedjes.
Kern Dierenverzorger Groepen:
1/2
Techniek:
Toneelspel
Tijdsduur:
5 minuten
Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: In de ruimte
De stoelen worden wat naar achteren geschoven, waardoor een grotere kring ontstaat. De leerlingen bewegen door de ruimte in de kring. In het midden staat een stoel. Eén van de leerlingen, de dierenverzorger, mag op de stoel gaan staan en een dier noemen. Bij voorkeur een dier van ver weg, bijvoorbeeld een pinguïn of giraf. De overige leerlingen bewegen door de ruimte als dat dier, waarbij ze geluid mogen maken. Hierna mag een volgende dierenverzorger op de stoel een dier noemen.
Pagina 2 van 5
"Dierentuin" - afgedrukt door DramaOnline
In je hok Groepen:
1/2
Techniek:
Toneelspel
Tijdsduur:
5 minuten
Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: Kring
De leerlingen zitten in de kring. In het midden van de kring is een denkbeeldig hok in de dierentuin. U bent de directeur van de dierentuin en bent op zoek naar een aantal bijzondere dieren. U noemt telkens een aantal en/of soort dier. De leerlingen zorgen ervoor dat telkens de genoemde dieren in het hok terecht komen. Zij beelden hierbij de dieren uit. Welk dier dat is, mogen zij zelf weten. Bij "dieren op vier poten" kunnen dus zebra's, olifanten en beren door elkaar lopen. Wanneer u er een getal bij noemt, is het belangrijk dat het juiste aantal dieren in het hok komt. U kunt de leerlingen hierin begeleiden. Als u geen getal noemt, bijvoorbeeld "grote dieren" dan mogen alle leerlingen een dier uitbeelden. Nadat de dieren in het hok kloppen, gaan deze leerlingen terug in de kring zitten en noemt u een nieuw dier. Voorbeelden: grote dieren kleine dieren langzame dieren snelle dieren dieren op twee poten dieren op vier poten dieren die kunnen vliegen dieren die kunnen zwemmen lieve dieren gevaarlijke dieren 3 olifanten 8 tijgers meer tijgers nog meer tijgers minder tijgers 10 slangen
Pagina 3 van 5
"Dierentuin" - afgedrukt door DramaOnline
In je hok (met probleem) Groepen:
1/2
Techniek:
Toneelspel
Tijdsduur:
5 minuten
Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: Kring
Dezelfde oefening als voorgaand, maar nu met simpel presentatiemoment. De leerlingen zitten in de kring. U noemt een aantal dieren, bijvoorbeeld 8 spinnen. Vervolgens spelen 8 leerlingen in het midden van de kring een spin. Wanneer zij dit een tijdje gedaan hebben, noemt u een probleem dat deze spinnen hebben. Hun poten zitten bijvoorbeeld telkens in de knoop. De leerlingen beelden dit direct uit. Ze mogen hierbij geluid maken. Hierna gaan de leerlingen weer in de kring zitten en noemt u een volgend dier. Introduceer het probleem telkens pas nadat de leerlingen het dier eventjes hebben uitgebeeld. Zorg ervoor dat alle leerlingen een aantal keer aan de beurt komen. Voorbeelden: spin - poten in de knoop giraf - keelpijn olifant - verkouden slurf pinguïn - bevroren papegaai - stem kwijt leeuw - haren vallen uit kameel - verdwaald slang - liefdesverdriet aap - misselijk neushoorn - gebroken been
Afsluiting
Pagina 4 van 5
"Dierentuin" - afgedrukt door DramaOnline
Ik zag twee beren Groepen:
1/2
Techniek:
Toneelspel
Tijdsduur:
5 minuten
Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: Kring
De leerlingen zitten in de kring. U zingt met hen het liedje "Ik zag twee beren". Wijs twee leerlingen aan die in het midden de beren spelen die broodjes smeren. Herhaal het lied telkens in een versie met een ander dier en handeling. Iedere ronde beeldt een ander tweetal dit dier uit. Laat de leerlingen eventueel ook zelf rijmende handelingen bedenken die passen bij het door u genoemde dier. U kunt uiteraard ook een hoger aantal dieren noemen, wanneer u bijvoorbeeld een grote klas heeft. "Ik zag twee beren Broodjes smeren. Oh, het was een wonder Het was een wonder, boven wonder Dat die beren smeren konden Hi hi hi, ha ha ha Ik stond er bij en ik keek er naar." Voorbeelden: beren - broodjes smeren slangen - de was ophangen mussen - de juffrouw kussen bijen - autorijden koeien - bootje roeien vliegen - een kindje wiegen apen - wortels schrapen poezen - samen douchen vlooien - water gooien slakken - fietsband plakken leeuwen - heel hard schreeuwen apen - nootjes rapen
Pagina 5 van 5