■ ■
3
■ ■
De zeven opgaven
■
3.1
Ruimte voor water
leiden tot onaanvaardbare kansen op wateroverlast en bijbehorende schade aan economische functies. Om de wateroverlast tot het aanvaardbare te
Wateroverlast In West-Nederland is de manier waarop met water
beperken, moeten nu keuzen gemaakt worden.
wordt omgegaan bepalend voor het grondgebruik.
Dit geldt niet alleen voor het landelijk gebied. Ook
De beperkingen die het water geeft, zijn tot op zekere
in stedelijke gebieden moet meer waterberging tot
hoogte technisch oplosbaar. We bereiken langzamer-
stand komen, zeker als er sprake is van uitbreiding
hand de grenzen van dit technisch oplossen van
van het stedelijk gebied.
waterproblemen. Ook door veranderende inzichten
worden technische oplossingen niet meer als de
Watertekort
beste oplossing gezien. Zo leidt klimaatverandering
Door het toepassen van stringent peilbeheer en
tot meer neerslag in kortere perioden, waardoor de
talloze onderbemalingen wordt vrijwel nergens
piekbelasting van het waterhuishoudkundig stelsel
water vastgehouden, waardoor in drogere perioden
toeneemt. Het overtollige water wordt uitgeslagen
watertekorten kunnen ontstaan. In grote delen van
vanuit de polders naar het boezemstelsel, dat hier-
het streekplangebied wordt dan ‘gebiedsvreemd’
door steeds zwaarder wordt belast. Uiteindelijk
water ingelaten, niet alleen om het gewenste water-
wordt het moeilijker water te spuien op zee door
peil te handhaven om zo aan de waterbehoefte van
zeespiegelrijzing. Bodemdaling, de toename van
grondgebruikfuncties te voldoen, maar ook om ver-
verhard oppervlak en intensivering van het grond-
zilting en eutrofiëring vanuit in het gebied gelegen
gebruik vergroten deze problemen in de toekomst.
bronnen tegen te gaan. Vooral in de gebieden met
De piekbelasting van zowel polders als boezems kan
een natuurfunctie heeft de inlaat van ‘gebieds-
27
Streekplan Noord-Holland Zuid
vreemd’ water een negatieve invloed op de gewenste
■
waterkwaliteit. Door klimaatverandering en een
de kwelstroom vanuit de hoge zandgronden van het Gooi naar de lager gelegen veengebieden en
veranderend beheer van Rijkswateren, bijvoorbeeld
■
het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen,
In de huidige situatie is het beleid allereerst meer
verminderen in de toekomst de mogelijkheden
gericht op het terugdringen van de mogelijke over-
voldoende water van een goede kwaliteit aan te
last van dit water voor de tuinbouw, de bollenteelt
voeren. Dit leidt tot verdere verdroging en een
en het wonen, dan op het benutten van de kansen
toename van verzilting en eutrofiëring, waardoor de
die de aanwezigheid van dit water voor natuur
huidige en toekomstige functies in de verdrukking
biedt. Er zijn tal van situaties in de Duinzoom
komen.
waarbij schoon kwelwater zo snel mogelijk wordt
de kwel vanuit de duinen naar de binnenduinrand.
afgevoerd naar het boezemstelsel. In de Vechtstreek daarentegen zorgt de relatief diepe ligging van de
Waterkwaliteit Het water voldoet in een groot deel van het streek-
Horstermeerpolder ervoor dat het toestromende
plangebied niet aan de ecologische en functionele
grondwater niet kan worden benut. Daarmee gaan
basiskwaliteit. Oorzaken hiervan zijn onder meer
mogelijkheden voor de ontwikkeling van een rijk
verontreinigingen door de agrarische sector, verkeers-
geschakeerde natuur, gebonden aan de aanwezig-
bewegingen (afspoeling e.d.) en stedelijke activiteiten
heid van schoon kwelwater, verloren.
(rioleringen). Met het stijgen van de zeespiegel en de bodemdaling door inklink neemt in West-Nederland
Uitwerking van de opgave
de zoute kweldruk toe. Dit bedreigt niet alleen de
De bodem wordt afwisselend te nat of te droog.
onttrekkingen voor de drinkwaterwinning in het
Het huidig waterhuishoudkundig stelsel is niet
duingebied, maar ook de zoetwatervoorziening van
toegesneden op het opvangen van de te verwachte
andere functies in het gebied. De constante beschik-
wateroverschotten, watertekorten en negatieve
baarheid van schoon drinkwater is voor iedereen
invloeden op de waterkwaliteit. Onze opgave is te
zo’n vaststaand gegeven dat haast niemand erbij
zorgen voor veiligheid en het beschikken over
stilstaat dat dit een steeds grotere opgave is.
voldoende mogelijkheden voor waterberging ter voorkoming van wateroverlast, watertekort en het
Op twee plekken in het streekplangebied is schoon
verslechteren van de waterkwaliteit.
kwelwater van groot belang voor de natuur:
28
Streekplan Noord-Holland Zuid
3.2
Ontwikkeling van waardevolle
landschappen
versnipperd en wordt steeds meer landelijk gebied ingesloten door stedelijk gebied. Tegelijkertijd blijft de ontwikkeling van robuuste groenstructuren achter bij de verstedelijking. Het gevolg hiervan is
Toenemende behoefte aan rust en ruimte In de toekomst wonen en werken in Noord Holland
dat het landschap steeds minder open wordt en de
Zuid aanzienlijk meer mensen. Mensen zijn voor hun
herkenbaarheid van de landschappelijke basis-
recreatieve uitloopmogelijkheden voor een belang-
opbouw afneemt. Hierdoor verliest het landschap
rijk deel aangewezen op de ruimte rond de stad. De
van Noord-Holland Zuid aan ruimtelijke identiteit.
kwaliteit van het wonen in de stad wordt in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van het landelijk
Afnemende biodiversiteit en kwaliteit van
gebied. Mensen moeten hier kunnen genieten van
natuurgebieden
schone lucht, vergezichten, rust, ruimte, natuur en
In Noord-Holland Zuid komen belangrijke natuur-
cultuurhistorie. Kwaliteiten die in het licht van de
gebieden voor. De Provinciale Ecologische Hoofd-
stedelijke dynamiek gemakkelijk ondergesneeuwd
structuur (PEHS) ligt voor circa 80% in het streekplan-
raken.
gebied en omsluit vrijwel het gehele stedelijke gebied. Vooral de natte natuur speelt zowel inter-
Toenemende verstedelijking en versnippering
nationaal als nationaal een grote rol.
van het landschap
Basisvoorwaarde voor kwalitatief hoogwaardige
De grenzen tussen stad en land vervagen. Stad en
natuur is de aanwezigheid van een goede milieu-
land grijpen steeds verder in elkaar en in het landelijk
kwaliteit: schoon water, schone lucht en een gezonde
gebied komen steeds meer stedelijke functies. Door
bodem. Zorgelijk is dat in veel natuurgebieden deze
de sterke verstedelijking wordt het landschap
kwaliteit niet wordt gehaald. Naast verdroging
29
Streekplan Noord-Holland Zuid
veroorzaken reststoffen van de landbouw zoals
beschermingsgebieden is een inventarisatie van de
bestrijdingmiddelen en meststoffen vervuiling.
abiotische waarden (aardkundige waarden) afge-
De biodiversiteit in de gehele provincie neemt nog
rond die medebepalend is geweest voor de grenzen
steeds af. De natuurwaarden moeten minimaal
van de nieuwe bodembeschermingsgebieden.
worden behouden en zo mogelijk versterkt.
Wij gaan uit van de in het PMP aangegeven begrenzingen van de milieubeschermingsgebieden. Deze gebieden zijn afzonderlijk weergegeven op de
Uitwerking van de opgave Wil de regio haar concurrentiepositie handhaven,
Kaart ‘Milieubeschermingsgebieden, geluids- en
dan moet ook fors geïnvesteerd worden in de
veiligheidszones en technische infrastructuur’ en als
kwaliteit van de groene ruimte, zowel binnen het
categorie op de Kaart ‘Groene en cultuurhistorische
stedelijk kerngebied als in de grootschalige land-
waarden en milieubeschermingsgebieden’.
schappen en de verbinding daartussen. De opgave is om een stabiele blauwgroene structuur te ontwikkelen
3.3
waarin het landschappelijk en cultuurhistorisch
Een bereikbare netwerkstad
waardevolle Noord-Hollandse landschap behouden blijft en verder wordt ontwikkeld en de natuur-
Onbalans tussen verplaatsingsbehoefte en
waarden worden veiliggesteld en vergroot. Dit kan
bestaande capaciteit
onder meer door (het vaststellen van) de milieu-
Zowel zakelijk als privé leggen de Nederlanders
beschermingsgebieden zoals is gebeurd in ons
steeds meer kilometers af, vooral in de auto.
nieuwe Provinciale Milieubeleidsplan 2002-2006
Vooral de economische groei, de spreiding van
(PMP). Tegelijkertijd moet het landschap zowel voor
wonen, werken en voorzieningen, de gewijzigde
de landbouw als voor de recreatie functioneel
verhouding arbeidstijd-vrije tijd en de invulling van
ingericht worden. Niets doen betekent versnippering
dat laatste zijn daar debet aan. De ontwikkelingen in
en verlies van wat we juist willen behouden.
het openbaar vervoer en van de weginfrastructuur
Dit vereist een offensieve aanpak. Naast kwaliteits-
hebben geen gelijke tred gehouden met de forse
verbetering van de bestaande groengebieden is een
mobiliteitsgroei van de afgelopen decennia. Door de
extra inspanning nodig. In aanvulling op de pro-
stijging van de mobiliteit is de balans zoekgeraakt
gramma’s die thans in voorbereiding of uitvoering
tussen de verplaatsingsbehoefte en de aanwezige
zijn, is er een nieuwe opgave voor 5.600 ha groen voor
infrastructuur. In Noord-Holland Zuid is dit probleem
de periode tot 2030. Daarnaast zijn extra middelen
dagelijks zichtbaar in de vorm van overvolle wegen
noodzakelijk voor ontsnipperingsmaatregelen.
en capaciteitstekorten in het openbaar vervoer. Voor
Voor de milieubeschermingscategorieën ‘stilte’ en
de periode tot en met 2020 wordt verwacht dat het
‘bodembescherming’ wordt op basis van het
aantal autoreizigerskilometers stijgt met circa 30% en
Provinciaal Milieubeleidsplan 2002-2006 (PMP) een
dat het goederenvervoer over de weg verdubbelt.
nieuwe aanpak uitgewerkt. Hoewel sommige
Een deel van het probleem wordt veroorzaakt door
stiltegebieden niet meer aan de oorspronkelijk
een onevenwichtige woon-werkbalans in
gestelde eisen voldoen, vormen zij in het ‘lawaai-
verschillende delen van Noord-Holland zoals in
landschap’ van Noord-Holland Zuid vaak nog
Haarlemmermeer (met een groot tekort aan
steeds de stilste plekken op de kaart. Gedeputeerde
beroepsbevolking) en Almere (met een fors tekort
Staten evalueren op dit moment ons beleid inzake
aan arbeidsplaatsen).
stiltegebieden op zijn effectiviteit en zullen daartoe een viertal proefprojecten opzetten. Voor de Bodem-
30
Streekplan Noord-Holland Zuid
Achterstand in de uitbreiding en aanleg van het
2000). Meer dan de helft hiervan (ca. 58.000) is voor-
infrastructuurnetwerk
zien in bestaand stedelijk gebied. Door de herstructu-
Er is sprake van grote achterstanden in het infra-
rering van woonwijken (vooral uit de vroeg naoorlogse
structuurnetwerk in Noord-Holland Zuid. Dit hangt
periode), de functieverandering van verouderde
vooral samen met het onvoldoende beschikbaar zijn
industriegebieden en de ontwikkeling van knoop-
van financiële middelen. Voor de aanpassing, uit-
punten denken wij dat voor deze 58.000 woningen
breiding en aanleg van infrastructuur tot 2010 is er al
ruimte beschikbaar komt.
een tekort van ruim € 1 miljard. Voor de benodigde maatregelen in het infrastructuurnetwerk in de
Vanaf ongeveer 2010 ontstaan er capaciteitstekorten.
periode 2010-2030 worden de kosten geraamd op
Dat betekent dat er tijdig nieuwe bouwcapaciteit
circa € 30 miljard. Daarnaast dient zich nieuwe
ontwikkeld moet worden. Het gaat daarbij om
verstedelijking aan die van hetzelfde infrastructuur-
54.000 woningen in Noord-Holland Zuid en Almere.
netwerk gebruik moet maken of waarvoor nieuwe
Daarbovenop claimen wij nog 2.000 woningen extra
infrastructuur noodzakelijk is.
in verband met werkgelegenheidsgroei in de Haarlemmermeer. De bouwopgave voor de periode 2010-2020 is dus 56.000 woningen. Deze opgave
Uitwerking van de opgave Om woon-, werk- en recreatiegebieden bereikbaar te
dient gekoppeld te worden aan de bereikbaarheid en
houden en de toenemende mobiliteit het hoofd te
aan het bereiken van een meer evenwichtige woon-
bieden, is de opgave enerzijds om bestaande wegen
werkbalans.
en openbaarvervoerverbindingen beter te benutten
Wij hebben geconstateerd dat de werkelijke toevoe-
en anderzijds om (nieuwe) verstedelijking en infra-
ging aan de woningvooraad van Amsterdam lager is
structuur goed op elkaar af te stemmen. In een aantal
dan voorzien in de oorspronkelijke ramingen. Dit
gevallen moet worden voorzien in nieuwe infra-
kan leiden tot een extra zoekopgave (voor de periode
structuur om de mobiliteitseffecten van nieuwe
2000-2020) van 12.000 woningen (zie paragraaf 4.4).
verstedelijking op te kunnen vangen. De kwalitatieve woningbouwopgave Dit vraagt enorme financiële inspanningen van het
Naast de kwantitatieve opgave bestaat er een belang-
Rijk, maar óók van de provincie en marktpartijen.
rijke kwalitatieve opgave in het streekplangebied.
De nieuwe infrastructuur moet passen binnen de
De kwaliteitseisen van de woonconsument nemen
criteria voor veiligheid en milieu. Zorgvuldige
toe: meer koopwoningen, grotere woningen, meer
inpassing in het landschap is gewenst.
keuzevrijheid en variatie. Bij een kwalitatief goed en breed aanbod kan de doorstroming op gang komen en het ‘scheef wonen’ (in verhouding tot het
3.4
Ruimte voor wonen
inkomen, wonen in te goedkope woningen) worden tegengegaan. In de huidige gespannen woningmarkt stagneert deze doorstroming. Daarnaast moeten er
De kwantitatieve opgave voor wonen De opgaven voor wonen zijn zowel kwantitatief als
voldoende betaalbare woningen zijn en ook in de
kwalitatief omvangrijk. Globaal zijn tot 2020 onge-
nieuwe uitleggebieden worden gerealiseerd. Ook de
veer 166.000 woningen nodig om te voorzien in de
verbetering en instandhouding van de kwaliteit van
groei van de woningbehoefte van Noord-Holland
het bestaande stedelijke gebied (en van de dorpen)
Zuid. Er is in Noord-Holland Zuid een capaciteit in
vergt de komende jaren veel inspanning.
bestaande plannen van 112.000 woningen (basisjaar
De vraag naar woonmilieus is uiteenlopend.
31
Streekplan Noord-Holland Zuid
Enerzijds is er een ruime vraag naar stedelijke woon-
Wonen en zorg moeten goed op elkaar worden
milieus met menging van functies en in hogere dicht-
afgestemd.
heden en anderzijds naar groene woonmilieus, rustig en met overwegend eengezinswoningen, zowel in de
Uitwerking van de opgave
stadsrand als in dorpen en landelijke gebieden
Vraag en aanbod op de woningmarkt moet beter op
(exclusief wonen in het groen).
elkaar aansluiten, zowel kwalitatief als kwantitatief.
Hoewel de vraag naar groene woonmilieus het
Dat betekent dat 56.000 woningen gebouwd moeten
grootst is worden er ook veel woningen in stedelijke
worden bovenop de bestaande capaciteit in de
woonmilieus gerealiseerd om het landschap zoveel
verschillende typen woonmilieus, zowel in stedelijke
mogelijk te sparen. Randvoorwaarde hierbij is het
als groene milieus.
realiseren van een goede woonkwaliteit. Minder vraag is er naar de tussenliggende woonmilieutypen,
De opgave is om in de Noordvleugel van de Randstad
met name de vroeg naoorlogse woonwijken. Deze
de blauwe, de groene en de rode ontwikkelingen als
kunnen deels worden geherstructureerd tot meer
gelijkwaardig te beschouwen en gelijktijdig en in
stedelijkheid of tot woonmilieus met meer groene
onderlinge samenhang te ontwikkelen. Daartoe
kwaliteiten.
wordt er naar gestreefd investeringen in de rode ontwikkelingen te koppelen aan investeringen in de
De vergrijzing en de zorgbehoefte nemen tot 2020
blauwe en groene ontwikkelingen, rekening
toe. Daarnaast zet ook de deconcentratie van zorg-
houdend met elkaars belangen.
instellingen door. Door deze ontwikkelingen ontstaat een substantiële vraag naar woningen voor ouderen
3.5
en andere zorgvragers, woonzorgcombinaties en
Ruimte voor werken
naar kleinschalige en medische en sociale (zorg) voorzieningen in de woonomgeving.
Vooruitzichten Het economisch klimaat in Noord-Holland Zuid is goed. Ook de vooruitzichten voor de langere termijn zijn gunstig. Dat komt omdat Noord-Holland Zuid uitstekende vestigingsplaatsfactoren heeft zoals het Noordzeekanaalhavengebied, de luchthaven Schiphol, belangrijke steden, culturele voorzieningen, universiteiten en voorzieningen op het gebied van Informatie- en Communicatietechnologie. Noord-Holland Zuid ontwikkelt zich de laatste decennia tot een veelzijdige, internationaal georiënteerde economie. Het grote bedrijfsleven is sterk op de export gericht en het internationale karakter van de economie komt tot uiting in een groot aantal buitenlandse vestigingen en hoofdkantoren. De regionale economie kent een grote verwevenheid zowel met nationale en internationale ontwikkelingen als met bindingen tussen regionale bedrijven onderling.
32
Streekplan Noord-Holland Zuid
Ruimtelijke opgave voor economische groei
Uitwerking van de opgave
De economie groeit. Dat heeft onder andere te
De gunstige vestigingsvoorwaarden in Noord-Holland
maken met een structureel groeiende bevolking.
Zuid staan onder druk. De opgave is een veelzijdige
De consumptie van de bevolking komt tot stand
structuur te bereiken, die de concurrentiekracht van
door productie en dienstverlening van bedrijven die
Noord-Holland Zuid t.o.v. andere gebieden in
daarvoor fysieke ruimte nodig hebben. Een groeiende
Nederland en Europa versterkt. Hiertoe moet onge-
bevolking impliceert een immer toenemende vraag
veer 1.000 ha netto extra bedrijventerrein worden
naar vestigingslocaties voor bedrijven. Ruimte is een
gerealiseerd. Een belangrijke opgave hierbij is het
cruciale voorwaarde voor verdere economische groei
toepassen van innovatieve vormen van ruimte-
in een aantrekkelijk vestigingsklimaat.
gebruik.
Onze opgave is goede voorwaarden te scheppen voor economische ontwikkeling, door te voorzien in de uitbreidingsbehoefte van het bestaande bedrijfs-
3.6
Een economische bestaans-
leven en waar mogelijk het faciliteren van de
basis voor de landbouw
vestigingswensen van nieuwe bedrijven. Verandering en innovatie in de landbouw Wij hanteren streefcijfers voor economische ontwik-
Verandering en innovatie staan de komende jaren
keling in netto ha’s (tenzij anders vermeld).
centraal in alle landbouwgebieden. Verandering
De totale vraag vanuit de markt naar bedrijven-
staat voor een sterkere integratie van het landbouw-
terreinen is circa 2.400 ha. Wij hebben de ambitie om
systeem met ecologische processen en watersystemen.
door zuinig ruimtegebruik 10% daarvan (240 ha) te
De landbouw blijft een hoofdrol spelen als beheerder
winnen. Rekening houdend met bestaande capaciteit
van de hoog gewaardeerde cultuurlandschappen. De
is tot 2020 nog circa 1.240 ha bedrijventerrein nodig.
agrarische bedrijfsvoering wordt uitgebreid met
Dit aantal is inclusief de opgave van 240 ha te
betaalde ‘groene’ nevenactiviteiten, zoals landschaps-
realiseren door intensivering van nieuwe locaties en
beheer, recreatie en waterbeheer. Dit wordt verbrede
een betere benutting van bestaande locaties.
landbouw genoemd. Bij verbreding gaat het om het
Bovendien zijn er aanvullende planningsopgaven
oppakken van andere activiteiten die in het verlengde
voor transformatieprocessen (uitplaatsing van
liggen van de agrarische productie en om het toe-
bedrijven in verband met functiewijzigingen in
voegen van (extra) economische waarde aan
stedelijke gebieden als Amsterdam, IJmond en
agrarische producten. Het betreft: agrificatie, natuur-
Zaanstad) en voor regionaal-economische stimu-
en landschapsbeheer, waterbeheer, agrotoerisme,
lering (investeringen die extra regionaal-economische
biologische landbouw, verwerking en huisverkoop
groei bewerkstelligen). Kwantificering van deze aan-
van producten van het eigen bedrijf, streekproducten
vullende planningsopgaven is nu nog niet mogelijk.
en zorgtaken.
Voor de kantorenontwikkeling is geen extra ruim-
De geringe omvang van bedrijven, natuurlijke
telijke opgave nodig. Er is een vraag van 5 miljoen m
handicaps, hoge grondprijzen, evenals kostprijs-
bruto vloeroppervlakte (bvo) kantoorvloeroppervlak
verhogende investeringen in quotum en milieu
waarin naar onze inschatting kan worden voorzien
maken het behouden of versterken van een goede
binnen bestaande en potentiële plannen.
concurrentiepositie tot een grote uitdaging. Hier
Ook het opvangen van de economische groei willen
tekent zich een splitsing af tussen kiezen voor schaal-
wij zoveel mogelijk koppelen aan de bereikbaarheid
vergroting en specialisatie en bedrijfsvormen gericht
en een evenwichtige woon-werkbalans.
op een nieuwe vraag (incl. landschapsbeheer, recreatie
2
33
Streekplan Noord-Holland Zuid
etc.) met als inzet de lokale en regionale markt.
vlakte glas per bedrijf neemt toe. Daarnaast worden
Economisch krachtige sectoren zoals de glastuin-
er aan de inrichting en aan de glasopstanden vanuit
bouw en de bollenteelt kunnen dit zelfstandig en zijn
energie-, milieu- en arbeidstechnische overwegingen
al duidelijk een richting ingeslagen. De verandering
hogere eisen gesteld. Die ontwikkelingen leiden er
in de overige sectoren is ingrijpender en risicovoller
toe dat oude glastuinbouwgebieden met een hoge
op het gebied van innovatie en verkenning van
dichtheid aan glas en een kleine schaalgrootte in veel
nieuwe markten en producten.
gevallen niet meer voldoen aan de eisen die tegenwoordig aan een duurzame productie worden gesteld. In Aalsmeer en omstreken en Heemskerk-
Grondgebonden landbouw De grondgebonden landbouw is van belang voor het
Beverwijk zijn herstructureringsprocessen op gang
open houden van het landschap.
gekomen om het ontwikkelingsperspectief voor
Het perspectief voor de traditionele, grondgebonden
zittende glastuinbouwbedrijven te verbeteren.
landbouw in Noord-Holland Zuid is echter op de lange termijn niet gunstig. Verstedelijking is in
Uitwerking van de opgave
concurrentie met de agrarische sector. De (milieu)-
De opgave is enerzijds de landbouwsector te ont-
regelgeving stelt strikte voorwaarden aan het agra-
wikkelen tot een krachtige economische sector rond
risch functioneren, welke ingrijpen op de econo-
het sierteeltcomplex en anderzijds de grond-
mische bedrijfsvoering. Doordat een geleidelijke
gebonden landbouw te ontwikkelen in de richting
afbouw van het subsidiestelsel plaatsvindt, wordt
van een bedrijfsvoering met een verbrede bestaans-
het voor de grondgebonden landbouw, als groot-
basis.
schalige voedselproducent voor de markt, steeds moeilijker zich te handhaven.
3.7
Behoud en ontwikkeling van
cultuurhistorische waarden
Het scheppen van ruimtelijke randvoorwaarden voor grondgebonden landbouwbedrijven waarvan de bedrijfsvoering zich kan verbreden met andere
Cultuurhistorische diversiteit
(niet-agrarische) activiteiten als nevenactiviteit,
Met Amsterdam als brandpunt is cultuur een
zogenaamde verbrede landbouw, is een opgave voor
belangrijke troef in de internationale profilering van
de komende jaren.
de Noordvleugel van de Randstad. Wij hebben de ambitie om cultuur meer te verbinden met economie, ruimtelijke inrichting en stedelijke vernieuwing.
Glastuinbouw In het Noord-Hollandse agrocomplex heeft de glas-
De cultuurhistorische (archeologische, bouw-
tuinbouw een vooraanstaande positie. De sierteelt
kundige, stedenbouwkundige en historisch
neemt daarin een belangrijke plaats in. Maar de teelt
geografische) rijkdom van het gebied in combinatie
van glasgroenten is ook belangrijk. De glastuinbouw
met een hoogwaardig actueel cultureel aanbod biedt
draagt voor ongeveer een derde deel bij aan de
kansen voor een ruimtelijke kwaliteitsimpuls in onze
toegevoegde waarde van het Noord-Hollandse agro-
regio. Uitgangspunten daarbij zijn: innovatief en
complex. De ruimtelijke opgave voor de glastuin-
meervoudig ruimtegebruik, cultureel ondernemer-
bouw is 300 ha netto in Rijsenhout.
schap, (onorthodoxe) functiecombinaties, creatief
Ook in de glastuinbouw doet zich een ontwikkeling
ontwerp, diversiteit en openbare toegankelijkheid.
naar verdergaande schaalvergroting voor. Het aantal
Noord-Holland Zuid wordt gekenmerkt door een
glastuinbouwbedrijven neemt af, maar het opper-
grote diversiteit aan historisch waardevolle cultuur-
34
Streekplan Noord-Holland Zuid
landschappen, steden en dorpen. Deze zijn medebepalend voor de huidige ruimtelijke identiteit en leefkwaliteit van het gebied. Ons culturele erfgoed geeft een extra dimensie aan het beeld van de ruimte en het draagt bij aan de identiteit die mensen in hun leefomgeving herkennen en waarderen. Met dit streekplan zetten wij in op een ruimtelijke ontwikkeling van Noord-Holland Zuid die de cultuurhistorie zichtbaar houdt en zo mogelijk versterkt. Zowel bij bestaande structuren als bij nieuwbouw en ruimtelijke veranderingen zien wij ook mogelijkheden voor nieuwe gebiedseigen identiteiten, passend bij de tijdgeest van vandaag en morgen. Wij streven naar een hoge kwaliteit van de stedenbouw en de inrichting van het landschap. Dat geldt voor woongebieden maar ook voor bedrijventerreinen, infrastructuur en groen- en watergebieden. Onze opgave is gericht op versterking van de ruimtelijke en culturele identiteit. Wij gebruiken daarvoor een aantal algemene principes voor het behoud en de ontwikkeling van de (beeld)kwaliteit van de ruimte in het streekplangebied. Uitwerking van de opgave De opgave is om bij ruimtelijke ontwikkelingen de cultuurhistorische en landschappelijke waarden te respecteren en te gebruiken als inspiratiebron voor de versterking van ruimtelijke identiteiten. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk, provincie, gemeenten en andere betrokken partijen.
35
Streekplan Noord-Holland Zuid
36
Streekplan Noord-Holland Zuid