Detecteer, analyseer, adviseer Sociale context, emotie en sensordata als sleutel voor de zelfredzaamheid van verstandelijk beperkten en ondersteuning voor hun begeleiders
Detecteer, analyseer, adviseer Sociale context, emotie en sensordata als sleutel voor de zelfredzaamheid van verstandelijk beperkten en ondersteuning voor hun begeleiders
“I had discovered that learning something, no matter how complex, wasn’t hard when I had a reason to want to know it.” ― Homer Hadley Hickam, Jr
Titelblad Gegevens student
Naam Pisters, Joyce J.M.M.R.A. Studentnummer 2094735 Afstudeerrichting ICT & Lifestyle Startdatum afstuderen 11 november 2013 Einddatum afstuderen 31 maart 2014
Gegevens bedrijf
Naam NoXQS Adres Nieuwe Aamsestraat 32 Postcode 6662 ND, Elst Telefoonnummer 0481-76 90 26 E-mail
[email protected] Website http://www.noxqs.nl Afdeling Conceptontwikkeling Naam bedrijfsbegeleider van Schaik, Jeroen J. Functie bedrijfsbegeleider DGA
Getekend voor gezien
Door van Schaik, Jeroen J. Datum 3 april 2014
Gegevens docentbegeleider Naam docentbegeleider
Slaat, Eric E.H.M.A.
Gegevens afstudeerverslag Titel Datum uitgifte
Detecteer, analyseer, adviseer 3 april 2014 Titelblad | Pagina I
Voorwoord
Na drie HBO opleidingen waar ik het eerste jaar niet van afmaakte omdat het niet bij mij paste, was de reactie dat ik met ICT begon dan ook ‘Als je deze studie dan maar wel af maakt’. Ik neem het ze niet kwalijk maar wist dat ik nu eindelijk iets had gekozen waar ik echt voor wou gaan. Nu, 3,5 jaar later, maak ik de balans op: 15 projecten met de meest uiteenlopende onderwerpen. Eerste prijs bij het P1-event, tweede prijs bij het P2-event, een kunstopstelling op E-pulse 2012, een nominatie voor de Brainawards 2012, een nominatie voor de ICTalent 2013 en deelname aan de SmartHome IP course in Finland. Projecten voor E-Pulse, Douwe Egberts, Staatsloterij en Fontys EGT. Het blijkt dat ik 25 programmeertalen heb geleerd, met 12 nieuwe programma’s heb gewerkt en nog eens 10 totaal niet ICT gerelateerde vaardigheden(zoals boogschieten, houtbewerken en bakken) heb gebruikt tijdens mijn studie. Het afstuderen moest, met zo’n verdienste, dan ook een grande finale worden. Alles was netjes op tijd geregeld en toen ging het toch op het laatste moment niet door. Na een aantal dagen haastig zoeken werd ik gebeld door Eric Slaats. Tussen het onmiskenbare enthousiasme en de chaos door begreep ik dat hij en Marlou Heskes-van ’t Hoofd bezig waren met een project voor studenten met autisme. Voor ik het wist stond ik op de speaker en werd een afspraak geregeld om voor mij een afstudeerstage te regelen bij NoXQS. Hun inzet heeft er voor gezorgd dat ik deze kans heb gekregen. Beiden bedank ik daarom voor hun aanstekelijke enthousiasme en hun hulp bij het vinden van deze afstudeerstage. Pagina II | Voorwoord
Bij NoXQS sprak ik met eigenaren Marcel Hurkens en Jeroen van Schaik welke mijn stagebegeleider zou worden. Ook hier zag ik met hoeveel passie er werd gesproken over hoe ze zich inzetten voor de doelgroep en wat ze nog meer zouden willen ontwikkelen. De ruimte die ik binnen NoXQS kreeg om te onderzoeken, ontwikkelen en te leren was precies wat ik nodig had. Elke uitdaging die deze stage aan het licht bracht kon worden aangegaan. Hierbij bedank ik dan ook Marcel, Jeroen en iedereen binnen NoXQS voor hun vertrouwen, adviezen en kennis. Een belangrijk deel van mijn afstudeerproject was de emotiesensor. Toen het eenmaal was gelukt om data uit de sensor te lezen had ik geen idee hoe deze gefilterd moest worden. Verschillende bronnen wezen naar wiskundige formules die mijn kennis te boven gingen. Gelukkig kon ik uitleg vragen aan Henri en Jo Janssen die konden uitleggen hoe sinussen en imaginaire getallen sensordata kunnen omzetten naar leesbare informatie. Zonder hen zat ik nu nog steeds te zoeken dus neem ik deze kans aan hen te bedanken voor hun hulp. Als laatste bedank ik Stefanie Kartodikromo voor haar steun en hulp. Voor het feit dat ze een oncomfortabele sensor op haar hoofd moest dragen, al mijn documentatie heeft doorgelezen en de proof of concepts heeft getest. Dit afstudeerproject was de uitdaging die ik binnen de opleiding zocht en de kans om te laten zien wat ik kan. Hoewel dit mijn laatste project als student zal zijn, hoop ik dat er nog vele projecten en leermomenten zullen volgen. Toen ik begon aan deze studie hoopte ik dat ik deze wel zou afronden. Nu kan ik met zekerheid zeggen dat ik pas net ben begonnen. Drie keer is dus niet altijd scheepsrecht.
Inhoudsopgave 1. Inleiding1 Aanleiding1 Opbouw1 2. Het bedrijf 2 3. Het probleem 3 4. De opdracht 4 Verantwoording5 Resultaten 5 5. Onderzoek6 Doelstelling6 Methodiek 6 Hoofd- en deelvragen 6 Verstandelijk beperkten 7 Mogelijke devices en input 7 Motivatie 7 Doelgroep en techniek 8 Keuzevaardigheid 8 Conclusie 8 Sociale context en sensoren 9 Detecteren van emoties 9 Wet- en regelgeving voor data 10 Conclusie 11 Stappenplan opstellen 11 Conclusie en aanbevelingen 14 Sensoronderzoek15
6. Concept18 7. Realisatie22 Algemeen24 Oriëntatiefase 24 Onderzoeksfase 24 Ontwerpfase 24 8. Evaluatie24 Realisatiefase 25 Bedrijf 25 Aanbevelingen 25 Persoonlijk26 9. Bronnen27 Bijlage I - Project Initiatie Document B1 Bijlage II - Onderzoeksverslag B2 Bijlage III - Conceptbeschrijving B3
Inhoudsopgave | Pagina III
Samenvatting
Het moet vanzelfsprekend zijn dat mensen met een verstandelijke beperking in hun dagelijks leven zelfstandig kunnen functioneren. Binnen NoXQS, een ICT-bedrijf dat zich richt op zorgtoepassingen voor mensen met een verstandelijke beperking, is men zich hier goed van bewust. Binnen dit afstudeerproject is niet alleen gekeken naar huidige oplossingen voor dit streven, maar zeker ook toekomstige mogelijkheden. De basis die hiervoor gebruikt is, is een stappenplan methode. Dit maakt het project automatisch twee keer zo groot aangezien de begeleider/verzorger, van de persoon met de verstandelijke beperking, een belangrijke rol speelt. Tijdens het verloop van dit project is er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om, middels sensorische en open data, de sociale context vast te stellen. Dit om een adaptieve user interface te kunnen realiseren. Een belangrijk onderdeel hier in was het vaststellen en visualiseren van emoties middels hersenactiviteit. Pagina IV | Samenvatting
Het doel van dit afstudeerproject is met name om de kansen van huidige en toekomstige technologie aan het licht te brengen. Door hier nu al over na te denken kan een voorsprong worden opgebouwd en de technologie sneller toegepast. In deze scriptie is het verloop van dit project en de uiteindelijke resultaten beschreven. Het onderzoek, dat voor dit project is uitgevoerd, geeft antwoord op de vraag: ‘Kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking?’. Hierbij is ook onderzocht welke sensoren gebruikt kunnen worden om het handelen van de gebruiker te herkennen en hier op in te spelen. Op basis van het theoretisch onderzoeksverslag is een concept opgesteld voor een Android applicatie en bijpassende webdienst. De applicatie is gericht op de persoon met de verstandelijk beperking. De webdienst geeft de begeleider de mogelijkheid om het profiel van de cliënt te beheren. Naast dit alles is nog een sensoronderzoek uitgevoerd. Hierbij is, door middel van de Emotiv EPOC, hersenactivieit gemeten en vertaald naar emoties.
Summary
The purpose of this thesis was to show the changes of current and future technology regarding this subject. Researching this at an early stage can mean an advantage and quicker acceptance of new technology.
It should be common sense that people with mental disabilities are able to go about their daily lives independently. At NoXQS, an ICT-company that focuses on healthcare solutions for people with mental disabilities, this is their main focus. For this thesis the focus wasn’t just on current solutions, but also future ones. The starting point was a step guide method which automatically increases the scope of the project since the caregiver serves an important role. During the course of this project research has been done to examine the possibilities for sensory and open data to establish the social context. This is needed to realise an adaptive user interface. An important part of this research was to detect and visualise emotions through brain activity.
This paper shows the course of this project and it’s results. The research that was done for this thesis, gives an answer to the give whether or not an adaptive user interface, for a step guide aid, has a positive advantage for people with mental disabilities. To answer this question it was examined which sensors could be used to recognize the behaviour of the user and respond accordingly. Based on this theoretical research paper, a concept was designed for an Android application en matching web service. The application is mend for the person with a mental disability. De web service give the caregiver the possibility to manage the client’s profile. Besides this, a sensor research was executed. The Emotiv EPOC was used to measure brain activity which was then translated into emotions. Summary | Pagina V
Verklarende woordenlijst Adaptieve user interface Een user interface (interactie tussen mens en machine) welke zich aanpast aan de wensen en eisen van de gebruiker en de informatie die overgebracht dient te worden. Appscription Een van de tien voorspelde trends voor 2013 volgens Trendwatching.com. Deze houdt in dat men steeds meer gebruik maakt van applicaties voor advies en hulp betreffende hun gezondheid. Autisme Een aangeboren ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door beperkingen op het gebied van sociale interactie en (non-) verbale communicatie door een beperkt, repetitief of stereotiep gedragspatroon. Drag ‘n drop Een bewerking waarbij onderdelen op het scherm worden versleept om te verplaatsen. Intrusive Een gevoel of situatie welke als storend, ongewenst en/of vervelend wordt ervaren. NoXQS Stagebedrijf welke zich richt op het ontwikkelen en exploiteren van internetdiensten en -producten die kwaliteit toevoegen aan het leven van mensen met een verstandelijke beperking. Pagina VI | Verklarende woordenlijst
Open data Vrij beschikbare informatie waarbij voor het gebruik voorwaarden zijn opgesteld in licenties en gebruikersvoorwaarden. Proof of concept Een realisatie van een methode of idee om de haalbaarheid er van aan te kunnen tonen. Sensorische data Informatie welke afkomstig is van sensoren om veelal analoge informatie te kunnen digitaliseren. QUIM model Quality in Use Integrated Map model. Dit hiërarchisch model wordt gebruikt om de kwaliteit van de user interface en usability te kunnen ontwerpen en testen. Verstandelijke beperking Een significante beperking van de intelligentie (IQ < 75) en van het adaptief gedrag. Hierdoor is men zowel sociaal als praktisch beperkt. Leren redeneren en problemen oplossen is daardoor lastig
Inleiding Aanleiding
In Nederland zijn er 473.000 mensen met een verstandelijke beperking. 186.941 mensen binnen deze groep krijgen gehandicaptenzorg. Binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg zijn er 160.411 mensen werkzaam. Ondanks de gunstige verhouding blijkt de werkdruk vaak erg hoog. Het streven om de cliënt zelfstandiger te laten functioneren blijkt vaak moeilijk haalbaar. Vooral bij onverwachte situaties is begeleiding nog gewenst. Voor de cliënt zelf brengt meer zelfstandigheid veelal een verbeterde kwaliteit van leven met zich mee. Hoewel de motivatie aanwezig is, kunnen sommige situaties te veeleisend blijken. Op dergelijke momenten blijft hulp noodzakelijk. NoXQS, dat actief is in de ICT en zorg sector, wilt een product realiseren waarmee zowel de cliënt alsmede de begeleider geholpen worden. Als basis is hiervoor een stappenplan gekozen. Dit blijkt een sterk hulpmiddel te zijn om situaties te voorspellen en de cliënt te sturen. Met de huidige techniek die voorhanden ligt is het mogelijk om met een dergelijk product gepersonaliseerde zorg aan te bieden. Hiervoor dient het stappenplan adaptief te worden om met verschillende situaties en personen om te kunnen gaan. Om dit te realiseren moet er onderzoek verricht worden naar het vaststellen van de sociale context op basis van sensorische data en hoe dit vervolgens ingezet dient te worden.
Opbouw
Deze scriptie is een chronologische vastlegging van het afstudeerproject. In het volgende hoofdstuk treft u informatie over het bedrijf NoXQS. Hoofdstuk drie zal verder ingaan op de probleemstelling waardoor dit afstudeerproject tot stand is gekomen. De opdrachtomschrijving die hieruit volgde, is vastgelegd in hoofdstuk vier. Het onderzoek dat voor dit project is uitgevoerd, staat samengevat in hoofdstuk vijf en is als volledig verslag als bijlage toegevoegd. Het concept dat vanuit dit onderzoek is ontstaan, staat beschreven in hoofdstuk zes en de realisatie van de prototypes in hoofdstuk zeven. In hoofdstuk acht is een evaluatie van het project en het persoonlijke leerproces opgenomen. Inleiding | Pagina 1
Externe ontwikkelingen Zelfredzaamheid
Vanuit de overheid wordt zelfredzaamheid, van voornamelijk ouderen, steeds meer gestimuleerd. Niet alleen om de kosten en werkdruk in de zorg te verlagen. Vaak blijkt de persoon zelf hier ook behoefte aan te hebben. In zo’n geval kan domotica of kleinere ICT-hulpmiddelen deze zelfredzaamheid bevorderen.
Het bedrijf
NoXQS is sinds 2005 werkzaam in de ICT en zorg sector met een klein team van ongeveer twintig medewerkers. Sinds kort produceren zij naast internetdiensten ook applicaties voor smartphone en tablet. Als doelgroep richten zij zich met name op verstandelijk beperkten en hun omgeving. De producten en diensten die NoXQS levert, hebben als doelstelling om een toevoeging te bieden aan de kwaliteit van leven van de gebruiker. Het moet steeds makkelijker en gewoner worden om met een verstandelijke beperking deel te nemen aan de digitale informatie-uitwisseling. Het bijzondere van NoXQS is dat veel van hun medewerkers een vorm van autisme hebben. Niet alleen zijn zij talentvolle programmeurs maar zijn daarnaast ook goed op de hoogte van de behoefte van hun doelgroep. Dit komt de kwaliteit van de geleverde producten en diensten alleen maar ten goede. Pagina 2 | Het bedrijf
Grijze druk
De druk om aan iedere zorgbehoevende zorg te verlenen wordt te groot. Het is dus uiterst belangrijk om nu naar mogelijkheden te zoeken om deze grijze druk te compenseren en effectiever zorg te verlenen.
Appscriptions
De opkomst van draagbare technologie zoals smartphone heeft geleidt tot de trend appscription. Deze houdt in dat men steeds meer gebruik maakt van persoonlijke techniek als lifecoach en dokter. Echter zijn er weinig applicaties gericht op specifieke doelgroepen, zoals verstandelijk beperkten.
Een methode die al binnen NoXQS is ontworpen, is het gebruik van een stappenplan. Hiermee kan een activiteit of taak, stap voor stap worden uitgelegd. Deze informatie biedt steun om de betreffende activiteit zelfstandig uit te voeren.
Het probleem Het probleem dat ten grondslag ligt voor dit project, is te vergelijken met leren fietsen. Dit is voor velen de eerste stap naar zelfstandigheid. In het begin heb je veel steun van een ander nodig om je een zetje in de juiste richting te geven. Met kleine stapjes kom je steeds verder, maar val je ook nog vaak genoeg. Op die momenten wil je erop kunnen vertrouwen dat er iemand in de buurt is die je kan helpen. Nu betekent dit, voor mensen met een verstandelijke beperking, dat de begeleider constant aanwezig moet zijn om ondersteuning te bieden.Dit zodat, mocht een situatie escaleren, de begeleider kan ingrijpen en de persoon in kwestie kan geruststellen. Een ICT-hulpmiddel zou deze begeleiding een stuk efficiënter kunnen maken.
Aangezien niet iedere persoon hetzelfde is moet de ondersteuning op maat geleverd kunnen worden. Daarbij moet er een oplossing gevonden worden om het juiste stappenplan op het juiste moment aan te kunnen bieden. Een adaptieve user interface lijkt hiervoor de beste oplossing. Sensoren lijken hier een passende rol in te kunnen vervullen. Hierdoor kan het stappenplan middels open en sensorische data altijd een gepast advies aanbieden. De grote uitdaging bij dit project is de doelgroep. Deze is erg breed en veelzijdig. De user interface moet eenvoudig genoeg zijn om vrij snel te kunnen leren te gebruiken. Echter moet er de ruimte zijn om groei te kunnen stimuleren zonder hiervoor de interface aan te moeten passen. Daarbij bestaat het concept uit twee onderdelen. Eén deel is het doorlopen en gebruik van het stappenplan. Het tweede deel is het aanmaken en beheren van de stappenplannen. Beiden worden door zeer verschillende doelgroepen gebruikt en vereisen een verschillende user interface. Het probleem | Pagina 3
Bestaand stappenplan Verschillende activiteiten De onderwerpen van de stappenplannen zijn vooral gericht op alledaagse en/of sociale activiteiten. De moeilijkheid hierbij is dat dergelijke activiteiten vaak zeer verschillende uitkomsten kunnen hebben. Een statisch stappenplan kan vrijwel geen rekening houden met deze mogelijkheden.
Ja/Nee
De methode van NoXQS is dynamischer opgesteld door middels een vraag de situatie te beoordelen. Afhankelijk van het antwoord kan een andere vervolgstap voorgesteld worden.
Editor
Het opstellen, aanpassen en evalueren van de stappenplannen is, in deze, de taak van de begeleider. Om deze taak zo efficiënt mogelijk te maken wordt de werkdruk niet onnodig hoger gemaakt. Binnen NoXQS is gekozen om dit in de vorm van een webapplicatie aan te bieden. Middels drag ‘n drop kan de begeleider nieuwe stappen toevoegen of bestaand wijzigen.
Pagina 4 | De opdracht
De opdracht De opdracht voor dit afstudeerstageproject is als volgt te definiëren: Voor NoXQS zal er binnen de periode van 11 november 2013 tot 31 maart 2014 een toepassing onderzocht, ontworpen en gerealiseerd worden voor de doelgroep van mensen met een verstandelijke beperking. Deze toepassing zal gebaseerd zijn op de huidige stappenplan editor en beschikken over een adaptieve user interface, met als doel het effectief begeleiden van de gebruiker en ondersteunen van zijn/haar begeleider. Dit zal middels verscheidene sensorische data gerealiseerd worden. Daarnaast zal deze toepassing als proof of concept dienen om de bruikbaarheid van deze methode te kunnen meten en bewijzen.
Verantwoording
Er is bewust gekozen voor de brede doelgroep van mensen met een verstandelijke beperking. De reden hiervoor is omdat het niveau van hun vaardigheden en kennis sterk afhankelijk is van hun intrinsieke motivatie. Ze zijn bereid en capabel om vrijwel alles te leren zolang zij hier zelf voor kiezen. Hoewel het noodzakelijk is om hun gemiddelde vaardigheid in kaart te brengen, zijn manieren om te enthousiasmeren en motiveren belangrijker. De term verstandelijke beperking geeft het verkeerde beeld dat lage verwachtingen moeten worden gesteld aan mensen in deze doelgroep. Het is niet zozeer dat het voor hun onmogelijk is, slechts lastiger. Het aanleren van nieuwe vaardigheden vraagt meer doorzettingsvermogen en vaak ook meer begeleiding. Het is dan ook alleen maar noemenswaardig dat zij zich zo inzetten om nieuwe dingen te leren.
Resultaten
De volgende resultaten dienen opgeleverd te worden: Onderzoeksrapport; Dit rapport dient om inzicht te krijgen in de doelgroep en als verantwoording voor de keuzes voor het te realiseren concept. Het is met name belangrijk om de doelgroep te onderzoeken met betrekking tot de user interface. Daarnaast moet onderzocht worden of de bestaande principes vanuit de user interface design ook van toepassing zijn bij deze doelgroep. Analyse en ontwerpdocumentatie; De technische eisen, functionaliteiten, conceptbeschrijving en huisstijl behoren tot deze documentatie. Deze documentatie is vooral belangrijk bij de overdracht van dit project.
Daarnaast is de doelgroep, vanuit een communicatie oogpunt, geen doelgroep maar een bevolkingsgroep. Een doelgroep kenmerkt zich door gelijkenissen in levensstijl en/of interesses. De doelgroep verstandelijk beperkten is te divers om dergelijke gelijkenissen in vast te stellen. Door in dit onderzoek een grote doelgroep te kiezen kunnen de uitersten worden vastgesteld als leidraad voor de ontwerpfase.
Proof of concept voor de eindgebruiker; Het streven is om het proof of concept zo compleet mogelijk op te leveren. Dit zodat het geschikt is voor evaluatie bij de doelgroep. Daarnaast kan het zijn dat bepaalde functies of andere ideeën goed werken op papier en eenmaal gerealiseerd toch ongeschikt blijken. Door zoveel mogelijk functies en onderdelen van het ontwerp te realiseren kan een betrouwbaarder ontwerp worden gegarandeerd.
De opdracht vraagt voor een adaptieve user interface. Deze moet zich niet alleen aan de situatie, maar ook aan de persoon aanpassen. Hierdoor moet het mogelijk kunnen zijn om de user interface te laten meegroeien met de vaardigheid van de gebruiker. Door de doelgroep zo breed mogelijk te onderzoeken kan de meest eenvoudige vorm van de user interface vastgesteld worden alsmede de meest uitgebreide vorm.
Proof of concept voor de begeleider; Het succes van dit concept is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van het stappenplan. Daarom moet dit onderdeel zo snel mogelijk met de doelgroep geëvalueerd kunnen worden. Een dergelijke editor heeft veel verschillende functies nodig om een zo sterk mogelijk stappenplan op te stellen. De complexiteit van het concept moet zo snel mogelijk zichtbaar zijn. De opdracht | Pagina 5
Methodiek
In het vooronderzoek is gekozen om middels interviews binnen het bedrijf inzicht te verkrijgen in de werkwijze van NoXQS, het probleem, en de doelgroep. Het theoretisch onderzoek is vanuit deskresearch gerealiseerd waarbij verscheidene rapporten, boeken en websites geraadpleegd zijn. Daarnaast is er onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid om externe sensoren te gebruiken binnen het concept. Deze waren ten behoeve van een emotiesensor. Hierbij bleek extra onderzoek naar de psychofysiologische verwerking van emoties noodzakelijk. Naast de interviews hebben gesprekken met experts zowel binnen als buiten NoXQS de richting van het onderzoek gestuurd. Met name het gesprek met Martina Tittse-Linsen, oprichtster van Pictogenda(www.pictogenda.nl), gaf veel nieuwe inzichten voor geschikte user interfaces voor de doelgroep.
Hoofd- en deelvragen
Onderzoek Doelstelling
Het onderzoek moet een antwoord kunnen bieden op de vraag welke sensorische en open data kan bijdragen aan de kwaliteit van het eindproduct. Daarbij moet het onderzoek duidelijkheid verschaffen in de wensen, eisen en beperkingen van de doelgroep ten opzichte van de user interface. Pagina 6 | Onderzoek
De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn er drie deelvragen opgesteld. Deze zijn: 1. Hoe is de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking te definiëren? 2. Welke sensorische data gebruikt worden om een situatie en het handelen van de gebruiker te herkennen om hier op te kunnen reageren? 3. Op welke wijze moet het stappenplan opgesteld worden om bruikbaar te zijn voor de doelgroep?
Verstandelijk beperkten
Volgens de American Association on Intellectual and Developmental Disabillities, wordt een verstandelijke beperking gedefiniëerd door een significante beperking van de intelligentie (IQ < 75) en van het adaptief gedrag. Hierdoor is men zowel sociaal als praktisch beperkt. Leren redeneren en problemen oplossen is daardoor lastig (AAID, 2013). De ontwikkeling van iemand met een verstandelijke beperking is langzamer en stagneert vaak op een bepaalde ontwikkelingsleeftijd. Afhankelijk van de ontwikkelingsleeftijd waarin zij zich bevinden zijn er andere kenmerken te benoemen. Het besef van geld, tijd en abstract denken zijn vaak beperkt. Het aanleren van deze vaardigheden blijkt mogelijk, al kost dit meer tijd dan bij mensen zonder deze beperking. Korte eenvoudige zinnen zijn goed te begrijpen en kunnen afgewisseld worden met herkenbare iconen en pictogrammen.
Mogelijke devices en input
De mogelijkheid om een apparaat te bedienen via aanraking is met de komst van tablets en smartphones uitgebreid. Naast het aanraken (touch) is er ook onderscheid in long press, swipe, drag, double touch, pinch open en pinch close (Android, 2013). De doelgroep is minimaal in staat om middels touch en swipe een apparaat te bedienen. De schermgrootte kan bijdragen in het gebruikersgemak om knoppen zichtbaarder te maken en daarmee fouten door ernaast te drukken te verminderen. Het is mogelijk dat de gebruiker, bij het eerste gebruik, extra training en/of uitleg nodig heeft. Een smartphone, tablet of phablet zijn hierdoor geschikte platformen voor de doelgroep.
Motivatie
De theorieën voor motivatie kunnen worden onderverdeeld op basis van verwachting, oorzaak, interesse en waarden. Zo kan men zijn eigen kans op falen of succes baseren op zijn zelfkennis van de eigen vaardigheden of op het gevoel van controle op de taak. Hoe lager dit is, des te lager schat men zijn eigen kansen in om te slagen (Eccles & Wigfield, 2004). Anderzijds zijn er theorieën die uitgaan van intrinsieke en extrinsieke motivatie. De oorzaak van de motivatie komt dan ofwel uit de eigen interesse of vanuit een beloning die volgt bij succes. Mensen zijn competitiegericht en willen optimaal gestimuleerd worden. Hierdoor is men eerder geneigd uitdagende taken te kiezen. De flow theorie gaat hier op verder en legt een verband tussen de vaardigheden van de persoon en de moeilijkheidsgraad van de taak (Eccles & Wigfield, 2004). Wanneer een taak binnen een bepaald interessegebied valt is men eerder gemotiveerd deze taak uit te voeren. De motivatie is met name gebaseerd op de positieve invloed die het slagen heeft op het voorkomen van de persoon en de beheersing van zijn vaardigheid. Zelfverbetering en competitie zijn in deze de reden van de motivatie (Eccles & Wigfield, 2004). In de terugkoppelingstheorie wordt er juist vanuit gegaan dat de persoonlijke interpretatie van het resultaat de motivatie beïnvloed. De kans van slagen wordt afgewogen aan de hand van vaardigheid, inzet, moeilijkheidsgraad en geluk. Stabiele factoren zoals vaardigheden wegen hierbij zwaarder dan geluk (Eccles & Wigfield, 2004). Onderzoek | Pagina 7
Doelgroep en techniek
Vooral gebruikers met een beperking merken dat applicaties, tijdens hun ontwerp, niet altijd rekening houden met het gebruiksgemak voor specifieke doelgroepen. Veel voorkomende problemen zijn te kleine knoppen, te moeilijke menu’s, teveel menu’s, onnodige functies en te kleine tekst. Daarnaast is de feedback van de applicatie ontoereikend om een juiste besturing te garanderen (Saenz de Urturi Breton, Jorge Hernández, Méndez Zorrilla, & García Zapirian, 2012). De hardware van smartphones en tablets biedt de mogelijkheid om voor elke doelgroep een geschikte applicatie te ontwikkelen. Een gedegen training en begeleiding voor, en door, begeleiders en familie kan het gebruik van een dergelijke techniek stimuleren en garanderen.
Keuzevaardigheid
Om een keuze te kunnen maken moeten de opties voorspellende uitkomsten hebben en geëvalueerd kunnen worden (Pirtošek, Georgiev, & Gregorič-Kramberger, 2009). Een keuze wordt gemaakt op basis van de kans op succes en het voordeel dat dit succes met zich mee brengt. Hierdoor ontstaat het probleem dat informatie verkeerd ingezet wordt en de keuze kleurt (Gilbert, 2005). Doordat verschillende soorten informatie moeten worden afgewogen bij dit proces ontstaan fenomenen zoals keuzeblindheid en het framing effect. Hierdoor kan het keuzeproces beïnvloed worden en leiden tot verkeerde keuzes. Eén van de informatiebronnen is de emotie. Pagina 8 | Onderzoek
Gezien de kenmerken van de doelgroep zou dit betekenen dat hun keuzevaardigheid beperkt is. Het blijkt echter dat men, zeker met autisme, consistenter is in het maken van keuzes en minder risico’s neemt (De Martino, Harrison, Knafo, Bird, & Dolan, 2008). Hierbij moet de context en de mogelijke opties wel begrijpelijk en niet sturend gecommuniceerd worden, zodat men een juiste afweging kan maken.
Conclusie
Zeker binnen de doelgroep verstandelijk beperkten is zichtbaar dat er geen eenduidig antwoord is voor hoe iemand leert, communiceert en begrijpt. Wel is een besef van afbeeldingen, pictogrammen, losstaande woorden en korte zinnen een randvoorwaarde die geconcludeerd kan worden. Daarnaast mag er vanuit gegaan worden dat de doelgroep in staat is om een smartphone of tablet te bedienen. Het gebruik van de smartphone en bijbehorende applicaties kan vanuit verschillende manieren gestimuleerd worden. Onafhankelijk van de gekozen methode dient de moeilijkheidsgraad te passen bij de vaardigheid van de gebruiker. Ook moet een duidelijk positief resultaat mogelijk zijn.
Sociale context en sensoren
Voor dit onderzoek is er gekeken naar beschikbare sensoren in smartphones en tablets. Deze zijn onder te verdelen in beweging, omgeving en positie sensoren. Per type smartphone en tablet verschilt de aanwezigheid en kwaliteit van de sensoren (Android, 2013). Er is al technologie beschikbaar waarmee de locatie van een persoon exact vastgesteld kan worden (Broadcom, 2012). Door deze locatie te plaatsen binnen een context piramide naast andere sensordata en patroonherkenning kan hiermee een betrouwbare sociale context worden vastgesteld (Pei, et al., 2013). Om in de context piramde bewegingsdetectie op te kunnen nemen kan het LoMoCo model worden gebruikt. Hierbij wijst een unieke combinatie van locatie, beweging (motion) en context op een bepaalde activiteit (Pei, et al., 2013). Op woensdagochtend om half acht maakt de gebruiker samen met medebewoner Richard
Figuur 1: Voorbeeld van context piramide
het ontbijt in de keuken. De gebruiker staat aan het aanrecht te snijden terwijl Richard bij het fornuis staat te bakken.
Volledige context
Ontbijt aan het bereiden met medebewoner Richard.
Omschrijving voor activiteit
Staand, in keuken, met medebewonener, etc.
Simpele contextuele omschrijvingen
Statistieke conclusies op basis van de sensorische data
Patroonherkenning
Lichaamshouding, positie, oriëntatie, verplaatsing, etc.
Fysieke parameters
GPS, wifi, bluetooth, kompas, accelerometer, etc.
Ruwe sensor data
Hoewel er binnen een stappenplan sensorische data zoals weer, tijd en navigatie kan worden gebruikt, valt dit buiten dit onderzoek. Deze informatie is namelijk afhankelijk van de gebruiker en het onderwerp van het stappenplan.
Detecteren van emoties
Naast de fysieke parameters is emotie een extra data die kan worden geutiliseerd. Hiervoor zijn al verschillende intrusive en non-intrusive middelen ontwikkeld. Zo kan het gebruik van een smartphone, biometrische data, gezichtsuitdrukkingen, of hersenactiviteit inzicht bieden in emoties. Het probleem van enkele van deze mogelijkheden, met betrekking tot deze doelgroep, is dat mensen met aandoeningen zoals Asperger niet in staat zijn de juiste emotie te tonen (NVA). Hierdoor is het detecteren van emoties via gezichtsuitdrukkingen en houding af te raden (Picard, 2009). Zeker ook omdat hiervoor een langere periode van training nodig is voor zowel de gebruiker als de techniek (Gay, Leijdekkers, Agcanas, Wong, & Wu, 2013). Een emotie bestaat uit valentie, een stimulus, een doel en een respons. Deze respons bestaat weer uit een gevoel, gedrag en fysiologische reactie. Vanuit de psychofysiologie kan een betrouwbare lichamelijke reactie worden vastgesteld. Hierbij wordt gelet op het autonome zenuwstelsel in het perifere zenuwstelsel. Deze is opgedeeld in een sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel welke beide andere reacties kan opwekken. De balans tussen beiden kan als emotie worden gemeten (Gruber, 2013). Onderzoek | Pagina 9
Opwinding Hoog
Woede Angst
Positief
Verontrust Stress
Figuur 2: Emoties ten opzichte van valentie en opwinding
Blijdschap
Wet- en regelgeving voor data
Geluk Zeer ontspannen Negatief
Depressief
Valentie
Tederheid
Bedroefd
Laag
Om deze signalen af te kunnen lezen zijn een galvanic skin response sensor (GSR) nodig om de eccrine zweetklieren in de handpalmen te meten. Daarnaast moet de hartslag en ademhaling (RSA) vastgesteld kunnen worden. De lichaamstemperatuur stijgt en daalt ook afhankelijk van bepaalde emoties en kan slechts via enkele punten op het lichaam betrouwbaar gemeten worden. Ook bied de doorbloeding extra inzichten in de ervaren emoties (Gruber, Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system), 2013). Het blijkt echter dat, door de invloed van externe factoren op de lichamelijke functies, het in de praktijk lastig is om emoties op deze wijze vast te stellen. Pagina 10 | Onderzoek
De wet bescherming persoonsgegevens betreft, zo luidt in artikel 2 lid 1, de gehele of gedeeltelijke geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Deze wet is niet van toepassing bij activiteiten die uitsluitend bedoeld zijn voor persoonlijke of huishoudelijke activiteiten (Overheid, 2013). Voorafgaand aan het verzamelen van persoonsgegevens dient de gebruiker hiervan medegedeeld te worden alsmede de doeleinden van deze verzameling zoals opgelegd in artikel 33. Het doeleinde voor de verzameling van gegevens moet, volgens artikel 7, gerechtvaardigd zijn en uitdrukkelijk omschreven. In artikel 8 staat vermeld dat deze gegevens vervolgens alleen gebruikt mogen worden als de gebruiker hier zijn ondubbelzinnige toestemming voor heeft verleend. Bij deze doelgroep is dit echter niet altijd te garanderen. Buiten de doeleinden waarvoor deze gegevens zijn verkregen, mogen deze, volgens artikel 9, niet verder worden verwerkt waarbij het wel is toegestaan deze voor statistische of wetenschappelijke doeleinden te gebruiken. Hierbij moeten de persoonsgegevens, volgens artikel 10, op dusdanige manier worden bewaard dat de betrokkene niet te identificeren is en de gegevens niet langer dan noodzakelijk bewaard worden. Artikel 14 geeft aan dat de wijze van opslag middels technische en organisatorische maatregelen beschermt dient te worden tegen het onrechtmatig verkrijgen en verwerken van derden. De gebruiker heeft hierbij middels artikel 35 het recht om een omschrijving van de gegevens en hun doeleinden in een begrijpelijk vorm gepresenteerd te krijgen (Overheid, 2013).
Conclusie
Om een juiste inschatting te kunnen maken van de activiteiten van de gebruiker zijn de sensoren van een smartphone toereikend. Voor dit project zal de smartphone dan ook gebruikt worden als platform voor de eindgebruiker. Gezien het feit dat een sociale context en emotie verschillende facetten heeft is een breed scala aan sensoren aan te raden. Middels onderzoek en testen kan de patroonherkenning van de sociale context en emotie worden opgesteld. Hierbij moet wel rekening gehouden worden dat het hier persoonlijke informatie betreft en veiligheid en discretie gewenst is.
Stappenplan opstellen
Het stappenplan voor dit project moet beschikken over een adaptieve/zelflerende user interface. Dit betekent dat het systeem betrouwbare beslissingen moet kunnen nemen betreffende de situatie van de gebruiker. Om verwarring en foute conclusies te voorkomen is transparantie essentieel(Peissner & Sellner, 2013).
Een binaire beslissingsboom heeft per stap twee mogelijke uitkomsten. Hierdoor zijn de hoeveelheid stappen per niveau exponentieel. Een binaire beslissingsdiagram reduceert deze stappen door dubbele uitkomsten samen te voegen. Hierdoor kan een asynchroon diagram ontstaan (Jacobi, Calazans, & Trullemans, 1991). Deze reductieregels zijn een eis voor een succesvol stappenplan. Figuur 4: Voorbeeld van een binaire beslissingsboom
Een stappenplan bestaat uit chronologisch opvolgbare stappen welke tot één doel leiden. Doordat in dit project keuzemomenten zijn per stap is de term binaire beslissingsdiagram beter.
Figuur 3: Voorbeeld van een binaire beslissingsdiagram
Door breder te kijken naar enquêtetools komen nog meer regels naar voren. Alle stappen en de daaruit voortkomende informatie moeten relevant en accuraat zijn. De schrijfwijze, lengte en tempo van het stappenplan zijn punten waar dan ook kritisch naar moet worden gekeken (SurveyMonkey, 2011). Onderzoek | Pagina 11
Kenmerken van een goede vragenlijst Voor- en nadelen voor de begeleider
Het hulpmiddel dat voortkomt uit dit project kan, in theorie, de werklast van de begeleider verminderen. Echter neemt het beheren van de stappenplannen ook de nodige tijd in beslag. Doordat de kwaliteit van dit hulpmiddel voor een groot deel gebaseerd is op de kwaliteit van de stappenplannen, is het belangrijk te weten dat de begeleider deze taak kan vervullen. De verhouding tussen cliënten en begeleiders is vrijwel 1 op 1. In 2011 waren 160.411 mensen werkzaam in de verstandelijke gehandicaptenzorg voor 186.941 mensen met een beperking. Ondanks deze verhouding blijkt 86% een te hoge werkdruk te hebben en 17% teveel arbeidsuren te maken (Rijksoverheid, 2013). Het verlagen van de werkdruk kan dus een significante meerwaarde leveren. Aangezien de meeste opleidingen zoals SPW geen ICT vakken aanbieden is de kennis van ICT van begeleiders niet vast te stellen. Wel is duidelijk dat 96% van de Nederlandse bevolking in het bezit is van een personal computer, 82% van de bevolking mappen en informatie kan verplaatsen, kopiëren en plakken, en slechts 11% kan programmeren waarvan slecht 4% van de vrouwelijke bevolking (CBS, 2013). Daarnaast zijn er 5,6 miljoen mensen (33% van de bevolking) in het bezit van een tablets en 8 miljoen(48% van de bevolking) van een smartphone (van Hoek, 2013). Pagina 12 | Onderzoek
Voor dit onderzoek is aangenomen dat het beslissingsdiagram gelijkenissen vertoond met een vragenlijst. De kwaliteit van een vragenlijst is voornamelijk afhankelijk van de vraagstelling. Echter de user interface moet zoveel mogelijk kunnen faciliteren in het doorlopen van de vragen. Bij usability testing kan het Quality in Use Integrated Map model (QUIM) worden gebruikt om de kwaliteit te meten (Seffah, Kececi, & Donyaee, 2001).
Gradaties voor oplopende complexiteit
Aangezien het te realiseren product voor een smartphone ontwikkeld zal worden is het raadzaam te kijken naar de ontwerp richtlijnen van Apple en Android. Hierbij wordt geadviseerd het aantal stappen in de navigatie te beperken, een knop minimaal 10mm2 te maken en proberen deze altijd in beeld te houden. Aangezien er additionele functionaliteiten gebruikt kunnen worden zoals TalkBack en een aangepaste tekstgrootte moet hier rekening mee gehouden worden in het ontwerp (Android Developers, 2013). De tekstgrootte moet nooit kleiner zijn dan 12sp (22pt) en de afstand tussen elementen nooit kleiner dan 8dp (Android Developers, 2013).
Tijdens de testfase zijn er een aantal punten waarmee de gebruiksvriendelijkheid vastgesteld kan worden. Allereerst moet de gebruiker in staat zijn de taak volledig af te ronden en mogelijke problemen hierbij opgelost worden. De tijd die de gebruiker nodig heeft, ten opzichte van de beoogde tijd, kan een indicatie zijn van mogelijke problemen. De route die de gebruiker doorloopt bij het uitvoeren van een taak geeft hierbij extra inzichten (Sauro, 2011).
De gradaties van een user interface verschillen per product. Consistentie en een overzichtelijk design liggen hierbij ten grondslag. Door een overzicht te maken van mogelijke taken, functies en opties op basis van moeilijkheidsgraad en relevantie ontstaan verschillende niveaus van complexiteit. Door het gebruik van het product te analyseren kan geconstateerd worden wanneer een ander niveau wenselijk is.
Eisen voor een adaptieve user interface Een adequate user interface dient minimaal aan de volgende tien eisen te voldoen: 1. Men moet duidelijk geïnformeerd worden over keuzes en gebeurtenissen in de user interface. 2. Het taalgebruik past bij de gebruiker. 3. Stappen moeten ongedaan gemaakt kunnen worden en opnieuw uitgevoerd. 4. Iconen en termen moeten consistent gebruikt worden. 5. Het systeem moet om kunnen gaan met fouten om foutmeldingen naar de gebruiker te voorkomen. 6. Het systeem moet faciliteren in het onthouden en presenteren van informatie. 7. Indien mogelijk moet het systeem taken over kunnen nemen. 8. Iconen, informatie en andere elementen die niet noodzakelijk zijn voor de kerninformatie moeten tot een minimum gehouden worden. 9. Een foutmelding moet de gebruiker voldoende informeren om de fout te herstellen. 10. Er moet voldoende hulp/documentatie voorhanden zijn om in uiterste nood te kunnen ondersteunen(Nielsen, 1995).
Conclusie
Het is zeker mogelijk om middels een stappenplan een situatie te herkennen en adequaat advies te kunnen geven over het handelen. Hiervoor zijn feitelijk geen andere richtlijnen nodig al is het aan te raden hier strenger mee om te gaan. Sensorische en open data kan de lengte en moeilijkheidsgraad van het stappenplan positief beïnvloeden. Dit vraagt echter wel meer intelligentie van het systeem dat gerealiseerd moet worden. Een goed opgezet stappenplan kan een positief effect hebben op de kwaliteit van leven van de gebruiker alsmede op de werklast van zijn begeleider. Onderzoek | Pagina 13
Conclusie en aanbevelingen De hoofdvraag van dit onderzoek was: Kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking? Er kan worden aangenomen dat de doelgroep in staat is pictogrammen, losstaande woorden en korte simpele zinnen te begrijpen. Daarnaast is de doelgroep in staat om een touchscreen zoals dat van een smartphone of tablet te hanteren. Echter verschillen de vaardigheden hierin sterk binnen de doelgroep. De sensoren van een smartphone bieden mogelijkheden om de sociale context deels vast te stellen. Hiermee kan het invullen van een stappenplan worden gefaciliteerd. Sensorische en open data biedt inzicht in de emoties en handelen van de gebruiker. Hierdoor kunnen persoonlijke voorkeuren en eigenschappen meegenomen worden in de gebruiksvriendelijkheid van het product. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de principes van de psychofysiologie. Pagina 14 | Onderzoek
De kwaliteit van leven van de doelgroep kan met dit product positief beïnvloed worden. De vrijheid en zelfstandigheid van de gebruiker kunnen toenemen door stappenplannen te gebruiken bij bijvoorbeeld sociale situaties. Voor de begeleider kan dit product een afname van de werklast betekenen en samenwerking verhogen. De gebruiksvriendelijkheid en intelligentie van het systeem is sterk afhankelijk van de opmaak van de stappenplannen. Hierdoor komt er extra druk te staan op de editor en de begeleiders die deze hanteren. Aangezien de ICT vaardigheden van deze doelgroep onduidelijk zijn is de user interface van de editor een even belangrijk aandachtspunt. Wanneer er tijdens de realisatiefase basisprincipes van onder anderen het QUIM model gebruikt worden, kan een gedegen basis worden gegarandeerd. Daarnaast is een regelmatige evaluatie met de betrokken partijen noodzakelijk om de kwaliteit zo hoog mogelijk te houden. Het toepassen van een adaptieve user interface met onder anderen sensorische data geeft een significante meerwaarde om dit project te ondernemen.
Sensoronderzoek Emoties
Basis emoties worden veelal instinctief en snel door het limbische systeem opgewekt zodat men snel kan reageren. Cognitieve interpretaties van onze ervaringen zorgen voor een complexer en gevarieerder scala aan emoties. De secundaire emoties die hieruit voortvloeien zijn voornamelijk opgebouwd uit de mate van opwinding (arousal) en in hoeverre de emoties prettig is (valentie) (Stangor, 2014). Volgens het onderzoek van Purnell Choppin is de valentie zichtbaar door een hogere frontale coherentie in alfa golfvormen, en een hogere rechter pariëtale aanwezigheid van bèta golfvormen. De opwinding uit zich in een hogere bèta kracht in de pariëtale kwab, samen met een lagere alfa activiteit. De dominantie van de emotie is zichtbaar door een toename in het verschil tussen alfa en bèta activiteit in de frontale kwab, plus een toename van bèta activiteit in de pariëtale kwab (Oude Bos, 2008). Voor dit onderzoek is er gekozen om te werken met de Plutchik schaal. Deze gaat uit van acht basisemoties welke, in verschillende gradaties, uitwaaieren naar secundaire emoties. Deze kan worden uitgezet op de assen van valentie en opwinding om zo bruikbaar te zijn bij het meten van emoties.
Figuur 4: Schaal van Plutchik
Figuur 5: Schaal van Plutchik aangepast voor emotieherkenning o.b.v. valentie en opwinding Onderzoek | Pagina 15
Hersenactiviteit
Via een elektro-encefalogram (EEG) kan de hersenactiviteit gevisualiseerd worden. Dit door elektrische potentiaalverschillen (spanningsverschillen) in de hersenen te detecteren. Hersenactiviteit is opgebouwd uit verschillende hersengolven. De voornaamste voor emotiedetectie zijn alfa en bèta (Elektro-encefalografie, 2013). Type Alfa α Bèta β Gamma γ Delta δ Theta θ
Frequentie Komt voor bij 8-12Hz Ontspannen wijze van alertheid 16-30Hz Intense actieve gedachte en concentratie 30-80Hz Waarneming, problemen oplossen, angst en bewustzijn 0-4Hz Voornamelijk bij baby’s en diepe slaap 4-8Hz Lichte slaap, trance en hypnose
Tabel 1: Soorten frequenties van een EEG
Emotiv EPOC
Voor dit project is gekozen voor de Emotiv EPOC. Hoewel deze erg intrusive is en lastig is te plaatsen, is het een goede basis om de detectie van emotie te bewijzen. Er zijn al verscheidene nieuwe producten in ontwikkeling zoals de Emotiv Insight, Muse en project Walnut. Het idee om een headset te dragen die hersenactiviteit meet is dan ook geen vreemde gedachte. Het zal steeds makkelijker en prettiger worden om een dergelijke headset te gebruiken. Hoewel de EPOC 14 sensoren heeft, zijn er slechts acht welke op de frontale kwab zijn gepositioneerd. In theorie zouden de AF3 en AF4 posities voldoende zijn. Deze zijn ook het makkelijkst te plaatsen aangezien deze zich niet op het haar bevinden. Pagina 16 | Onderzoek
Figuur 6: Emotive EPOC en de beschikbare sensoren van het 10 20 systeem
Data ontvangen
De gemeten waarden kunnen uitgezet worden over de verschillende frequenties met de formule:
Om het imaginaire getal i te vermijden wordt de formule:
Hieronder is dezelfde formule gebruikt met de metingen van de AF3 sensor over een tijd van twee seconden. Groene lijnen zijn alfa frequenties en blauwe lijnen staan voor bèta frequenties.
De formule is getest en bruikbaar bevonden bij frequenties tot 80Hz. Aangezien de maximum frequentie voor het meten van emotie 30Hz is, is dit ruim voldoende. 45Hz en 60Hz worden vaak al met een notch filter verwijderd. Dit om storing van het spanningsnet te voorkomen. Er zijn minimaal 64 metingen per seconde nodig om de formule te laten werken. Aangezien de gebruikte headset 128 metingen per seconde uitvoert is hier ruim aan voldaan. Een hogere meetfrequentie, van bijvoorbeeld 256 metingen per seconden, zou resulteren in een langere berekentijd. Dit is een afweging die gemaakt zou moeten worden bij het kiezen van andere hardware.
De valentie kan vastgesteld worden door de relatie tussen de linker en rechter alfa activiteit in de frontale kwab. Een verlaagde activiteit aan de linker kant wijst op positieve emoties. Anderzijds wijst een verlaagde alfa activiteit in de rechter kant op negatieve emoties. De formule hiervoor is:
Waarbij L en R respectievelijk staan voor de alfa en bèta activiteit links en rechts (Kim, Kim, Oh, & Kim, 2013). Om de mate van opwinding vast te kunnen stellen moet de verhouding tussen de alfa en bèta activiteit in de frontale kwab worden gebruikt. Hierboven is duidelijk zichtbaar dat de formule het gegenereerde signaal (een sinus op frequentie 8 en een sinus op frequentie 33) links, juist filtert naar de twee frequenties in de grafiek rechts.
Waarbij α en β staan voor de alfa en bèta activiteit van de frontale kwab. Onderzoek | Pagina 17
Concepten voor de applicatie
De user interface van het stappenplan is, op basis van de richtlijnen, betrouwbaar op te stellen. Hiervoor zijn, met uitzondering van de huisstijl, geen verschillende concepten opgesteld. Het opstarten van het stappenplan heeft echter meerdere mogelijkheden.
Concept Vanuit onderzoek
Uit het onderzoek is duidelijk gebleken dat het product uit minimaal twee onderdelen dient te bestaan; de applicatie voor de gebruiker en de editor voor de begeleider. Bij beiden is consistentie en een minimale complexiteit een basiseis. Ook dient in beide gevallen het systeem zelf zoveel mogelijk informatie op te kunnen nemen en op basis hiervan actie te ondernemen. Pagina 18 | Concept
De meest eenvoudige optie, vanuit een technisch oogpunt, is het selecteren van een stappenplan uit een lijst. Dit vraagt meer van de gebruiker aangezien deze moet kunnen scrollen/swipen, moet begrijpen onder welke naam een stappenplan staat en zelf moet kunnen zoeken via tekstinvoer. Een andere optie is om het stappenplan op te starten op basis van de geconstateerde sociale context. De moeilijkheidsgraad van dit concept is dat een sociale context zeer veel parameters heeft. Er zouden meerdere sensoren en een gedegen patroonherkenning nodig zijn om de juiste keuzes te maken. Een agenda geeft vaak al een hoop inzicht in de sociale context van een persoon. Zo is het tijdstip, locatie, soort activiteit en mogelijke deelnemers bekend. Door een relevant stappenplan aan te bieden bij aanvang van dergelijke afspraak kan op een betrouwbare wijze ondersteuning geboden worden.
Definitieve keuze
Vanuit de richtlijnen, zoals deze in het onderzoek zijn vastgesteld, moet het concept zoveel mogelijk de gebruiker kunnen ondersteunen. Het juiste stappenplan moet zo snel mogelijk voor handen zijn. Hierbij moet rekening gehouden worden met het probleem dat ten grondslag ligt aan dit project. Voornamelijk bij sociale situaties is extra begeleiding zeer gewenst. Door alleen te vertrouwen op de informatie van de sensoren is patroonherkenning en training van de sensoren noodzakelijk. Dit beperkt de gebruiksvriendelijkheid aanzienlijk en maakt de kans op foute conclusies onnodig hoog. Welke mogelijkheden er zijn, wordt bepaalt door de kwaliteit en variatie van de sensoren en de patroonherkenning voor deze informatie. Het definitieve concept is dan ook gevallen op de agenda optie. Pictogenda is een dienst waarmee mensen met een verstandelijke beperking (zelf) een agenda kunnen bijhouden en inzien. Het is dus mogelijk om een dergelijk hulpmiddel in te zetten voor deze doelgroep. Hierdoor is er zeer veel bruikbare informatie beschikbaar voor het systeem om de sociale context te vormen. Door deze informatie te combineren met sensorische data zoals locatie, tijd en handeling kan een juiste inschatting gemaakt worden over het benodigde stappenplan.
Pictogenda
Concept voor de editor
De editor is het product dat de begeleider moet gebruiken om stappenplannen op te stellen, aan te passen en te koppelen aan bepaalde activiteiten, afspraken en situaties. Daarbij kan de begeleider via de editor de agenda van de cliënt beheren. Vanuit het onderzoek is gebleken dat kan worden aangenomen dat het verslepen van bestanden en mappen voor iedereen binnen de doelgroep mogelijk is. Aangezien het voor de stappenplannen nodig is gebruik te maken van sensordata is voor inspiratie gezocht naar programmeertools. Concept | Pagina 19
Scratch MIT
Scratch van MIT is een goed voorbeeld over hoe programmeren met slechts slepen prima mogelijk is. Deze tool is voornamelijk gericht op het maken van spelletjes en animaties. Een vergelijkbare tool is de Android Inventor van MIT. Voor het koppelen van de verschillende stappen uit het stappenplan, is gekozen voor een drag ‘n drop besturing. Deze koppelingen worden veelal via lijnverbindingen gevisualiseerd. Aangezien er bij elke stap twee mogelijke uitgangen zijn heeft elk zijn eigen kleur. Dit moet de verwarring bij uitgebreide stappenplannen enigzins voorkomen. Het is vrij lastig om bij het opmaken van een stappenplan goed te weten of de stappen een logische volgorde bevatten. Om die reden is inspiratie opgedaan bij de vele emulators. Met name de emulators voor Android en iPhone gaven hierbij een goed beeld. Hierdoor kan het stappenplan getest worden tijdens het ontwerpen. Pagina 20 | Concept
Android emulator
Verantwoording
De uitdaging van dit product is dat de gebruikers het moeten begrijpen en gebruiken met zo min mogelijk kennis van computers, programmeren en sensoren. Aan de andere kant moet het systeem slim gebruik maken van sensoren en open data. De kloof tussen beide vereisten is zeer groot. De user interface moet dit overbruggen. Door de complexiteit langzaam aan op te bouwen en de invoermogelijkheden te minimaliseren kan dit deels worden gerealiseerd. Er is daarnaast nog een extra aandachtspunt. De doelgroep verstandelijk beperkten is zeer oplettend wat betreft veranderingen. Door functies achteraf toe te voegen loop je het risico de user interface aan te moeten passen. Wanneer een gebruiker uit de doelgroep dit verschil als te groot ervaart, kan dit ertoe leiden dat hij de gehele user interface niet meer begrijpt. Direct vanaf de eerste versie moet de user interface dus vast staan en hier mag dan niet of amper van afgeweken worden. Een oplopende complexiteit mag dus niet de user interface aantasten.
Voor de editor is dan ook gekozen voor een drag ‘n drop methode in combinatie met een emulator en een veld waarin de eigenschappen van een stap opgesteld kunnen worden. Zo kan een stappenplan geleidelijk groeien in omvang en complexiteit. Dit vereist wat meer werk vanuit het systeem, maar zal bijdragen aan de gebruiksvriendelijkheid. De user interface zoals deze gehanteerd is in Scratch, is onnodig complex voor deze toepassing. Echter zal er voor de “sensorblokken” wel een vereenvoudigde weergave moeten komen voor de verschillende parameters en vergelijkingsfuncties. Het stappenplan dat hieruit voort komt, wordt in de applicatie van de eindgebruiker opgestart door gebruik te maken van de sociale context. Deze context krijgt voornamelijk vorm door de agenda en de afspraken die erin geplaatst zijn. Concept | Pagina 21
Applicatie voor eindgebruiker
Voor het proof of concept is gekozen om te werken met een Android smartphone. Dit omdat voor het programmeren en testen geen licenties nodig zijn. Een andere belangrijke reden is de mogelijkheid om gebruik te maken van widgets. Nadat succesvol de locatie en het gedrag van de gebruiker opgeroepen konden worden is er gestart aan de applicatie zelf. De layout van de schermen is nauwgezet uitgewerkt zoals ook de intentie van het concept was. Er is de moeite genomen om te programmeren voor de doelgroep in plaats van wat het makkelijkste te realiseren was. Voor de verschillende functionaliteiten van de applicatie is daarbij getracht dit zo efficiënt mogelijk te programmeren. Naarmate de applicatie groeide, werd dit steeds belangrijker maar ook lastiger.
Realisatie Pagina 22 | Realisatie
Het voornaamste was dat de applicatie robuust moest worden en geschikt voor elk soort gebruik. De widget en het afvangen en gepast reageren op de meeste events is hier een voorbeeld van. Daarbij is het gelet op hoe er buiten de applicatie om gebruik zou worden gemaakt van de smartphone. Het is belangrijk dat de gebruiker voldoende mogelijkheden heeft om terug te keren naar de applicatie.
Editor voor begeleider
Al vrij snel werd het duidelijk dat de editor een belangrijke plaats in neemt in dit concept. Een belangrijk onderdeel van de editor was het overzichtsscherm. Voor het slepen, koppelen en aanpassen van de verschillende blokken zijn geen API’s gebruikt. Het was het meest efficiënt om alles afgestemd op dit concept te programmeren. Ook bij dit prototype is er aandacht besteed om de layout geschikt te maken voor elk soort scherm. Daarbij is er gezorgd dat het prototype op de verschillende internetbrowsers hetzelfde functioneert.
Open data scripts
Om de stappenplannen flexibeler te maken was er externe data nodig. Hiervoor zijn een aantal php-scripts gerealiseerd die middels sensorische en open data het stappenplan kunnen beïnvloeden. Voor dit project zijn de onderwerpen en mogelijkheden beperkt gebleven. Er zijn scripts geschreven voor tijd, weer, openbaar vervoer, bioscoop, zonsop- en ondergang, postcode, gps locaties en adressen. Deze scripts zijn bewust los van de applicatie of editor gerealiseerd. Hierdoor is het makkelijker de scripts te beheren en uit te breiden. Aangezien het hier veelal gegevens vanuit externe bronnen betreft, kan het zijn dat het script veelvuldig en onverwachts aangepast moet worden. Door het script losstaand te houden, voorkom je onnodige updates van de applicatie danwel editor.
Emotiesensor
In eerste instantie was er gekozen voor biometrische data zoals temperatuur, zweet en hartslag. Dit bleek ongeschikt voor de doelgroep aangezien de plaatsing van de sensoren te intrusive en beperkt was. Er is toen gekozen om over te stappen op het meten van hersenactiviteit. Hiervoor is de Emotiv EPOC gebruikt. Middels een Python script was het mogelijk om de raw EEG data uit te lezen. Deze data moest vervolgens nog eerst gefilterd worden voordat hier een conclusie uit getrokken kon worden. Hiervoor is er in Javascript en php een filter op basis van het Fast Fourier Transform algoritme opgezet.
Fast Fourier Transform algoritme
Voor de datavisualisatie van de emotie informatie zijn verschillende concepten gerealiseerd. Deze visualisaties kunnen door de begeleider, eventueel samen met de cliënt, geëvalueerd worden als een soort logboek. Doordat de informatie op verschillende manieren gepresenteerd kan worden, kan door beide partijen de best begrijpbare vorm gekozen worden. Realisatie | Pagina 23
Evaluatie Algemeen
Oriëntatiefase
Doordat een eerder geplande stageplaats plotseling niet doorging, was er minder ruimte voor de oriëntatiefase. Gelukkig waren de verschillende medewerkers van NoXQS bereid om in korte tijd veel informatie te delen. Wetende dat deze fase net zo cruciaal is als de andere fases is niet haastig te werk gegaan. Door interviews en gesprekken kon er een gedegen beeld gevormd worden van de werkwijzen, het probleem en de doelgroep. Door deze late maar goede start was het mogelijk om een adequaat PID te schrijven en een basis te leggen voor de rest van het project. Pagina 24 | Evaluatie
Onderzoeksfase
Het onderzoek zou in het verloop van het project twee belangrijke functies vervullen; inzicht geven in de doelgroep en een onderbouwing bieden voor het uiteindelijke ontwerp. Zeker door de complexe en grote doelgroep moest het onderzoek goed opgesteld worden. Daarbij is het doel van het project, namelijk de zelfredzaamheid van de eindgebruiker, niet iets waar licht mee omgegaan moet worden. Als snel bleek dat dit project nog groter was dan aanvankelijk gedacht. Interesse en enthousiasme moesten omwille van de tijd en scope afgeremd worden om niet steeds dieper en verder te willen zoeken. Het onderzoek naar het detecteren van emoties bleek een product op zichzelf. Hierbij was de meeste informatie nodig om alle benodigde kennis en inzichten aan te leren. Hierdoor was het wel mogelijk om alle stappen op een begrijpelijke manier uit te leggen en te onderbouwen.
Bedrijf
Ontwerpfase
In deze fase zou niet alleen de kennis uit het onderzoeksverslag, maar ook alle eerder opgedane kennis betreffende user interface design nodig blijken. Het product vereist een uitgebreide kennis van programmeren, ontwerpen en sensoren. Echter is de kennis van de doelgroep uiterst beperkt. De enorme kloof tussen beiden moest door de user interface en de code opgevuld worden. Een flinke uitdaging voor elke ontwerper. De verschillende documenten (conceptbeschrijving, functioneelgrafisch- en technisch ontwerp) brachten verschillende knelpunten en opties aan het licht. Hierdoor groeide het aantal functies aanzienlijk. Alle keuzes zijn weloverwogen gemaakt. De huisstijl, invoermethodes, layout, iconen en mogelijkheden. Alles moest passen binnen het concept, zinvol zijn, logisch zijn voor de doelgroep en zonder (al te veel) uitleg te begrijpen zijn.
Realisatiefase
Dit is de fase waarin men het meeste eer van zijn werk heeft. Vrij snel ontstaat uit het niets een applicatie of webdienst. Uiteraard ontstaan net zo snel ook beperkingen in de code en lastige vraagstukken. Men kan dan snel geneigd raken om iets ‘zo goed mogelijk’ te programmeren in plaats van zoals het ontwerp vereist. De verleiding was op sommige momenten groot maar toch te weerstaan.
NoXQS is een bijzonder bedrijf om in werkzaam te zijn. Zelfs de meest ervaren programmeur kan verwonderd en geïntimideerd raken door de specialistische kennis van de werknemers. Er is vertrouwen in elkaars kennis wat resulteert in de ruimte om je eigen werkwijze toe te passen. De vrijheid, flexibiliteit en samenwerking op de werkvloer is noemenswaardig. Diezelfde vrijheid en vertrouwen werden zonder twijfel ook aan dit afstudeerproject gegeven. Hierdoor werd het afstuderen, wat normaal toch al een vrij stressvolle periode is, een stuk aangenamer. De wetenschap dat voor elk probleem waar men tegenaan kan lopen, iemand aanwezig is die hier bij ondersteuning kan bieden, is iets dat slechts weinig bedrijven kunnen bieden.
Aanbevelingen
NoXQS is een relatief jong, klein maar snel groeiend bedrijf. Tijdens het verloop van dit project is er gewerkt aan een nieuwe bedrijfsstructuur en aanpak. Dit zodat toekomstige projecten efficiënter aangepakt kunnen worden. Een aanbeveling die hierbij gemaakt kan worden, is de noodzaak van evaluatie en samenwerking. Er is zoveel vertrouwen in elkaars kennis en kunde dat er weinig sturing en controle is. Echter is het multidisciplinaire werken, brainstormen, evalueren en het bewust doorlopen van de projectfasen, sterk van invloed op de kwaliteit van het eindproduct en de realisatie ervan. Het betrekken van de doelgroep bij elke fase, user tests en evaluaties na oplevering zouden al een enorm verschil kunnen opleveren. Dit is niet alleen van toepassing op huidige, maar ook op toekomstige, projecten/opdrachten. Evaluatie | Pagina 25
Persoonlijk
Deze afstudeerstage was het moment om mijn vaardigheden, motivatie en enthousiasme te laten zien. De doelgroep, probleemstelling, het bedrijf en mijn rol, waren allemaal nieuw en enigzins intimiderend. Het was nodig om te vertrouwen op mijn vaardigheden en de begeleiding die ik kreeg, om de sprong te wagen. Mijn perfectionisme, motivatie, enthousiasme en eigenwijsheid namen de overhand. Nu was het moment om niet alleen anderen, maar ook mijzelf, te laten zien dat ik een sterk product kon realiseren. In mijn streven om alles perfect en netjes te maken was de documentatie een belangrijk onderdeel. Zeker ook omdat dit project, aan het einde van de stage, overgedragen moest worden. Toen eenmaal het moment daar was om mijn ontwerpen te gaan programmeren, kwam ik in mijn element. Ondanks de nodige frustratie en moedeloosheid, vooral met de sensoren, zette ik door. Het moest en zou gaan lukken. Gelukkig kreeg ik de ruimte om wijzigingen aan te brengen, zoals het wisselen van sensoren. Mijn programmeerkennis werd op de proef gesteld. Mijn kennis van Android bleek zeer beperkt en hier heb ik dan ook vele uren aan gewerkt. Wanneer je na zoveel werk ziet dat het werkt, geeft dat alleen maar meer reden om vol enthousiasme het project af te ronden. Pagina 26 | Evaluatie
Bij het starten aan de editor dacht ik meer in mijn element te zijn met programmeertalen zoals html, css en javascript. Toch heb ik ook hier de grenzen van mijn vaardigheden opgezocht. De grootste haat-liefde relatie heb ik gehad met de emotiesensor. Met veel plezier en interesse volgde ik de online lessen van Yale over psychofysiologie. Vol enthousiasme ging ik aan de slag met een Arduino en een handjevol sensoren. Helaas bleek dit niet de juiste aanpak om emoties te meten. Opgeven was te makkelijk en dus werd de volgende uitdaging aangegaan; het meten van de hersenactiviteit. Er bleek een manier te bestaan om de raw EEG data uit de Emotiv EPOC headset op te vragen. Dit moest ik uitproberen. Het gevecht om Python werkend te krijgen in Windows vroeg veel van mijn uithoudingsvermogen; 64bit, 32bit, virtual machine en dan uiteindelijk toch zwichten en een dualboot naar Ubuntu installeren. Toen eenmaal die horde was genomen en de data beschikbaar kwam, dacht ik er te zijn. Het bleek slechts het begin te zijn. Wat volgde was een diepe duik in de wiskunde, sinussen, imaginaire getallen en het fast fourier transform algoritme. Achteraf gezien een erg leuk uitstapje. Tijdens het verloop van mijn studie ben ik altijd op zoek geweest naar mijn eigen grenzen en een kans mezelf te laten zien. Deze stage was precies hetgeen waar ik naar zocht.
Bronnen
AAID. (2013). Frequently Asked Questions on Intellectual Disability. Retrieved from American Association on Intellectual and Developmental Disabillities: http://aaidd.org/intellectualdisability/definition/faqs-on-intellectual-disability#. UmofGVC-2So Android. (2013). Gestures. Retrieved from Android developers: http://developer.android.com/design/patterns/gestures. html Android. (2013). Sensors overview. Retrieved from Android Developers: http://developer.android.com/guide/topics/ sensors/sensors_overview.html Android Developers. (2013). Accessibility. Retrieved from Android Developers: http://developer.android.com/design/ patterns/accessibility.html Android Developers. (2013). Typography. Retrieved from Android Developer: http://developer.android.com/design/ style/typography.html Broadcom. (2012, maart 21). New location architecture with BCM4752. Retrieved from Broadcom: http://www. broadcom.com/products/features/GNSS.php CBS. (2013, Oktober 29). ICT gebruik van personen naar persoonskenmerken. Retrieved from Centraal bureau van de statistiek statline: http://statline.cbs.nl/StatWeb/public ation/?VW=T&DM=SLNL&PA=71098ned&D1=0-2,7-14,2732&D2=0-2&D3=0,l&HD=130422-1113&HDR=G2,G1&STB=T De Martino, B., Harrison, N., Knafo, S., Bird, G., & Dolan, R. (2008, oktober 15). Explaining enhanced logical consistency during decision making in autism. Londen: Journal of neuroscience. Retrieved from Society for neuroscience: http://www.jneurosci.org/content/28/42/10746.full. pdf+html Eccles, J., & Wigfield, A. (2004). Motivational beliefs, values, and goals. Annual review of Psychology, 31.
Elektro-encefalografie. (2013, 8 25). Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Elektro-encefalografie Gay, V., Leijdekkers, P., Agcanas, J., Wong, F., & Wu, Q. (2013). CaptureMyEmotion: helping autistic children understand their emotions using facial expression recognition and Mobile Technologies. Bled, Slovenië: Bled eConference. Gilbert, D. (2005, juli). Dan Gilbert over onze verkeerde verwachtingen. Retrieved from Ted: http://www.ted.com/ talks/dan_gilbert_researches_happiness.html Gruber, J. (2013, mei 26). Human emotion 1.3: what is an emotion? Retrieved from Youtube: http://www.youtube. com/watch?v=slwdzpg4Aqk&feature=share&list=PLh9mgdi 4rNewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=2 Gruber, J. (2013, mei 30). Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system). Retrieved from Youtube: http:// www.youtube.com/watch?v=yzpxppWaNK0&feature=share &list=PLh9mgdi4rNewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=19 Jacobi, R., Calazans, N., & Trullemans, C. (1991). Incremental reduction of binary decision diagrams. Retrieved from Pontificia universidade católica do Rio Grande do Sul: http://www.inf.pucrs.br/~calazans/publications/ISCAS91. pdf Kim, M.-K., Kim, M., Oh, E., & Kim, S.-P. (2013, februari 18). A review on the computational methods for emotional state estimation from the human eeg. Opgehaald van Hindawi: http://www.hindawi.com/journals/cmmm/2013/573734/ Nielsen, J. (1995, januari 1). 10 Usability heuristics for user interface design. Retrieved from Nielson Norman Group: http://www.nngroup.com/articles/ten-usability-heuristics/ NVA. (n.d.). Asperger. Retrieved from Nederlandse vereniging voor autisme: http://www.autisme.nl/over-autisme/wat-isautisme-(spectrum-stoornis)/asperger.aspx Oude Bos, D. (2008, januari 2). EEG-based emotion recognition; the influance of visual and auditory stimuli. Enschede, Overijssel, Nederland. Bronnen | Pagina 27
Overheid. (2013, Oktober 28). Wet bescherming persoonsgegevens. Retrieved from Overheid.nl: http:// wetten.overheid.nl/BWBR0011468/geldigheidsdatum_2810-2013#Hoofdstuk1_Artikel1 Pei, L., Guinness, R., Chen, R., Liu, J., Kuusniemi, H., Chen, Y., . . . Kaistinen, J. (2013). Human behavior cognition using smartphone sensors. Sensors, 23. Peissner, M., & Sellner, T. (2013). Transparancy and controllability in user interfaces that adapt during run-time. 4. Picard, R. (2009). Future Affective Technology for Autism and Emotion Communication. Londen: Philosophical Transactions of the Royal Society B. Pirtošek, Z., Georgiev, D., & Gregorič-Kramberger, M. (2009, november 19). Decision making and the brain: neurologists’ view. Retrieved from Indecs: http://indecs.eu/2009/ indecs2009-pp38-53.pdf Rijksoverheid. (2013). Gezond & veilig werken: sectorrapportage zorg en welzijn 2010 - 2012. Den Haag: vijfkeerblauw. Saenz de Urturi Breton, Z., Jorge Hernández, F., Méndez Zorrilla, A., & García Zapirian, B. (2012). Mobile communication for intellectually challenged people: a proposed set of requirements for interface design ont ouch screen devices. Retrieved from communications in mobile computing: http://www.comcjournal.com/content/pdf/2192-1121-1-1. pdf Sauro, J. (2011, November 30). 10 essential usability metrics. Retrieved from Measuring usability: http://www. measuringusability.com/blog/essential-metrics.php Seffah, H., Kececi, N., & Donyaee, M. (2001). QUIM: A framework for quantifying usability metrics in software quality models. Retrieved from Department of computer science and informatics at the university of the free state: http://csi.ufs. ac.za/resres/files/Seffah.pdf
Stangor, C. (2014, maart 18). 10.1 the experience of emotion. Opgehaald van Lardbucket: http://2012books.lardbucket. org/books/beginning-psychology/s14-01-the-experience-ofemotion.html SurveyMonkey. (2011). Smart survey design. Retrieved from Amazon: http://s3.amazonaws.com/SurveyMonkeyFiles/ SmartSurvey.pdf van Hoek, C. (2013, juni 20). Ouderen massaal aan tablet en smartphone. Retrieved from nu.nl: http://www.nu.nl/ tech/3505785/ouderen-massaal-tablet-en-smartphone. html
Bijlage I - Project Initiatie Document Beide bijlagen zijn, gezien hun eigen opmaak en formaat, als externe bijlage toegevoegd.
Bijlage II - Onderzoeksverslag
Bijlage III - Conceptbeschrijving Verschillende functies
Het doel van de applicatie is om de gebruiker een stappenplan aan te bieden dat ondersteuning biedt bij de huidige situatie waarin de gebruiker zich bevindt. Hiervoor is het nodig dat de applicatie de sociale context kan detecteren. De makkelijkste manier, voor zowel de gebruiker alsmede de begeleider die de stappenplannen moet voorbereiden, is middels een agenda. Op het moment zelf kan dan middels GPS, tijdstip en gedrag de agenda afspraak worden bevestigd . Voor het gedrag is er binnen Android een mogelijkheid om te zien of iemand loopt, zit, fietst of in een rijdend voertuig zit. De applicatie zal dus uit twee delen moeten bestaan. Enerzijds de agenda waarin de afzonderlijke taken, afspraken en activiteiten worden bijgehouden. Anderzijds het stappenplan dat ondersteuning biedt aan de gebruiker om zijn zelfredzaamheid te vergroten.
Concept Applicatie Pagina B3 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Aangezien de informatie die de applicatie gebruikt persoonlijk is, is het noodzakelijk om de smartphone te koppelen aan het gebruikersprofiel. De makkelijkste methode hiervoor is het eenmalig inloggen. Dit kan door een begeleider worden uitgevoerd wanneer de gebruiker hier zelf niet toe in staat is. Eenmaal ingelogd wordt de gebruiker automatisch herkend. De begeleider kan middels de webdienst het profiel van de gebruiker beheren. Afhankelijk van de vaardigheden van de gebruiker kunnen functies respectievelijk worden in- en uitgeschakeld. Deze functies veranderen vrijwel niets aan de layout van de applicatie om verwarring bij de gebruiker te voorkomen. Dit kan er namelijk toe leiden dat de gebruiker in de war raak over de gehele user interface van de applicatie en deze als compleet anders ervaart.
Agenda
De agenda is verticaal verdeeld over twee gelijke vlakken. De linkerhelft dient als menu en geeft extra informatie over het tijdstip en datum. Hoewel sommigen mensen uit de doelgroep geen klok kunnen lezen is er bewust voor gekozen zowel een analoge als digitale klok te tonen. Het concept is gebaseerd op de zelfredzaamheid en groei van de gebruiker. Door een klok weg te laten weerhoudt dit de gebruiker ervan om te leren er mee om te gaan. Daarbij is gezocht naar een uniforme layout voor elke gebruiker. Het weglaten van een klok zou de gebruiksvriendelijkheid beperken voor hen die wel klok kunnen lezen. Naast de klok is er een knop linksonder geplaatst waarmee de gebruiker kan zoeken tussen alle mogelijke stappenplannen. Dit is toegevoegd voor wanneer de gebruiker een stappenplan vereist voor een situatie die het systeem niet heeft kunnen detecteren. Linksbovenin staat een hulp-knop. Door op deze knop te drukken wordt er contact gelegd tussen de gebruiker en zijn begeleider. Deze functie kan nuttig blijken wanneer stappenplannen teveel afwijken van de huidige situatie of bij onverwachte situaties. Daarbij geeft deze functie ook wat meer vertrouwen en rust wetende dat begeleiding dichtbij is.
De rechterkant moet voorgesteld worden als een lint dat net zo lang is als er uren in een dag zijn. De afspraken worden op dit lint geplaatst op het juiste tijdstip waarbij de hoogte gelijk is aan de duur van de afspraak. De streep in het midden van het beeld staat voor de huidige tijd. Het lint wordt gedurende de dag omhoog getrokken zodat alleen de afspraken van dat moment zichtbaar zijn. De achtergrond van het lint is een kleurverloop dat gelijk is aan de tijden van de zons op- en ondergang van die dag. Dit is een extra hulpmiddel om te weten op welk moment van de dag een afspraak plaats vindt. Door op een agenda item te tikken worden relevante stappenplannen getoond. Deze stappenplannen worden op het gepaste tijdstip ook naar voren gebracht. Bijvoorbeeld een stappenplan voor reizen met de bus dat een half uur voor de afspraak wordt opgestart. Men kan zelf kiezen om dat stappenplan te starten of niet. Daarnaast is het dus altijd mogelijk zelf het stappenplan (opnieuw) te openen. Welke stappenplannen gekoppeld zijn aan de afspraak wordt bepaalt door de begeleider. Deze kan via de webapplicatie afspraken aan de agenda toevoegen en beheren. Uiterst rechts is de volledig dag in een miniatuur zichtbaar. Indien dit is ingesteld kan dit uitgeschoven worden om de gehele dagplanning in te zien. Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B4
Stappenplan
Wanneer een stappenplan wordt opgestart wordt dit op de server gegeneerd. Op deze manier kan er gebruik gemaakt worden van verschillende informatie zoals persoonlijke informatie, weer, tijd, locatie, etc. Hierdoor is elk stappenplan aangepast aan de gebruiker en de situatie waarin hij zich op dat moment bevindt. Elke stap heeft altijd twee knoppen onder op het scherm. Deze zijn vierkant en daardoor extra groot. Dit verbeterd de gebruikersvriendelijkheid. In andere schermen zoals de agenda en het inlogscherm zijn dezelfde knoppen terug te vinden. Door deze consistentie is het element snel te herkennen als knop. Voor de omschrijving van de stap zijn drie mogelijke elementen beschikbaar. Tekst, een afbeelding of een video. Door deze te combineren kan een stap duidelijk worden omschreven. Wanneer er toch nog onduidelijkheden zijn kan men ook hier de hulp-knop gebruiken om de begeleider te bellen. Het kan mogelijk zijn dat men de stap niet goed kan lezen. Dit kan bijvoorbeeld liggen aan hun leesniveau, de lettergrootte of reflecties in het scherm. In zo’n geval kan er rechtsboven in het scherm op de audio knop gedrukt worden. Deze speelt een Pagina B5 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
audiobestand af waarbij de begeleider de stap voorleest danwel in eigen woorden uitlegt. Ook deze functie verhoogd de gebruiksvriendelijkheid. In het geval van een video kan er op het element geklikt worden om een nieuwe scherm te openen. In dat nieuwe scherm wordt de video afgespeelt en eventueel meer informatie getoond. Ook in dit scherm zijn dezelfde knoppen beschikbaar om respectievelijk terug te keren naar de stap of de video te starten/pauzeren. Een stap uit het stappenplan kan ofwel door de gebruiker of door het systeem zelf worden ingevuld. De meeste stappen voor het systeem zijn al beantwoord bij het geneneren van het stappenplan. Wanneer een gebruiker een antwoord geeft kan een waarde toekennen aan een variabele. Deze kan in een verdere stap gebruikt worden om het systeem deze stap in te laten vullen. Hierdoor wordt de lengte van het stappenplan tot een minimum gehouden. Wanneer het einde van het stappenplan bereikt is kan de gebruiker ervoor kiezen om terug te keren naar de agenda of een ander stappenplan te starten.
Design guides
Waar mogelijk is vastgehouden aan de designguides van Android. Het streven is dat de gebruiker steeds beter wordt in het gebruik van de smartphones. Door vast te houden aan zoveel mogelijk design keuzes van Android zal de gebruiker sneller de interface van een andere applicatie kunnen begrijpen. Deels om die reden zijn de marges rondom de elementen gekozen. Ook het symbool van de cirkel met een pijl naar rechts is hier een resultaat van.
Inloggen
Dit scherm is alleen bij het eerste gebruik zichtbaar. Hier kan men de inloggegevens invullen om het apparaat te koppelen aan de gebruiker. Er is ook een knop beschikbaar om te registreren. Eenmaal ingelogd wordt dit scherm automatisch overgeslagen door de applicatie en wordt de agenda opgehaald.
Er is zoveel mogelijk met effen kleuren gewerkt, geen schaduweffecten gebruikt of texturen nagebootst. Dit is ook wel bekend als flat design. Vooral bij Apple is het tegenovergestelde, het skeuomorfisme, gebruikelijk. Hierbij worden texturen, knoppen en geluiden nagebootst die lijken op de technologische voorganger van de functie. Bijvoorbeeld een radio applicatie die lijkt op een oude jaren 30 radio. Deze stijl kan een nieuwe gebruiker die onbekend is met, in dit geval, de smartphone helpen om een functie te begrijpen. Men is bekend met een radio en weet daardoor de knoppen in de applicatie en hun functie te herkennen. Momenteel zijn we op een punt aangekomen dat iedereen bekend is met een smartphone en begrijpt dat dit een op zichzelf staande technologie is. Het is dan ook niet meer nodig om verouderde techniek na te bootsen. Het kan zelfs in sommige situaties voor verwarring zorgen. De applicatie beschikt niet over een terug knop in het scherm zelf aangezien er voor Android gekozen is deze knop op het apparaat zelf te plaatsen. Het wordt dan ook sterk afgeraden zelf hier een knop voor te maken. Voor een versie voor Apple zal dit uiteraard wel nodig zijn. Hierdoor zal de layout ietwat veranderen. Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B6
Widget
De applicatie moet, net als alle andere applicatie, worden opgestart via het app menu van Android. Het kan best lastig zijn om hier de juiste applicatie te vinden. Daarbij kan een gebruiker per ongeluk de applicatie afsluiten door te vaak op de terug knop te drukken of door de home knop te gebruiken. Voor deze situaties is er een widget gerealiseerd. De widget beslaat een pagina van het startscherm en geeft de agenda weer. Door op een van de knoppen of een afspraak te tikken wordt de applicatie op de juiste plek geopend. Het is voor de gebruiker hierdoor mogelijk zijn smartphone vrij te gebruiken. De applicatie blijft actief op de achtergrond en kan notificaties sturen op het moment dat een stappenplan wordt geadviseerd of afspraak begint. Een widget kan binnen Android alleen bestuurt worden met de touch input. Hierdoor is het niet mogelijk om het uitschuiven van het dagoverzicht over te nemen in de widget. Voor de rest is de widget gelijk aan de agenda. Pagina B7 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Huisstijl
Kleuren Dit project is uitgevoerd voor NoXQS. Bij het kiezen van de kleuren voor de huisstijl is dan ook getracht te verwijzen naar NoXQS. De kleuren die in het beeldmerk van NoXQS verwerkt zijn, zijn wit en een verloop van donkerblauw naar een lichter blauw. Voor het project is gekozen voor: #FFFFFF
#80B9E5
#001E33
Er is bewust gekozen voor een lichter blauw dan het logo om het contrast tussen de tinten te vergroten. Hierdoor zijn iconen, tekst en knoppen zichtbaarder in de layout van de applicatie. Ook is het lettertype Open-Sans overgenomen in de applicatie.
Naam
Bij het kiezen van de naam voor de applicatie is bewust gekozen voor een Nederlandse naam. Dit omdat het project gebaseerd is op de Nederlandse groep verstandelijk beperkten. Een buitenlandse naam zou verwarring kunnen opwekken in zowel de uitspraak als de betekenis. Daarnaast is geprobeerd om een neutrale naam te kiezen die subtiel de functie van het project weet vast te leggen. De applicatie bestaat uit een agenda en stappenplan en is gericht op zelfstandigheid. Bij het visualiseren van deze functies kwam al vrij snel het symbool voor een klok (agenda) en kompas (stappenplan) naar voren. Hetgeen dat deze symbolen met elkaar gemeen hebben is de wijzer. Daarnaast heeft het woord wijzer in het Nederlands uiteraard ook de betekenis van het wijzer worden, zelfstandiger. De naam voor de applicatie was hiermee gekozen: Wijzer.
Logo
De wijzer van een klok wijst naar 12 verschillende uren om in totaal 24 uren van een dag aan te wijzen. De wijzer van een kompas wijst naar 4 windrichtingen en in totaal 16 verschillende richtingen (N, NNO, NO, ONO, etc.). Het cijfer 4 is constant terug te vinden in deze onderwerpen en heeft veel wiskundige en symbolische eigenschappen. Het streven was om een geometrische vorm te creëren die kon verwijzen naar deze kenmerken. De basisvorm van het logo komt vanuit een cirkel, net zoals een klok en kompas ook rond zijn. De cirkel heeft 12 pieken voor de 12 uren van de klok. Samen met de tweede cirkel zijn de 16 windrichtingen te herkennen. Elke punt bestaat uit zes punten net zoals meerdere stappen van het stappenplan naar hetzelfde doel gericht zijn. Het geheel lijkt op een zon. Dit verwijst weer naar de verwerking van de stand van de zon in de agenda. Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B8
Concept Editor
De volgende eisen zijn bij het ontwerp gesteld: • Het ontwerp is afgesteld voor een minimale resolutie van 1024x768. • De gebruiker hoeft niet te scrollen. De uitzondering hierbij is de linker kolom waar een scrollbalk in één richting gehanteerd kan worden. Dit is bij situaties met meerdere cliënten of een groot aantal opgeslagen locaties en/of personen. • Er wordt binnen een editor NIET gewerkt met tabbladen. • De marges van de kolommen is 10px. • De marges voor elementen is ofwel 5px of 10px. • Elementen hebben een breedte/hoogte van een vermenigvuldiging van 5px; • Alle elementen zijn zowel links als rechts uitgelijnd op elkaar. • Knoppen met pictogrammen zijn vierkant. • Een knop heeft óf tekst óf een pictogram. Nooit beiden. • Er wordt alleen met de drie kleuren van de huisstijl gewerkt. • Het gebruik van randen moet tot een minimum beperkt worden. • Wanneer een kolom informatie bevat van een specifiek element dient een pijl gebruikt te worden die wijst naar het betreffende element. • De linker kolom heeft altijd een witte achtergrond. Kolommen met parameters hebben een donkerblauwe achtergrond. Kolommen met andere informatie hebben een witte achtergrond. Op de volgende pagina’s bevinden zich de ontwerpen voor de editor.
Pagina B9 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B10
Pagina B11 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B12
Pagina B13 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B14
Fontys Hogeschool ICT NoXQS Zorginnovaties Joyce Pisters 2094735 ICT & Lifestyle 11 november 2013 31 maart 2014
SmallJoys Big Dreams
Project Initiatie Document Versie 0.5
Naam:
Joyce Pisters
Studentnummer: 2094735 Afstudeerrichting:
ICT & Lifestyle
Bedrijfsbegeleider: Jeroen van Schaik Docentbegeleider: Eric Slaats
Datum uitgifte:
27 november 2013
Gegevens student Naam
Pisters, Joyce J.M.M.R.A.
Studentnummer
2094735
Afstudeerrichting
ICT & Lifestyle
Startdatum afstuderen
11 november 2013
Einddatum afstuderen
31 maart 2014
Gegevens bedrijf Naam NoXQS Adres
Nieuwe Aamsestraat 32
Postcode
6662 ND, Elst
Telefoonnummer
0481-76 90 26
E-mail
[email protected] Website http://www.noxqs.nl/ Afdeling
Conceptontwikkeling
Naam bedrijfsbegeleider
van Schaik, Jeroen J.
Functie bedrijfsbegeleider DGA
Gegevens docentbegeleider Naam docentbegeleider
Slaats, Eric E.H.M.A.
Gegevens document Titel document
Project Initiatie Document
Datum uitgifte
27 november 2013
Documenthistorie Revisies Versie 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
Status concept concept concept concept concept
Datum 10-09-2013 24-10-2013 05-11-2013
Wijzigingen Eerste opzet. 2.2 t/m 2.6 ingevuld Eerste concept voor NoXQS. Feedback Eric Slaats verwerkt (kosten, hoofdvraag en
07-11-2013 27-11-2013
woordenlijst aangepast/toegevoegd) Feedback Huub Prüst verwerkt (spelling) Onderzoeksvragen aangepast (n.a.v. beoordelingsgesprek)
Goedkeuring Dit document behoeft de volgende goedkeuringen: Versie
Datum
Naam
Functie
goedkeuring
Distributie Dit document is verstuurd aan: Versie
Datum
Naam
Functie
0.2 0.2 0.3 0.3 0.3 0.5 0.5
verzending 25-10-2013 29-10-2013 05-11-2013 05-11-2013 05-11-2013 27-11-2013 27-11-2013
Jeroen van Schaik Eric Slaats Eric Slaats Huub Prüst Jeroen van Schaik Eric Slaats Jeroen van Schaik
Stagebegeleider Docentbegeleider Docentbegeleider Twee assessor Stagebegeleider Docentbegeleider Stagebegeleider
Paraaf
Inleiding Dit document is opgesteld om de ICT & Lifestyle afstudeerstageopdracht binnen NoXQS te definiëren en alsmede om de voortgang en kwaliteit te kunnen sturen en beoordelen.
Het project initiatie document geeft antwoord op de volgende vragen: •
Wat is het beoogde eindresultaat?
•
Welke stappen moeten ondernomen worden een kwalitatief goed eindresultaat te garanderen?
•
Wat is het belang van dit project voor de betrokken partijen?
•
Wie zijn de betrokken partijen?
•
Binnen welke tijd en budget dient het project afgerond te worden?
Alle benodigde onderdelen van het project worden via de volgende opbouw benoemd in dit document: 1. Achtergrond 2. Managementsamenvatting 3. Projectdefinitie 4. Projectorganisatiestructuur 5. Productdecompositiestructuur 6. Planning
Met uitzondering van de planning zijn alle onderdelen van het project initiatie document statisch. Dit houdt in dat deze niet buiten dit document kunnen worden gewijzigd. Indien er een wijziging nodig is zal dit resulteren in een nieuwe versie van dit document.
Achtergrond Het bedrijf NoXQS is sinds 2005 werkzaam en bestaat uit een team van ongeveer twintig medewerkers die onder anderen apps, webapplicaties en geavanceerde websites ontwikkelen en realiseren. De focus hierbij ligt op usability waarbij verschillende specialisten zich richten op de verscheidene aspecten van een project. De ontwikkelde producten zijn met name ICT-gerelateerde innovaties die zich richten op mensen met een verstandelijke beperking.
Wat NoXQS bijzonder maakt is dat veel van hun medewerkers een vorm van autisme hebben. Dit resulteert in talentvolle programmeurs met veel slimme ideeën. Daarbij past dit uitstekend bij de missie vanuit NoXQS welke is om kwaliteit toe te voegen aan het leven van mensen met een verstandelijke beperking.
Binnen NoXQS wordt er gewerkt vanuit vraag en aanbod. Tijdens het ontwikkelen van verschillende producten bleek er vraag te zijn naar een adaptieve user interface. Daarnaast is er gewerkt aan een slimme stappenplan editor welke begeleiders en mensen met een verstandelijke beperking moet ondersteunen bij verschillende activiteiten.
Dit afstudeerproject is ontstaan vanuit de vraag of beiden onderdelen (de stappenplan editor en de adaptieve user interface) gerealiseerd konden worden in een passend concept. Hierbij wordt ingespeeld op verscheidene trends waaronder de opkomst van ICT & zorg en als antwoord op de vraag voor kostenbesparende en efficiëntere zorg. Daarbij kan dergelijke toepassing een enorm kwaliteitsverschil geven in het leven van de gebruiker.
Managementsamenvatting Doel van dit document Het project initiatie document heeft als doel te fungeren als houvast tijdens het afstudeerproject. In het document staat onder anderen de opdrachtdefinitie geformuleerd en dient als basis voor het management en de uiteindelijke beoordeling van het afstudeerproject.
De voornaamste redenen om dit document op te stellen zijn om vooraf afspraken duidelijk op te stellen aan welke de betrokken partijen bereidt zijn zich te committeren en om de voortgang en kwaliteit van het project te kunnen beoordelen.
Aanleiding NoXQS ontwikkelt met name ICT-gerelateerde innovaties die gericht zijn op mensen met een verstandelijke beperking. Van hieruit is enerzijds een stappenplan editor ontwikkeld en anderzijds de vraag ontstaan naar een adaptieve user interface. Door slim gebruik te maken van sensorische data kan de juiste context opgemaakt worden en de software de juiste beslissingen maken om de hulp te personaliseren.
Om vroegtijdig in te kunnen spelen op de trends binnen de ICT & zorg sector is NoXQS op zoek naar een passende implementatie voor de stappenplan editor. Hierbij is het belangrijk dat de toepassing data verzamelt om te visualiseren om het succes ervan te meten.
Globale aanpak Voorafgaand aan het ontwikkelen van een concept en ontwerp moet gedegen onderzoek worden gedaan. Uit de conclusie van dit onderzoek kan vervolgens een niet alleen passend, maar ook adequaat onderbouwd ontwerp voortvloeien. Na het opstellen van de benodigde documenten zoals een functioneel en technisch ontwerp zal begonnen worden aan de realisatie van de eindproducten. In deze fase zal het product veelvuldig getest worden. Het gehele project zal via de SCRUM methodiek worden uitgevoerd.
Globale kosten en doorlooptijd In de periode van 11 november 2013 tot 31 maart 2014 zal het project gerealiseerd worden waarbij minimaal 640 uur en maximaal 800 uur besteed zijn ten behoeve van het project.
Inhoud 1. Projectdefinitie
1
1.1 Projectdoelstellingen
1
1.2 Gekozen oplossing of aanpak
2
1.3 Producten en/of eindresultaat
3
1.4 Uitsluitingen
4
1.5 Budget
5
2. Projectorganisatiestructuur
6
2.1 Projectstructuur
6
2.2 Opdrachtgever
7
2.3 Tutor/Bedrijfsbegeleider
8
2.4 Eerste assessor/Docentbegeleider
9
2.5 Tweede assessor
10
2.6 Afstudeerder
11
3. Productdecompositiestructuur
13
4. Planning
14
5. Verklarende woordenlijst
16
1. Projectdefinitie
1.1 Projectdoelstellingen Binnen NoXQS is er gewerkt aan een stappenplan editor die zowel de gebruiker alsmede zijn begeleider/zorgverlener kan ondersteunen bij het ondernemen van bepaalde activiteiten. De editor is een hulpmiddel voor de begeleider om stappenplannen op te maken die houvast kunnen bieden aan de gebruiker. Vanuit een technisch oogpunt is de editor gebruiksvriendelijker dan huidige methodieken. Voor deze editor is de vraag om een passende toepassing te ontwerpen en realiseren die gebruik maakt van een adaptieve user interface. Door sensoren te gebruiken welke zowel een situatie alsmede het handelen van de gebruiker kunnen analyseren kan het hulpmiddel passende en gepersonaliseerd zorg aanbieden.
De opdracht voor dit afstudeerstageproject is dan als volgt te definiëren: Voor NoXQS zal er binnen de periode van 11 november tot 31 maart een toepassing onderzocht, ontworpen en gerealiseerd worden voor de doelgroep van mensen met een verstandelijke beperking. Deze toepassing zal gebaseerd zijn op de huidige stappenplan editor en beschikken over een adaptieve user interface met als doel het effectief begeleiden van de gebruiker en ondersteunen van zijn/haar begeleider. Dit zal middels verscheidene sensorische data gerealiseerd worden. Daarnaast zal deze toepassing als proof of concept dienen om de bruikbaarheid van deze methode te kunnen meten en bewijzen.
Projectdefinitie|1
1.2
Gekozen oplossing of aanpak
Onderzoek
De hoofdvraag die met dit onderzoek beantwoord moet worden is: Op welke wijze kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking?
Voor het onderzoek zijn de volgende deelvragen opgesteld: •
Hoe is de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking te definiëren?
•
Hoe kan sensorische data gebruikt worden om een situatie en het handelen van de gebruiker te herkennen om hier op te kunnen reageren?
•
Op welke wijze moet het stappenplan opgesteld worden om bruikbaar te zijn voor de doelgroep?
Naast het theoretische onderzoek zullen er ook een aantal proof of concepts gemaakt moeten worden. Dit om de werking van de sensoren te kunnen onderzoeken en hun meerwaarde voor het concept te bepalen.
Aannames die bij dit onderzoek gesteld worden zijn: •
Er is vanuit de doelgroep vraag naar dit product;
•
De begeleider/verzorger is in staat om, eventueel met training, een stappenplan op te stellen;
•
De gebruiker beschikt over een smartphone met minimaal 3G.
2 | Projectdefinitie
Middelen
De te implementeren stappenplan editor is gerealiseerd in een combinatie van Javascript, Ruby en Sinatra. Hier zal op verder gebouwd worden in de daarvoor meest geschikte programmeertaal. Daarnaast zijn er meerdere devices beschikbaar waarop de toepassing gerealiseerd en getest kan worden. Onderzoek zal uitwijzen welke device gekozen zal worden. Bij de uitvoering van het project kan de hulp ingeschakeld worden van de verscheidene experts binnen NoXQS. Ook zal er via andere informatiebronnen zoals websites, publicaties en boeken kennis vergaard worden.
1.3
Producten en/of eindresultaat
Aan het einde van het project zal er een demo versie van de beoogde toepassing opgeleverd worden bij NoXQS. Deze zal aantoonbaar gebruik maken van de huidige stappenplan editor en voorzien zijn van de benodigde documentatie hoe deze toevoeging gerealiseerd is. Daarbij zal de toepassing gegevens kunnen verzamelen, analyseren en visualiseren om daarmee niet alleen het gebruiksgemak te verhogen door hier op te reageren, maar ook de meerwaarde van de toepassing aan te kunnen tonen. Het eindproduct zal bestaand uit twee versies welke respectievelijk voor de gebruiker en de begeleider/beheerder bedoeld zijn. Voorafgaand aan de realisatie is een onderzoeksverslag opgeleverd waarin de keuzes en argumenten voor het ontwerp op gebaseerd kunnen worden. Dit onderzoek is uitgevoerd conform de regels die vanuit de opleiding zijn opgesteld.
Projectdefinitie|3
1.4 Uitsluitingen Voor het succesvol doorlopen van het project wordt er van het volgende uitgegaan: •
Ten behoeve van het onderzoek mag er gebruik gemaakt worden van bedrijfsinformatie en/of interviews gehouden worden met experts werkzaam binnen NoXQS;
•
Er is een stand-alone versie van de stappenplan editor beschikbaar om te gebruiken in een testomgeving;
•
Er mogen aanvullingen in de broncode van de editor gemaakt worden mits in overleg en op dusdanige wijze dat deze de bestaande code niet aantasten;
•
Er is een localhost en/of domein beschikbaar waarop de testomgeving mits noodzakelijk getest kan worden;
•
Wanneer dit noodzakelijk blijkt te zijn mag er gebruik gemaakt worden van de licenties en of devices die eigendom zijn van NoXQS;
•
Er is tijdens het project ruimte voor terugkoppeling en feedback om de kwaliteit van het eindproduct te kunnen garanderen;
•
Het eindproduct van deze afstudeerstageopdracht is een demo waarbij niet alle addtionele functies daadwerkelijk hoeven te functioneren.
•
Indien nodig kan NoXQS aparte sensoren en/of additionele hardware leveren voor de realisatie van het concept.
Het volgende valt niet onder deze afstudeerstageopdracht: •
Opstellen van bruikbare stappenplannen;
•
Uitvoerige analyse van de resultaten verkregen uit het gebruik van de toepassing;
•
Evaluatie en implementatie van de toepassing;
•
Een business case voor het te realiseren product/demo.
4 | Projectdefinitie
1.5 Budget Budget 640 - 800 uur € 300,-
Resources Sensoren, testapparatuur en
Opleverdata 31-03-2014 31-03-2014
Doorlooptijd 20 weken 20 weken
hardware (bijv. smartphone e-health accessoires)
Vanuit Fontys ICT is vastgesteld dat de afstudeerstageopdracht binnen minimaal 85, en maximaal 100 werkdagen gerealiseerd dient te worden. Aangezien een werkdag acht uur bevat is het budget voor dit project minimaal 640 uur en maximaal 800. Daarbij moet het project uiterlijk op 31 maart 2014 opgeleverd worden wat overeenkomt met 20 weken.
Binnen het afstudeerproject bestaat er de mogelijkheid om additionele sensoren of hardware aan te schaffen wanneer deze noodzakelijk is om het product te realiseren. Hiervoor is een budget van € 300,- opgesteld.
Projectdefinitie|5
2. Projectorganisatiestructuur 2.1 Projectstructuur Opdrachtgever NoXQS
Tutor/Bedrijfsbegeleider Jeroen van Schaik
Afstudeerder Joyce Pisters
6 | Projectorganisatiestructuur
Docentbegeleider/
Twee assessor
Eerste assessor
Huub Prüst
Eric Slaats
2.2 Opdrachtgever Rol Het afstudeerbedrijf als opdrachtgever moet de afstudeerder inzage willen bieden in benodigde bedrijfsgegevens. Dit om het juist uitvoeren van de afstudeeropdracht te kunnen garanderen. In hoeverre dit op basis van een Non Disclosure Agreement is moet het afstudeerbedrijf zelf bepalen. In dat geval kan er ook voor gekozen worden de afstudeerscriptie als vertrouwelijk te behandelen.
Verantwoordelijkheid •
Bieden van een fulltime werkplek welke voldoende gefaciliteerd is.
Taken Er zijn geen bijzondere taken opgesteld voor de opdrachtgever.
Projectorganisatiestructuur|7
2.3 Tutor/Bedrijfsbegeleider Rol De bedrijfsbegeleider functioneert als inhoudelijk deskundige welke de afstudeerder zo goed mogelijk begeleidt. Daarnaast kan hij/zij de afstudeerder begeleiden bij het opstellen van het POP. Tijdens, en na, het verloop van de stage is de bedrijfsbegeleider in staat een adequate beoordeling te geven over het functioneren van de afstudeerder.
Verantwoordelijkheid •
Inhoudelijke begeleiding van het afstuderen
•
Ontvangst en introductie binnen het bedrijf
•
Zorg dragen dat de werkzaamheden conform de doelstellingen van het afstuderen worden behaald
Taken •
Voor aanvang van de afstudeerperiode middels een ondertekende afstudeerovereenkomst afspraken maken over de inhoud, uitvoering en eventuele beloning van de afstudeerwerkzaamheden.
•
Aanwezig bij bedrijfsbezoeken
•
Bespreken van het sociale en vakinhoudelijke functioneren met de docentbegeleider en afstudeerder
•
Tekenen van afstudeerscriptie voor gezien
•
Invullen van de bedrijfsbeoordeling
•
Ondertekenen van het ingevulde dagenverantwoordformulier
•
Beoordelingsgesprek voeren met de afstudeerder aan het einde van de stage
8 | Projectorganisatiestructuur
•
Het terugkoppelen van de bedrijfsbeoordeling aan de docentbegeleider
•
Aanwezig bij het CGI
2.4
Eerste assessor/Docentbegeleider
Rol De docentbegeleider begeleidt het proces van het afstuderen. Hierbij wordt vooral gekeken naar de planning, tracking, het proces en in hoeverre de afstudeerdoelen worden behaald. Dit is mogelijk aan de hand van het POP dat de afstudeerder heeft aangeleverd. Naast deze rol kan de docentbegeleider ook als materiedeskundige optreden.
Verantwoordelijkheid •
Het verloop van het afstuderen controleren aan de hand van het logboek/blog.
•
Na het ontvangen van het PID dient een afspraak voor het eerste gesprek bij het bedrijf te worden gemaakt
•
Indien de afstudeeropdracht in de eerste weken nog wijzigt, moet er advies worden gegeven over de afstemming tussen het POP en de afstudeeropdracht
•
Vaststellen van het eindcijfer
Taken •
Begeleidt de afstudeerder bij het realiseren van de competenties
•
Begeleidt de afstudeerder bij het schrijven van de afstudeerscriptie en andere beroepsproducten
•
Geeft feedback op het PID
Projectorganisatiestructuur|9
•
Bezoekt tweemaal het stagebedrijf en bespreekt de voortgang aan de hand van de opgeleverde producten
•
Adviseert bij het volgen van het TSP
•
Geeft feedback aan de afstudeercoördinator betreffende het stagebedrijf, de opdracht en de begeleiding in de vorm van een evaluatie
•
Aanwezig bij het CGI
2.5
Tweede assessor
Rol De tweede assessor beoordeelt als externe partij het assessmentverzoek en de afstudeerscriptie. Dit om een eerlijke beoordeling voor de afstudeerder te kunnen garanderen. Bij deze beoordeling kan de assessor geadviseerd worden door de bedrijfsbegeleider en/of een externe deskundige.
Verantwoordelijkheid •
Vaststellen van het eindcijfer
Taken •
Beoordelen assessmentverzoek
•
Examencommissie adviseren over het wel/niet toelaten tot de final assessment
•
Voorzitter tijdens afstudeerzitting
10 | Projectorganisatiestructuur
2.6 Afstudeerder Rol De afstudeerder dient tijdens het verloop van de stageopdracht aan te tonen dat hij/zij beschikt over de juiste competenties om een degelijk onderzoek uit te voeren en bijpassend proof of concept te realiseren. In de eerste vijf weken, tijdens de oriëntatiefase, moet het PID worden opgesteld. Hierbij moet checklist 1 t/m 6 van het TSP worden opgenomen als bijlagen. Tussentijds moet de afstudeerder onderzoek doen ten behoeve van de stageopdracht. De hieruit voortvloeiende afstudeerscriptie dient in week zestien afgerond te zijn en opgestuurd te worden. In week zeventien/achttien zal de afstudeerder het resultaat van de stageopdracht presenteren op het bedrijf met de stagebegeleider en docentbegeleider beiden aanwezig.
Verantwoordelijkheid •
Tijdig opleveren van de (afstudeer)producten
•
De opdracht dient conform de afspraken uitgevoerd te worden
•
Indien problemen zich voordoen, dient de afstudeerder zelf initiatief te nemen. In eerste instantie bij de bedrijfsbegeleider en eventueel daarna bij de docentbegeleider.
•
Een goede communicatie tussen alle partijen
•
Een passende vormgeving gebruiken voor de documentatie
Projectorganisatiestructuur|11
Taken •
Duidelijke afspraken maken en vastleggen in het PID
•
Regelen van het eindgesprek op het bedrijf met zowel de stagebegeleider alsmede de docentbegeleider
•
Periodiek communiceren van de voortgang van het afstuderen bij zowel de docentbegeleider als de bedrijfsbegeleider
•
Bijhouden van een blog/logboek betreffende de voortgang van het afstuderen
•
Gebruik maken van het tien stappen plan
12 | Projectorganisatiestructuur
3. Productdecompositiestructuur
NoXqs
1. Oriëntatie
2. Analyse
3.
en onderzoek
en ontwerp
Realisatie
1.1
2.1 Functioneel
3.1 Documentatie
PID
ontwerp
functionaliteiten en requirements
1.2 Onderzoeks
2.2 Technisch
rapport
ontwerp
1.2.1
2.3 Grafisch
Interviews
ontwerp
1.3
2.4 Concept-
Software
beschrijving 2.5 Implementatie plan
3.2 Proof of concepts 3.2.1 POC editor 3.2.2 POC gebruiker 3.3 Adviesrapport
Productdecompositiestructuur|13
4. Planning Start 21-10-2013 Fasering
Voorbereiding
Oriëntatiefase 15 dgn.
Geplande dagen
2
3
5
3
1
2
3
4
Werkelijke dagen Stappen Actie
0 Kennismaking
Info-opties
Info-plicht Data gepland
Werving
Externe oriëntatie
• sollicitatie gesprekken
Oriënterende Analyse interviews
• gespreksformulier
• gespreksverslagen
Logboek (Checklist 0)
Logboek (Checklist 1)
Logboek (Checklist 2)
Logboek (Checklist 3)
Logb (Chec
09-10-13
14-10-13
21-10-13
28-10-13
31-1
Data gereed
Uitgangspunten: - Afstudeertijd 20 weken = 100 dagen - Minimaal 85 werkdagen op stageplaats afstuderen - Logboekdata vastgelegd - Enkele weken uitlooptijd - Planning geschikt voor input voortgangsstatistiek
14 | Planning
Intake
100 dagen
Einde 7-3-2014 Onderzoek/opl. fase 55 dgn.
2
5
40
5
25
5
5
6
7
8
9
10
Terugkoppeling
Werkplanning
• PID
boek cklist 4)
10-13
Invoerfase 30 dgn.
Uitlooptijd
Diepteonderzoek
Oplossingsplan
Invoering
Afronding
• Afstudeerscriptie • Conceptbeschrijving
• Technisch ontwerp • Functioneel ontwerp • Grafisch ontwerp
• POC’s
• Adviesrapport • Eindpresentatie • Proces- verslag
Logboek (Checklist 5)
Logboek (Checklist 6)
Logboek (Checklist 7)
Logboek (Checklist 8)
Logboek (Checklist 9)
Logboek (Checklist 10)
04-11-13
11-11-13
06-01-14
13-01-14
17-02-14
24-02-14
Planning|15
5. Verklarende woordenlijst
Adaptieve user interface Een user interface (communicatie tussen de gebruiker en de software) die de layout en elementen kan aanpassen aan de behoeften van de gebruiker en de context.
App / Applicatie Mobiele applicatie voor smartphones en tablets welke gebruik maken van het besturingssysteem iOS (iPhone) of Android.
Autisme Verstandelijke beperking die zich kenmerkt door een beperking in de sociale interactie en verbale en non-verbale communicatie. Daarbij is er sprake van een beperkt, repetitief of stereotiep gedragspatroon
Begeleider De betrokken partij(en) van de gebruiker. Afhankelijk van de gebruiker kan dit een persoonlijke begeleider, ouder, vriend of kennis zijn. Deze begeleider zal verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning bij bijvoorbeeld dagelijkse activiteiten. Daarnaast zal de begeleider, voor dit product, hoogstwaarschijnlijk de stappenplan editor hanteren.
16 | Verklarende woordenlijst
Data (sensorisch) Informatie die uitgelezen kan worden uit sensoren. Deze informatie kan ook verder verwerkt worden om data op te leveren betreffende het gedrag van de gebruiker middels patroonherkenning. Daarnaast kan met data andere informatiebronnen bedoeld worden zoals open datasets.
Device Een apparaat, toestel of stuk hardware. Veelal zal het in dit project doelen op een smartphone, tablet of personal computer.
Gebruiker De persoon die het stappenplan gaat gebruiken/invullen in zijn dagelijks leven.
Javascript Scripttaal welke veelal gebruikt wordt om interactieve websites en webapplicaties te realiseren.
Proof of concept Ruby Programmeertaal die gericht is object georiënteerd programmeren.
SCRUM Een projectmanagementmethode die gebruik maakt van sprints (iteraties) om op een flexibelere wijze een project te kunnen beheren.
Verklarende woordenlijst|17
Sinatra Een Ruby gem waarmee Ruby web applicaties sneller en eenvoudiger gerealiseerd kunnen worden. Voornamelijk voor een database communicatie is deze gem geschikt.
Stappenplan editor Het product waar momenteel binnen NoXQS aan gewerkt wordt. De editor is een webapplicatie waarbij gekozen kan worden tussen een stap met één of twee mogelijke resultaten. Zie het figuur hiernaast voor een printscreen van de editor.
Succes In hoeverre het product voldoet aan de eisen en criteria die vanuit het onderzoek naar voren komen. Deze eisen kunnen voortkomen uit modellen, checklijsten, onderzoeken of andere literatuur.
Usability Het gemak van het gebruik en aanleren van, in dit geval, de user interface.
Verstandelijke beperking Ontwikkelingsstoornis waarbij de verstandelijke vermogens op een ander tempo ontwikkelen en meestal niet aan het gemiddelde niveau zullen kunnen voldoen.
Webapplicaties Een programma dat op een webserver draait en via een webbrowser kan worden benaderd.
18 | Verklarende woordenlijst
Printscreen van stappenplan editor prototype
Verklarende woordenlijst|19
NoXQS Joyce Pisters 7 november 2013
Running head: ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
De Positieve Meerwaarde van een Adaptief Stappenplan voor Mensen met een Verstandelijke Beperking. Joyce Pisters Fontys Hogeschool ICT
1
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN Verklarende woordenlijst Voor dit onderzoek zijn de volgende termen en betekenissen aangehouden. Stappenplan. Een bepaalde activiteit is in stappen verdeeld waarbij elke stap suggesties, tips of aanwijzingen kan aanbieden aan de gebruiker van het stappenplan. Dit biedt de gebruiker een houvast en ondersteuning om zelfstandiger (sociale) activiteiten te ondernemen. Elke stap heeft twee mogelijke vervolgopties waardoor het stappenplan kan omgaan met de vaak complexe (sociale) activiteiten. Begeleider. De verzorger of begeleider van de persoon met een verstandelijke beperking die het prototype zal gebruiken. Dit kan een persoon met een relevante opleiding, familielid of vriend zijn. Deze persoon zal verantwoordelijk zijn voor het maken en beheren van de stappenplannen. Eindgebruiker. De persoon die het prototype zal gebruiken en de stappenplannen zal doorlopen. QUIM model. Quality in Use Integrated Map model. Dit hiërarchisch model wordt gebruikt om de kwaliteit van de user interface en usability te kunnen ontwerpen en testen.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
2
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
3
De Positieve Meerwaarde van een Adaptief Stappenplan voor Mensen met een Verstandelijke Beperking. Onderzoekskader In Nederland zijn er 473.000 mensen met een verstandelijke beperking (de Klerk, Fernee, Woittiez, & Ras). Dit betekent dat zij een van de 25 veelvoorkomende soorten (Expertisecentrum verstandelijke beperking, 2013), of een andere zeldzamere vorm, van een verstandelijke beperking hebben. Elk van deze aandoeningen heeft zijn eigen ziektebeeld en kenmerken. De definitie van een verstandelijke beperking betekent, afhankelijk van de ernst van de aandoening, dat de persoon een IQ heeft dat lager is dan 85. Echter zijn hier ook uitzonderingen te noemen zoals Asperger, een vorm van autisme. Ondanks de enorme omvang en complexiteit van deze groep wordt er getracht een passende user interface te ontwikkelen die geschikt is voor iedereen binnen deze doelgroep. Bij NoXQS, welke voornamelijk ICT innovaties ontwikkeld voor deze doelgroep, is geconstateerd dat dit wellicht met een adaptieve user interface mogelijk zou zijn. Daarnaast bleek een stappenplan een goed hulpmiddel te zijn om deze doelgroep te ondersteunen. Om het aanmaken en distribueren van deze stappenplannen, vanuit een technisch oogpunt, te vergemakkelijken is er gewerkt aan een zogenaamde stappenplan editor. Nu deze editor vorm begint te krijgen ontstaat ook de vraag hoe deze middels een adaptieve user interface aangeboden kan worden. Dit onderzoek zal zich richten op de mogelijkheden waarop deze stappenplan editor de kwaliteit van leven van de gebruiker zo optimaal mogelijk kan verbeteren. Daarbij zal een deel van het onderzoek gewijd zijn aan dataverzameling middels sensoren en open data. Dit om de haalbaarheid van de te realiseren toepassing vast te kunnen stellen.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
4
Onderzoeksdoelstelling Het doel van dit onderzoeken is om vast te kunnen stellen wat de wensen, eisen en beperkingen zijn met betrekking tot de user interface. Daarbij moet duidelijk worden welke sensorische en open data kan bijdragen aan de kwaliteit van het prototype.
Onderzoeksvragen De hoofdvraag luidt: Op welke wijze kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking? Hiervoor zijn de volgende deelvragen opgesteld: Hoe is de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking te definiëren? Hoe kan sensorische data gebruikt worden om een situatie en het handelen van de gebruiker herkennen om hier op te kunnen reageren? Op welke wijze moet het stappenplan opgesteld worden om bruikbaar te zijn voor de doelgroep?
Onderzoeksstrategie Om de antwoorden van dit onderzoek zo adequaat mogelijk te kunnen beantwoorden is het belangrijk dat de informatie van betrouwbare bronnen afkomstig is. Middels deskresearch kunnen verscheidene websites, boeken en rapporten geraadpleegd worden om een groot deel van de onderzoeksvragen deels te beantwoorden. Wanneer blijkt dat een onderzoeksvraag te beperkt beantwoord kan worden met alleen theoretisch kennis zal overgestapt moet worden op een andere strategie. Afhankelijk van de benodigde informatie zal een interview en/of een casestudy de beste optie blijken.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
5
Met betrekking tot het onderzoek naar geschikte sensoren zal het wellicht wenselijk zijn om door middel van proof of concepts de gebruiksvriendelijkheid en betrouwbaarheid van de betreffende sensor te meten. De bronnen die tijdens dit onderzoek geraadpleegd zullen worden, worden middels de zesde editie van de APA stijl verwerkt. Hierbij is het streven een zo gevarieerd mogelijke verzameling van bronnen samen te stellen. Dit om een zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderzoek te kunnen garanderen.
Antwoord op de Hoofdvraag Het verschil in vaardigheden binnen de groep van mensen met een verstandelijke beperking is vrij groot. Over het algemeen is de gebruiker in staat in het begrijpen van pictogrammen, losstaande woorden en korte simpele zinnen. Ook mag er vanuit worden gegaan dat de gebruiker in staat is een touchscreen zoals dat van smartphone of tablet te kunnen hanteren. Door te kiezen voor een smartphone of tablet kan het stappenplan worden gefaciliteerd met de aanwezige sensoren van dit apparaat. Met deze sensoren kan een sociale context worden ontdekt om stappenplannen slim in te kunnen vullen. Daarbij kan de sensorische en open data gebruikt worden om persoonlijke voorkeuren toe te passen. Deze sensorische data kan inzicht bieden in de emoties en handelingen van de gebruiker. Hiervoor wordt verwezen naar de psychofysiologie. Voor de doelgroep kan dit stappenplan een meerwaarde bieden voor de kwaliteit van leven. De stappenplannen hebben betrekking op bijvoorbeeld sociale situaties waardoor de gebruiker meer vrijheid en zelfstandigheid kan krijgen. De begeleider en andere betrokken partijen kunnen met dit hulpmiddel hun werklast verlagen en samenwerking verhogen. Dit is echter afhankelijk van de ICT vaardigheid van deze partij.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
6
De intelligentie van het systeem zal voor een deel afhankelijk zijn van de wijze waarop de stappenplannen opgesteld moeten worden. Hierdoor wordt echter de moeilijkheidsgraad van de editor groter. Het toepassen van een slimme user interface is bij de editor dan ook een belangrijk aandachtspunt. Door tijdens de ontwerp- en realisatiefase rekening te houden met basisprincipes zoals het QUIM model, kan een gedegen basis voor de toepassing worden gerealiseerd. Echter zijn dit algemene richtlijnen en kan de realiteit hier van afwijken. Om het succes van de toepassing te kunnen meten, en de meerwaarde die het hierdoor kan bieden aan de doelgroep en betrokken partijen, zal het systeem en de verzamelde informatie regelmatig moeten worden geëvalueerd. Een adaptieve user interface zal, bij dit systeem, de moeilijkheidsgraad verlichten voor zowel de eindgebruiker evenals zijn begeleiders. Dit zal door sensorische data, patroonherkenning en verscheidene functies gerealiseerd moeten worden. De meerwaarde die hierdoor voor de gebruiker en zijn omgeving ontstaat, is significant genoeg om dit project te ondernemen. Omschrijving van de Doelgroep m.b.t. User Interfaces Verwachtingen die gesteld mogen worden. De definitie voor een verstandelijke beperking is gedefinieerd door de American Association on Intellectual and Developmental Disabillities. Deze definitie geeft aan dat een verstandelijke beperking wordt gekenmerkt door een significante beperking van de intelligentie (IQ minder dan 75) evenals een significante beperking in het adaptief gedrag. Dit beperkt de persoon in zijn dagelijks handelen op zowel een sociaal als praktisch niveau. Taken zoals leren, redeneren en problemen oplossen zijn voor deze groep erg moeilijk (AAID, 2013).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
7
Figuur 1. Verschillende niveaus van verstandelijke beperking en intelligentie(VAPH, 2013)
De ontwikkelingsleeftijd waar de gradaties van verstandelijke beperkingen mee aangeduid worden hebben elk hun eigen kenmerken (zie tabel 1 in de bijlage). Daarnaast is de ontwikkeling van een persoon met een verstandelijke beperking langzamer en is het besef van geld, tijd en abstract denken vaak beperkt (zie tabel 2 in de bijlage). Dit wilt echter niet zeggen dat het voor deze doelgroep onmogelijk is deze vaardigheden te beheersen, slechts dat er meer tijd voor nodig is. De vaardigheid om taal te lezen en te begrijpen is vastgelegd binnen gemeenschappelijke referentieniveaus. Deze categoriseert drie gebruikers namelijk de basis-, onafhankelijke en vaardige gebruiker respectievelijk A, B en C. Daarbij is een onderverdeling gemaakt waardoor zes niveaus gedefinieerd zijn (A1, A2, B1, etc.). Een basisgebruiker (A1, A2) kan eenvoudige en alledaagse gesprekken voeren en behoeften beschrijven.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
8
De onafhankelijke gebruiker is in staat om de hoofdzaak te onderscheiden in ingewikkelde teksten. Daarbij is men in staat om zelf gedetailleerde teksten te produceren. Een vaardige gebruiker kan vrijwel alle teksten begrijpen ongeacht lengte of veeleisendheid. Deze gebruiker kan daarnaast flexibel met taal omgaan en heeft weinig moeite de juiste uitdrukkingen te gebruiken (Taalunieversum, 2013). Op basis van de kenmerken van de verschillende verstandelijke beperkingen zoals deze zijn aangegeven in de DSM-IV (American psychiatric association, 2013) kan er van worden uitgegaan dat verstandelijk beperkten over een leesniveau tussen A1 en B1 zullen beschikken. Voor het succesvol kunnen gebruiken van een user interface mag ervanuit gegaan worden dat de gebruiker korte, duidelijke zinnen, iconen en pictogrammen begrijpt. Daarbij kan de gebruiker bewust meerdere stappen doorlopen in een user interface en tot op zekere hoogte begrijpen en inspelen op hoe deze reageert op input van de gebruiker.
Geschikte devices en vormen van input/feedback. Er zijn vele mogelijkheden om input te leveren aan een device zoals een keyboard, touchscreen, spraakherkenning, aanwijsapparaat, webcam, beweging/Kinect en joystick (ComputerHope, 2013). Gezien het feit dat bij sommige verstandelijk beperkten het spraakvermogen en/of de motoriek beperkt zijn, is het gebruik van spraak en/of beweging af te raden. Hoewel er goede resultaten worden geboekt met deze inputvormen zoals bij Microsoft Kinect (Molnár, Toth, & Detreköi, 2012) en Google Now (Lei, Senior, Gruenstein, & Sorensen, 2013) is de betrouwbaarheid niet altijd te garanderen door bijvoorbeeld een accent of ruis uit de omgeving.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
9
Bij de input op een touchscreen kan er onderscheid worden gemaakt in verschillende handelingen, zogenaamde gestures, zoals touch, long press, swipe, drag, double touch, pinch open en pinch close (Android, 2013). Van de doelgroep kan verwacht worden dat deze informatie kan invoeren middels een touchscreen wanneer dit gebruik maakt van touch en eventueel swipe. In hoeverre dat hier training en/of begeleiding bij nodig is zal per persoon verschillen. Een touchscreen input is mogelijk bij smartphones, tablets en pc’s. Het enige verschil is de fysieke afmeting van het scherm. Een beeldschermdiagonaal vanaf 3 inch (Sony, 2013) tot zelfs 82 inch (Touchwindow, 2013) is mogelijk. Voor een smartphone is 4 inch redelijk standaard (Apple, 2013) en voor tablets is 7 of 10 inch een standaard afmeting (Mobile device size, 2013). Vormen van motivatie voor het hulpmiddel. Er bestaan vele theorieën betreffende motivatie welke onderverdeeld kunnen worden in vier categorieën. Op basis van verwachting De zelf-efficiëntie theorie van Bandura neemt aan dat de mens kennis heeft van zijn eigen vaardigheden en doeltreffendheid en daarmee de controle meent te hebben op hoe hun acties zullen resulteren in succes of falen. Hierbij worden er verwachtingen gesteld aan het resultaat en in hoeverre men in staat is dit resultaat te vervullen (Eccles & Wigfield, 2004). Een andere theorie, de beheersingsoriëntatie theorie (locus of control), is gebaseerd op het idee dat het resultaat evenredig is aan het gevoel van controle dat iemand heeft op de taak. Hierbij wordt ook aangegeven dat een onwetendheid over de reden van het succes, de motivatie om gerelateerde taken uit te voeren verminderd. Volgens deze theorie zijn competentie, onafhankelijkheid en verbanden de drie elementen waarop men beoordeeld of
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
10
men voldoende kans op slagen heeft. Het ontbreken van een of meerdere van deze elementen leidt dan ook tot een verminderde motivatie (Eccles & Wigfield, 2004). Op basis van oorzaak Bij de theorie van intrinsieke motivatie wordt er onderscheidt gemaakt tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Wanneer iemand geleid wordt door intrinsieke motivatie is dit omdat ze geïnteresseerd zijn in de taak en deze leuk vinden. Extrinsieke motivatie komt voor wanneer men bijvoorbeeld een beloning krijgt voor de uitgevoerde taak (Eccles & Wigfield, 2004). Als toevoeging op intrinsieke motivatie is de vastbeslotenheid theorie ontstaan. Deze gaat ervanuit dat de mens optimaal gestimuleerd wil worden en competitiegericht is, en dus sneller geneigd is taken te kiezen waarbij aan deze eisen wordt voldaan. De intrinsieke motivatie is hierbij gebaseerd op de competitie en de kans deze te winnen. De motivatie wordt bij deze theorie opgesplitst in vier gradaties: - extern, zoals een beloning; - introjectie, waarbij men een taak doet omdat deze verwacht wordt door anderen - geïdentificeerd, waar men het doel van de taak begrijpt; - intern, waar men iets doet omdat dit belangrijk en/of waardevol is voor die persoon zelf (Eccles & Wigfield, 2004). De flow theorie gaat ervanuit dat motivatie een combinatie is van de vaardigheden van een persoon en in hoeverre de moeilijkheidsgraad van de taak deze vereist. Een te makkelijke, of juist te moeilijke, taak kan de motivatie laten afnemen. Zowel de vaardigheden als de moeilijkheidsgraad van de taak moeten relatief hoog zijn voordat deze flow theorie in werking gaat (Eccles & Wigfield, 2004).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
11
Op basis van interesse De interesse die iemand voor een bepaald onderwerp of een taak heeft kan volgens de interesse theorie worden verdeeld tussen individuele en situatie gebonden interesse. Het verschil hierbij is dat individuele interesse is gebaseerd op een bepaalde oriëntatie op een domein. Situatie gebonden interesse komt vanuit de waarde die de taak of kennisgebied kan bieden (Eccles & Wigfield, 2004). Redenen om een taak uit te voeren worden volgens de doeltheorie onderverdeeld in hoeverre het doel een positieve invloed heeft op het voorkomen of op de beheersing van een vaardigheid. Competitie of zelfverbetering liggen aan beiden ten grondslag (Eccles & Wigfield, 2004). Op basis van waarden De terugkoppelingstheorie beweert dat niet het daadwerkelijke resultaat, maar de persoonlijke interpretatie van het resultaat, de motivatie beïnvloed. Vaardigheid, inzet, moeilijkheidsgraad en geluk zijn hierbij de belangrijkste punten waarop men zijn eigen kansen inschat. Stabiele factoren zoals vaardigheden zijn hierbij sterkere uitgangspunten dan variabelen zoals geluk, en resulteren in een grotere waardering voor het resultaat. Falen door eigen factoren leidt tot schaamte waar falen door externe factoren juist leidt tot woede (Eccles & Wigfield, 2004). Als laatste bestaat er de vernieuwde theorie van verwachtingen en waarden op basis van de terugkoppelingstheorie. Hierbij hebben de verwachting en de eigen waarden een positieve invloed op elkaar in tegenstelling tot de terugkoppelingstheorie en zijn deze elementen uitgebreider gedefinieerd. De keuze om een taak te starten is gebaseerd op zowel positieve als negatieve karakteristieken aangezien deze mogelijke opties elimineren. De relatieve waarde en kans op succes wordt daarmee leidend (Eccles & Wigfield, 2004).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
12
De doelgroep en (nieuwe) techniek De user interfaces, zoals deze ontworpen zijn voor bijvoorbeeld smartphones, houden niet altijd rekening met het gebruiksgemak voor de gebruiker. Vooral wanneer de gebruiker beperkingen kan hebben zoals de doelgroep van dit onderzoek. Zo is de grootte van knoppen vaak niet toereikend, de menu’s te moeilijk, vaak onnodig en in te grote aantallen, en de tekstgrootte te klein. Daarbij blijkt dat de feedback van een touchscreen onvoldoende is. Men is geneigd de knop ingedrukt te houden of om de vinger van de ene naar de andere knop te verslepen (Saenz de Urturi Breton, Jorge Hernández, Méndez Zorrilla, & García Zapirian, 2012). Er zijn vele voorbeelden te noemen van mensen met een verstandelijke beperking die gebaat zijn bij het gebruik van een tablet. Zo heeft het gebruik van een iPad bij Gage Gilbert geleid tot een verbetering in zijn ontwikkeling en het opstarten van de Gage Rufus Foundation (PJ Media, 2011). Anderzijds heeft de applicatie Vox4all succesvol een communicatietool geleverd voor mensen met een verstandelijke beperking en hun begeleiders (Imagine, 2013). Aangezien er sinds juli 2013 1.000.000 applicaties beschikbaar zijn in de Google playstore (Rowinsky, 2013) en sinds oktober ook de Apple app store deze aantallen heeft behaald (Ingraham, 2013) is er geen eenduidig antwoord te geven in hoeverre tablets/smartphones geschikt zijn voor deze doelgroep. Wel blijkt uit deze cijfers dat het mogelijk is om deze hardware toe te kunnen passen om aan specifieke eisen te kunnen voldoen. Een gedegen selectie, training en begeleiding door, en voor, familie en begeleiders kan bijdragen aan de succesfactor van het gebruik van nieuwe techniek zoals tablets. Keuzevaardigheid van de doelgroep De definitie vanuit de neurowetenschap voor een keuze, en het proces om een keuze te maken, geeft aan dat er minimaal twee verschillende opties moeten zijn welke beide een
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
13
enigszins te voorspellen uitkomst hebben en beide geëvalueerd kunnen worden (Pirtošek, Georgiev, & Gregorič-Kramberger, 2009). De factoren waarop we deze keuzes baseren zijn, volgens de formule van de wis- en natuurkundige Bernoulli, de kans op succes vermenigvuldigt door het voordeel dat we uit de keuze kunnen krijgen. Het probleem hierbij is dat, afhankelijk van de gegeven keuzes, de redenering voor een keuze gekleurd kan worden door verkeerd ingezette informatie. Dit onvermogen om het werkelijke voordeel in te schatten en in plaats daarvan de illusie van de beste keuze te laten leiden komt veelvoudig terug in marketing (Gilbert, 2005). Dit proces van keuzes maken leidt onder anderen tot het fenomeen van keuzeblindheid. Keuzeblindheid betekent dat we onze keuze prefereren boven de niet gekozen alternatieven. Zelfs wanneer de gemaakte keuze en het resultaat verschillen blijft men het ontvangen resultaat als beste zien (Johanssen, Hall, Tärning, Sikström, & Chater, 2013). De reden dat deze keuzes, bewust dan wel onbewust, worden gestuurd is het zogenaamde framing effect. Dit effect wordt omschreven als het ontstaan van systematische verschillende beslissingen bij een optie met equivalente omschrijvingen van de keuzes. Hierbij zijn drie vormen van dit effect. Het attribuut framing omschrijft hetzelfde object op een positieve en gelijkwaardige negatieve wijze. Afhankelijk van welke omschrijving men ontvangt zal diens mening hierop aangepast worden. De risico framing geeft een keuze waarbij de verhouding tussen risico en beloning worden afgewogen. Veelal is een keuze “veilig” ten opzichte van de andere keuze waarbij een gok genomen moet worden maar de mogelijke opbrengst hoger is. Als laatste is er nog het doel framing waarbij een actie verwacht wordt. Men is hierbij eerder geneigd over te gaan op actie wanneer de nadelen van niet participeren worden benadrukt in plaats van de voordelen van participatie (Sher & McKenzie, 2010).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
14
In de hersenen zijn er meerdere gebieden welke samen leiden tot het maken van een keuze. Deze gebieden zijn de cerebrale cortex, thalamus en de frontale cortex (Pirtošek, Georgiev, & Gregorič-Kramberger, 2009). Hierbij is het mogelijk om in dit proces emotionele factoren toe te voegen om de keuze te beïnvloeden. Bij mensen met de aandoening autisme, waar de informatie vanuit emotie vaak onvolledig is, zou dit kunnen leiden tot verkeerde besluitvormingen. Dit idee is gebaseerd op de theorie van centrale coherentie waarbij een onvermogen bestaat om alle binnenkomende informatie tot een coherent beeld te vormen. Aangezien mensen met autisme zich vaak richten op details in plaats van het geheel zou dit het vermogen om keuzes te kunnen maken beïnvloeden (De Martino, Harrison, Knafo, Bird, & Dolan, 2008). In combinatie met het framing effect blijkt iemand met autisme consistenter te blijven in zijn keuzes en daarmee minder risico te nemen dan iemand waarbij geen autisme is geconstateerd (De Martino, Harrison, Knafo, Bird, & Dolan, 2008). In hoeverre de doelgroep in staat is om keuzes te maken is dus afhankelijk van verschillende factoren. De context waarin de keuze gemaakt moet worden moet begrijpelijk zijn waarbij de mogelijke keuzes en het gevolg ervan geëvalueerd kunnen worden. Daarbij moet de vraagstelling objectief zijn en niet sturen naar een wenselijk antwoord. Hoewel de doelgroep ietwat minder gevoelig blijkt te zijn voor het sturen van emotionele keuzes is het raadzaam hier toch in de vraagstelling op te waken. De hoeveelheid keuzes die kunnen worden aangeboden zal per persoon verschillen. Echter onafhankelijk van de hoeveelheid keuzes is het wel belangrijk dat voor elke keuze tot op bepaalde hoogte een gevolg te voorspellen is. Wanneer de opties te divers of te onduidelijk zijn kan dit het keuzeproces nadelig beïnvloeden.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
15
Conclusie Er is geen eenduidig antwoord te geven op hoe goed iemand kan leren, communiceren en begrijpen. Daarbij verschilt de hoeveelheid sturing ook per persoon. Zeker binnen de doelgroep verstandelijk beperkten is dit duidelijk zichtbaar. Wel kan er geconcludeerd worden dat de randvoorwaarde is dat er minimaal een besef is van afbeeldingen, pictogrammen, losstaande woorden en korte simpele zinnen. Daarbij kan de doelgroep, eventueel met hulpmiddelen, een touchscreen bedienen. Een smartphone of tablet zijn voornamelijk gebaseerd op input vanuit het touchscreen. Door bij de user interface het aantal vormen van input te beperken tot touch en swipe blijft deze geschikt voor eenvoudig gebruik. Ook bij een uitgebreidere vorm van een user interface kan het gebruik van slechts twee inputvormen nog steeds toereikend blijken. Over het stimuleren van het gebruik van het tablet of een specifieke toepassing ervan bestaan verscheidene theorieën. Het is ook hier afhankelijk van de persoon welke methode het meest effectief blijkt. Belangrijk bij elke methode is om de moeilijkheidsgraad passend te maken aan de beheersing van de vaardigheid die ervoor nodig is. Daarbij moet er een duidelijk positief resultaat tegenover staan. Herkennen van sociale context en handelen middels sensoren Mogelijke parameters en sensoren De producten die door NoXQS ontwikkeld worden maken gebruik van pc, smartphone en/of tablets. Dit onderzoek zal zich op de beschikbare sensoren op deze devices richten. De sensoren die beschikbaar zijn in smartphones worden verdeeld over drie categorieën te noemen: beweging, omgeving en positie. Het verschilt per merk en type in hoeverre deze sensoren ingebouwd zijn (Android, 2013). Hoewel de verschillen kleiner zijn dan bij Android, geldt dit ook voor Apple producten(Apple, 2013).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
16
Tabel 3 Android sensor overzicht (Android, 2013) Naam
Omschrijving meting
Mogelijke toepassing
Accelerometer /
Acceleratie in m/s2 op alle fysieke assen
Bewegingsdetectie zoals
Zwaartekracht
(x, y en z) evenals zwaartekracht
schudden en kantelen
Gyroscoop
Rotatie van het apparaat in rad/s rondom
Rotatiedetectie zoals
alle fysieke assen (x, y en z)
omdraaien en kantelen
Acceleratie in m/s2 op alle fysieke assen
Beweging op één fysieke
(x, y en z). Slechts 1 tegelijkertijd
as meten
Temperatuur van de omgeving in graden
Monitoren van
Celsius (°C)
luchttemperatuur
Lichtsterkte in lux
Aanpassen van
Lineaire acceleratie
Temperatuur
Licht
schermverlichting Druk
Luchtdruk van de omgeving in hPa of
Monitoren van luchtdruk
mbar Vochtigheid
Oriëntatie
Nabijheid
Vochtigheidsgraad van de omgeving in
Monitoren van
procenten %
luchtvochtigheid
Rotatie in graden op alle fysieke assen
Positie van object
(x, y, z)
bepalen
Relatief geziene afstand van een object
Hover functie
tot het scherm in cm Magnetisch veld
Geomagnetisch veld op alle fysieke
Kompas
assen (x, y en z) in µT Vector rotatie
Oriëntatie van het apparaat op basis van
Bewegings- en
de drie elementen van de rotatievector.
rotatiedetectie
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
17
In maart 2012 introduceerde Broadcom de BCM4752. Een chip die de exacte locatie van een gebruiker kan detecteren tot op de centimeter nauwkeurig. Het is met deze chip zelfs mogelijk om binnen gebouwen een exacte locatie en zelfs verdieping te detecteren. Dit is mogelijk door een combinatie van GPS (TTFF), Wi-Fi, Bluetooth, NFC, telefoonnetwerk, accelerometer, kompas, gyroscoop en altimeters. Daarbij kan de chip tien keer sneller de locatie bepalen met slechts de helft van het stroomgebruik dan nu vereist is (Broadcom, 2012). Om de kennis van de locatie beter te benutten, is het belangrijk om deze te plaatsen binnen een sociale context. Deze is te visualiseren in de context piramide waarbij data van de sensoren omgezet wordt naar fysieke parameters. Deze kunnen middels patroonherkenning geanalyseerd worden om activiteiten te constateren. Afhankelijk van de kwaliteit en kwantiteit van de informatie en de volledigheid van de patroonherkenning, vermindert de kans op foute conclusies (Pei, et al., 2013).
Figuur2. Voorbeeld van de Context piramide (Pei, et al., 2013)
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
18
Een van de fysieke parameters is bewegingsdetectie. Door verschillende data van sensoren te combineren kan de bewegingsvorm geconstateerd worden. Hierbij kan gedacht worden aan zitten, lopen, snel lopen, stilstaan, fietsen, rennen, etc. Om dit gegeven te kunnen vertalen naar een activiteit kan het LoMoCo model worden gebruikt. Dit gaat ervanuit dat de combinatie van de locatie, bewegingsvorm (motion) en context wijzen op een bepaalde activiteit (Pei, et al., 2013). De sensorische data kan ook gebruikt worden bij het doorlopen van het stappenplan om stappen vanuit het systeem te beantwoorden. Daarnaast draagt open data zoals tijd, weer, navigatiemiddelen, etc. bij aan het gebruiksgemak en veelzijdigheid van de stappenplannen. Voor dit onderzoek wordt hier niet verder op ingegaan aangezien deze data afhankelijk is van het onderwerp van het stappenplan. Meten en vaststellen van emoties Een andere mogelijke sensorische data groep is die van emotie. Er zijn al succesvolle methodes ontwikkeld waarbij het gebruik van de smartphone inzicht biedt in de emotie van de gebruiker met 66% tot zelfs 93% zekerheid (LiKamWa, Liu, Lane, & Zhong, 2013). Daarnaast zijn er externe sensoren zoals de Sensoree mood sweater welke via een galvanic extimacy responder de geleiding van de huid meet om een emotie te bepalen (Sensoree, 2013). Een minder opvallend en draadloos meetinstrument is de QSensor welke als een polshorloge gedragen kan worden, en meerdere sensoren bevat waaronder hartslag en temperatuur (Affectiva, 2013). Het wellicht meest vooruitstrevende product is de Emotiv Insight, een headset welke hersenactiviteit kan meten om niet alleen emoties mee te meten maar ook om middels gedachten software of hardware aan te sturen (Emotiv Lifesciences, 2013). Draagbare technologie zal steeds meer geaccepteerd en alledaags worden en huidige technologieën vervangen. Zo is het project Glass van Google een innovatieve nieuwe vorm
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
19
van communiceren welke de smartphone zou kunnen vervangen (Brin, 2013). Magazines zoals WRBL (WRBL, 2013) en Wearable technologies tonen nog veel meer van dergelijke concepten en producten (Wearable technologies, 2013). Het idee om draagbare technologie te combineren met dit concept is dus geen vooruitstrevende gedachte. Het nadeel van deze technologie bij deze doelgroep, is dat men bij sommige aandoeningen zoals Asperger niet in staat is de juiste emotie te tonen (NVA). Het detecteren van emoties middels gezichtsuitdrukkingen of houding is bij mensen met autisme daarom vrij beperkt en niet geschikt (Picard, 2009). Om betrouwbare informatie te verkrijgen is een lange periode nodig waarin de gebruiker foto’s moet nemen en evalueren met zijn/haar begeleider (Gay, Leijdekkers, Agcanas, Wong, & Wu, 2013). Het meten van emoties middels lichamelijke functies lijkt beter resultaat te bieden. Emotie wordt, in sommige definities, omschreven als een combinatie van valentie en opwinding (Gay, Leijdekkers, Agcanas, Wong, & Wu, 2013). Er zijn echter nog geen algoritmes welke met voldoende zekerheid een emotie kunnen vaststellen. De context waarin de emotie geuit wordt blijkt van grote invloed te zijn op het herkennen van de juiste emotie (Picard, 2009).
Figuur 3. Emoties ten opzichte van valentie en opwinding (Gay, Leijdekkers, Agcanas, Wong, & Wu, 2013).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
20
Volgens de studie van Yale bestaat een emotie uit valentie, een stimulus, een doel en een respons. De respons bestaat weer uit een gevoel, gedrag en een fysiologische reactie. Een stemming, gevoel, persoonlijke trekjes en cognitie vallen niet onder deze definitie van emotie (Gruber, 2013). De reactie wordt nu via schriftelijke vragenlijsten en interviews tijdens en na de gebeurtenis gemeten. Daarnaast zijn de gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding en de stem ook meetbare parameters (Gruber, Human emotion 2.3: emotion measurements, 2013). Psychofysiologie kan betrouwbare informatie geven over de lichamelijke reactie op de emotie. Hierbij wordt gelet op het perifere zenuwstelsel en dan met name het autonome zenuwstelsel. Dit is weer opgesplitst in het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel. Het sympathisch zenuwstelsel veroorzaakt onder anderen de fight of flight reactie. Dit is zichtbaar in een verhoogde hartslag, vergrootte pupil, aanmaak van glucose en adrenaline en een versnelde ademhaling. Het parasympatisch zenuwstelsel zorgt juist voor rust en een tegengestelde reactie van het sympathische zenuwstelsel. Beide zenuwstelsels werken gelijktijdig en de balans tussen beiden geeft een indruk van de emotie. Hierbij kan de hartslag, doorbloeding, zweten, temperatuur van de huid, ademhaling, respiratory sinus arrhythmia(RSA) en beweging gemeten worden (Gruber, Human emotion 7.1: psychophysiology i (introduction), 2013). De eccrine zweetklieren bevinden zich over het gehele lichaam maar zijn het meest geconcentreerd op de handpalmen en voetzolen. Deze klieren reageren op stress en emotie en zijn daarom duidelijke meetpunten en bekend als galvanic skin response (GSR). Voor de hartslag kan een ECG inzicht geven in de slagen per minuut, en de tijd tussen deze slagen. Daarbij geeft de ademhaling en inademingen per minuut meer duidelijkheid over de emotie. Deze worden met sensoren bij de borst gemeten welke het uitzetten van de borstkast meten. De combinatie tussen de hartslag en ademhaling (RSA) geeft verder inzicht in de oorzaak van deze veranderingen in ritmes en daarmee de emotie. Een verhoogde lichaamstemperatuur
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
21
wijst op de activiteit en hoeveelheid bloed aanwezig in die locatie. Bij angstige emoties worden bijvoorbeeld handen en voeten kouder. Echter wordt deze factor ernstig beïnvloed door externe factoren. De doorbloeding kan zowel bij de vingertop of oorlel gemeten worden om zo het volume, snelheid en de amplitude van de doorbloeding vast te stellen (Gruber, Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system), 2013). Onderzoek van Michelle Shiota, professor van de universiteit van Arizona State, laat zien dat, zelfs bij verschillende positieve emoties, een psychofysiologisch verschil zichtbaar is. Hierbij zorgen de toe- en afname van de verschillende parameters voor zichtbare patronen (Gruber, Human emotion 7.3: psychophysiology iii (specificity and coherence), 2013). Het is dus mogelijk om via lichamelijke functies zoals hartslag, zweet en bloeddruk een emotie vast te kunnen stellen. Echter is hierbij de emotie niet met complete zekerheid aan te duiden aangezien deze lichamelijke functies ook door externe factoren kunnen fluctueren. Ook is het nog niet voor alle soorten emoties vastgesteld dat deze van invloed zijn op deze lichamelijke reacties. Verder onderzoek is hier nodig. Wet- en regelgeving voor dataverzameling De wet bescherming persoonsgegevens betreft, zo luidt in artikel 2 lid 1, de gehele of gedeeltelijke geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Deze wet is niet van toepassing bij activiteiten die uitsluitend bedoeld zijn voor persoonlijke of huishoudelijke activiteiten (Overheid, 2013). Voorafgaand aan het verzamelen van persoonsgegevens dient de gebruiker hiervan medegedeeld te worden en de doeleinden van deze verzameling zoals opgelegd in artikel 33. Het doeleinde voor de verzameling van gegevens moet, volgens artikel 7, gerechtvaardigd zijn en uitdrukkelijk omschreven. In artikel 8 staat vermeld dat deze gegevens vervolgens alleen gebruikt mogen worden als de gebruiker hier zijn ondubbelzinnige toestemming voor heeft verleend. Bij deze doelgroep is dit echter niet altijd te garanderen. Buiten de doeleinden
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
22
waarvoor deze gegevens zijn verkregen, mogen deze, volgens artikel 9, niet verder worden verwerkt waarbij het wel is toegestaan deze voor statistische of wetenschappelijke doeleinden te gebruiken. Hierbij moeten de persoonsgegevens, volgens artikel 10, op dusdanige manier worden bewaard dat de betrokkene niet te identificeren is en de gegevens niet langer dan noodzakelijk bewaard worden. Artikel 14 geeft aan dat de wijze van opslag middels technische en organisatorische maatregelen beschermt dient te worden tegen het onrechtmatig verkrijgen en verwerken van derden. De gebruiker heeft hierbij middels artikel 35 het recht om een omschrijving van de gegevens en hun doeleinden in een begrijpelijk vorm gepresenteerd te krijgen (Overheid, 2013). Conclusie De sensoren zoals deze beschikbaar zijn op een smartphone zijn toereikend genoeg om een juiste inschatting van de activiteit van de gebruiker te maken. De veelzijdigheid en hoeveelheid van de informatie draagt bij aan het verbinden van de juiste conclusies aan de verkregen informatie. Door uitvoerig onderzoek en testen kan een sociale context worden geformuleerd om de informatieverwerking te faciliteren. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met het verkrijgen, verwerken en bewaren van deze informatie aangezien het hier persoonlijke informatie betreft. Hetzelfde geldt voor het meten en vaststellen van de emotie van de gebruiker middels externe sensoren. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen welke sensoren toereikend zijn voor deze toepassing.
Succesvol opstellen van een stappenplan voor de doelgroep Definitie van adaptieve user interface. Een user interface is een middel waarmee een gebruiker interacteert met een computer. Vooral wanneer hier sprake is van input en software (Oxford Dictionaries, 2013).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
23
Een adaptieve of zelflerende user interface biedt de mogelijkheid om de gebruiksmogelijkheden en de bereikbare doelgroep te vergroten. Echter is het bij deze vorm van user interface moeilijker om betrouwbaarheid, acceptatie en bruikbaarheid aan te tonen. Het gevaar dat het systeem foute conclusies trekt die daardoor resulteren in verwarring moet zoveel mogelijk worden geprobeerd terug te dringen. Transparantie is hierbij essentieel zodat de gebruiker begrijpt waarop een keuze van het systeem gebaseerd is. (Peissner & Sellner, 2013). Eisen voor succesfactor van een stappenplan De definitie van een stappenplan geeft niet meer informatie dan dat het een plan betreft waarin vermeld staat welke stappen noodzakelijk zijn om een doel te bereiken (van Dale, 2013). Een stappenplan heeft altijd dezelfde uitkomst. In werkelijkheid blijkt de term stappenplan geen juiste weergave voor hetgeen door NoXQS ontwikkeld is. Dit aangezien een stappenplan slecht één resultaat kan hebben en er geen keuzemomenten in voorkomen. De term binaire beslissingsdiagram is passender aangezien het stappenplan keuzes aanbied welke het eindresultaat beïnvloeden. Een binair beslissingsdiagram is een datastructuur waarin middels een boolean functie meerdere niveaus en eindresultaten gevisualiseerd kan worden weergegeven (Wikipedia, 2013). Een boolean is een datatype welke alleen waar of onwaar kan zijn (PHP, 2013). In feite is een boolean een binair welke tweevoudig is (van Dale, 2013).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
24
Figuur 4. Binaire beslissingsboom en beslissingsdiagram
Bij een binaire beslissingsboom is er per niveau een keuze mogelijk met elk twee uitkomsten. De hoeveelheid uitkomsten zijn per niveau exponentieel. Een binair beslissingsdiagram reduceert het aan stappen en kan leiden tot een asynchroon diagram. Hierbij worden dubbele uitkomsten samengevoegd wanneer het vorige en volgende niveau van beide uitkomsten gelijk zijn (Jacobi, Calazans, & Trullemans, 1991).Het toepassen van deze reductieregels is dan ook een eis voor een succesvol stappenplan/beslissingsdiagram. Breder kijkend zijn er meerdere richtlijnen te benoemen. Zo geeft SurveyMonkey, een populaire online enquêtetool, een aantal duidelijk regels aan. Relevantie en accuraatheid zijn belangrijk om betrouwbare data te kunnen verzamelen. Hierbij kan gelet worden op de schrijfwijze, de lengte van de vragenlijst en de relevantie van elke vraag ten opzichte van het uiteindelijke doel. Een gebruiker moet de vraag kunnen begrijpen en juist kunnen beantwoorden. Dit kan door korte vragen te stellen, duidelijke opties aan te bieden en vragen te stellen die snel beantwoord kunnen worden (SurveyMonkey, 2011).
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
25
Voor- en nadelen voor de begeleider Een hulpmiddel dat de gebruiker in staat stelt om op een zelfstandigere wijze activiteiten te ondernemen en taken uit te voeren kan de werklast van de begeleider, in theorie, verminderen. Echter zal het beheren van een dergelijk hulpmiddel voor een groot deel de taak zijn van de begeleider. Om de betrouwbaarheid van de opgegeven informatie te kunnen garanderen moet deze regelmatig worden aangepast en aangevuld. Hierbij is de kennis van de zorgverlener en de cliënt essentieel om kwalitatief goede begeleiding te kunnen bieden. De processen waarmee dit moet worden gerealiseerd moeten efficiënt en snel doorlopen kunnen worden. Dit om de werklast van de begeleider betreffende dit hulpmiddel tot een minimum te kunnen houden. Er zijn meerdere vormen van zorg en begeleiding voor mensen met een verstandelijke beperking zoals persoonlijke begeleiding, werkbegeleiding en gezinsbegeleiding (Vereniging gehandicaptenzorg Nederland, 2013). Hoewel de vorm van de zorg per persoon varieert is algemeen te stellen dat de werkzaamheden van een begeleider observeren, verzorgen, begeleiden en stimuleren zijn (You chooz). In 2011 waren er 160.411 mensen werkzaam in de verstandelijke gehandicaptenzorg (van der Kwartel, 2013). Van de 473.000 mensen met een verstandelijke beperking die in Nederland wonen (de Klerk, Fernee, Woittiez, & Ras), krijgen 186.941 mensen gehandicaptenzorg (van der Kwartel, 2013). Dit is in een verblijf of extramurale zorg. De verhouding van zorgpersoneel en cliënten binnen de gehandicaptenzorg is daarmee vrijwel 1 op 1. Ondanks deze verhoudingen werd, in de periode van 2005 tot 2011, bij 86% van de zorginstellingen een overtreding gemaakt met betrekking tot de werkdruk en 17% op de arbeidstijden (Rijksoverheid, 2013). Hieruit kan geconstateerd worden dat het verlagen van de werkdruk een significante meerwaarde zou kunnen leveren binnen de gehandicaptenzorg.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
26
Binnen de meeste opleidingen zoals SPW wordt er geen aandacht besteed aan ICT vaardigheden (NTI, 2013). De kennis van ICT van de begeleiders in de gehandicaptenzorg is dan ook niet duidelijk vast te stellen. Algemeen gezien is 96% van de Nederlandse bevolking in het bezit van een personal computer. 82% van deze groep is in staat om mappen en informatie te verplaatsen, kopiëren en te plakken. Hoewel gemiddeld gezien 11% van deze groep kan programmeren bezit slecht 4% van de vrouwelijke gebruikers deze vaardigheid (CBS, 2013). Naast de personal computer zijn er 5,6 miljoen mensen (33% van de bevolking) in het bezit van een tablets en 8 miljoen(48% van de bevolking) van een smartphone (van Hoek, 2013). Er mag dan vanuit worden gegaan dat de middelen bij iedere begeleider aanwezig zijn om gebruik te maken van een ICT hulpmiddel. Theoretisch gezien heeft de zorgbegeleider een voordeel met betrekking tot de werklast en tijdsbesteding. Dit is echter afhankelijk van de aanwezige ICT kennis en de moeilijkheidsgraad van het ICT hulpmiddel. Wanneer de begeleider geen, of onvoldoende, ICT kennis heeft kan een ICT hulpmiddel, in eerste instantie, nadelig werken. Geschikte begeleiding en training kunnen hierbij een uitkomst zijn. Kenmerken van een goede vragenlijst Het stappenplan, of binair beslissingsdiagram, biedt per stap een keuzemogelijkheid. Voor dit onderzoek is de aanname dat deze keuzemogelijkheid te vergelijken is met een vragenlijst. Hoewel de kwaliteit van de vragenlijst grotendeels uit de vraagstelling komt, moet de user interface hierin zoveel mogelijk faciliteren. Bij usability testing in het algemeen kan er gebruik worden gemaakt van het Quality in Use Integrated Map model of afgekort QUIM model. Dit is een hiërarchisch model welke is opgedeeld in vier sectoren te noemen: factoren, criteria, metriek en data (Seffah, Kececi, & Donyaee, 2001). Tabel 3 in de bijlagen geeft meer inzicht in de meetpunten van dit model.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
27
Figuur 7. QUIM model (Seffah, Kececi, & Donyaee, 2001) Gradaties voor oplopende complexiteit voor de user interface Zowel Android als Apple bieden uitgebreide handleidingen betreffende het succesvol ontwerpen en realiseren van een smartphone of tablet applicatie. Enkele punten die worden aangegeven zijn het beperken van het aantal stappen in de navigatie, een minimale buttongrootte van 10mm2 of 48dp (44dp in iOS), trachten alle buttons in beeld te houden en binnen het ontwerp rekening te houden met toegankelijkheid toepassingen zoals TalkBack en aangepaste tekstgrootte (Android Developers, 2013). Voor beide besturingssystemen zijn vele user interface elementen en structuren opgesteld om informatie te presenteren. Deze zijn opgedeeld in top level views, category views en detail/edit views (Android Developers, 2013). De hoeveelheid informatie die per niveau en view wordt getoond is afhankelijk van het design van de applicatie. Wel wordt hier geadviseerd de tekstgrootte nooit kleiner dan 12sp (of 22pt) te maken en de afstand tussen elementen minimaal 8dp (Android Developers, 2013). NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
28
Bij het testen van een user interface zijn er een aantal punten waarop de gebruiksvriendelijkheid vastgesteld kan worden. Allereerst is het zinvol om te weten of de gebruiker in staat is een taak volledig af te ronden. Wanneer een taak niet kan worden afgerond is het noodzakelijk hier de oorzaak van te achterhalen. Tijdens de testfase van de ontwikkeling en realisatie van een applicatie, is dit mogelijk door de testpersoon te vragen naar problemen die zij ondervonden. Daarnaast kan er gevraagd worden hoe moeilijk de taak was en hoe de user interface in zijn geheel werd ervaren (Sauro, 2011). Binnen de user interface kan de tijd die nodig was om de taak uit te voeren worden bijgehouden. Deze kan worden vergeleken met de beoogde tijd om zo problemen te constateren. Deze informatie in combinatie met de stappen die een gebruiker doorloopt tijdens het gebruik geven een gedetailleerd verloop van het proces en mogelijke fouten (Sauro, 2011). Er is geen eenduidige gradatie aan te geven aangezien dit verschilt per design van de user interface, de hoeveelheid informatie die overgebracht moet worden en het doel van het product. Uit de ontwerprichtlijnen van zowel Android alsmede Apple is echter wel op te merken dat consistentie en een overzichtelijk design ten grondslag liggen aan een goede user interface. Om een gradatie te kunnen opstellen moeten de verschillende taken, functies en opties binnen de user interface gecategoriseerd worden op basis van hun moeilijkheidsgraad en relevantie. Door tijdens het gebruik van de applicatie data over het gebruik te verzamelen kan geconstateerd worden wanneer een extra niveau, meer informatie of meer gebruikersinput wenselijk is. Kwaliteit van een adaptieve user interface Er zijn tien duidelijke punten waar een user interface aan dient te voldoen. 1.
De gebruiker moet duidelijk geïnformeerd worden over gebeurtenissen en keuzes in de user interface;
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 2.
29
De communicatie met de gebruiker moet passen bij het taalgebruik welke de gebruiker dagelijks bezigt. Het gebruik van technische termen moet voorkomen worden;
3.
Het moet voor de gebruiker mogelijk zijn om stappen ongedaan te maken en opnieuw uit te voeren;
4.
Dezelfde iconen en termen moeten gehanteerd worden bij gelijksoortige functies en acties om verwarring te voorkomen;
5.
Het systeem moet om kunnen gaan met fouten om foutmeldingen, of foutieve informatie, naar de gebruiker toe tot een minimum te beperken;
6.
Het systeem moet de gebruiker zoveel mogelijk faciliteren in het onthouden en presenteren van informatie. Hierdoor hoeft de gebruiker dit niet zelf te onthouden;
7.
Waar mogelijk moet het systeem zelf in staat zijn om taken over te nemen van de gebruiker. Dit door bijvoorbeeld sensorische data of patroonherkenning;
8.
Het gebruik van informatie, iconen en andere interface elementen moet tot een minimum worden gehouden. Hierdoor wordt er niet afgeleid van de kerninformatie;
9.
Indien een foutmelding nodig blijkt, moet deze de gebruiker voldoende kunnen informeren om de fout te herstellen;
10. Een adequate documentatie en hulpvoorziening moeten aanwezig zijn om de gebruiker in uiterste nood te kunnen ondersteunen (Nielsen, 1995). Conclusie De optie om middels het beantwoorden van een aantal vragen een situatie te kunnen herkennen, en adequaat advies over het handelen te kunnen geven, is voor deze doelgroep zeker mogelijk. Hierbij gelden in principe geen andere richtlijnen dan voor andere doelgroepen. De vragen moeten helder, kort en niet sturend zijn en geen dubbelzinnigheden bevatten. Daarbij moet er bij het antwoorden van gesloten vragen de optie blijven om een neutraal antwoord te geven mocht de vraagstelling onduidelijk blijken.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
30
Door sensorische data toe te passen om antwoord te kunnen geven op enkele vragen binnen het stappenplan, kan de lengte en moeilijkheidsgraad van de vragenlijst positief beïnvloed worden. Echter om sensorische data binnen een stappenplan te kunnen realiseren zal de intelligentie van het systeem moeten toenemen. Wanneer een stappenplan succesvol kan worden toegepast op verscheidene situaties in het dagelijks leven van de gebruiker, biedt dit een meerwaarde in de kwaliteit van leven van de gebruiker alsmede de werklast van zijn/haar begeleider/verzorger. Vanuit het QUIM model en designprincipes voor een user interface, zijn er al duidelijk eisen vast te stellen voor een succesvolle ICT toepassing. De effectiviteit, efficiëntie en moeilijkheidsgraad zijn een aantal belangrijke punten.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN References AAID. (2013). Frequently Asked Questions on Intellectual Disability. Retrieved from American Association on Intellectual and Developmental Disabillities: http://aaidd.org/intellectual-disability/definition/faqs-on-intellectualdisability#.UmofGVC-2So Affectiva. (2013). Emotion data. no strings attached. Retrieved from Qsensor: http://www.qsensortech.com/features/ American psychiatric association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders - vijfde editie. Arlington: American Psychiatric Association. Android. (2013). Gestures. Retrieved from Android developers: http://developer.android.com/design/patterns/gestures.html Android. (2013). Sensors overview. Retrieved from Android Developers: http://developer.android.com/guide/topics/sensors/sensors_overview.html Android Developers. (2013). Accessibility. Retrieved from Android Developers: http://developer.android.com/design/patterns/accessibility.html Android Developers. (2013). Application structure. Retrieved from Android Developer: http://developer.android.com/design/patterns/app-structure.html Android Developers. (2013). Input controls. Retrieved from Android Developers: http://developer.android.com/guide/topics/ui/controls.html Android developers. (2013, oktober 31). Intent. Retrieved from Android developers: http://developer.android.com/reference/android/content/Intent.html Android developers. (2013). Storage options. Retrieved from Android developers: http://developer.android.com/guide/topics/data/data-storage.html Android Developers. (2013). Typography. Retrieved from Android Developer: http://developer.android.com/design/style/typography.html
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
31
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
32
Apple. (2013). Ipad Air Technical Specifications. Retrieved from Apple: http://www.apple.com/ipad-air/specs/ Apple. (2013). Iphone compare models. Retrieved from Apple: http://www.apple.com/iphone/compare/ Apple inc. (2013, september 18). NSDate class reference. Retrieved from iOS developer library: https://developer.apple.com/library/ios/documentation/Cocoa/Reference/Foundation/C lasses/NSDate_Class/Reference/Reference.html Brin, S. (2013, februari). Sergey Brin: waarom google glass? Retrieved from TED: http://www.ted.com/talks/sergey_brin_why_google_glass.html Broadcom. (2012, maart 21). New location architecture with BCM4752. Retrieved from Broadcom: http://www.broadcom.com/products/features/GNSS.php CBS. (2013, Oktober 29). ICT gebruik van personen naar persoonskenmerken. Retrieved from Centraal bureau van de statistiek statline: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71098ned&D1= 0-2,7-14,27-32&D2=0-2&D3=0,l&HD=130422-1113&HDR=G2,G1&STB=T ComputerHope. (2013). Input device. Retrieved from ComputerHope: http://www.computerhope.com/jargon/i/inputdev.htm de Klerk, M., Fernee, H., Woittiez, I., & Ras, M. (n.d.). Factsheet: Mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen. Retrieved oktober 23, 2013, from Sociaal en Cultureel planbureau: http://www.scp.nl/dsresource?objectid=32816&type=org De Martino, B., Harrison, N., Knafo, S., Bird, G., & Dolan, R. (2008, oktober 15). Explaining enhanced logical consistency during decision making in autism. Londen: Journal of neuroscience. Retrieved from Society for neuroscience: http://www.jneurosci.org/content/28/42/10746.full.pdf+html
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
33
Eccles, J., & Wigfield, A. (2004). Motivational beliefs, values, and goals. Annual review of Psychology, 31. Emotiv Lifesciences. (2013). What you can do with a little insight... Retrieved from EmotivInsight: http://emotivinsight.com/ Expertisecentrum verstandelijke beperking. (2013). Syndromen en aandoeningen. Retrieved oktober 23, 2013, from Verstandelijk beperkt: http://www.verstandelijkbeperkt.nl/website/informatiemenu.php FHP. (n.d.). Fachgebiete interfacedesign. Retrieved from fachbereich design der fachhochschule potsdam: http://design.fhpotsdam.de/studiengaenge/interfacedesign/fachgebiete.html Gay, V., Leijdekkers, P., Agcanas, J., Wong, F., & Wu, Q. (2013). CaptureMyEmotion: helping autistic children understand their emotions using facial expression recognition and Mobile Technologies. Bled, Slovenië: Bled eConference. Gilbert, D. (2005, juli). Dan Gilbert over onze verkeerde verwachtingen. Retrieved from Ted: http://www.ted.com/talks/dan_gilbert_researches_happiness.html Gruber, J. (2013, mei 26). Human emotion 1.3: what is an emotion? Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=slwdzpg4Aqk&feature=share&list=PLh9mgdi4rNe wieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=2 Gruber, J. (2013, mei 26). Human emotion 2.3: emotion measurements. Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=g1lXq5VIKS4&feature=share&list=PLh9mgdi4rN ewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=5 Gruber, J. (2013, mei 30). Human emotion 7.1: psychophysiology i (introduction). Retrieved from Youtube:
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
34
http://www.youtube.com/watch?v=dR_DtzMafx0&feature=share&list=PLh9mgdi4rN ewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=18 Gruber, J. (2013, mei 30). Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system). Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=yzpxppWaNK0&feature=share&list=PLh9mgdi4r NewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=19 Gruber, J. (2013, juni 20). Human emotion 7.3: psychophysiology iii (specificity and coherence). Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=wkqyR7KA64E&feature=share&list=PLh9mgdi4r NewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=20 IBM. (2013). Transforming the lifetime of relationships between people and companies. Retrieved from IBM: http://www-03.ibm.com/innovation/us/watson/ Imagine. (2013, april 9). Vox4all: testimony of an association of mental disability. Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=U_NaTwUCEhg Ingraham, N. (2013, oktober 22). Apple announces 1 million apps in the App store, more than 1 billion songs played on iTunes radio. Retrieved from The Verge: http://www.theverge.com/2013/10/22/4866302/apple-announces-1-million-apps-inthe-app-store Jacobi, R., Calazans, N., & Trullemans, C. (1991). Incremental reduction of binary decision diagrams. Retrieved from Pontificia universidade católica do Rio Grande do Sul: http://www.inf.pucrs.br/~calazans/publications/ISCAS91.pdf Johanssen, P., Hall, L., Tärning, B., Sikström, S., & Chater, N. (2013). Choice blindness and preference change: you will like this paper better if you (believe you) chose to read it! Retrieved from Lunds universiteit: http://www.lucs.lu.se/wp-
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
35
content/uploads/2011/01/Johansson-et-al-2013-Choice-Blindness-and-PreferenceChange.pdf Juran, J., & Godfrey, B. (1998). Juran's quality handbook: fifth edition. New York: McGrawHill. Kijk op ontwikkeling. (2013). Verloop cognitieve ontwikkeling. Retrieved from Kijk op ontwikkeling: http://www.kijkopontwikkeling.nl/problemen/cognitieveontwikkeling1/verloop-cognitieve-ontwikkeling.html Lei, X., Senior, A., Gruenstein, A., & Sorensen, J. (2013, augustus 29). Accurate and compact large vocabulary speech recognition on mobile devices. Lyon, Frankrijk: ISCA. Retrieved from Google user content: http://static.googleusercontent.com/external_content/untrusted_dlcp/research.google.c om/nl//pubs/archive/41176.pdf Lifelong Kindergarten Group. (2013). Maak verhalen, spelletjes en animaties. Deel met anderen uit de hele wereld. Retrieved from Scratch: http://scratch.mit.edu/# LiKamWa, R., Liu, Y., Lane, N., & Zhong, L. (2013, juni 28). Moodscope: Building a Mood sensor from smartphone usage patterns. Retrieved from Rice university: http://www.ruf.rice.edu/~mobile/publications/likamwa2013mobisys2.pdf Mobile device size. (2013). Mobile device size beta. Retrieved from Mobile device size: http://mobiledevicesize.com/compare/#31,30;1 Molnár, B., Toth, C., & Detreköi, A. (2012, september 1). Accuracy test of Microsoft Kinect for human morphologic measurements. Retrieved from ISPRS: http://www.int-archphotogramm-remote-sens-spatial-inf-sci.net/XXXIX-B3/543/2012/isprsarchivesXXXIX-B3-543-2012.pdf Nielsen, J. (1995, januari 1). 10 Usability heuristics for user interface design. Retrieved from Nielson Norman Group: http://www.nngroup.com/articles/ten-usability-heuristics/
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
36
NTI. (2013). Verkorte MBO-opleiding Pedagogisch werker. Retrieved from NTI: http://www.nti.nl/mbo/verkorte-mbo-opleidingen/verkorte-mbo-opleidingpedagogisch-werker/ NVA. (n.d.). Asperger. Retrieved from Nederlandse vereniging voor autisme: http://www.autisme.nl/over-autisme/wat-is-autisme-(spectrum-stoornis)/asperger.aspx Overheid. (2013, Oktober 28). Wet bescherming persoonsgegevens. Retrieved from Overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0011468/geldigheidsdatum_28-102013#Hoofdstuk1_Artikel1 Oxford Dictionaries. (2013, mei 25). Definition of user interface in English. Retrieved from Oxford Dictionaries: http://www.oxforddictionaries.com/definition/english/userinterface Oxford university press. (2013). Definition of infographic in English. Retrieved from Oxford dictionaries: http://www.oxforddictionaries.com/us/definition/american_english/infographic Pei, L., Guinness, R., Chen, R., Liu, J., Kuusniemi, H., Chen, Y., . . . Kaistinen, J. (2013). Human behavior cognition using smartphone sensors. Sensors, 23. Peissner, M., & Sellner, T. (2013). Transparancy and controllability in user interfaces that adapt during run-time. 4. PHP. (2013, oktober 25). Booleans. Retrieved from PHP: http://www.php.net/manual/en/language.types.boolean.php Picard, R. (2009). Future Affective Technology for Autism and Emotion Communication. Londen: Philosophical Transactions of the Royal Society B. Pirtošek, Z., Georgiev, D., & Gregorič-Kramberger, M. (2009, november 19). Decision making and the brain: neurologists' view. Retrieved from Indecs: http://indecs.eu/2009/indecs2009-pp38-53.pdf
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
37
PJ Media. (2011, juni 17). Gage Speaks: How an iPad and innovative thinking gave voice to an autistic child. Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=VZwKqEccDWY Rijksoverheid. (2013). Gezond & veilig werken: sectorrapportage zorg en welzijn 2010 2012. Den Haag: vijfkeerblauw. RoboForm. (2013). Overview. Retrieved from RoboForm: http://www.roboform.com/how-itworks Rowinsky, D. (2013, juli 24). Google play hits one million android apps. Retrieved from Readwrite: http://readwrite.com/2013/07/24/google-play-hits-one-million-androidapps#awesm=~oltbNiWFY9dYXx Saenz de Urturi Breton, Z., Jorge Hernández, F., Méndez Zorrilla, A., & García Zapirian, B. (2012). Mobile communication for intellectually challenged people: a proposed set of requirements for interface design ont ouch screen devices. Retrieved from communications in mobile computing: http://www.comcjournal.com/content/pdf/2192-1121-1-1.pdf Sauro, J. (2011, November 30). 10 essential usability metrics. Retrieved from Measuring usability: http://www.measuringusability.com/blog/essential-metrics.php Seffah, H., Kececi, N., & Donyaee, M. (2001). QUIM: A framework for quantifying usability metrics in software quality models. Retrieved from Department of computer science and informatics at the university of the free state: http://csi.ufs.ac.za/resres/files/Seffah.pdf Sensoree. (2013). Ger mood sweater. Retrieved from Sensoree: http://sensoree.com/artifacts/ger-mood-sweater/ Sher, S., & McKenzie, C. (2010). Framing effects. Retrieved from UC San Diego: http://psy2.ucsd.edu/~mckenzie/SHERMCKENZIEFRAMINGEFFECTSFINAL1.pdf
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
38
Sony. (2013). Xperia mini pro quick specs. Retrieved from Sony: http://www.sonymobile.com/gb/products/phones/xperia-mini-pro/specifications/ SurveyMonkey. (2011). Smart survey design. Retrieved from Amazon: http://s3.amazonaws.com/SurveyMonkeyFiles/SmartSurvey.pdf Taalunieversum. (2013). Het gemeenschappelijk europees referentiekader. Retrieved from Taalunieversum: http://taalunieversum.org/onderwijs/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/3/3/ Touchwindow. (2013). 80-82 inch large touch screens. Retrieved from Touchwindow: http://www.touchwindow.com/c/82inchLCDTouchscreenMonitors.html van Dale. (2013). Betekenis 'binair'. Retrieved from van Dale: http://vandale.nl/opzoeken?pattern=binair&lang=nn#.Um-V8PlWx8E van Dale. (2013). Betekenis 'stappenplan'. Retrieved from van Dale: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=stappenplan&lang=nn#.Um92V_lWx8E van der Kwartel, A. (2013). Brancherapport gehandicaptenzorg 2012. Utrecht: Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. van Hoek, C. (2013, juni 20). Ouderen massaal aan tablet en smartphone. Retrieved from nu.nl: http://www.nu.nl/tech/3505785/ouderen-massaal-tablet-en-smartphone.html VAPH. (2013, oktober 25). Classificerende Diagnostische Protocollen: Simulatie Diagnoseen Indicatiestelling 2011-2012. Retrieved from VAPH: http://www.vaph.be/vlafo/download/nl/7033741/bestand Vereniging gehandicaptenzorg Nederland. (2013). Beroepen. Retrieved from Werken in de gehandicaptenzorg: http://www.werkenindegehandicaptenzorg.nl/opleidingen/alleberoepen
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
39
Vereniging gehandicaptenzorg Nederland. (n.d.). Alle opleidingen. Retrieved from Werken in de gehandicaptenzorg: http://www.werkenindegehandicaptenzorg.nl/opleidingen/alleopleidingen Wearable technologies. (2013). WT. Retrieved from Wearable technologies: http://www.wearable-technologies.com/ Wikipedia. (2013, oktober 3). Binary decision diagram. Retrieved from Wikipedia: http://en.wikipedia.org/wiki/Binary_decision_diagram WRBL. (2013). Retrieved from WRBL: http://www.wrbl.nl/ You chooz. (n.d.). Wat ga je doen? Retrieved from You chooz: http://www.youchooz.nl/beroepen/woonbegeleider-gehandicaptenzorg/145/wat-ga-jedoen/1
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
40
Tabel 1 Vaardigheden bij verschillende ontwikkelingsleeftijden (Kijk op ontwikkeling, 2013) Ontwikkelingsleeftijd Vaardigheden 2 tot 4
Innerlijke beelden vormen van objecten of gebeurtenissen Begrijpen van symbolen Animistisch denken (denken dat levenloze objecten beschikken over mentale processen) Moeilijk onderscheid kunnen maken tussen fantasie en werkelijkheid Stelt zich minder egocentrisch op
4 tot 7
Kan plausibele verklaringen geven i.p.v. toekennen aan magie Aandacht wordt nog teveel verdeeld i.p.v. concentratie op één factor Kan niet alle factoren beredeneren bij oplossen van een probleem Problemen oplossen en stappen terugdenken is lastig Verbeeldingskracht stelt in staat verhaallijnen te bedenken
7 tot 11
Conservatie; weten dat veel dingen hetzelfde blijven ondanks oppervlakkige veranderingen Minder impulsief door betere beredenering bij problemen Inbeeldingsvermogen stelt in staat aanwijzingen te geven voor bijvoorbeeld een route Minder naïef door verbeterde redenering
11 tot 20
Mogelijk om abstract en complex te denken Probleem oplossen door hypotheses en veronderstellingen Ongrijpbare concepten worden begrijpelijk zoals waarheid, onrecht, relaties.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
41
Tabel 2 Kenmerken bij verstandelijke beperkingen per niveau (American psychiatric association, 2013) Niveau
Licht
Problemen op
Problemen op
Problemen op
conceptueel domein
sociaal domein
praktisch domein
Lezen, schrijven,
Juist interpreteren van
Ondersteuning nodig bij
rekenkunde, tijdsbesef, sociaal gedrag, achterstand
complexe dagelijkse taken
geldbesef, abstract
in communiceren,
zoals bijv. boodschappen,
denken, plannen,
gesprekken voeren en taal,
vervoer en geldzaken.
prioriteiten stellen,
aannemen van passende
Ondersteuning nodig bij
korte termijn
emotie of gedrag, beperkt
keuzes betreffende welzijn,
geheugen.
bewustzijn van gevaar in
gezondheid en wet- en
sociale situaties, mindere
regelgeving.
sociale beoordeling. Matig
Tragere en beperkte
Minder complex
Dagelijkse taken kunnen
ontwikkeling van o.a.
taalgebruik, onjuist
zelfstandig worden
taal, lezen, schrijven,
interpreteren van sociaal
uitgevoerd mits voldoende
rekenkunde, tijdsbesef, gedrag, beperkt in sociale
training en
geldbesef.
beoordeling en keuzes
herinneringshulp. Werken
Ontwikkeling is te
maken, hulp nodig bij
is, afhankelijk van het soort
vergelijken met
grote beslissingen,
werk, zelfstandig of met
basisschool.
beperkte vriendschappen,
begeleiding mogelijk. Ook
Dagelijkse begeleiding
ondersteuning nodig bij
hier is training een vereiste.
is noodzakelijk
werk.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN Ernstig
42
Beperkt leesvermogen,
Beperkte taal in
Zorg nodig bij dagelijkse
weinig besef van
woordenschat en
taken, constante supervisie
cijfers, hoeveelheden,
grammatica, taal bestaat
is vereist, niet in staat tot
tijd en geld. Behoeft
uit korte zinnen of enkele
keuzes maken betreffende
extensieve zorg.
woorden welke soms
het welzijn van zichzelf of
aangevuld met gebaren,
dat van anderen, constante
gefocust op het nu,
begeleiding tijdens werk is
begrijpt simpele taal en
nodig, veel training nodig
gebaren, heeft veel baat bij
bij leren van nieuwe taken
relaties met familie en bekenden Diep
Besef van de fysieke
Weinig besef van
Afhankelijk van anderen
wereld, vaardigheden
symboliek in spraak of
maar kan, mits de motoriek
zoals sorteren en
gebaren, kan simpele
het toelaat, participeren bij
herkennen zijn
instructies en gebaren
simpele taken.
mogelijk, een beperkte
begrijpen en opvolgen,
motoriek kan
communiceert
functioneren echter
voornamelijk non-verbaal,
beperken
geniet van contact met familie en bekenden maar kan hierin beperkt worden door motorisch functioneren.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN
43
Tabel 3 Meetcriteria volgens het QUIM model (Seffah, Kececi, & Donyaee, 2001) Effectiviteit
De mate van accuraatheid en volledigheid waarmee een gebruiker de taak kan uitvoeren
Efficiëntie
De hoeveelheid informatie en middelen de gebruiker nodig heeft om de taak uit te voeren
Voldoening
Positieve houding ten opzichte van het product en de mate
Factoren
van ervaren ongemak Productiviteit
Effectiviteit in relatie tot de efficiëntie
Veiligheid
Mate waarin de gebruiker of de hardware gevaar loopt met bijvoorbeeld persoonlijke informatie.
Leer kans
Het gemak waarmee de gebruiker kan leren omgaan met de user interface.
Internationale
De mate waarin het product voor andere culturen, talen en
waarde
doelgroepen geschikt kan zijn
Toegankelijkheid
De mate waarin het product door een diverse groep mensen gemakkelijk gebruikt kan worden
Aantrekkelijkheid
In hoeverre de stijl de persoon motiveert tot gebruik
Consistentie
Elementen die bijdragen aan de gelijkheid van het product
Criteria
bij het doorlopen van het product Minimale actie
Het minimum aantal stappen dat noodzakelijk is voor het doorlopen van de taak
Minimaal geheugen
De hoeveelheid informatie die de gebruiker dient te onthouden om een taak uit te voeren
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN Volledigheid
44
In hoeverre de gebruiker in staat is een taak volledig uit te voeren
Essentiële efficiëntie
De verhouding tussen het ideaal aantal stappen en de daadwerkelijk genomen stappen EE weighted pi EEi i
Pi = waarde van de taak EEi = Essentiële efficiëntie van de taak
Taak
Metriek
overeenstemming
Index voor moeilijkheidsgraad
TC 100
D N 1 N 2
TC
Task concordance in procenten (-100% tot 100%)
D
verwachte moeilijkheidsgraad in volgorde minus het aantal gemaakte stappen door gebruiker
N Visuele samenhang
hoeveelheid taken die worden gescoord
Index voor de consistentie van gebruik van elementen in de user interface
1 TV 100 Vi Stotal i Stotal = stappen van de taak Vi = zichtbaarheid van element per taak
Data
Meetbaar
Alle gegevens die vanuit het gebruik van het systeem gemeten kan worden. Dit kan tijd, aantal stappen, frequentie van gebruik of foutmeldingen zijn.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN Berekenbaar
Alle gegevens die vanuit formules naar voren komen zoals de task concordance en essentiële efficiëntie. Vaak zijn dit percentuele gegevens.
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
45