Deze folder wordt u aangeboden door: Praktijk voor homeopathie en alternatieve geneeswijzen Paul Stollman Dorpstraat 87 6042 LB Roermond 0475-334633 op werkdagen info van 17.30-18.30 uut voor meer informatie: www.homeopathieroermond.nl
Vaccineren: een persoonlijke keuze
Introductie‐brochure voor ouders
2
3
Herziene versie januari 2005 onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken U kunt de brochure downloaden via de website van de NVKP. Op‐ of aanmerkingen kunt u richten aan:
[email protected] Als u de NVKP wilt steunen kunt u dit doen door middel van uw lidmaatschap of donateurschap. Kijk op onze website voor de mogelijkheden.
INHOUD
Pg.
VOORWOORD
4
1.
Een baby: wat voor inentingen komen er op u af?
5
2.
Waarom zou u als ouder brede informatie wensen?
8
3.
Inenten noodzakelijk?... Het nut van kinderziekten
9
4.
Inenten noodzakelijk? Andere ziekten
11
5.
Voor‐ en nadelen van inenten
12
6.
Wanneer is er een groter risico op bijwerkingen?
17
7.
Bijwerkingen op korte en lange termijn[9]
19
8.
Zijn er ook alternatieven?
20
9.
Een persoonlijke keuze maken
22
10. 10. Hoe kunt u zich op het inenten voorbereiden?
25
11. U heeft uw kind laten inenten: en wat nu?
27
12. Als ik mijn kind niet inent, wat kan ik dan wel doen?
29
13. Wilt u meer weten?
31
NAWOORD
32
BRONVERMELDING
33
LITERATUURLIJST
35
INTERNETADRESSEN
37
2
3
VOORWOORD Voor u ligt een inleidende brochure over het inenten bij babyʹs en kinderen. Het doel van deze brochure is om u informatie te geven over de veelzijdigheid van het inentingsvraagstuk. Iedere ouder wordt snel geconfronteerd met het fenomeen vaccinatie. De meeste ouders realiseren zich nauwelijks dat ze hierin een keuze hebben, eenvoudig omdat ze daar nooit op attent worden gemaakt Inenten is zo vanzelfsprekend geworden, dat men zich nog maar zelden vragen stelt over de effectiviteit en de eventuele risico´s ervan. Uit dit beknopte informatiepakket zal echter blijken dat een kritische houding t.o.v. inenten gerechtvaardigd is. Tevens kan het u helpen bij het maken van een eigen, persoonlijke keuze in deze vaak ingewikkelde materie. Wij hopen u hiermee voldoende informatie aan te reiken als eerste introductie op het thema. Voor wie zich er verder in wil verdiepen is een literatuurlijst en een beknopte bronvermelding opgenomen. De vermelde internetadressen bieden ook een mogelijkheid om meer informatie te vergaren.
4
1.
Een baby: wat voor inentingen komen er op u af?
Als u net een baby heeft, vallen al gauw de oproepkaarten van de Regionale Entadministratie voor de verschillende inentingen in de bus. Vanuit deze oproep lijkt het dat inenten zo goed als verplicht is, en dat het schema voor iedereen gelijk moet zijn. Bij de wet is geregeld, dat ieder het zelfbeschikkingsrecht heeft over zijn eigen lichaam; dat iedere Nederlander vrij is in zijn keuze voor een medische handeling, dus geldt dat ook t.a.v. de vaccinaties voor jezelf en voor je kinderen. U kunt zorgvuldig de voors en tegens tegen elkaar afwegen en een keuze maken. De informatie van officiële zijde is ons inziens eenzijdig en uitsluitend positief gesteld. Men gaat ervan uit dat de voordelen van het vaccinatieprogramma ruimschoots opwegen tegen de nadelen van vaccinaties. Nergens in dit foldermateriaal wordt de vrijheid van keuze voor ouders genoemd, ook wordt de individuele situatie van elk kind afzonderlijk niet betrokken in de afweging over tijdstip en gezondheidstoestand waarop gevaccineerd kan worden. Tevens worden mogelijke complicaties van kinderziekten gehanteerd als reden voor vaccinaties, zoals die voorkwamen voor de tijd dat gestart werd met het vaccineren. De welvaart en voedingsmogelijkheden van de kinderen zijn sinds de tweede wereldoorlog echter verbeterd. De ziekten verliepen sindsdien al voor 90% minder ernstig en kwamen ook drastisch minder vaak voor, met steeds minder complicaties. Door deze positieve beeldvorming rond vaccinatie en het onjuist hanteren van het optreden van de mogelijke complicaties van overheidswege worden ouders onder morele druk gezet om het reguliere schema te volgen. Aan gezondheidsproblemen die door vaccinatie kunnen ontstaan en de mogelijke gevolgen op lange termijn wordt nauwelijks aandacht besteed en afgedaan als altijd voorbijgaand. Dit in tegenstelling tot onderzoeksgegevens en de ervaringen van vele ouders en therapeuten en Kort na de geboorte, nl. na 2 maanden wordt de eerste inenting aangeboden. Jonge ouders die net proberen weer een beetje vorm te geven aan hun nieuwe leven, hebben in het algemeen weinig tijd om zich in het thema te verdiepen. Bovendien is aanvullende informatie nog steeds vrij moeilijk te vinden en doet het consultatiebureau alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. 5
We willen u als jonge ouder voorbereiden op wat gaat komen en u de kans bieden het inenten als een bewuste keuze te zien. Allereerst is het natuurlijk nuttig om te weten om welke ziekten het eigenlijk gaat en wat er allemaal ingespoten gaat worden. Hieronder vindt u het huidige standaardvaccinatie‐schema dat in Nederland sinds 1 januari 2005 aangeboden wordt. In de toekomst zijn meer vaccins en herhaalprikken te verwachten, zoals inentingen tegen andere vormen van hersenvliesontsteking, oorontsteking, hepatitis B (voor alle babyʹs), of zelfs waterpokken, griep In het Rijksvaccinatieprogramma worden kinderen ingeënt in 3 fasen. De onderstaande tabel geeft een samenvatting van het programma. Fase
Leeftijd
Injectie 1
Injectie 2
Fase 1
2 maanden
DKTP‐Hib
Hep B *
3 maanden
DKTP‐Hib
4 maanden
DKTP‐Hib
Hep B *
11 maanden
DKTP‐Hib
Hep B *
14 maanden
BMR
Men C
Fase 2
4 jaar
DTP
aK
Fase 3
9 jaar
DTP
BMR
Hep. B vaccin tegen hepatitis Bron: www.rivm.nl/rvp Kinderen van buitenlandse ouders, die vaker naar het land van herkomst gaan reizen, kunnen na afweging met een arts, ook ingeënt worden tegen tuberculose (de zogenaamde BCG‐prik), als in dat land veel tbc voorkomt. Kinderen van asielzoekers worden eveneens gevaccineerd tegen de tbc, alsmede kinderen van ouders die in ontwikkelingslanden gaan werken. Risicogroepen zoals CARA‐patiëntjes, krijgen jaarlijks de griepprik aangeboden. Overigens blijkt uit recent onderzoek dat de griepvaccinatie geen extra voordeel voor deze kinderen oplevert. Alle zwangere vrouwen worden nagekeken op mogelijk dragerschap van een vorm van besmettelijke geelzucht, hepatitis B. Als de vrouw draagster is wordt het kind direct na de geboorte een spuit gegeven met antistoffen tegen de Hep.B . Daarna wordt bovengenoemd schema gevolgd..
* Voor een hepatitis‐B‐inenting komen alleen kinderen in aanmerking met een moeder die drager is van het hepatitis‐B‐virus, of als één van de ouders geboren is in een land met een hoog risico op hepatitis B. Vaccinatie‐afkortingen DKTP‐Hib combinatievaccin tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio en Hib‐ziekten (haemophilus influenzae type b). Dit vaccin bevat een acellulair kinkhoestvaccin. BMR vaccin tegen bof, mazelen en rode hond DTP vaccin tegen difterie, tetanus en polio aK acellulair kinkhoesvaccin Men C vaccin tegen meningokokken groep C
6
7
2.
Waarom zou u als ouder brede informatie wensen?
Iedere ouder wil graag zijn kind het liefste tegen al het kwaad in de wereld beschermen, dus ook tegen ernstige ziekten. Als het inenten veilig en effectief zou zijn, zou geen enkele ouder hoeven twijfelen. Dat er toch mensen twijfelen en besluiten minder of helemaal niet in te enten, blijkt wel uit het feit dat we de laatste tijd steeds meer kritische geluiden om ons heen horen. Het zijn niet meer alleen de ʺgelovigen uit Staphorstʺ of geitenwollensokken‐oudersʺ, maar steeds meer ook (vaak hoger opgeleide) ouders die na raadpleging van degelijke literatuur en uit praktijkervaring niet meer overtuigd zijn van het nut en de veiligheid van vaccinaties[3]. Het zijn niet alleen ouders die nadelen beginnen te zien, ook de medici zelf zijn het niet altijd meer met elkaar eens4. Uit honderden verslagen, artikelen en boeken uit de medische vakliteratuur blijkt dat een kritische houding t.o.v. de massale vaccinatiecampagnes wel degelijk gerechtvaardigd is4.Bijvoorbeeld Uit een onderzoek, gedaan in Afrika, blijkt dat er meer kinderen stierven in de groep gevaccineerden dan in de groep ongevaccineerden [20]. De instanties in Nederland die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van vaccins zoals het College ter Beoordeling van Medicijnen en de Inspectie Volksgezondheid schieten ernstig tekort in hun taak, ze bieden nauwelijks tegenwicht tegen de nog steeds groeiende macht van de farmaceutische industrie (documentaire Zembla 18‐02‐05). De inentingen die baby´s tegenwoordig al zo jong krijgen, zijn niet zo effectief als gewoonlijk wordt aangenomen. Regelmatig krijgen kinderen tóch de ziekte waartegen ze ingeënt waren[5]. Ten tweede zijn er veel meer bijwerkingen bekend en wetenschappelijk aangetoond dan de paar onschuldige neveneffecten die op het consultatiebureau of door de huisarts aan ouders worden genoemd. Dat uw kind wel degelijk ernstige nadelige gevolgen kan ondervinden van de vaccinaties, ook al zijn er geen ernstige reacties kort na de prikken, wordt niet vermeld in de officiële informatiefolders die de regering verstrekt.
8
3.
Inenten noodzakelijk?... Het nut van kinderziekten
De vraag of inenten nu noodzakelijk is of niet, hangt natuurlijk allereerst samen met de mening die we ons gevormd hebben over de werkzaamheid en veiligheid ervan. Ten tweede hangt de noodzaak van inenten nauw samen met het beeld dat we van ziek zijn hebben. Als we ervan uitgaan dat ziek zijn slecht en schadelijk is, en te allen tijde vermeden dient te worden, dan is de logische conclusie dat iedere vorm van bescherming wenselijk is. Als we ziek zijn echter positief benaderen en eerder zien als een gezond proces van het lichaam om bijvoorbeeld gifstoffen kwijt te raken of ʺgrote schoonmaakʺ te houden, dan is het ineens helemaal niet meer zo wenselijk om iedere kinderziekte te willen vermijden[10]. De zogenoemde kinderziekten zijn: rode hond, mazelen, waterpokken, kinkhoest, roodvonk, 6e ziekte, 5e ziekte, bof, in zekere zin hoorde de difterie daar vroeger ook bij. Vele van deze ziekten verlopen in de huidige tijd milder, in elk geval in de Westerse wereld. Zeker geldt dit ook voor de roodvonk, die zonder dat er gevaccineerd wordt veel minder frequent voorkomt en niet zulke nare complicaties meer geeft, dan 30 jaar geleden of daarvoor. Vaak wordt de diagnose niet eens gesteld omdat het verloop zo mild is. Zie verder het boekje: ‘Ziekte en Vaccins, nader bekekenʹ uitgave N.V.K.P. De ʺbeschermingʺ van een inenting zou dan juist betekenen dat je het lichaam de kans ontneemt ziek te mogen zijn en daardoor ʺbeterʺ te worden. Dit laatste is een wel bekend gegeven: kinderen die een kinderziekte als mazelen of de bof doormaken, komen er in het algemeen beter uit. Ze maken duidelijk een lichamelijke, maar vaak ook emotionele en geestelijke vooruitgang11. Na het kunstmatig doormaken van een kinderziekte d.m.v. de inenting blijft deze vooruitgang echter achterwege. Zie tabel volgende blz.
9
Onderstaande tabel geeft deze argumentatie schematisch weer. Of inenten nu noodzakelijk is of niet, wordt hiermee in een breder verband gezet. Het doormaken van een natuurlijke kinderziekte
Vaccineren.
Geeft levenslange immuniteit
Geeft evt. tijdelijke immuniteit maar niet levenslang
Sterkt het afweersysteem
Verzwakt het algemene afweersysteem
Beschermt mogelijkerwijs tegen chronische ziekte
Kent bijwerkingen, zowel minimale als blijvende.
Geeft minimale kans op blijvende schade
Schade is mogelijk, meer dan we denken of zien.
10
4.
Inenten noodzakelijk? Andere ziekten
Bij de andere ziekten met een kleine kans op ernstiger complicaties ten gevolge van de ziekte, zoals polio, difterie, tetanus en hersenvliesontsteking, spelen andere overwegingen een rol voor het wel of niet inenten. Veel ouders willen op welke wijze dan ook hun kind beschermen tegen deze ziekten. Welke kans is er dat je kind deze ziekte oploopt? En welke kans loopt je kind op complicaties met blijvende schade? En welke mogelijkheden voor begeleiding en genezing bestaan er bij deze ziekten? Hierbij denken we, naast de reguliere geneeskunde, aan de aanvullende (natuurlijke) geneeswijzen. Belangrijk bij de afweging is echter ook of de inenting uw kind wel voldoende bescherming KAN bieden tegen deze ziekten en de mogelijke complicaties. De reguliere medische wetenschap doet vaak voorkomen alsof de inenting voor 100% garantie biedt dat uw kind de ziekte niet meer krijgt. Een aantal medici en wetenschappers zijn het er niet over eens óf inentingen wel werken, bij wie en voor hoe lang[12]. Het is dus wel degelijk zaak om ook bij deze ziekten, waarbij een kleine kans op ernstige complicaties kan optreden, de verschillende mogelijkheden af te wegen en niet vanuit angst alleen voor vaccinatie te kiezen. Als voorbeeld voor het overdenken kunnen we enkele overwegingen noemen; • Er is geen noodzaak om al vroeg te vaccineren tegen de Polio. Europa is poliovrij verklaard door de Wereld gezondheidsorganisatie in 2002. • Tegen tetanus vaccineren kan zonder bezwaar uitgesteld worden. In een zeldzaam geval van ernstige uitgebreide wonden door bijten of ongeval, waarbij een vervuiling van de wond met tuinaarde of straatvuil bestaat, kan alsnog gevacccineerd worden met gelijktijdige toediening van antistoffen, die direkt werkzaam zijn. • De difterie komt in Europa alleen nog voor bij mensen in slechte levens‐ omstandigheden. In Nederland komt het niet meer voor. • De Hib‐bacterie komt bij velen als gewone bacterie in de mond‐ en keel‐holte voor. Dus ieder kind zal er mee te maken krijgen. • Het geven van borstvoeding langer dan drie maanden beschermt langdurig tegen de complicaties van de Hib‐ziekte. 11
5.
Voor‐ en nadelen van inenten
Om ons heen horen wij zowel voor‐ als nadelen van inentingen noemen. Op de volgende paginaʹs ziet u veel genoemde argumenten vóór en tegen. Vaak staan deze argumenten lijnrecht tegenover elkaar. Als ouder is het dan moeilijk om een eigen mening hierover te vormen. Soms is het goed om ons gezonde verstand, onze intuïtie en waarnemingsvermogen eerst te gebruiken, alvorens meningen van anderen over te nemen. Zonder van één mening uit te gaan, zou u zich als ouder gewoon eens de volgende vragen kunnen stellen: 1. Tegen hoeveel en welke ziekten wordt er per keer ingeënt? 2. Kan mijn kind zoveel ziekten tegelijk wel aan? 3. Wat houden de ziekten in? Hoe ernstig kunnen zij verlopen? 4. Hoe vaak komen ze voor en bij wie? 5. Hoe groot acht ik de kans dat mijn kind blijvende schade oploopt aan de natuurlijke ziekte? 6. Wil ik mijn kind tegen de ziekte beschermen? 7. Wat voor mogelijkheden heb ik dan? 8. Wil ik mijn kind laten inenten ertegen? En zo ja: a. Wat zit er in het vaccin? Hoe wordt het gemaakt? (vraag naar de bijsluiters of kijk op www.rivm.nl/rvp of zie infopakket NVKP; ʹTwijfel groeit met kennisʺ) b. Met welke andere vaccins wordt het tegelijk gegeven? c. Is het dan nog even werkzaam? En kan dit geen kwaad? d. Heeft mijn kind een verhoogd risico op bijwerkingen? e. Wil ik het risico op neveneffecten op korte of lange termijn nemen om mijn kind d.m.v. de inenting mogelijkerwijs te beschermen tegen de ziekte? Ouders kennen hun kind beter dan welke deskundige ook, en zien vaak heel goed wanneer het waar aan toe is, en wanneer niet. Zij durven echter in het algemeen niet op hun eigen waarnemingsvermogen, gezond verstand en intuïtie af te gaan. Vaak vertrouwen ouders blindelings op het ʺdeskundig adviesʺ van artsen en verpleegkundigen, terwijl ook dezen niet altijd even goed op de hoogte blijken 12
te zijn van de materie. Meestal hebben zij zich wel verdiept in de mogelijke voordelen van inenten, maar hebben zij bijna geen enkele studie over de nadelen opgeslagen. ARGUMENTEN VOOR EN TEGEN INENTEN VOOR
TEGEN
De inentingen stimuleren het lichaam tot het aanmaken van antistoffen die je in de toekomst beschermen tegen ziekten
De hoeveelheid antistoffen is geen graadmeter voor de mate van bescherming tegen de betreffende ziekten. De bescherming zit hem in de snelheid van het aanmaken van antistoffen als reactie op de besmetting.
Vaccineren is effectief. Door vaccineren wil men voorkomen, dat de betreffende ziekte optreedt.
Vaccineren is niet effectief. De werkzaamheid is beperkt. Er gaan stemmen op dat je je hele leven herhalingsprikken nodig hebt terwijl de immuniteit na natuurlijke infectie levenslang is
Dat kinderziekten minder voorkomen is voornamelijk te danken aan de invoering van vaccins
De daling in het voorkomen van infectieziekten zette al lang voor het invoeren van vaccinatie in, door de sterk verbeterde hygiëne, voeding en sanitaire voorzieningen
Ziekten worden veroorzaakt door vijandige micro‐organismen die het lichaam ongevraagd en zonder reden binnendringen
Micro‐organismen zijn altijd om ons heen. Afhankelijk van onze afweer krijgen zij de kans het individu ziek te maken of niet.
Ziekten waartegen gevaccineerd wordt en/of complicaties ervan zijn gevaarlijk.
Niet alle ziekten waartegen ingeënt wordt, zijn even gevaarlijk. De risicoʹs van kinderziekten worden sterk overdreven. Economische motieven speelden een grote rol
13
VOOR
TEGEN
VOOR
bijvoorbeeld bij de invoering van de mazelen‐ en bofvaccinatie Door inenten komen er minder complicaties voor
Inenten verlaagt niet noodzakelijkerwijs de kans op complicaties. De ziekte kan toch in atypische of ernstiger vorm optreden
Vaccineren sterkt het immuunsysteem en verkleint de kans op andere infectieziekten.
Vaccineren verzwakt het immuunsysteem en verhoogt daardoor de kans op andere ziekten
Vaccineren is de beste mogelijkheid om een individu tegen verschillende ziekten te beschermen. ; Er is geen betrouwbaar alternatief
Vaccineren is niet de veiligste manier om een individu te beschermen tegen nadelige gevolgen van ziekte. Er zijn alternatieven om de weerstand te bevorderen en om de ziekte te begeleiden en te helpen genezen
Dankzij het vaccinatieprogramma slaagt men erin vervelende of gevaarlijke ziekten uit te roeien. Dat er steeds nieuwe ziekten bijkomen heeft niets met de vaccinaties te maken
Vaccinatiecampagnes slagen er niet in bepaalde ziekten uit te roeien. Bovendien dragen zij ertoe bij dat er steeds nieuwe, chronische en/of moeilijk te genezen ziekten bijkomen, die te maken hebben met een algehele verzwakking van het afweersysteem (auto‐ immuunziekten, huidziekten, eczeem, degeneratieve ziekten van bot‐ en kraakbeen, tumoren, epidemien van gedragsstoornissen).
Als je niet inent, is de kans erg groot dat je de ziekten oploopt met eventuele fatale gevolgen
Of je een bepaalde ziekte en complicaties oploopt, hangt niet zozeer af van het wel of niet inenten, maar meer van de algehele gezondheidstoestand van het individu, en van de behandelwijze.
14
TEGEN De een pikt een ziekte wel op, de ander niet
Matige tot ernstige systematische bijwerkingen komen zelden voor
Vaccins kunnen vaker dan wordt aangenomen acute reacties geven en ook chronische aandoeningen en ernstige reacties veroorzaken. Zij worden te weinig door artsen en ouders (h)erkend en daardoor niet voldoende bij de verantwoordelijke instanties gerapporteerd. Of er wordt uitgegaan dat de klachten er nu eenmaal bijhoren.
Het geven van een groot aantal vaccins tegelijk is niet schadelijk en voornamelijk om economisch‐ organi‐satorische redenen ingevoerd. Het is bovendien minder belastend voor het kind om zoveel mogelijk vaccins tegelijk in te spuiten
Er worden te veel vaccins tegelijk gegeven. Dit verhoogt het risico op ernstige bijwerkingen. (ʺDe klap is te grootʺ). Bij een natuurlijk verloop krijgt een kind 1 ziekte tegelijk.
Vervroeging van het vaccinatieprogramma naar de leeftijd van acht weken is verantwoord, omdat babyʹs dan nog eerder beschermd zijn
Zuigelingen worden te vroeg met te veel vaccins belast. Het afweersysteem maakt afweerstoffen tegen die ziektekiemen ingebracht door de vaccins. Dit gaat echter ten koste van het algehele a‐specifieke (cellulaire) afweersysteem en de algehele weerstand. De verhoudingen in het immuunsysteem worden verschoven naar een allergische aanleg. Hoe jonger het kind, hoe minder volgroeid zijn afweersysteem. Door vervroeging van de vaccinatie naar twee maanden wordt een nog niet uitgerijpt afweersysteem nog
15
VOOR
TEGEN
6.
vroeger belast
Hoe we de zaak ook bekijken, of we er nu van uitgaan dat inentingen beschermen of niet, we komen er in elk geval niet omheen, dat ze niet altijd even veilig zijn, en dat ze wel degelijk (ernstige) bijwerkingen kunnen hebben. Dit zal ook geen enkele arts ontkennen. Men zal u er echter van verzekeren dat het risico op bijwerkingen minimaal is in vergelijking tot het risico op de complicaties van de ziekte waartegen ingeënt wordt. Of dit werkelijk zo is laten we in dit bestek in het midden. Als vuistregel kunnen we misschien het volgende stellen: een volledig gezond kind van een gezonde familie zal waarschijnlijk niet al te veel acute, ernstige problemen met de inenting hebben. Deze kinderen zouden waarschijnlijk ook weinig kans op complicaties van de kinderziekten hebben, mits goed begeleid Echter, een zwak of ziek kind uit een zwakkere familie heeft automatisch meer kans op bijwerkingen, zowel op korte als op lange termijn. Het beste zou zijn ALLEEN VOLLEDIG GEZONDE kinderen in te enten.
Inenten tegen onschuldige kinderziekten is verantwoord omdat het kostenbesparend is. Minder ziekenhuisopnames en doktersconsulten, en als er minder kinderen ziek zijn, hoeven de ouders bovendien minder vaak thuis te blijven.
Het uitvoeren van een potentiëel gevaarlijk medische handeling als inenten is onverantwoord als het voornamelijk om economische redenen gebeurt, zoals veelal het geval is bij de kinderziekten. Kinderen zijn niet altijd minder ziek, maar kampen door vaccinatie eerder met chronische kwalen, waardoor ouders toch nog veel thuis en bij artsen doorbrengen
Kinderziekten zijn lastig en waarom zou je onnodig risico lopen?
Kinderziekten, hoe vervelend soms ook, zijn in het algemeen goed om door te maken. In elk geval in de Westerse wereld. Kinderen komen er fysiek, geestelijk en emotioneel meestal beter en sterker uit. Bovendien kan het chronische aandoeningen op latere leeftijd voorkomen.
16
Wanneer is er een groter risico op bijwerkingen?
RISICOGROEPEN 1.
ʺGeen optimale geboorteʺ ♦ babyʹs die te vroeg geboren zijn ♦ met een te laag geboortegewicht ♦ met een traumatische geboorte ♦ die in de couveuse hebben gelegen ♦ die lang geel zijn geweest
2.
ʺAanleg van de baby zelfʺ: allergische baby´s ♦ huilbaby´s; baby´s met veel darmkrampjes ♦ overgevoelig voor allerlei indrukken ♦ baby´s die de voeding niet binnen houden ♦ apneu‐ ademhaling tijdens de slaap ( lange adempauzes)
17
3.
ʺZiekte / aandoening van de babyʺ ♦ suikerziekte of hypoglycemie ♦ hersenaandoeningen ♦ stuipen, epilepsie
4.
ʺVerzwakt afweersysteemʺ ♦ eventueel tijdelijk, bijvoorbeeld: ♦ na transplantaties ♦ na toediening van bloed, plasma, immuuno globuline (tot 3 maanden tevoren) ♦ met corticosteroïden, cytostatica ♦ (kort) voor en na een zware ziekte als bijv. longontsteking ♦ bij terugkerende ontstekingen ♦ tijdens een ziekte, verkoudheden, tandenkrijgen, loopneus en/of verhoging
5.
Bij baby´s die zich slecht ontwikkelen ♦ Baby´s met een groei‐ of ontwikkelingsachterstand
6.
Bij een ernstige reaktie op een eerdere vaccinatie ♦ (Bedenk hier zelf wat u te ernstig vindt. Ga niet te snel af op uitspraken van de constultatiebureau‐arts als ʺDit is een hele normale reactieʺ. Als uw kind erg ziek wordt na een prik, bijv. met koorts boven de 39°C, dan is dit een ʺernstige reactieʺ.)
7.
Bij een ʺfamiliaire belastingʺ, d.w.z. als in de nabije familie sprake is van: ♦ allergieën ♦ suikerziekte ♦ ernstige reactie na vaccinatie ♦ astma ♦ epilepsie, stuipen ♦ CARA ♦ kanker ♦ neurologische aandoening
18
7.
Bijwerkingen op korte en lange termijn
Reacties verschillen sterk per persoon. Ze kunnen direct na de vaccinatie ontstaan, na uren, maar ook pas na weken. Ze kunnen voorbijgaan, maar ook blijven. Waargenomen reacties bij kinderen op korte termijn [9]: • Een warme, rode zwelling op de plaats van de inspuiting, soms een blauwe verkleuring van het been of de arm. • Kleine droge, rode stipjes of roze verheven plekken op de huid. • Koorts soms met stuipen. Koorts boven de 39°C is geen normale reactie. • Braken, diarree of winderigheid. • Overdreven slaperigheid of slapeloosheid. • Nauwelijks waarneembare tot zware aanvallen van spiertrekkingen tot stuipen en/of epilepsie. • Verlammingen. • Shock, een gevaarlijke toestand van bleek, koud en slap zijn met een verlaagd bewustzijn. Collaps (flauwvallen). • Hersenhuilen; het kind huilt onophoudelijk en doordringend en is niet te troosten, langer dan 3 uur achtereen. • Hersen(vlies)ontstekingen. • Overlijden ( bij baby´s ´wiegendood´ genoemd) Ook op langere termijn kunnen nadelige effecten optreden [9] • Chronische Verkoudheden, keel‐ en oorontstekingen of bronchitis • Dit duidt op algehele weerstandsvermindering • Concentratie‐ en geheugenstoornissen, leermoeilijkheden • Gedragsveranderingen zoals hyperactiviteit, agressie en slecht luisteren. • ADHD en storingen in het autistische spectrum. • Gehoor‐, gezichts‐ en spraakstoornissen. • Zware hersenbeschadigingen met als gevolg algehele geestelijke en lichamelijke handicaps. • CARA: astma, bronchitis en bovenste luchtwegproblemen. • Allergieën, suikerziekte. • Activering van auto‐immuun ziekten zoals reuma en multiple sclerose; deze ziekten zullen zich in de meeste gevallen pas na vele jaren openbaren. Ook als het kind geen enkele duidelijke reactie direct na de inenting vertoont, kunnen op de lange termijn ziekteverschijnselen ontstaan. 19
8.
Zijn er ook alternatieven?
Vaak horen we de uitspraak dat er geen alternatieven zijn voor inenten. Er wordt dan meestal aangenomen dat inentingen ʺveilig en effectiefʺ zijn. Zelfs als men al weet dat de prikken niet altijd voldoende bescherming geven en ook ernstige schade teweeg kunnen brengen, dan nog gaat men er van uit dat er geen alternatief zou bestaan. Degenen die als alternatief een vergelijkbaar, geheel veilig ʺwondermedicijnʺ tegen alle mogelijke ziekten verwachten, worden misschien teleurgesteld. Het is echter goed om te weten dat er wel degelijk veel mogelijkheden bestaan om zich tegen ziekten of tegen ernstige complicaties ervan te beschermen. Bij de ʺalternatievenʺ voor vaccineren is meestal vanaf het begin af aan het uitgangspunt verschillend. In plaats van angst voor ziek zijn speelt hier bijvoorbeeld het vertrouwen in de natuurlijke geneeskracht van het lichaam een grote rol. Het gaat dan om het versterken van het natuurlijke immuunsysteem in de meest brede zin, door bijvoorbeeld borstvoeding, gezonde voeding, veel aandacht en liefde, positieve leefomstandigheden, veilige preventieve gezondheidsmaatregelen, etc. Van groot belang is ook hoe het kind behandeld wordt als het eenmaal ziek wordt. Veel van de medicijnen die door reguliere artsen voorgeschreven worden, zoals antibiotica of koortsremmers, onderdrukken de symptomen slechts en kunnen het afweersysteem op de lange termijn verzwakken. Het is dan ook aan te raden (mede) deskundige begeleiding van natuurgeneeskundigen of homeopaten of therapeuten/artsen uit aanvullende geneeskundige richtingen te zoeken. Dezen stimuleren met de door hen voorgeschreven middelen het afweersysteem en begeleiden het natuurlijk verloop van een ziekte, en versterken juist het afweersysteem. Natuurlijk moeten de mogelijkheden van de reguliere geneeskunde benut worden als dit echt nodig blijkt te zijn. Het gebruik van antibiotica heeft levens gered. Ook dat van sommige kinkhoestzieken , als zij als complicatie een longontsteking kregen. Om de algemene weerstand te stimuleren, die de eigen afweerkracht van het kind ondersteunt, zijn de volgende adviezen bedoeld.
20
ALTERNATIEVEN EN VOORZORGEN 1.
Borstvoeding (minimaal 6 maanden)‐ Stimuleert het immuunsysteem ♦ Vermindert vatbaarheid voor infecties ♦ Bevat antistoffen van door de moeder doorgemaakte infecties ♦ Gezondste voeding voor baby.
2.
Aandacht, ritme, weinig prikkels ♦ Laat zoveel prikkels en indrukken toe als het kind aankan en kan ʹverterenʹ. ♦ Voor een gevoelig, open kind is een saaie omgeving en rustige dagindeling beter te verwerken.
3.
Gezonde voeding ♦ Geen geraffineerde producten, geen kristalsuiker ♦ Geen conserveer‐, geur, kleur‐ en smaakstoffen ♦ Veel verse fruit en groente ( zo mogelijk onbespoten) ♦ Gezonde vetten en oliën ♦ Natuurlijk bereide voeding (geen magnetron) ♦ Probiotica, (of in kant en klare poedervorm of in voedingsmiddelen op basis van melkzuurgisting)
4.
Voedingssupplementen ♦ Vitamine C rond de vaccinatie ♦ Voedingssupplementen in overleg met de arts/alternatief genezer
5.
Homeopathische behandeling ♦ Of andere natuurgeneeskundige / energetische therapieën
6.
Stress factoren, ♦ die de weerstand verlagen moet je leren herkennen. Probeer ze te voorkomen en als die zich voordoen probeer ze zo snel mogelijk op te heffen en te behandelen.
Zie verder het artikel in het kwartaalblad van de N.V.K.P.: Alternatieven en voorzorgen juni 2004 (ook via www.nvkp.nl)
21
9.
Een persoonlijke keuze maken
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor wel of niet inenten, ligt bij de ouders. U heeft dan ook de uiteindelijke beslissing in handen. Een land als Nederland biedt het inentingenpakket voor zuigelingen en kinderen gratis aan, mits de ouders min of meer de aanbevolen prikken, meestal cocktails, nemen. Als ouders losse vaccins willen, kan het voorkomen dat zij dit uit eigen zak moeten betalen, of deze zelfs uit het buitenland moeten halen, als deze in Nederland niet los te verkrijgen zijn. In het schema ʺKeuzemogelijkhedenʺ op de volgende pagina´s vindt u enige mogelijke keuzes die u kunt maken. Voor een verantwoorde, persoonlijke keuze is het van het allergrootste belang dat u zich als ouder terdege (laat) informeren. U moet zich telkens weer vragen blijven stellen, en naar de antwoorden ervan zoeken. Het gaat om de gezondheid van UW kind, en alleen uzelf kunnen daarvoor de eindverantwoording dragen. KEUZEMOGELIJKHEDEN IN AFWIJKING VAN HET NEDERLANDSE STANDAARD‐VACCINATIESCHEMA 1.
4.
♦ DaKTP en Hib niet tegelijk geven; BMR niet met DTP of Neisvac‐C tegelijk; de DTP niet tegelijk met de aK. 5.
Met minder prikken volstaan ♦ Het is niet duidelijk hoeveel prikken voor elk kind nodig zijn. Afhankelijk van de leeftijd van het kind en het aantal vaccins dat samen gegeven wordt, kan er met minder herhaalprikken volstaan worden.
6.
Ruimere tussenpozen tussen de prikken ♦ Zeker als het kind nog niet volledig hersteld is na de eerste vaccinaties, is het een overweging waard om langer te wachten met de volgende prik(ken).
7.
Vaccins uit het buitenland halen ♦ Binnenkort zal het ook vanuit het buitenland moeilijker worden om losse vaccins te verkrijgen. Te denken valt aan het a‐cellulaire mono‐ kinkhoestvaccin, het difterievaccin of het difterie/tetanusvaccin, de losse bof‐, mazelen‐ en rode hond‐inentingen.
♦ Bijvoorbeeld de kinkhoestcomponent uit de cocktail laten, ♦ Geen Hib‐prik geven of de BMR‐cocktail niet geven.
22
Combi‐vaccins zoveel mogelijk apart geven ♦ De risicoʹs op bijwerkingen worden groter naarmate de vaccins meer in coctails gemengd worden [20].
Enkele vaccins weglaten
♦ Ook kunt u de vaccinaties die aan ʺrisicogroepenʺ gegeven worden, zoals de BCG‐, Hepatitis B en griepinentingen weglaten. De risicogroepen voor de ziekten zijn vaak ook de risicogroepen voor ernstige bijwerkingen van de inentingen zelf.
Slechts een enkel vaccin geven ♦ Dit zal in de toekomst steeds moeilijker worden, daar fabrikanten om economische redenen eerder de cocktails dan de losse vaccins willen verkopen en ook het beleid van de (Europese Unie en de Nederlandse ) overheid hierop gericht is. Vooralsnog is in Nederland de polio‐, tetanus‐ en Hib‐prik los te verkrijgen. Dit afgezien van de tropenvaccinaties en de griepvaccinatie. In Duitsland zijn de mazelen, rode hond en de bofvaccinatie en de a‐cellulaire kinkhoestvaccinatie los te bestellen, wel op doktersrecept.
Later beginnen ♦ Bijvoorbeeld na 1 jaar, of nog later. Het inentingsschema wordt aangepast als u na 6 maanden of 1 jaar besluit te vaccineren; Er zijn dan minder inentingen nodig.
2.
3.
8.
De homeopathische verdunning van het vaccin geven ♦ Deze optie is alleen mogelijk onder begeleiding van een klassiek homeopaat. Dit kan zowel direct na de vaccinatie, ofwel ervoor en erna. Ook kan het gegeven worden na eventuele schade na vaccinatie. 23
♦ Uit andere geneeskundige visies zijn meerdere mogelijkheden om de vaccinaties te begeleiden om zo de nadelige gevolgen te beperken, of eenmaal opgetreden schade te behandelen. 9.
Rond vaccinatie ♦ Versterken van het immuunsysteem met EXTRA VITAMINE C en andere weerstandverhogende middelen.
10. Na gedeeltelijke vaccinatie alsnog stoppen met het vervolg ♦ Inentingen vormen beslist geen kuur die je MOET afmaken. Het is niet bekend hoeveel prikken precies noodzakelijk zijn voor bescherming, daar sommige kinderen al na 1 prik ʺvoldoende antistoffenʺ hebben, terwijl anderen dit zelfs na 6 keer niet halen. Bovendien worden sommige kinderen ook na het volledige standaardprogramma gevolgd te hebben, alsnog ziek. Het biedt nog steeds geen 100 % garantie. 11. Helemaal niet inenten ♦ KIEZEN VOOR ALTERNATIEVEN en maatregelen om de algemene weerstand te versterken.
24
10. 10. Hoe kunt u zich op het inenten voorbereiden? Het is zeker aan te raden om uzelf en uw kind voor te bereiden op het inenten. A. Hoe bereidt u zich als ouder voor op het inenten? Het is de moeite waard om wat tijd te steken in de afweging over het wel of niet toepassen van een medische handeling die de gezondheid van je kind en het welzijn van uw hele gezin op spel kan zetten. Hieronder volgen een aantal praktische tips: 1. Lees zoveel mogelijk over het onderwerp. 2. Informeer bij het consultatiebureau, uw huisarts of de NVKP. 3. Vraag op het consultatiebureau een apart gesprek aan van te voren om hun mening te horen . 4. Probeer ook de kant van critici of zelfs felle tegenstanders eens aan te horen, ook al bent u het er niet direct mee eens. 5. Vraag lang van te voren de bijsluiters ter inzage, of zoek ze op internet bij het RIVM (www.RIVM.nl) de NVKP op (www.nvkp.nl). De dag zelf van inenten is te laat, want dan zit de prik er al in. 6. Ga na wat de ingrediënten zijn, en bekijk de bijwerkingen en contra‐ indicaties kritisch. 7. Informeer uzelf over de ernst van de ziekten waartegen ingeënt wordt, over de risicoʹs en reeele kans op complicaties. 8. Als U steun nodig hebt in uw zoektocht, ga er dan, eventueel samen met andere ouders op uit om informatie in te winnen, bezoek lezingen, informatie‐avonden en ouder‐discussie‐bijeenkomsten alvorens een beslissing te nemen (informatie via NVKP) 9. Stel het inenten in ieder geval uit totdat u zeker weet wat u wilt. Maak pas een afspraak voor inenten als u er zelf als ouder uit bent, en laat u niet te snel door onberedeneerde angst tot prikken (of niet prikken) overreden. B. Hoe bereidt u uw kind voor? 1. Ga het liefst zelf mee, zodat het kind zich veilig voelt. Stuur niet de oppas of derden die minder bekend zijn met uw kind. 2. Laat alleen inenten als het kind volledig gezond is. Als het kind al een verkoudheid onder de leden heeft, of kwakkelend is, is de kans groter dat het heftig reageert. 3. Geef het kind veel rust rond de dag van de inenting. 25
4. Plan verder niets op de dag zelf en ʹt liefst een dag erna ook niet. Dus ook geen kinderdagverblijf of ander bezoek. 5. Inenten doet pijn en kinderen kunnen er van streek van raken. Wees daarop voorbereid. Het toedienen van pijnstillers en koortsremmers kunnen de dieper liggende reacties maskeren. Zoek andere middelen om eventueel de koorts te begeleiden. Ook de plaatselijke ontsteking kan met milde natuurlijke middelen geholpen zijn. 6. Ook al begrijpt hij het nog niet, toch kun je proberen je kind te laten voelen dat je het voor zijn bestwil doet.
26
11. U heeft uw kind laten inenten: en wat nu? Uw kind in de gaten houden Als u uw kind laat inenten, is het van groot belang dat u het zelf goed in de gaten houdt. Het liefst 24 uur non‐stop bij de baby blijven. U kunt dan het beste alles wat u opvalt opschrijven, bijv. in het ʺgroene boekjeʺ. We vergeten vaak sneller dan we denken. Elke verandering kan belangrijk zijn, daarom is het ook goed alles op te schrijven, ook als het in het begin onbelangrijk lijkt. Viera Scheibner beschrijft in haar boek; ʹ Vaccinatieʹ, het reactiepatroon van het immuunsysteem op acute stressfactoren in de tijd. Zij noemt dit het Non Specific Stress Syndrome. Daaruit blijkt dat je moet opletten op abnormale reacties op de 1e en 2e dag na de prik, op de 5e, 6e, 7e dag. En op de 15e, 16e dag na de prik kan er een flinke na‐reactie zijn, ten gevolge van de verzwakking van de algehele weerstand. Dan kunnen er allerlei zwaktes, die er al waren, versterkt gaan optreden of nieuwe klachten, verkoudheden, oorontstekingen, andere bacteriële ontstekingen, tot aan hersenvliesontsteking toe gaan optreden. (Bij de BMR ook nog gedurende langere tijd na de prik). Deze na‐reactie gaat meestal over in twee weken. Als de na‐reactie in een chronische toestand overgaat of zelfs verergert, kun je ervan uitgaan dat de vaccinatie het gezonde evenwichtige immuunsysteem heeft verstoord. Tot wanneer is er een reactie mogelijk? Een ʺdirecteʺ reactie op de prik is nog mogelijk tot ongeveer 3 à 4 weken later (zie boven). Alles wat er in die periode met uw kind gebeurt zou dus nog met de inenting te maken kunnen hebben. Natuurlijk zijn er ook andere factoren die de weerstand verlagen, zodat het af en toe lastig wordt om de oorzaak te ontdekken. Maar zelfs maanden of jaren later kunnen nog klachten ontstaan door de prik. Dit laatste is echter nog nauwelijks goed onderzocht. Wat te doen na een ernstige reactie? Als uw kind ernstig op een inenting reageert, of duidelijk in negatieve zin verandert, meldt dit dan aan de arts van het consultatiebureau of huisarts. Laat u niet te snel ontmoedigen met uitspraken als ʺHet heeft niets met de inenting te makenʺ, of ʺdat is een heel normale reactieʺ. Sta erop dat het ook gemeld wordt bij het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne) te Bilthoven. Eventueel kunt u dit ook zelf doen. 27
De NVKP verzamelt de meldingen van vaccinatie gevolgen en heeft daarvoor meldingsformulieren beschikbaar, die u kunt downloaden van de site. Daarom vragen wij u de reactie eveneens bij de NVKP te melden. Als u twijfelt of deze reactie een relatie heeft met de prik kunt u de informatietelefoon van de NVKP bellen.
28
12. Als ik mijn kind niet inent, wat kan ik dan wel doen? Allereerst is een goede gezondheid de beste bescherming tegen complicaties van ziekte. Dit lijkt een open deur maar er is veel wat u zelf kunt doen om de gezondheid van uw kind te waarborgen en ongetwijfeld zal iedere ouder dit op zijn eigen manier en binnen zijn eigen mogelijkheden doen. Wat als uw kind, of het nu wel of niet gevaccineerd is, nu een van de ziekten krijgt waartegen wordt gevaccineerd? o.a. In het boek ʹKinderspreekuurʹ door Michaela Glockner vindt U een beschrijving van de symptomen en behandeling van de verschillende ziekten, evenals in de uitgave van de NVKP ʹZiekten en Vaccins anders bekekenʹ Het is zeker niet zo dat een kind altijd doodziek wordt ten gevolge van een ziekte als mazelen of een andere kinderziekte. Het is absoluut niet zo dat iedere Mazelen infectie gepaard gaat met hersenvliesontsteking of dat de iedere bof onvruchtbaarheid veroorzaakt. Een baby die kinkhoest krijgt overlijdt niet zomaar. Veelal worden de cijfers betreffende complicaties gebruikt uit de tijd van voor dat de vaccinaties zijn gestart van voor 1955 dus. Welvaart en medische mogelijkheden zijn intussen drastisch verbeterd. We moeten ons hierin niet laten leiden door de angst voor complicaties. Vele zieke kinderen, de meeste, herstellen goed van een kinderziekte. Begeleiding met middelen uit de aanvullende geneeskundige richtingen kunnen de eigen geneeskracht ondersteunen. Als een kind in het algemeen gezond is en een goede weerstand heeft opgebouwd kan het heel wat hebben aan ziekte en ziekteverschijnselen. Zoals elders vermeld kunnen ziekten vaak dienen als opruim/schoonmaakactie en komt een kind hier letterlijkʹbeterʹ uit. Er is een stap in de ontwikkeling gemaakt. Aangezien de ziekten waartegen wordt ingeënt tegenwoordig minder voorkomen zullen veel ouders niet zo zeker in hun schoenen staan als onze ouders en grootouders als een van deze ziekten de kop opsteekt bij onze kinderen Van grote betekenis is rust en stilte voor het zieke kind. Dit geldt zowel voor de indrukken die via de zintuigen binnen komen als voor de voeding. Alhoewel 29
televisie kijken een aantrekkelijke optie kan zijn is het voor het zieke kind niet aan te raden. Het is immers al zo bezig met processen binnenin zichzelf dat meer indrukken van buitenaf slechts averechts werken. De meeste ziekten gaan met koorts gepaard. Koorts is een middel dat het organisme gebruikt om te herstellen en af te rekenen met virussen en bacteriën die immers niet gedijen bij een hoge temperatuur. In die zin is het niet raadzaam om koorts te onderdrukken maar wel om die te begeleiden. Het kind moet als het ware door de koorts heen geholpen worden. Zolang het kind helder en aanspreekbaar is en voldoende drinkt en plast is er weinig reden tot zorg. Bedek hem met een lichte deken of laken, niet op de tocht en geef hem lichtverteerbaar voedsel, in het begin alleen vloeibaar; zoals vers vruchtensap en kruidenthee. Gewichtsverlies tijdens een ziekte kinderen later weer snel in. Zonodig kunt u hem helpen de warmte kwijt te raken door wikkels, gedrenkt in citroensap of azijn ( met wat water verdund )om de polsen en enkels te bevestigen en deze regelmatig te verwisselen. Dit echter alleen als het hele lichaam, inclusief de ledematen warm zijn. Ook kunt u het kind dan afsponzen met lauw water. Wij willen geenszins de ernst van een kinderziekte onderschatten. Het kind moet als het ware een gevecht aangaan met de hem omringende wereld, een gevecht dat hem sterker maakt en beter toegerust voor de confrontaties die hem in het voor hem liggende leven te wachten staan. Vaccineren biedt een slap aftreksel van het proces om met die mogelijke confrontaties om te gaan. De vraag welke manier het best bij u en uw kind past kan alleen door u als ouder beantwoord worden.
30
13. Wilt u meer weten? Misschien is intussen uw interesse voor het onderwerp gewekt en wilt u graag meer weten. Waar kunt u nu de nodige informatie vandaan halen? Helaas is het vooralsnog niet al te gemakkelijk om bijvoorbeeld in een boekwinkel of bij de bibliotheek goede (Nederlandstalige) literatuur te vinden, op een enkele uitzondering na. Positief is echter dat er de laatste tijd toch steeds meer op de markt komt, zodat het steeds gemakkelijker wordt om aan voldoende informatie te komen. Vooral de moderne communicatiemogelijkheden van internet bieden ouders een ongekend unieke kans om alle mogelijke informatie op relatief eenvoudige wijze te verkrijgen. Verder biedt de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken een tweetal boeken te weten ´Ziektes en vaccins nader bekeken´ en ´Twijfel groeit met kennis´ waarin uitgebreid op het thema ingegaan wordt. De bestellijst vindt u op de website www.nvkp.nl. Tenslotte verwijzen we naar de literatuurlijst.
31
NAWOORD Tenslotte hopen wij de discussie positief geopend te hebben over het thema vaccinatie bij kinderen. Voor‐ en nadelen moeten zoveel mogelijk gehoord worden, zodat ieder die informatie kan gebruiken die hij of zij nodig heeft bij het maken van een persoonlijke keuze. Mocht u graag ook eens persoonlijk naar een informatiedag of lezing komen, dan worden er het hele jaar door zulke bijeenkomsten regionaal georganiseerd. Ook kunt u iemand van de vereniging uitnodigen voor een lezing als u een groep geïnteresseerden bij elkaar hebt. Heeft u verder nog vragen of opmerkingen, of wilt u graag uw ervaring met wel of niet inenten melden, dan kunt u ook altijd contact met ons opnemen. Iedere ervaring, positief of negatief, is voor ons van belang om een zo goed mogelijk beeld van de gang van zaken te krijgen. Schrijft u uw verhaal op, en stuurt u het ons toe, dan zijn wij u daar dankbaar voor. Wij hopen dat een ieder die dit leest er op zijn of haar wijze baat bij zal hebben. Deze brochure is ontstaan onder auspicien van de NVKP. Sylvia Ankum, Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken Noor Prent, Postbus 1106 Tineke Schaper, 4700 BC ROOSENDAAL Maart 2005
32
BRONVERMELDING Hieronder volgen een aantal bronvermeldingen. Hoewel de meeste stellingen in de brochure uit meerdere bronnen komen, zal voor de eenvoud hier slechts ter illustratie 1 bron vermeld worden. Om de bronvermeldingen niet te verwarren met de literatuurlijst, staat de afkorting B voor bron ervoor. B 1.
ʺOuders over het Rijksvaccinatieprogramma: tevredenheid en vaccinatiebereidheid van ouders van jonge kinderen in Nederlandʺ, TNO‐rapport PG/JGD/2000.033, mei 2000, p. 48.
B 2.
Gesprek woordvoerder van het RIVM, Mevr. P. Vermeer, januari 2001.
B 3.
zoals B1, p. 47.
B 4.
zoals B1, p.10‐11.
B 5.
Dr. Viera Scheibner, ʺVaccinationʺ, en alle andere literatuur; ʺImpfschutz, Irrtum oder Lügeʺ, Simone Delarue, Hirthammer Verlag.
B 6.
Dr. Viera Scheibner: ʺVaccinationʺ, zie literatuur nr. 15.
B 7.
ʺVaccinaties voor kinderen en jongeren 44 vragen over vaccinatiesʺ, 1998 R.J.F. Burgmeijer, uitgave Landelijke Vereniging van Entadministraties; en literatuurlijst nr. 9.
B 8.
Alle vermelde literatuur en inhoud van de NVIC International Public Conference on Vaccination 2000, 8 Sept. 2000 te Washington, V.S., met wetenschappers en medici zoals Vijendra Singh, Ph.D, Mary Megson, M.D, Stephanie Cave, M.D., Philip Incao, M.D., Walter Spitzer, M.D., M.P.H., Andrew Wakefield, M.D., Scott Montgomery, Ph.D., John Menkes, M.D.,Howard Urnovitz, Ph.D., J. Barthelow Classen, M.D., Edward Yazbak, M.D., Meryl Nass, M.D., en anderen.
B 9.
Literatuur NVKP en Conferentie over Vaccinatie te Washington, als B8.
B 10.
ʺHet Recht op Ziekzijnʺ, K. Gaublomme, zie literatuur nr. 4.(uitverkocht)
B 11.
ʺKinderspreekuurʺ, zie literatuurlijst, nr. 5.
B 12.
ʺWhat Doctors Donʹt Tell Youʺ, p. 112. Zie literatuur nr. 19.
33
B 13.
Bijvoorbeeld Dr. Andrew Wakefield die aantoont dat de kans op autisme na BMR groter is dan na de losse vaccins B, M en R, NVIC Conferentie Washington, 2000.
B 14. ʺRijksvaccinatieprogramma 2005ʺ www.rivm.nl/rvp Verder gebruikte rapporten van het RIVM: B 15.
ʺPostvaccinale gebeurtenissen na toediening van RIVM‐vaccins in het Rijksvaccinatieprogrammaʺ deel 1. meldingen in 1994 (Rapport nr. 100012 001)
B 16.
ʺA randomised controlled study with whole‐cell or acellular pertussis vaccines in combination with regular DT‐IPV vaccine and a new poliomyelitis (IPV‐Vero) component in children 4 years of age in the Netherlandsʺ, bekend als de ʺApeldoorn‐studieʺ, januari 1999 (Rapport nr. 10 5000 001)
B 17.
ʺMulti‐center study on the simultaneous administration of DPT‐IPV and Hib PRP‐T vaccines. Part 1. Immunogenicityʺ, bekend als ʺde Rotterdam‐ studieʺ, april 1996 (Rapport nr. 124001 003)
Ook in deze rapporten worden beweringen gedaan als: • het aantal antistoffen zegt nog niet voldoende over het wel of niet beschermd zijn • kinkhoest komt regelmatig voor ondanks vaccinatie • het ʺhele celʺ ‐ kinkhoest vaccin is een relatief onveilig vaccin, maar bijwerkingen na het a‐cellulaire vaccin komen ook voor.
LITERATUURLIJST Hieronder volgt een beknopte literatuurlijst voor wie zich verder in het thema vaccinatie van kinderen wil verdiepen. Nederlandstalig L 1. alle literatuur die via de NVKP wordt uitgegeven, zie www.nvkp.nl L 2. ʺVaccinatie en immunisatie ‐ Gevaren, misvattingen en alternatievenʺ, Leon Chaitow (vertaling uit het Engels). ISBN 90‐202‐5267‐4 L 3. ʺHet recht op ziek zijn ‐ De geneeskracht van het lichaamʺ, Dr. Kris Gaublomme, Belgisch huisarts‐homeopaat, oprichter van de Zelfhulpgroep vaccinatieziekten. ISBN 90‐5232‐028‐4 (uitverkocht) www.vaccinatieschade.be L 4. ʺKinderspreekuur ‐ Gezondheid, Ziekte, Opvoedingʺ, W. Goebel en M. Glöckler, Uitgeverij Christofoor, zeer uitgebreid naslagwerk. In de bibliotheek, in een aantal boekwinkels. ISBN 90‐6238‐269‐X L 5. ʺDe zonen van Hippokratesʺ, Gezondheid, Ziekte en Genezing in de Reguliere Geneeskunde en in de Klassieke Homeopatie, Ronald M. van Vierzen, uitgebreid en goed gedocumenteerd werk, waarin gezondheid, ziekte en behandeling in een breed vlak bekeken worden.ISBN 90‐65‐56 11 37 L 6. ʺVaccinatieʺ, Dr. Viera Scheibner, ISBN 90‐56371398 L 7. ʺDokters: larie, leugens en legenden..!ʺ, hoofdstuk ʺAls dit preventieve geneeskunde is, dan word ik liever ziekʺ, Dr. R.S. Mendelsohn, kinderarts ISBN 90‐70391‐12‐0 L 8. ʺVaccinaties bij kinderenʺ, R.J.F. Burgmeijer, ISBN 90‐23230‐299, handleiding voor consultatiebureaus. ‐ 2004 Engelstalig L 9. ʺVaccines: Are they really safe and effective? ‐ A Parent´s Guide To Childhood Shotsʺ, Neil Z. Miller, 79 pg., ISBN 1‐881217‐10‐8 L 10. ʺImmunization Theory vs. Realityʺ, Neil Miller, ISBN 1‐881217‐12‐4
34
35
L 11. ʺImmunizations: The People Speak!ʺ ‐ Questions, Comments, and Concerns About Vaccinations, Neil Z. Miller, ISBN 1‐881217‐16‐7 L 12. ʺThe Immunization Decision ‐ A Guide for Parentsʺ, Randall Neustaedter, ISBN 1‐55643‐071‐X. L 13. ʺA Shot in the Dark ‐ Why the P in the DTP vaccination may be hazardous to your childʹs healthʺ, Harris Coulter en Barbara Loe Fisher, 246 pg., ISBN 0‐89529‐463‐X, verbindt wetenschappelijke informatie met aangrijpende verhalen over vaccinatieslachtoffers. L 14. ʺVaccination ‐ 100 Years of Orthodox Research shows that Vaccines Represent a Medical Assault on the Immune Systemʺ, Dr. Viera Scheibner, uitgebreid gedocumenteerd per vaccine. L 15. ʺMass immunisation. A Point in Questionʺ, Trevor Gunn,0‐9517657‐1‐X L 16. ʺVaccination, Social Violence and Criminality: The Medical Assault on the American Brainʺ, Harris L. Coulter, ISBN 3‐88721‐109‐X L 17. ʺHow to raise a healthy child...in spite of your doctorʺ, Robert S. Mendelsohn, kinderarts, praktische pocket, ISBN 0‐345‐34276‐3 L 18. ʺWhat Doctors Donʹt Tell Youʺ ‐ The Truth About The Dangers of Modern Medicine, Lynne McTaggart, ISBN 0‐380‐80761‐0 L 19. ʺThe Medical Mafiaʺ ‐ How to get out of it alive and take back our health and wealthʺ, Guylaine Lanctôt, M.D., 249 pg., ISBN 0‐96441 26‐0‐8 L 20. Kristensen I. et al. ʹRoutine vaccinations and child survival; follow up study in Guinea‐Bissau, West Africaʺ BMJ 2000: 321:1435‐41 Financieel ondersteund door Unicef, Gezondheidsministerie van Guinea‐Bissau, Deens ontwikkelingshulp. Duitstalig L 21. ʺSind Impfungen sinnvoll?ʺ ‐ Ein Ratgeber aus der homöopathischen Praxis, Joachim‐F. Grätz, ISBN 3‐88721‐124‐3 L 22. ʺImpfen. Das Geschäft mit der Angstʺ, Dr. Med. Gerhard Buchwald, ISBN 3‐89 189‐044‐3
36
INTERNETADRESSEN Er zijn in de loop van de jaren ongelooflijk veel websites ontstaan met allerlei berichten en informatie omtrent inenten. Zowel van voor‐ als van tegenstanders is er van alles te vinden. Vrijwel elk van deze sites bevat weer een serie ʺlinksʺ naar andere sites. Hieronder volgt slechts een kleine keuze aan websites en de bijbehorende bron. Provaccinatie / Overheid www.minvws.nl Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport www.rivm.nl rvp Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu www.gr.nl Gezondheidsraad Kritisch omtrent vaccinatie www.nvkp.nl Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken www.tinussmits.nl Homeopathie en vaccinatie site van Tinus Smits, arts www.nvic.org National Vaccine Information Centre (NVIC), Amerikaʹs grootste vaccinatie‐informatie‐ centrum www.whale.to/vaccines.html Engelse informatiewebsite www.avn.org.au Australian Vaccination Network www.avn.org.au/links.htm idem, uitgebreide lijst met links www.azavenue.com/kelly/organizations.htm Arizona Vaccine Information Network, lange lijst internationale organisaties, tevens per onderwerp www.vaccinatieschade.nl Stichting Vaccinatieschade www.vaccinatieschade.be Preventie Vaccinatieschade vzw (België) Let op: websites worden door zeer uiteenlopende partijen gemaakt. Controleer altijd wie de bron is, en beslis zelf hoeveel vertrouwen u erin stelt. De NVKP neemt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van de genoemde sites, behalve haar eigen site.
37