Dienstgeboden informatiebrochure A301
Voorwoord
Beste nieuwe medewerker, Beste student,
Welkom op de afdeling A301. Met deze brochure willen we je wegwijs maken. Het is een handleiding over het reilen en zeilen op de dienst, uitleg over pathologie, onderzoeken en behandelingen. We hopen dat je je vlug thuis voelt bij ons. We verzekeren onze goede wil en samenwerking om leerrijke groeimomenten aan te bieden. Vergeet echter onze belangrijkste doelstelling niet: een kwaliteitsvolle, professionele en patiëntgerichte zorg verzekeren aan onze patiënten.
Deze brochure kwam tot stand door toedoen van enkele toegewijde medewerkers die het tot hun opdracht nemen jullie op een professionele wijze te begeleiden.
We wensen je alvast een leerrijke periode toe waar je met veel voldoening op kan terugblikken.
Verpleegkundig team A301 Mevr. Ann Blondeel, Mevr. Ann Keirse, Mevr. Valerie Boone en Dhr. Pascal Velle, onze mentoren Dhr. J-P Leyman, Hoofdverpleegkundige
1
Inhoud 1
VOORWOORD--------------------------------------------------------------------------------------------------- 1
2
VOORSTELLING VAN DE AFDELING-------------------------------------------------------------------------- 4
3
PATIËNTENPOPULATIE: DE VERSCHILLENDE MODULES ------------------------------------------------- 4
3.1
Urgentie psychiatrie ----------------------------------------------------------------------------------------- 4
3.2
Kortdurende behandeling ---------------------------------------------------------------------------------- 4
3.3
Liaisonpsychiatrie -------------------------------------------------------------------------------------------- 4
3.4
Ambulante zorg ---------------------------------------------------------------------------------------------- 4
4
AFDELINGSSPECIFIEKE GEGEVENS ------------------------------------------------------------------------- 5
4.1
Medisch team ------------------------------------------------------------------------------------------------- 5
4.2
Verpleegkundig team --------------------------------------------------------------------------------------- 5
4.2.1
personeelsomkadering ------------------------------------------------------------------------------------- 5
4.2.2
Verpleegkundig handelen---------------------------------------------------------------------------------- 5
4.3
Zorgondersteuning ------------------------------------------------------------------------------------------ 7
4.4
Multidisciplinair team ---------------------------------------------------------------------------------------- 7
4.4.1
Psychologen (2 half time) ---------------------------------------------------------------------------------- 7
4.4.2
Sociale dienst (1 full-time) --------------------------------------------------------------------------------- 7
4.4.3
Ergotherapeuten (2 halftime) ----------------------------------------------------------------------------- 7
4.4.4
Bewegingstherapeut (1 halftime) ------------------------------------------------------------------------ 8
4.5
Samenwerking met ander disciplines ------------------------------------------------------------------- 8
5
SAMENWERKING MET EXTERNEN --------------------------------------------------------------------------- 8
6
VERPLEEGKUNDIGE DAGINDELING OP DE VERPLEEGEENHEID ----------------------------------------- 9
6.1
Zorgzones ----------------------------------------------------------------------------------------------------- 9
6.2
Shiften ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9
6.3
Dagindeling ---------------------------------------------------------------------------------------------------- 9
7
MEEST VOORKOMENDE VERPLEEGKUNDIGE VERSTREKKINGEN – PROCEDURES-------------------- 9
8
OVERLEGSTRUCTUREN --------------------------------------------------------------------------------------- 9
8.1
Verpleegkundig niveau ------------------------------------------------------------------------------------- 9
8.2
Met artsen ----------------------------------------------------------------------------------------------------10
8.3
Multidisciplinair Overleg -----------------------------------------------------------------------------------10
9
AANDACHT VEILIGHEID EN BEPERKEN RISICO’S ---------------------------------------------------------10
10
STUDENT SPECIFIEKE INFORMATIE ------------------------------------------------------------------------10
10.1
Mentoren ------------------------------------------------------------------------------------------------------10
10.2
Verwachtingen ten aanzien van studenten? ---------------------------------------------------------10
10.2.1
Wat wij verwachten van een student -------------------------------------------------------------------10
10.2.2
Wat kan een student van ons verwachten ------------------------------------------------------------11
10.3
Mentorschap op de afdeling: de 5 krachtlijnen van het mentorschap --------------------------11
11
LEEFREGELS OP DE AFDELING VOOR DE PATIËNTEN ---------------------------------------------------11
11.1
Het identificatiebandje -------------------------------------------------------------------------------------11
11.2
De therapie ---------------------------------------------------------------------------------------------------11
11.3
Het verlaten van de afdeling -----------------------------------------------------------------------------11
11.4
Geneesmiddelen, alcohol, drugs en roken -----------------------------------------------------------12 2
11.5
Het telefoongebruik ----------------------------------------------------------------------------------------12
11.6
Verantwoordelijkheid voor bezittingen -----------------------------------------------------------------12
11.7
Kamer----------------------------------------------------------------------------------------------------------12
11.8
Kledij -----------------------------------------------------------------------------------------------------------12
11.9
Agressie -------------------------------------------------------------------------------------------------------12
11.10
Registratie in kader van suïcidaliteit -------------------------------------------------------------------12
11.11
Registratie bij alcohol en drugsproblematiek ---------------------------------------------------------13
11.12
Autorijden -----------------------------------------------------------------------------------------------------13
3
2
Voorstelling van de afdeling
Naam van de afdeling: A301 Kenletter: A Behorend tot zorgdomein: PAAZ (Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis) is een open afdeling, beschikt over 20 kamers, onderverdeeld in één-, en tweepersoonskamers, met 1 isolatiekamer en 1 separatiekamer. Daarnaast zijn er de lokalen van de ergotherapeuten en de bewegingstherapeut en de burelen van de psychologen, sociaal verpleegkundige en de psychiaters. De afdeling wordt ook wel A-dienst genoemd en verwijst naar een acute, dringende probleemsituatie op psychisch vlak waarvoor een koste opname in het ziekenhuis nodig is. Het gaat om crisissituaties, soms ten gevolge van een psychiatrische ziekte, maar vaak ook in het kader van relatiemoeilijkheden of sociale moeilijkheden, stress of depressie. De A dienst wordt wettelijk omschreven als “een dienst bestemd voor volwassen patiënten, die ofwel een dringende hulp vergen in geval van een crisistoestand ofwel een observatie of een actieve behandeling. Door de lage drempel is het algemeen ziekenhuis de meest natuurlijke aanmeldingsplaats voor mensen met psychiatrische problemen. De patiënt en zijn familie zijn vertrouwd met het algemeen ziekenhuis vanuit het ziekenbezoek, de spoedgevallendienst enz. Aantal bedden: 30 Naam van de hoofdverpleegkundige: Jean-Paul Leyman Contactgegevens afdeling: 09/246.34.03 Bezoekuren: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 17.00 uur tot 20.00 uur Woensdag, zaterdag, zondag en feestdagen: 14.00 uur tot 20.00 uur
3 3.1
Patiëntenpopulatie: de verschillende modules Urgentie psychiatrie
•
Crisisopname: intensieve psychiatrische hulpverlening.
•
Spoedopname: dringende psychiatrische hulpverlening.
3.2
Kortdurende behandeling
•
Stemmingsstoornissen
•
Psychosomatisch
•
Toxicomanie
•
Kortdurende hospitalisatie
3.3 •
3.4 •
Liaisonpsychiatrie Ambulante en opgenomen patiënten bij wie de behoefte bestaat aan een psychiatrische consult in het kader van: psychosomatische aandoeningen, zuiver psychiatrische aandoeningen, psychosociale problemen, gedragsproblemen, verslaving of emotionele ondersteuning.
Ambulante zorg Ambulante psychiatrische zorg: poliklinisch, dagopvang.
4
4
Afdelingsspecifieke gegevens
4.1
Medisch team
2 PSYCHIATERS Dr. Raemdonck (Medisch diensthoofd) Dr. Claeys De medisch-psychiatrische behandeling bestaat uit regelmatige contacten met de psychiater. Deze stelt (indien nodig) een medicatieschema op en coördineert en evalueert het globale beleid rond de patiënt in samenspraak met het team. Indien nodig vinden er consulten plaats van andere medische disciplines.
4.2
Verpleegkundig team
4.2.1 personeelsomkadering 1 Full-time
Hoofdverpleegkundige
8 Full-time
Verpleegkundigen
2 Half-time
Verpleegkundigen
3 Deeltijds
Verpleegkundigen
1 Half-time
Verpleegkundige nachtdienst
1 Full-time
Verpleegkundige nachtdienst
1 Deeltijds
Verpleegkundige nachtdienst
4.2.2 Verpleegkundig handelen •
Opnamegebeuren
De verpleegkundige heeft een belangrijke invloed op de opname. Hij kan de drempel tot opname verlagen en legt de basis voor de verdere vertrouwensrelatie. Een attitude die rust uitstraalt, die voelbaar empathisch is, die tegemoetkomen aan de vragen, ongerustheid, angst,... die bij de patiënt leven, kan de crisis van de opname behoorlijk reduceren. Deze houding heeft niet alleen een effect op de patiënt, maar ook op de dichtstbetrokkenen die hem vergezellen. Aandacht voor de familie is onontbeerlijk, soms in aanwezigheid van de patiënt, maar zo nodig apart. Het is onze taak de patiënt zo goed mogelijk op de hoogte te brengen. Het geven van onze onthaalbrochure, het toelichten van leefregels, een rondleiding op de afdeling, het laten kennismaken met medepatiënten,... doen de vaak aanwezige onzekerheid afnemen. Naast de persoonlijke opvang van de patiënt wordt een correcte administratieve opname verwacht. •
Observatie
Tijdens de opname en gedurende het verblijf van de patiënt observeren we permanent en doelgericht. We hebben de kans de patiënt in zijn dagelijkse doen 24 op 24 uur te zien. Dit vormt een continuïteit. Waar andere disciplines de patiënt slechts gedeeltelijk zien, verwerven wij als verpleegkundigen een totaalbeeld. Daardoor leveren wij een belangrijke bijdrage aan de probleemdetectie.
5
•
Psychosociale begeleiding
De probleemgerichte individuele begeleiding start met het verpleegkundig intake-gesprek. Door regelmatige contacten onder de vorm van nabijheid, gewone 'babbels', gestructureerde gesprekken (verdere uitwerken per item) wordt de verpleegkundige iemand op wie de patiënt steeds kan terugvallen. Als verpleegkundige moeten we de evolutie van de patiënt permanent volgen, werkpunten formuleren, leersituaties aanreiken, inzichten bijbrengen, educatief bezig zijn, ervaringen en emoties bespreekbaar stellen. De interventies richten zich vooral op perceptie, gedachten, ideeën, veronderstellingen, zelfcommunicaties die de patiënt heeft over zichzelf, anderen, gebeurtenissen en situaties. •
Verzorgende activiteiten
Het toedienen van medicatie, het begeleiden van de zelfzorg of het volledig overnemen ervan. Het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen zoals : bloedafnames, parameters, infuus, sondage, hemocultuur, wondverzorging, reinigingsbad, verzorging aan lavabo,… Afname van EWS. Procedures kun je raadplegen via commpas. •
Handhaven van een therapeutisch leefklimaat
Vanaf het moment van opname, in welke psychische toestand ook, komt de patiënt in een totaal nieuw en vaak vreemd milieu terecht. De verpleegkundige heeft een modelfunctie. Patiënten spiegelen zich aan zijn optreden. Hoe een verpleegkundige omgaat met een patiënt of de groep heeft invloed op de interacties. De wijze waarop een verpleegkundige met conflictsituaties, met agressie, met uitdagend of speels gedrag omgaat, neemt de patiënt heel dikwijls over. Bij opname is het dagen nachtritme van de patiënt vaak verstoord. Een gezonde en gestructureerde dagen nachtindeling is belangrijk voor het herstel. Het stimuleren tot deelname aan activiteiten en het aanbieden van vrije tijdsmogelijkheden is voor ons een belangrijke taak. Een goed evenwicht vinden tussen inspanning en rust. De opname van elke nieuwe patiënt kan de groepsdynamiek grondig wijzigen. We moeten dit op een deskundige manier kunnen hanteren. •
Indirecte patiëntenzorg
Het bijhouden van het verpleegdossier via synops, medicatiebeheer via de computer, MPGgegevens, de briefing momenten. Alle tekenen die het logistiek functioneren van de afdeling ondersteunen, zoals : het bestellen van en klaarzetten van medicatie, contacten met technische dienst, centrale keuken, linnendienst, labo enz. Algemene kennis over procedures via commpas, gedwongen opnameprocedures, wettelijke normen, enz... Kennis ivm specifieke formulieren zoals IPEO (instrument voor eerste psychosociale evalutie en opvang) en TDI (Treatment Demand Indicator) •
Familiebeleiding
Zoals reeds vermeld hebben we veel met de dichtsbetrokkenen van de patiënt te maken. Hun behoefte aan een luisterend oor, aan juiste informatie (op verpleegkundig vlak), een correcte verwijzing voor medische, administratieve en sociale is erg groot. •
Ontslagplanning
Wat de verblijfsduur van de patiënt ook is, vanaf de opname zijn we reeds bezig met zicht krijgen op de ontslagperspectieven en peilen naar de verwachtingen daaromtrent bij de patiënt. (de eindverantwoordelijkheid ligt bij de dokters)
6
Het is belangrijk om de patiënt zoveel mogelijk te informeren.
4.3
Zorgondersteuning
In aanvulling op het verpleegkundig team werken wij met een aantal centraal aangestuurde ondersteunende diensten, nl. een team Broodbuffetwagen (BBW) en een team “centraal patiëntenvervoer (CPV). Het team BBW staat in voor het ontbijt en het avondmaal op de verpleegafdelingen. Ook tijdens het weekend (behalve ’s zaterdag en zondagavond). Aanvullend verzorgen zij ook een aantal logistieke taken op de verpleegafdelingen (bestellingen, bergingen, keuken, ..) Het team CPV staat in voor het vervoer van patiënten naar radiologie, revalidatie, OK en polikliniek, … Het vervoer tussen verpleegafdelingen gebeurt door de verpleegkundigen van de ontvangende afdeling.
4.4
Multidisciplinair team
4.4.1 Psychologen (2 half time) •
Opvolging patiënten
•
Therapeutische gesprekken met patiënt en eventueel de omgeving
•
Onderzoek naar persoonlijkheid (vragenlijst,…)
•
Neuropsychologisch onderzoek
•
Psycho-educatie
•
Bevorderen inzicht en probleemgebieden, eigen functioneren, persoonlijkheidsfactoren
•
Stimuleren tot oplossingsgericht denken
•
Veranderingsgericht werken (gedrag, persoonlijkheid)
•
Verbeteren relationele/familiale context
4.4.2 Sociale dienst (1 full-time) •
Resocialisatie
•
Budgettering
•
Regelen sociale zekerheid
•
Steun juridische procedures
•
Mantelzorg
•
Regelen transfer
•
Bemiddeling (woonst, schulden, werk, relatie)
4.4.3 Ergotherapeuten (2 halftime) •
Structurerende therapie
•
Creatieve therapie
•
Vrijetijdsbegeleiding
•
Activerende therapie
•
ADL-training
•
Kooktherapie
•
Opbouw werkattitude
•
Sociale vaardigheidstraining
7
•
Positieve groepsvorming
•
Communicatietraining
•
Ontspanning
4.4.4 Bewegingstherapeut (1 halftime) •
Ademhalingstherapie
•
Dynamische relaxatie
•
Spanningsontlading
•
Mobilisatie/gangrevalidatie
•
Passieve mobilisatie
•
Conditietraining
•
Ochtendgym
•
Dynamische relaxatie
•
Mobilisatie
•
Positieve groepsvorming
•
Wandelen of joggen
•
Hydrotherapie
•
Conditietraining
•
Bewegen op muziek
4.5
Samenwerking met ander disciplines
•
Kinesitherapie
•
Diëtiek
•
Radiologie
•
Spoed
•
Operatiekwartier
•
Labo
•
Polikliniek
•
Pastorale dienst
5
Samenwerking met externen
•
Rust-en verzorgingstehuizen (RVT)
•
Mobiel crisisteam (art. 107)
•
Psychiatrische instellingen (zoals Caritas Melle, Sint Camillus, Sleidinge, Sint Alfons…)
•
CAT
•
Huisartsen
•
Scholen
•
Vervoerdiensten
•
Andere
8
6
Verpleegkundige dagindeling op de verpleegeenheid
6.1
Zorgzones
De afdeling wordt opgedeeld in verschillende zorgzones, per zorg zone is telkens één verpleegkundige verantwoordelijk. •
Zone 1 = 3406 tem 3416/2
•
Zone 2 = 3403, 3404, 3405 + 3417/1 tem 3422/2
6.2
Shiften
We werken volgens drie shiften: •
Vroegdienst : 6u30 tot 15u
•
Laatdienst: 13u30 tot 22u
•
Nachtdienst: 21u45 tot 6u45
6.3
Dagindeling
07.30 – 08.00 ontbijt in de living 08.30 – 08.45 ronddelen ochtendmedicatie 09.00 – 10.00 dagelijkse verzorgingen 09.00 – 11.45 therapieperiode 11.35 – 12.15 middagmaal 12.30 – 12.45 ronddelen middagmedicatie 13.30 – 17.00 therapieperiode 17.30 – 18.00 avondmaal 22.00 – 22.30 ronddelen avondmedicatie
7
Meest voorkomende verpleegkundige verstrekkingen – procedures
Er zijn heel wat verpleegkundige procedures uitgewerkt om de uniformiteit en kwaliteit van zorg te garanderen. Je vindt deze terug op de intranetsite (commpas) van ons ziekenhuis. Meestal worden er bij aanvang van opname enkele routineonderzoeken uitgevoerd om onderliggende lichamelijke aandoeningen uit te sluiten. Dit kan een bloedafname zijn, een RX-thorax, een EEG, en dergelijke.
8
Overlegstructuren
8.1
Verpleegkundig niveau
•
Patiënten overdracht: dagelijks, bij aanvang van iedere shift
•
Teamvergaderingen: 2x per jaar
•
Verplichte werkgroepen * Ziekenhuishygiëne * Apotheek * Pijn * Diabetes * Mentoren
9
* VTO voor starters •
Dienstgebonden * Omgaan met agressie * De denktank
•
Evaluatiegesprekken voor medewerkers eigen aan de afdeling * Starter: 3 – 6 en 12 maanden * > 1 jaar op de afdeling: jaarlijks
8.2
Met artsen
•
Elektronisch patiëntendossier via synops
•
6-maandelijks overleg hoofdverpleegkundige /medisch diensthoofd
8.3
Multidisciplinair Overleg
•
Dinsdag voormiddag teamvergadering met dr Claeys
•
Vrijdag voormiddag teamvergadering met dr Raemdonck
9
Aandacht veiligheid en beperken risico’s
10
Student specifieke informatie
10.1 Mentoren •
Ann Keirse
•
Ann Blondeel
•
Valerie Boone
•
Pascal Velle
10.2 Verwachtingen ten aanzien van studenten? 10.2.1 Wat wij verwachten van een student •
Haalbare en aangepaste leerdoelstellingen;
•
Vriendelijkheid, stiptheid, inzet, initiatief nemen, motivatie en enthousiasme;
•
Inzicht krijgen in de pathologie en de werking van onze afdeling (tegen einde 1e stageweek);
•
Observeren en rapporteren;
•
Respect voor privacy en beroepsgeheim;
•
Samenwerking met het team;
•
Medewerking aan een goede sfeer op de afdeling;
•
Bied dagelijks zelf je feedbackformulier aan en noteer de naam van de verpleegkundige waarmee je hebt samengewerkt. Noteer eveneens dat je feedback aangeboden hebt;
•
Bij ziekte: steeds de afdeling verwittigen tel.: 09/246.34.03;
•
Het invullen van een studentenenquête via PC op het einde van de stage (vóór de eindevaluatie).
10
10.2.2 Wat kan een student van ons verwachten •
Vriendelijke en behulpzame verpleegkundigen;
•
Ingevulde feedback;
•
Mogelijkheid tot inzage van literatuur (bijvoorbeeld het intranet en internet raadplegen) in onderlinge afspraak met de (hoofd) verpleegkundige;
•
Bijkomende uitleg omtrent pathologie, behandeling, …;
•
Op uw vraag trachten we u enkele onderzoeken te laten bijwonen;
•
Mogelijkheid tot inoefenen van aangeleerde technieken;
•
Bijwonen van de patiëntenoverdracht;
•
Goede multidisciplinaire samenwerking;
•
Informatiebrochures.
10.3 Mentorschap op de afdeling: de 5 krachtlijnen van het mentorschap Binnen het verpleegkundig-paramedisch departement heeft de Werkgroep “Mentorschap Beleidslijnen” een visie over “mentorschap” uitgeschreven. Deze visie kan worden samengevat in 5 krachtlijnen. •
De mentor is een aanspreekpunt, contactpersoon voor de student op de eenheid;
•
Iedere verpleegkundige wordt beschouwd te kunnen functioneren als begeleidende verpleegkundige voor de student verpleegkunde;
•
De taak van de hoofdverpleegkundige in studentenbegeleiding wordt beperkt tot het uit werken van een organisatorisch kader;
•
De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, de verpleegeenheid is medeverantwoordelijk voor het creëren van een boeiende leeromgeving;
•
De stagebegeleider en het opleidingsinstituut participeren daadwerkelijk in het mentorschapproject.
De volledig uitgewerkte visietekst kan je terugvinden op intranet. 11
Leefregels op de afdeling voor de patiënten
11.1 Het identificatiebandje De patiënt is verplicht om steeds een identificatiebandje te dragen.
11.2 De therapie Het bijwonen van de therapieën is ten sterkste aanbevolen. Uitzonderingen worden slechts toegestaan na een bespreking met de behandelende arts of therapeut.
11.3 Het verlaten van de afdeling Tijdens de therapie-uren is het verlaten van de afdeling niet toegestaan. Afwezigheid: de patiënt mag de afdeling verlaten voor een welbepaalde tijd. Weekend: de mogelijkheid bestaat om in het behandelingsplan een weekend te plannen. Onder weekend wordt verstaan dat de patiënt de afdeling mag verlaten tussen 08.00 tussen 20.00. Het verlaten van de afdeling en het terrein van het ziekenhuis, alleen of met familieleden gebeurt steeds na voorafgaandelijk advies en goedkeuring van de behandelende arts. De afdeling is een open dienst maar met sommige patiënten wordt op vrijwillige basis overeengekomen de dienst niet te verlaten. 11
Soms kan de vrije toegang een korte periode elektronisch belet worden om veiligheidsredenen.
11.4 Geneesmiddelen, alcohol, drugs en roken Het bezit van geneesmiddelen op de kamer is niet toegelaten. Uitzonderingen worden steeds met de arts besproken Elk bezit of gebruik van drugs tijdens de opname is niet toegelaten. Zowel op de afdeling als daarbuiten. Dit betekent onmiddellijk ontslag. Op elk moment kan een controle of een kamerinspectie gevraagd worden. Indien de patiënt weigert, wordt dit als een bewijs van bezit of gebruik geïnterpreteerd. Bij een vermoeden van drugs dealen kan de politie worden ingeschakeld, ook ten opzichte van een verdachte bezoeker. Elk bezit van alcohol tijdens de opname is niet toegelaten. Er mag dus geen alcohol gedronken worden in de cafetaria, tijdens uitstappen of op weekend. Er geld een algemeen rookverbod in het ziekenhuis. De rookdetectie alarmeert bij roken op de kamers. Patiënten kunnen roken op ons terras.
11.5 Het telefoongebruik Om het therapeutisch klimaat zoveel mogelijk te behouden, wordt aan de patiënten gevraagd het gebruik te beperken na 21.00 Telefoongebruik, gsm en smart Phone gebruik tijdens de therapieperiodes is niet toegestaan.
11.6 Verantwoordelijkheid voor bezittingen De patiënt is zelf verantwoordelijk voor al uw persoonlijke bezittingen. Iedereen heeft een inbouwkluisje op de kamer. Wanneer er toch bezittingen zoek raken wordt dit gemeld aan de verpleegkundige of de hoofdverpleegkundige. Bij diefstal wordt de politie verwittigd. Het lenen van geld of materiaal is niet toegelaten.
11.7 Kamer Om de privacy van de medepatiënten te respecteren gaan de patiënten niet op elkaars kamer. Er wordt verwacht dat de kamer ordelijk is.
11.8 Kledij Vanaf het ontbijt wordt nette en fatsoenlijke dagkledij gevraagd. Slaapkledij is enkel voor ’s nachts.
11.9 Agressie Elke vorm van negatieve beïnvloeding of agressie ten opzichte van personeel of medepatiënten is onaanvaardbaar. Agressie of dreiging kan onder geen enkele vorm toegestaan worden. Indien nodig wordt de politie verwittigd.
11.10 Registratie in kader van suïcidaliteit Bij een opname wegens een suïcidepoging wordt een IPEO vragenlijst afgenomen. Aan de hand van deze vragenlijst wordt een verder zorgtraject uitgestippeld.
12
11.11 Registratie bij alcohol en drugsproblematiek Bij opname met een hulpvraag in het kader van alcohol of drugsgebruik wordt een TDI registratie vragenlijst af genomen. Deze registratie wordt volledig anoniem naar de overheid gestuurd zodat vergelijkende studie in ziekenhuizen zowel in België als in Europa mogelijk wordt.
11.12 Autorijden Autorijden tijdens de opname is niet toegestaan. KB 23.03.1993 over rijbewijsreglementering.
13