definitieve versie SCHOOLPLAN Kerklaan HS Heemstede T

definitieve versie

SCHOOLPLAN 2011 - 2015

Kerklaan 90 – 92 2101 HS Heemstede T 023 547 09 82 www.icarusheemstede.nl [email protected]

Inhoudsopgave: Inleiding

2

Hoofdstuk 1: Schoolbeschrijving

3

Hoofdstuk 2: Visie, missie en kwaliteitsbeleid 2.1 Visie 2.2 Externe ontwikkelingen 2.3 Externe en interne analyse 2.4 Kwaliteitszorg 2.5 Beleidsvoornemens

4 4 5 6 6 7

Hoofdstuk 3: Organisatie van de school 3.1 Organisatiestructuur 3.2 Vormen van overleg 3.3 Besluitvorming 3.4 Samenwerking met externen 3.5 Beleidsvoornemens

8 8 10 10 11 12

Hoofdstuk 4: Onderwijsaanbod 4.1 Onderwijskundige uitgangspunten 4.2 Instrumenteel cursorische vakken 4.3 Wereldoriënterende vakken 4.4 Expressieve vakken 4.5. Overige cursussen/vakken

13 13 14 17 19 20

Hoofdstuk 5: Zorgbeleid inleiding 5.1 Signaleren 5.2 diagnosticeren 5.3 evalueren 5.4 speciale begeleiding 5.5 interne begeleiding 5.6 externe begeleiding 5.7 veranderende wetgeving 5.8 Beleidsvoornemens

23 23 24 25 26

Hoofdstuk 6: Integraal personeelsbeleid 6.1 Inleiding 6.2 Visie op personeelsbeleid 6.3 Inhoudsopgave IPB 6.4 Beleidsvoornemens 6.5 Overige protocollen

31 31 31 32 35

Hoofdstuk 7: Financieel beleid 7.1 Geldstromen 7.2 Beleidsvoornemens

36 36 37

Hoofdstuk 8: Beleidsvoornemens 2011 - 2015

38

26 27 29 29

SCHOOLPLAN 2011-2015

1

Inleiding Doel en functie Dit schoolplan van Icarus is een beleidsdocument dat eenmaal per vier jaar door het bestuur wordt vastgesteld. Het geeft een beschrijving van het onderwijskundig beleid, het integraal personeelsbeleid, het financieel beleid en de inrichting van de kwaliteitszorg. Het schoolplan heeft een ontwikkelfunctie en dient als verantwoordingsdocument in de richting van de Inspectie. Ofwel; waar staan wij Algemeen Bijzondere Basisschool Icarus voor, waar willen wij naar toe in 2015. Daarnaast willen we:  Heldere informatie verschaffen aan ouders, in samenhang met onze schoolgidsen deel 1 en 2.  Compleetheid betrachten in het overzicht aan het schoolteam  Verantwoording afleggen over het te volgen schoolbeleid aan ons schoolbestuur  En voldoen aan de wettelijke verplichting over een schoolplan te beschikken. Totstandkoming Dit schoolplan is een vervolg op het schoolplan 2008- 2011. Samen met het team is in een aantal vergaderingen het actuele onderwijs in beeld gebracht, zoals verwoord in hoofdstuk 4. Dit is verwerkt in een concept schoolplan, dat in mei is voorgelegd aan het team. Het definitieve concept zal in juli worden toegestuurd ter vaststelling aan het bestuur en aan de MR. Verwijzingen Om het schoolplan leesbaar te houden, wordt verwezen naar onderliggende stukken, zoals gidsen, mappen, protocollen, de groepsmap, de zorgmap, het ABC, het personeelsbeleidplan, het meerjarenonderhoudsplan, het ICT beleidsplan, de schoolgids deel 1 en 2 en het ARBO/veiligheidsplan. Evaluatie In hoofdstuk 8 zijn per onderdeel de beleidsvoornemens 2011 – 2015 geformuleerd. Aan het einde van elk schooljaar worden deze geëvalueerd om te kijken of de doelen voor het lopende schooljaar gehaald zijn en worden de beleidsvoornemens van het jaar daarop vastgesteld. In het schooljaar 2014-2015 wordt het totale plan geëvalueerd bij het opstellen van het schoolplan 2015-2019.

20 september 2011 M.T. Meijs directeur Icarus

Op school mag je zijn wie je bent, ook al ben je bezig dat te ontdekken. Wie je ook bent, je moet je op school vrij kunnen voelen om jezelf te zijn. Jezelf te zijn, of leren jezelf te zijn, met behoud van wederzijds respect en begrip in de omgang met anderen. Om dat te kunnen waarborgen moet er vanzelfsprekend zorg, aandacht en liefde zijn voor elk kind. Dit stelt hoge eisen aan de leerkracht. Deze moet immers goed kunnen observeren en dient op de hoogte te zijn van verschillende onderwijsmethodieken. Leerstof kan niet boven het kind worden gesteld….. Manifest van Icarus


2

Hoofdstuk 1: Schoolbeschrijving Icarus is een algemeen bijzondere basisschool. Het is één school die valt onder één bestuur. Icarus bestaat sinds 1992. De basis voor onze school is verwoord in het Manifest. Voorop staat het respect, het begrip en de liefde in de omgang met kinderen. En als vanzelf hieruit volgend: prikkeling van interesse op een manier die kinderen aanspreekt en een groot en divers aanbod van onderwijsmaterialen. Deze en andere, zeker niet minder belangrijke uitgangspunten zijn onderdeel van een brede onderwijsvisie. Gebouw De school is gebouwd op het oudste duin van Heemstede. Er zijn negen lokalen, een computerlokaal, en een ruimte voor de Intern Begeleiders en/of Remedial Teachers, de administratie en een ruimte voor het team. Daarnaast is er een grote ruimte die multifunctioneel wordt gebruikt o.a. voor het muziek- of drama onderwijs, yogalessen of voor de naschoolse opvang. En beschikken we over een grote gymzaal die voor een deel onder de grond ligt. De leslokalen zijn door middel van schuifwanden met elkaar verbonden. Het merendeel van de lokalen komt uit op een grote, lichte hal, die op zijn beurt grenst aan een prachtige binnentuin. Rondom de school bevindt zich een speelplein met diverse speeltoestellen, een zandbak en een groot klim- en klauterrek en een tuin tussen het gebouw en de straat. Populatie De schoolpopulatie bestaat uit kinderen waarvan het merendeel van de ouders/verzorgers hoog is opgeleid. Ouders van de kinderen op onze school hebben echt voor Icarus gekozen en zijn erg gemotiveerd t.a.v. de uitgangspunten de visie en het motto van de school. Aantal kinderen Het leerlingenaantal was op 1 oktober 2010 227. De prognose is dat dit aantal redelijk stabiel blijft omdat de instroom van kinderen gereguleerd wordt. Het streven is 30 kinderen per klas. Dit is het uitgangspunt bij de groepen 3 t/m 8. Bij de kleuters is dat minimaal 20, met de kant tekening dat dat lastiger is te sturen omdat we niet geheel van te voren kunnen weten of een kleuter schoolrijp is voor groep 3. Op onze school hebben we binnen de leerling populatie met weinig mutaties te maken, de groepen blijven door de jaren heen redelijk stabiel. Voor de toelating is een aanmeldingsprocedure opgesteld. Deze procedure is opgenomen in de schoolgids. Groeperingsvormen De school werkt met groepen die ingedeeld zijn in jaargroepen. De groepen 1/2 zijn heterogeen samengesteld, de andere groepen homogeen. Er zijn drie groepen 1/2, van de andere groepen is steeds één jaargroep. Het streven is plusminus 30 kinderen per groep en we willen dat de school niet groter wordt dan 9 groepen. Schoolgids De schoolgids bestaat op Icarus uit twee delen. Deel 1 van de schoolgids gaat over de inhoud van het onderwijs en wordt ieder jaar vastgesteld door het bestuur, deel 2 van de schoolgids bevat praktische informatie over de school en wordt elk schooljaar opnieuw samengesteld en uitgedeeld. In dit deel staan zaken zoals leerplicht, schoolregels, schooltijden, klachtenregeling, vakanties/vrije dagen en jaarlijkse evenementen e.d. Deel 1 van de schoolgids ontvangt u wanneer u informatie over de school wilt of bij aanmelding van uw kind. Deel 2 van de schoolgids krijgt u bij aanvang van plaatsing van


3

uw kind en daarna ieder schooljaar. Beide delen zijn ook op www.icarusheemstede.nl te vinden.


4

Hoofdstuk 2: Visie, missie en kwaliteitsbeleid 2.1. Visie Onze visie hebben wij geëxpliciteerd in een manifest. Het eerste en misschien wel belangrijkste punt uit het manifest is, dat ieder kind het recht heeft te zijn wie hij is. Onontbeerlijk tijdens de persoonsvorming van een kind is, dat het kind de ruimte krijgt om te ontdekken wie hij is en dat hij ook gaande het proces zichzelf mag zijn. De taak van het team van de school is de voorwaarden te scheppen die het mogelijk maken dit ontwikkelingsproces te observeren en te begeleiden. Wij zijn ons ervan bewust dat de school midden in een steeds veranderde wereld staat en dat het mede onze taak is kinderen uit te rusten met die gereedschappen die ze in staat stellen om deel uit te maken van die wereld. Hieronder volgt het manifest. Daarbij moet worden aangetekend dat we niet compleet kunnen zijn. Omdat onze ideeën in de praktijk geboren zijn, is het in letters gieten van een zo complex geheel als een ‘school’, met alles wat daar aan subtiele uitingen en benaderingen bij hoort, eigenlijk onmogelijk. Toch doen we een poging. 1.Op school mag je zijn wie je bent, ook al ben je bezig dat te ontdekken. Wie je ook bent, je moet je op school vrij kunnen voelen om jezelf te zijn. Jezelf te zijn, of leren jezelf te zijn, met behoud van wederzijds respect en begrip in de omgang met anderen. Om dat te kunnen waarborgen moet er vanzelfsprekend zorg, aandacht en liefde zijn voor elk kind. Dit stelt hoge eisen aan de leerkracht. Deze moet immers goed kunnen observeren en dient op de hoogte te zijn van verschillende onderwijsmethodieken. De ontwikkeling van het kind is uitgangspunt, de leerstof wordt daarop afgestemd. 2.We gaan uit van de leergierigheid die in elk kind van nature aanwezig is. Een kind staat voor alles open. Het leeraanbod moet veelzijdig en van hoge kwaliteit zijn en dient op het juiste moment te worden aangeboden. 3.Aandacht voor de algehele ontwikkeling van het kind. Wij willen het kind niet alleen waarderen om wat het al weet, maar ook om wat het voelt, waar het over denkt en wat het wil. Creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling vergt evenveel inzet en aandacht als cognitieve ontwikkeling. 4.Ontmoeten is een sleutelbegrip. Op school vindt een ontmoeting plaats tussen kinderen en volwassenen, de leerlingen en de leerkrachten. Deze ontmoeting kan leiden tot uitdagende en spannende leersituaties. Het onderwijs vindt plaats in een sfeer van vertrouwen, veiligheid en respect. De leerkracht heeft de rol van ‘geliefde autoriteit’. 5.Schoonheid en kwaliteit zijn de pijlers van het onderwijs. Liefde voor natuur, kunst en cultuur zijn kwaliteiten van het leven en dienen derhalve onderdeel te zijn van de dagelijkse schoolpraktijk. Zij worden niet naast de reguliere leerstof behandeld, maar vormen de basis voor een keuze uit een onbegrensd aanbod van onderwerpen. 6.De school staat in de samenleving. Onderwijs neemt geen geïsoleerde plaats in. De school kan nooit een gemeenschap zijn met gesloten deuren: zij staat midden in de wereld. Universele thema’s zijn uitgangspunten en vormen de basis voor een keuze uit een onbegrensd aanbod van onderwerpen. 7.De school leidt op tot zelfstandigheid.


5

Het onderwijs is erop gericht leerlingen middelen te verschaffen waarmee zij zich zelfstandig een doel kunnen stellen en dat kunnen verwezenlijken. De moed die daarvoor nodig is, wordt door de leerkracht gewaardeerd en aangesproken. 8.Geestelijke inspanning in balans met fysieke inspanning. Beweging hoort bij kinderen. Regelmatig zal er tijd moeten zijn voor een vorm van lichaamsbeweging. Ook gezonde spelrivaliteit krijgt zo haar plaats. Naar school gaan is leuk. Leren is leuk. Ons motto/missie is: ‘op school mag je zijn wie bent ook al ben je bezig dat te ontdekken.’ 2.2. Externe ontwikkelingen Bedreigingen  Bezuinigingen bij de overheid zowel lokaal als landelijk. De naweeën van de financiële crisis zijn nog lang niet onder controle, en hebben zijn weerslag op onze inkomsten die bijna voor 100% uit subsidie bestaan.  Passend onderwijs. Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Geen kind tussen wal en schip. Welk effect dit heeft op onze school, met welke financiële risico’s, is nog onzeker.  Het bestuur bestaat uit ouders, die vrijwillig zitting nemen in het bestuur. Deze vrijwilligheid kan van invloed zijn op de stabiliteit in de samenstelling van het bestuur.  Onze school heeft grote groepen. Bij ziekte van leerkrachten en het niet beschikbaar zijn van vervangers leidt dit tot ongewenste situaties: opdelen in de al grote groepen of naar huis sturen. Kansen  Door de sterke verbondenheid tussen de opvoeders thuis en het team van opvoeders op en rond de school volgen we de ontwikkelingen van onze leerlingen op de voet. Daarbij wordt een gezond pedagogisch klimaat geboden waarin onze kinderen kunnen groeien.  Wij hebben een divers team waarin oog is voor kernkwaliteiten en verschillen onderling.  Invoering van de functiemix. Een gedifferentieerde beloning voor teamleden kan een kans zijn voor een beter loopbaanontwikkeling waardoor vakmensen behouden blijven voor het onderwijs. Zwakte  Extra inkomsten. Ouderbijdragen maken extra aanstelling van personeel mogelijk. Maar is geen vast inkomen omdat deze bijdragen op basis van vrijwilligheid gaan.  Ons onderwijsaanbod dekt niet altijd de gretigheid en leergierigheid van meer- of hoogbegaafde kinderen. Wij zijn een school in ontwikkeling op dit gebied. Sterkte  Onze school heeft een zeer gemotiveerd team dat het schoolconcept onderschrijft.  Wij voeren een eigen toelatingsbeleid. We hebben bepaald dat we niet groter willen worden dan we nu zijn, dus geen schaalvergroting qua aantal lokalen of gebouw.  We beschikken over een goed werkende digitale inrichting, waarmee we kinderen gedifferentieerd aan het werk kunnen zetten. Ontwikkelingen op dit gebied worden gevolgd of zelf vorm gegeven.


6

  

Voor de school en haar uitgangspunten hebben we zeer gemotiveerde ouders, die bijdragen aan het dagelijkse leven op school. De school biedt veel aandacht aan de leerlingen zorg. De zorg richt zich op een gezond leefklimaat en erkenning van de verschillen tussen onze leerlingen. Elk kind moet zich thuis voelen en wordt gezien. Prestaties richten zich op intellectuele vaardigheden en gaan hand in hand met sociale en emotionele vaardigheden. Samen leven en samen leren.

2.3. Externe en interne analyse Externe analyse In 2010 heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek afgerond naar de kwaliteit van het onderwijs, in het kader van jaarlijks onderzoek. Dit had de vorm van een schriftelijk onderzoek. De inspectie komt tot de conclusie dat de leerresultaten aan het einde van de schoolperiode op het verwachte niveau liggen. Ook de resultaten van de leerlingen gedurende de schoolperiode liggen op het verwachte niveau. Advies was om m.b.v. een jaarlijkse evaluatie de resultaten van de leerlingen systematisch te onderzoeken. Middels een schoolzelfevaluatie van het Cito zal een meer gestructureerde analyse plaats kunnen vinden en een verbeterbeleid daarop afgestemd worden. Op basis van het onderzoek heeft de Inspectie van het Onderwijs Icarus een basis toezichtarrangement toegekend, wat wil zeggen dat we voldoen aan de inspectienormen. Interne analyse Onze school beschikt over een aantal gegevens, dat we gebruiken om naar de kwaliteit te kijken. Deze gegevens gebruiken we om de verbeterplannen van de school op te stellen en beleidsvoornemens te bepalen. We scholen ons personeel op meer creatief gebruik van verschillende leer strategieën en start situaties van de lessen. De school maakt gebruik van de volgende gegevens: Toetsgegevens  Methodeonafhankelijke toetsen, o.a. Cito-toetsen  Methodegebonden toetsen Gegevens teamleden  Klassenbezoeken  Functioneringsgesprekken met leerkrachten Gegevens ouders  Gesprekken met ouders waarbij zij de mening over de school laten horen. Overige bronnen:  In 2009 heeft de school een analyse laten uitvoeren door de Onderwijs Begeleidingsdienst Noord West, waarbij een scan van de hele school is gemaakt. Een aantal aanbevelingen heeft er toe geleid om ons nader te scholen en te oriënteren.  De Arbo Risico inventarisatie en evaluatie heeft in 2009 plaats gevonden.  De ouderenquête vond plaats in 2009.  Incidenteel gesprekken met de Arbo-dienst over welzijn van medewerkers  Gegevens van het voortgezet onderwijs over de oud leerlingen.  Ronde tafel gesprek met oud-leerlingen en ouders. 2.4. Kwaliteitszorg Bij kwaliteitszorg gaat het over de vraag welke maatregelen wij moeten nemen om ervoor te zorgen dat we waarmaken wat we beloven. We vatten dit samen met de volgende vragen:  Doen we de goede dingen?  Doen we die dingen goed?  Hoe weten we dat?  Vinden anderen dat ook?


7



Wat doen we met die bevindingen?

Doelen van kwaliteitszorg Wij zien de volgende doelen van kwaliteitszorg:  Zicht krijgen op de kwaliteit van alles wat er in school gebeurt.  Goede kwaliteit behouden.  Kwaliteit verbeteren. Inrichting van de kwaliteitszorg Vanuit de visie van de school is het belangrijk om naar de kwaliteit te kijken. Als wij kwaliteit willen leveren, zullen we regelmatig en systematisch moeten kijken naar de kwaliteit van alle aspecten van het schoolgebeuren. In de komende jaren zullen we het systeem van kwaliteitsanalyse versterken. De veranderingsonderwerpen in ons voorgenomen beleid zullen we uitwerken in beleidsvoornemens, die wij beschrijven in termen van SMART: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden. Deze beleidsvoornemens worden jaarlijks geëvalueerd en de evaluatie hiervan vormt de basis voor beleidsvoornemens in het daarop volgende schooljaar. De voortgang van deze beleidsvoornemens komt terug in teamvergaderingen, bouwvergaderingen en op studiedagen. Hiermee geven wij vorm aan cyclisch kwaliteitsbeleid met behulp van de Plan, do, check, act, cyclus (PDCA-cyclus) van Deming. Naast een nog te kiezen kwaliteitsinstrument gebruiken wij de instrumenten genoemd in 2.3 om de kwaliteit te beschrijven, te borgen en te verbeteren. 2.5. Beleidsvoornemens Vanuit de visie van Icarus, de kansen en bedreigingen en de gegevens vanuit de externe en interne analyses komen we tot de volgende beleidsvoornemens;  Een keuze maken en het invoeren van een kwaliteitsinstrument waarmee structureel het onderwijs kan worden geëvalueerd.  Onderzoeken van mogelijkheden en verdere samenwerking met andere “eenpitterbesturen.”  Jaarlijks uitwerken van beleidsvoornemens in termen van SMART.  Het maken van trendanalyses op schoolniveau voor lezen, spelling en rekenen op basis van de Cito-toetsen, waardoor borging en verbetering van leerresultaten mogelijk wordt.  Wij voeren jaarlijks een schoolzelfevaluatie uit m.b.v. de opbrengsten. (Cito LVS)


8

Hoofdstuk 3: Organisatie van de school 3.1 Organisatiestructuur Het Bestuur Het Bestuur van Icarus (Stichtingsnaam: Stichting Basisschool Icarus Heemstede) heeft één school onder zijn beheer, ook wel een éénpitter genoemd. Het bestuur bestaat volledig uit ouders en heeft minimaal 5 en maximaal 7 leden. De bestuursleden worden benoemd voor de tijd van drie jaar en kunnen maximaal drie keer herkiesbaar zijn. Het bestuur heeft een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. Het bestuur vergadert 8 tot 10 maal per jaar plenair in de avonduren, waarbij de directie altijd aanwezig is. Het schoolbestuur bestuurt op hoofdlijnen en stelt het beleid vast. Het heeft daarvoor een code “goed bestuur” vastgesteld. Directie De directie bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur. De directeur is geheel vrijgesteld van lesgevende taken, de adjunct-directeur is voor een dagdeel vrijgesteld. Bestuur en directie hebben een managementstatuut vastgesteld waarin taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. De directie is door zijn positie en directe contacten met alle geledingen als spin in het (organisatie)web van de school. Het bestuur heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van de school, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering en heeft het mandaat voor de dagelijkse uitvoering daarvan overgedragen aan de directeur (zie verder de statuten). Voor een goede organisatie is het van belang dat er een heldere overlegstructuur is, waarbij de taken en functies duidelijk beschreven staan met de daarbij behorende verantwoordelijkheden. Hiervoor is een taakverdeling opgesteld. Deze taakverdeling is terug te vinden in de groepsmap. Medezeggenschapsraad De MR bestaat uit een oudergeleding en een personeelsgeleding. Het bestuur van Icarus heeft een MR statuut en reglement vastgesteld. De directeur is gemandateerd om overleg te voeren met de MR. Minimaal één keer per jaar is er een overleg tussen bestuur, directie en MR. Team Op onze school werkt een grote groep medewerkers met verschillende taken en functies. Er zijn groepsleerkrachten, onderwijsassistenten, vakleerkrachten voor muziek, yoga en gymnastiek, een intern begeleider, een conciërge en een administratief medewerkster. Daarnaast hebben we vele contacten met externe deskundigen zoals Remedial Teachers, schoolbegeleiders, Jeugdzorg, GGD, coaches en anderen. De intern begeleider wordt vanuit het samenwerkingsverband WSNS/SWV Zuid Kennemerland ondersteund door een consulent WSNS/SWV.


9

Organogram van de school

Bevoegd gezag

1

4

MR

5

3

2

Directie: Directeur Adjunct

6

7

Activiteiten commissie

Personeel 8

Ouders/verzorgers en kinderen

ad ad ad ad ad ad ad ad

1: Code Goed Bestuur /MR – statuut en reglement. 2: Managementstatuut / Taakomschrijving directeur en adjunct. 3: Code Goed Bestuur. 4: MR – statuut en reglement. 5: MR – statuut en reglement. 6: Managementstatuut/ Taakomschrijving directeur, adjunct en team. 7: Activiteitencommissie begroting. 8: Schoolgids deel 1 en 2.


10

3.2. Vormen van overleg Op onze school kennen we verschillende vormen van overleg: Directieoverleg, IB-directie overleg, Directie- Bouwcoördinatoren overleg, Teamoverleg, Zorgoverleg, , Bouwoverleg, Werkgroepenoverleg, IB- leerkrachtenoverleg en overleg met ouders/verzorgers. Deze vormen van overleg worden opgenomen in de jaarplanning. Directieoverleg Het directieoverleg vindt dagelijks plaats indien nodig en wordt gevoerd door de directeur en de adjunct-directeur. Managementoverleg Elke 3-4 weken vindt er een managementvergadering plaats, waarin directie en de interne begeleiding vergaderen. De agenda bestaat uit het door nemen van lopende dagelijkse zaken, personeelsbeleid en onderwijsbeleids ontwikkelingen voor de midden en langere termijn. Het MT heeft een voorbereidende functie voor de teamvergaderingen. In de toekomst worden de onderwijsontwikkelaars (LB schaal) uitgenodigd voor specifieke agenda onderdelen. IBD-overleg ( IB en Directeur) Dit overleg is bedoeld om de directeur te informeren over de activiteiten van de intern begeleider. Dit overleg vindt elke 4 weken plaats. Hier komen zorgkinderen en toets resultaten aan de orde, of andere zaken die de zorg van de school betreffen. Daarnaast kan vorm gegeven worden aan voorgenomen beleid. Teamoverleg/Zorgoverleg Er zijn plenaire avondvergaderingen, waarop iedereen aanwezig dient te zijn. Algemeen (onderwijskundig) beleid komt aan de orde en er worden besluiten genomen. Voor deze vergaderingen is per schooljaar een planning gemaakt m.b.t. de inhoud. De overige teamvergaderingen zijn team- en zorgvergaderingen. IB - leerkrachten overleg Na een toets periode heeft de IB-er een vast overlegmoment met iedere leerkracht. Tijdens dit overleg worden alle kinderen doorgenomen in een groepsbespreking. En nadere afspraken gemaakt voor (groeps-)handelingsplannen, bijstellen van het onderwijs of afstemmen nadere zorg rondom het kind. Bouwoverleg We overleggen in 2 soorten bouw vergaderingen onderbouw groep 1 t/m 4 en bovenbouw groep 4 t/m 8. Doch dit kan per schooljaar verschillend van samenstelling zijn afhankelijk van onderwijsinhoudelijke onderwerpen en zaken van huishoudelijke aard, of nascholingstrajecten. Zo kan de verdeling voor de bouwvergaderingen ook zijn: groep 1 t/m 3 versus groep 4 t/m 8. Afhankelijk van de onderwerpen en of de ingezette nascholing. De bouw overleggen vinden plaats onder wisselend voorzitterschap en het notuleren gebeurt door de leerkrachten zelf. Werkgroepen We hebben op onze school inhoudelijke en organisatorische werkgroepen. werkgroepsleden bepalen zelf hun vergaderfrequentie afhankelijk van hun opdracht.

De

Contacten met ouders en/of verzorgers We hechten erg veel belang aan goede contacten met ouders. We zorgen voor een goede informatievoorziening en voeren geregeld gesprekken met ouders. De informatievoorziening van onze school bestaat uit:  De schoolgids deel 1 en 2.


11

  

Het informatiebulletin, Vlugpost, die elke maand verschijnt. Het informatiebord in de hal waarop we elke dag de relevante informatie voor ouders schrijven. De website van de school

In de periode tussen de zomer- en de herfstvakantie is er een informatieavond voor iedere groep. Op deze informatieavond wordt het jaarprogramma toegelicht. In november is er een individueel oudergesprek voor de groepen 3 t/m 8. In februari is er een individueel oudergesprek voor groep 2 onder meer n.a.v. de toets resultaten en voor leerlingen van groep 3 t/m 8 n.a.v. het werkverslag. In juni is er voor de groepen 1 t/m 7 een individueel oudergesprek. Natuurlijk kunnen ouders altijd een tussentijdse afspraak maken met de leerkracht van hun kind. Met de ouders van nieuwe leerlingen van groep 1 wordt twee maanden na de start een kennismakingsgesprek gevoerd. De kinderen van groep 3 t/ 8 krijgen twee keer per jaar hun werkverslag mee naar huis. Hierin kan gelezen worden:  hoe het met de verschillende vakken gaat (a.h.v. toets resultaten),  wat de kinderen gedaan hebben (leerstof en activiteiten),  hoe de leerkracht het kind ervaart (een persoonlijk verslag). Voor groep 8 vinden de adviseringsgesprekken plaats in november en januari. Naast gesprekken met ouders over hun kind(eren) komen ouders op school voor:  De algemene ouderavond: deze avond houden we één keer per jaar rondom een bepaald thema en de penningmeester van het bestuur licht de besteding van de ouderbijdrage toe.  Tentoonstelling: afhankelijk van de gekozen onderwerpen in de groepen laten we werk en activiteiten van kinderen zien. Deze activiteit is minimaal één keer per jaar gepland. Aan elke groep zijn één of twee klassenouders verbonden. De taak van de klassenouders is om de ouderhulp in de groep te coördineren en als aanspreekpunt te functioneren voor andere ouders. De groepsleerkracht kiest zelf zijn/haar klassenouder(s). De activiteitencommissie bestaat meestal uit een groep van tien ouders. De commissie heeft ook een voorzitter en een leerkracht is de contactpersoon naar het team. Zij ondersteunen bij alle feesten, de algemene ouderavond en het afscheid van groep 8. De activiteitencommissie vergadert eens per 6 weken en de directeur kan daarbij aanwezig zijn. De activiteitencommissie ondersteunt o.a. bij feesten voor de kinderen, culturele uitstapjes en schoolreizen. 3.3. Schoolklimaat, regels en afspraken en sociale veiligheid Voorop staat het respect, het begrip en de liefde in de omgang met kinderen. Jezelf zijn, of leren jezelf te zijn staat voorop, waarbij wederzijds respect en begrip in de omgang met anderen behouden blijft. De school ziet er verzorgd uit en kenmerkt zich door gezelligheid, schoonheid, kleur en vriendelijkheid. Om dat alles in goede banen te leiden hebben we met elkaar een aantal afspraken gemaakt en beschreven. Protocollen en afspraken rondom:  Veiligheid , zorg en welzijn (registratie incidenten, agressie protocol, sociale veiligheid, verbale agressie, vandalisme en diefstal, schoolverzuim, calamiteiten, trauma, politie en een veiligheidsplan).  School regels en afspraken  Kindermishandeling en seksuele intimidatie.


12

3.4 Besluitvorming De directie streeft naar een samenwerkingsgericht team en betrekt zoveel mogelijk alle teamleden bij de besluitvorming. Waar het mogelijk is, verloopt de besluitvorming volgens unanimiteit of volgens consensus. Het uiteindelijke besluit wordt door de directie genomen. Binnen het managementstatuut is geregeld welk besluit door de directie en/of door het bestuur wordt genomen Als het om onderwijsinhoudelijke zaken gaat en zaken m.b.t. het personeelsbeleid worden teamleden uitdrukkelijk bij de besluitvorming betrokken. We spreken dan van een teambesluit. Ook dan neemt de directie het uiteindelijke besluit. Bij huisvesting is de rol van de teamleden adviserend. Dit geldt ook voor financiën, hoewel we proberen teamleden steeds meer te betrekken en te informeren over financiële aangelegenheden. 3.5.Samenwerking met externen We werken met veel externe instanties samen, maar ook met particuliere praktijken. De contacten zijn gericht op begeleiding en ondersteuning van onze werkzaamheden. (zie ook hfd. 5) Hieronder volgt hiervan een overzicht:  WSNS Samenwerkingsverband Zuid Kennemerland  Diverse onderwijskundige of educatieve dienstverleners  Onderwijsloket Centrum voor Jeugd en Gezin  Jeugd Riagg Noord-Holland Zuid  Triversum/ Spaarneziekenhuis  Remedial Teacher  Logopediste  InHolland Hogeschool Haarlem  Hulpverleningsdienst Kennemerland Afd.Jeugdgezondheidszorg  GGD Centrale vestiging  Casca (welzijn, BSO/NSO)  Les Petits Naschoolse Opvang 3.6 Beleidsvoornemens Beleid en organisatiestructuren, ontwikkeld achter het bureau, blijkt niet altijd werkbaar te zijn. Meer dan eens is de praktijk weerbarstig; regels worden onvoldoende nageleefd, onvoldoende uitgevoerd, onvoldoende gehandhaafd. Of dan blijkt dat de praktijk vele malen ingewikkelder is dan een organisatie plaatje weer geeft. We blijven kijken naar verbeteringen, al dan niet gestuurd door overheids maatregelen, of wijs geworden uit de dagelijkse praktijk.    



Evaluatie van organisatiestructuur. Evaluatie van het functioneren van het bouwoverleg. Invoering Functiemix,zie hoofdstuk personeelsbeleid. Afstemming nascholingsplannen. Deze worden elk jaar opnieuw afgesproken en samengesteld in samenhang met onderwijs of vakinhoudelijke zaken, aandacht voor zorgbeleid, gericht op samenwerking in het team of specifieke leerkrachtvaardigheden. Kortom scholing en nascholing op maat. Inhoud en plezier gaan hierbij vaak samen. Updaten van diverse protocollen i.v.m. welzijn, schoolklimaat, veiligheid, zorg verbreding, etc.


13

Hoofdstuk 4: Onderwijsaanbod 4.1 Onderwijskundige uitgangspunten Het onderwijskundig profiel van Icarus gaat uit van een continu ontwikkelingsproces bij kinderen te bewerkstelligen op alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling. In de Wet op het Primair Onderwijs wordt gesproken over de emotionele ontwikkeling en het verwerven van sociale vaardigheden. Wij kiezen voor de term sociaal-emotionele ontwikkeling. Onder sociaal-emotionele ontwikkeling wordt verstaan, dat de kinderen leren omgaan met elkaar en de anderen. Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling: a. het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn b. respect hebben voor elkaars mening en inbreng c. elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn d. het kunnen oplossen van conflictsituaties e. het kunnen inleven in gevoelssituaties f. anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn g. een gevoel van saamhorigheid. De verstandelijke ontwikkeling De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid, solidariteit te stimuleren. Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan. In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor onze school, dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. Deze kennis is vervat in een modern leerstofaanbod dat voldoet aan de door de overheid gestelde kerndoelen primair onderwijs. Het ontwikkelen van de creativiteit Creativiteit is niet alléén aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak/vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin: - zelf ontdekkend bezig zijn - komen met eigen oplossingen - verschillende oplossingen vinden voor één probleem - experimenteren - het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties - het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken. Het verwerven van culturele vaardigheden. Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen: - zich oriënteren op de maatschappij - leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën meningen, overtuigingen, levenswijzen, culturen).

Het verwerven van lichamelijke vaardigheden.


14

Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. 4.1.1 Werkwijze In de uitvoering van de onderwijskundige uitgangspunten leveren we samen met de ouders een bijdrage aan het kunnen functioneren van elk kind op zijn/haar niveau. We houden daarbij rekening met de eigen geaardheid van het kind, de verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. De werkwijze van de school kent ontwikkelingsgerichte- en ervaringsgerichte aspecten. Onze school geeft ruimte aan initiatieven van kinderen. In de groepsmap is per vak een didactische werkwijze opgenomen. 4.1.2. Doorgaande lijn De doorgaande lijn van groep 1-2 naar groep 3 is al langere tijd onderwerp binnen ons onderwijs. Als mede de doorgaande lijn van groep 3 naar groep 4 enzovoort. Op Icarus willen we de werkwijzen in de kleutergroepen op elkaar afstemmen. Vooral de overgang van groep 2 naar groep 3 , en vervolgens naar groep 4-5 enz., is een proces dat wij komend schooljaar en de jaren daarop goed willen neerzetten. Tijdens de bouwvergaderingen worden vorderingen en eventuele knelpunten besproken. 4.2. INSTRUMENTEEL CURSORISCHE VAKKEN In de volgende paragrafen wordt per vak en vormingsgebied uitgegaan van de herziene kerndoelen van het basisonderwijs. Deze worden vergeleken met de praktijk, de zogenaamde 'discrepantieanalyse'. Hieruit komen per vak/vormingsgebied de belangrijkste onderwijskundige beleidsvoornemens ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Bij een aantal vakken zult u lezen dat het beleidsvoornemen een evaluatie bevat. In dat geval gaan we na in hoeverre de gekozen methode(n) een antwoord heeft gegeven op de doelen die we destijds hebben gesteld m.b.t. resultaat, inhoud en opzet. In het licht van de onderwijskundige ontwikkeling worden deze beleidsvoornemens in hoofdstuk 8 geformuleerd.


15

4.2.1 Nederlandse taal Methoden en materialen Schatkist (aanschaf 2000) Bubbeldebub (aanschaf 2009) Taalverhaal taal/spelling (aanschaf 2006) Taalverhaal taal/spelling: software voor remediëring en verdieping (aanschaf 2006) Ajodidakt/ diverse oefeningen voor o.a. woordbenoemen, zinsontleding, spelling Ambrasoft/ divers oefenmateriaal

1 en 2 3 t/m 8 3 t/m 8 8 3 t/m 8

Discrepantieanalyse Geen Beleidsvoornemens Taalverhaal is inmiddels tot en met groep 8 geïmplementeerd. In 2011/2012 zal met groep 3 tot en met groep 8 een evaluatie over onze bevindingen met deze methode plaatsvinden. Borging Door middel van het afnemen van methode gebonden taal en spellingtoetsen en nietmethode gebonden toetsen, bewaken wij de kwaliteit van het taal- en spellingonderwijs. De cito taaltoets (taalschaal) is hierbij afgevallen. We oriënteren ons op een nieuw toetsinstrument voor taalbeheersing. De cito spellingtoets blijft gewoon van kracht. De intern begeleider ziet erop toe dat alle toets gegevens worden besproken. Besprekingen over de invoering van de nieuwe taaltoets gebeurt in team- en bouwbesprekingen. In teamvergaderingen kunnen voorstellen voor kwaliteit bevorderende maatregelen worden gedaan. Het team houdt zich via cursussen en vakbladen op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het taalonderwijs. 4.2.2. Lezen Methoden en materialen Leesmethode Veilig Leren Lezen (aanschaf 2011) De leeslijn van Kees de Baar (aanschaf 2000) Diverse letterspelletjes, voorlees- en prentenboeken Leesweg plus (aanschaf………) Zuidvallei,(aanschaf……..) Kurzweil(aanschaf ………….) Leessleutel??( aanschaf………..)

groep 3 3 t/m 6 1 t/m 3 3 t/m 6 3 t/m 8

Discrepantieanalyse Er is op dit moment geen discrepantie met de kerndoelen. De leesmethode voldoet aan de kerndoelen. De komende schooljaren zal de nieuwe leesmethode Veilig Leren Lezen worden geimplementeerd. Ter ondersteuning vindt er nascholing en begeleiding plaats. Orientatie op een vernieuwe leesmethode vanaf groep 4 heeft hoge prioriteit. Beleidsvoornemens Evalueren van de methode en aanvullende materialen die we hebben voor de zwakke lezers Borging In het basispakket van de leesmethode V.L.L. zitten verschillende toetsen en signaleringsmomenten. Daarnaast wordt er getoetst d.m.v. de Cito toetsen DMT (Drie Minuten Toets), volgens de toets kalender. (zie zorgmap)


16

4.2.3. Begrijpend lezen Methoden en materialen Methode: Tekst verwerken (van studerend lezen) (aanschaf 2002) Nieuwsbegrip (aanschaf 2010)

begrijpend

naar 4 t/m 8 5 t/m 8

Discrepantieanalyse Geen Beleidsvoornemens In 2010 hebben we de nieuwe methode Nieuwsbegrip aangeschaft, allereerst een proeftijd uitgeprobeerd en geevalueerd. Nieuwsbegrip is begrijpend lezen met actuele, informatieve teksten. Er wordt gericht gewerkt aan woordenschat- en begrijpend leesstrategieën. Als positief beoordeeld en aangeschaft. Voorlopig continueren we de praktijk zoals boven is geschetst. Borging Methode gebonden toetsen. En vanaf eind groep 3 nemen de Begrijpend Lees toets af, volgens de toetskalender. (zie zorgmap) 4.2.4. Rekenen/Wiskunde Methoden en materialen Methode: Schatkist (aanschaf 1996) Methode: Wereld in getallen (aanschaf 2003) Overig materiaal; MAB materiaal, rekenrekken, geld,klok Somplex Keen (aangeschaft 2010) Geen probleem Bolleboos Kant en Klaar (aangeschaft 2010) Smart Games (aangeschaft 2010) Maatwerk Vlot (1996) routeboekjes WIG Redactiesommen

1 t/m 2 3 t/m 8 3 t/m 8 4 t/m 8 3,4,5 5, 6 6, 7 en 8 6 3 t/m 8 3 t/m 8 3 t/m 8 5 t/m 8 5 t/m 8

Discrepantieanalyse Er is op dit moment geen discrepantie, de rekenmethode voldoet aan de kerndoelen.

Beleidsvoornemens

Aanpassen van de redactiesommen: Groep 4 wil graag met redactiesommen gaan werken in de toekomst. Deze zijn nog niet voorhanden. Beleid aanpassen en materialen verzamelen voor betere en zwakkere rekenaars. Routeboekje voor mindere rekenaars ontwerpen, aanschaffen? Borging


17

Door middel van het afnemen van methode gebonden rekentoetsen. En vanaf eind groep 1 nemen we Cito Rekentoetsen af, volgens de toets kalender, zie zorg map. De intern begeleider ziet erop toe dat de toets gegevens worden besproken.

4.2.5 Motoriek/schrijven Methoden en materialen Methode: Novoskript (aanschaf 2002) Zelfgemaakte schriftjes van de methode Handschrift Aan iedere leerling wordt door school een stabilo verstrekt (in groep 3 een stabilo-potlood en in groep 5 een stabilo-pen blauwschrijvend) Er wordt gewerkt in schriften met hulplijnen

2 t/m 8 4 t/m 5 3 en 5 3 t/m 8

Discrepantieanalyse De methode voldoet aan de kerndoelen. Beleidsvoornemens Evaluatie van het schrijfgerei. Eventueel de overstap naar een andere soort pen. Borging De groepsleerkrachten en directie zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het schrijfonderwijs. 4.2.6 Engelse taal Methoden en materialen Methode: Let’s do it / Real English (aanschaf 2004) Schooltvprogramma What’s up

7 t/m 8 7 t/m 8

Penguin readers en bandjes Webquests van Internet Oefensites op kennisnet Engels Leskompas Engels

8 7 t/m 8 7 t/m 8 7 t/m 8

Discrepantieanalyse7 en 8 Geen. Beleidsvoornemens Evalueren gebruik methode. Onderzoeken of Engels in groep 6 gegeven moet worden. Borging De groepsleerkrachten van groep 7/8 en de directie zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het Engelse taalonderwijs, waar het accent ligt op de spreekvaardigheid. Na ieder hoofdstuk is er een methodegebonden toets. 4.3.WERELDORIENTERENDE VAKKEN 4.3.1 Aardrijkskunde Methoden en materialen Thema’s Methode: Geobas (aanschaf(2009)


1 t/m 4 5 t/m 8

18

Aanvullend materiaal; wandkaarten, schoolt.v. programma’s, computerprogramma’s tbv oefening, filmpjes van internet (kennisnet). Ook Leskompas is beschikbaar. Discrepantieanalyse Geen. Beleidsvoornemens Komend schooljaar 2011-2012 gaan we de methode evalueren. Borging Na ieder hoofdstuk zal een toets afgenomen worden. Vorderingen van de leerlingen worden vervolgens vastgelegd. Ook oriënteren wij ons op een eindtoets welke aan het eind van de basisschoolloopbaan onafhankelijk in beeld brengt hoe de leerlingen presteren en om het vak te evalueren. 4.3.2. Geschiedenis Methoden en materialen Thema’s 1 t/m 4 Methode: Wijzer door de tijd (2010) 5 t/m 8 Aanvullend materiaal; Tijdbalk, historische bronnen, kaarten, stambomen, foto’s, schooltv, kennisnet, klassetv.nl, Leskompas.nl, entoen.nu Discrepantieanalyse De methode is vervangen in 2010. Hij voldoet aan alle gestelde kerndoelen. Beleidsvoornemens In de evaluatie wordt de methode als heel prettig ervaren. De methode voldoet aan onze verwachtingen. Borging Iedere zes weken zijn er methodegebonden toetsen. De directie en groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het geschiedenisonderwijs 4.3.3. Natuur- en techniekonderwijs en gezond gedrag. Methoden en materialen Methode Natuniek (aanschaf 2007)

3 t/m 8

Aanvullend materiaal; Aanbod Natuur en Milieu educatie (NME), het tijdschrift Natuur aan de basis, verschillende t.v. programma’s van schooltelevisie, internet, materiaal ondersteunend aan de methode (zoals elektriciteitspullen, magneten, zonnecellen, tandwielen, bamboo, enz) Discrepantieanalyse Geen Beleidsvoornemens Methode evalueren en uitbreiden materialen, staat op de planning 2011 Bijscholen leerkrachten, jaarlijks 2 op specifieke cursus Borging De directie en groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het natuur- en techniekonderwijs.


19

4.3.4 Oriëntatie op jezelf en de wereld Methoden en materialen Leergang Veilig Verkeer Nederland Verkeersexamen (Gemeente Heemstede) 2-jaarlijkse ANWB Veilig Verkeer-dag Gastlessen “dode hoek” bij vrachtwagens.

5 t/m 8 7 1 t/m 8 8

Cursus: versterking van de sociale competentie en

6

morele ontwikkeling van kinderen Jeugd EHBO, gevolgd door examen

8

Tutorlessen

6

Discrepantieanalyse Geen discrepantie met de kerndoelen. De gebruikte methode en materialen voldoen. Beleidsvoornemens Materiaal voor tutorlessen moet bekeken worden en eventueel worden geüpdatet. Borging De directie en groepsleerkrachten van 1 t/m 8 zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van dit vakgebied. 4.4 EXPRESSIEVE VAKKEN 4.4.1. Bewegingsonderwijs Bewegingsonderwijs wordt gegeven door een vakleerkracht. Methoden en materialen Basislessen bewegingsonderwijs plus werkbladen 1 t/m 8 (nieuwe versie aanschaf 2011) Aanvullend materiaal &leerstof uit: Bewegingsdocument Bewegingsonderwijs van het SLO Beter bewegen met kleuters van Herman van den Berg, Ineke van Riel, Daan Smit en Ria van Trier. Daarnaast een binnenschoolse sport/spelweek, een sportdag en doen we mee met schoolvoetbaltoernooi, volleybaltoernooi, roeiwedstrijd schaaktoernooi. Verdere deelname gedurende jaar wordt geselecteerd op locatie(Heemstede) en interesse. Discrepantieanalyse Op dit moment geen discrepantie met kerndoelen. Beleidsvoornemens Evalueren buiten/binnenschoolse sportactiviteiten. Borging De vakleerkracht en directie zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het bewegingsonderwijs. 4.4.2. Tekenen, handvaardigheid en beeldende vorming Methoden en materialen Handvaardig beeldvaardig en tekenvaardig. 1 t/m 8


20

(aanschaf………) Tijdschrift voor de kunst “Dada” 1 t/m 8 Allerlei losbladig en digitaal materiaal aan lessuggesties. 1 t/m 8 Discrepantieanalyse Geen. Beleidsvoornemens Het opstellen van een cultureel plan. Borging De groepsleerkrachten en directie zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het teken - en handvaardigheidonderwijs. 4.4.3. Muzikale vorming Muziek onderwijs wordt gegeven door een vakleerkracht. Doelstelling van het muziek onderwijs is dekinderen laten ervaren wat het is om muziek te maken. Door middel van kinderen in aanraking te laten komen met instrumenten, kinderen laten bewegen op muziek, kinderen leren luisteren, kinderen leren zingen en kinderen leren spelen, doen alsof, mimiek, rollenspelen. Verder geven de leerkrachten zelf ook muziek in de groep in de vorm van: zingen, dansen met of zonder digitaal schoolbord. Methoden en materialen Moet je doen 1 t/m 8 Van hoog tot laag Eigenwijs Allerlei losbladig en digitaal lesmateriaal 1 t/m 8 Verschillende mappen waar liedjes in staan gerangschikt op Thema. Er is een groot instrumentarium aanwezig op school dat tijdens de lessen gebruikt wordt. In de groepen 4,5 en 6 krijgt blokfluit les en groep 7 gitaarles. Discrepantieanalyse Geen. Beleidsvoornemens -Alle klassen hebben wat muziek instrumentjes in de klas om er zelf als leerkracht muzieklessen mee te geven. -Een muziek map/liedjes map samenstellen voor gr 1 t/m 8, evt. samengesteld op thema/seizoen. Ook een deel ‘oude’ liedjes die altijd kunnen Borging De vakleerkracht en directie zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het muziekonderwijs 4.4.4. Dramatische vorming Methoden en materialen Hoedje op, petje af. (aanschaf……….) Allerlei losbladig en digitaal lesmateriaal Extra materiaal: Toi, Toi, Toi, 24 theatersportlessen


1 t/m 8 1 t/m 8

21

Discrepantieanalyse Geen. Beleidsvoornemens Geen Borging De groepsleerkrachten en directie zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het dramaonderwijs. 4.5. OVERIGE CURSUSSEN/VAKKEN 4.5.1. Kinderfilosofie Methoden en materialen Filosoferen in de basisschool(aanschaf 2009) Klein maar dapper De vliegende papa’s Nous

1 1 1 1

t/m t/m t/m t/m

8 8 8 8

Van boeken ga je denken Kinderen filosoferen Spelenderwijs filosoferen Het huis met de twaalf deuren

1 1 1 1

t/m t/m t/m t/m

8 8 8 8

De filobus (NOT serie) Verwonderd stilstaan Socrates op de speelplaats Durft Marie in de ton? Filosoferen is een soort wereldverkenning Daarom is geen reden Een filosofische reis door de wereldliteratuur Filosoferen als uitdaging aan de school Aanvullend worden veel prentenboeken en kinderboeken

1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 gebruikt tijdens de les.

Discrepantieanalyse Geen Beleidsvoornemens Eigen leerlijn ontwikkelen: onderzoeken of de leerlijn uit het boek ‘Filosoferen in de basisschool’ onze leerlijn kan worden. Onderzoeken of er een vervolg komt op de thematische workshops voor het hele team: filosoferen en muziek, filosoferen en kunst. Borging De groepsleerkrachten en de directie zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het filosofieonderwijs. Zij worden hierbij ondersteund door de coördinator van het centrum voor kinderfilosofie. 4.5.2 ICT-onderwijs De school beschikt over een modern computer netwerk. De ontwikkeling van het computergebruik is verweven met de onderwijsinhoudelijke ontwikkeling van de school. Er is een apart beleidsplan voor ICT. Methoden en materialen Methode ondersteunende programma’s Wereld in 1 t/m 8 Getallen, Taalverhaal, Ambrasoft Leerdoelgerichte programma’s Word, Powerpoint, KODU 1 t/m 8


22

Gamelab, Moviemaker, Onenote Informatieve sites zoals, klassetv.nl, entoen.nu, nieuwsbegrip.nl, cedicu.nl

leskompas.nl, 1 t/m 8

Discrepantieanalyse Geen. Beleidsvoornemens Implementatie digiborden in de groepen 3 t/m 8 Teamscholing werken met digiborden, Office 2010, Onenote, fotografie, activerende werkvormen met computer, gebruik van internet Borging Directie en ICT coördinator zijn verantwoordelijk voor de oriëntatie op het vak en het afstemmen van de leerstofinhouden. 4.5.3.Actief Burgerschap De kinderen worden voorbereid op actieve deelname aan een complexe en pluriforme maatschappij. De belangrijkste basiswaarden van de democratische maatschappij worden geïntroduceerd en aangeleerd: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid. Dit gebeurt via de lessen en gastlessen in de klas, via excursies buiten de school en door actief te participeren in de wijk of de buurt (spelletjesmiddag in een verzorgingshuis, milieudienst/opruimacties op straat, etc.) Methoden en materialen School tv.weekjournaal 7 en 8 Project Staatsinrichting (aanschaf….) 8 Diverse gastlessen met verschillende thema’s: als 7 en 8 gezondheid, gedrag, veiligheid etc. Voor de jongere groepen wordt geen specifiek onderwijsleerpakket gebruikt. Het vakgebied maatschappelijke verhoudingen is ingebed in de zaakvakken. Diverse organisaties verzorgen hiervoor de gastlessen: Bureau Halt, HIV-team, Alcohol/Drugs preventie team, NS e.a. Discrepantieanalyse Er is nog geen aparte leerlijn m.b.t. burgerschapsvorming. Beleidsvoornemens Het oriënteren op vorm en inhoud van het leerstofaanbod voor burgerschapsvorming en de wijze waarop het onderdeel wordt van het lesprogramma. Borging Directie en team zijn verantwoordelijk voor de oriëntatie op het vak en het afstemmen van de leerstofinhouden. 4.5.4 Workshops Methoden en materialen Geen vaste materialen, ieder jaar begeleiders de benodigde materialen bronnen

zoeken de 1 t/m 8 uit diverse

Discrepantieanalyse Geen Beleidsvoornemens Geen Borging


23

Directie en team zijn verantwoordelijk voor het afstemmen van de leerstofinhouden. 4.5.5 Yoga Kinderen krijgen wekelijks yogalessen van een vakdocent aangeboden. Tijdens deze lessen leren de kinderen ademtechnieken en adembewustzijn. D.m.v. yoga leren kinderen zichzelf te zijn en respect te hebben voor anderen, zich te concentreren en te ontspannen. Methoden en materialen Geen materialen

1 t/m 8

Discrepantieanalyse Geen Beleidsvoornemens Evaluatie en organisatie van de Yogalessen. Borging De directie en de vakleerkracht zijn verantwoordelijk voor het bewaken van het yogaonderwijs. 4.Kleutermethodes Methoden en materialen:

Diverse bronnen worden gebruikt :

Groep 1 en 2

Bubbeldebub- Taal (Aanschaf 2009), Schatkist Rekenen (Aanschaf 2000) Schatkist Taal (aanschaf 2000) Taalverhaal gr 2 (Aanschaf 2006) WIG (Aanschaf 2000)

Opvoeding en onderwijs in de groepen 1 en 2 hebben kernen van ervarings- en ontwikkelingsgericht onderwijs. Uitgangspunten zijn ervaringen vanuit het vrije initiatief, een rijk aanbod, enthousiasmeren en naar een hoger plan brengen.

Discrepantieanalyse Geen Beleidsvoornemens Evaluatie en organisatie van het kleuteronderwijs. Komende jaren wordt er nascholing verzorgd op het gebied van thematisering bij het werken met kleuters. Borging De groepsleerkrachten en de directie zijn verantwoordelijk voor de afstemming en het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs


24

Hoofdstuk 5: Zorgbeleid Inleiding De primaire zorg ligt bij de leerkracht in de groep. De intern begeleider coördineert het zorgbeleid op de school. Het systeem zorgt ervoor dat leerkrachten en intern begeleiding de ontwikkeling van elke leerling volgen, door middel van observaties, signaleringslijsten en(genormeerde) toetsen.

Onderwijs op maat Leer- gedrag expert bespreking op school Leerkracht – IB - directie: Zorgoverleg

Leerkracht – leerkracht: Consultatie

Leerkracht signaleert in de klas

Om systematisch de ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen hanteren we een leerlingenvolgsysteem (signaleren, diagnosticeren en evalueren), is er een intern begeleider op school, participeren wij in samenwerkingsverband en schakelen wij, waar nodig, externe deskundigen in. 5.1. Signaleren Per schooljaar wordt de toets kalender vastgesteld en uitgevoerd, daarnaast worden er signaleringsinstrumenten gebruikt en methode gebonden toetsen afgenomen. De gegevens worden door de leerkracht verzameld en ingevoerd in het LOVS. De uitkomsten worden ook besproken tijdens de momenten vastgesteld in de jaarplanning van de intern begeleider. Daarnaast vindt terugkoppeling plaats met de ouders. De leerkracht houdt van elke leerling een dossier bij met vorderingen en verslagen van gesprekken. Privacygevoelige informatie wordt bewaard in het leerlingendossier bij de intern begeleider. Naast het signaleren door de leerkracht worden de kinderen van groep 2 gescreend door de logopediste en worden de kinderen van groep 2 en 7 gezien door de schoolarts en/of schoolverpleegkundige.


25

Groep

Toets

1+2

Pravoo

1+2

Ordenen (Cito)

1+2

Taal voor kleuters

3–8

DMT

3–8

Methode toetsen technisch lezen

3–8

SVS

3–8

Rekenen en Wiskunde

3–8

Begrijpend lezen

(6) 7

Entreetoets

7–8

SVL

8

Drempelonderzoek

8

NIO

3-8

Methode toetsen begrijpend lezen

3–8

Methode toetsen rekenen

3–8

Methode toetsen taal en spelling

5.2Diagnosticeren De zorgleerlingen, die door observaties, signaleringslijsten opvallen en leerlingen die uitvallen op methode gebonden toetsen maar ook de leerlingen die uitvallen op de genormeerde (Cito) toetsen 1 worden besproken tijdens de geplande momenten (jaarplanning intern begeleider). Aan de hand van de analyse van de problemen wordt per leerstof onderdeel een groepsplan opgesteld. Deze worden ook met de intern begeleider besproken en geëvalueerd (zie: jaarplanning Interne Begeleiding). Ook individuele handelingsplannen kunnen opgesteld worden, deze wordt besproken met de ouders en door ouders, leerkracht en intern begeleider ondertekend. Ook dit handelingsplan wordt geëvalueerd (zie: jaarplanning Interne Begeleiding). In de handelingsplannen staat aangegeven wat de vraagstelling is, welke leerdoelen gesteld worden voor de vooraf vastgestelde periode, met welke middelen en werkwijze die bereikt worden en hoe dit georganiseerd wordt. Ten aanzien van dyslexie hebben wij een dyslexie protocol opgesteld, met per jaargroep gespecificeerd welke toetsen afgenomen dienen te worden en welke acties hierop volgen. Ook leerlingen die hoog presteren (hoge A bij Cito, vanaf 2011-2012: niveau I) worden betrokken in het groepshandelingsplan. Indien noodzakelijk kan de intern begeleider een pedagogisch didactisch onderzoek afnemen om meer duidelijkheid te krijgen over het probleem en het handelingsplan hierop aan te kunnen passen.

1

We spreken van de lage C, D en E score. Vanaf schooljaar 2011-2012 zijn dit de IV en V scores.


26

Handelingsplannen worden zowel bewaard door de leerkracht en door de intern begeleider. Toetsen bij PDO (Pedagogische Didactisch Onderzoek)

Jaargroep

Toets

Afname moment

2

Schoolrijpheidstoets

maart – april

3

DTLAS (Struiksma)

maart

3

AVI

juni

4–8

AVI, DTLAS, Klepel, EMT

vanaf oktober

3–8

TTR

…..

5.3 Evalueren In de jaarplanning van de intern begeleider zijn evaluatie momenten vastgelegd om de groeps- en individuele handelingsplannen op gezette tijden te evalueren. Ook de genormeerde toetsen worden gebruikt om vorderingen te bepalen. De evaluatie wordt in het (groeps)handelingsplan opgenomen. Indien stagnatie optreedt en de school al het aantoonbare heeft gedaan om de leerling te helpen. Kunnen wij, in samenspraak met de ouders, externe hulp inroepen. 5.4 Speciale begeleiding De begeleiding vindt zoveel mogelijk plaats binnen de groep, met behulp van de leerkracht. Een onderwijsassistent kan ondersteuning bieden in de groep, evenals de hulp van zogenaamde tutoren (oudere leerlingen), die hiervoor een opleiding binnen de school hebben gekregen. Naast de remediërende middelen uit de reguliere methode kan de leerkracht gebruik maken van de orthotheek en ICT middelen om het handelingsplan handvatten te geven. Leerlingen met een rugzak indicatie hebben extra middelen tot hun beschikking (voor de procedure, zie: zorgplan). Daarnaast is de school verplicht zich te houden aan de richtlijnen t.a.v. aanvragen van dyslexie-onderzoek en behandeling, om in aanmerking te komen voor vergoeding. 5.5 Interne begeleiding

Taak

Coördineren

   

Bewaking voortgang Advisering Rapportage borging

Communicatie



Tussen betrokken bij de uitvoering van de zorg op school Zorg overleg




27

Uitvoering

Verantwoording

Onderhouden contacten

  

externe onderzoekers samenwerkingsverband andere scholen

Administratie

    

LVS Besprekingen Verslagen onderzoek Leerling dossier Sociale kaart

Beleid

    

Zorgplan Interne zorg Schoolplan Zorgprofiel studiedagen

Niveau leerling

   

Besprekingen Verslagen PDO Dossier

Niveau leerkracht

   

Besprekingen LVS overzichten Groepsplannen Klassenconsultatie

Niveau school

       

Speciale leerlingen Toetskalender IB jaarplanner LOVS beheer Orthotheek beheer Studiedagen Zorgvergaderingen Beleid

Directeur



Eind verantwoordelijk beleid en procedures leerlingenzorg

Intern begeleider



Coördinatie van dit beleid

Leerkracht



Uitvoering van dit beleid

5.6 Externe begeleiding Indien een externe deskundige geraadpleegd dient te worden, is het voortraject reeds doorlopen. In overleg met de ouders kan de school of kunnen de ouders zelf externe deskundige hulp inhuren. Vooraf worden hierover afspraken gemaakt, zodat duidelijk is wie voor welk deel verantwoordelijk is. De school maakt gebruik van bureaus voor onderwijs


28

begeleiding, momenteel OnderwijsAdvies. Daarnaast kan de school particuliere, gecertificeerde onderzoekers aantrekken voor een pedagogisch of didactisch onderzoek. Leerlingen met een ‘rugzakje’ krijgen (vooralsnog) begeleiding van een remedial teacher en een ambulant begeleider. Elke andere vorm van externe begeleiding van een RT-er is voor rekening van de ouders. Daarnaast is een sociaal school verpleegkundige verbonden aan de school. Als ook een schoolarts en een logopediste. De intern begeleider onderhoudt de sociale kaart ten aanzien van diverse instanties die onderzoek en hulp kunnen bieden. De zorg haakt op elkaar in. Basiszorg: binnen de eigen groep en organisatie breedtezorg: zorg om de school heen (hulp van buitenaf) dieptezorg: gespecialiseerde voorzieningen. De intern begeleider onderhoudt contact met de consulent van het samenwerkingsverband WSNS Zuid Kennemerland. Het beleid van WSNS is erop gericht zoveel mogelijk kinderen binnen het reguliere onderwijs te houden. Indien nodig kunnen we gebruik maken van aparte leerlijnen voor kinderen. Wanneer wij denken dat het voor bepaalde kinderen niet mogelijk is voor alle vakken de eindtermen te halen en de ouders kiezen ervoor hun kind bij ons op school te laten, stellen we met de ouders een plan op. In dit plan worden de vorderingen van deze leerling bijgehouden en worden de ouders door de betreffende leerkracht op de hoogte gehouden van deze vorderingen.


29

basiszorg

breedtezorg

dieptezorg

5.7 Veranderende wetgeving

Passend Onderwijs/Weer Samen Naar School Passend onderwijs (nieuwe wetgeving per 1 augustus 2012) staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Geen kind tussen wal en schip. Welk effect de nieuwe wet, namelijk ook bezuinigingen, heeft op onze school, is nog onzeker. Als het parlement het wetsvoorstel aanneemt, gaat per 1 augustus 2012 de zorgplicht voor scholen in. Scholen en schoolbesturen worden dan verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling. Dan wordt het WSNS project afgesloten. Leerling gebonden financiering (Rugzak) Als een kind in aanmerking wil komen voor de leerlinggebonden financiering melden de ouders het kind aan bij de Commissie van Indicatiestelling (CVI) van een Regionaal Expertise Centrum (REC). Deze maatregel staat onder druk en zal onder de nieuwe wet Passend Onderwijs binnen 2 jaar opgeheven worden.


30

5.8 Beleidsvoornemens Klassen niveau 

Het systematisch gebruik van groepshandelingsplannen volledig integreren in het klassenmanagement van de school. Dit beleid moet schoolbreed gedragen worden en uitgevoerd. Het gaat om een cyclisch proces vanaf groep 1 tot en met groep 8.

Uitvoeren groepsplan

Clusteren + opstellen groepsplan

Leerlingen Leerkracht ouders

Evalueren + verzamelen

signaleren



Het actualiseren van de PDO’s (Pedagogisch Didactisch Onderzoek).

Groepsniveau  Vervangen van verouderde Cito toetsen  Invoeren Cito Eindtoets (afhankelijk van nieuwe wetgeving)  Het duidelijk afstemmen van mappen in de groep: klassenmap, protocollen en ABC-zorg map, interne zorg map. Uniformiseren van de mappen. Schoolniveau  Uitvoeren van de schoolzelfevaluatie, een jaarlijks instrument voor een nadere analyse en bestuderen van de opbrengsten van de school.  Opstellen van onderwijsprofiel, het zichtbaar in kaart brengen van onze opbrengsten.  Herzien van dyslexie protocol.  Opzetten protocol ernstige rekenen wiskunde problemen.  Twee jaarlijks trendanalyse op schoolniveau voor lezen, spelling en rekenen.  Vaststellen onderwijsprofiel.  Vorm geven beleid voor meer- en hoogbegaafden  Nieuwe methode aanvankelijk lezen inpassen in toets kalender.  Aanpassen technisch leesmethode a.h.v. aanvankelijk leesmethode.  Actualiseren orthotheek , uitbreiden met ICT middelen.  Digitaliseren van het leerlingdossier.


31

  

Orthodidactische materialen inzetten voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Inkopen van kennis op basis van uitkomsten uit zelfevaluatie. Bijscholing leerkrachten en intern begeleider t.a.v. specifieke zorgvragen.


32

Hoofdstuk 6: Integraal personeelsbeleidplan 6.1 Inleiding: Het integraal personeelsbeleid (IPB) levert een bijdrage aan de ontwikkeling en het welbevinden van de personeelsleden, zodat zij competent zijn om zorg te dragen voor eigentijds en goed onderwijs. Dit betekent het regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de personeelsleden op de inhoudelijke en organisatorische doelen van Icarus. Hierbij wordt professioneel gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen, die gericht zijn op de ontwikkeling van individuele personeelsleden. Personeelsbeleid is veel omvattend en richt zich op:     

Taakbeleid Beoordelings-, functionerings-, scholings- en competentiebeleid: met aandacht voor promotie en functiedifferentiatie (functiemix). Inspraakbeleid: medezeggenschapsraad en positie van leerkracht. Arbobeleid, verzuim- en re-integratiebeleid. Vervangingsbeleid.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste uitgangspunten van het integraal personeelsbeleid, dat de school voert, beschreven. Het gaat dan met name steeds om de vraag: hoe draagt het personeelsbeleid van de school bij aan het realiseren van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, een plezierig werkklimaat en goede arbeidsomstandigheden. Er is dus sprake van een dubbel ontwikkelingsperspectief, namelijk de ontwikkeling van de personeelsleden en de ontwikkeling van de school. In 6.3 staat de inhoudsopgave van het integraal personeelsbeleidsplan met de onderdelen en documenten, die vallen onder de noemer IPB. Het geheel biedt een kader voor leiding aan en begeleiding van het personeel. 6.2 Visie op personeelsbeleid: De onderwijsvisie van Icarus geeft richting aan het personeelsbeleid. Dat is belangrijk, omdat deze beleidsonderdelen elkaar dan versterken. “De mens in zijn ontwikkeling staat centraal, binnen de kaders van de behoeften van Icarus als schoolorganisatie”. Deze visie op personeelsbeleid geeft richting aan elke stap, die in de ontwikkeling van het beleid wordt gezet. Waaraan levert actief IPB een bijdrage?  goede arbeidsomstandigheden, minder uitval van personeelsleden en minder vervangingskosten  loopbaan perspectief  professionalisering, middels een persoonlijk ontwikkelingsplan  feedback geven  tot ontwikkeling komen, interne mobiliteit  tot verandering komen  de samenhang tussen: o strategisch- onderwijskundig- financieel- personeel- en organisatorisch beleid o individuele ontwikkelingswensen o kwaliteiten van het personeel o Dit alles willen wij bereiken door met behulp van competentiemanagement de competenties van de personeelsleden zo te ontwikkelen dat zij passen bij de


33

kernkwaliteiten van Icarus. Hiervoor zal voor elke functie een competentieprofiel worden vastgesteld. Elk personeelslid weet zo welke competenties ontwikkeld moeten worden. Zo kunnen leerlingen en ouders rekenen op bekwame personeelsleden en voldoet de school aan de eisen van de wet Beroepen in het onderwijs (BIO). Kernonderdelen van het Integraal personeelsbeleid zijn: Gesprekkencyclus: De gesprekscyclus is het hart van actief personeelsbeleid. Regelmatig bespreken leidinggevende en medewerker de resultaten en ontwikkelwensen van het personeelslid. In de gesprekken komen de doelen van de personeelsleden en de doelen van de school samen. Bekwaamheidsdossier en portfolio: In het kader van de wet BIO heeft de werkgever de plicht ervoor te zorgen dat voor iedere leraar een bekwaamheidsdossier wordt bijgehouden. In een portfolio documenteren de leraren hun eigen ontwikkeling De overige onderdelen van het IPB zijn uitgewerkt in het personeelsbeleidsplan. In 6.3 is de inhoudsopgave hiervan opgenomen. 6.3 Inhoudsopgave IPB: Onderdelen (documenten) personeelsbeleidsplan

wettelijke basis

opmerkingen

Is in wording

is vastgesteld

wordt in de periode 20112015 geëvalue erd

1. Inleiding 2. Sociale afspraken

Hoe gaan we met elkaar om?

X

2.1 Gedragscode

X

2.2 Informatieverschaffing 2.3 Arbo/BHV

CAO-PO

- Risico-inventarisatie evaluatie.

en

–

X

- Plan van aanpak t.a.v.  voorkomen en beperken van ziekteverzuim. 2.4 Roken op school

X

2.5 Doelgroepen 2.6 Seksuele intimidatie 2.7 Sociaal jaarverslag

X CAO-PO

2.8 Anti-discriminatiecode 2.9 Besluitvorming 2.10 Lief en leed 3. Begeleiding

3.1 Nieuwe personeelsleden

Hoe vindt begeleiding en leiding plaats? Welke perspectieven worden geboden? CAO-PO C8

- Regeling ten behoeve van de introductie en begeleiding


34

van beginnende werknemers. - Leerarbeidsovereenkomst en leer-werkplan onderwerpen onderwijsassistent in opleiding. - Overeenkomst ‘doorstromer’

voor

3.2 Klassenconsultatie 3.3 Mobiliteitsbevordering 3.4 Scholing

CAO-PO C11 en C12 C13

- Meerjarenbeleid met betrekking tot professionele ontwikkeling van de werknemers.

X

- Regeling met betrekking tot scholing van het personeel. - Persoonlijk ontwikkelingsplan. 3.5 Loopbaanbegeleiding 3.6 Conflictpreventie 3.7 Ziekteverzuim

Zie 2.3

X

3.8 Exitgesprek 4. Rechtspositioneel beleid

4.1 compensatieverlof

Collectieve Arbeidsovereenkomst PO 0101-2009-01-01-2010 CAO

.

G1 t/m G25 4.2

Verlenen van buitengewoon verlof

4.3 Promotiecriteria 4.4 Toelagen en gratificaties

Invoeren functiemix CAO-PO

x

x

Beloningsbeleid.

C15** 4.5 Dienstreizen 4.6 Seniorenbeleid 4.7 Werkreglement

bapo CAO-PO

- Regeling rusttijden.

arbeids-

en

4.8 Uitwerking CAO PO arbeidsvoorwaarden 4.9 DGO/GO

5. Functies en taken

CAO-PO

Functies en taken in de school. Wat wordt er van het personeel verwacht, hoe zijn de taken verdeeld?

5.1 Competentieprofiel leerkracht

Zie ook de wet op de beroepen in het onderwijs.

X

5.2 Fasen leraarschap


35

5.3 Functiedifferentiatie

CAO-PO

- Procedure functiewaardering N.B. Wat betreft niet normfuncties.

C2

- Functieboek functiebouwwerk 5.4 Taakomvang

CAO-PO

Taakbeleid.

C6

N.B. Normjaartaak.

X

en X

5.5 Taaktoedeling

Zie 5.4.

X

5.6 Taakbelasting

Zie 5.4.

X

5.7 Management statuut

WPO art. 31 -

X

CAO-PO

X

5.8 Onderwijsondersteunend personeel 6. Selectie personeel 6.1 Sollicitatiecode

C7 en bijlage V 6.2 Benoemingsprocedures

WPO art. 53 - Akte van (OO) en art. aanstelling/benoeming. 59 (Bijz.O)

X

Zie ook WPO art. 32 Zie ook bijlage III en IV van CAO-PO 6.3 Deeltijdbanen 6.4 Onderwijsondersteunend personeel 6.5

Evenredige vertegen- WPO woordiging van vrouwen art. 30 in de schoolleiding

- Document inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding.

7. Bestuursaanstelling 7.1 Afvloeiingsregeling

CAO-PO D1 t/m D5

- Regeling werkgelegenheidsbeleid (behouden en uitbreiden werk-gelegenheid). - Regeling ontslagbeleid.

7.2 Afvloeiingsvolgorde 8.

Functioneren beoordelen

en

8.1 Functioneringsgesprekken

CAO-PO

8.2 Beoordelingsgesprekken

CAO-PO

C1

C14 9.

- Regeling functioneringsgesprekken. (ook wat betreft functioneren leiding) - Regeling personeelsbeoordeling.

Personeelsformatiebeleid


36

9.1

Strategisch personeelsplan

9.2 Meerjarenformatiebeleid

CAO-PO

Jaarlijks mei.

B1 9.3 Jaarlijks formatieplan

vaststellen

voor

1

CAO-PO B1 Zie ook B2

10. Medezeggenschap 10.1 Medezeggenschapsraad WMO art. 14

- Medezeggenschapsreglement en statuut.

X

6.4 Beleidsvoornemens;  Het bespreken met de teamleden van de visie en uitgangspunten van het personeelsbeleidsplan  Het uitwerken van en actualiseren van het personeelsbeleidplan.  Vaststellen van een competentieprofiel voor de leerkracht  Aanleggen van bekwaamheidsdossiers in het kader van de wet BIO  Afnemen van een Arbo Risico-inventarisatie en –evaluatie m.b.v. de nieuwe Arbomeester  Invoering Functiemix. Uitvoering geven aan het Convenant Leerkracht van Nederland, d.m.v. beleid maken en uitvoeren t.a.v. de functiemix: invoering van differentiatie in loonschalen LA en LB schaal. (looptijd 2011-2014).  Veranderend beleid op het gebied van het taakbeleid i.v.m. het invoeren van de functiemix zal dit ook gevolgen hebben voor het huidige taakbeleid. De invoering van het nieuwe beleid vindt plaats in nauw overleg met bestuur, team en directie. 6.5. Overige protocollen  

Registratie incidenten Sociale veiligheidsprotocol op het gebied van agressie, verbale agressie, sociale veiligheid, vandalisme, politie, trauma, etc..


37

Hoofdstuk 7: Financieel beleid

7.1 Geldstromen Het financieringssysteem voor het primair onderwijs is in het algemeen een toekenningsysteem op basis van normeringen voor bestemmingsdoeleinden. Dit systeem geeft de school tot op heden beperkte vrijheden in de bestedingsruimten. Voor alle (speciale) basisscholen gelden de volgende bronnen van inkomsten: - Lumpsum financiering - Toekenning van Rijksgelden voor het budget personeelsbeleid - Toekenning van gemeentelijke gelden in de vorm van doelsubsidies - Sponsoring en/of donaties. De inkomsten en uitgaven zullen worden verantwoord in het financieel jaarverslag, dat binnen 6 maanden na afloop van het kalenderjaar door het bestuur moet worden vastgesteld. 7.1.1 Lumpsum financiering Op basis van de teldatumgegevens van 1 oktober worden voor het daaropvolgende kalenderjaar en schooljaar gelden toegekend vanuit de lumpsumregeling. De inkomsten zijn gebaseerd op het leerlingaantal van Icarus op 1 oktober. Op grond van deze inkomsten wordt een personele en materiële begroting opgesteld. De materiële begroting wordt in november/december door het bestuur vastgesteld en geldt vanaf januari voor het daarop volgende kalenderjaar. De personele begroting wordt voor 1 mei vastgesteld door het bestuur. De personele begroting geldt vanaf augustus voor het daarop volgende schooljaar. 7.1.2 Toekenning van Rijksgelden voor het budget personeelsbeleid Jaarlijks ontvangt de school een toekenning van Rijksgelden voor het budget personeelsbeleid. Dit budget bestaat uit het aantal leerlingen x een jaarlijks door de overheid vast te stellen bedrag. Uit dit bedrag dient een aantal doelen gefinancierd te worden: Dit budget kan besteed worden aan o.a. :  Loonkosten extra personeel  Vergoedingen en toelagen  Loonkosten betaald ouderschapsverlof  Kosten Bedrijfsgezondheidszorg en Arbo zorg  (Na)scholing  Overige personeel gerelateerde kosten 7.1.3 Toekenning van gemeentelijke gelden in de vorm van doelsubsidies Te denken valt o.a. gelden voor onderhoud van het gebouw, deze doelsubsidies worden opgenomen in de materiële begroting.


38

7.1.4 Sponsoring en/of donaties Deze inkomsten worden gezien als incidentele inkomsten en opgenomen in de materiële begroting. 7.1.5 Geldstromen binnen de school Ouderbijdragen: Bestuur en directie hebben afgesproken dat de helft van de ontvangen ouderbijdrage gebruikt mag worden voor personeelsuitgaven. Zo wordt 1 onderwijsassistente uit de ouderbijdrage betaald. Daarnaast worden de muziek- en yogadocente alsmede de extern begeleider van de filosofielessen uit de ouderbijdragen gefinancierd. 7.1.6 Toekomst De komende jaren verwachten we ten gevolge van de financiële crisis bezuinigingen, ook in het onderwijs. Onder het hoofdstuk ‘Passend Onderwijs’ heeft het kabinet voorgenomen 300 miljoen te bezuinigen. Het voorgenomen besluit zal leiden tot een ombuiging in het speciaal onderwijs, waardoor er op maar onderwijs geleverd zal moeten worden in het gewone onderwijs. Welke (financiële) effecten dit zal hebben voor onze school, is nog niet te overzien. Reservering voor risico management. Sinds 2009 heeft het bestuur een voorziening getroffen i.v.m. mogelijke toekomstige risico’s en verplichtingen op te kunnen vangen op het gebied van personeelszaken. Toekomstige verplichting zullen ten laste van de toekomstige exploitatie worden gebracht. Daarbij wordt rekeningen gehouden met verschillende factoren: reserveringen voor vervroegd pensionering, ziektevervanging voor directie of ander verplichtingen. Functiemix. De vergoeding voor de functiedifferentiatie en daarbij behorende salarisverschillen, worden niet geheel vergoed door het ministerie. Het bestuur wordt gedwongen een deel van de salariskosten zelf te dragen en te betalen m.b.t. de functiemix. Het beleid voorziet niet in een totale dekking van deze loondifferentiatie en school zal op den duur beleid moeten opstellen om dit mee te nemen in de begroting. Vooralsnog spreken we hiervoor onze reserves aan. 7.2 Beleidsvoornemens  Het opstellen en actualiseren van een meerjarenbegroting. Met deze meerjarenbegroting willen wij inzicht geven in, maar ook anticiperen op onze bestedingen in de komende jaren. Met name op het gebied van onderwijsleermiddelen, materialen, meubilair en onderhoud van het gebouw.  Opstellen van een begroting voor activiteiten, excursies en culturele vorming.  Vanwege het tijdig kunnen anticiperen op bezuinigingen zal er regelmatig gekeken worden naar de kosten beheersing van de school. Het bestuur en directie dragen zorg voor de stabiliteit t.a.v. de financiële balans van de school.  Ten aanzien van de veranderingen op het gebied van passend onderwijs (zorg voor speciale behoeften bij leerlingen), is het nog onduidelijk welk effect dit zal hebben op de financiële risico’s en consequenties voor het beleid van de school.


39

Hoofdstuk 8: Beleidsvoornemens 2011-2015

De (onderwijskundige) beleidsvoornemens voor de periode 2011-2015 worden hieronder schematisch weergegeven. Wat zijn onze prioriteiten? Wij willen ervoor waken niet teveel onderwerpen tegelijk aan te pakken. Daarom verspreiden onze voornemens over de hele periode waarvoor dit schoolplan is opgesteld. Prioriteiten worden vastgesteld door het hele team. De beleidsvoornemens kunnen worden uitgevoerd door verschillende teamleden. beleidsvoornemens Hoofdstuk 2 Visie, missie en kwaliteitsbeleid  Een keuze maken en het invoeren van een kwaliteitsinstrument waarmee structureel het onderwijs kan worden geëvalueerd. Invoering Onderwijsprofiel  Onderzoeken van mogelijkheden en verdere samenwerking met andere eenpitters-besturen  Jaarlijks uitwerken van beleidsvoornemens in termen van SMART  Schoolzelfevaluatie. Het maken van trendanalyses op schoolniveau voor lezen, spelling en rekenen op basis van de Cito-toetsen, waardoor borging en verbetering van leerresultaten mogelijk wordt.  Uitvoeren ouder tevredenheids enquête Hoofdstuk 3 Organisatie van de school  Evaluatie van organisatiestructuur, met name het directie- en management overleg  Evaluatie van het functioneren van het management Hoofdstuk 4 Onderwijsaanbod Kleuters  Afstemmen doorgaande lijn groep 1, 2 en 3 Taal  Evalueren Taalverhaal 1 t/m 8 (2006)  Evaluatie software Taalverhaal groep 3 t/m 6  Evaluatie BubbledeBub (gr 1-2) (2009) Technisch lezen groep 1 t/m 5  Evalueren van Veilig Leren Lezen (2011)  Evalueren aanvullingen voor zwakke lezers Rekenen/wiskunde  Evalueren rekencompacten, digitale toetsen  Evalueren Schatkist (1996) Motoriek/schrijven  Evaluatie Novoskript (2002) Engels  Evalueren Lets do it/Real English (2004)


20112012

20122013

20132014

20142015

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

X

x

X

x x x x x

X x x

x

x x

40

Wereldoriëntatie Aardrijkskunde  Evalueren Geobas (2009) Wereldoriëntatie Geschiedenis  Evaluatie methode Wijzer door de tijd (2010) Natuur- en techniekonderwijs en gezond gedrag  Methode Natuniek evalueren (2007)  Materialen uitbreiden Bevordering sociale redzaamheid, verkeer  Oriënteren op aanvullende materialen en eventueel aanschaf nieuwe methode Bewegingsonderwijs  Methode van Stroes evalueren en uitleg lln volgsysteem (2011) Tekenen, handvaardigheid en beeldende vorming  Het opstellen van een cultureel plan Kinderfilosofie  Evalueren leerlijn (2010)  Onderzoeken integratie met muziek, kunst ICT-onderwijs  Onderhouden scholing digitale borden in groepen 3 t/m 8 (2009) Actief Burgerschap  Oriëntatie op leerstof aanbod Yoga  Evaluatie en organisatie Hoofdstuk 5 Zorgbeleid  Het vaststellen van een taakomschrijving van de intern begeleider  Evalueren protocol en beleid (meer- en hoog)begaafdheid  Het jaarlijks opleiden van tutoren  Inplannen van structureel overleg IB en directie  Invoeren en afstemmen beleid Passend onderwijs Hoofdstuk 6 Integraal personeelsbeleid  Het bespreken met de teamleden van de visie en uitgangspunten van het personeelsbeleidsplan  Het uitwerken van en actualiseren van het personeelsbeleidplan.  Evalueren van een competentieprofiel voor de leerkracht (LA en LB)  Voeren van functioneringsgesprekken  Voeren van beoordelingsgesprekken  Bijhouden van bekwaamheidsdossiers in het kader van de wet BIO  School enquête onder het personeel  Afnemen van een Arbo Risico-inventarisatie en – evaluatie m.b.v. de nieuwe Arbomeester Hoofdstuk 7 Financieel beleid  Het opstellen en actualiseren van een meerjarenbegroting.  Opstellen van een begroting voor activiteiten, excursies en culturele vorming.


x x x x x

x

x x x x

x

x

x

x x

x x x x

x x

x x x

x x x

x x x

x x

x

x x x

x

x x

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

41

bijlage 1 bijlage 2

Instemmingformulier Medezeggenschapsraad Instemmingformulier Bevoegd Gezag


42

Bijlage 1 Instemmingsformulier Medezeggenschapsraad Stichting basisschool Icarus Heemstede Kerklaan 90-92 2101 HS Heemstede Brinnummer: 24PX Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van 1 augustus 2011 geldende schoolplan 2011-2015. Namens de MR: Plaats:

……………………………………………………………….

Datum

……………………………………………………………….

Naam

……………………………………………………………….

Functie

……………………………………………………………….

Handtekening ………………………………………………………………


43

Bijlage 2 Instemmingsformulier Bevoegd gezag Stichting basisschool Icarus Heemstede Kerklaan 90-92 2101 HS Heemstede Brinnummer: 24PX Hierbij verklaart het bevoegd gezag van bovengenoemde school in te stemmen met het van 1 augustus 2011 geldende schoolplan 2011-2015. Namens het bevoegd gezag: Plaats:

……………………………………………………………….

Datum

……………………………………………………………….

Naam

……………………………………………………………….

Functie

……………………………………………………………….

Handtekening ………………………………………………………………


44

definitieve versie SCHOOLPLAN Kerklaan HS Heemstede T

Recommend Documents