THEMA: TRANSITIE
Dienstverlening ondernemers Kamer van Koophandel en banken vinden zich opnieuw uit
06
Decentralisatie
Gemeenten zien kansen in nieuwe taken sociaal domein
Tijdelijke invulling winkels
Project Tussentijd gaat winkelleegstand te lijf
MAGAZINE VAN STADSGEWEST HAAGLANDEN EN STADSREGIO ROTTERDAM
| nummer 6 - jaargang 2 - december 2013
Colofon #MRDH is een uitgave van de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden. Het blad verschijnt drie keer per jaar en wordt verspreid onder 6.000 relaties.
14
Deze uitgave is tot stand gekomen door samenwerking tussen het Stadsgewest Haaglanden, de stadsregio Rotterdam en de Kamer van Koophandel Den Haag. Uitgave Nummer 6, december 2013, jaargang 2 Het volgende nummer verschijnt in april 2014. Redactieadres #MRDH p/a Stadsgewest Haaglanden Postbus 66 2501 CB Den Haag www.mrdh.nl/magazine tel: (070) 750 15 00 fax: (070) 750 15 01 e-mail:
[email protected]
05
Abonnementen, aanmelden en adreswijzigingen www.mrdh.nl/magazine Hoofdredactie Caroline Schep (Stadsgewest Haaglanden) en Willem Nettinga (stadsregio Rotterdam) Redactie Brigitte Beeks, Martijn Deleare, Pieter Maessen, Nico de Nijs, Cyriel van Rossum, Farid Tabarki, Anneke Verbraeken en Cees van der Wel
07
Fotografie en illustraties Wim Dalebout, Museum voor Communicatie, gemeente Pijnacker-Nootdorp, gemeente Wassenaar, Wim Goutier, Marc Heeman, De Horizon, Mladen Pikulic, Loes Schleedoorn. Concept, vormgeving en uitwerking Sabel Communicatie i.s.m. Sabel Design - Bilthoven
THEMA: TRANSITIE
08
Druk Drukwerkconsultancy - Utrecht Copyright en verantwoordelijkheid De hoofdredactie heeft het voorbehoud op het auteursrecht op de artikelen in dit tijdschrift. ISSN: 2213-2554 Op de cover Ondernemers krijgen in 2014 te maken met een nieuwe KvK. Foto: Mladen Pikulic
14
25
#
MRDH 06 december 2013
20
Nieuwe dienstverlening aan ondernemers De dienstverlening aan ondernemers verandert. Kantoren van Kamer van Koophandel en banken vinden zich opnieuw uit. De digitale dienstverlening breidt zich uit en verbetert met als doel: euro’s voor de ondernemer. Gemeenten maken zich op voor nieuwe taken In 2014 vindt de decentralisatie van rijkstaken zoals jeugdzorg, werk en zorg voor langdurig zieken naar gemeenten plaats. Zij zien geen gevaren meer, maar kansen. Winkelleegstand Verandering van het winkelgedrag en crisis zorgen voor stijging in de leegstand. Tijdelijk gebruik kan het tij keren.
30
33
Moderne KvK voor eigentijdse ondernemer De nieuwe Kamer van Koophandel past goed bij entrepreneurs die ‘out-of-the-box’ durven te denken. Start ROM Zuidvleugel Ontwikkelingsmaatschappij is veel meer dan geldkraan voor innovatieve bedrijfen
VERDER
20
Bevolking groeit in steden Urbanisatietrend zet door en zorgt voor kolonisatie van de publieke ruimte door nieuwe stedelijke gezinnen.
33
36 Ondernemers krijgen in 2014 te maken met een nieuwe Kamer van Koophandel.
Van de redactie | Jaar van transities RUBRIEKEN
04
Kort Nieuws
13
Feiten & Cijfers
18
In Beeld
28
Grenzeloos: Rusland
36
De Plek
OPINIE
07
Column: Trendwatcher Farid Tabarki over de transitie naar de deeleconomie
24
Metropoll
35
Column Cees van der Wel: Kop bij de column
Voor veel organisaties en gemeenten ziet 2014 er niet uit als ieder ander jaar. Zo gaat op 1 januari de nieuwe Kamer van Koophandel van start. Met de sluiting van 26 regiokantoren gaat vanaf dat moment één landelijke KvK Nederland samen met het innovatiecentrum voor ondernemers, Syntens. Ze behouden wel enkele regionale kantoren, waarvan twee in de Metropoolregio. De reorganisatie heeft alles te maken met de veranderende dienstverlening aan ondernemers. Zij willen meer digitale dienstverlening. De Kamer speelt hierop in door actief in te zetten op deze dienstverlening en op informatieverstrekking waar andere partijen niet aan toekomen. In dit zesde nummer van #MRDH vertelt één van de nieuwe regiodirecteuren wat de Kamer straks kan betekenen voor de ondernemer. Het markeert tevens het einde van een langdurige samenwerking tussen de KvK en de redactie van dit relatiemagazine en staat in het kader van veranderingen. Heeft de Kamer alle veranderingen al achter de rug, voor de gemeenten betekent 2014 het jaar van de transitie. Er is een nieuwe regionale samenwerking in de maak in de vorm van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Vervoersautoriteit. De gemeenten bereiden zich ook voor op de decentrale verantwoordelijkheid voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen, die in 2015 gaat gelden. Een deel van deze taken, de jeugdzorg, is nu nog belegd bij het Stadsgewest Haaglanden of de GGD Rotterdam, een ander deel nemen zij over van het Rijk en voor een deel zijn zij zelf nu al aan zet. Een decentralisatie die sommige gemeenten met open armen ontvangen. Hier en daar zoeken zij ook de samenwerking op met andere gemeenten. Want ook hier geldt, samen sta je sterker. Samen sterker worden, is ook één van de motto’s van de nieuwe Regionale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Zuidvleugel, kortweg de ROM. Deze organisatie die op 1 januari 2014 van start gaat, moet innovatieve ondernemingen ondersteunen bij hun verdere ontwikkeling. Kortom, het komende jaar heeft veel veranderingen in petto. Een waar transitiejaar! n
02 | 03
Het gebied waar de wijk Ackerwoude moet verrijzen ligt dichtbij de oude kern van Pijnacker.
Loting nodig voor kavels Pijnacker-Nootdorp De verkoop van nieuwbouwwoningen verloopt stug. Toch zijn er projecten die als warme broodjes over de toonbank gaan. Pijnacker-Nootdorp boekte succes met de verkoop van vrije kavels in de beoogde nieuwe woonwijk Ackerswoude. De belangstelling was zelfs zo groot dat er een ‘notariële loting’ aan te pas moest komen om de inschrijfvolgorde te bepalen voor de eerste tien kavels.
Op twee locaties in het deelgebied Landrijk, in de nieuw te bouwen wijk Ackerswoude, biedt de gemeente woonkavels aan. Direct al vanaf de officiële start én tijdens het woonevenement BuitengeWOON Pijnacker-Nootdorp – dat was eind mei – bleek er grote belangstelling voor de kavels. De interesse is zo groot dat ze ook bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp enigszins verrast waren. Projectwethouder Peter van Haagen: “We vermoeden dat de grote interesse vooral te maken heeft met de prachtige locatie. Ruim gelegen, bij groen en water en toch dicht bij de kern van Pijnacker. Verder speelt mee, dat de woonkavels veel vrijheid en flexibiliteit bieden. We zijn niet begonnen met een bestemmingsplan, maar met een essentiekaart. Dat wil zeggen dat, binnen bepaalde randvoorwaarden, de kopers heel veel vrijheid hebben wat betreft het aantal af te nemen vierkante meters, bouwstijl, inrichting, enzovoort. Er is tot nu toe een zeer flexibel voorontwerp bestemmingsplan opgesteld, zodat we kunnen inspelen op de wensen
#
MRDH 06 december 2013
van onze kopers. De tijd is echt voorbij dat bouwers en ontwikkelaars denken te kunnen bepalen en voorschrijven wat de wensen van de kopers/toekomstige bewoners zijn. Die kunnen dat heel goed zelf.” Nieuwe ervaring Een paar maanden terug ging de gemeente van start met de verkoop van een klein aantal woonkavels op twee locaties. “Na de eerste communicatie in de lokale en regionale kranten over onze nieuwe aanpak meldden zich direct al zo’n veertig geïnteresseerden. Na loting door de notaris hebben we met de eerste tien kandidaten om de tafel gezeten, voorkeuren besproken en kavels verdeeld. Dit leverde op diezelfde avond al zes serieuze opties op. Ondertussen zijn dit er acht. We spreken nu met alle andere geïnteresseerden en kijken of we ook aan hun wensen tegemoet kunnen komen. Nog bijna dagelijks groeit de interesse. Daarom bekijken we nu welk stuk grond we verder beschik-
baar kunnen stellen voor zelfbouwkavels. Natuurlijk hebben we, net zoals ontwikkelaars dit doen, een zogeheten kavelpaspoort gemaakt met allerlei informatie: over de ligging van Ackerswoude, de opzet van de woonwijk, de ligging van de twee locaties A en B waar de kavels zich bevinden en natuurlijk over de spelregels en randvoorwaarden. Een nieuwe ervaring voor ons als gemeente, wat zeker extra tijd en inspanning kost.”
Projectleider Erik Bulten: “Heel veel verschillende mensen hebben interesse getoond: van gepensioneerden die een niet te groot vrijstaand woonhuis willen met alles op de begane grond, tot en met jonge mensen die met twee gezinnen samen iets willen ontwikkelen en laten bouwen. Vrijheid en nabijheid zijn de aansprekende factoren. Het is dichtbij de kern van Pijnacker en de mensen vinden het prettig om zelf een kavel te bepalen waarop ze het huis van hun wensen en dromen kunnen laten realiseren door de bouwer die ze zelf kiezen.” n
KORT NIEUWS
Raden aan zet in proces MRDH
Nieuw gebouw voor Bronovo in Wassenaar Het Haagse Bronovo ziekenhuis en De Wassenaarsche Bouwstichting hebben de krachten gebundeld voor de bouw van een nieuw multifunctioneel complex in Wassenaar: Havenaer. Samen bouwen zij een nieuw geïntegreerd eerste- en tweedelijns gezondheidscentrum. Dat wil zeggen dat zowel zorgverleners zoals huisartsen en tandartsen er spreekuur houden, als ook de medisch specialisten van Bronovo.
Dit najaar spreken de 24 gemeenteraden in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zich uit over een voorstel voor een gemeenschappelijke regeling. Via deze regeling krijgt de samenwerking in de Metropoolregio bestuurlijk gestalte.
Het project Havenaer omvat ook 57 woningen (18 sociale huur, rest koop) en een parkeergarage met honderd plekken.
Het Gezondheidscentrum Wassenaar heeft in de nieuwbouw de beschikking over ruim 2500 m2. Alle specialismen van Bronovo krijgen een plek in het nieuwe
Afgelopen voorjaar hebben de gemeenteraden gereageerd op een eerste voorstel voor zo’n regeling. De reacties zijn verwerkt in de regeling die nu voor ligt. Het gaat onder andere om uitbreiding van het Dagelijks Bestuur van drie naar vijf gemeentelijke leden en het instellen van een adviescommissie voor economisch vestigingsklimaat. In het voorstel is ook de ontwerpverordening opgenomen voor de Vervoersautoriteit.
In het gezondheidscentrum zijn onder andere een bloedprik-servicepunt, acht huisartsenpraktijken, tandartsen, fysiotherapeuten, verschillende specialisten inclusief radiodiagnostiek, kaakchirurgie, een ouderenpoli en een apotheek gevestigd. De woningen zijn inmiddels opgeleverd. Het gezondheidscentrum wordt in december in gebruik genomen. De officiële opening van het complex is begin 2014. n
onderkomen en houden er wekelijks spreekuur.
Het Gezondheidscentrum Wassenaar is een geïntegreerd eerste- en tweedelijns centrum.
De gemeenschappelijke regeling noemt als formele startdatum 1 januari 2015. Deze datum staat ook in het wetsvoorstel van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de afschaffing van de WGR-plus-regio’s, waaronder het Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam. De Tweede en Eerste Kamer zullen zich naar verwachting de komende maanden over dit wetsvoorstel uitspreken.
n Kijk op www.mrdh.nl voor het complete voorstel.
04 | 05
Nieuwe recreatieroutes in de Metropoolregio De regio biedt volop recreatiemogelijkheden in het groen. Gemeenten en natuur- en recreatieschappen werken aan het beheer en de verbetering van de groene verbindingen tussen de steden. De Zwethzone is zo’n gebied dat ligt tussen de stadparken van Rijswijk en de Wollebrand bij Naaldwijk. De afgelopen jaren is het totaal
Langs de Blauwe Verbinding zijn vele fietsroutes uitgezet.
vernieuwd. Verschillende recreatieterreinen en fiets- en wandelpaden zijn of worden op heel korte termijn aangelegd, waardoor nu een prachtig groen en waterrijk gebied ontstaat. Het publieksevenement Dag van de Zwethzone dat op 19 oktober is gehouden trok veel bezoekers. Op deze open dag is een aantal nieuwe fiets- en wandelroutes door het gebied gepresenteerd. Het project Zwethzone is mede mogelijk gemaakt door de provincie Zuid-Holland, Ministerie van I&M, Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Delft en is door de gemeenten Westland, Rijswijk, Midden-Delfland en Den Haag onder leiding van het Stadsgewest Haaglanden gerealiseerd. Blauwe Verbinding In de stadsregio Rotterdam ligt de Blauwe Verbinding. Voor deze 13 kilometer lange verbinding is in oktober een nieuwe natuur- en recreatiekaart verschenen. De overzichtskaart laat zien hoe de Blauwe Verbinding loopt, maar ook waar je kunt wandelen, fietsen en kanoën. De struinkaarten geven een kijkje in de te ontdekken natuur op en rondom de route. Verder biedt de
kaart leuke achtergrondinformatie en weetjes. De kaart is gemaakt in samenwerking met ARK Natuurontwikkeling en is te downloaden via www.rotterdam.nl/groeneverbinding. Een gratis exemplaar is af te halen bij de deelgemeente Charlois en de gemeentehuizen van Barendrecht en Albrandswaard. De Blauwe Verbinding is een natuurgebied in ontwikkeling en bestaat uit een waterverbinding tussen het Zuiderpark in Rotterdam en de Zuidpolder in Barendrecht. Het gaat om een recreatieve bevaarbare route die zorgt voor schoon water in het gebied en het Zuiderpark, functioneert als waterberging en een ecologische verbinding legt tussen de verschillende groengebieden. Binnen het project de Blauwe Verbinding werken verschillende partijen samen: de gemeenten Rotterdam, Barendrecht en Albrandswaard, de deelgemeente Charlois, het waterschap Hollandse Delta, de provincie Zuid-Holland, Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde en stadsregio Rotterdam. ARK Natuurontwikkeling draagt bij aan de natuurlijke ontwikkeling van de Zuidpolder en de Koedood en verzorgt veldlessen voor scholieren in beide gebieden. n
Racen met eigen tram
Delft bouwt, innoveert en schrijft geschiedenis. Elke dag en overal. Soms lijkt het wel alsof heel Delft een grote bouwplaats is, zeker als je kijkt naar de Spoorzone en de nieuwe tramlijn in de TU wijk. De tramlijn ligt er voor het grootste deel al, maar er rijdt nog geen tram. Een mooie gelegenheid om op 4 oktober de eerste Delftse Tramcar Race te organiseren, dachten de organisatoren van TEDx Delft. Studenten en scholieren mochten hun eigen tramcar bouwen op een echt onderstel van de HTM en hiermee racen op het traject. TEDx stamt af van het evenement TED, wat staat voor Technology, Entertainment en Design. Sprekers krijgen op deze jaarlijkse conferentie maximaal 18 minuten om hun idee/visie te presenteren. Onder de noemer TEDx worden over de hele wereld onafhankelijke mini-conferenties georganiseerd, zo ook in Delft, en dit jaar bijvoorbeeld ook in Leidschendam en Den Haag. n w De deelnemers mochten hun tramcar aandrijven op spierkracht of een gemotoriseerde vorm van energie.
#
MRDH 06 december 2013
RUBRIEKSKOPJE OPINIE Guido Thys Farid Tabarki is de oprichter van Studio Zeitgeist, columnist voor Het Financieele Dagblad & BNR Nieuwsradio en Trendwatcher van het Jaar 2012-2013
Eerlijk zullen we alles delen, maar ik nét een beetje meer dan jij. Misschien is dat het motto wel van het inmiddels steenrijke popfenomeen Justin Bieber. Je moet het hem nageven: hij is uitstekend in staat om een online en offline community van ‘beliebers’ bij elkaar te houden. Hij is de meest gevolgde twitteraar op aarde. Hoe doet zo’n joch dat toch? Van zijn stem heeft hij het nauwelijks, en mooi is hij vast, maar met mooie jongens kun je de grachten dempen.
Het antwoord ligt er misschien in dat iedereen het gevoel heeft een stukje Justin in zijn, nou ja voornamelijk háár, bezit te hebben. Tweets zijn van hemzelf, al gaan ze meestal nergens over. Gepolijste marketing heeft plaatsgemaakt voor heel veel rauwe stukjes van een échte figuur. De eigen, authentieke boodschap is daarmee de nieuwe reclameboodschap. Hoe oppervlakkig Justins tweets ook zijn, ze komen van de artiest zelf. Daar kun je je als bakvis mee identificeren.
Sociale media brengen de artiest de huiskamer in en de huiskamer (of de meisjeskamer) bij de artiest – dat hopen althans al die meisjes. Het platenlabel of de manager heeft een veel minder grote rol. Iedereen kan plaatjes maken en maar weinigen komen aan de top; dat is altijd zo geweest. Het verschil is dat de artiest dat nu zónder kruiwagen kan. Auteursrechtenorganisaties zouden zich achter hun oren moeten krabben of ze hier niet beter op in kunnen spelen. Nu krijgen veel artiesten van de online streamingdienst Spotify bijna niets omdat de ouderwetse ‘middleman’, de platenbons, het meeste geld krijgt toegewezen en dat is niet meer van deze tijd.
Meer over die ‘middleman’, de tussenpersoon die zich altijd zo heerlijk tussen klant en dienst heeft
genesteld. U kent ze vast: de makelaar die duizenden euro’s toucheert voor – ja, waarvoor eigenlijk, op Funda kunt u dat toch allemaal zelf? Of het reisbureau waar je na lang wachten een medewerker treft die voor jou precies dezelfde ‘campingvlucht’ of all-inclusive-trip boekt als jijzelf thuis kunt met je badjas aan en je laptop op schoot. Of de bemiddelaar voor een hotel in den vreemde. Met airbnb.com kun je inmiddels veel handiger zelf iets regelen, waarbij je ook nog de couleur locale meekrijgt.
Airbnb is een goed voorbeeld van het nieuwe delen. Nog steeds bezit iemand het eigendom van een appartement of kamer en zorgt daar goed voor, maar de tijdelijke huurder draagt ook bij. Dat doet hij of zij met een rating of review, waardoor de consument een prosument wordt: gebruik impliceert een bijdrage. Dat kost tijd, maar de betrouwbaarheid en waarde van het product nemen toe.
We delen nog veel meer: in steden zijn talloze werkende concepten om auto’s te delen, vanuit een centrale, compacte organisatie zoals Greenwheels of juist vanuit het particuliere bezit. Informatie delen we op Wikipedia, wat een verbazend goede encyclopedie is als je beseft dat iedereen niet alleen vrijwillig kán bijdragen, maar dat velen dat nog echt doen ook.
Eerlijk delen betekent hard werken: de traditionele tussenpersoon staat buitenspel en maakt ruimte voor een slimmere nieuwe, en de consument voegt zelf waarde toe aan de producten en diensten waar hij gebruik van maakt. Het zal leiden tot veel winnaars, maar ook verliezers. Of jij een beetje meer krijgt dan ik of andersom, zal van onze ideeën moeten afhangen. n
06 12| |07 7
TRANSITIE
Op de Startersdag van de Kamer van Koophandel vinden beginnende ondernemers allerlei informatie.
#
MRDH 06 december 2013
Kamer van Koophandel en banken vinden zichzelf opnieuw uit
Euro’s voor ondernemers De dienstverlening aan ondernemers door de Kamer van Koophandel en de banken verandert fundamenteel. Dat moet ook wel, want de klassieke dienstverlening heeft in dit digitale tijdperk zijn tijd gehad. Tekst: Martijn Delaere | Fotografie: Mladen Pikulic Illustraties: Museum voor Communicatie en Kamer van Koophandel
en gebruikt, dan kunnen uit de nieuwe KvK mooie verrassingen komen.” “Wij gaan verrassend anders werken”, beaamt Jaap Docter, directeur Regionale Dienstverlening van de regio Den Haag-Rotterdam bij de Kamer van Koophandel. “Allereerst kiezen we ervoor om geen adviezen meer te geven aan overheden. We kiezen voor euro’s voor ondernemers. Het handelsregister blijft het fundament van de nieuwe organisatie, maar de toegevoegde waarde na de transitie is wat mij betreft de keuze die we hebben gemaakt voor groei van de economie en het midden-en kleinbedrijf. We gaan daarmee niet op het terrein van de markt of werkgeversorganisaties zitten.” De Kamer gaat zich expliciet richten op de dienstverlening en informatieverstrekking waar andere partijen niet aan toekomen, ç
“Wanneer was je laatst bij je bank? En bij de Kamer van Koophandel?” Rob Perik, voorzitter van VNO-NCW Den Haag en partner bij Baker Tilly Berk accountancy en belastingadvies heeft gelijk: een mensenheugenis geleden. Hij vervolgt: “Als ik nú een uittreksel van de KvK wil, dan tik ik wat dingetjes in op mijn pc en heb ik het binnen een minuut, mét waarmerk. In de predigitale tijd moest je ernaartoe of kreeg je het thuisgestuurd. Het internet heeft het kantoor voor dat soort zaken overbodig gemaakt, maar dat betekent niet dat de Kamer van Koophandel daarmee waardeloos is geworden. Ze zijn net als iedere andere semi-ambtelijke organisatie laat met de omschakeling naar de vraaggestuurde en digitale dienstverlening. Maar als de nieuwe Kamer de digitale ontwikkelingen goed inschat
08 | 09
Regio’s
Leeuwarden
Kantoren
Groningen
Noord
Centrale ICT-diensten
Emmen
Noordwest Alkmaar Zwolle Almere
Enschede
Apeldoorn Utrecht
Woerden
Den Haag
Zuidwest
Middelburg
Amersfoort
Oost Arnhem
Rotterdam
Den Bosch
Zuid
Breda Eindhoven
Roermond Regio’s Ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van de KvK Maastricht en om aandacht te vestigen op de KvK als instituut, is in 1979 deze postzegel uitgebracht.
In 2014 blijven er 16 kantoren over, waarvan twee in Den Haag en Rotterdam.
Kantoren Centrale ICT-diensten
No Alkmaar
licht Docter toe. “Dat noemen we in jargon marktimperfecties. De meest gevraagde producten in de Metropoolregio waren tot nu toe het Handelsregister, verbinden, seminars en import en export. Dat blijven we doen, maar op een andere manier. Sneller voor de klant en efficiënter voor de Kamer van Koophandel.”
Kamer van Koophandel bespaart met ombouw 80 miljoen Digitaal ondernemersloket De uit de tijd van Napoleon stammende Kamer van Koophandel krijgt niet alleen een nieuw gezicht, maar ook een nieuw lijf. Kamer van Koophandel Nederland, de regionale Kamers van Koophandel en het innovatiecentrum voor ondernemers Syntens, zijn straks officieel één zelfstandig bestuursorgaan met een landelijk dekkend netwerk van kantoren. Ondernemers kunnen voortaan terecht bij één digitaal ondernemersloket, het Ondernemersplein.
#
MRDH 06 december 2013
Sneller en goedkoper (want met de ombouw wordt jaarlijks tachtig miljoen bezuinigd). Helemaal van deze tijd. Maar was de Kamer van de Koophandel dan ‘uit de tijd’? “Welnee”, zegt Jaap Docter. “De website van de Kamer heeft jaarlijks 25 miljoen bezoekers. We doen en deden wat binnen onze bevoegdheden ligt. Onder het handelsregister ligt een wettelijke basis.” Alleen heeft de KvK een digitale beperking ten opzichte van andere overheidsdiensten. “Daar waar de Belastingdienst van de politiek mag werken met DigiD, moet een ondernemer voor de afronding van zijn inschrijving in het Handelsregister, nu nog bij ons langskomen voor het vaststellen van zijn identiteit. Die identificatieplicht is goed voor de betrouwbaarheid van het Handelsregister, maar wij willen graag dat deze identificatie digitaal mogelijk is. Het digitaal vaststellen van iemands identiteit is een complex dossier waaraan diverse ministeries werken. We streven ernaar dit binnen een à twee jaar gereed te hebben.”
Koophandel ook in een vraaggerichte organisatie. Docter over de betekenis hiervan: “De afgelopen jaren herkenden klanten zich onvoldoende in de U KvK. De organisatie heeft veel contacten met ondernemers, maar we hebben te weinig Haag verbinding gemaakt en onvoldoendeDen laten zien Woerden dat ondernemers, vooral die in het midden- en Zuidwest Rotterdam klein bedrijf, primair ons beleid bepalen. Om het ondernemersgeluid te verankeren in de organisatie, gaan we werken met een nationale Middelburg raad en met vijf regionale raden, waarvan één in Breda de regio Rotterdam-Den Haag. Daarin zullen ondernemers zitten. Zij gaan de Kamer sturen.” Precies wat de politiek met de reorganisatie voor ogen had. Had de KvK die duw nodig? Docter: “De politiek heeft gezorgd voor een stroomversnelling. Er zijn strakke deadlines gesteld en daarmee is extra druk gekomen op het ontwikkelingsproces waarmee we al volop bezig waren. De samenvoeging van de organisaties zou wel meer tijd in beslag hebben genomen.”
Vraaggerichte organisatie Naast de andere inrichting van de dienstverlening verandert de Kamer van
De slagkracht van de nieuwe Kamer van Koophandel wordt volgens Docter niet alleen groter door de scherpe focus op de belangen van
Jaap Docter is directeur regionale dienstverlening voor de regio Rotterdam Den Haag
het midden-en kleinbedrijf, hij wordt ook groter door samenwerking. Voorzitter van VNO-NCW Den Haag Rob Perik weet precies wat Docter bedoelt. “De samenwerking tussen de KvK en bedrijven zal toenemen. Vanuit VNO zullen wij meer samen met de Kamer voorlichting gaan geven aan startende ondernemers. We hadden net een bijeenkomst op de Campus van de Universiteit Leiden in Den Haag over de combinatie van universiteit en het Haagse bedrijfsleven. VNO gaat in dat kader allemaal dingen samen doen met de Kamer, maar ook wel een beetje in plaats van de KvK. Ze hebben daar de middelen gewoon niet meer voor. Ik doe daar helemaal niet triomfantelijk over. Nu zij reorganiseren, zullen wij ook wat andere dingen moeten doen. ”
Reorganisatie Rabobank Net als de Kamer van Koophandel halen de banken lichtbakken uit de regio. Sluit de Kamer landelijk 26 kantoren, bij de Rabobank gaan zo’n driehonderd van de achthonderd regiokantoren dicht. Dat scheelt een paar honderd miljoen (en duizenden banen). De helft van dat geld investeert de bank de komende jaren in mobiel bankieren en internet. Voor Rabobank is het evenwel geen zaak van zo veel en zo snel mogelijk vestigingen weghakken. De bank ontleent immers zijn identiteit aan de nabijheid – de bank op de hoek. Directeur Bedrijven van Rabobank Nederland Paul Dirken zegt daarover:
“Als je onze klanten vraagt waarom ze voor de Rabobank kiezen, dan staat in de top drie, en meestal als eerste, dat de bank dichtbij en herkenbaar is.” Maar natuurlijk kiezen de klanten ook voor virtuele dienstverlening en voor telefonie - altijd en overal. Dirken: “Daar moeten wij niet alleen op inspelen, maar ook onze organisatie op inrichten.” En dus zullen er vestigingen verdwijnen. Directeur Dirken daarover: “We hebben net zoveel vestigingen als Albert Heijn, maar wel met minder bezoekers. Dat kan niet langer. Klanten zijn niet meer bereid om de kosten van die vestigingen te betalen. Maar zo simpel is het niet. We zien óók als Rabobank dat de persoonlijke benadering op sommige momenten belangrijk blijft. Als het nodig is, moet een klant op een kwartiertje afstand naar een Rabo-vestiging kunnen rijden voor een persoonlijk gesprek. De kunst is om persoonlijke benadering en virtuele dienstverlening met elkaar in balans te brengen. Dat evenwicht moet ons onderscheiden van de andere banken. Ondernemers willen ‘24/7’ op de website van de Rabobank terechtkunnen, zegt Rabo-directeur bedrijven Paul Dirken. ç
Perik begrijpt dat de Kamer van Koophandel veel van haar regionale kantoren heeft moeten sluiten, maar is blij dat Den Haag een klein kantoor overhoudt. “In iedere grote stad moet op een kantoorgevel Chamber of Commerce staan.” Docter van de Kamer van Koophandel kan hem geruststellen: “We houden vast aan onze filosofie
dat wij ook regionaal aanspreekbaar zijn. We houden berijdbare afstanden. Je kijkt net als de banken naar de dichtheid van de contacten en beoordeelt dan of het verantwoord is om er een kantoor te houden. De loketten aan de Vaillantlaan in Den Haag en Delft gaan dicht, maar de kantoren aan de Koningskade in Den Haag en Blaak in Rotterdam blijven gewoon met een lichtbak in de stad. In Rotterdam komt in het kantoor ook een fysiek Ondernemersplein.”
10 | 11
MKB’er John Vrolijk (links) heeft veel gehad aan de KvK bij het starten van zijn eigen bedrijf. Supermarkteigenaar Richard Jongenotter wat minder.
Wat vindt de ondernemer? Richard Jongenotter, eigenaar van Plus Jongenotter aan de Prinses Irenelaan in Rijswijk. “Toen ik hier 12,5 jaar geleden begon, ben ik bij de Kamer van Koophandel langs geweest om mij in te schrijven. Dat was de enige en ook de laatste keer. Bij de bank ga ik ook niet langs. Eind volgend jaar, begin 2015, geef ik de winkel een nieuwe look en feel en dan ga ik waarschijnlijk wel even praten met de bank. Ik huur de formule Plus en ben aangesloten bij de coöperatie. Zij nemen heel veel werk op maat gesneden uit handen van de Kamer van Koophandel. Denk aan startersbijeenkomsten, begeleiding, informatieavonden. De zaken die ik nodig heb, faciliteert Plus. Zoals Albert Heijn, McDonald’s en noem maar op dat ook doen voor hun ‘huurders’. Ook zij hebben niemand meer nodig; de organisaties zijn zelfvoorzienend geworden. Plus selecteert ook de leveranciers, dus ik hoef ook niet op zoek in het handelsregister om te zien of een bedrijf bonafide is. De resterende tien procent betrek ik uit de buurt. Die ondernemers ken en vertrouw ik.” Jongenotter’s voorganger blijkt wel veel aan de Kamer te hebben gehad. John Vrolijk was eerder bedrijfsleider bij Plus Jongenotter in Rijswijk en besloot een paar jaar geleden voor zichzelf te beginnen als leverancier van Goudse stroopwafels en stroopkoeken (vrolijkstroopwafels.nl). De Kamer van Koophandel kwam als geroepen, zegt Vrolijk. “Wat komt erop mij af, waar moet ik rekening mee houden? Zij stelden voor om deel te nemen aan een starterstraject, waarbij je ‘s avonds op kosten van de gemeente een aantal bijeenkomsten bijwoont. Ik heb zes seminars gevolgd. Ook kreeg ik een coach. Vanuit mijn opleiding en mijn werk wist ik veel van wat werd besproken, over de belastingen, het exploitatieoverzicht, incasso enzovoort. Maar het traject was ontzettend nuttig.” De digitale Kamer van Koophandel is niet aan Vrolijk besteed. “Ik ben ouderwets. Ik zit nu toevallig te factureren. Dat kan met de mail, maar ik plak nog steeds enveloppies. Facturen blijven in de computer hangen, terwijl de envelop op het bureau belandt en wordt opengemaakt.”
“Niet alleen voor het betalingsverkeer, maar ook voor zaken zoals het verhogen van de limiet op een creditcard, dat nu via het call center moet. Ook willen ze niet alleen tussen 9 en 5, of tijdens kantooruren bij ons terecht kunnen. Voor een kredietaanvraag dient hij allerlei gesprekken te voeren en papieren mee te nemen. We gaan ervoor zorgen dat die ondernemer vanuit huis of vanuit zijn kantoor die aanvraag kan indienen en afhandelen. Informatie moet daarvoor duidelijk beschikbaar zijn en als er vragen zijn dan moet de ondernemer over internet contact kunnen leggen met een echt mens
#
MRDH 06 december 2013
‘Klanten willen niet alleen tussen 9 en 5 terecht kunnen’ van de Rabobank die deze vragen dan beantwoordt.” Ja dus tegen het internet en ja tegen kantoren, zegt, net als Docter Paul Dirken van de Rabobank. “We gaan terug in kantoren, maar ons netwerk blijft fijnmazig. Dat is ons handelsmerk. We zullen ook blijven deelnemen aan lokale
ontwikkelingen en activiteiten. Zoals we recent partner zijn geworden in het initiatief The Hague Security Delta, waarin bedrijven, overheid en onderwijsinstellingen samenwerken bij de bestrijding van cybercriminaliteit. Je zult zien dat de lokale gemeenschap ook over tien of twintig jaar nog steeds belangrijk is, misschien wel belangrijker dan nu. Rabobank zal daarbij betrokken blijven en zichtbaar zijn, of het nu via winkeliers-verenigingen of via netwerken is. En dan nog gaan we niet meemaken dat de Rabobank uit de straat verdwijnt.” n
FEITEN & CIJFERS
Bedrijven in de MRDH De dienstverlening aan bedrijven verandert, terwijl aan de cijfers van het CBS te zien is dat er steeds meer bedrijven naar de Metropoolregio trekken. Vooral in de bedrijfstak van specialistische zakelijke dienstverlening, zoals adviesbureaus en accountants, is groei te zien, zowel in het Rotterdamse als het Haaglandse deel van de metropool. Deze branche staat ook op nummer 1 in de top 5 van het aantal gevestigde bedrijven.
Groeiend aantal vestigingen In 2013 een totaal van 161.595 bedrijfsvestigingen in de regio 73.500
80.305
78.325
Stadsgewest Haaglanden 74.430
81.290
79.380
stadsregio Rotterdam
11%
8%
6%
Top 5 aantal vestigingen
18%
22%
Specialistische zakelijke diensten Handel Bouwnijverheid Financiële dienstverlening Overige dienstverlening
© 2013 SGH / WD bron: CBS
12 | 13
TRANSITIE
Hulp voor de jeugd: eerder, beter en goedkoper
Laat nieuwe taken maar komen Mopperden lokale bestuurders eerst nog over de overgang van de AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet (de drie decentralisaties, 3 D’s) van het Rijk naar gemeenten, inmiddels zien ze meer kansen dan gevaren. Zo ook de gemeenten in de Metropoolregio Tekst: Martijn Delaere | Fotografie: Mladen Pikulic en De Horizon Rotterdam
#
MRDH 06 december 2013
RUBRIEKSKOPJE
Gemeenten krijgen steeds meer taken en verantwoordelijkheden. Maar het moet wel minder kosten. De Capelse wethouder Ans Hartnagel (o.a. Jeugd) zit er niet zo mee. Sterker, ze is blij met de nieuwe taken die vanuit het Rijk op haar afkomen. “Nu zien we met de drie decentralisaties donkere wolken op ons afkomen, maar uiteindelijk geloof ik dat de zon gaat schijnen. We hebben altijd gezegd dat wij als gemeenten het dichtst op de burgers staan. Dat is helemaal zo bij de jeugdzorg. Dus dan moet je niet miepen als je die taken ook krijgt. Natuurlijk, we krijgen alles tegelijk op ons bordje, en dat hadden we liever anders gezien, maar uiteindelijk is het toch een smakelijke maaltijd. De hulpbehoevende jongeren in Capelle krijgen straks niet alleen sneller hulp, hij zal ook veel meer op hen zijn toegesneden. Niet meer 25 hulpverleners die de deur bij een gezin platlopen en geen twintig etiketjes meer. Die gekkigheid is straks ook gewoon onbetaalbaar. Jeugdzorg lag voor de decentralisatie onder de verantwoording van de WGR+-regio’s. Haaglanden en de stadsregio Rotterdam dragen dit nu over aan de gemeenten.”
‘Eén generalist vanuit de gemeente, één plan en één gezin’
Voor de Rijksoverheid is het eenvoudig: gemeenten hebben het voortouw en moeten op bestuurlijk, ambtelijk en financieel gebied samenwerken. Gemeenten zijn zich daar maar al te goed van bewust en hebben reeds allianties gevormd. Capelle ook, zegt wethouder Hartnagel. “Sommige zaken moet je regionaal regelen, zoals jeugdbescherming- en reclassering. Andere dingen doe je samen om de kosten naar beneden te krijgen. We hebben in de subregio samenwerking gezocht met Lansingerland en Krimpen aan den IJssel. Dat gaat goed. We lanceren proeftuinen waarmee we in 2014 aan de slag gaan om uit te vinden welke methodes goed werken. Jeugdzorg deed bijvoorbeeld altijd de indicatiestelling en de verwijzingen, dat gaat ons Centrum voor Jeugd en Gezin nu doen. Spijkenisse heeft zich daarbij aangesloten. De kosten zijn gedaald en de wachtlijsten geslonken.” Bovenlokaal samenwerken Ook de Rijswijkse wethouder zorg, Jos Bolte (PvdA) ziet meer voordelen dan nadelen in de decentralisatie van taken. “Het is goed dat wij over zaken die nadrukkelijk in de directe leefomgeving van onze inwoners spelen, de regie kunnen voeren.” Maar dat wil niet zeggen dat het van een leien dakje zal gaan, aldus Bolte. “Heel veel is nog onzeker, wetsvoorstellen liggen nog bij het parlement of moeten nog worden ingediend. De jeugdzaken zijn wel zo’n beetje duidelijk, de Wmo en Awbz een stuk minder en de Participatiewet moest dit najaar nog bij de Kamer worden ingediend. Zo kunnen we de drie transities toch niet optimaal op elkaar afstemmen? Maar ik heb wel het idee dat we deze decentralisaties als gemeente goed kunnen oppakken. We doen het ook niet alleen. Wij werken bovenlokaal het liefst samen met Delft en zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden
ç
Gemeenten hebben het vanaf volgend jaar bijna volledig te vertellen in het zorgdomein. De uitvoering van de nieuwe Participatiewet ligt vanaf 2015 bij de gemeenten, begeleiding, ondersteuning en verzorging gaan in 2015 uit de Awbz naar de Wmo. Daarnaast valt ook de jeugdzorg dan onder de verantwoording van de gemeenten. Daarmee bezuinigt het Rijk per jaar structureel zo’n vier miljard euro. Maar betekent dat automatisch minder en slechtere zorg? Als het aan de gemeenten ligt niet. Zij gaan er vanuit dat de drie decentralisaties de kans bieden om de zorg zonder talloze schotten en protocollen vanuit één visie te verbeteren. En goedkoper uit te voeren, zegt wethouder Hartnagel (Leefbaar Capelle). “Nu geven we in Capelle jaarlijks zestien miljoen euro uit aan
jeugdhulp en jeugdzorg. We krijgen in 2015 vijftien miljoen. Het moet toch mogelijk zijn om door betere samenwerking en strakkere afspraken met de zorginstellingen dat miljoen te compenseren? Eén generalist vanuit de gemeente, één plan en één gezin; moet je kijken wie daar allemaal beter van wordt.”
Hulpbehoevende jongeren krijgen straks niet meer 25 hulpverleners over de vloer.
14 | 15
Ans Hartnagel, wethouder Capelle a/d IJssel: “Niet meer 25 hulpver-
De jeugdzorg gaat er volgens de Rijswijkse
leners die de deur bij een gezin platlopen en geen 20 etiketjes meer.”
en Capelse zorgwethouders op vooruit.
met Midden-Delfland en Westland. Voor een aantal taken werken we verder samen met alle gemeenten binnen Haaglanden.” Wethouder Bolte gelooft net als zijn collega in Capelle dat de zorg er na de overgang van het Rijk naar de gemeente beter op kan worden. “We moeten de jeugdzorg stroomlijnen. Nu is het inderdaad zo dat tien instanties met een multiprobleemgezin in de weer zijn, zonder dat de één vaak weet wat de ander doet. Door de regie bij de gemeenten te leggen, waarbij Rijswijk gaat werken met zorgcoördinatoren, kunnen we ook echt met één gezin, één plan en één regisseur werken. De hulp kan daardoor minder kosten. Dat zal wel moeten, want wij krijgen naar verwachting zo’n tien miljoen euro minder van het Rijk. We hebben onze aanbieders laten weten dat ze dezelfde kwaliteit moeten leveren, maar door innovaties en betere samenwerking of fusies wel met een goedkoper product moeten komen.”
verantwoordelijkheid krijgen. Je ziet nu al dat gemeenten er dichter op zitten en dat behandelmethoden zijn bijgesteld.” Du Prie verwacht dat er zorgaanbieders zullen bijkomen, maar de kans dat allerlei Tedjes van Es zich nu op de jeugdzorg gaan storten, acht hij klein. “De kwaliteitseisen zijn zo hoog dat beunhazen erbuiten blijven. Wij zetten als Horizon wel jonge zorgaanbieders in als onderaannemer. Ik blijf verantwoordelijk en ik zorg voor de kwaliteit en leg verantwoording af, maar haal wel de dynamiek en de innovatie van de jonge ondernemer binnen.” Horizon-directeur Du Prie zegt het wel jammer te vinden dat er vanuit Den Haag nog zo veel onduidelijk is over budget en kaders. “Dat werkt verlammend op de uitwerking van de nieuwe relatie tussen gemeenten en zorginstellingen”, aldus Du Prie. “Het is voor ons, en voor de gemeenten een crime dat niemand weet onder welke voorwaarden we straks gaan werken. Houden we ons aan de eerder gemaakte financiële voorwaarden? Dan weten we waar we aan toe zijn. Nu weten we niets en dat is jammer, want de transitie kan gewoon betere zorg opleveren. De onduidelijkheid in Den Haag belemmert dat nu. Eigenlijk is die onduidelijkheid onverantwoord.” n
Bezuinigingen De grote zorgaanbieders in de Metropoolregio zien de bui al een paar jaar hangen en proberen de eigen organisaties in te richten op de nieuwe tijden waarin gemeenten, of clusters van gemeenten, tegen lagere prijzen allerhande zorg gaan
#
MRDH 06 december 2013
afnemen. De één lukt dat beter dan de ander. Jeugdzorg Haaglanden en Jeugdzorg Zuid-Holland luidden dit najaar de noodklok. Als ze in het zicht van de decentralisaties niet bezuinigen op personeel, gaan ze failliet, is de omineuze tijding. Ergens tussen de tien en twintig procent moeten zij bezuinigen. Niet verwonderlijk dat wethouder Ans Hartnagel zegt nog ‘nooit zo populair te zijn geweest’ bij de zorginstellingen.
‘Enorme kans om ons uit de bureaucratie te bevrijden’ Niet iedereen ziet beren op de weg. In de Rotterdamse regio is directeur Hans du Prie van zorginstelling Horizon ronduit enthousiast over de decentralisatie. Hij zegt: “Het is een enorme kans om ons uit de bureaucratie te bevrijden. Het is een zegen dat we ons gaan afvragen wat er speelt in de wijk en welk resultaat we kunnen bereiken tegen de scherpst mogelijke prijs. Prima dat gemeenten de
Jan Rotmans, hoogleraar transitiemanagement.
Waar zijn de friskijkers en dwarsdenkers? Een mooie one-liner van de Rotterdamse hoogleraar transitiemanagement Jan Rotmans is: ‘We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk’. Rotmans schreef er onlangs een boek over, ‘In het oog van de orkaan’. Hierin beschrijft hij hoe we van een verticaal georganiseerde en centraal geleide samenleving naar een horizontaal georganiseerde en decentrale samenleving gaan. Aan gemeenten is die boodschap niet besteed, constateert Rotmans. “Je zou zeggen dat gemeenten die transitie zien aankomen en zich erop instellen, maar in de praktijk blijkt dat ze de nieuwe werkelijkheid niet doorhebben en er ook niet mee kunnen omgaan.”
De drie decentralisaties dreigen daarom uit de draaien op een catastrofe, waarschuwt hoogleraar Rotmans. “Je hebt in dit nieuwe tijdperk een ander spel nodig, met andere spelregels en met andere spelers. Maar gemeenten spelen het oude spel. Dat werkt niet. De problemen worden groter en er ontstaat paniek. Niemand is in januari 2015 klaar voor de grote transformaties. Ze willen keukentafelgesprekken organiseren, maar huren daarvoor consulenten in die mensen de stuipen op het lijf jagen. ‘Wij gaan u vertellen wat u moet doen’- de klassieke top-down benadering, terwijl je juist in de huid van die mensen moet kruipen.” Gemeenten zijn enigszins geëxcuseerd, zegt Rotmans. “Als je altijd plannen hebt gemaakt voor mensen en die wilde realiseren, dan is het moeilijk te verkroppen dat burgers heel veel zelf kunnen. Opeens maken die mensen plannen en moet jij hun plannen faciliteren! De friskijkers en dwarsdenkers die de cultuuromslag wél zouden kunnen maken, zijn de afgelopen jaren door de gemeenten weggestuurd.” De klassieke gemeentelijke afdelingen zijn volgens hoogleraar Rotmans ook niet in staat om de transitie tot een goed einde te brengen. “Ze zijn een overblijfsel van een verticale en hiërarchische wereld. Je moet mensen hebben die dwars door de afdelingen bewegen. Afdelingen die vaak bastions zijn waarbinnen het allemaal gebeurt. De organisatie moet platter, geen baasje boven baasje, boven baasje meer. Ik zeg wel tegen ambtenaren: ‘Weg van dat bureau’, want voor je het weet maak je weer plannen waar niemand op zit te wachten.”
16 | 17
IN BEELD
De duinen waaien weg. Onze kust kent op meerdere plekken zwakke punten. De Zandmotor gebruikt het wegwaaiende zand juist om diezelfde zwakke duinen weer aan te sterken. Voor de kust van Ter Heijde (Westland) is een schiereiland ter grootte van 256 voetbalvelden (128m2) ontstaan door zand, dat sleephopperzuigers 10 km verderop uit zee haalden. Door wind, golven en stroming verspreidt het zand – 21,5 miljoen kuub in totaal – zich de komende twintig jaar langs de kust tussen Hoek van Holland en Scheveningen. Op het schiereiland zelf is een nieuw natuur- en recreatiegebied ontstaan dat continue van vorm verandert. Zo zijn de eerste zeehonden er al gesignaleerd. Vele vogels ‘wippen’ ook even langs. De Universiteit van Wageningen houdt sinds 1 november via een vogelradar bij hoeveel dat er zijn. n Tekst: Brigitte Beeks | Fotografie: Rijkswaterstaat | Joop van Houdt (gemaakt op 1 oktober 2013)
#
MRDH 06 december 2013
18 | 19
#
MRDH 06 december 2013
ACHTERGROND
Allemaal naar de stad De Metropoolregio Rotterdam Den Haag groeit tot 2025 met 7 procent en zal een inwoneraantal hebben van ruim 2,4 miljoen. De helft van die groei komt voor rekening van de twee steden. “Zij ontwikkelen zich tot een echte kosmopolitische stad voor de polycentrische mens”, aldus Jan Latten, hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam en tevens CBS hoofddemograaf. Tekst: Brigitte Beeks | Fotografie: Mladen Pikulic, Wim Goutier en Marc Heeman (Rotterdam Image Bank)
De nieuwe stedelijke gezinnen vragen om andere voorzieningen. Zoals stallingsruimten voor de
in de binnenlandse stroom van het platteland naar stedelijk gebied. Onze economie is van een maakindustrie veranderd in een dienstverlenende economie en die is vooral in het stedelijk gebied terug te vinden. Ook is het opleidingsniveau van de Nederlanders steeds hoger geworden en beschikken afgestudeerden over specialistische kennis, die past bij het grotere banenaanbod in het Randstedelijk gebied.” Volgens Latten heeft ook het huidige topsectorenbeleid van het kabinet invloed op de groei van de steden. “In de stedelijke regio’s vind je een concentratie van die topsectoren zoals Life Sciences & Health en High Tech. Iemand die in Groningen is opgeleid tot ingenieur zal gemakkelijker een baan vinden in bijvoorbeeld Eindhoven of de randstedelijke Metropoolregio’s. Dit proces is al een tijdje gaande en zal de komende jaren blijven toenemen.” Buitenlandse toestroom Ook de buitenlandse toestroom concentreert in het Westen van het land. Voor de regio Den Haag geldt dat in de periode tot 2025 bijna 190.000 mensen vanuit het buitenland hiernaartoe komen. Voor de regio Groot-Rijnmond ruim 170.000. ç
bakfiets en brede fietspaden.
De cijfers komen uit de meest recente regionale bevolkings- en huishoudensprognose van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) en het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) die op 1 oktober 2013 verscheen. Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen inwoners. Bijna driekwart van deze groei vindt plaats in de 27 grote gemeenten die in 2012 honderdduizend of meer inwoners telden. De vier grote steden - Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht - zijn samen goed voor een derde van de Nederlandse bevolkingsgroei tot 2025. De hernieuwde aantrekkingskracht van de steden, de urbanisatietrend, is een trend die door de economische crisis is versterkt. Latten: “Eigenlijk zie je deze al ontstaan zo rond het millennium. In 2008 is de groei van de steden plotseling versterkt. Naast de toestroom van studenten en mensen die hun eerste baan vinden in de steden, is er nu een groep jonge stellen die misschien wel buiten de stad in een koophuis in het groen willen wonen, maar nu blijven zitten omdat ze dit niet kunnen betalen.” De nieuwe groei van de steden heeft niet zozeer te maken met een hoog geboortecijfer, maar meer met de trek naar de steden. “We zien een stijging
20 | 21
Spijkenisse fuseert met Bernisse De twee gemeenten Spijkenisse en Bernisse fuseren per 1 januari 2015 en gaan onder de nieuwe naam Nissewaard verder. Spijkenisse krimpt volgens de laatste prognosecijfers tot 2025 met drie procent. Volgens een woordvoerder van de gemeente Spijkenisse is de fusie echter niet ingegeven door het dalende inwoneraantal. “Het initiatief voor de herindeling kwam van de gemeente Bernisse. Door het toenemende aantal taken dat de rijksoverheid aan de gemeente overdraagt, wordt het voor kleinere gemeenten moeilijker alle taken goed te volbrengen.” Voor Spijkenisse was het een ‘kans om een nog veelzijdigere gemeente te zijn’: “We krijgen een groot groengebied erbij en ook een stuk agrarisch gebied. Daarbij zijn we straks als Nissewaard de tweede gemeente in de regio Rijnmond en staan we sterker.”
Zoetermeer groeistad af Het Rijk wees Zoetermeer in 1962 aan als groeikern om de overloop vanuit Den Haag op te vangen. In vijftig jaar tijd ontwikkelde het zich van een klein dorp tot de derde stad van Zuid-Holland met ruim 123.000 inwoners. Na de voltooiing van de Vinex-wijk Oosterheem is Zoetermeer groeistad af. Dat is ook in de bevolkingsgroeiprognosecijfers terug te zien. Tot 2025 groeit de stad maar met drie procent. De gemeente heeft zich daar al op voorbereid en beleid aangepast. “In onze Stadsvisie 2030 uit 2008 en de Woonvisie ‘De groeistad voorbij’ uit 2009 hebben we onze visie voor de komende jaren neergelegd”, aldus Mark Beijer namens de gemeente. “We willen bovenal een aantrekkelijke woonstad blijven. Verbeteren van het bestaande en voorkomen van mogelijke toekomstige problemen. Ook willen we meer verscheidenheid in de woonmilieus aanbrengen, zodat we voor gezinnen, jongeren en ouderen, aantrekkelijk blijven.” Zoetermeer heeft al ingespeeld op de verminderde groei en de daarmee samenhangende beperkte groei van het budget vanuit het Rijk voor onder andere voorzieningen. “Dat zit al in onze meerjarenbegroting verwerkt. In de prognoses die we zelf hanteren zet de daling in de bevolkingsgroei in vanaf 2017. In 2025 is de bevolking per saldo 1,25 procent gedaald ten opzichte van de huidige stand. Voorzieningen komen bij zo’n daling onder druk te staan. Ook omdat de leeftijdssamenstelling eveneens verandert. Daar zullen we op in moeten spelen.” Zoetermeer voert sinds enkele jaren samen met de andere zogenoemde ‘New Towns’ een actieve lobby richting het Rijk om aandacht te vragen voor de specifieke New Town problemen, zoals het wegtrekken van jongeren. Lees hierover meer op www.mrdh.nl/magazine/
De vier grote steden, waaronder Rotterdam, zijn goed voor een derde van de bevolkingsgroei tot 2025.
#
MRDH 06 december 2013
Meerzicht is de derde wijk die begin jaren zeventig is verrezen, nadat het Rijk Zoetermeer in 1962 aanwees als groeikern.
Rijswijk met stip op één Rijswijk is volgens de cijfers de snelst groeiende gemeente van Nederland. Zij kunnen zich voorbereiden op een groei van veertig procent, van 48.600 inwoners naar 67.800 in 2025. Wethouder René van Hemert meldt dat Rijswijk verrast heeft gereageerd op de nieuwste cijfers. “Momenteel zijn we een erg grijze gemeente en wonen veel ouderen in eengezinswoningen. Als zij hieruit gaan en er weer gezinnen voor terugkomen, groeit de bevolking natuurlijk weer aan. Onze eigen berekeningen geven echter niet zo’n sterke groei weer, maar we begrijpen wel hoe ze hierop uit zijn gekomen. Het PBL en het CBS hebben namelijk woningbouwplannen die zijn geschrapt, ook meegenomen in hun prognoses. Zij gaan ervan uit dat de druk op de woningmarkt zo toeneemt, dat ook die plannen weer van de plank worden gehaald. Rijswijk ligt immers centraal in het stedelijke gebied.” De groei is vooral te wijten aan de nieuwbouwwijk RijswijkBuiten waar tot 2023 zo’n 3.500 woningen gepland staan. Demograaf Jan Latten verklaart die sterke bevolkingsgroei als volgt: “Als dit project vooral laagbouw betreft en er met name gezinnen komen te wonen dan kun je rekenen op een snelle groeispurt.” Van Hemert reageert hierop: “In dit project bouwen we inderdaad veel grondgebonden, maar niet alleen rijtjes met eengezinswoningen. Daarnaast hebben we meer nieuwbouwprojecten lopen in Rijswijk. Zo zijn we onlangs gestart met de bouw van twee woontorens, De Hofmeesters, met 264 appartementen, en bouwen we ook in Oud-Rijswijk.” Van Hemert denkt dat de gemeente de bevolkingsgroei goed aan kan. “We hebben al veel voorzieningen binnen onze gemeente, zoals een schouwburg en een zwembad. Voorzieningen als winkels en scholen zullen meegroeien naar aanleiding van de vraag en behoefte. Voor RijswijkBuiten geldt dat dit aan Delft grenst, dus kunnen bewoners ook gebruik maken van de voorzieningen daar.”
In RijswijkBuiten staan tot 2023 3.500 woningen gepland.
Latten: “Kijkend naar Den Haag, verandert deze stad van een nationale ambtenarenstad naar een internationale ambtenarenstad vanwege de vele aanwezige internationale organisaties. Dit zorgt voor een koopkrachtig, hoog opgeleid publiek. Zeg maar kosmopolitische kenniswerkers.” Daarnaast is er nog de groep arbeidsmigranten vanuit Oost-Europa die voor een interessante groei zorgt. “Anders dan in de tijden van de gezinsherenigers uit de jaren zeventig en tachtig, zorgt de toestroom van deze bevolkingsgroep meer voor een stijging van het aantal werkende mensen. Een Marokkaanse vrouw die zich in de jaren tachtig met haar kinderen weer bij haar echtgenoot voegde, had veelal geen baan en ging ook niet werken. Dus kwamen er wel inwoners bij, maar had dit geen versterkend effect op het aandeel werkende stadsbewoners. Daar is bij de nieuwe arbeidsmigranten uit Oost-Europa veel meer sprake van.”
‘De nieuwe stedelijke gezinnen koloniseren de publieke ruimte’ Polycentrische mens De groei van de steden heeft niet alleen invloed op de stad zelf, maar ook op het omliggende gebied. De steden groeien steeds meer uit tot metropoolregio’s. “We krijgen te maken met een polycen– trische burger. Zijn actieradius overschrijdt gemeentegrenzen en bestrijkt het hele gebied van zo’n metropoolregio. Werken in Den Haag en wonen in één van de aanliggende dorpen of steden, of omgekeerd. Winkelen doen we net zo makkelijk in Rotterdam, ook als we daar niet wonen. En voor uitgaan geldt hetzelfde. We richten ons niet meer op één gemeente.” De aanleg van de RandstadRail is volgens Latten een hele belangrijke ontwikkeling in dit proces. “Een polycentrisch stel zal graag in de buurt van zo’n vervoersmiddel willen wonen. Het brengt je snel bij allerlei voorzieningen.” Nieuwe stedelijke gezinnen Zoals gezegd wonen er in de steden straks weer veel jonge gezinnen. Omdat ze graag alle voorzieningen binnen handbereik willen hebben (dit zie je vooral ook bij expats), of omdat ze nu geen huis buiten de stad kunnen kopen. Voor de metropoolregio betekent dit dus een grotere vraag naar woningen voor deze gezinnen. Maar er is nog een
andere belangrijke verandering: “Er ontstaan andere visies over hoe je in de stad zou moeten wonen. Deze nieuwe stedelijke gezinnen, zoals we ze noemen, koloniseren de publieke ruimte als het ware. Ze eisen een bredere stoep zodat ze makkelijker met de kinderwagen kunnen rijden, of willen veilige fietspaden en -routes. En ze willen fietsstallingen waar ze bijvoorbeeld hun bakfiets in kwijt kunnen. Daarnaast willen ze een duurzame leefomgeving met veel groen en geen lucht vol smog. Je ziet dat steden hierop inspelen met het creëren van meer groen en door maatregelen te treffen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Bijvoorbeeld bussen die op gas rijden.” De groei van de steden schrijft het CBS ook toe aan de Vinex-wijken die in de metropoolregio zijn gerealiseerd. Deze zijn echter grotendeels al gereed, waar gaan die jonge gezinnen dan wonen? Volgens Latten zullen steden creatiever omgaan met de beschikbare ruimte. “Vrijgekomen industrieterreinen die worden omgevormd tot woongebied. Leegstaande kantoren waarin woningen komen of studentenhuisvesting. Naast die stedelijke verdichting zullen Rotterdam en Den Haag ook buiten hun gemeentegrenzen gaan kijken. Ik denk dat er nog genoeg ruimte is om te ontwikkelen langs bijvoorbeeld de RandstadRail-lijnen. Ik zie daar nog genoeg vogeltjes in het landschap rondvliegen. Zoals ik al eerder zei, is het voor een polycentrisch stel aantrekkelijk om in de buurt van dit soort knooppunten te wonen.” Afzwakking groei De gepubliceerde cijfers zijn een prognose. Kan de groei van de steden nog anders uitpakken? Latten: “De prognose die we hebben gepubliceerd is de meest waarschijnlijke, ingegeven door woningbouwplannen, en binnen- en buitenlandse verhuisstromen die zich nu al voordoen. Het topsectorenbeleid, nieuwe stedelijke voorkeuren en de veranderende economie doen de rest. De mate waarin de stedelijke regio zal groeien, kent uiteraard marges en kan nog variëren. Als het slechter gaat met de Randstad-economie zal de groei afzwakken, maar nog steeds wel positief blijven is de verwachting. In het allerslechtste scenario kan wel de Metropoolregio Rotterdam Den Haag terugvallen in inwoneraantal. De Noordvleugel is wat dat betreft krachtiger vanwege de aanwezige faciliteiten zoals Schiphol, de financiële sector en de media.” n Kijk voor de exacte cijfers uit de bevolkingsgroeiprognose op www.mrdh.nl/magazine/
22 | 23
METROPOLL
Digitalisering dienstverlening leidt tot een verbetering Gemeenten stappen steeds meer over op de digitale dienstverlening. Allerlei zaken als uittreksels of omgevingsvergunningen zijn met een paar muisklikken aan te vragen. Het fysieke contact met de b urger verdwijnt, maar deze digitalisering leidt ook tot een verbetering van diezelfde dienstverlening.
Tessa Augustijn,
John Chan
Arne Weverling
Fractievoorzitter
Wubben.Chan
Wethouder
GroenLinks
architecten,
gemeente
Barendrecht
Monster
Westland (o.a. ICT)
‘
Ik zie zeker dat er voordelen te behalen zijn door de inzet van meer digitale dienstverlening bij de overheid. Het invullen van je belastingaangifte via de digitale snelweg op het tijdstip dat het jou uitkomt, al is het midden in de nacht, is prima. Voor het aanvragen van allerlei zaken bij de gemeente is het erg prettig dat je dat op ieder moment van de dag kunt doen via internet; een uittreksel uit de GBA of een ontheffing van het een of ander is daarmee een fluitje van een cent geworden. Voor het ‘volgen’ van een aanvraag of wanneer je een beslissing kunt verwachten is het ook prima. Op basis van je DigiD worden veel zaken al ingevuld en daarmee de bureaucratie beperkt. Dus voor zover het een aanvulling is op wat er al was, leidt digitalisering tot verbetering van de dienstverlening. Maar, als het gaat om complexe dienstverlening waarbij het gaat om zaken die niet zo gemakkelijk in ‘hokjes’ zijn te vatten, zoals een aanvraag voor ondersteuning vanuit de WMO, dan is digitale dienstverlening niet de weg die tot verbetering leidt. Dan is het juist van belang om dat persoonlijke contact te hebben om de behoefte achter de vraag goed in beeld te krijgen voor een betere dienstverlening.
’
‘
Met ingang van oktober 2010 is de omgevingsvergunning ingevoerd ter vervanging van onder andere de bouwvergunning. Iets wat wij regelmatig aanvragen namens onze klanten. Met de nieuwe werkwijze kun je de omgevingsvergunning van een bouwproject via één centraal loket, het omgevingsloket, digitaal aanvragen. Dat wil zeggen dat alle aanvraagformulieren, tekeningen, berekeningen en rapportages die voor een aanvraag nodig zijn als pdf-bestand worden geüpload via een landelijke centrale site. Via deze site ontvangt de desbetreffende gemeente de aanvraag. In het recente verleden hielden we altijd rekening met een extra dag voor de indiening, om alle informatie en tekeningen in zevenvoud af te laten drukken. Onhandig bij de tijdsdruk die vaak al op de projecten zat. Letterlijk in dozen sjouwden we deze tekeningen naar het gemeentehuis om ze persoonlijk af te leveren bij de desbetreffende ambtenaar. Deze tijden liggen voorgoed achter ons. Nu kunnen we bij wijze van spreken in onze pyjama’s om 00.00 uur ’s nachts de bestanden uploaden. Een ander voordeel is de integrale benadering van dit nieuwe gedigitaliseerde vergunningstraject. Er is uiteraard ook een keerzijde van dit verhaal. In sommige gemeenten slaat het een beetje door. Voor een informeel overleg over een bouwplan zien ze ook graag dat dit via het digitale landelijk omgevingsloket gebeurt. Dit betekent twee weken vertraging, voordat de tekeningen bij de juiste gemeente en de behandelende ambtenaar liggen, terwijl je vroeger gewoon even de telefoon pakte voor een afspraak. Als we als architectenkantoor een kritiekpuntje mogen aandragen is dat gelegen in de formalisering van het informele overleg. Dat moeten we niet willen.
’
#
MRDH 06 december 2013
‘
Het fysieke contact met de burger zal nooit helemaal verdwijnen. En dat is maar goed ook. Het persoonlijke contact met burgers en bedrijven is voor ons als gemeente een belangrijke informatiebron om te weten wat er speelt, waardoor we beter in kunnen haken op de wensen van de klant. En soms spelen er dermate complexe zaken dat het ook fijn is dat iemand persoonlijk kan meedenken en adviseren. Digitale dienstverlening is aan de andere kant wel een heel laagdrempelige manier voor klanten om producten of diensten af te nemen. Dat kan immers 24/7 en vanaf elke gewenste plek. De meeste bezoekers van de balie maken bijvoorbeeld al online een afspraak. En van alle omgevingsvergunningen die zijn verstrekt, is 80% online aangevraagd. Digitale producten zijn voor de klant goedkoper, maar ook voor de gemeente is e-dienstverlening snel, eenvoudig en tegen de laagst mogelijke kosten. Maar….hóe goed we de digitalisering ook regelen, de gemeente zal altijd ook direct contact mogelijk blijven maken om - waar nodig - aanvullend burgers en bedrijven van dienst te zijn. Niet alle inwoners kunnen immers goed met het digitale kanaal uit de voeten. Dus ja, wij zijn het eens met de stelling dat de digitalisering van de dienstverlening tot een verbetering leidt. En in het verlengde van de digitale dienstverlening (digitaal wat kán) houdt de gemeente Westland zich dus óók bezig met een heroriëntatie op de eigentijdse persoonlijke dienstverlening.
’
TRANSITIE
De winkelstraat is dood, lang leve de winkelstraat Oude winkelstraten hebben het moeilijk. Leegstand tast hun bestaan aan. Niet alleen door de crisis, maar ook doordat consumenten anders zijn gaan winkelen. Alternatieve bestemmingen kunnen het tij keren, zoals het initiatief Tussentijd Rotterdam bewijst.
Tekst: Cyriel van Rossum | Fotografie: Mladen Pikulic
Verwaarloosde puien
Een wandeling door de Hoogstraat in Vlaardingen maakt de problemen meteen aanschouwelijk. Lege winkelruiten en verwaarloosde puien ontsieren de straat. Zo hier en daar is een partijhandel neergestreken, of zoals dat tegenwoordig heet, ‘een pop-up-store’, een tijdelijke garantie voor meer leven in de straat. De gemeente Vlaardingen is samen met de Stichting Stadsherstel hard bezig om de Hoogstraat nieuw leven in te blazen. “We gaan de winkels concentreren in het voorste deel van de straat”, vertelt wethouder Ruud de Vries, “Voor het achterste deel worden nieuwe bestemmingen gezocht. Zo transformeren er panden in woonhuizen. En we willen aanhaken bij de trend van de combinatie van clicks and bricks.” Daarmee doelt De Vries op ‘frontstores’ van webwinkels, die overal bezig zijn aan een opmars. “Binnenkort opent hier de Winkel van Toekomst. “De Hoogstraat wil hiermee laten zien
ç
De oude winkelstraten in historische stadscentra zoals Maassluis, Vlaardingen en Schiedam hebben het het zwaarst. “De echte winkelfunctie staat hier fors onder druk”, zegt retailspecialist Wim van Veelen van de stadsregio Rotterdam. “Winkels die het moeten hebben van ‘kijken en vergelijken’ verliezen in rap tempo omzet aan internet en de winkelgebieden met een veel groter aanbod in de omgeving. Het is moeilijk om het tij te keren voor dit soort straten, omdat het winkeleigendom erg versnipperd is en de winkelruimtes meestal vrij klein zijn. Te klein voor vestigingen van ketens bijvoorbeeld.”
Bestuurders en stedenbouwkundigen hebben goed begrepen dat dit soort straten op de schop moet, maar op welke manier en met welke uitkomst is niet altijd even helder. Van Veelen: “In alle regiogemeenten staat het probleem van de winkelleegstand op de agenda. De stadsregio kan extra expertise leveren aan gemeenten bij hun aanpak hiervan.”
24 | 25
dat webwinkels hier prima passen”, aldus de wethouder.
Amper zeven kilometer verderop ligt de Schiedamse Hoogstraat. Ook een zorgenkind van de gemeente, dat zelfs bekend staat als de straat met de hoogste winkelleegstand van Nederland. Ook daar zoeken gemeente, verhuurders en winkeliers naar een nieuwe toekomst. “De bezinning geldt vooral voor de vraag: hoe kunnen we die straat onderscheiden van andere winkelstraten?”, stelt retailspecialist Van Veelen. “Met het winkelhart van Rotterdam zo dichtbij, zul je toch iets heel eigens moeten bieden om ook de Rotterdammers naar Schiedam te trekken. Er wordt nu vooral gedacht aan toespitsing op kunstzinnige bedrijvigheid, lifestyle en horeca.”
‘Kijken naar mogelijke waardecreatie voor de wijk of stad’ Tussentijd Rotterdam Inmiddels is er ook vanuit Rotterdam belangstelling voor herontwikkeling van de Schiedamse Hoogstraat, en wel vanuit het project Tussentijd Rotterdam. Onder die naam trekken de gemeente, vier grote corporaties, Anna Vastgoed&Cultuur en stadsontwikkeling specialisten van adviesbureau Stipo, samen op om leegstaand vastgoed tijdelijk te benutten. De eigenaren in contact brengen met partijen die passie hebben voor de stad, dat is kortgezegd de doelstelling van de initiatiefnemers.
“Doorgaans wordt leegstand benaderd vanuit een louter financieel perspectief,” aldus Jeroen Laven van bureau Stipo. “Een eigenaar kijkt vooral uit naar de vulling van zijn vastgoed die het meeste geld op zal leveren. Wij benaderen het anders: wij kijken naar mogelijke waardecreatie voor de wijk of stad.” Dat houdt in dat in dit project steeds de vraag ‘Welke tijdelijke gebruiker kan iets toevoegen aan de directe omgeving?’, centraal staat.
Stipo neemt ook een stukje vastgoedbeheer over, want, zo redeneert Laven, een adviesbureau dat alleen advies geeft is niet meer van deze tijd. “Het moet de klant ook op weg helpen in de realisatie. We zeggen tegen de eigenaars: geef ons de sleutel van je winkelruimte, dan krijg je die over een half jaar terug met een nieuwe huurder erin.” Open source
Alle nieuwe know how die al experimenterend ontstaat, wordt direct gedeeld. “Alles is open source. Wat we met de ene corporatie bedenken is beschikbaar voor de andere, en vice versa.” Stipo trekt ook op met overheden met het oog op regeltechnische im- en complicaties van tijdelijk gebruik. “Tijdelijke horeca toestaan, daar komt nog wel wat bij kijken”, licht Laven toe. “In andere gevallen is een wijziging van het bestemmingsplan nodig. Een lage huur, een opzegtermijn van twee weken en de mogelijkheid om winkelruimte onconventioneel te benutten, kunnen kwakkelende winkelstraten weer nieuw leven in blazen. Dat is onder meer te zien in de Rotterdamse Jonker
#
MRDH 06 december 2013
Fransstraat. Dankzij de vestiging van ambachtelijke bedrijfjes vormt die straat nu weer een levendige verbinding tussen de winkelzone in het Oude Noorden en de Binnenstad. Ruimte om te proberen Tussentijd Rotterdam speurt naar de ruimtevraag die niet zo snel in een vastgoedmarkt tot uitdrukking komt. Laven: “Voor jonge creatieve en kleine ambachtelijke bedrijven is het best eng om naar een corporatie te stappen voor bedrijfsruimte. Dat is voor hun alsof je naar de makelaar gaat. Er komen nu veel partijen op ons af die je anders nooit over de drempel zou krijgen.” Huurders die via Tussentijd Rotterdam aan tijdelijke ruimte komen, raken niet meteen verzeild in de rompslomp van een regulier huurcontract: nóg een voordeel van het project. “Wij zeggen tegen vastgoedbeheerders: geef die huurders-nieuwe-stijl even de tijd om de ruimte uit te proberen, om een beetje te oefenen.” Het is een groot succes: tachtig procent van de huurders gaat uiteindelijk over op een vast contract. De aanpak smaakt naar meer. De aandacht heeft zich inmiddels opmerkelijk verbreed: de sectoren zorg en onderwijs lijken ook interessant voor het tijdelijk gebruik van leegstaande panden. In de zorgsector fluctueert de vraag naar ruimte sterker dan ooit, ten gevolge van de toename van korte zorgcontracten. En veranderingen in het onderwijs genereren een nieuwe vraag, zoals expositieruimte, mediatheek, incubatorplekken en tijdelijke collegezalen. Leegstand is allerminst een exclusief Rotterdams vraagstuk. Het Rotterdamse initiatief krijgt veel belangstelling uit andere steden. Laven: “We merken vooral dat middelgrote steden als Leiden en Dordrecht nu echt last beginnen te krijgen van dezelfde problemen. Die willen weten hoe wij die proberen te tackelen. We zijn ook in gesprek met Lelystad over het samenbrengen van partijen in die stad.”
De rol van de stadsregio Rotterdam in Tussentijd Rotterdam is vooral die van kennisleverancier. Die rol speelt de regio ook in andere initiatieven. Zo organiseerde zij in het kader van het programma Rivierzones voor Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Schiedam en Vlaardingen, een aantal expertmeetings over alternatieve bestemmingen voor mooie, onbenutte locaties waar nieuwe ‘ Parels aan de Maas’ tot stand kunnen komen. n
1. De Hoogstraat in Schiedam staat bekend als de straat
met de hoogste winkelleegstand van Nederland.
2. Andere winkeliers in de Schiedamse Hoogstraat gebruiken lege panden als uitbreiding van hun eigen etalage… 3|4. of als uithangbord voor hun eigen zaak. 5. Winkelstraten hebben vaak last van omliggende winkelcentra. 6. Ook de Hoogstraat in Vlaardingen kent veel leegstand 7. Pop-up stores bieden een tijdelijke garantie voor meer
leven in de straat.
1
2
3
4
5 6
7
26 | 27
GRENZELOOS
From Russia with Love #MRDH vliegt ieder nummer naar een andere metropool ergens op de wereld. Deze keer in het momenteel veel besproken Rusland: Moskou. Nico de Nijs woont er nu zes jaar, samen met zijn gezin, en is werkzaam als zelfstandig ondernemer in mini-opslagfaciliteiten. Tekst en fotografie: Nico de Nijs
Moskou kent een inwoneraantal dat ongeveer gelijk is aan dat van Nederland wonend op een oppervlakte van de provincie Utrecht. Dit zorgt dagelijks voor enorme verkeersdruktes. In de spitstijden kun je over een afstand van 15km rustig 2,5 uur doen, vandaar ook dat wij veel gebruik maken van het efficiente metrostelsel. Veel mensen denken bij Moskou aan een grijze, grauwe stad maar dat beeld is niet terecht. Met vele prachtige gebouwen in zachte pasteltinten doet het centrum van de stad enigzins aan Parijs denken. Er is inmiddels veel weelde en bijna overdadige luxe. Tijdens onze kennismaking met Mockba lunchten we op het terras bij het beroemde conservatorium en verbaasden we ons over de weelderige gebaksvitrine (beste cheese cake ter wereld!) maar nog meer over de gigantische tropische vlinder die uit het niets op onze tafel landde. Pas 2 jaar later kwam het antwoord hoe dat mogelijk was. Een jaar na de eerste dagen in Moskou kreeg ik de kans om voor drie jaar als expat hier naar toe te gaan, inmiddels als zelfstandig ondernemer en bijna 6 jaar verder, heeft deze stad en haar inwoners ons vele malen verwonderd en verbaasd. Gastvrijheid Het is een volk en stad met vele tegenstellingen. De eerste goedemorgen door de cassière van de supermarkt moet ik nog te horen krijgen, aan de andere kant geen gastvrijer volk dan de Rus. In de overvolle metro zullen kinderen of ouderen altijd een zitplaats worden aangeboden. We zijn een keer door Russische vrienden meegenomen voor een weekeinde naar St. Petersburg en verbleven bij mensen thuis die we nog nooit ontmoet hadden. De hoofdslaapkamer werd aan ons afgestaan en de gastheer en –vrouw sliepen zelf op een stretcher in de flat (24m2) van ‘babushka’, de oma. De Rus is trots, maar ook vergevingsgezind. Op het werk kunnen collega’s ongemeen felle woordenwisselingen hebben, om vijf minuten daarna gebroederlijk en gemeend vriendelijk weer een kop koffie met elkaar te drinken. Banya Moskou is wellicht enigszins te vergelijken met de beroemde Matroesjka’s. De poppen waar steeds weer een kleinere pop uit te voorschijn komt. Het kost de nodige tijd, moeite en inspanning om tot de kern van de stad en haar inwoners door te dringen. Als je de mensen, de taal en de gebouwen beter leert kennen, dan blijkt achter de eerst nors ogende façades of verouderde gebouwen, hele vriendelijke mensen en juweeltjes van panden schuil te gaan. Gelukkig is het ons gelukt om die kern te ontdekken. Onze dochter van 9 ging tot en met dit schooljaar naar een Russische school. Het ging haar goed af, maar toch hebben we dit jaar besloten om voor een Internationale School te kiezen en om buiten het centrum van Moskou te gaan wonen. Een Russische school eindigt om 13.00 uur, maar daarna krijgen de kinderen wel een behoorlijke hoeveelheid huiswerk mee. Dit maakte het voor haar moeilijk om te kunnen spelen en sporten. Daarnaast kan ze waar we nu
#
MRDH 06 december 2013
wonen, na afloop van de schooldag of in het weekeinde met haar vriendinnen buiten spelen. Mijn vrouw is actief bij de Internationale Vrouwenclub die onder andere veel charitatief werk doet voor goede doelen die hier minder op overheidssteun kunnen rekenen. Ik ga regelmatig met Russische vrienden naar de Russische Sauna, de Banya. Hier is de sauna veel heftiger dan in Nederland. Een grote waaier wuift de hete stoom naar je toe. De eerste keer dacht ik dat mijn laatste ademtocht zo ongeveer was aangebroken en stonden de rode striemen twee dagen later nog op mijn lijf. Moskou is rijk aan kunst en cultuur. De stad kent vele musea en theaters. Op vrijdagavond gaan we altijd het centrum van Moskou in en we hebben er inmiddels vele prachtige klassieke concerten, opera’s en balletvoorstellingen beleefd. Het niveau is altijd zeer hoogstaand en de voorstellingen altijd druk bezocht en ook bijgewoond door kinderen en ouderen. Immer deftig gekleed, want je gaat niet in je spijkerbroek naar het theater. Vele bezoekers hebben ook bloemen bij zich die zij na afloop aan de artiesten, onder begeleiding van staande ovaties en minutelang applaus, uitreiken. De hoge eisen die de Russen stellen aan sportieve en culturele prestaties heeft ook een tegenkant. Zo kreeg onze dochter op destijds 7-jarige leeftijd, al bij de derde balletles te horen dat een carrière als ballerina bij het Bolshoi Theater er voor haar toch echt niet in zat. Gedaanteverwisseling De stad heeft in de afgelopen jaren een enorme verandering ondergaan. Vele moderne kantoorgebouwen en restaurants zijn er bijgekomen. Het befaamde Gorky park heeft een ware gedaanteverwisseling ondergaan. Omgevormd van een in oude stijl amusementenpark met sterk verouderde attracties, is het nu hipper en trendier dan Central Park. Op de vele podia leven mensen zich uit met gratis yoga- en danslessen. Hier gaan we in de zomer vaak naar toe om te relaxen, daarnaast biedt het in de winter de grootste openbare schaatsbaan ter wereld. Economische kansen Rusland heeft een enorme economische vooruitgang geboekt, in 1998 was Rusland nog failliet. In combinatie met de verbeterde wet- en regelgeving biedt het land hiermee uitstekende kansen voor ondernemers. Hier hoop ik als ondernemer in self storage of mini-opslag van te kunnen profiteren, en tot nu is dat prima gegaan met twee bestaande vestigingen en twee tot drie nieuwe locaties die we binnenkort hopen te openen. Er is sprake van een snel opkomende middenklasse met een enorme koopdrift. Van winkelketens als IKEA zijn hun best verkopende winkels gevestigd in Moskou. Kortom een stad met vele mogelijkheden, soms helaas ook ‘foute’ zaken. Zo loste een medewerker van de Nederlandse ambassade tijdens een ontmoeting, het mysterie rond de tropische vlinder voor ons op. Deze waren ooit in getale van een paar honderd losgelaten door een puissant rijke oligarch, om het terras tijdens de beginnende zomer wat op te vrolijken. n
1
2
3
Moskou Facts • Moskou, in het Russisch Moskva, is de hoofdstad van Rusland en met zijn bijna 12 miljoen inwoners met afstand de grootste stad van het land. • Het stedelijk gebied heeft een oppervlakte van ruim 2.511 km². Ongeveer een derde daarvan bestaat uit groengebied. Er zijn circa honderd parken in de stad. • De stad heeft vijf internationale luchthavens. • De twaalf metrolijnen met meer dan 150 stations vervoeren iedere werkdag ruim 10 miljoen mensen.
1. 2. 3. 4. 4
5.
6.
Inez Braggaar (vrouw van Nico) voor de Hermitage in St. Petersburg Uitzicht vanuit de flat van Nico op de stad met op de voorgrond de dierentuin van Moskou. Winters tafereel Nico leert zijn dochter Lara op de Nederlandse manier schaatsen De metrostations, maar ook de rijtuigen zijn voorbeelden van de hoge concentratie kunst en cultuur in Moskou Ondernemer Nico de Nijs verhuurt opslagruimten.
5 6
28 | 29
TRANSITIE
Vernieuwde KvK
Samen naar meer omzet Louis Kester is een mooi voorbeeld van een moderne teler die ‘out of the box’ durft te denken. Het is ook precies de ondernemer die past in de nieuwe visie van de Kamer van Koophandel: een MKB’er die met innovatie, slimme bedrijfsvoering en samenwerking zijn omzet verhoogt.
Tekst: Anneke Verbraeken | Fotografie: Loes Schleedoorn
Louis Kester teelt raapstelen, maar verkoopt emotie. “Dat is nou marketing, weten wat er om gaat in je klant. De trend tegenwoordig is kwaliteit, ambacht en eerlijk eten. Onze raapstelen passen daar prachtig bij. Door goed te kijken naar de consument en slimme marketing, verdienen wij een goede boterham aan de raapsteel.” Normaal gesproken krijgt hij tweehonderd bezoekers per dag op www.raapstelen.nl. Maar toen Herman den Blijker op tv twee koks liet koken met deze bijna vergeten groente, wilden 22.000 mensen weten wat raapstelen nou eigenlijk waren. De site ontplofte bijna. “Dat krijg je met gewone reclame niet voor elkaar.”
#
MRDH 06 december 2013
beld: “Voorheen hielden we ons naast de advisering en voorlichting, ook bezig met de randvoorwaarden van het ondernemerschap, zoals ruimtelijke ordening, vestigingsklimaat en regeldruk. Dat laten we nu helemaal over aan organisaties zoals VNO-NCW.”
Verrassende oplossingen
Saskia Wong-A-Tjong, senior beleidsadviseur bij de KvK, is nauw betrokken bij de uitvoering van de projecten ‘nieuwe stijl’. De eerste aanzet werd een paar jaar geleden door de KvK Zoetermeer bedacht. Een groepje tuinders ging op bedrijfsbezoek bij compleet verschillende ondernemingen, legden hun problemen op tafel en kregen verrassende oplossingen aangereikt. Wong-A-Tjong: “Die bezoeken waren erg succesvol, maar kostten enorm veel tijd, terwijl maar een kleine groep ondernemers ervan profiteerde. We hebben nu een variant bedacht waarbij we veel meer ondernemers tegelijk willen bereiken en vooral, inspireren. Tijdens één bijeenkomst proberen we ondernemers te laten zien wat de trends zijn, gaan ze aan de slag om die trends om te zetten in concrete ideeën voor hun bedrijf en komen ze in contact met kennisinstellingen die hen
ç
Nieuwe KvK in 2014
Ben Schuttenbeld, vanaf 2014 senior adviseur, legt uit hoe de KvK in de toekomst te werk gaat. “Vroeger waren we er voor alle bedrijven, nu richten we ons heel specifiek op het midden- en kleinbedrijf in sectoren met groeipotentie. Dan moet je denken aan techniek, security, space, de medische sector, logistiek, agrofood, tuinbouw en duurzame productie. Ons uitgangspunt: hoe kunnen we de ondernemer helpen zijn omzet te verhogen.
Daarbij gaan we uit van de vragen van de ondernemer. Die proberen we natuurlijk zo veel mogelijk digitaal te beantwoorden, maar ook gaan we nu veel meer dan voorheen, ondernemers bij elkaar brengen. Ondernemers die elkaars vragen kunnen beantwoorden, of ondernemers met eenzelfde vraag, ondernemers die elkaar aanvullen wat betreft producten of werkwijze, bedenk het maar. Wij zien samenwerking absoluut als voorwaarde voor groei.” “Neem bijvoorbeeld een grote zorginstelling die een probleem heeft. Wij kunnen dan dat probleem bij kleine bedrijven neerleggen. Samen kunnen we zoeken naar een oplossing. Als dat lukt, hebben de kleine bedrijven een ingang bij de grote organisatie en is tegelijkertijd het probleem van die grote instelling opgelost. “ De KvK gaat een groot aantal instrumenten inzetten om groepen ondernemers bij elkaar te brengen. Natuurlijk via de sociale media zoals Facebook en Twitter, maar ook via webinars (online seminars), handelsmissies en workshops. Schuttenbeld: “Het gaat er om dat je samen oplossingen zoekt voor groeibarrières.” Wat de KvK nieuwe stijl niet meer gaat doen, is vergaderen in allerlei overlegorganen. Schutten-
Raapstelenteler Louis Kester doet zelf alle marketing en promotie voor zijn product.
30 | 31
Op de bijeenkomst Greenport Inspired brengt de KvK ondernemers bij elkaar om tot nieuwe ideeën voor omzetverhoging te komen.
verder kunnen helpen. Vervolgens kijken we of er bedrijven zijn die samen die ideeën verder willen uitwerken.”
‘Marketing is voor de meesten een kostenpost’
Een voorbeeld van een dergelijke bijeenkomst was Greenport Inspired, begin oktober in Delft. De bijeenkomst was bedoeld voor groentetelers uit Oost- en Westland. Wong-A-Tjong: “We zijn allereerst bij de ondernemers te rade gegaan: waaraan hebben jullie behoefte. Daaruit bleek dat de telers meer omzet en meer winst wilden, maar dat ze niet goed wisten hoe ze de markt moesten benaderen. Dat is op zich niet vreemd. Tuinders zijn traditioneel productiegericht. De veiling was er voor de verkoop. Tuinders proberen vooral op prijs te concurreren, onder meer door kosten te besparen. Maar het kan heel interessant zijn om juist méér voor je producten te vragen door een goede marketingstrategie.” De inspiratiebijeenkomst was een groot succes. Ondernemers zagen wat er allemaal mogelijk was. Er kwamen leuke ideeën naar voren, zoals een Appel-store, een pop-up restaurant in de kas, een winkel met kwaliteits-regioproducten. Raapstelen bij sterrenrestaurants
#
MRDH 06 december 2013
Eén van de telers die de bijeenkomst bezocht was Louis Kester. Hij verkoopt zijn raapstelen rechtstreeks aan sterrenrestaurants, aan consumenten en aan de groothandel en groentespeciaalzaken. De verkoop en marketing doet hij zelf. “Vroeger werd het gedaan door de Greenery, maar daar was uiteindelijk geen plaats voor kleine kwekers. Het was in de loop der jaren een handelshuis geworden en had niets meer te maken met samenwerkende kwekers die een breed assortiment aan groente wilden verhandelen. Dus ben ik de marketing zelf gaan doen, ik wilde in contact komen met de ambassadeurs van het product. Ik schreef naar Libelle, zocht contact met de recepten-website Smulweb en maakte mijn eigen website www.raapstelen.nl. Dat zorgde voor meer bekendheid van raapstelen en een toenemende vraag.” De raapstelenteler kent maar een beperkt aantal voorbeelden van collega’s die zelf actief met marketing en promotie in de weer zijn. “De grote bedrijven telen tomaten of paprika’s en produceren voor een zo laag mogelijke kostprijs, en laten marketing en verkoop aan anderen over. Voor de meesten is marketing een kostenpost. Banken vragen bij financiering ook steeds meer naar actieve marketing- en verkoopactiviteiten. Daarom is het goed dat de KvK ondernemers hier verder mee helpt.” n www.kvk.nl
Inspirerende groenten Tijdens de inspiratiesessie vertelde Markus Konings van Sandenburg concept creation, dat groenten populairder waren dan ooit. Megastallen, gekke koeienziekte en plofkippen, zorgen voor steeds meer wantrouwen, waardoor groenten en vleesvervangers een steeds grotere rol spelen. Consumenten willen geen massaproducten, maar verse, ambachtelijke kwaliteitsproducten. Dat vraagt om een nieuwe aanpak om het eten onder de mensen en de aandacht te brengen, zoals verrassende verpakkingen, pop-up restaurants (tijdelijk restaurant op bijzondere locatie) en foodfestivals. De ondernemers gingen met elkaar in discussie met vragen als ‘Hoe belangrijk is persoonlijk contact met de consument?’, ‘hoe maak ik mijn product onderscheidend?’ en ‘hoe voeg ik door samenwerking waarde toe aan mijn product?’.
TRANSITIE
ROM Zuidvleugel van start
Het onderste uit de kan Rinke Zonneveld is de eerste directeur van de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor de Zuidvleugel (ROM). De ROM is veel meer dan een geldkraan voor veelbelovende innovatieve bedrijven, zegt hij. ‘We brengen financiering samen met acquisitie en business development.’ Tekst: Martijn Delaere | Fotografie: Mladen Pikulic
Rinke Zonneveld is benoemd tot de nieuwe directeur van de ROM Zuidvleugel.
32 | 33
Zuid-Holland hoeft de ondernemende hoogvlieger uit Delft of Leiden niet langer te laten wegkopen door de Brainport Eindhoven. Deze hoogvliegers kunnen straks met hun lumineuze plannen terecht bij de nieuwe ontwikkelingsmaatschappij Zuidvleugel. “De buitenwereld kijkt gretig naar ons participatiefonds. Innovatieve bedrijven en snelle groeiers hoeven inderdaad niet meer weg te lopen omdat er in Zuid-Holland geen investeerders te vinden zijn, maar geld is niet de kernactiviteit van de ROM Zuidvleugel. Financiering kun je ook apart organiseren. De kracht en de kwaliteit van de ontwikkelingsmaatschappij Zuidvleugel is juist dat we die financiering samenbrengen met acquisitie en business development”, zegt de directeur van de kersverse ROM Zuidvleugel Rinke Zonneveld.
‘We moeten elkaar versterken en snel streven naar concrete resultaten’ Het noorden heeft al langer een ontwikkelingsmaatschappij, Gelderland en Overijssel ook, net als Brabant en Limburg, maar Zuid-Holland zag er lang het nut er niet van. Dat was toch vooral iets voor de hulpbehoevende regio? Maar volgende maand heeft ons land er dan toch een vijfde regionale ontwikkelingsmaatschappij bij, die voor de Zuidvleugel. Econoom Rinke Zonneveld gaf er graag zijn baan als directeur ondernemerschap bij het ministerie van Economische Zaken voor op. “Het is een unieke kans om vanuit het niets naar eigen inzichten een organisatie op te bouwen in een fantastisch speelveld en in een mooie regio. We hebben hier volgens de Times Higher Education Top 200 de drie beste universiteiten van Nederland: Leiden, Delft en Rotterdam. Twee top universitaire medische centra en sterke innovatieve clusters op het gebied van cleantech, life sciences, security en hortitech. En toch kan het nog beter. Ik wil graag mijn mouwen opstropen om daarvoor te zorgen. Dat iedereen erg veel verwacht van de ROM Zuidvleugel is vooral een aanmoediging.” Meerwaarde In zijn rol als directeur ondernemerschap bij Economische Zaken was Zonneveld meerderheidsaandeelhouder van de ROM’s en zag hij welke meerwaarde deze organisaties kunnen hebben bij de versterking van de regionale economie. “Ze hebben zich ontwikkeld tot de binnen-
#
MRDH 06 december 2013
boordmotor van de economische ontwikkeling. Op verschillende plekken in Zuid-Holland is het besef doorgedrongen dat je zo’n regionale ontwikkelingsmaatschappij ook híer nodig hebt in de concurrentie tussen regio’s. Juist omdat deze regio veel onbenut potentieel heeft. De ROM Zuidvleugel heeft de kracht om dat onbenutte potentieel te ontsluiten. Er gebeurt zó veel spannends in deze regio, maar het blijft maar af en toe hangen. Brabant en Oost-Nederland maken die extra meters wel. Je zag ook dat bedrijfjes werden weggekocht, gewoon omdat in Zuid-Holland geen participatiemaatschappij was. Vorige week vertelden ondernemers uit de medische hoek mij dat ze een aanbieding hadden gehad van de regionale ontwikkelingsmaatschappij van Overijssel en Gelderland Oost NV.” De ROM Zuidvleugel heeft uniek veel verschillende aandeelhouders. In het noorden (de NOM) is Economische Zaken voor 99 procent aandeelhouder. Veel publieke aandeelhouders betekent veel belangstelling en verwachtingen. Bestuurders hebben hun nek uitgestoken om de ROM voor de Zuidvleugel op te richten, maar directeur Zonneveld is maar wat blij dat zij niet van plan zijn om zich met de dagelijkse gang van zaken te bemoeien. Zonneveld: “De aandeelhouders hebben in de dagelijkse praktijk een beperkte rol. Het zijn mijn partners, de financiers, en de partijen die die concrete successen willen zien, maar het is ook glashelder dat deze organisatie alleen maar kan functioneren als hij professioneel op afstand van de bestuurders opereert.” Precies wat gedeputeerde voor Economie en Deltapoort Govert Veldhuijzen vorig jaar in #MRDH zei: “Politici moeten zich verre houden van aansturing van zo’n club.” Wendbare organisatie Gedeputeerde Veldhuijzen vond ook dat de ROM Zuidvleugel een wendbare uitvoeringsorganisatie moest worden. Dat is directeur Zonneveld uit het hart gegrepen. “Onze organisatie blijft altijd klein, zo’n veertig fte’s. We moeten extreem lean and mean georganiseerd zijn en niet alles in huis willen doen. Je moet juist andere partijen in stelling brengen of faciliteren. We hebben een duidelijke instructie meegekregen: schoenmaker houd je bij je leest. Dus nu geen rol voor ons bij de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Daar zijn andere organisaties voor. Laten wij ons eerst maar richten op onze kerntaken en ervoor zorgen dat deze regio door samenwerking sterker wordt.”
Zonneveld is ambitieus en ongeduldig. Dat belooft wat voor de ROM Zuidvleugel. We zullen hem vaak tegenkomen. “Het belang van de organisatie behoort nooit de organisatie zelf te zijn. Te vaak is dat wel zo. Onze opdracht ligt buiten.” In het eerste jaar wil hij dat zijn organisatie veel waarde toevoegt aan de clusters die er nu al zijn. Zonneveld: “Daarnaast is mijn blik gericht op samenwerking met de Delta-organisaties, Medical Delta, Clean Tech Delta en The Hague Security Delta. We moeten elkaar versterken en snel streven naar concrete resultaten. Dat is goed voor het draagvlak. We moeten er ook voor zorgen dat een organisatie die door bestuurlijke partijen is ingericht, heel snel privaat commitment krijgt. Wij faciliteren, maar het trekkerschap moet ook uit het bedrijfsleven komen. Als de motor dan eenmaal draait, kunnen we ook gaan vliegen.” n
Wat is de ROM Zuidvleugel? De regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Zuidvleugel gaat op 1 januari 2014 van start. De ROM richt zich op de sterke economische sectoren van Zuid-Holland die zich met (nieuwe) technologie bezighouden, zoals cleantech (biobased, deltatechnologie en infrastructuur & mobiliteit), medische technologie en security. Aandeelhouders zijn het ministerie van Economische Zaken, de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Delft, Den Haag, Leiden, Rotterdam en Westland, de universiteiten van Delft en Leiden, het Erasmus Medisch Centrum en het Leids Universitair Medisch Centrum. Daarnaast draagt Dordrecht bij aan de operationele kosten van de ROM. De ROM richt zich op de gehele provincie Zuid-Holland. De ROM Zuidvleugel heeft drie kerntaken: marketing en internationale acquisitie, stimuleren van ontwikkeling en innovatie en het organiseren van een revolverende financierings- en deelnamefunctie. Het Rijk, de provincie, gemeenten en kennisinstellingen hebben 27 miljoen euro in een participatiefonds gestort. Het is de bedoeling dat dit fonds in de toekomst uitgroeit tot 100 miljoen euro. De Kennisalliantie en Science Port Holland gaan 1 januari op in de ROM voor de Zuidvleugel.
COLUMN
Cees van der Wel hoofd externe projecten, RTV Rijnmond
Zo moest ik een nieuw rijbewijs. Dan krijg je een keurig briefje van de gemeente Maassluis in de brievenbus. Dat ik op tijd moet verlengen. Fluks dook ik internet op. Mocht ik meteen de gratis app van Maassluis downloaden. Dan kan ik voortaan – zomaar, hups – een melding openbare ruimte doen. Ik heb altijd al een melding openbare ruimte willen doen. Via die site mag je een afspraak maken. Je mag een tijd kiezen, een dag. En Je Hoeft Nooit Meer Te Wachten. Op de afgesproken dag meld ik mij in het blok beton dat in mijn gemeente voor stadhuis doorgaat. En inderdaad: ik hoef niet te wachten. Niemand voor de vier loketten. Slechts het geluid van het kinderhoekje verstoort de rust. Kind of niet: Mickey Mouse ratelt samen met al zijn Disneyvrienden de godganse dag door die hal. Op naar een loket. Dat is dom. De ambtenaar wees mij terecht. Ik had namelijk fase 1 van de digitale wereld overgeslagen. Bij de ingang staat een apparaat waar je knopjes in moet drukken. Het Afspraak Nummer! Ik tikte het in, maar bleek onbekend. Daar sta je dan: vier ambtenaren in blijde afwachting van mijn komst en ik wist het juiste nummer niet, terwijl die ambtenaren vast verlangend naar mijn komst uitkeken. Ze hadden het er bij de koffie vast al over gehad: “Is er vandaag nog iets te doen?” “Nou, zeker weten, meneer Van der Wel komt zijn rijbewijs verlengen.” Als ik dat digitale nummer niet wist, zouden ze mij natuurlijk radicaal verwijderen. Ik tikte alsnog het afspraaknummer in, maar dat moest mijn burgerservicenummer zijn. ”Ik heb geen burgerservicenummer”, probeerde ik nog tevergeefs. Het waren mijn zenuwen natuurlijk. Kies Eén. Kies Vijf. En ik ben de digitale weg kwijt. Dan gooi ik alle cijfers door elkaar. Eén van de lokettisten zag mij tobben en wenkte mij vol mededogen naar haar balie. Precies die ene balie die schuil gaat ach-
ter een dikke betonnen pilaar. Digitaal loopt Maassluis voorop, ergonomisch is het nog wat middeleeuws. Ze was heel erg klantvriendelijk. Ik moest wat digitale vingerafdrukken achterlaten; ze controleerde – zo dacht ik tenminste – meteen mijn ogen. Kon ik meteen naar die aardige opticien Swemmer. Daar lag dan vast en zeker een nieuwe bril voor mij klaar. Niet dus. Het was voor het optische paspoort. Alles digitaal. Ook mijn handtekening. Die kwam meteen na het plaatsen vast ergens bij Barack Obama terecht. En of ik dan over vijf dagen mijn nieuwe rijbewijs wilde komen ophalen. Met een nieuwe afspraak? Welnee. Dat hoefde nu niet meer. Kon zo binnenlopen. Ze wisten nu immers digitaal gesproken wie ik was? De Grote Dag brak aan. Ik trof een andere ambtenaar achter de pilaar. Door de lege hal liep ik recht op haar af. Stom. Terug! Ik moest wachten tot mijn volgnummer aan de beurt was. Nee, er was verder niemand, maar ik gehoorzaamde braaf. “Momentje”, zei ze licht nerveus. Maar het liep uit. Een kwartier later waagde ik het haar te vragen: “Is er iets?” “Het uitgiftestation werkt niet”, vatte zij de crisis samen. Ik had al enkele ambtenaren nerveus heen en weer zien draven, maar ik verkeer tot op de digitale dag van heden in onwetendheid over de werking van een uitgiftestation. Of zelfs maar het bestaan ervan. “Wat kunnen wé daar aan doen”, sprak ik haar nog moed in. Dat had ik wel eens op een cursus geleerd: solidariseer je met het probleem; gebruik bewust de meerderheidsvorm. Dan toon je je bereidwilligheid mee te werken aan de oplossing van een probleem, waarvan je geen idee hebt wat het is. Die mevrouw herhaalde: “Het uitgiftestation werkt niet.” Mij restte niets anders dan een solidair: “Goh…” Later begreep ik dat het een digitaal probleem was. En naar ik nu begrijp, is dit slechts een voorbode van de Brave New World die ons te wachten staat. Jeugdzorg: digitaal. Kamer van Koophandel: digitaal. Huisvuil ophalen: digitaal. We zijn op weg – ik heb het écht in dit blad gelezen – naar een vraaggestuurde samenleving. Ik houd mijn hart vast; ik ben nog te analoog. n
34 | 35
DE PLEK De Metropoolregio kent veel bijzondere plekken. Soms bekend, soms nauwelijks ontdekt, maar erg geliefd bij de inwoners. In #MRDH vertellen ze daarover. Tekst: Brigitte Beeks | Fotografie: Mladen Pikulic
‘Rijswijk heeft twee gezichten’ Michel Bezuijen is sinds 16 september 2013 de nieuwe burgemeester van Rijswijk. Technisch gezien is hij nog geen inwoner van de Metropoolregio, want hij woont nog in Haarlemmermeer waar hij sinds 2003 wethouder was. Maar toch heeft de kersverse burgervader al een geliefde plek in ‘zijn’ gemeente ontdekt: “Ik ben erg gecharmeerd geraakt van het oude centrum. Dat heeft echt een grote aantrekkingskracht. In Rijswijk bevind je je midden in de Randstad, maar als
#
MRDH 06 december 2013
je dan in de historische kern komt, lijkt het net of je in een oud dorp rondloopt. Rijswijk heeft in die zin eigenlijk twee gezichten. Het oude, knusse, dorpse karakter aan de ene kant. En aan de andere kant vind je in het stuk van de stad wat later is gebouwd, zoals winkelcentrum In de Bogaard en bedrijventerrein De Plaspoelpolder, het stedelijke.” Bezuijen was de afgelopen tijd al meerdere malen in het oude centrum. In zijn functie, maar ook in zijn eigen tijd voor bijvoor-
beeld een bezoek aan de zaterdagse markt. “Dit is een plek waar je de ‘couleur locale’ goed kan proeven.” Naast het centrum ligt een groot groengebied, de landgoederenzone. “Dat dit direct naast een winkel- en uitgaansgebied ligt, is wel een bijzondere combinatie. En daarmee heeft het een zekere meerwaarde voor de gehele Metropoolregio. Je kunt er heerlijk wandelen, winkelen, lekker eten. Daarnaast heeft het ook nog cultuur-historische elementen.” n
36