Delta nr. 2
13 SEPTEMBER
2012
Iedereen weet dat je gegevens niet veilig zijn op Facebook. Tijd voor privacy by design
facebook #fail reportage
interview
essay
studenten Cynthia liem: architectuur als spin-off dubbeltalent na de crisis
International pages inside see page 29
12 Delta Nr.2
13 September
2012
“De bedoeling was om een foto te maken in de vorm van een gewist facebook-profiel. Het moest dus een silhouet worden, maar echt recht van voren vond ik te algemeen. Door net het hoekje van de bril en een plukje haar te laten zien, werd de foto een tikje persoonlijker. Maar het blijft zo dat het model alleen zichzelf herkent. Dus als begin van een modellencarrière is deze cover minder geschikt. Maar toch: Jeroen, bedankt!” (Fotograaf Sam Rentmeester)
REAGEER!
www.delta.tudelft.nl
colofon Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie. Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands, Carlijn Remmelzwaal Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Auke Herrema, Job Hogewoning, Martin Kers, David McMullin, Olga Motsyk, Joost Panhuysen, Damini Purkayastha, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Maurits van der Ven, Robert Visscher Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected] Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected] Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 0169-698x. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
8 reportage
interview
facebook en privacy
muziek ordenen
Iedereen zit tegenwoordig gezellig op Facebook, maar niemand lijkt echt te willen weten of zijn gegevens veilig zijn bij het Amerikaanse bedrijf. Tien manieren waarop Facebook je leven binnendringt.
Cynthia Liem studeerde piano en technische informatica en combineert die twee nu in haar promotieonderzoek. “De emotie tegenover de rechtstreekse wereld.”
16
Delta op maandag
29
Nieuw blad, nieuwe formule, nieuwe uitkomstdag. Voortaan verschijnt Delta op maandag in plaats van op donderdag. Delta 3 ligt dus op maandag 1 oktober in de schappen.
VERDER international pages
Formula Student: meedoen is belangrijker dan winnen
taking control With close to 1,000 international students joining TU Delft every year, the institute is a veritable melting pot. MSc students talk about how they galvanised crosscultural student interaction.
Column 04 KORT NIEUWS 05 SPORT 06 DESGEVRAAGD 07 PARTYCRASHERS 15 JOB DE KOK 15 BACHELOR 20 NA DELFT 21 ESSAY 22 AGENDA 26 COLUMN 27 HALFWAY 31 TALKING POINT 31
Delta De opening van het Delftse Academisch Jaar stond in het teken van de toekomst van het studeren. De laatste tijd heb ik steeds vaker het idee dat ik al in de toekomst leef: bijvoorbeeld als ik op vakantie in een obscuur buitenland even via mijn telefoon op internet kijk of er een goed visrestaurantje in de buurt is. Minstens zo futuristisch zijn de mogelijkheden voor onderwijs via internet. Een van de revolutionairen is Sal Khan van Khan Academy. Hij gaf zijn neefjes en nichtjes bijles wiskunde met korte filmpjes en zette die op YouTube. Zijn video’s werden al snel ongekend populair, met vele honderdduizenden kijkers. Inmiddels zijn er leraren die de filmpjes gebruiken om hun lesmethode om te keren. In plaats van in de les uitleggen en thuis sommen oefenen, kijken de leerlingen nu thuis Khans uitleg en maken ze de sommen in de klas. Ik weet niet of dat pedagogisch gezien een goed idee is, maar een interessante ontwikkeling is het zeker. Khan inspireerde Sebastian Thrun van Stanford om zijn college kunstmatige intelligentie ook via internet te geven. Afgelopen najaar kon iedereen met een computer en internet meedoen. De thuisstudenten kregen precies dezelfde stof en maakten dezelfde opgaven als de studenten in Stanford. Er meldden zich 160 duizend geïnteresseerden uit de hele wereld aan. Uiteindelijk haalden ongeveer 22 duizend deelnemers de eindstreep. Dat zijn meer studenten dan er op de TU Delft rondlopen. Inmiddels zijn op sites als Udacity en Coursera tientallen cursussen te vinden van topuniversiteiten. De onderwerpen lopen uiteen van cryptografie tot wereldgeschiedenis en van economie tot poëzie. Wiskundige Keith Devlin geeft vanaf deze week een cursus wiskundig denken en beschrijft zijn voorbereidingen op zijn blog mooctalk.org. Mooc staat voor massive(ly) open online course. Devlin bekent eerlijk dat hij nog zoekt naar de juiste vorm. Zijn grootste probleem is dat hij een vak geeft dat je alleen leert door oefenen en overleggen met anderen. Het liefste zou hij elke student individueel begeleiden, maar dat is onhaalbaar met tienduizenden aanmeldingen. Devlins oplossing is om internet slim te gebruiken: laat studenten elkaar helpen op fora. Hij vraagt docenten van andere universiteiten om tegelijk met hem dezelfde cursus te geven en zich met hun studenten te mengen in de discussie. Zo kunnen zij hulp bieden aan de studenten die alleen achter hun computer zitten te ploeteren. Ik ben erg benieuwd waar deze ontwikkeling naar toe gaat. Zelf ga ik de komende tijd een cursus bij Coursera volgen om te kijken hoe het is om als student aan zo’n massaal project mee te doen. Zijn we als Nederland te klein om ook zoiets op te zetten? Of zitten er in Delft pioniers die ook eens zo’n cursus willen proberen te geven? Dat is pas echt meedoen aan de toekomst.
Ionica Smeets is TU-alumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.
TU Delft
Roeister Suzanne Garritsen (bachelor bouwkunde) en Margot Hoogendoorn (master technische bestuurskunde) zijn oprichtsters van modelabel Jade Jackets. Ze deden in juli mee aan de Young Fashion Collective-modeshow van de Amsterdam Fashion Week.
1. Toen we aan de TU studeerden, wisten we al dat ons hart meer bij mode lag.
3. De Amsterdam Fashion Week was het begin van nog meer bekendheid in de modewereld.
2. Jade Jackets is een uit de hand gelopen nieuw avontuur.
4. Als onze studies zijn afgerond, gaan we liever door in de mode.
nee
ja
ja
ja
5. Op welke vraag wil je terugkomen?
Op vraag 4. Vooral leuk aan het opzetten van een modelabel is het ondernemen in de modewereld. Die passie voor ondernemen komt voort uit onze Delftse, technische ‘roots’. Er komt veel kijken bij het neerzetten van een modemerk, zowel op ondernemersvlak als op creatief vlak. Wat ons opvalt, is dat iedereen elkaar wil helpen in de modewereld. We hebben veel contact met andere startende ondernemers van modelabels die ons tips geven en ons netwerk verbreden. Dat geeft ons de energie om verder te gaan met Jade Jackets.
1554,30 In het TU-jaarverslag staan nu ook de declaraties van de collegeleden vermeld. Karel Luyben declareerde niets en Dirk Jan van den Berg hield het bij 147,75 euro representatiekosten. Paul Rullmann declareerde 1554,30 euro representatiekosten en 252,70 euro reiskosten binnenland. De universiteit maakt ook kosten ten behoeve van de collegeleden die ze niet eerst zelf hebben voorgeschoten. Bij Van den Berg was dat ruim 21 duizend euro, bij Luyben een kleine 10 duizend euro en bij Rullmann 9,5 duizend euro. www.delta.tudelft.nl/25602
Tweets
Foto: Carlijn Remmelzwaal
columnIONICAsmeetswereldcollege
4
Kort
Foto’s: Hans Stakelbeek)
Klachten
Kunstenaars geïnspireerd door auto’s lieten op 9 september in Delft hun werk zien op het Car Art Festival bij evenemententerrein Lijm en Cultuur. Met de klok mee: Bart Jansen exposeerde foto’s uit zijn Aangereden Dierenboek en Ting Tong Chang maakte van een sloopauto een interactieve installatie met duizend gaatjes met klappertjes erin. Het Instituut voor de Loslopende Mens, ofwel kunstenaar Oscar Prinsen, bouwde een mobiele ‘Zingever’. De Delftse kunstenares Rielle Beekmans veranderde een auto in een kleisculptuur.
sten op zitten te wachten. Zijn boek ‘Designing with Emerging Markets’ staat vol voorbeelden. delta.tudelft.nl/25589
Diarree Het Delftsch Studenten Corps moest de KMT begin september twee dagen stilleggen vanwege een uitbraak van het zeer besmettelijke norovirus. Zo’n tachtig van de 350 eerstejaars kregen last van diarree en braken. www.delta.tudelft.nl/25595
Pioniers
Wie je moet kennen Van de fiets zelf bestaat een wiskundig model, maar hoe zit het met de tachtig kilogram vlees die er bovenop balanceert? Promovendus ir. Jodi Kooijman (3mE) heeft een eerste poging gedaan om de fietser te modelleren. Om te beginnen heeft hij met proefpersonen op speciaal geprepareerde fietsen heel precies vastgelegd hoe de fietser overeind blijft. delta.tudelft.nl/ 25599 De huidige crisis is een buitenkans voor ontwerpers, zei hoogleraar duurzaam ontwerpen Prabhu Kandachar op zijn afscheidssymposium ‘Beyond Design’ op 7 september. De crisis daagt volgens hem ontwerpers uit om producten en diensten te ontwerpen waar de vier miljard arm-
Studentenorganisaties hebben een website gemaakt voor studenten die denken dat ze de boete ten onrechte krijgen. Studenten kunnen via de website gratis juridische hulp krijgen en er een voorbeeld van een bezwaarschrift downloaden. Roosterproblemen, onjuiste informatie, een bestuursjaar; het kunnen allemaal gronden zijn voor een bezwaar. www.delta.tudelft.nl/25606
Drinkwater door het toilet spoelen is zonde, vinden prof.dr.ir. Mark van Loosdrecht (TNW) en collega’s uit Hong Kong en van KWR Watercycle Research Institute. Je kunt daar veel beter zeewater voor gebruiken. Zout rioolwater is energie-efficiënter te zuiveren en je kunt er gemakkelijker fosfaat uit terugwinnen. De wetenschappers ontvingen in september de 2012 IWA Project Innovation Honour Award in Zuid Korea. delta.tudelft.nl/ 25604
Studenten die zijn begonnen aan de populaire nieuwe bacheloropleiding nanobiologie voelen zich echte pioniers, blijkt uit een kennismakingsgesprek met vijf van hen. De toekomst van henzelf en het vakgebied is grotendeels nog onbekend en juist dát spreekt tot de verbeelding. www.delta.tudelft.nl/25590
Decolleté Sommige vrouwen stoppen hun mobiele telefoon in hun bh, maar geld is lastiger op te bergen als je geen zakken hebt. TUstudente Hiske Elferink bedacht een oplossing: de decolleté-portemonnee. Ze won daarmee de publieksprijs van de Hema ontwerpwedstrijd. De beurs kan in een beha-cup en zit vast aan het bandje. www.delta.tudelft.nl/25579
Opening Eerstejaars studenten zijn de afgelopen tijd om de oren geslagen met adviezen voor succesvol studeren. Collegelid Paul Rullmann deed daar bij de opening collegejaar op 3 september nog een schepje bovenop met zeven tips: begin vandaag met studeren; maak vrienden, wees gedisciplineerd, ga met vragen naar je docent, ga actief op zoek naar digitale informatie, neem actief deel en houd moed. www.delta.tudelft.nl/25578
SPORT
Sporter van de week is Jitske Marcelis
Specs
1.78 mtr NATIONALITEIT: Nederlands Geboortejaar 1992
studie: Life science &technology
sport:
Survival bij Slopend
Zilver voor lacrossers
ANDERE SPORTEN
fitness
Roeier Sjoerd de Groot vulde zijn prijzenkast aan met een zilveren studenten-WK-medaille, Delft Barons toonde zich de op een na beste lacrosse-club van Europa en de balsporters in teamverband begonnen aan een nieuw competitieseizoen.
Mijn sterke punten “Als ik eenmaal een doel heb ga ik er voor honderd procent voor.” Zwakke punten “Motivatiewisselingen.” Lichamelijke zwakheden “Vroeger mijn enkels. Sinds ik bij Slopend ben geen last meer van. Bij survivallen train je je enkels heel vaak op onverharde grond. Dat vergroot de stevigheid.”
Ambities? “Later zou ik een eigen paard willen hebben en daarmee successen boeken op de dressuur. Jammer dat dat hier niet kan. In Friesland heb ik altijd paardgereden en wel eens wedstrijdjes gewonnen.” Wat is er leuk aan survivallen? “De uitdaging om verder te gaan dan je eigenlijk kan en om helemaal stuk te gaan. Dat geeft veel voldoening; je traint al je spiergroepen.” (JT)
Vroeger zwakke enkels. Sinds ik bij Slopend ben geen last meer van.
Foto: Sam Rentmeester
Hoogtepunten/prijzen? “Week naar een adventure race op Corsica met Slopend: 250 kilometer hardlopen, mountainbiken, kajakken, zwemmen, canyoning. In vijf dagen met een team van drie jongens en ik. Niet gewonnen, wel een fraaie ervaring.”
Zilver in het Russische Kazan en zilver in Praag. Twee prestigieuze medailles die afgelopen zondag werden veroverd bij internationale wedstrijden. De eerstgenoemde door de Nederlandse vier tijdens het WK roeien voor studenten. Een van de ingezetenen was Delftenaar Sjoerd de Groot die daarmee mooi weer een balletje mag doorschuiven op het ‘blikken’-telraam in het verenigingsgebouw van Proteus. Het zilver uit Praag was voor de lacrossers van Delft Barons, dat zich de op een na beste toonde tijdens het EK voor landskampioenen. Overigens stond medaillewinst van wat voor kleur dan ook bij voorbaat vast, aangezien er in de Tsjechische hoofdstad maar drie clubs aantraden. “Er zijn zeventien Europese landen waar deze sport beoefend wordt. Omdat het nog een jonge sport is, is het erg lastig om sponsors te vinden voor zo’n tripje”, legt middenvelder Eelco Engelkens uit. Op zaterdag verloor het Delftse studententeam nog van zowel het Oostenrijkse Vienna Monarchs als de latere winnaar TJ Malesice uit het gastland. “We moesten heel erg wennen aan hun fysiek stevige spel”, verweerde Engelkens zich. Een dag later ging het een stuk beter en werd er van beide tegenstrevers gewonnen. Delft Barons speelde in Praag overigens zonder drie van zijn internationals, maar had wel twee kersverse jeugdinternationals toegevoegd aan de selectie. Remco Wiggers werd topscorer van het toernooi. Voor veel teamsporters ging intussen begin september een nieuwe competitiejaargang van start. De hockeydames van DSHC beleefden daar weinig plezier aan. De gepromoveerde ploeg moet haar draai nog vinden in de eerste klasse en verloor twee keer. De heren, vorig seizoen nog lang in de race voor promotie, begonnen met een 6-0 zeperd tegen Ring Pass, maar herstelden zich zondag middels een 2-1 overwinning op Alecto. Dat het lastig is om op een hoger niveau aan te klampen ondervonden ook de voetballers van het naar de derde klasse gepromoveerde Ariston’80. Na twee duels staan zij nog altijd op nul punten. Dan bakken de veldkorfballers van Paal Centraal er meer van: twee keer gespeeld, twee keer gewonnen, en trotse leider in poule 4I van de vierde klasse. (JT) Tips?
[email protected]
Delta
7
TU Delft
Desgevraagd Heb jij de TU Delta app al?
Als het om de wetenschap gaat willen wetenschappers liever wel D66 en absoluut geen PVV in een nieuwe coalitie. Nog belangrijker is dat er zo spoedig mogelijk een lobby komt voor de wetenschap, stellen drie Delftse Jonge Akademieleden. partijen zeggen in hun programma wetenschap belangrijk te vinden. Maar hoeveel zijn die woorden waard, vragen de Akademieleden zich af. “Politici spreken vaak over het belang van een kenniseconomie, maar in de praktijk valt het tegen”, zegt Vandersypen (Kavli Institute of Nanoscience). Tussen 2008 en 2015 daalt de investering in wetenschap van 942 naar 809 miljoen euro. Een groot deel van het krimpende wetenschapsbudget gaat vanaf dit jaar naar de zogenaamde topsectoren – onderzoek dat aansluit bij innovaties in het bedrijfsleven. Fundamenteel onderzoek krijgt steeds minder geld. Vandersypen: “Juist daaruit komen veel innovaties op de langere termijn.” “Wie rechts stemt, houdt de topsectoren in stand omdat partijen als CDA en VVD dat beleid steunen. Linkse partijen laten waarschijnlijk meer ruimte voor fundamenteel onderzoek”, zegt
Hanson (Kavli Institute of Nanoscience) Om ervoor te zorgen dat wetenschap een belangrijke rol speelt tijdens de formatie, zou er een goed georganiseerde lobby moeten komen. Dat stelt Dik (3mE). “Waarom lobbyt een topwetenschapper met behoud van zijn baan niet een paar jaar in Den Haag? Meer wetenschappers in de Tweede Kamer zou ik ook toejuichen, zodat we beter vertegenwoordigd worden.” Volgens Dik heeft de Jonge Akademie al veel contact met politici en moet dit verder toenemen. “Ik neem het mezelf ook kwalijk dat we zo weinig invloed hebben.” Volgens Hanson is het nog niet te laat. “Tijdens de verkiezingsstrijd draait het vooral om woorden. Bij het formeren wordt het geld verdeeld en dan moeten we instappen.” (RV)
48% Ja!
17%
Nog niet, maar ik ga hem nu downloaden.
9%
Nee, ik wacht op de Android-versie.
26%
Ik heb geen smartphone.
Strip: Auke Herrema
Eén partij neemt stelling tegen de wetenschap, vinden prof.dr.ir. Lieven Vandersypen, dr.ir. Ronald Hanson en prof.dr. Joris Dik: de PVV. De Delftse leden van de Jonge Akademie (een platform voor jonge topwetenschappers van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen) geven desgevraagd hun mening over een nieuw te vormen coalitie. De PVV wil fors op wetenschap bezuinigen en valt volgens hen dus af. Maar wie moet er wel in de coalitie? Vooral D66 springt er positief uit, vinden de Akademieleden. Want D66 noemt de termen ‘wetenschap’, ‘onderzoek’ en ‘universiteit’ verreweg het meest in haar programma, blogde chef wetenschap van de Volkskrant Maarten Keulemans onlangs. Ook de meeste andere politieke
8
Delta
TU Delft
Tekst: Saskia Bonger Foto: Sam Rentmeester
Delta
9
TU Delft
het falen van facebook Big Brother ‘Big Brother is watching you’. Dat citaat uit de roman ‘1984’ van George Orwell schept in vijf woorden een angstbeeld dat tot op de dag van vandaag actueel is. Toen het boek geschreven werd – in 1948 - was het vooral de communistische Sovjet-Unie die het Westen deed vrezen voor het uitwissen van het individu ten behoeve van het grote geheel. In het boek kan niemand nog een stap zetten zonder dat hij in de gaten wordt gehouden door ‘Grote Broer’. Hoofdpersoon Winston haat dat leven, maar weet zich aan alle kanten bespied. Termen uit het boek komen na het einde van de Koude Oorlog vaak bovendrijven in discussies over privacy. Is het niet een overheid die ons met camera’s en elektronische patiëntendossiers wil volgen, dan zijn het wel (internet)bedrijven die de verdenking op zich laden wel erg geïnteresseerd te zijn in de privégegevens van hun klanten. Facebook moet het de laatste jaren het meest ontgelden, maar ook Google, Apple en Amazon krijgen kritiek te verduren.
Letterlijk half Nederland zit op Facebook, maar vrijwel niemand lijkt echt te willen weten of zijn gegevens veilig zijn bij het Amerikaanse bedrijf. Dat is onterecht. Het is tijd voor computers die privacy-inbreuken onmogelijk maken.
“Privacywetgeving en dertig jaar discussie daarover worden knetterhard ingehaald door de technologie.” Hoogleraar filosofie aan de TU Delft prof.dr. Jeroen van den Hoven zegt het maar even zoals het is, terwijl hij ontspannen in zijn stoel leunt met de leesbril op zijn voorhoofd. Zijn woordkeuze, doorspekt met Engels, klinkt onheilspellend: ‘Big data is coming’ en ‘we spreken over datamining op een gigantisch niveau’. Wat hij daarmee bedoelt? “We zijn allemaal zo ontzettend veel data aan het genereren, door te bellen, op internet te zoeken, foto’s te uploaden. En dat terwijl de techniek het bedrijven mogelijk maakt om op een betaalbare manier op terabyte-niveau data op te slaan en te doorzoeken. Eén terabyte. Voor de duidelijkheid: dat is net zoveel als de gegevens van al het telefoonverkeer in de Verenigde Staten in één jaar.” Wie daar belang bij heeft? “Follow the money”, zegt Van den Hoven. “De Facebooks van deze wereld denken continu na over hoe ze met onze informatie veel geld kunnen verdienen. Het wachten is op nieuwe servicemodellen en diensten waarvoor die data gebruikt kunnen worden.” Bedrijven, opsporingsdiensten, banken, verzekeringsmaatschappijen, potentiële werkgevers; allemaal hebben ze interesse in onze privégegevens. Om advertenties en prijzen op ons te kunnen toesnijden, om crimineel gedrag op te sporen, om te checken of we kredietwaardig zijn, om te zien of we de
afgelopen tien jaar niet te veel gefeest hebben of er ongewenste meningen op na houden. Natuurlijk, de discussie over privacy op internet – of liever het gebrek daaraan – is niet nieuw. In doemscenario’s waarin naast Facebook elektronische patiëntendossiers, ov-chipkaarten en beveiligingscamera’s een rol spelen, stevenen we af op een Big Brother-achtige staat waarbinnen het individu zich aan alle kanten bekeken weet (zie kader). Facebook krijgt veel kritiek. (zie kader) Er zijn geregeld rechtszaken over schendingen van de privacy van zijn gebruikers. Natuurlijk zijn er meer bedrijven te noemen, maar Facebook is enorm. Dik zeven miljoen Nederlanders hebben een actief Facebookaccount, wereldwijd zijn er bijna één miljard Facebookvrienden.
Taggen Ook Delftse studenten en verenigingen zijn massaal op het online netwerk te vinden, niet zelden met openbare profielen. Als het even meezit, heeft een student al gauw een paar honderd ‘vrienden’ en wordt hij geregeld getagd in foto’s van leuke feestjes. Zo niet, dan is hij óf zo cool dat hij Facebook niet nodig heeft óf hij is een rare snuiter zonder vrienden. “Als je een leuk meisje hebt ontmoet en ze staat niet op Facebook, dan denk je gauw: dan zal ze toch wel niet zo leuk zijn.” (zie kader Southpark) Dat laatste zegt Karens Grigorjancs, die vanaf 3 september
6834
personen vinden de TU Delft leuk
100.000.000.000
‘Heb je de afgelopen jaren niet te veel gefeest, willen potentiële werkgevers weten’ voorzitter is van Christiaan Huygens, de studievereniging van wiskunde en informatica. Toen Grigorjancs het derdejaarsvak ethiek en recht volgde, werd hij met de neus op de feiten gedrukt wat betreft privacy op Facebook. Hij schreef ‘een klein paper’ over het opt in en opt out-beleid van Facebook. “Veel instellingen die anderen toegang verlenen tot jouw gegevens staan automatisch aan. Wil je dat niet, dan moet je die instellingen actief uitzetten. Heel veel mensen zien het liever andersom.” Grigorjancs houdt zijn privacy-instellingen beter in de gaten sinds hij er meer vanaf weet. Aan de andere kant zou hij er geen problemen mee hebben voor een bedrijf als Facebook te werken. “Een bedrijf moet winst maken en zich aan de regels houden, een ander principe heb ik niet.” Die regels staan nu juist onder druk, omdat ze constant door de techniek worden ingehaald en in de Verenigde Staten
‘As we all know chick friends are worth almost triple what dude friends are’
euro was Facebook waard bij de beursgang in mei 2012
anders zijn dan in Europa. Hoe moet dat als de samenleving in de toekomst nog verder digitaliseert, als Facebook inderdaad samen met slechts een handvol andere grote spelers als Google en Apple het internet domineren, doordat allerlei diensten alleen toegankelijk zijn als je via hen inlogt? (zie ook kader lock in-effect)
Geheime informatie Volgens hoogleraar Jeroen van den Hoven zijn er drie opties. Of de privacywetgeving wordt strenger, maar dan zullen er onherroepelijk handhavingsproblemen blijven. Of privacybewakers komen in actie als het ergens misgaat, bijvoorbeeld als iemand op basis van mistig verkregen informatie is geweigerd voor een lening of een ziektekostenverzekering. Maar dan moeten bedrijven wel eerlijk zijn over hun handelswijze. Banken laten volgens Van den Hoven zien dat dat nog wel eens een probleem kan zijn: “Banken vullen soms in het geheim geplunderde saldo’s aan van gehackte rekeningen, zodat het misbruik niet naar buiten komt. Mensen zijn nog niet indringend geconfronteerd met de nadelen van misbruik van privégegevens.” De derde optie is wat Van den Hoven betreft de meest interessante. “Wat als we de technologie zó maken dat privacy-inbreuken onmogelijk zijn? Dat heet privacy by design. We moeten computers zó maken dat ze de belichaming zijn van onze
Southpark: You have zero friends Geen maatschappelijke ontwikkeling is veilig voor de makers van de tekenfilmserie Southpark. Al in 2010 maakten zij een aflevering over Facebook, waarin Kyle, Cartman en Kenny een Facebookprofiel maken voor Stan. Die laatste zit daar helemaal niet op te wachten, maar merkt al snel dat hij Facebook ingezogen wordt. Zijn vader klaagt dat hij geen vrienden is met Stan en dat hij moet reageren op de status van zijn oma. Zijn vriendinnetje wil van hem weten of hij haar soms niet serieus neemt, omdat hij zijn relatiestatus niet op ‘heeft een relatie’ heeft staan. Als Stan uiteindelijk probeert zijn profiel te verwijderen, wordt hij zijn computer ingetrokken. Daar blijkt het te wemelen van de profielen, die praten in Facebook-taal.
Delta
30,37%
van de Europeanen gebruikt Facebook
privacywetten. Die zitten verstopt in de software.” Zo hoeven bedrijven als Facebook niet constant op de hielen gezeten te worden, is de hoop. Klinkt logisch, maar ook eng en onvrij. Van den Hoven nuanceert: “Ook in de echte wereld maken we altijd de afweging tussen jouw vrijheid en mijn privacy. Het ene eindigt waar het andere begint.” De hoogleraar verwijst weer naar de banken. Online bankieren kan door allerlei veiligheidsmaatregelen behoorlijk veilig. Het gaat wel eens mis, maar dat risicopercentage is verwaarloosbaar klein. “Maar ja, daar hangt wel een behoorlijk prijskaartje aan. Beveiliging kost veel geld.”
Publieke sfeer Ondertussen denken experts na over een radicaal andere inrichting van internet, al staat dat nog in de kinderschoenen. Van den Hoven verwijst naar de Europese IT-flagship initiatieven. Dat zijn zeven grote projecten waarmee de Europese Unie economische groei wil stimuleren en waar miljarden euro’s in om gaan. Eén daarvan is de inrichting van de informatiesamenleving van de toekomst. “We denken aan het creëren van een publieke sfeer, maar dan online. Hoe dat er precies gaat uitzien, daarvoor moeten we nog een model bedenken. Natuurlijk is het nodig om bij burgers de bereidheid te vinden om te par-
1 S teeds de gebruikersvoorwaarden op kleine punten oprekken; 2 Apps voor bijvoorbeeld games zo instellen dat je als gebruiker ongemerkt al je gegevens met deze app-bouwer deelt; 3 Contactenlijsten uit je telefoon delen met Facebook: zo heeft het bedrijf meteen de nummers van niet-Facebookgebruikers; 4 Actief algoritmes loslaten op grote hoeveelheden data van gebruikers op zoek naar crimineel gedrag; 5 Het afstaan van data aan opsporingsdiensten, gevraagd en ongevraagd; 6 Data bewaren voor applicaties en diensten die nu nog niet bestaan; 7 Real name policy: Facebook wil af van nep-accounts en aliassen. Voor de veiligheid en omdat de profileringssite toe wil
naar een portalfunctie. Je inlogcode van Facebook geeft dan toegang tot allerlei betaalde diensten, zoals nu al Spotify; 8 Gezichtsherkenningssoftware, voor het vergemakkelijken van het taggen van mensen in foto’s en het checken of mensen niet meerdere accounts hebben; 9 Het volgen van surfgedrag, via like-buttons op websites die cookies op je computer uitlezen. Ook al heb je niet op de button geklikt en ook al heb je geen Facebook-account; 0 I n de gaten houden vanaf waar je inlogt, zogezegd om identiteitsdiefstal te bestrijden.
11
TU Delft
7.117.600
Nederlanders gebruiken Facebook
ticiperen en dus moet er een reward aan vastzitten. Zoals: je logt in, zodat bekend is waar je bent, maar daar krijg je handige informatie voor terug. Mensen moeten er gezien willen worden, net als in de fysieke samenleving en ze moeten deze online publieke sfeer gaan zien als een vertrouwde omgeving voor hun privégegevens. Er zijn wel diensten af te nemen, maar er zijn geen commerciële belangen.” Vooral dat laatste is een prettige gedachte, aangezien Facebook tegenwoordig te koop is. 18 mei ging Facebook naar de beurs. Het bedrijf was toen 100 miljard euro waard. Op 18 augustus, amper drie maanden later, was de waarde gehalveerd. Van den Hoven: “Wat gebeurt er met onze gegevens als een rijke onverlaat uit Kazachstan Facebook overneemt?” Facebook geeft op deze en andere vragen geen commentaar. Een reactie die het bedrijf vaak laat horen is dat het voldoet aan de Amerikaanse privacywetgeving. De Federal Trade Commission, die in Amerika consumenten beschermt vertrouwde daar niet op en stelde Facebook vanaf augustus 2012 voor een periode van twintig jaar onder verscherpt privacytoezicht. Chris van ’t Hof houdt op 2 oktober zijn eerste Tek Tok Late Night in Den Haag, een praatprogramma met ditmaal als thema ‘Privacy: check je profiel’. www.tektok.nl
Tien manieren waarop Facebook je leven binnendringt
Pervers Niks te verbergen? Wat is je meest perverse seksuele fantasie? “Google weet het”, zegt Chris van ’t Hof (voorheen Rathenau Instituut en eigenaar van communicatiebureau Tek Tok. “Iedere gênante aandoening die je hebt gehad, is bekend bij de zoekmachine.” Of zoals burgerrechtenbeweging Bits of Freedom het zegt op haar website: ‘Iedereen heeft iets te verbergen. Zou jij je geliefde, werkgever of verzekeraar al jouw sms’jes laten lezen? Laat je foto’s van je kind aan een wildvreemde zien? En geef je onbekenden je pincode of inzicht in je medisch dossier? Vind je het prima als de postbode je brieven eerst leest voordat hij ze in de brievenbus stopt? Je hoeft geen slecht mens te zijn om iets te verbergen te hebben.’ En denk je eens in wat er gebeurt als aan jouw naam een verkeerd profiel hangt, zegt Arnold Roosendaal, privacyexpert TNO. Hij kwam erachter dat Facebook via ‘Facebook for websites’ cookies op computers plaatste om zo het surfgedrag van internetters te volgen. Facebook for websites is de applicatie waarmee je op andere websites dan Facebook met je Facebook-account kunt inloggen, bijvoorbeeld om comments te plaatsen of om direct dingen te liken zonder steeds in te hoeven loggen. Over die praktijk lopen tot op de dag van vandaag rechtszaken in de Verenigde Staten. Hij vindt het discutabel hoe Facebook mensen in categorieën indeelt, zonder dat het bedrijf daar inzage in geeft. “Zo kunnen er verkeerde conclusies over je worden getrokken.”
Muziek en techniek zijn de twee grote liefdes van Cynthia Liem. Ze studeerde tegelijkertijd piano en technische informatica en combineert die twee nu in haar promotieonderzoek.
liefdesduet met de professor
Delta
Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Sam Rentmeester
TU Delft
Je speelde op je zevende al piano en zat op je dertiende op een vooropleiding van het conservatorium. Was je er vroeg bij? “Zeven is voor een pianist de standaardleeftijd. Je ziet mensen jonger beginnen. Zeker violisten kunnen al met drie of vier starten. En pianisten… ik zou zeggen vanaf een jaar of vijf. Dat hangt van de ontwikkeling van je handen af. Ik kom niet uit een muzikantenfamilie, wel speelden mijn ouders allebei piano. Mijn moeder heeft les gehad. Mijn vader had een piano staan van de vorige huiseigenaar en is daar een beetje op gaan pingelen. Hij kan aardig wat deuntjes spelen op gehoor. Mijn ouders vonden het een goed idee als ik een muziekinstrument zou leren spelen - als ik het zelf ook wilde. Het werd piano, want dat lag het meest voor de hand.”
13
me dingen ging aantrekken, patiënten zielig ging vinden. Dat moet niet als arts. Mijn vader heeft hier in Delft elektrotechniek gedaan en tijdens een open dag kwam ik in aanraking met technische informatica. Ik had nog heel weinig met computers en was totaal geen programmeer-nerd, maar ik vond het wel fascinerend. Informatica is ook nuttig voor de maatschappij, op een andere manier.”
Wat fascineert je aan muziek? “Heel veel. Muziek heeft op de een of andere manier een sterke communicatiekracht. Het heeft niet per se woorden nodig, maar kan veel overbrengen. Muziek is wat dat betreft minder gelimiteerd dan taal, denk ik. Het werkt universeler. Met een lezing over cryptische klanken liet ik een paar jaar geleden bij Studium Generale zien hoe muziek boodschappen over kan brengen. Ik hoorde in mijn lessen dat de componist Robert Schumann vaak geheime berichten in zijn muziek codeerde en bepaalde motiefjes gebruikte om ergens naar te verwijzen. Dat vond ik heel interessant. Uiteindelijk had ik er zo veel over uitgezocht dat ik het leuk vond om dat met mensen te delen. Ik ben iemand die graag over muziek praat of schrijft. Uitleggen hoe het werkt. Er zijn musici die zeggen dat je dat juist niet moet doen en mensen vrij moet laten. Daar kan ik me op een bepaalde manier ook wel in vinden. Je moet ze natuurlijk niet compleet de les gaan lezen.”
moet je wel eens huilen bij bepaalde muziek? “Huilen niet zo snel, maar ik kan wel sterk fysiek reageren. Ik had ooit een stage software engineering in Londen. Je had toen elke dag in de Royal Albert Hall ten minste twee concerten van de Proms. Als je naar een bepaalde hoeveelheid concerten was geweest, kon je naar The Last Night of the Proms. Dat is natuurlijk een fenomeen. Ik heb toen vijf uur in de rij gezeten en was een van de laatsten die een kaartje hadden, terwijl er nog een heleboel mensen achter me waren. Ik kwam binnen en het was één groot Brits volksfeest, met vlaggen en ballonnen. Als je dan het volkslied hoort… wow! Dat is wel een van mijn sterkste ervaringen geweest. Als ik nu ‘Land of Hope and Glory’ terug hoor, denk ik altijd weer aan die zaal in Londen.”
Je studeerde piano aan het conservatorium, maar besloot ook technische informatica te studeren. Waarom? “Dat had sterk te maken met arbeidsperspectief en met mijn achtergrond. Op de middelbare school had ik een exact pakket. Ik heb lang zitten twijfelen wat ik met het conservatorium moest doen. Ik had op de middelbare school veel interesses. Was dol op taal en kunst. Aan de andere kant vond ik wiskunde en andere exacte vakken ook leuk. Mensen om mij heen zeiden: weet je zeker dat je alleen een muziekcarrière wilt en niet een back-up ernaast? Toen dacht ik: misschien is dat wel beter. Ik merk dat ik het fijn vind om na de muziek even een lastige som te kunnen kraken. Ik heb heel lang aan geneeskunde gedacht, omdat ik uit een medische familie kom. Het leek me heel bijzonder om mensen beter te kunnen maken. Aan de andere kant merkte ik dat ik er toch niet genoeg mee had en
Piano en informatica lijken zo’n tegenstelling. “Ja, de emotie tegenover de rechtstreekse wereld. Het lijkt zo, maar ik denk dat ze heel veel aan elkaar hebben. Hier in het multimedialab houden we ons bezig met multimediaanalyse. Je merkt dat mensen blij, boos of verdrietig worden van bepaalde video’s. Dat soort aspecten zijn belangrijk bij analyse. We hebben zo veel videodata en audio-opnames, dat je niet alles één voor één kunt bekijken. De computer moet je daarbij kunnen helpen, maar dan moet die computer ook rekening houden met het feit dat iemand een heel emotionele of persoonlijke reactie kan hebben op opnames.”
Wat houdt je promotieonderzoek in? “Muziek lijkt in eerste instantie een audiosignaal te zijn, maar bij een muziekbestand komt ook een beschrijving, een titel, iemand die het heeft uitgevoerd en de context. Als een rockband een Beatlesnummer covert, is dat anders dan wanneer de Beatles het zelf uitvoeren. Ik houd me
14
Delta
TU Delft
bezig met het vinden en het koppelen van verschillende bronnen van muziekinformatie. Die kunnen verschillende vormen hebben, zoals audio, video, tekst en informatie in sociale netwerken. Ik probeer zulke bronnen zodanig te combineren, dat er rekening gehouden wordt met wat muziek met jou als gebruiker kan doen. Waarom is opname a leuker dan opname b? Welke opname moet ik beluisteren als er 150 verschillende opnames beschikbaar zijn? Door audiosignalen van de opnames onderling te vergelijken, kunnen er verschillen naar voren komen waarmee je automatisch kunt groeperen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: op dit punt van de opname gebeurt er iets bijzonders bij alle uitvoerders. Recent heb ik ook een project gedaan rondom filmmuziek. In oktober is er een grote multimediaconferentie in Japan. Elk jaar zijn daar industriële grootmachten, zoals Google en Yahoo, die industriële uitdagingen aangeven. In dit geval over webvideo’s: je hebt op sites als YouTube veel filmpjes die totaal niet interessant zijn, behalve voor diegene die ze zelf heeft gemaakt. De vraag was: kun je muziek bij de video vinden die de film interessanter maakt? Daar heb ik me, samen met een masterstudent, op gericht. We keken naar associaties die door filmmuziek zijn ontstaan. Als iets je doet denken aan horrormuziek roept dit bijvoorbeeld meteen beelden op die niet plezierig zijn. Dat kun je gebruiken om een soundtrack te suggereren.”
Wil je muziek ordenen? “Ja, op zo’n manier dat je niet alleen maar zegt: dit is dit stuk en het is opgenomen op die dag. Ik wil het ook een betekenislaag kunnen geven, afhankelijk van de persoon die daarmee omgaat. Als je naar online muziekservices gaat, kun je zien welke tags mensen gebruiken. Het is interessant om te kijken – ook als ze divers en subjectief zijn – of je er op een automatische manier iets mee kunt doen. Elke zoekmachine is tegenwoordig met personalisatie bezig. Mijn onderzoek zou toepasbaar kunnen zijn in zoekscenario’s.”
Hoe heb je jouw twee studies kunnen combineren? “Door heel lange dagen te maken. Zeker de eerste jaren zit je aan beide kanten met vakken die je moet doen. Je hebt weinig vrijheid. Gelukkig ben je als informaticus niet gebonden aan een fysiek lab of een fysieke plek. Ik probeerde aan beide kanten zo veel mogelijk colleges te volgen. Op het conservatorium zijn heel weinig hoorcolleges, misschien alleen muziekgeschiedenis. Voor de rest volg je de meeste vakken in groepjes van vijf, zes man. Ik kon kiezen welke tijd het meest gunstig was in mijn rooster. Er zijn periodes geweest dat ik dertien uur per dag met studeren bezig was. In zulke omstandigheden is er weinig tijd voor een studentenleven. Het werd gaandeweg wel iets makkelijker. Toen ik ging afstuderen, kon ik naar Krashna Musika.”
Had je ook nog tijd om bij Krashna Musika actief te worden? “Ja, ik ben in het koor gaan zingen. Aanvankelijk undercover, ik wilde niet meteen zeggen dat ik pianiste was. Piano spelen deed ik al genoeg op het conservatorium. Mijn eerste doel was om te leren zingen. Ik heb een bestuursjaar gedaan waarin ik een lunchconcertserie heb opgezet: bij elke faculteit tijdens de lunch een concertje geven, idealiter met mensen van de faculteit. Sommige faculteiten waren een beetje terughoudend in het leveren van musici, maar bij andere zoals bij Technische Natuurwetenschappen en hier bij EWI wilden veel mensen echt graag spelen. Vooral wiskundigen vinden zingen en vioolspelen leuk. Dan doe je zo’n concert en zing je een liefdesduet met de wiskundeprofessor. Supergrappig.”
CV
Cynthia Liem (1987) speelde als kind zo goed piano dat ze in 2001 met een beurs van het Prinses Christina Concours naar de juniorenklas kon van het Rotterdams Conservatorium. Hierna studeerde ze piano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en specialiseerde ze zich in solospel en kamermuziek. Liem volgde masterclasses bij onder andere Daniël Wayenberg en Leslie Howard en won diverse prijzen, onder meer met het pianotrio ‘Trio Vere’ en het ‘Magma Duo’. Parallel hieraan behaalde Liem in 2009 cum laude haar ingenieursdiploma media en kennistechnologie (technische informatica) aan de TU Delft. Met de allereerste Google European Doctoral Fellowship in Multimedia (2010) is ze nu promovendus bij het multimedia information retrieval lab van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Hier combineert ze muziek en techniek in een onderzoek naar toegankelijkheidsverbetering van gedigitaliseerde muziekopnamen.
Wat: Uitreiking UfdLeermeesterprijs Waar: Aula TU Delft Wanneer: 3 september 2012 Alcohol en hapjes: 4 Publiek: 5 Dresscode: 3 Entree: Gratis Feestgehalte: 4 Eindcijfer:
15
party crashers
Waar eet je het lekkerste broodje van Delft? Absolute winnaar van deze test: Verkade Wijn en Kaas aan de Brabantse Turfmarkt. Naam: Slager Leo, Oude Kerkstraat Broodje: Filet americain speciaal, € 2,95 Waarom: Als een van de meest gevestigde namen van broodjes voor studenten, mag Leo niet ontbreken Beoordeling: Je krijgt een flinke en rijkelijk belegde Italiaanse bol. Helaas was het broodje niet vers en zorgde de overdaad aan mayonaise ervoor dat je na het broodje met een gevoel wegliep alsof je een grote hamburger had gegeten. Goed voor als je brak bent met weinig geld, maar voor de culinaire ervaring hoef je het niet te doen. Naam: Il Tartufo, Minderbroerstraat Broodje: Tartufo, € 5,50 Waarom: Tartufo is redelijk onbekend, maar zeker niet om over het hoofd te zien Beoordeling: Redelijk prijzig, maar het broodje is alles wat je er van verwacht. Een smakelijk broodje met mozzarella, ham, basilicum en truffelolie op een heerlijk verse ciabatta. Een gouden vondst en een zekere aanrader voor het begin van de maand. Een topper!
Een enkel kopje koffie op de trapleuning bij de Senaatszaal in de Aula. Glaasjes water in de hand. De koffiejuffen staan wat ongemakkelijk met de armen over elkaar: wie wil koffie als er bubbels open moeten? Er is een nieuwe leermeester geboren! Hakken, pakken en tasjes van Gall&Gall. Leermeester Frans van der Helm, de hoogleraar biomedical engineering bij 3mE om wie het allemaal draait vanmiddag, kan straks vast nog jaren vooruit op zijn whisky-, cognac- of wijnvoorraad. Geen slingers, geen muziek. Een feest van de wetenschap vier je blijkbaar op gepaste wijze. De koning van de biomechanica, noemen ze hem. Excelleert in de kwaliteit van zijn onderzoek én onderwijs, en weet iedereen te enthousiasmeren. Niet voor niets is hij voorgedragen door zijn eigen studenten; zelfs zijn kinderen Nina en Simon hebben voor een studie werktuigbouwkunde aan de TU gekozen. Tja, bij prijsuitreikingen horen praatjes. Van Rudy van der Meer, voorzitter van het Universiteitsfonds dat de Ufd-Leermeesterprijs jaarlijks uitreikt. Of we de nieuwe toiletten bij de Senaatszaal al hebben gezien, vraagt ‘ie. En van professor Ian Young (zelf ooit leermeester), die – “U mag nu in slaap vallen” – de waslijst prestaties van Van der Helm opsomt. En van de nieuwbakken leermeester zelf natuurlijk. Die neemt zijn 15 duizend euro prijzengeld, zilveren penning en oorkonde wat verlegen in ontvangst. Een eer, vindt hij het. Onwerkelijk om in illustere rij van voorgangers te staan. En het betekent veel voor zijn thuisfront, zegt hij. Wees maar eens de vrouw van een immer reizende verstrooide professor. En hij mag alwéér weg, want bij de Leermeesterprijs horen ook twee intercontinentale vliegtickets, om met een dierbare twee maanden op sabbatical te gaan. Die gaat hij gebruiken om zich verder te verdiepen in zijn vakgebied, bekent hij olijk. We mogen nog even handjes geven in de commissiekamer. Gelukkig nu wel onder het genot van een glas wijn en een worstje, maar de fier omhoog stekende corsage van de leermeester is nog altijd het meest feestelijke aan de happening. De bubbels zijn nog steeds nergens te bekennen en beneden klinkt geroezemoes van de voorbereidingen van de opening van het academisch jaar. De foyer van de aula ziet er een stuk meer party-klaar uit in blauw sfeerlicht, aangekleed met witte loungekussens. Van der Helm viert vast nog wel zijn eigen feestje. Gelukkig serveren ze in het vliegtuig wel gewoon champagne. En met een beetje geluk doet de stewardess er zelfs nog wel een kaviaartje bij. Hij vliegt tenslotte business class. (JB)
Naam: Café Vlaanderen, Beestenmarkt Broodje: Magiare Delicato, € 9,00 Waarom: Heeft het predicaat lekkerste en gezondste broodje van Nederland Beoordeling: Het duurste broodje van het stel, en zeker lekker: rijkelijk belegd en een ware smaaksensatie. Echter, voor dit broodje moet je wel de tijd nemen. Het is niet je snelle hap-slik-weg-broodje voor tussendoor. Het feit dat je dit broodje met mes en vork moet eten, gaat voor mij zijn punt een beetje voorbij. Kwaliteit is top, maar niet waar ik naar op zoek ben. Naam: Verkade Wijn en Kaas, Brabantse Turfmarkt Broodje: Rosbief truffelmayonaise, € 3,05 Waarom? Verse broodjes, goede kwaliteit producten en prima service Beoordeling? Onverwacht vond ik in dit kleine delicatessezaakje de mogelijkheid om een broodje te bestellen. Omringd door mooie kazen en vleessoorten is het assortiment geweldig ruim. Heel betaalbaar en studentvriendelijk. Helaas is er geen mogelijkheid om te gaan zitten, maar omringd door de pittoreske Delftse grachten om langs te lopen met zo’n lekker broodje is dat helemaal geen straf. Voor mij is deze onbezongen held aan de Brabantse Turfmarkt de absolute winnaar. Dit is de plek waar ik mijn broodje zou halen.
Met geslepen messen, De Kokende Student
cash en support voor ontwerppresentatie
tandwielen voor transmissie (in wielen gebouwd) aramide kunstvezel
ruimte en geld (30% van cash budget)
malmateriaal voor chas (gepreïmpregneerde N curon vezels)
detacheringsbedrijf, helpt bij bespreking en kennisuitwisseling gepreïmpregneerde vezels
Levert Catia, cloudbased ontwerpprogramma
a d va n c e d
lightweight engineering
chassis en composieten
lagers
geholpen bij productie chassis en kuip
Bedrijfje spelen
ssis Ne-
Delta
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Team DUT.12
17
TU Delft 2012
onderdeel HV connectors voor 4-wiel aandrijving
accupakket en het testen daarvan
tandwielkast en andere onderdelen ophanging
alle boutjes en moertjes
elektrische componenten
vier elektromotoren en controllers; geduldige ondersteuning bij herontwerp van motor van luchtnaar watergekoeld.
complexe aluminium freesstukken
D
e Stevinhal achter het gebouw voor Civiele Techniek en Geowetenschappen is de thuisbasis van de dreamteams van de TU Delft. Hier werken studenten aan ondermeer zonnewagen Nuna, Solar Challenge zonneboot, flitsfiets Velox2, de ultrazuinige Ecorunner en de waterstofracer van Formula Zero. DUT Racing, aan het einde van de gang, is het oudste en het grootste studentenproject. Teammanager Max Wink (22) is die maandagochtend na de race als enige op kantoor. Het project is afgerond. Binnenkort neemt hier de volgende generatie zijn intrek. In het midden van het lokaal staat een salontafel vol met bekers en trofeeën die het team de afgelopen weken heeft binnengesleept. Twee blinkende bekers springen in het oog:
Het team van 2012.
de eerste plaats voor elektrische wagens in Hockenheim (Duitsland) en de tweede plaats, maar wel een grotere beker, voor de gemengde competitie in Silverstone (Engeland). Daarnaast, als grote trots, twee maal de eerste prijs voor het beste ontwerp, de design award. Naast prijzen voor onder meer de snelste acceleratie (in 3,5 seconden naar 126 kilometer per uur), hoogste rendement en overall dynamics staan de bedrijfsprijzen: BASF beloonde de Delftenaren met de prijs voor het beste gebruik van koolstofvezels, van Airbus kregen ze de prijs voor de lichtste auto van de competitie (148 kilo inclusief 40 kilo aan batterijen), Bosch beloonde het elektrische ontwerp van de aandrijftrein en ook Mercedes AMG kende een prijs toe vanwege de innovatieve inpassing van elektromotoren in de voorwielen. Eerlijk gezegd zakt het salontafeltje een beet-
je door onder de veertien bokalen en plastieken. En toch is meedoen belangrijker geweest dan het resultaat. “Ik heb nog nooit zo veel geleerd als dit jaar”, vat Wink zijn intensieve derde jaar samen. Formula Student werd in 1978 in het leven geroepen door de Society of Automotive Engineers in Amerika, die stelde dat afgestudeerden te weinig praktische ervaring hadden. Ingenieurs zaten te veel achter de computer, vond de beroepsvereniging, en van echte krachten, maten en gewichten hadden ze weinig idee meer. Studenten in competitie een autootje laten ontwerpen leek een goede remedie. In 1979 vond die eerste competitie plaats (de SAE Mini-Indy) en in 1998 waaide het evenement als Formula Student over naar Engeland. De TU doet sinds 2001 mee. Eerst met een brullende benzinemotor, maar sinds vorig jaar met een fluitende en zoevende
‘De spin-off van de competitie zijn de studenten zelf’
Van links naar rechts: tandwielkast; pedalenset (rem en gaspedaal); binnenwiel met geïntegreerd planetair tandwielstelsel; elektronische controle unit (ECU) met eigen accuvoeding; DUT.12 zonder stickers; complete achterwielophanging; wederom pedalenset.
elektrische wagen. “Dit is veel leuker dan de Olympische Spelen”, zegt dreamteam-nestor dr.ir. Wim Thijs (faculteit 3mE). Hij heeft als windsurfofficial de wedstrijdsport van dichtbij meegemaakt en gezien hoe desastreus de Spelen uit kunnen pakken. Alle aandacht gaat uit naar de huldiging, maar de meeste sporters komen na jaren van opoffering met lege handen thuis. Dat is bij de dreamteams anders: “Hier gaat het heel vriendschappelijk toe, er worden geen drugs gebruikt en studenten worden beter in hun vak.”
Pure passie Zelfverklaard chaoot Thijs (67) huist in een klein kantoortje in het gebouw voor Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE). Op tafel liggen stapels papier en langs de wanden staan mappen, ordners, boeken en rapporten opgestapeld tot aan het plafond. Vanaf 2001 is hij bij Formula Student betrokken en hij heeft ervoor geijverd dat studenten er studiepunten mee kunnen verdienen. Dreamteamleden in hun bachelor kunnen een minor doen die, aangevuld met enkele extra verplichtingen, dertig punten oplevert. Afgelopen jaar schreven zich ruim zeventig studenten in. Een derde van hen doet werktuigbouwkunde, een derde komt van L&R en de rest van andere faculteiten. Thijs was ervan overtuigd dat studenten veel leren van zo’n praktisch jaar, en vond het vreemd dat ze er geen punten voor kregen. Nu maakt hij zich zorgen over de mogelijkheid dat studenten lid worden van een van de teams voor de punten, en niet meer uit pure passie
zoals voorheen het geval was en zoals het eigenlijk hoort. Overigens zijn er ook andere manieren waarop studenten hun deelname aan een dreamteam in de studie kunnen onderbrengen. Zo deden zo’n zestig studenten hun bacheloronderzoek voor Formula Student (ze onderzochten stuuroptimalisatie, wielophanging en ultralichte velgen bijvoorbeeld) en een stuk of acht studeerden er op af. En toch: het gaat ook niet om de studiepunten. Van Formule-1 races wordt gezegd dat daar de technologie wordt ontwikkeld die later in personenauto’s terechtkomt. Formula Student claimt dat niet, ondanks een aantal samenwerkingsprojecten met bedrijven. In 2008 bijvoorbeeld was Yamaha erg geïnteresseerd in hoe studenten hun motor aanpasten voor biobrandstof. Ook vroegen de Japanners het team om een motorfiets te vergroenen. Een ander voorbeeld was dit jaar de ombouw van een kleine elektromotor van lucht- naar waterkoeling om er meer vermogen uit te kunnen persen. Dat gebeurde in nauw overleg met de Duitse producent AMK, die alleen grotere motoren met waterkoeling levert. Toch kun je niet spreken over grootse innovatie en technologieoverdracht naar bedrijven. Over het algemeen komen bedrijven technologie brengen, en niet halen.
Vreemde competitie Formula Student is een vreemde competitie. De studenten doen er alles aan om zo goed mogelijk te presteren, en tegelijkertijd gooien ze hun eigen glazen in. Bij welke andere wedstrijd immers stel je de werkplaats open voor je con-
Delta
currenten? En waar help je ze bovendien fouten opsporen tot aan het ochtendgloren? Bij welke andere competitie onthul je publiekelijk de geheimen achter je succes? En bij welke andere tak van sport stap je over wanneer je als eerste eindigt omdat de uitdaging er af is? Toch deed het Delftse team dat toen het in 2010 voor de tweede keer als eerste eindigden op het Duitse circuit van Hockenheim. De eerste keer was in 2008 toen ze van benzine overgestapt waren naar bioethanol. “Aan een auto die eerste wordt, hoef je niet veel te verbeteren”, legt oud teamlid ir. Jodi Kooijman uit. De meervoudige ex-coureur werkt als promovendus bij 3mE en begeleidt DUT Racing als oudgediende samen met ir. Thom van Beek (teamlid 2002-2004) en nestor Wim Thijs. “Dus gingen studenten zich specialiseren op één enkel onderdeel, maar verloren ze het geheel en de samenwerking uit het oog.” Wat de doorslag gaf was dat DUT-10 (Delft University of Technology auto 2009-2010) ondanks een geweldig resultaat op de baan niet de ontwerpfinale haalde. Dat deed zeer. “Daar moet je kunnen uitleggen hoe je vanuit het waarom, wat en hoe tot een bepaald ontwerp komt. Juist daarin moet (de TU) Delft als ontwerpersopleiding vooraan staan”, stelt Kooijman. Dus besloot het begeleidersteam de verworven zekerheden overboord te zetten en vanaf nul te beginnen met het ontwerp van een elektrische auto. Die beslissing werd vorig en dit jaar beloond met zowel prijzen voor competities en de felbegeerde design awards. “Er is weer begrip
19
TU Delft 2012
van de auto als systeem”, constateert Van Beek.
Buitengewone studenten Sponsors weten allang waar het werkelijk om draait in de Formula Student competitie. Sommige van hen willen studenten kennis laten maken met hun bedrijf (Corus) en andere willen ze laten ruiken aan hun product (Dassault Systèmes met ontwerpprogramma Catia). Maar hun belangrijkste drijfveer is: in contact komen met buitengewone studenten. Als Bosch een trofee uitreikt voor de meest innovatieve elektronica, gaat het niet om het kastje, maar om de mensen erachter: jonge aankomende ingenieurs met ervaring. De spin-off van de competitie zijn de studenten zelf. Ir. Henk Wapstra, oud-teammanager van DUT-08 en tegenwoordig maintenance supervisor bij Shell, zegt: “Het worden betere ingenieurs omdat ze de hele ontwerpcyclus al hebben doorlopen. Van top level requirements tot aan gedetailleerd CAD-ontwerpen en het vervolgens produceren en rijden. En dat alles binnen strak budget en deadlines.” Zelf heeft hij als sponsorwerver geleerd om kort, bondig en duidelijk te communiceren – een vaardigheid die volgens hem bij Shell
goed van pas komt. “Wij zien de competitie als een jaar werkervaring”, zegt projectleider ir. Igor Dorresteijn bij sponsor SKF. Zelf deed hij mee in het eerste DUT-team. “Formula Student is een goede kweekvijver voor praktische ingenieurs”, vindt hij. De ogen van Wim Thijs beginnen te glimmen. “Dat geldt niet voor alle studenten”, nuanceert hij. “Sommigen ontbreekt het aan inzet, anderen aan talent, en meestal gaat het samen. Als ze het lezen, weten ze zelf wel wie ik bedoel.”
‘Wij zien de competitie als een jaar werkervaring’
De bachelor
Nils van der Blij Kijk je vakantiefilmpjes terug en iedereen herkent het: de stoerste heldenfilmpjes zijn troebel en bewogen. Daar heeft EWI-student Nils van der Blij met consorten een vernuftig hardwaredingetje voor bedacht.
Onbewogen held
Onderzoek: ‘Ultra-light camerastabilisator’ Eindcijfer:
9
Foto: Sam Rentmeester
H
et is een beetje zo’n verhaal als met Paul Pott, de operazanger die nietsvermoedend een liedje zong bij ‘Britain’s got talent’ en wereldster werd tegen wil en dank. Of, nou ja, het prille begin daarvan dan, in stoere jongensdromen. Want EWI-student Nils van der Blij (22) is nog geen wereldster. Maar studiegenoot Berend van Meer (24) en hij keken raar op toen het prototype lichtgewicht camerastabilisator dat ze bouwden voor hun bachelor-eindproject opeens verdwenen was. Meegenomen door het bedrijf dat de opdracht verleende. Hij is er nog steeds een beetje beduusd van. “Geen idee wat ze ermee gaan doen, ik hoop dat ze hem in productie willen nemen. Ze hebben ons ontwerp in elk geval al van de TU gekocht.” Dat ontwerp is dan ook wel een dingetje. “Het idee ervoor kwam van een paraglider”, vertelt de student. “Hij zocht een systeem dat zijn capriolen nu eens scherp en onbewogen kon vastleggen. Het bedrijf dat hij daarvoor benaderde, schakelde ons bachelor-eindprojectgroepje in.” Dat groepje bestond naast Van der Blij en Van Meer uit Jean-Paul Schouwstra (25) en Hans Verstraete (23). En nog twee studenten, die met de softwarematige kant van de camerastabilisator aan de haal gingen. Het viertal bedacht een systeem dat simpel gezegd op het moment dat de gebruiker naar rechts beweegt, op dezelfde snelheid naar links beweegt. En dat op drie verschillende assen; om alle bewegingsvrijheid van de camera te dekken. Ze hingen drie servomotoren in een speciaal ‘Gimbal’-ophangsysteem en sloten de drie verschillende assen op elkaar aan. “Toen was alle beweging eruit.” Uiteindelijk was het niets meer dan een simpel ogende wiskundige berekening. Die legde de studenten geen windeieren: voor het businessplan dat ze ervoor schreven, ontvingen de studenten de Best Business Plan Award. “Die houdt niet veel meer dan een 9,5 en roem op de TU”, lacht de student. “Maar ons harde werk payed off, en dat voelt lekker.” Want dát het hard werken was, heeft Van der Blij geweten. “Dat was de enige tegenvaller van mijn hele bachelor-eindproject. Ik ben een beetje van het slag: als het werkt, is het goed. Maar toen begon het echte werk pas, met het schrijven van ons verslag. Dat was een taaie kluif.” Die hem overigens een torenhoog eindcijfer opleverde, maar daarna was het tijd voor de voeten in de modder. Bij Scarabee in Rotterdam werkt hij voor zijn stage nu aan de hardwarematige kant van bagagebanden voor Schiphol. De camerastabilisator en alle roem die hem daarmee misschien nog wel te wachten staat, is hij al lang weer vergeten. “Life goes on”, vindt hij. (JB)
Delta
NA DELFT
TU Delft 2012 Miljoenen mensen zagen tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Londen zeven immense, rokende schoorstenen uit de grond ko-
21 men. Een vernuftig staaltje maatwerk van Inventeq, het bedrijf van Edwin van Sorge. Een kijkje in het leven van een TU-alumnus.
Van Sorge richtte Inventeq eind 2009 op met Peter McKenzie, een Zuid-Afrikaanse artiest en technisch autodidact. De twee kenden elkaar van een gezamenlijk optreden in India. Daar jongleerden ze met lichtgevende stokken. In 2009 jongleerden ze weer samen, nu als onderdeel van de tour van dj Tiësto. McKenzies bijnaam is ‘de steeksleutel’. Die kreeg hij omdat hij als rondreizend artiest steeds meer de technische kant van de entertainmentindustrie ging verzorgen. Van Sorge (26) had een bachelor werktuigbouwkunde gedaan en was nog bezig met de master management of technology. Toen hij voor het vak writing a businessplan een idee moest verzinnen, vielen zijn hobby’s jongleren en steltlopen samen met zijn beide studies. Samen met McKenzie startte hij Inventeq, dat machines bouwt voor de entertainmentindustrie. Die machines variëren van constructies die mensen laten vliegen, tot een inklapbare schoen voor een illusionist. En van zeven achthonderd kilo wegende machines voor de Olympische Spelen tot jongleerstokken met ledlampjes die alle kleuren kunnen aannemen. Inventeq bouwde een ledverlichte schommel, die in verschillende discotheken in Nederland en België heeft gehangen. Het bedrijf maakte vlammenwerpers en een constructie waaraan verschillende bungeejumpers tegelijk een show kunnen geven. Van Sorges partner McKenzie was één van de bungeejumpers aan de hoogwerker en de twee reizen met hun producten mee om ze veilig te installeren. “Doordat wij ervaringsdeskundigen
zijn, maken wij vaak de hele show om een machine heen”, vertelt Van Sorge. Momenteel werkt Inventeq aan een show met een violiste, die in een grote ring kan hangen. Inventeq bestaat nog steeds uit twee medewerkers en af en toe een stagiaire. Hoewel ze geregeld werk uitbesteden, moeten zij van alle markten thuis zijn. Niet voor niets werkt Van Sorge zestig tot zeventig uur in de week. In het kantoor op een bedrijventerrein in Haarlem staan computers met dure ontwerp-software om machines te ontwerpen, er is een elektronicawerkplaats om te solderen en een grote werkplaats om te frezen en te lassen. Van Sorge en McKenzie kunnen het allebei. Van Sorge laat zien hoe zijn partner door jarenlange ervaring complete machines kan ontwerpen, zonder daarvoor de universiteit te hebben gedaan. “Voor ontwerpen heb je veel ervaring nodig. Je moet leren wat wel en wat niet werkt. Maar voor het doorrekenen komt Peter bij mij.” Inventeq draaide al in 2010 break even, herinnert Van Sorge zich, die aardig thuis is in bedrijfsvoering. Toen hielden hij en zijn partner het hoofd boven water door af en toe op te treden. Nu zit het bedrijf op een omzet van 300 duizend euro per jaar. “Ik wil gaan consolideren”, vertelt Van Sorge. “Het is vaak rennen of stilstaan. Met de verhuur van onze machines hopen we meer structuur te krijgen. Het op maat maken van grote rare dingen blijft leuk voor erbij.” Over een jaar of vijf hoopt Van Sorge een aantal medewerkers in dienst te hebben. (SB)
Foto: Sam Rentmeester
jonglerende bungeejumper
Op de middelbare school bleek Edwin van Sorge al goed met machines. Voor zijn profielwerkstuk maakte hij een robotkarretje. Jongleren en steltlopen deed hij naast zijn studie in Delft. Door die ervaring mocht hij in 2008 naar India voor een paar jongleeroptredens. Zo leerde Van Sorge zijn latere compagnon kennen. Ze begonnen hun bedrijf met de productie van lichtgevende jongleerstokken. Daar kwamen allerlei soorten machines voor de entertainmentindustrie bij. Die ervaring bracht de twee in de zomer van 2012 naar de Olympische Spelen in Londen.
22
Delta
TU Delft
ESSAY
‘De bomen die tot in de hemel leken te groeien zijn ontworteld, de helden van gisteren lijken van hun voetstuk geblazen’ (Joost Panhuijsen, journalist)
23
De crisis heeft flink huisgehouden, ook in het hoofd van menig architectuur-watcher. De bomen die tot in de hemel leken te groeien zijn ontworteld, de helden van gisteren lijken van hun voetstuk geblazen. In dit nieuwe tijdperk moet een jonge, net afgestudeerde architect over moed beschikken om gebouwen te ontwerpen die voorbijgangers verbluffen. Een iconisch gebouw, zoiets als het Guggenheim Museum in Bilbao van Frank Gehry. Zo veel bravoure zal in 2012 waarschijnlijk niet worden beloond met schouderklopjes en een welgemeend ‘jij komt er wel’. Meewarige blikken liggen meer voor de hand. Denkt deze architect soms dat het nog steeds 2007 is? De tijden zijn veranderd. Sinds 2008 is het iconische gebouw door velen besmet verklaard: een symbool van de hoogmoed en hebzucht van de vastgoedsector en de financiële wereld, en de dwaasheid van iedereen die zich door die gekte een beetje te veel liet meeslepen. In het zwaar door de economische neergang getroffen Spanje zou je met gemak een architectuurroute kunnen uitstippelen rond zulke ‘schuldige gebouwen’. Nederland biedt de burger veel minder aanleiding om de vuist te ballen in de richting van nog steeds onvoltooide, duizelingwekkend duur uitgevallen spektakelarchitectuur. Maar ook hier is nadrukkelijk afstand genomen van het recente verleden. Vermijd daarom als jonge architect een schijnbaar onschuldige opmerking als: ‘Ik wil met mijn werk graag bijdragen aan een nieuwe bloeiperiode van de sociale woningbouw!’ Sommige architectuur-watchers zouden je pijnlijk getroffen aankijken. Nieuwbouw, dat was iets van de twintigste eeuw. Herbestemming van leegstaande kantoorgebouwen, kerken, boerderijen, gevangenissen en fabrieken past bij deze tijd. In zulke projecten kan de architect van nu zijn creativiteit en idealisme kwijt. Het is bovendien duurzamer dan slopen. Wég met de architect die met nieuwe gebouwen zo nodig zijn stempel op de omgeving moet drukken!
Verschuiving naar herbestemming Die beduchtheid voor megalomanie is ontroerend na een tijdperk waarin starchitects een bijna religieuze verering ten deel vielen. Maar het idee van ‘Het einde van de nieuwbouw’ moeten we toch met een korrel zout nemen. Er valt onmiskenbaar een verschuiving richting herbestemming te bespeuren en dat levert prachtige transformaties op: geraffineerde tweede levens die verre te prefereren zijn boven de botte sloperskogel. En misschien zijn in Nederland alle belangrijke gebouwen nu wel zo’n beetje neergezet - wel een treurige gedachte, trouwens. Maar als de ineengezakte Nederlandse woningbouwproductie zich de komende jaren in het huidige slakkengangetje voortsleept, loopt het woningtekort op van 150 duizend woningen in 2012 tot 300 duizend woningen in 2020. Dat heeft het Delftse onderzoeksbureau AFB Research recentelijk becijferd, rekening houdend met prognoses dat de Nederlandse bevolking tot 2020 zal blijven groeien – en dan vooral in de Randstad. De vraag is of je met herbestemming zulke woningnood volledig zal kunnen oplossen. Niet elk leegstaand gebouw leent zich voor herbestemming. Herbestemming biedt grote mogelijkheden, en het zou dwaas zijn om die niet te benutten. Volgens de laatste cijfers staat er nu in Nederland voor 7,62 miljoen vierkante meter aan kantoorruimte te huur of te koop. Dat is een spookstad van 3250 lege kantoorpanden. De woningbouwproductie blijft sinds 2010 juist dalen, zoals gezegd, en verkeert nu op een niveau dat we voor de crisis volstrekt onacceptabel zouden heb-
ben gevonden. Juist die ontwikkeling heeft veel Nederlandse architectenbureaus hard getroffen. Toen overheden en projectontwikkelaars wegvielen als vertrouwde opdrachtgevers, kelderde de omzet. Architectenbureaus die het hoofd boven water hielden door zo lang mogelijk op hun winsten in te teren, moesten uiteindelijk vaak toch een groot deel van hun medewerkers ontslaan, of gingen over de kop. Veel minder opdrachten, veel minder omzet, veel minder banen: dat was de afgelopen jaren het beeld in de architectuur. Iedereen kijkt reikhalzend uit naar een kentering van deze neerwaartse trend, maar een happy end laat nog steeds op zich wachten. Deze zomer schrapte woningbouwcorporatie Vestia 4700 nieuwbouw- en renovatieprojecten – goed voor ruim één miljard euro.
Unieke kans Na zo’n verhaal doemt het beeld op van de jonge architect als een vertwijfeld mens, verstoken van opdrachten, gefnuikt in zijn ambities. Het opvallende is echter dat in landen als Spanje, Nederland en Groot-Brittannië veel jonge architecten de crisis lijken te hebben omhelsd als een bevrijding, een nieuw begin voor de architectuur. De overkill aan slecht nieuws heeft geleid tot een stroom van nieuwe ideeën en strategieën. Dat is niet zo vreemd als het lijkt. In het verleden luidde een economische crisis vaak een stijlbreuk in de architectuur in. Economische stagnatie lijkt de beroepsgroep een unieke kans te bieden om onbevangen na te denken over de vraag: waartoe zijn wij architecten hier op aarde? Minstens zo belangrijk is dat een harde kern van onverwoestbaar optimisme – de overtuiging dat je door goed te ontwerpen het leven van mensen positief kan beïnvloeden – onderdeel is van het architecten-DNA. In een crisistijd waarin jonge architecten de mogelijkheid ontnomen lijkt om zich te ontwikkelen tot een nieuwe Zaha Hadid (Britse architecte van Iraakse afkomst, ze ontwierp o.a. het Aquatic Centre voor de Olympische Zomerspelen 2012) zie je daarom een nieuwe garde zelf de touwtjes strak in handen nemen. Geen grote opdrachten, maar bescheiden projecten, die getuigen van lef en verbeeldingskracht. Vaak stappen deze architecten direct op de burger af, met zo weinig mogelijk bemoeienis van overheden of projectontwikkelaars. In Argentinië heeft een groep architecten een juridisch fonds in het leven geroepen om de bouw van de door hen ontworpen woonhuizen te bekostigen. De investeerders in het fonds zijn vaak ook de toekomstige bewoners. Bevlogen architectenbureaus in Spanje – een land met een rijke anarchistische traditie - toveren niemandsland om in – bijvoorbeeld – gemeenschappelijke tuinen en helpen zo en
Sinds 2008 is het iconische gebouw door velen besmet verklaard: een symbool van een feestje dat voorbij is
Advertentie
sHeLL BacHeLor Master prijs 2012
Gaat jouw scriptie over innovatie? n n n n n
Doe mee en win 2.500 of 5.000 euro Kom in contact met het topmanagement van Shell Kans op media-publiciteit voor jouw onderzoek Presenteer je professioneel door de gratis presentatietraining Meer info, voorwaarden en aanmelden op www.shell.nl/bachelormasterprijs
25
passant werklozen aan een tijdelijke job. In Finland is Brickstarter gelanceerd: op deze site kunnen mensen hun plannen presenteren voor projecten die de ruimtelijke kwaliteit van hun buurt verbeteren – een paar uitgekiende ingrepen in een verwaarloosd park, bijvoorbeeld. Wie wat in zo’n voorstel ziet, kan een bijdrage leveren – met geld, tijd of de inzet van je bloedeigen talenten en vaardigheden. De bakstenen variant van crowdfunding, zeg maar.
Speels idealisme De toenadering tussen architect en gebruiker valt ook in Nederland bij veel kleinere architectenbureaus waar te nemen. Dat heeft deels te maken met de realiteit van een sterk gewijzigde orderportefeuille: meer kleine opdrachten, meer particuliere opdrachtgevers, meer herbestemmingsprojecten. Maar toch: er is een mentaliteit die een aantal jonge architectenbureaus gemeen lijken te hebben. Ze zijn geïnteresseerd in duurzaamheid, in projecten die de lokale bevolking ten goede komt, in tijdelijke projecten en losse samenwerkingsverbanden – en hun idealisme is eerder van het speelse dan van het drammerige soort. Als het Rotterdamse architectenbureau Zus nabij het centrum van de stad een leeg kantoorpand nieuw leven inblaast, worden de daken benut om in een tuin van 800 vierkante meter groente, bessen en aardbeien te telen die aan horeca en particulieren worden verkocht. Als Architecten 2012 een speeltuin in Rotterdam-Noord ontwerpt, maakt het slim gebruik van afgedankte polyester windmolenwielen die anders noodgedwongen waren verbrand. Het is architectuur die met een bescheiden budget interessante ideeën bij een groter publiek weet te introduceren. Deze nieuwe generatie architecten is ook meer onderzoeker geworden, aangemoedigd door initiatieven van het Atelier van de Rijksbouwmeester en het Nederlands Architectuurinstituut. Waarom niet je ontwerptalent loslaten op de grotere problemen? Het concept van de compacte stad staat weer volop in de aandacht. En in de Verenigde Staten laat het Museum of Modern Art (MoMa) architecten in multidisciplinaire teams oplossingen bedenken voor problemen als de verloedering van de suburbs, waar miljoenen Amerikanen door de crisis hun huis kwijtraakten, en de bedreiging die de zeespiegelstijging vormt voor New York. Wie al deze initiatieven overziet, moet toegeven dat ze samen een interessante lappendeken vormen. En de opsomming is nog verre van compleet: ook voorbeelden als ‘open source architecture’ (deel je ideeën gratis met collega’s) en het architectenbureau uit Barcelona dat al jaren in samenspraak met de lokale bevolking enthousiast aan de vernieuwing van een grote volkswijk in Bagdad (!) werkt, prikkelen de verbeelding.
‘Veel minder opdrachten, veel minder omzet, veel minder banen: dat was de afgelopen jaren het beeld in de architectuur
Grote namen Heeft deze Nieuwe Golf nu alles wat daarvoor in de architectuur gebeurde, irrelevant gemaakt? Moeten we, zoals hier en daar al gebeurt, veel wereldberoemde architecten als dinosauriër afserveren en alle iconische architectuur bij de mestvaalt van de cultuurgeschiedenis zetten? Dat valt te bezien, en heus niet alleen omdat Rem Koolhaas dit jaar zowaar in een aflevering van The Simpsons te bewonderen viel. Bekende architectenbureaus hebben de impact van de crisis zeker gevoeld – Frank Gehry bijvoorbeeld ontsloeg in 2008 de helft van zijn medewerkers, en het bureau van Erick van Egeraat moest in 2009 failliet gaan voor het een doorstart kon maken. Maar veel grote namen hebben ook in de afgelopen jaren spraakmakende en, dare we say it, iconische gebouwen afgeleverd. De elegant geplooide Beekman Tower in New York leverde Gehry in 2010 de lof van veel architectuurcritici op. Uit de felle polemieken over de Shard (2012) van Renzo Piano blijkt dat deze reusachtige Scherf in de ogen van veel Londenaren het panorama heeft verrijkt, ook al zijn de eigenaars obsceen rijke oliemiljardairs. De grote namen laten zich niet zo eenvoudig wegvagen, daarvoor is hun passie voor architectuur te groot. Nog een belangrijke nuance: grote problemen los je als maatschappij niet op door uitsluitend kleine architectenbureaus in te schakelen. Vergelijk het maar met biologische landbouw. Daarmee kun je geen mondiale voedselcrisis oplossen, hoe sympathiek en lovenswaardig allerlei losse initiatieven op dat gebied ook zijn. Als een land de infrastructuur van de energievoorziening drastisch wil herzien, of de kusten klimaatbestendiger wil maken, dan zal het ook grote bureaus uitnodigen. Die hebben meer ervaring, kennis en talent in huis - en waarschijnlijk een heleboel interessante en bruikbare ideeën.
Zones zonder bestemmingsplan Een licht anarchistische inslag kenmerkt veel kleine, idealistische architectenbureaus, ook in Nederland. Je hoort ze niet klagen over een overheid die de regierol over de ruimtelijke ordening van Nederland als een slecht zittende jas ver van zich afgeworpen heeft. Ze willen vooral niet te veel met die overheid te maken hebben. Het dichte woud van regels, verordeningen en procedures is hen een gruwel – verstikkend voor de creativiteit. Ze dromen van zones zonder bestemmingsplan. Begrijpelijk. Maar toch: het was de overheid die in de jaren negentig een bloei van de Nederlandse architectuur wist te stimuleren die internationaal de aandacht trok en zo bureaus als MVRDV, Mecanoo en UNStudio de wind in de zeilen gaf. Dat gebeurde met grote opdrachten van de Rijksbouwmeester voor aanstormend talent, de oprichting van een Stimuleringsfonds voor de Architectuur, beurzen – allemaal zaken die nu in de verdringing raken. De Gouden Jaren van de Nederlandse architectuur zijn voorbij, klinkt het vaak. Ze zijn inderdaad voorgoed voorbij als overheid en architectuur elkaar niet opnieuw weten te vinden.
Freelance journalist Joost Panhuysen schreef de afgelopen jaren in Delta, Delft Integraal en B-Nieuws over architectuur.
26
Delta
TU Delft
agenda september
zo 16
vr 14
Rock ‘n Roll Dance Evenings
Cultural promotion 20.00 uur - Regisseur Floris Visser, Cultural Professor 2012 van de TU Delft, introduceert de opera Carmen en het thema kunstenaar=wetenschapper. Aansluitend aan zijn lazing volgt een gesprek tussen Floris Visser en presentator Lex Bohlmeijer. Kaarten zijn 2,50 euro voor TU medewerkers en studenten, en 5 euro voor overage bezoekers. De kaarten zijn verkrijgbaar bij de informatiebalie in het Aula Congrescentrum van de TU Delft of via
[email protected] of via 015-2786495 (tijdens kantooruren). Locatie: Aula Congrescentrum TU Delft.
20.00-22.00 hrs – Discover 4-steps style rock and roll dance every Sunday evening with Rock‘n Delft. The first hour consists of learning new moves, and the next hour you are invited to practice what you’ve learned. Everyone can join: with or without dancing skills, beginner or experienced, alone or with a partner. Location: TU Delft Culture Center, Mekelweg 8-10, Delft. www.rockndelft.nl
di 18
The newspaper; meeting the Rector 20.00-22.00 hrs - TU Delft organizes four meetings between the Rector and students according to the formula ‘Clo-
ser to students’. In different informal evening sessions debates on current subjects selected from newspapers, weekly magazines and the Internet. Both Rector and students will select items from the daily news they feel are relevant for education, research and TU Delft’s future. Sign up at least two weekdays before the meeting and mention ‘Meeting the Rector’ and the date:
[email protected].
wo 19
Hydrogen Racing Team 20.00 hrs - The Forze Hydrogen Racing Team looking for students as part-time members to scale up their sixth car to a full-scale hydrogen track racer, and also for students who can help with marketing and promotion, organizing events and photography. Interested? Visit us in the D:Dream Hall, just be-
Advertentie
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/careers
hind Civil Engineering to have a drink and learn more about the project. www.forze-delft.nl
do 20
Kivi Niria Students Delft 18.00-21.00 uur – In het tweede seizoen van de CEO-lezingencyclus van KIVI NIRIA Students Delft bijt Huib Morelisse, CEO van NUON en TU Delft alumnus, het spits af. In deze lezing vertelt hij over zijn ervaringen op zijn weg van student naar de top van Nuon. Ook geeft hij zijn visie op de toekomst van techniek en energie in de maatschappij en de rol van Nuon en zijn (toekomstige) werknemers hierin. De CEO-lezing en aansluitende borrel zijn na registratie gratis bij te wonen. Voor meer informatie zie: www.kns-delft.nl.
Delta
media
COLUMN Be part of it
Recyclen is een kunst Je studeert je suf over bioplastics, gooit geen kauwgum op straat en scheidt je afval tot op het laatste appelschilletje nauwkeurig. Recycling is de middle name van elke TU-student. Maar creatief ontwerpen ook, en kijk nou: komt daar de app iRecyclart even goed van pas! Oké, laten we de app niet teveel credits geven, want hij kan precies niks. Eigenlijk is het gewoon een bundel wekelijks nieuw ingestuurde creatieve recycleontwerpen – uiteraard gekoppeld aan Facebook en Twitter - met per ontwerp een doorverwijzing naar de website van de maker. Valt dus weinig aan te beleven, behalve dan dat hij prima dient ter inspiratie. Wat te doen bijvoorbeeld met die oude badkuip die al jaren het balkon van je studentenhuis bezet? Die doet het prima als designsalontafel met geïntegreerde plantenbak. Afgeschreven louvredeurtjes? Hartstikke leuk als bijzettafel. Metalen vaten zijn prachtige kastjes en van oude petflessen maak je een modieuze handtas. De ingestuurde ontwerpen neigen over het algemeen wel naar amateuristisch knutselwerk. Maar dáár komt jouw toegevoegde waarde als TU-student van pas: geef er een gelikte draai en jouw recycleobject is klaar voor grootschalige productie – of tenminste gebruik in je eigen GR. En een upload in iRecyclart natuurlijk. (JB)
iRecyclart Ontwikkelaar Phonitive Platform iPhone, iPod Touch en iPad
Prijs: gratis jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening
27
TU Delft
Wandelend studeren
Apps
Geen grootstedelijk ontwerp dat jou ontgaat. Geen architect is je onbekend. Maar hoeveel gebouwen heb je daadwerkelijk gevoeld? Door welke interessante wijken heb je echt gewandeld? En kende je de inside stories achter grote bouwwerken al? Nee? Dan is de app Beleefroutes wel zo vermakelijk. Hoe educatief je beleving is, hangt af van de route die je kiest. En met wie je wandelt, want er zijn quizzen, speurtochten en gewoon gidsroutes. De app geeft van tevoren aan hoe lang de wandeling duurt, hoe ver hij is, waar je kunt stoppen voor een biertje of lunch en hoeveel highlights in welk genre (cultuur, geschiedenis…) je voorgeschoteld krijgt. Helemaal gek zijn ze natuurlijk niet daar bij ontwikkelaar Buro Kloeg, dus kun je de app gratis downloaden, maar betaal je per route nog wel tussen de € 0,79 en € 1,59. Aan de andere kant: de gidsroute door Delft is dan weer gratis. Al is dat natuurlijk nét de beleving die je al van binnen en buiten kende. (JB)
Beleefroutes Ontwikkelaar Buro Kloeg Platform iPhone; binnenkort ook voor Android beschikbaar
Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj
Van tevoren keek ik uit naar het ritje terug naar huis. Om half zeven ‘s avonds in hartje Londen is het namelijk druk. Vanaf de bibliotheek is het ongeveer een half uur. Ik heb me altijd prettig gevoeld in Londen. De hectiek van een wereldstad, de dynamiek. Deze keer overviel zelfs een licht gelukzalig gevoel me, en ik besefte voor het eerst waarom. Ik zag mensen rennen voor de metro, en bankiers in dure auto`s. Forensen die al bellend tussen auto’s door een broodje op straat eten. Ik had het gevoel een bijdrage te leveren aan de samenleving door tussen al deze mensen op te gaan in de dagelijkse gang. Het gevoel van nuttig zijn geeft veel voldoening. Het gevoel ergens onderdeel van te zijn. Ik moest denken aan een poster die ik eerder die week zag. Een personeelsadvertentie van bedrijf X. Op deze poster geen informatie over gevraagde profielen, over perspectieven of salarissen. Te zien was slechts een man, die, uiteraard in pak, een roltrap vanuit een marmeren hal besteeg. Er stond slechts een zinnetje bij: Be part of it. Bedrijf X had het dus al veel eerder door dan ik! Mensen willen eigenlijk maar een ding: ergens onderdeel van uit maken. Zelfs de aantrekkelijkheid van een baan zit ‘m in de exclusiviteit van het ‘erbij horen’. We willen onderdeel zijn van een groep, van een land, van een cultuur, van bedrijf X, van een studentenvereniging, van een gezin, van een religie. Mensen betrekken hun identiteit uit de groepen waarin ze zich bewegen. Raar eigenlijk dat in de commercie zoveel dingen worden betrokken op het individu. Alles moet tegenwoordig helemaal in je eigen stijl. Je schijnt je te onderscheiden met de kleur van je telefoon. Als het maar helemaal bij jou past. Ik liep naar huis en voelde me helemaal geen individu. Ik was een radartje in het uurwerk. En ik was ook een beetje onderdeel van Londen. Maurits van der Ven
Maurits van der Ven studeerde van januari tot juli aan University College London, waar hij de laatste vakken van de TU-master Hydraulic Engineering volgde. Hij is net begonnen met afstuderen, voor Shell in Den Haag.
28
mededelingen Announcements Gezocht: Alumnus van het jaar De Alumnus van het Jaar is een inspiratiebron voor anderen, een echte ambassadeur van de TU Delft of levert een bijzondere bijdrage aan technologie, innovatie, wetenschap en ondernemerschap. Kent u of bent u een kandidaat voor deze bijzondere titel? Laat het ons voor 31 augustus weten via www.universiteitsfonds.tudelft. nl, dan maakt u of uw kandidaat kans op de titel Alumnus van het Jaar 2012.
Cursus Spaans
studentenpsychologen.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail:
[email protected]; careercentre@ tudelft.nl;
[email protected]. Website: www.studentandcareersupport. tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.
Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www. huurcommissie.nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder.
Nieuw semester start op 10 en 11 september. Twaalf cursusweken, 3 ECTS plus certificaat. Drie niveaus: Spaans 1 (WMITAV-1010) / Spaans 2 (WM-ITAV-1011) / Spaans 3 (WM-ITAV-1012). Meer informatie en inschrijven via Blackboard.
International Office
Student and Career Support
Studium Generale
Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op:
Student and Career Support The psychologists and the central student and careers counsellors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 015-2788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen.tudelft.nl More information on: www.studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre. tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie.tudelft.nl.
International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs.
Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken.
Studium Generale (SG) is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00-17.00 uur. SG is gevestigd in de TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. Je kunt vragen stellen via
[email protected] of telefonisch een afspraak maken via 0152783258. Inleveren kopij, bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek Mededelingen in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail:
[email protected]. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Appointments and enquiries can be made by email:
[email protected] or by phone: 015-2788012.
International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www.iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.
NA DE VERKIEZINGEN
BOETES OF BELOFTES? BORREL+LOUNGEDEBAT MET VVD, SP, D66
DONDERDAG 13 SEPT 17.00U @ HIVE RUIMTE TU DELFT LIBRARY
KRITIEK OP ALLES 4
DEMOCRATIE EN DICTATUUR DISCUSSIEAVOND MET LINDA POLMAN
DONDERDAG 13 SEPT 19.30U @ DE KOORNBEURS, VOLDERSGRACHT 1, DELFT
WORKSHOP CARTOON MAKING WIN A SPOT IN THE DELTA!
(IN ENGLISH) THURSDAY SEPT 20TH 5:15PM @ I.D.-KAFEE, LANDBERGSTRAAT 15, DELFT
TEDXDELFT AWARDS (IN ENGLISH) THURSDAY SEPT 20TH 6:30PM @ MOLENGRAAFFSINGEL 12-14 DELFT
WINNEN OP ZEE
VAN LEEUWENHOEKLEZING DOOR HANS HOPMAN ZONDAG 23 SEPT 11.00U @ SCIENCE CENTRE, MIJNBOUWSTRAAT 120, DELFT
SG KAFEE: DE BELOFTE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN AFRIKA DOOR TON VAN DER LEE MAANDAG 24 SEPT 17.00U @ I.D.-KAFEE, LANDBERGSTRAAT 15, DELFT
EXCURSION: EARTHSHIP CONSTRUCTION SITE (IN ENGLISH) FRIDAY SEPT 28TH ALL AFTERNOON ONLINE SIGN UP
SG.TUDELFT.NL
Voor advertenties bel met: H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
Studium Generale Studium Generale (SG) is open from Monday-Thursday, 9.00-17.00 hrs. SG is located at the TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. For questions send an e-mail to
[email protected] or call 0152783258 to make an appointment.
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Delta
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
29
TU Delft
Whether you are sinking or swimming in the sea of Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging, entertaining articles written in the university’s lingua franca – English! Sometimes it takes an extra nudge to get international students and their Dutch counterparts to break the ice outside the classroom.
international pages
Taking control MSc students talk about how they galvanised cross-cultural student interaction. With close to 1,000 international students joining TU Delft every year, the institute is a veritable melting pot. Sometimes though, it takes an extra nudge to get international students and their Dutch counterparts to break the ice outside the classroom. Ready with that extra impetus in the Delft Centre for Systems and Control is a student study association called Out of Control (OOC). In theory, the group started five years ago, but it was revived last year by four MSc students; three Dutch students - Django van Amstel, Paul van Tricht, Werner van Westering - and one Indian student, Rishabh Dev Sharma. Their aim was to get students of all nationalities together for fun and academic exchange.
Charm of studying “We believe that being able to share your ideas and knowledge with people from the world over is part of the charm of studying at TU Delft. Social cohesion makes a better Master’s environment,” says Van Westering, who is currently doing his thesis project with TNO.
They agree that making friends across nationalities may be a daunting task, but it’s something they highly recommend. “I think the initiative should lie with the Dutch person. It’s more difficult for international students to approach someone Dutch as we are ‘at home’. My experience is that international students are open and keen on making new friends,” says Van Amstel, who is currently on an exchange programme with KTH in Sweden. “Getting acquainted with the students you usually don’t hang out with is not only fun but will ultimately become an asset for everyone in their future careers.”
Beers and barbecues With this in mind, Out of Control has organised informal and formal sessions, from ice-breaking beers and barbecues to workshops on software used in the course. The members say the faculty has been very supportive of the initiative. “The course is really tough and you cannot give it a 100 % if you exist in a vacuum,” says Dev Sharma, who is doing his thesis on
wind energy. “Of course we cannot force people to become friends, but if we create enough avenues for people to come together, we hope that they’ll find the cultural exchange stimulating.”
Excursions to companies Even though all the members are busy with their thesis projects, Out of Control’s agenda for next year is looking packed. “We recently gave a presentation to the first-year students about what to expect from OOC. One of the initial events we’ve organised is a session on Matlab, Simulink and Latex, which will be conducted by students who are experts on them,” Dev Sharma says. Another important activity OOC has planned for the year is excursions to companies across the Netherlands, so that students get an idea about what to expect after the MSc is over. “In fact,” Van Westering says, “OOC works as a model for what we hope to achieve. All four of us were looking for better social and academic interaction with our classmates, and that’s where OOC came from.”
‘My experience is that international students are open and keen on making new friends’
Photo: Hans Stakelbeek
delft survival guide
Sport is the survival mantra for Ruimin Yang and Chao Chen.
Be a sport For these Chinese students, keeping fit is the key to surviving gruelling academia. Sport is the survival mantra for these guys. Ruimin Yang (27), a PhD student in microelectronics, and Chao Chen (24), an MSc in electrical engineering, agree that the biggest fringe benefit of studying in TU Delft is the luxury to enjoy life outside the classroom. Yang gets his sport fix playing badminton regularly, while Chen enjoys a good game of soccer. What drew you to TU Delft? Yang: “I came to Delft because the mi-
croelectronics department here has a great international reputation. I wanted to develop myself to be a better engineer in this field.” Chen: “I came because TU Delft leads the world in the field of research in microelectronics, especially IC design.” How does doing a PhD/MSc here help in the long run? Yang: “The way a PhD is conducted here has taught me many lessons: independent thinking, being critical of one’s work, and always brainstorming with colleagues. There are world class professors and colleagues around, so the research environment is excellent.”
‘Socialise. It helps ease the homesickness’
Chen: The way the course is structured not only improves my knowledge of electrical engineering, but also gives me a rigorous scientific attitude, which will surely be helpful in my future research career.” Are you part of any projects outside of class? Yang: “I’m currently chairman of the Chinese Students Association in Delft. I’m also the secretary of Mest (Micro electronics system and technology association), which is a student union in the department of microelectronics. Chen: “I was a team member of Delft’s Formula Zero student team, Forze, in my first year.” What was your biggest adjustment problem when you first arrived here? Yang: “The biggest problem in the beginning was, of course, language. Besides that, learning to do everything myself was another task.”
Chen: “In the first month of my MSc I spent lots of time on improving my communication skills with professors and classmates. In Delft, one must teach himself to get used to a large variety of English accents and different cultural backgrounds, because there are students from all over the world.” Any survival tips for new students? Yang: “Socialise. It helps ease the homesickness. Keep playing a sport, as it helps with everything. And, of course, learn how to cook. It will greatly improve your quality of living. Chen: “The study life in Delft can be quite tough, but don’t forget to exercise sufficiently in your spare time.” (DP)
Delta
Talking point
HALFWAY
Virtual character against cyber bullying “Cyber bullying during chats or online gaming is increasingly viewed as an important problem. I’m developing a tool to help victims share their experiences with a computer. It won’t stop cyber bullying, but hopefully it’ll be able to comfort people socially and emotionally. I’m creating a virtual character that children can chat with; for example, if a child has been called names or harassed by others while playing Habbo Hotel, he or she can chat with the virtual character. The victim is asked questions about what happened, so the virtual character can help out. There will be predefined questions and answers, because otherwise there are too many possibilities. The virtual character will give hints, like for example how to block other users, while also letting the victims tell their story. The virtual character is a cartoon version of an old Mac computer, designed that way by a company to look like someone who knows lots about digital and virtual things. I’ll test whether the character should show emotions visually and if he could show emotions in what he writes. I’ll test what works best, but I think it’s worth developing a vir-
Photo: Hans Stake
lbeek
nostalgia
31
TU Delft
tual character that could do both. I’ve done tests with children, working together with psychology students at Erasmus University Rotterdam. In the near future I’ll do more tests to see how the reactions will be towards my virtual character. I discuss my research and findings with a group of experts, who for example work at Habbo Hotel or give anti-bullying training. They focus a lot on extreme circumstances, such as what to do if someone wants to commit suicide. They also have bad experiences with virtual agents that are used by websites like ns.nl. These agents often do not understand what you mean. I appreciate their feedback. But I would also like to show that my virtual character works differently, especially if it can show emotions – something a computer normally does not. I’d like to stress that my virtual character will not be perfect, but one must start somewhere. And I know I can show that it could work and comfort victims of cyber bullying.” (RV)
Name: Janneke van der Zwaan (30) Nationality Dutch Supervisor: Prof. Catholijn Jonker (Faculty of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science) Subject: A virtual character that provides emotional support to victims of cyber bullying Thesis defense: In 1,5 years
Abhigyan Singh (30, India) arrived in Delft from Helsinki in April 2011. In Finland he graduated with an MSc degree in new media design. He now works in the EEMCS faculty’s intelligence systems department. Singh comes from Korba, India, in the Chhattisgarh province. This region is renowned for its thick forests, where various tribes live who rarely if ever have contact with the outside world. The region is however rich in minerals and other natural resources. The Indian government is therefore keen on mining in the region and this regularly leads to conflicts. The region’s indigenous people are a popular subject for anthropologists. The book that Abhigyan displays is about these people.
Delta 2.0 Holding a crisp new issue of Delta Magazine, I can’t help but be impressed. Its appearance has changed drastically over the summer, as Delta graduated from folded A3 newspaper to bold large magazine, complete with a striking cover image and catchy headlines beckoning me to flip through its silky full-color pages. The magazine’s format has certainly changed, but what about its content? Most of the articles inside are about the people who are the magazine’s main audience: TU Delft students and educators, along with their trials, ambitions, innovations. Great: people love reading about themselves and their peers, and I’m no exception. So I eagerly flip to the International Pages to see what the magazine is offering its English-speaking audience… and within 15 minutes I’m done reading all that Delta has to offer me for the coming two weeks. I flip to the middle of the paper, hoping to read the English science pages, but sadly they’re missing. I can’t help but feel disappointed, like I’ve been promised a full dinner but instead served a side-salad. Where’s the meat? Over the years I’ve grown fond of Delta, not only because I write for it, but because it offered me, as an international student, a window into Dutch life. What started as the English pages in the back of the paper, transformed to the International Pages, next to the fully-English science section, at the beginning of the previous academic year. Finally, we were making progress: international readers had been promoted from the ‘back-page ghetto’ and invited to participate in an intelligent discussion about the university’s scientific developments, along with their Dutch colleagues. Instead of more similar progress, this year we’re back to four pages out of 32, like the two out of 16 the paper started with last year. Don’t get me wrong: I appreciate the effort that went into improving the magazine, and I’ll still likely faithfully read it every week. Furthermore, I understand there are plenty readers who prefer to read articles in Dutch. However, the feeling I got after reading the first issue brought back memories of first arriving in Delft, being put in a student house separate from Dutch students, invited to orientation with only other internationals, where I’m taught about clubs and activities that no Dutch students seem to know about. For a university that boasts up to 35% international students at certain faculties, TU Delft certainly does a good job of segregating its international students from the Dutch, and Delta sadly mirrors that attitude. My question is, why? Why can’t we have an English article next to the Dutch one, why can’t international students be housed with their Dutch classmates, and why doesn’t the university do more to integrate internationals into its student life? Olga Motsyk
Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl
Contents International Taking control
30
Be a sport
The bike of Chang Min Lee
31
Halfway - Nostalgia - Talking point
C
hang Min Lee (20), from South Korea, stood in front of his spacebox house on the Leeghwaterstraat, fiddling with his bike lock, when he noticed the photographer. Still getting used to the Dutch cultural artefacts, he said, laughing. It’s not that he never biked before at home, but rather he’d just bought his bike the day before and in South Korea it isn’t necessary to lock your bike. Very little crime. Moreover, stolen bike weren’t an issue, because, like most people, he usually rented bikes. “You can rent bikes in most parks in South Korea.” For his Batavus – “Is that the brand? That’s the name on the bike” – he paid just 55 euros, buying the bike from an ‘international friend’ in Delft. It’s a great bike, Chang Min says. “During our introduction week,
the mentors brought us to various bike shops, but the bikes for sale weren’t as nice as this one.” A Korean feel for quality. Honestly, he finds the Dutch biking culture a bit strange. “Everyone has two or three bikes and you see bikes everywhere.” But he likes cycling good for preventing air pollution and traffic jams. He’d like to see more people biking in his hometown of Busan. And bikes are also handy, as he realises now. “Great for quickly going to the supermarket or riding to another building.” In fact, he says, he’ll buy a bike when he returns to South Korea. “I love mountain climbing. Would be fantastic to do it on a bike.” But no, he can’t train for that here, as there are no mountains, and anyway, people rarely bike in the mountains in South Korea. But his bike is still the best. (JB)
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 08 ‘The Facebook fail’ Name: Chang Min Lee (TPM) Price: 55 euros Brand: Batavus Striking feature: The nicest bike of all
(Photo: Sam Rentmeester)
29