Deeltijdbehandeling onbegrepen lichamelijke klachten
2
Deze folder geeft u informatie over het deeltijdprogramma (gedeeltelijk) onbegrepen lichamelijke klachten op de zorgeenheid Psychiatrie van het CWZ. ‘Onbegrepen lichamelijke klachten’ zijn klachten waarvoor men (nog) geen verklaring heeft kunnen vinden op lichamelijk gebied. Het ontbreken van een lichamelijke verklaring wil niet zeggen dat de klachten niet bestaan of ingebeeld zijn. Klachten die lichamelijk (nog) niet verklaard kunnen worden, zijn niet per definitie psychisch. De oorzaak van de klachten is vaak niet duidelijk. Dit hoeft echter niet te betekenen dat er niets aan de klachten te doen is. Bekend is dat spanningen lichamelijke klachten vaak verergeren. Daardoor wordt het moeilijker om met die spanning om te gaan. Het is soms ‘makkelijker’ om maar niet bij die moeilijke gevoelens stil te staan, als u al zoveel te verdragen heeft. Dit brengt echter nog meer problemen met zich mee, zoals het niet meer herkennen van de eigen grenzen (altijd maar doorgaan of juist niets meer durven), angstklachten, piekeren, slaapproblemen, niet meer weten waarvoor u het nu eigenlijk allemaal doet. Uit onderzoek is gebleken dat een behandeling die gericht is op deze gevolgen van de klachten, verbetering kan geven op de kwaliteit van leven.
Doel programma Het programma heeft als doel beter om te gaan met de gevolgen van de onbegrepen lichamelijke klachten en u te helpen beter te functioneren in het dagelijkse leven op het gebied van gezin, relatie, sociale contacten en werk. Doelgroep Het programma is bedoeld voor mensen die: • lijden aan (gedeeltelijk) onbegrepen lichamelijke klachten zoals pijn, vermoeidheid, duizeligheid en uitvalsverschijnselen • onvoldoende baat hebben bij een poliklinische of ambulante behandeling
3
• duidelijk minder functioneren op minimaal één levensterrein zoals relatie, gezin, sociale leven, werk • in staat zijn zelfstandig naar de deeltijdbehandeling te komen • bereid zijn familie/partner, indien aanwezig, bij de behandeling te betrekken.
Aanmeldingsprocedure Uw huisarts, specialist, psychotherapeut, arbo-arts of andere behandelaren kunnen verwijzen. Verwijzingen die niet door de huisarts gedaan worden dienen steeds in nauw overleg met de huisarts te gebeuren. De huisarts is degene die het overzicht en de coördinatie moet houden als er sprake is van onbegrepen lichamelijke klachten. Informatie van de huisarts moet bij de aanmelding worden meegestuurd. Intakeprocedure Als u bent aangemeld zult u als eerste een gesprek hebben met de psychiater. De psychiater zal kijken of deze behandeling geschikt voor u is. Omdat depressies en angststoornissen zowel oorzaak als gevolg kunnen zijn van onbegrepen lichamelijke klachten, zal hier goed naar worden gekeken. Het kan zijn dat het beste (eerst) gestart kan worden met de behandeling van depressie of angststoornis. Het is ook mogelijk dat u met een behandeladvies terugverwezen wordt naar uw huisarts. Dit kan ook om andere redenen gebeuren. Als er voor de klachten waarvoor u komt nog lichamelijk onderzoek nodig is of nieuwe behandelingen starten, kunt u (nog) niet deelnemen aan deze dagbehandeling. Als u wel in aanmerking komt voor de behandeling , krijgt u vervolgens maximaal drie intakegesprekken met de psycholoog. In deze intakegesprekken stelt de psycholoog in overleg met u een behandelplan op met daarin de punten waaraan u gaat werken.
4
Behandelplan Het behandelplan is de agenda waarmee tijdens de behandeling gewerkt wordt. In het behandelplan worden de punten waar u aan gaat werken (behandeldoelen) uitgewerkt. Dit heeft betrekking op het bespreken en veranderen van: • de manier waarop u met de lichamelijke gevolgen van uw klachten omgaat (bijvoorbeeld verhoogde spierspanning en conditieverlies) • de manier waarop u met de signalen van uw lichaam omgaat of hoe u uw grenzen ervaart • gevolgen van de klachten voor uw dagelijkse bezigheden (vermijden van bezigheden en teveel of te weinig activiteiten) en werk • hoe u uw verantwoordelijkheid ervaart (voelt u zich overgeleverd aan de klachten?) • de manier waarop u met spanningen omgaat • de mate waarin u emoties (niet )uit • de mate waarin u ruimte geeft aan uw eigen gevoelens • gevolgen die klachten hebben voor relaties met anderen. De behandeling De behandeling bestaat uit drie dagdelen van 6 uren per week gedurende 3 maanden. Daarna wordt de afweging gemaakt of het zinvol is de behandeling eenmalig met 3 maanden te verlengen. De groep bevat maximaal 9 mensen. Iedere week kunnen er nieuwe mensen bijkomen of weggaan. De lichamelijke klachten die u ervaart kunnen worden versterkt of in stand gehouden door zowel lichamelijke, psychische als omgevingsfactoren. Daarom werken we intensief samen in de behandeling vanuit onze eigen deskundigheid als psychiater, psycholoog, specifieke vaktherapeuten, systeemtherapeut en cognitief gedragstherapeutisch werker. Het programma is opgebouwd uit een aantal elkaar overlappende en elkaar versterkende onderdelen die erop gericht zijn de vermijding van moeilijke gevoelens te stoppen, zodat er ruimte komt in uw leven voor andere dingen. 5
In de groepstherapie (door de psycholoog) ligt de nadruk op emotioneel contact in de groep. Hierin kunnen oude gedragspatronen duidelijk worden en de oude pijn die hieraan ten grondslag ligt. In de groep wordt u geconfronteerd met andere opvattingen en kan nieuw gedrag geoefend worden. In de psychomotorische therapie (lichaamsgerichte en bewegingstherapie) en in de beeldende therapie (door specifieke vaktherapeuten) is er aandacht voor lichamelijke gewaarwordingen, gevoelens en gedachten. In de therapie kunt u oefenen met het (h) erkennen en toelaten van moeilijke gewaarwordingen, gedachten en gevoelens. Er is ook veel aandacht voor het ervaren van grenzen of het gemis ervan en voor het ontspannen. In het behandelonderdeel maatschappij-participtatie oefenen we met assertief gedrag, het zelf weer verantwoordelijkheid nemen en stappen zetten richting resocialisatie, bijvoorbeeld in de vorm van werkhervatting. Concrete oefeningen in de vorm van huiswerk zijn hierbij belangrijk omdat het in praktijk leren brengen van de aangeleerde vaardigheden bijdraagt aan het welslagen van de behandeling. In het behandelonderdeel evaluatie (door de psycholoog) richten we ons op uw eigen verantwoordelijkheid voor de behandeling en staan we stil bij het veranderingsproces. In het psychiatrisch groepsspreekuur wordt besproken of psychofarmaca zinvol zijn. Dan vindt ook evaluatie van het effect ervan plaats. Er is ruimte voor voorlichting en uitwisseling van ervaringen met de medicatie. Ook kan de afstemming met andere artsen, zoals bedrijfsarts of UWV-arts besproken worden. De methode die we hanteren is de cognitieve gedragstherapie gecombineerd met het versterken van mentaliseren en ervaringsgericht werken. 6
Recent opgestelde richtlijnen over de behandeling van onbegrepen lichamelijke klachten vormen het uitgangspunt voor de behandeling. Het zelf thuis oefenen buiten de therapie-uren zien wij als een noodzakelijk onderdeel voor het slagen van de behandeling.
Nazorg Na de behandeling pakken patiënten hun leven zelf weer op. Als u bezig bent met reïntegreren kan daarbij ons eendaagse natraject een goede ondersteuning zijn. Als er meer nodig is, dan verwijst de psycholoog u door en kunnen zo nodig overbruggende gesprekken met de psycholoog plaatsvinden en kunt u tijdelijk voor medicatie bij de psychiater onder controle blijven. Medewerkers Aan het programma werken onder andere mee: psychiater, psycholoog, gedragstherapeutisch werker en vaktherapeuten. Verdere informatie Voor verdere vragen over de behandeling kunt u contact opnemen met mw. dr. J. Scharroo, klinisch psycholoog/psychotherapeut.
7
Adres en telefoonnummer Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Polikliniek psychiatrie (A15) Telefoon: (024) 365 82 05
8
G425-C / 03-12
Website: www.psychiatrie.cwz.nl