Reglement (her)erkenningen College Zorg Opleidingen 2015 Delen Deel A: Algemeen
Artikelen A1: Inleiding A2: Algemene bepalingen A3: Reikwijdte A4: Vertrouwelijkheid en objectiviteit
Deel B: (her)erkenningsaanvraag
B1: Inleiding
10
B2: Aanvraag zorginstelling B3: Eerste erkenningsaanvraag zorginstellingen B4: Aanvraag opleidingsinstituut B5: Aanvraag samenwerkingsverbanden zorginstelling B6: erkenningsaanvragen en diplomering nieuwe opleidingen B7: Register B8: Diplomabesluit B9: Algemene voorwaarden (her)erkenningsaanvraag niet-leden NVZ, NFU of AZN
11 16 17 20
C1:Tussentijdse wijzigingen in de praktijk- en/of theoriecomponent van de erkende opleiding
35
C2: Beoordeling C3: Intrekking (her)erkenning
36 37
Deel D: Protest en appèl
D1: Protest D2: Appèl D3: Rechtelijke uitspraak
39 40 42
Deel E: Bijzondere bepalingen
E1: Slotbepalingen
44
Deel C: Tussentijdse wijzigingen in de opleiding
Pagina 3 4 7 8
23 26 27 29
1
Deel A: Algemeen
2
A1: Inleiding Zorginstellingen dragen de verantwoordelijkheid voor het bieden van kwalitatief verantwoorde zorg. Goed gekwalificeerde medewerkers zijn daarvoor van groot belang. De zorginstellingen bieden verschillende basisopleidingen, vervolgopleidingen en duale HBO varianten aan, die zich kenmerken door de combinatie van werken en leren. Het CZO is in het leven geroepen door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU) als College Ziekenhuis Opleidingen. NVZ en NFU hebben het CZO de taak opgedragen toezicht te houden op de kwaliteit van diverse ziekenhuisopleidingen voor medisch ondersteunende en gespecialiseerde verpleegkundige functies. In de loop van de tijd is het College Ziekenhuis Opleidingen verstevigd door en uitgebreid met andere branches in de gezondheidszorg met het gevolg dat op 1 oktober 2010 de naam is gewijzigd in College Zorg Opleidingen. Het CZO is een initiatief vanuit Nederlandse zorgbranches zelf. Derhalve is het CZO niet publiekrechtelijk van aard. (her)erkenning door het CZO is zondermeer een kwaliteitskeurmerk. Diploma’s van de CZO erkende opleidingen worden in heel Nederland geaccepteerd. Omdat (her)erkenning van een opleiding door het CZO van groot belang is voor studenten, zorginstellingen en de opleidingsinstituten, dienen de procedures met betrekking tot (her)erkenning helder te zijn. In dit reglement worden deze procedures beschreven. Dit reglement is van toepassing voor alle zorginstellingen en opleidingsinstituten d ie een (her)erkenningsaanvraag in willen dienen voor één of meerdere opleidingen die onder het CZO ressorteren. Voor leden die lid zijn van de NVZ, NFU en AZN zijn hieraan geen kosten verbonden. Voor leden die geen lid zijn van de NVZ, NFU of AZN geldt een aparte regeling vanwege de kosten die hiermee gemoeid zijn. Behalve het Reglement (her)erkenningen CZO 2015 zijn voor deze instellingen ook de Algemene Voorwaarden CZO (her)erkenningsaanvraag van toepassing.
3
A2: Algemene bepalingen A2.1. In dit reglement wordt verstaan onder: Aanvrager Een zorginstelling of opleidingsinstituut die voor een bepaalde opleiding een schriftelijke (digitale) (her)erkenningsaanvraag bij het CZO heeft ingediend. De aanvraag wordt formeel ingediend door de Raad van Bestuur/directie van de zorginstelling of opleidingsinstituut. Audit Het bezoek van onafhankelijk (externe) auditors aan de zorginstelling die de kwaliteit van de CZO opleidingen zullen toetsen c.q. verifiëren en voorstellen voor verbetering kunnen aanreiken.
Auditpanel Een panel van tenminste twee inhoudsdeskundigen, zitting hebbend in de CZO opleidingscommissies, die een audit zullen afleggen in de instelling. Appèl Hoger beroep (in het civiel recht) Appellant De partij die in hoger beroep is gekomen. Beschikbaarheidsbijdrage Bijdrage zoals bedoeld in artikel 56a Wet martkordening gezondheidzorg. Cluster Een verzameling van CZO opleidingen die inhoudelijke verwantschap vertonen. Het CZO maakt onderscheid tussen het acute cluster, het OK cluster, het chronisch en beschouwende cluster, het moeder & kind cluster en het paramedische cluster. College Het bestuur van het CZO. Contactpersoon De zorgprofessional van de aanvragende zorginstelling of opleidingsinstituut die door het CZO kan worden benaderd over de inhoud van de (her)erkenningsaanvraag. CZO Het te Utrecht gevestigde College Zorg Opleidingen, ingesteld door de NVZ vereniging van ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU), met de taak toezicht te houden op de kwaliteit en continuïteit van de medisch ondersteunende opleidingen en de verpleegkundige vervolgopleidingen. CZO diploma Het diploma met het in Nederland geaccepteerde kwaliteitskeurmerk dat het CZO afgeeft aan de student die met succes een onder het CZO ressorterende opleiding heeft afgerond in een instelling die voor deze opleiding een erkenning heeft 4
Deskundigheidsgebied Beschrijving van het vakmanschap van de functie, gebaseerd op informatie zowel over het beroep als over de functie. Duale opleiding Onderwijs, waarbij competenties in onderlinge samenhang worden ontwikkeld in binnenschoolse en buitenschoolse werk-/leersituaties. Eindtermen Omschrijving van (componenten) van datgene waarvan studenten blijk geven te kunnen na voltooiing van de opleiding. Deze omschrijving is voor de opleidingen die onder het CZO ressorteren landelijk vastgesteld. Erkenning Het in Nederland geaccepteerde kwaliteitskeurmerk dat het CZO aan een opleiding van een zorginstelling of opleidingsinstituut verleent wanneer aan alle (her)erkenningseisen is voldaan. Gediplomeerde Natuurlijk persoon die blijkens een CZO diploma met goed gevolg een opleiding heeft voltooid waarvoor op dat moment een erkenning is afgegeven. Geschil Onenigheid die ontstaat zodra een der partijen het niet eens is met het besluit of de uitkomst. Handleiding (her)erkenningsaanvraag Het document met gedetailleerde informatie over de manier waarop de aanvrager de (her)erkenningsaanvraag invult en het CZO een (her)erkenningsaanvraag beoordeelt. Instelling De zorginstelling of het opleidingsinstituut dat de praktijkopleiding respectievelijk theorieopleiding verzorgt in overeenstemming met de voorwaarden voor erkenning. Initiële opleiding Een funderende, eerste beroepsvorming waarin de toekomstige beroepsuitoe fenaars een brede professionele basisvorming opbouwen. Leerplaats Afdeling waar betreffende eindtermen of delen ervan kunnen worden behaald. Nieuwe opleiding Een tot het CZO toegelaten opleiding vanaf het moment van publicatie van het deskundigheidsgebied en eindtermen op de website van het CZO totdat het eerste cohort is afgestudeerd overeenkomstig het besluit erkenningsaanvragen en diplomering nieuwe opleidingen (B5).
5
Opleidingscommissie Een door het CZO ingestelde commissie per opleiding gevormd door een samengesteld multidisciplinair team van (inhouds)deskundigen dat tot taak heeft advies uit te brengen aan het College met betrekking tot de opleidingen. Opleidingsinstituut Het instituut dat het theoretische gedeelte van een opleiding verzorgt. Opleidingsgegevens Gegevens die betrekking hebben op de structuur, inhoud en verloop van de opleiding. Praktijkcomponent Het praktijkgedeelte van de opleiding. Theorieaanbieder Het opleidingsinstituut dat het theoriecomponent van de opleiding verzorgt. Theoriecomponent Het theoretisch gedeelte van de opleiding. Vervolgopleiding Een meer volledige beroepsspecifieke vorming na een met succes afgesloten funderende, eerste beroepsvorming.
6
A3: Reikwijdte A3.1. Het CZO bewaakt de kwaliteit van de vervolgopleidingen tot: Ambulanceverpleegkundige; Cardiaccareverpleegkundige; Deskundige Infectiepreventie; Dialyseverpleegkundige; Genetisch Consulent; Geriatrieverpleegkundige; Gipsverbandmeester; Intensivecare-kinderverpleegkundige; Intensivecare-neonatologieverpleegkundige; Intensivecareverpleegkundige; Kinderverpleegkundige; Klinisch Chemisch Analist; Klinisch Perfusionist; Mediumcareverpleegkundige; Neuroverpleegkundige; Obstetrieverpleegkundige; Oncologieverpleegkundige; Recoveryverpleegkundige; Spoedeisendehulpverpleegkundige; Verpleegkundige Centralist Meldkamer Ambulancezorg. A3.2. Het CZO bewaakt de kwaliteit van de initiële opleidingen tot: Anesthesiemedewerker; Klinisch Chemisch Analist; Operatieassistent eerste deskundigheid; Radiodiagnostisch Laborant; Radiotherapeutisch Laborant. A3.3. Het CZO bewaakt de kwaliteit van de duale opleidingen tot: HBO verpleegkunde Technische stroom uitstroomprofiel Anesthesiemedewerker; HBO verpleegkunde Technische Stroom uitstroomprofiel Operatieassistent; Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken uitstroomprofiel Radiodiagnostisch Laborant; Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken uitstroomprofiel Radiotherapeutisch Laborant. A3.4. Dit reglement is van toepassing op alle opleidingen waarvan de kwaliteit door het CZO wordt bewaakt. A3.5. Het CZO is een privaatrechtelijk samenwerkingsverband tussen NVZ en NFU. Het CZO is geen bestuursorgaan in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht en de bepalingen van deze wet zijn niet van toepassing op het CZO. A3.6. De Handleiding (her)erkenningsaanvraag bevat nadere regels ter specificatie en toelichting op dit reglement (zie tevens de artikelen B2 en B3 voor meer informatie).
7
A4: Vertrouwelijkheid en objectiviteit A4.1. Gegevens zoals verstrekt in de (her)erkenningsaanvraag en tijdens de audit en alle met de (her)erkenning samenhangende documenten worden vertrouwelijk behandeld door de leden van het College, de opleidingcommissies, de auditpanels en de medewerkers van het bureau CZO. Leden van het College, de opleidingcommissies, de auditpanels en de medewerkers van het bureau CZO verplichten zich tot volledige geheimhouding ten aanzien van alle mondelinge en schriftelijke informatie waarvan hij/zij direct of indirect kennis neemt in het kader van de beoordeling van een (her)erkenningsaanvraag en de praktijkleersituatie. De geheimhoudingsplicht geldt niet ten aanzien van die informatie die reeds publiekelijk bekend was op het moment van de openbaarmaking en ten aanzien van gegevens die op rechtmatige wijze zijn verkregen van een derde. Tenslotte geldt de geheimhouding niet voor die gegevens waarvoor de Directie/Raad van Bestuur van de aanvragende zorginstelling of opleidingsinstituut toestemming heeft gegeven om deze aan derden te verstrekken.
8
Deel B: (her)erkenningsaanvraag
9
B1: Inleiding De (her)erkenningen die door het CZO zijn afgegeven zijn doorlopend. Iedere vijf jaar vindt een toetsing plaats. De systematiek hiervoor bestaat voor de opleidingsinstituten uit een onderdeel, namelijk het invullen van een digitaal aanvraagformulier. Voor de zorginstellingen bestaat de systematiek uit twee onderdelen, namelijk het invullen van een digitaal aanvraagformulier door de aanvrager, gevolgd door een audit aan de zorginstelling door een afvaardiging van het CZO. Tijdens de audit zullen meerdere opleidingen tegelijk getoetst worden, het aantal opleidingen dat per audit getoetst wordt is afhankelijk van de aantallen studenten per zorginstelling. De totale duur van de procedure, vanaf de uitnodiging om de aanvraag in te dienen tot de definitieve beoordeling, is gesteld op 26 weken ofwel een half jaar. De gestelde vragen hoeven slechts met ja of nee te worden beantwoord en voor het aantonen van de antwoorden maakt de aanvrager (grotendeels) gebruik van eigen documenten. Nadat de opleidingscommissie de aanvraag heeft beoordeeld en zo nodig aanvullende vragen heeft gesteld, vindt (uitsluitend bij zorginstellingen) een audit door een afvaardiging van het CZO plaats. Dit bezoek is bedoeld om verdieping aan te brengen in de aanvraag door met alle betrokkenen hierover in gesprek te gaan. Na de audit wordt door het auditpanel een eindrapport opgesteld, dat ter advisering aan de Directeur van het CZO wordt gestuurd. In dit eindrapport kunnen naast het besluit van het CZO ook adviezen (vrijblijvend) en/of voorwaarden (verplichtend) worden meegeven. De Directeur CZO laat vervolgens de aanvragende instelling weten wat de uitkomst van het toetsingsonderzoek is inclusief het besluit met betrekking tot de verlenging van de doorlopende (her)erkenning.
10
B2: Aanvraag zorginstelling B2.1. Zowel de zorginstelling als aanbieder van de praktijkcomponent als het opleidingsinstituut als aanbieder van de theoriecomponent dienen afzonderlijk een (her)erkenningsaanvraag in. B2.2. Een aanvrager, die in het bezit is van een CZO (her)erkenning voor één of meerdere CZO opleidingen, dient op uitnodiging van het CZO, voor één of meerdere clusters van opleidingen de digitale (her)erkenningsaanvragen in via de website van het CZO. B2.3. Een aanvrager, die niet in het bezit is van een CZO opleiding voor één of meerdere CZO opleidingen, dient op eigen initiatief één of meerdere erkenningsaanvragen in via de website van het CZO. B2.4. De aanvrager staat in voor de volledigheid en de juistheid van de aangeleverde gegevens en documenten, ook indien deze afkomstig zijn van derden. B2.5. Indiening is alleen mogelijk wanneer alle vragen worden beantwoord en waar nodig de antwoorden worden ondersteund met de juiste documentatie. B2.6.
De erkenningen van de zorginstellingen die door het CZO zijn afgegeven op grond van het Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2008 zijn doorlopend en gelden op grond van het Reglement Erkenning opleidingen CZO 2015 tot de hertoetsing, door middel van het aanvraagformulier en de audit, heeft plaatsgevonden door het CZO tussen 2015 en 2020.
B2.7. Het (her)erkenningsproces bestaat uit vier onderdelen: het digitale aanvraagformulier; de bureau- c.q. commissiebeoordeling van het digitale aanvraagformulier; de audit; beoordeling en verslaglegging.
B2.8. Het CZO stuurt uiterlijk 16 weken voorafgaand aan de aankondiging voor hertoetsing een vooraankondiging naar de aanvrager met daarin: de opleidingen die getoetst zullen worden; het tijdvak waarop het CZO een formele brief zal sturen ten behoeve van de toetsing; de uiterlijke datum en de wijze van indiening van de (her)erkenningsaanvragen. B2.9a. Het CZO stuurt 36 weken voor de toetsing van de erkenning c.q. de audit een aankondiging naar de aanvrager met daarin minimaal: de opleidingen die getoetst zullen worden; de uiterlijke datum van indiening van het aanvraagformulier van de (her)erkenningsaanvragen; de wijze waarop het digitale aanvraagformulier voor (her)erkenning dient te worden ingevuld; de datum waarop de audit plaatsvindt. B2.9b. Als er meer dan vijf opleidingen getoetst zullen worden, geldt dat voor elke extra opleiding de termijn van 36 weken met één week wordt verlengd. 11
B2.10. Instellingen die beschikken over een erkenning worden in de periode van 1 janu ari 2015 tot en met 31 december 2019 uitgenodigd door het CZO om erkenningsaanvragen van opleidingen in te dienen van één of meerdere clusters 1. Mogelijk ontvangen instellingen dus een uitnodiging die afwijkt van de gebruikelijke vijfjaarsperiode. B2.11. Instellingen die niet beschikken over een erkenning dienen uit eigen beweging een erkenningsaanvraag in. De behandeling van zo’n eerste aanvraag is gesteld in B3 van dit reglement. B2.12. De aanvrager stuurt het digitaal ingevulde aanvraagformulier uiterlijk 24 weken voor de datum van de audit naar CZO terug. B2.13. Indien de gevraagde informatie niet binnen de vastgestelde termijnen in de toelichting wordt overlegd, wordt de aanvraag niet verder in behandeling genomen en is de aanvraagprocedure daarmee geëindigd. Hierover wordt de aanvrager schriftelijk op de hoogte gesteld. B2.14. Indien er sprake is van een doorlopende erkenning zal sluiting van het dossier tevens leiden tot intrekking van de doorlopende erkenning. B2.15. De secretaris van de betreffende Opleidingscommissie van het CZO beoordeelt de aanvraag op grond van de ‘Toelichting op het aanvraagformulier’ B2.16. Indien er twijfel bestaat over de (inhoudelijke) juistheid van de aangeleverde gegevens of indien de (her)erkenningenhistorie van de opleiding van de instelling hiervoor aanleiding geeft, legt de secretaris de (her)erkenningsaanvraag voor aan de opleidingscommissie. Hierdoor zal de beoordeling worden opgeschort en kan een specifiek onderzoekspunt ontstaan voor de audit of voor nadere informatievergaring. B2.17. Het CZO behoudt zich het recht om aanvullende onderliggende documentatie op te vragen, danwel op andere wijze te controleren of aan de gestelde criteria is voldaan. B2.18. Indien uit de documentatie van het aanvraagformulier en eventuele onderliggende documentatie blijkt dat de opleiding niet voldoet aan de gestelde CZO eisen formuleert de opleidingscommissie een advies aan de directie over de voortgang van de aanvraag.
1
Het CZO heeft de onder opleidingen ingedeeld in vijf clusters:
Acuut: Ambulanceverpleegkundige, CC verpleegkundige, IC verpleegkundige, MC verpleegkundige, Recoveryverpleegkundige, SEH verpleegkundige, Verpleegkundige Meldkamer Centralist. OK: Anesthesiemedewerker, Operatieassistent, Klinisch Perfusionist. Chronisch en beschouwend: Dialyseverpleegkundige, Geriatrieverpleegkundige, Neuroverpleegkundige, Oncologieverpleegkundige. Moeder en kind: ICK verpleegkundige, ICN verpleegkundige, Kinderverpleegkundige, Obstetrieverpleegkundige. Paramedisch: Deskundige Infectie Preventie, Gipsverbandmeester, Klinisch Chemisch Analist, Radiodiagnostisch laborant, Radiotherapeutisch laborant. 12
B2.19. Het CZO kan op basis van de (her)erkenningsaanvraag en/of (aanvullende) documentatie besluiten de doorlopende erkenning in te trekken of, indien er sprake is van een eerste erkenningsaanvraag, af te wijzen. B2.20. Indien door de wetgever vastgestelde wettelijke bepalingen en criteria vereist zijn i n aanvulling op de betreffende deskundigheidsgebieden en eindtermen, dient de (her)erkenningsaanvraag aan zowel aanvullende wettelijke criteria als dit reglement te worden getoetst. B2.21. Het CZO toetst middels de audit of de instelling daadwerkelijk voldoet aan de eisen waarvoor het in de aanvraagformulieren van de verschillende opleidingen een garantie heeft afgegeven. Gedurende de audit worden steekproefsgewijs onderdelen van de opleiding(en) getoetst. B2.21.a. Tot 2017 zijn de opleidingen tot ambulanceverpleegkundige en Verpleegkundig Meldkamer Centralist uitgezonderd van de audits. B2.21.b. Uitgezonderd van de audits is de opleiding tot Dialyseverpleegkundige, mits de zorginstelling die de erkenning aanvraagt, beschikt over een geldig HKZ-certificaat. B.2.22. Voor de audit is de auditprocedure van toepassing. Indien er sprake is van een audit in een gespecialiseerd centrum2 ten behoeve van de toetsing van een CZO opleiding, is de auditprocedure specialistische centra van toepassing. B2.23. De audit staat in het teken van de waarheidsvinding en waar mogelijk advisering ten behoeve van verbetering van de opleiding(en). B2.24. De audit vindt plaats op de datum zoals voorgesteld in de uitnodiging tot (her)erkenning, zoals beschreven bij B2.8, of op een nader overeengekomen datum vastgesteld door de zorginstelling en het CZO gezamenlijk. B2.25. Dit auditpanel bestaat tenminste uit: twee inhoudsdeskundigen vanuit de CZO opleidingscommissies indien er sprake is van een reguliere audit; één inhoudsdeskundige vanuit de CZO opleidingscommissie indien er sprake is van een audit in een specialistisch centrum; ambtelijk secretari; open stoel (zie B2.25b); B2.25a. Eén van de leden van het auditpanel vervult de rol van de voorzitter. B2.25b. De open stoel kan worden ingevuld door een auditor die een inhoudsdeskundige is. De inhoudsdeskundige hoeft niet verbonden te zijn aan een CZO opleidingscommissie.
2
Onder specialistische centra wordt verstaan: Zorginstellingen die gespecialiseerd zijn in een specifieke patiëntencategorie, behandeling en/of aandoening zoals dialysecentra, radiotherapeutische klinieken, verpleeghuizen, revalidatiecentra, etc. 13
B2.26. Het auditpanel toetst tijdens de audit steekproefsgewijs de opleidinggegevens door beoordeling van documentatie en interviews met de betrokkenen en beoordeelt op grond van deze gegevens of de instelling daadwerkelijk voldoet aan de eisen waarvoor het in de aanvraagformulieren van de verschillende opleidingen een garantie heeft afgegeven. B2.27. De audit staat in het teken van waarheidsvinding en waar mogelijk advisering ten behoeve van verbetering van de opleiding(en). B2.28. Afhankelijk van de grootte van de instelling en het aantal (her)erkenningen en studenten, zal één audit per instelling plaatsvinden voor alle opleidingen óf meerdere audits per instelling voor één of meerdere cluster(s). B2.29. Het auditpanel bespreekt direct aansluitend aan de audit de bevindingen met aanvrager. B2.30. Uiterlijk vier weken na de audit stelt het auditpanel de definitieve beoordeling vast en geeft een advies aan de directeur CZO; deze stuurt binnen één week na het advies de uitkomst schriftelijk naar de aanvrager. B2.31. Het
CZO kan besluiten tot: behoud van de erkenning. Behoud van de erkenning met bindende voorwaarden voor aanpassing of verbetering waarbij een afwijkende termijn voor herbeoordeling is gesteld. Inhoudelijke toetsing door de opleidingscommissie middels een tweede audit. Intrekken van de erkenning.
B2.32. In de definitieve beoordeling is tenminste opgenomen onder welke voorwaarden de betreffende opleiding is erkend. De mogelijkheden hiervoor zijn: de opleiding wordt onvoorwaardelijk erkend tot het volgende moment van hertoetsing ofwel de opleiding wordt onvoorwaardelijk erkend met een of meerdere vrijblijvende adviezen tot het volgende moment van hertoetsing ofwel de opleiding wordt erkend met een of meerdere verplichte voorwaarden waarover moet worden gerapporteerd binnen een periode van een half of een jaar ofwel de (her)erkenning wordt met ingang van het besluit ingetrokken. B2.33. De audit kan aanleiding zijn tot intrekking van de (her)erkenning of een bindend verbeterplan voor de instelling. B2.34. Het aantal en de inhoud van de verbeterpunten bepalen de voorwaarden waarop een (her)erkenning wordt verleend respectievelijk verlengd evenals de termijn van herbeoordeling. De instelling blijft erkend tot het moment dat de herbeoordeling heeft plaatsgevonden. B2.35. Indien de herbeoordeling niet in de gestelde periode plaats kan vinden door toedoen van het CZO, blijft de (her)erkenning van kracht tot de beoordeling heeft plaatsgevonden.
14
B2.36. Indien de audit niet in de gestelde periode plaats kan vinden door toedoen van de instelling, kan dit consequenties voor de geldigheid van de (her)erkenning hebben. De opleidingscommissie beoordeelt de reden van de instelling en brengt advies uit aan de directeur CZO over het al dan niet intrekken van de (her)erkenning. B2.37. Een (her)erkenning wordt afgegeven op de juridische entiteit van de instelling. B2.38. De instelling ontvangt een schriftelijk bewijs van de (doorlopende) (her)erkenning van de betreffende opleiding. B2.39. Alle (her)erkenningen worden verleend door de directeur CZO namens het College. De medewerkers van het bureau, het auditpanel en de opleidingscommissie kunnen niet uit eigen naam beslissingen nemen over (her)erkenningsaanvragen. B2.40. Het besluit tot (her)erkenning wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan de Directie/ Raad van Bestuur van de instelling en er vindt publicatie plaats op de website van het CZO onder ‘erkende opleidingen’. B2.41. Een afgegeven (her)erkenning is doorlopend. Aan de verleende respectievelijk verlengde erkenning wordt een termijn gekoppeld waarop een herbeoordeling plaatsvindt. De termijn is afhankelijk van de uitkomst van de audit en kan nooit langer zijn dan de reguliere termijn van herbeoordeling. B2.42. Het CZO volgt de normeringen van medisch wetenschappelijke verenigingen, de Inspectie van de Gezondheidszorg en andere gerelateerde instellingen en behoudt zich het recht voor de CZO eisen, regelingen en procedures tussentijds aan te passen indien de ontwikkelingen zich hiervoor lenen. B2.43. Afhankelijk van de argumenten kan de directeur CZO de keuze maken de beoordeling van het auditpanel voorafgaand aan de verzending naar de aanvrager voor te leggen aan de betreffende opleidingscommissie. De instelling wordt hiervan op de hoogte gebracht. Argumenten hiervoor zijn: onvoldoende toetsbaar of gerede twijfel of aan de eisen wordt voldaan. B2.44. De betreffende opleidingscommissie adviseert de directeur na onderzoek van het aanvraagformulier en de bevindingen tijdens de audit. De opleidingscommissie heeft het recht een tweede audit in te stellen voorafgaand aan het advies aan de directeur C ZO. De instelling wordt geïnformeerd door de secretaris van de opleidingscommissie.
15
B3: Eerste erkenningsaanvraag zorginstelling B3.1. Zorginstellingen dienen een eerste erkenningsaanvraag uit eigen beweging in. Dit kan op twee momenten: 1. ten tijde van de geplande audit van de instelling waarvoor de betreffende opleiding van toepassing is. In dat geval wordt de aanvraag in behandeling genomen overeenkomstig de reguliere auditprocedure; 2. op elk moment indien er geen audit gepland staat. B.3.2. Indien de aanvraag op een willekeurig moment wordt ingediend door de zorginstelling wordt de aanvraag in behandeling genomen mits: 1. de audit voor de betreffende opleiding in de zorginstelling langer dan zes maanden in het verleden heeft plaatsgevonden; 2. de audit voor de betreffende opleiding in de zorginstelling niet binnen zes maanden plaatsvindt. B3.3. Indien de audit binnen zes maanden plaatsvindt, zal de erkenningsaanvraag overeenkomstig de reguliere auditprocedure in behandeling worden genomen. B.3.4. Indien de audit - op het moment van indienen- later dan zes maanden is gepland wordt de aanvraag per direct in behandeling genomen. Voor deze erkenningsaanvragen geldt dat de erkenning van de opleiding wordt afgegeven op grond van de uitkomsten van het aanvraagformulier. B.3.4.1. Afhankelijk van de uitkomsten van het digitale aanvraagformulier kan door de opleidingscommissie worden besloten een separate audit in te stellen. B.3.4.2. Tot een afwijzing van een eerste erkenning kan slechts worden besloten indien er een audit heeft plaatsgevonden. B.3.4.3. Indien de erkenning is afgegeven op basis van het aanvraagformulier, wordt dit aanvraagformulier onderdeel van de geplande reguliere audit. Indien tussen het moment van de afgifte van de erkenning en de reguliere audit een langere termijn van twee en een half jaar van toepassing is, dient de instelling voorafgaand aan de audit het aanvraagformulier te updaten. B.3.5. Een eerste erkenningsaanvraag wordt altijd beoordeeld door de opleidingscommissie.
16
B4: Aanvraag opleidingsinstituut B4.1. De opleidingsinstituten worden met ingang van 2015 op grond van het Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2015 voor elke onder het CZO ressorterende opleiding separaat erkend. B4.2. Een aanvrager, die in het bezit is van een partiële CZO erkenning voor één of meerdere CZO opleidingen, afgegeven in combinatie met de zorginstellingen op grond van het Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2008, dient, op uitnodiging van het CZO, per cluster de digital e erkenningsaanvragen in via de website van het CZO. B4.3. Een aanvrager, die niet in het bezit is van een partiële CZO erkenning voor één of meerdere CZO opleidingen, afgegeven in combinatie met de zorginstellingen op grond van het Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2008, dient op eigen initiatief digitaal één of meerdere erkenningsaanvragen in via de website van het CZO. B4.4.
De aanvrager staat in voor de volledigheid en de juistheid van de aangeleverde gegevens en documenten, ook indien deze afkomstig zijn van derden.
B4.5. Indiening is alleen mogelijk wanneer alle vragen worden beantwoord en waar nodig de antwoorden worden ondersteund met de juiste documentatie. B4.6. Het erkenningsproces bestaat uit drie onderdelen: het digitale aanvraagformulier; de bureau- c.q. commissiebeoordeling van het digitale aanvraagformulier; beoordeling en verslaglegging. B4.7. Het CZO stuurt 26 weken voor de (her)toetsing van de erkenning een brief naar de aanvrager met daarin minimaal: de uiterlijke datum van indiening van het aanvraagformulier van de erkenning; de wijze waarop het digitale aanvraagformulier voor erkenning dient te worden ingevuld. B4.8. Opleidingsinstituten die beschikken over een partiële erkenning voor één of meerdere opleidingen worden in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019 uitgenodigd door het CZO om (her)erkenningsaanvragen van opleidingen in te dienen van een cluster3. Mogelijk ontvangen instellingen dus een uitnodiging die afwijkt van de gebruikelijke vijf-jaars-periode.
3
Het CZO heeft de opleidingen ingedeeld in vijf clusters:
Acuut: Ambulanceverpleegkundige, CC verpleegkundige, IC verpleegkundige, MC verpleegkundige, Recoveryverpleegkundige, SEH verpleegkundige, Verpleegkundige Meldkamer Centralist. OK: Anesthesiemedewerker, Operatieassistent, Klinisch Perfusionist. Chronisch en beschouwend: Dialyseverpleegkundige, Geriatrieverpleegkundige, Neuroverpleegkundige, Oncologieverpleegkundige. Moeder en kind: ICK verpleegkundige, ICN verpleegkundige, Kinderverpleegkundige, Obstetrieverpleegkundige. Paramedisch: Deskundige Infectie Preventie, Gipsverbandmeester, Klinisch Chemisch Analist, Radiodiagnostisch laborant, Radiotherapeutisch laborant. 17
B4.9. Opleidingsinstituten die niet beschikken over een erkenning hebben te allen tijde voorrang in de behandeling van de erkenningsaanvraag op opleidingsinstituten die reeds erkend zijn voor de betreffende opleiding. B4.10. Indien de gevraagde informatie niet binnen de vastgestelde termijnen in de toelichting wordt overlegd, wordt de aanvraag niet verder in behandeling genomen en is de aanvraagprocedure daarmee geëindigd. Hierover wordt de aanvrager schriftelijk op de hoogte gesteld. B4.11. Indien er sprake is van een hererkenning zal sluiting van het dossier tevens leiden tot intrekking van de partiële erkenning. B4.12. De theoriecomponent wordt getoetst aan de hand van de criteria zoals vastgelegd in het aanvraagformulier en de toelichting hierop in de handleiding. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen generieke criteria die voor alle opleidingen gelden en specifieke criteria die per opleidingscommissies zijn vastgesteld. De weging van de specifieke criteria kan per opleiding afwijkend zijn. B4.13. De generieke criteria die voor alle opleidingen gelden hoeven slechts eenmalig te worden ingediend. B4.14. Indien er twijfel bestaat over de (inhoudelijke) juistheid van de aangeleverde gegevens of indien de (her)erkenningenhistorie van de opleiding van het opleidingsinstituut hiervoor aanleiding geeft, zal de besluitvorming worden opgeschort en zal de opleidingscommissie nadere informatie opvragen bij de contactpersoon van de (her)erkenningsaanvraag. Indien dit van toepassing is, informeert de secretaris van de opleidingscommissie de contactpersoon van de erkenningsaanvraag. B4.15. Het CZO behoudt zich het recht om aanvullende onderliggende documentatie op te vragen, danwel op andere wijze te controleren of aan de gestelde criteria is voldaan. B4.16. Indien door de wetgever vastgestelde wettelijke bepalingen en criteria vereist zijn in aanvulling op de betreffende deskundigheidsgebieden en eindtermen, dient de (her)erkenningsaanvraag aan zowel aanvullende wettelijke criteria als dit reglement te worden getoetst. B4.17. De opleidingscommissie van het CZO beoordeelt de aanvraag en brengt advies uit aan de directeur CZO. B4.18. De directeur CZO stuurt uiterlijk 1 week na het advies de uitkomst schriftelijk naar de aanvrager. B4.19. In de definitieve beoordeling is tenminste opgenomen onder welke voorwaarden de betreffende opleiding is erkend. De mogelijkheden hiervoor zijn: de opleiding wordt onvoorwaardelijk erkend het volgende moment van hertoetsing, ofwel de opleiding wordt onvoorwaardelijk erkend met een of meerdere vrijblijvende adviezen het volgende moment van hertoetsing, ofwel de opleiding wordt erkend met een of meerdere verplichte voorwaarden waarover moet worden gerapporteerd binnen een periode van ½ of 1 jaar, ofwel 18
de (her)erkenning wordt met ingang van het besluit ingetrokken.
B4.20. Het aantal en de inhoud van de verbeterpunten bepalen de voorwaarden waarop een erkenning wordt verleend respectievelijk verlengd evenals de termijn van herbeoordeling. De instelling blijft erkend tot het moment dat de herbeoordeling heeft plaatsgevonden. B4.21. Indien de herbeoordeling niet in de gestelde periode plaats kan vinden door toedoen van het CZO, blijft de partiële erkenning van kracht tot de beoordeling heeft plaatsgevonden. B4.22. Indien de herbeoordeling niet in de gestelde periode plaats kan vinden door toedoen van de instelling, kan dit consequenties voor de geldigheid van de (her)erkenning hebben. De opleidingscommissie beoordeelt de reden van de instelling en brengt advies uit aan de directeur CZO over het al dan niet intrekken van de (her)erkenning. B4.23. De aanvrager komt in aanmerking voor een (her)erkenning indien het Aanvraagformulier erkenning volledig en juist is ingevuld en is aangetoond dat is voldaan aan de gestelde eisen van de desbetreffende opleiding welke zijn vastgelegd in de Regeling Deskundigheidsgebied en Eindtermen en specifieke regelingen. B4.24. Een erkenning wordt afgegeven op de juridische entiteit van de instelling. B4.25. De instelling ontvangt een schriftelijk bewijs van de (doorlopende) (her)erkenning van de betreffende opleiding. B4.26. Alle (her)erkenningen worden verleend door de directeur CZO namens het College. De medewerkers van het bureau en de opleidingscommissie kunnen niet uit eigen naam beslissingen nemen over (her)erkenningsaanvragen. B4.27. Het besluit tot (her)erkenning wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan de directie van het opleidingsinstituut van de instelling en er vindt publicatie plaats op de website van het CZO onder ‘erkende opleidingen’. B4.28. Het CZO volgt de normeringen van medisch wetenschappelijke verenigingen, de Inspectie van de Gezondheidszorg en andere gerelateerde instellingen en behoudt zich het recht de CZO eisen, regelingen en procedures tussentijds aan te passen indien de ontwikkelingen zich hiervoor lenen.
19
B5: Aanvraag samenwerkingsverbanden B5.1. Inleiding Door alle ontwikkelingen in de zorgsector ziet het CZO een toename aan behoefte om gezamenlijk op te leiden. Om te kunnen voldoen aan de brede basis die de opleidingen beogen en flexibele inzet van personeel is het voor een aantal zorginstellingen noodzakelijk en/of wenselijk samen te werken. Deze procedure gaat uit van samenwerking tussen zorginstellingen op het gebied van opleiden met twee mogelijke varianten: Twee of meerdere zorginstellingen: Zorginstellingen in regionale samenwerkingsverbanden bieden ieder één of meerdere praktijkleerplaatsen aan. Gezamenlijk bieden zij één leerroute aan de studenten van al deze zorginstellingen. Zorginstellingen die zelfstanding niet in aanmerking komen voor een (her)erkenning kunnen zo wel opleiden conform de eisen van het CZO.
Uitwisselingprogramma’s: zorginstellingen wisselen hun studenten onderling uit.
B5.2. Procedure B5.2.1. Uitgangspunten: onder een samenwerkingverband in deze procedure wordt niet bedoeld een samenwerking met een andere zorginstelling in de vorm van een externe stage;
de opleiding wordt in zijn totaliteit aangeboden door twee of meerdere zorgin stellingen;
de theoriecomponent voor de betreffende opleiding wordt aangeboden door één opleidingsinstituut;
er ligt een samenwerkingsovereenkomst ten grondslag aan de inrichting van de desbetreffende opleiding; er is een aantoonbare gezamenlijke opleidingsinspanning en opleidingsverantwoordelijkheid tussen de zorginstellingen binnen het samenwerkingsverband;
indien één van de zorginstellingen meer dan de helft van de totale (praktijk)opleiding verzorgt, dan geldt het reguliere model van (her)erkenningen zoals vastgelegd in het Reglement erkenningen CZO 2015; het samenwerkingsverband wordt erkend;
de erkenning wordt ingetrokken zodra de samenwerking wordt opgeheven.
B5.2.2. Behandeling CZO erkenningsaanvraag Het proces van indienen, beoordelen en afhandelen van de erkenningaanvraag is overeenkomstig het Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2015.
In aanvulling op artikel C3 Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2015 geldt dat de erkenning van het samenwerkingverband in ieder geval wordt ingetrokken als één van de zorginstellingen niet meer participeert in het samenwerkingsverband.
B5.2.2. Werkwijze indiening en behandeling erkenningsaanvraag De zorginstelling ontvangt van het CZO een uitnodiging voor het indienen van erkenningsaanvragen voor één of meerdere opleidingen. Indien er voor één of
20
meerdere van deze opleidingen een samenwerkingsverband met een andere instelling bestaat, geldt de volgende werkwijze: a.
de zorginstelling en de samenwerkende zorginstelling(en) dienen zelfstandig een erkenningsaanvraag in overeenkomstig de eisen en binnen de periode die in de uitnodiging door het CZO is gesteld;
b.
iedere zorginstelling draagt zorg voor het verantwoorden van het onderdeel van de praktijkopleiding dat in de betreffende instelling plaatsvindt;
c.
gezamenlijk verklaren de zorginstellingen de samenhang tussen de onderdelen van de praktijkopleiding overeenkomstig B4.2.4.;
d.
de audit vindt conform afspraak plaats bij de zorginstelling die is uitgenodigd;
e.
de audit van de samenwerkende instelling(en) vindt plaats conform de reguliere planning audits van het CZO.
B5.2.3. Beoordeling De erkenningsaanvragen worden gezamenlijk beoordeeld conform het Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2015.
De onderdelen van de praktijkopleiding die de betrokken zorginstellingen verzorgen, worden afzonderlijk inzichtelijk gemaakt door: a.
de vragen in de delen 1 en 2 van het aanvraagformulier voor elke leerplaats in te vullen;
b.
de duur van de opleiding per praktijkleerplaats van de betreffende instelling te beschrijven in deel 1 van het aanvraagformulier;
c.
gezamenlijk verklaren de zorginstellingen: a. de mogelijke leerroutes; b. de samenhang tussen de onderdelen van de praktijkopleiding; c. de meerwaarde van de specifieke zorginstellingen/ praktijkleerplaatsen voor deze opleiding binnen het samenwerkingsverband.
Op grond van voorgaande behandelt de opleidingscommissie de onderdelen zowel gezamenlijk als afzonderlijk door te beoordelen of de totale leerroute(s) voldoende diversiteit, complexiteit en volume bied(t/en) voor de studenten om het deskundigheidsgebied te beheersen en de eindtermen te behalen. Het tweede onderdeel van de beoordeling, de audit, vindt bij de afzonderlijke zorginstelling(en) plaats conform de reguliere planning. Op basis van de erkenningsaanvragen van de samenwerkende instellingen en de audit bij de zorginstelling plaatsvindt dat de uitnodiging heeft ontvangen wordt een besluit genomen voor het gehele opleidingstraject.
B5.2.5. Besluit erkenning Bij een positief besluit zal de erkenning worden afgegeven voor het samenwerkingsverband tussen de zorginstellingen. Hiermee wordt beoogd dat de afzonderlijke zorginstellingen door het CZO worden erkend als praktijkopleider voor één of meerdere onderdelen van de opleiding.
Indien de erkenningsprocedure, inclusief audits, voor één van de zorginstellingen leidt tot een negatief besluit ofwel intrekking c.q. afwijzing van de erkenning, betekent dit automatisch dat de erkenning(en) voor de samenwerkende zorginstelling(en) ook word(t/en) ingetrokken c.q. afgewezen.
21
B5.2.6. Diploma-afgifte Het CZO diploma wordt afgegeven op naam van de zorginstelling waarvan de betreffende kandidaat werknemer is. Hiervoor wordt de naam aangehouden zoals ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Op het CZO diploma wordt het samenwerkingsverband vermeld.
Indien een samenwerkingsverband beëindigd is (conform artikel B4.2.4. van dit Reglement), wordt aan studenten, die met een opleiding gestart zijn op het moment dat het samenwerkingsverband nog van kracht was de mogelijkheid geboden de opleiding af te ronden met een CZO diploma, mits de student de eindkwalificaties van de opleiding heeft behaald.
CZO doet ten behoeve van de beschikbaarheidsbijdrage melding bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van de afgestudeerden conform de rechtspersoon die op het CZO diploma geregistreerd staat als opleidende zorginstelling.
B5.2.7. Slotbepaling Deze procedure kan worden gewijzigd door de directeur van het CZO.
22
B6: erkenningsaanvragen en diplomering nieuwe opleidingen B6.1. Uitgangspunten a.
b.
c.
d. e. f.
g.
h.
Nieuwe opleidingen kunnen erkenningsaanvragen indienen vanaf het moment dat het deskundigheidsgebied en de eindtermen van de betreffende opleiding op de website van het CZO zijn gepubliceerd. Om in aanmerking te komen voor een CZO diploma van de nieuwe opleiding zijn de volgende voorwaarden van toepassing: het cohort is gestart tegelijk met of nadat de CZO eisen op de website zijn gepubliceerd; de instelling heeft binnen een half jaar na publicatie een erkenningsaanvraag ingediend voor de opleiding waarvoor de student in opleiding is; Mocht er op het moment van afstuderen nog geen erkenning zijn en er wordt aan bovenstaande voorwaarden voldaan, dan garandeert het CZO een CZO diploma zodra de erkenning verleend is. De datum van het CZO diploma is overeenkomstig de datum van afgifte van de erkenning. Indien niet wordt voldaan aan b, eerste bullit, komt de kandidaat niet in aanmerking voor een CZO diploma. Indien niet wordt voldaan aan b, tweede bullit, geldt de reguliere eis dat de instelling erkend moet zijn op het moment van diplomeren. Indien tijdens het beoordelen van de erkenningsaanvraag blijkt dat een (externe) stage aan de opleiding moet worden toegevoegd, dan moeten ook de studenten die in het betreffende cohort opgeleid worden deze stage volgen (eventueel d.m.v. een verlenging). Deze mogelijkheid moet bij de start van de opleiding aan de studenten en zorginstellingen bekend worden gemaakt, zodat zij hier van tevoren rekening mee kunnen houden. Voor de nieuwe opleidingen is het eerste moment van diplomeren met een CZO diploma minimaal de termijn van de standaardduur 4 van de opleiding na publicatie op de website. Studenten van de nieuwe opleidingen die bezig zijn met de opleiding en afstuderen voorafgaand aan publicatie op de website komen sowieso niet in aanmerking voor een CZO diploma.
B6.2. Werkwijze B6.2.1. Erkenningsaanvragen a.
b.
4
Een erkenningsaanvraag kan worden ingediend vanaf het moment dat het deskundigheidsgebied, eindtermen, specifieke eisen en het aanvraagformulier erkenningsaanvraag van de opleiding op de website van het CZO zijn gepubliceerd. De erkenningsaanvragen van nieuwe opleidingen worden ingediend overeenkomstig de reguliere procedure.
Overeenkomstig de minimale CZO eis 23
B6.2.2. Inschrijving studenten a. b.
c.
Studenten uit het cohort dat gelijk met of na publicatie op de website start kunnen zich inschrijven. De studenten die eerder zijn gestart kunnen zich alleen inschrijven indien de (verwachte) diplomadatum minimaal de duur van de opleiding na publicatie op de website is. Een student die gestart is met een nieuwe CZO opleiding kan zich inschrijven bij het CZO zodra de erkenningsaanvraag van de instelling voor de betreffende opleiding in behandeling is. Inschrijving vindt dus – in tegenstelling tot de reguliere procedure – niet plaats voorafgaand of vlak na de start van de opleiding maar op het moment dat de CZO erkenningsaanvraag is ingeschreven bij het CZO.
B6.2.3. CZO Diploma a. Het CZO diploma wordt gegarandeerd afgegeven aan de student als: de erkenning aan de instelling is afgegeven voorafgaand aan de diplomering van de student. Hierbij geldt dat de student minimaal twaalf maanden (of langer, afhankelijk van de duur van de opleiding) na de publicatie op de website van het deskundigheidsgebied, eindtermen, specifieke eisen en het aanvraagformulier van de betreffende opleiding, diplomeert. De student ontvangt een CZO diploma op de diplomadatum die is opgegeven bij de diploma-aanvraag. De erkenningsaanvraag in behandeling is bij het CZO en is ingediend maximaal een half jaar na publicatie op de website en de student een startdatum heeft gelijk met of na de datum van publicatie. De student ontvangt het CZO diploma zodra de erkenning is afgegeven aan de instelling. De diplomeringsdatum op het CZO diploma is overeenkomstig de datum afgifte erkenning. b. De diploma-aanvraag is overeenkomstig de reguliere procedure. Indien de erkenning later wordt afgegeven, zoals beschreven bij de a, tweede bullit, dient de diploma aanvraag te worden ingediend na afgifte van de erkenning. c. Het CZO diploma wordt niet afgegeven als een van de volgende situaties van toepassing is: de erkenning niet wordt afgegeven aan de instelling; de erkenningsaanvraag niet een half jaar na publicatie was ingediend en op het moment dat de student al was gestart met de opleiding (voor publicatiedatum); de student eerder dan ten minste de standaardduur van de opleiding 5 na de publicatie op de website van het CZO van het deskundigheidsgebied, eindtermen, specifieke eisen en het aanvraagformulier van de betreffende opleiding, diplomeert. B6.2.4. Slotbepalingen a. Dit besluit is van kracht voor alle opleidingen die nieuw toetreden tot het CZO en geldt steeds voor de duur van één jaar vanaf de datum toetreding van de nieuwe opleiding. b. Er is geen sprake meer van de status ‘nieuwe opleiding’ zodra de opleiding voor het eerste cohort dat in aanmerking komt voor een CZO diploma is afgerond. c. Indien zich een situatie voordoet waarin dit besluit niet voorziet, beslist de directeur van het CZO.
5
Overeenkomstig de minimale CZO eis 24
B7: Register B7.1. Afgegeven (her)erkenningen worden geregistreerd in het door het CZO beheerde register en gepubliceerd op de website. B7.2. Het register van erkende opleidingen is openbaar.
25
B7: Diplomabesluit B7.1. CZO diploma Het CZO diploma is het diploma dat de Stichting College Zorg Opleidingen verstrekt aan individuele kandidaten die een zorgopleiding – door het CZO erkend – succesvol hebben voltooid. De gediplomeerde is opgeleid in een zorginstelling die voldoet aan de minimale eisen die het CZO stelt aan de kwaliteit van een zorgopleiding. De gediplomeerde beheerst het landelijk vastgestelde deskundigheidsgebied en heeft de eindtermen behaald die het CZO stelt aan de betreffende zorgopleiding. B7.2. CZO erkenning Een CZO diploma wordt afgegeven aan de kandidaat indien de zorginstelling waar de opleiding wordt gevolgd, beschikt over een CZO erkenning voor de betreffende opleiding. B7.3. Inschrijving CZO Om in aanmerking te komen voor een CZO diploma dient de kandidaat ingeschreven te staan bij het CZO: bij de start van de opleiding dient de kandidaat zich in te schrijven bij het CZO; inschrijving geschiedt indien is voldaan aan de procedurele eisen van inschrijving en indien het CZO heeft vastgesteld dat de kandidaat voldoet aan de gestelde eisen voor instroom, vastgelegd in de Regeling CZO Ziekenhuisopleidingen Deskundigheidsgebied en Eindtermen. B7.4. Voorwaarden afgifte CZO-diploma Ingeschreven kandidaten komen in aanmerking voor het CZO –diploma indien: 1. De zorginstelling is erkend door het CZO op het moment van diplomeren; 2. de diploma-aanvraag van de individuele kandidaat op correcte wijze is ingediend conform de diploma-aanvraagprocedure; 3. de gegevens in de diploma-aanvraag overeenkomen met de gegevens in de erkenningsaanvraag van de zorginstelling op grond waarvan het CZO de erkenning heeft afgegeven. Het CZO behoudt zich het recht voor extra informatie op te vragen wanneer de diplomaaanvraag: 4. gegevens bevat, die niet in overeenstemming zijn of lijken met de gegevens waarop het CZO de erkenning heeft verstrekt aan de zorginstelling; 5. het CZO uitzonderingen op bovenstaande regels heeft vastgesteld die het mogelijk maken voor specifieke (groepen) kandidaten onder voorwaarden mogelijk een CZO diploma te verwerven. Hieraan kunnen geen rechten ontleend worden. 6. Indien de kandidaat een gecombineerde opleiding volgt/heeft gevolgd die opleidt voor twee functies waarvoor een CZO diploma kan worden afgegeven, geldt dat tussen afgifte van de CZO diploma’s van de verschillende functies minimaal een periode van drie maanden geldt. Het CZO gaat niet over tot afgifte van het CZO-diploma indien: 1. niet is voldaan aan de bovenstaande voorwaarden; 2. de kandidaat (middels een EVC procedure) een verkort traject heeft doorlopen waarvoor geldt dat meer dan 80% 6 van de praktijkopleiding is vrijgesteld.
6
Het betreft 80% van het minimale aantal praktijkuren dat het CZO heeft vastgesteld. 26
B7.5. Rechtsgeldigheid CZO diploma 1. Met het indienen van een diploma-aanvraag verklaren de kandidaat en de betrokken functionarissen van de instellingen, die de opleiding verzorgen, dat de opleiding succesvol is voltooid conform de bepalingen in het Reglement Erkenningen Opleidingen CZO. 2. Een ondertekende diploma-aanvraag staat ervoor garant dat de kandidaat de opleiding volledig heeft afgerond, door de beoordelaars van de instelling als voldoende is gekwalificeerd en voldoet aan de CZO eisen van een beginnend beroepsbeoefenaar (conform deskundigheidsgebied en eindtermen). 3. Een diploma-aanvraag kan (achteraf) worden ingetrokken door de aanvragende instellingen als voorafgaand aan de diplomering blijkt dat niet alle onderdelen van de opleiding met een voldoende zijn afgerond. 4. De afgifte van het CZO diploma is door het College gedelegeerd aan de betreffende opleidingscommissie. 5. Het CZO diploma wordt afgegeven namens de opleidingscommissie en wordt ondertekend door de secretaris van de desbetreffende opleidingscommissie. Bij afwezigheid van de secretaris is de directeur/ bestuurder van het CZO bevoegd tot ondertekening van het diploma; 6. Het CZO diploma is rechtsgeldig op het moment dat het hoofd van het opleidingsinstituut en de directie van de zorginstelling het diploma mede hebben ondertekend.
27
B9: Algemene voorwaarden erkenningsaanvraag niet-leden NVZ, NFU of AZN B9.1. Toepassing Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing voor de zorginstellingen die geen lidmaatschap hebben bij de brancheorganisaties de Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra (NFU) of de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) of de Ambulancezorg Nederland (AZN) en hiervoor wel de mogelijkheid hebben. B9.2. Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: B9.2.1. Stichting College Zorg Opleidingen (CZO), vertegenwoordigd door haar directeur: opdrachtnemer. B9.2.2. Opdrachtgever: de zorginstelling, niet zijnde lid van Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra (NFU) of Ambulancezorg Nederland (AZN), die de opdracht geeft. B9.2.3. Overeenkomst: de wederzijdse overeenkomst tot dienstverlening ten behoeve van een (her)erkenning voor een zorgopleiding die ressorteert onder het CZO. B9.3.
Algemeen
B9.3.1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere afzonderlijke overeenkomst met betrekking tot een (her)erkenningsaanvraag en de mogelijke daaruit voortvloeiende diploma-afgifte en -registratie tussen College Zorg Opleidingen, hierna te noemen CZO, en de opdrachtgever waarop CZO deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen uitdrukkelijk en schriftelijk is afgeweken. B9.3.2. Indien één of meerdere bepalingen in deze algemene voorwaarden op enig moment geheel of gedeeltelijk nietig zijn of vernietigd mochten worden, dan blijft het overige in deze algemene voorwaarden bepaalde volledig van toepassing. CZO en opdrachtgever zullen dan in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de oorspronkelijke bepalingen in acht worden genomen. B9.3.3. Indien onduidelijkheid bestaat omtrent de uitleg van één of meerdere bepalingen van deze algemene voorwaarden, dan dient de uitleg plaats te vinden ‘naar de geest’ van deze bepalingen. B9.4.
Offertes
B9.4.1. Alle offertes van CZO zijn vrijblijvend, tenzij in de offerte een termijn voor aanvaarding is gesteld. Indien geen aanvaardingstermijn is gesteld, kan aan de offerte op generlei wijze enig recht worden ontleend indien het product waarop de offerte betrekking heeft in de tussentijd niet meer beschikbaar is.
28
B9.4.2. CZO kan niet aan een offerte worden gehouden indien de opdrachtgever redelijkerwijs kan begrijpen dat de offerte, dan wel een onderdeel daarvan, een kennelijke vergissing of verschrijving bevat. B9.4.3. De offerte bevat de kosten met betrekking tot de behandeling van de erkenningsaanvraag. Kosten voor de diploma-afgifte en -registratie die hieruit kunnen voortvloeien zijn niet opgenomen in de offerte. B9.5.
Totstandkoming en beëindiging overeenkomst
B9.5.1. De opdrachtgever stuurt CZO, per brief of email, een opdracht tot beoordeling van een (her)erkenningsaanvraag van één van de onder CZO ressorterende opleidingen. B9.5.2. CZO stuurt de opdrachtgever een opdrachtbevestiging bestaande uit de overeenkomst en bijbehorende offerte. B9.5.3. Zodra CZO van de opdrachtgever, per brief of email, een ondertekend exemplaar van de overeenkomst heeft ontvangen, is de overeenkomst tot stand gekomen. B9.5.4. De opdrachtgever gaat akkoord dat de (her)erkenningsaanvraag wordt behandeld door de vertegenwoordigers van CZO zoals reglementair is vastgelegd. B9.5.5. De algemene voorwaarden worden geacht te zijn aanvaard vanaf het moment dat de overeenkomst is overeengekomen. B9.5.6. De overeenkomst tussen CZO en opdrachtgever wordt aangegaan per (her)erkenningsaanvraag voor bepaalde tijd, tenzij partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders overeenkomen. B9.5.7. De opdrachtgever dient de (her)erkenningsaanvraag conform de regels opgenomen in het ‘Reglement Erkenning Opleidingen College Zorg Opleidingen 2015 7’, hierna te noemen ‘het reglement’ in te dienen. B9.5.8. De behandeling van de (her)erkenningsaanvraag start indien in de betaling is voldaan door de opdrachtgever en de opdrachtgever de noodzakelijke gegevens voor de behandeling aan CZO ter beschikking heeft gesteld. B9.5.9. De behandeling van de (her)erkenningsaanvraag eindigt op het moment dat de directeur tot een beoordeling van de (her)erkenningsaanvraag is gekomen en de beoordeling schriftelijk heeft gecommuniceerd naar de opdrachtgever. B9.6.
Verplichtingen CZO
B9.6.1. CZO voert haar werkzaamheden uit naar het beste inzicht en vermogen en conform de regels opgenomen in het reglement.
7
Het Reglement (her)erkenning Opleidingen College Zorg Opleidingen 2015 bestaat uit het Reglement (her)erkenning Opleidingen College Zorg Opleidingen 2015, de Handleiding (her)erkenningsaanvraag en de Regeling CZO zorgopleidingen deskundigheidsgebieden en eindtermen. 29
B9.6.2. CZO heeft een geheimhoudingsplicht met betrekking tot alle aangeleverde documenten en gegevens van de opdrachtgever. B9.6.3. De te verrichten werkzaamheden door het CZO betreffen een inspanningsverplichting. B9.7.
Verplichtingen opdrachtgever
B9.7.1. De opdrachtgever draagt er zorg voor dat alle documenten en gegevens, waarvan CZO aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de opdrachtgever redelijkerwijs hoort te begrijpen dat deze gegevens noodzakelijk zijn voor het correct en volledig uitvoeren van de overeenkomst, tijdig aan CZO worden verstrekt. B9.7.2. De opdrachtgever staat in voor de volledigheid en de juistheid van de aangeleverde gegevens en documenten, ook indien deze afkomstig zijn van derden. B9.7.3. Het niet tijdig aanleveren van gegevens aan CZO leidt tot sluiting van het her)erkenningendossier en daarmee tot beëindiging van de overeenkomst. B9.7.4. De opdrachtgever heeft een geheimhoudingsplicht met betrekking tot alle aangeleverde documenten en gegevens van CZO. B9.8.
Kosten
B9.8.1. Alle overeengekomen kosten zijn, tenzij uitdrukkelijk schriftelijk anders bepaald, exclusief BTW en andere onkosten. B9.8.2. Kosten voor de diploma-afgifte en -registratie worden apart geoffreerd. B9.9.
Betaling
B9.9.1. Betaling door de opdrachtgever dient te geschieden binnen 30 dagen na factuurdatum op een door CZO aangewezen rekening. Bezwaar tegen de hoogte van de betalingen schort de betalingsverplichting niet op. B9.9.2. Indien opdrachtgever in gebreke blijft de betaling binnen de termijn van 30 dagen te voldoen dan worden de werkzaamheden voortvloeiend uit de overeenkomst niet gestart. B9.9.3. Restitutie van betaling is niet mogelijk, indien het dossier wordt gesloten doordat de opdrachtgever zijn verplichtingen niet is nagekomen of de beoordeling van de erkenningsaanvraag niet het gewenste resultaat van de opdrachtgever is. B9.10. Levertijd B9.10.1.De termijn van behandeling gaat in op het moment dat in de betaling is voorzien door de opdrachtgever. B9.10.2.Conform de artikelen B2. 8, 11, 14, 18 en 24 dient CZO een antwoord te hebben gegeven aan de opdrachtgever. Deze reactie kan bestaan uit het verlenen respectievelijk verle ngen van een (her)erkenning of kennisgeving van voorlegging van de (her)erkenningsaanvraag 30
aan de opleidingscommissie waarna de reactie kan bestaan uit het verlenen respectievelijk verlengen van een (her)erkenning of een gemotiveerde afwijzing. B9.10.3.Elke (gedeeltelijke) levering van door CZO opgevraagde informatie binnen het beoordelingsproces dient te geschieden binnen een termijn van drie maanden. B9.10.4.Het niet op tijd aanleveren van informatie leidt tot sluiting van het (her)erkenningendossier en daarmee tot beëindiging van de overeenkomst. B9.10.5.De eisen voor onder B8.10.2, 3 en 4 genoemde handelingen zijn opgenomen in het reglement. B9.11. Opzegging B9.11.1.De overeenkomst kan eenzijdig worden opgezegd door CZO bij het in gebreke blijven van het nakomen van de verplichtingen door de opdrachtgever. B9.11.2.De overeenkomst kan eenzijdig worden opgezegd door de opdrachtgever bij het in gebreke blijven van het nakomen van de verplichtingen door CZO. B9.12
Aansprakelijkheid
B9.12.1.CZO is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard dan ook, die opdrachtnemer als gevolg van enig handelen van CZO leidt. B9.12.2.Indien CZO niettemin aansprakelijk is voor enigerlei schade, dan is haar schadevergoedingsverplichting beperkt tot maximaal de factuurwaarde van de opdracht, althans tot dat gedeelte van de opdracht waarop de aansprakelijkheid betrekking heeft. In ieder geval is de vergoedingsverplichting steeds beperkt tot het bedrag dat de aansprakelijkheidsverzekering van CZO ter zake uitkeert. B9.13. Overmacht B9.13.1.CZO is niet gehouden tot het nakomen van enige verplichting jegens de opdrachtgever indien hij daartoe gehinderd wordt als gevolg van overmacht. Onder overmacht wordt in deze algemene voorwaarden verstaan, naast hetgeen daaromtrent in de wet en jurisprudentie wordt begrepen, alle van buitenkomende oorzaken, voorzien of niet voorzien, waarop CZO geen invloed kan uitoefenen, doch waardoor CZO niet in staat is haar verplichtingen na te komen. Werkstakingen in het bedrijf van CZO, bovenmatig ziekteverzuim van het personeel, een (tijdelijk) tekort aan personeel daaronder begrepen. B9.13.2.CZO kan gedurende de periode dat de overmacht voortduurt de verplichtingen uit de overeenkomst opschorten. Indien deze periode langer duurt dan twee maanden, dan is zowel CZO als opdrachtgever gerechtigd de overeenkomst te ontbinden, zonder verplichting tot vergoeding van schade aan de andere partij. B9.14. Toepasselijk recht B9.14.1.Op de overeenkomst tussen partijen is het Nederlands Recht van toepassing. 31
B9.15. Geschillen B9.15.1.Tegen een schriftelijke beoordeling van CZO kan de opdrachtgever binnen een termijn van een maand na dagtekening van de beslissing, schriftelijk protest aantekenen bij CZO. B9.15.2.Tegen de beslissing op het protest kan de opdrachtgever schriftelijk appèl aantekenen bij de daarvoor ingestelde geschillencommissie binnen een termijn van zes weken na dagtekening van de beslissing op het protest. B9.15.3.De eisen voor onder B8.15.1 en 2 genoemde handelingen zijn opgenomen in het reglement. B9.16. Slotbepalingen B9.16.1.Derden kunnen geen rechten ontlenen aan de overeenkomst tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever. B9.16.2.In alle gevallen, waarin deze algemene voorwaarden niet voorzien, rust de beslissing bij CZO.
32
Deel C: Tussentijdse wijzigingen in de opleiding
33
C1: Tussentijdse wijzigingen in de praktijk- en/of theoriecomponent van de erkende opleiding C1.1. De erkende instellingen zijn verplicht om belangrijke tussentijdse wijzigingen direct en uit eigen beweging aan het CZO te melden. C1.2.
Onder een belangrijke wijziging wordt verstaan een verandering die leidt tot een verandering in de theorie – en/of praktijkopleiding die tot gevolg heeft dat het antwoord op de vragen, zoals gesteld in de handleiding erkenningsaanvraag, wijzigt. Belangrijke tussentijdse wijzigingen zijn in ieder geval: a. curriculumwijziging; b. aanzienlijke wijziging van de leermogelijkheden op de leerplaats; c. wijziging van de leerroute; d. toevoegen van extra praktijkleerplaats(en) aan de erkende leerroute(s); e. wijziging of aanpassing in de opleiding of instelling die consequenties heeft voor het kunnen beheersen van het deskundigheidsgebied en het behalen van de eindtermen; f. besluiten van de Inspectie van de Gezondheidszorg die van invloed zijn op de praktijkleersituatie; g. overige externe en maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leersituatie.
C1.3. De instelling meldt de wijziging schriftelijk bij de secretaris van de be treffende opleidingscommissie. C1.4. Afhankelijk van de aard van de wijzigingen besluit de secretaris danwel de opleidingscommissie of de wijziging leidt tot een inhoudelijke beoordeling van de nieuwe opleidingssituatie en bepaalt op welke wijze de erkende instelling dient aan te tonen dat de wijziging niet tot gevolg heeft dat niet wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel B2 van dit reglement. C.1.5. De wijzigingen, genoemd onder C.1.2. a-d, dienen sowieso inhoudelijk beoordeelt te worden door de opleidingscommissie. Indiening van de wijziging doet de instelling door de volgende onderdelen van de erkenningsaanvraag in te dienen: C.1.5.1.Curriculumwijziging Indien de wijziging een curriculumwijziging betreft, dient het opleidingsinstituut de onderdelen van de erkenningsaanvraag in te dienen: a. contactgegevens opleidingsinstituut; b. deel 2, onderdeel Opleidingsinhoud, vraag 1 t/m 3; c. handtekening/autorisatie Directie/Raad van Bestuur. C.1.5.2.Wijziging leerroute en/of leerplaatsen Indien de wijziging een aanpassing en/of aanvulling van de leerplaats(en) en leerroute betreft, dient de zorginstelling de onderdelen van de erkenningsaanvraag in te dienen: a. contactgegevens zorginstelling; b. deel 2a, onderdeel leerplaatsprofiel/ ketenzorg, vraag 8 t/m 10; c. deel 2a, onderdeel leerplan en leerklimaat, vraag 11 t/m 13; d. deel 2b per (gewijzigde of nieuwe) leerplaats; e. handtekening/autorisatie Directie/Raad van Bestuur.
34
C2: Beoordeling C2.1. Afhankelijk van de aard van de wijzigingen besluit de secretaris danwel de opleidingscommissie of de wijziging leidt tot een inhoudelijke beoordeling van de nieuwe opleidingssituatie en bepaalt op welke wijze de erkende instelling dient aan te tonen dat de wijziging niet tot gevolg heeft dat niet wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel B2 van dit reglement.
35
C3: Intrekking erkenning C3.1. De erkenning wordt in ieder geval ingetrokken als de instelling genoodzaakt is of besluit tot stopzetting van de theoriecomponent respectievelijk de praktijkcomponent. C3.2. De erkenning kan worden ingetrokken indien het CZO redelijkerwijs vermoedt dat de opleiding niet voldoet aan de criteria voor erkenning, zoals benoemd in artikel B2 en B3. C3.3. Indien een erkenning komt te vervallen terwijl er studenten in opleiding zijn, kan, afhankelijk van de oorzaak, een overgangssituatie worden ingesteld.
36
Deel D: Protest en appèl
37
D1: Protest D1.1. Tegen een schriftelijke beslissing van het College dat een erkenning niet wordt verleend of verlengd, respectievelijk wordt ingetrokken, kan de aanvrager binnen een termijn van een maand na dagtekening van de beslissing, schriftelijk protest aantekenen bij het CZO. D1.2. De
protestschrift bevat tenminste: de naam en vestigingsplaats van de aanvrager; de datum; een omschrijving van het besluit waartegen het protest is gericht; de gronden van het protest; een handtekening door of namens de directie/Raad van Bestuur.
D1.3. Indien de protestbrief niet tijdig wordt ingediend en niet voldoet aan de eisen uit lid D1.2., kan het CZO het protest niet-ontvankelijk verklaren. D1.4. Het CZO zal - indien het protestschrift ontvankelijk wordt verklaard - opnieuw nagaan of aan de voorwaarden is voldaan en neemt op grond daarvan opnieuw een gemotiveerde beslissing. D1.5. Het CZO brengt de aanvrager binnen zestien weken na ontvangst van het protestschrift op de hoogte van de beslissing op het protest.
38
D2: Appèl D2.1. Tegen de beslissing op het protest, als bedoeld in artikel D1, kan de aanvrager schriftelijk appèl aantekenen bij een daarvoor ingestelde Geschillencommissie (Postbus 9696, 3506 GR Utrecht), binnen een termijn van zes weken na dagtekening van de beslissing op het protest. D2.2. De
appèlbrief bevat tenminste: de naam en vestigingsplaats van de aanvrager; de datum; een omschrijving van de beslissing waartegen het appèl is gericht; de gronden van het appèl; een handtekening door of namens de directie/ Raad van Bestuur.
D2.3. Indien de appèlbrief niet tijdig wordt ingediend en niet voldoet aan de eisen uit l id 2 van dit artikel, kan de geschillencommissie de appèlbrief niet-ontvankelijk verklaren. D2.4.
D2.5.
De geschillencommissie wordt samengesteld en benoemd door de directeur wanneer er sprake is van een geschil dat tot appèl leidt. Hierbij wordt rekening gehouden met de inhoud en afkomst van het betreffende geschil. De geschillencommissie is als volgt samengesteld: een lid uit de kring van de brancheorganisatie(s) waarin de opleiding wordt gegeven; een lid uit de kring van een onafhankelijke brancheorganisatie; een inhoudelijk deskundige.
D2.6. De leden van de geschillencommissie mogen niet lid zijn van enige andere opleidingscommissie of anderszins bij de besluitvorming betreffende het geschil van het CZO betrokken zijn. D2.7. De leden van de geschillencommissie wijzen uit hun midden een voorzitter en secretaris aan. D2.8. Door de brancheorganisaties wordt ambtelijke ondersteuning geboden. D2.9. Hetzij een van de leden, hetzij de ambtelijk secretaris is jurist. D2.10. De leden van de geschillencommissie en de aan de geschillencommissie verbonden ambtelijk secretaris zijn tot geheimhouding verplicht ten aanzien van alle gegevens waarvan zij kennis hebben genomen bij de behandeling van het geschil, tenzij deze gegevens reeds openbaar zijn. D2.11. Binnen twee weken na ontvangst van de appèlbrief door de geschillencommissie wordt de ontvangst schriftelijk bevestigd. D2.12. Een kopie van de appèlbrief wordt aan het CZO gestuurd, die binnen twee weken daarop een schriftelijke reactie kan geven aan de geschillencommissie. Een kopie van deze reactie wordt vervolgens aan de appellant gezonden. 39
D2.13. Indien een lid van de geschillencommissie op onverenigbare wijze is betrokken bij de gevraagde erkenning, zal hij/zij niet deelnemen aan de behandeling van het betreffende appèl. NVZ en NFU zullen dan gezamenlijk een tijdelijke vervanger benoemen. D2.14. Partijen hebben het recht zich bij de behandeling van een geschil door derden te laten bijstaan of vertegenwoordigen, op eigen rekening. D2.15. De behandeling vindt plaats op basis van hoor en wederhoor. Het horen vindt plaats in elkaars aanwezigheid. De geschillencommissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt de partijen daarvan op de hoogte. D2.16. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag gaat naar beide partijen, die in de gelegenheid worden gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk bij de geschillencommissie te reageren. De geschillencommissie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen. D2.17. De geschillencommissie kan voor het vormen van een oordeel informatie inwinnen, stukken raadplegen, deskundigen inschakelen en personen oproepen om te worden gehoord. D2.18. De geschillencommissie heeft tot taak appèlbrieven inhoudelijk te behandelen. D2.19. De geschillencommissie zal over elke appèlbrief een concreet advies uitbrengen aan het CZO advies om de erkenning wel of niet te verlenen, dan wel voort te laten duren. D2.20. Het
bindend advies bevat, naast de beslissing in elk geval: de namen van de leden van de geschillencommissie; de namen en vestigingsplaatsen van partijen; de dagtekening van het bindend advies; de motivering van de gegeven beslissing.
D2.21. Het CZO is verplicht het advies van de geschillencommissie over te nemen. D2.22. De besluitvorming door de geschillencommissie geschiedt bij meerderheid van stemmen. D2.23. Het advies van de geschillencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de instelling die de appèlbrief heeft ingediend. D2.24. De directeur van het CZO brengt de instelling die het appèlbrief heeft ingediend, binnen twee weken na ontvangst van het advies van de geschillencommissie op de hoogte van haar beslissing in appèl.
40
D3: Rechtelijke uitspraak D3.1. Tegen de beslissing in appèl kan een gerechtelijke procedure worden gestart bij de rechtbank te Utrecht.
41
Deel E: Bijzondere bepalingen
42
E1 Slotbepalingen E1.1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het CZO. E1.2. Dit reglement treedt voor onbepaalde tijd in werking op 1 januari 2015 en vervangt het Reglement Erkenning Opleidingen CZO 2008 inclusief alle aanvullingen en bijbehorende documenten. E1.3. Alle voorgaande reglementen inclusief aanvullingen van het CZO zijn met de inwerkingtreding van dit reglement vervallen.
43