Position paper van de NVAB, de wetenschappelijke beroepsvereniging van bedrijfsartsen December 2013
Aanleiding De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer organiseert op 12 december 2013 rondetafelgesprekken over verzuimbegeleiding, de privacy van zieke werknemers en de positie van de bedrijfsarts. De NVAB vindt het van essentieel belang dat de bedrijfsarts zodanig gepositioneerd is dat hij kan werken volgens de professionele waarden en normen die bij het beroep horen. Deskundigheid, onafhankelijkheid en respecteren van het beroepsgeheim zijn daar een belangrijk onderdeel van. Veel bedrijfsartsen die in verschillende settings werken (binnen arbodiensten, als zelfstandige of op andere wijze) kunnen hun werkzaamheden goed uitvoeren. Uit een recent artikel onder bedrijfsartsen naar het plezier dat zij in hun werk hebben blijkt ook dat een meerderheid tevreden is over het werk en hun onafhankelijkheid (Marcelissen et al. Nog zin in het vak dokter? TBV. 2013; 10:451-56). Maar er komen ook ongewenste uitwassen voor en het Nederlandse systeem is op onderdelen zeker voor verbetering vatbaar, zoals door NVAB-voorzitter Jurriaan Penders is beschreven in zijn recente column in Medisch Contact (bijlage 1). De NVAB is echter niet van mening dat het systeem ‘corrupt’ zou zijn, zoals de FNV onlangs stelde. Samenwerking is cruciaal voor een goed functionerend stelsel voor arbeidsgerelateerde zorg en daarom trekt de NVAB nauw samen op met OVAL, KNMG en de beroepsverenigingen van andere arbodeskundigen.
In dit position paper zullen wij de volgende drie punten nader toelichten: 1. 2. 3.
Wat doet de NVAB als wetenschappelijke beroepsvereniging van bedrijfsartsen aan positionering, zichtbaarheid en kwaliteitsverbetering van bedrijfsartsen? Wat zijn de voornaamste problemen en welke institutionele belemmeringen spelen tot dusver een rol om tot goede oplossingen te komen? Welke oplossingen biedt de NVAB aan ter verbetering van de gesignaleerde knelpunten?
Ad 1. Wat doet de NVAB als wetenschappelijke beroepsvereniging van bedrijfsartsen aan positionering, zichtbaarheid en kwaliteitsverbetering van bedrijfsartsen? De NVAB is de wetenschappelijke beroepsvereniging van bedrijfsartsen, waarvan 85% van de BIG geregistreerde bedrijfsartsen lid is. De NVAB maakt deel uit van de KNMG. Onze missie is het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van werkenden, kortom de kwaliteit van arbeidsgerelateerde zorg. De NVAB spreekt zich niet politiek uit maar adequate uitvoering van de missie raakt aan de institutionele randvoorwaarden waaronder bedrijfsgezondheidszorg in Nederland gestalte krijgt, en in zoverre is het ook een zaak van de beroepsvereniging.
Voor zover dat in het vermogen ligt van een beroepsvereniging zullen wij de kwaliteitsverbetering die in het professioneel functioneren van bedrijfsartsen geboekt kan worden, stimuleren en ondersteunen. We doen dat bijvoorbeeld door het ontwikkelen van richtlijnen en leidraden. Zo is wetenschappelijk bewezen dat toepassing van de NVAB-richtlijn Psychische Klachten het arbeidsverzuim verkort en kosteneffectief is. Ook de door de NVAB geïnitieerde en in het Kaderbesluit Sociale Geneeskunde (d.d. 16-10-2009) vastgelegde verplichtstelling van visitatie van individuele bedrijfsartsen als onderdeel van de herregistratie, zien wij als een belangrijke kwaliteitsimpuls. De NVAB is sinds ruim tien jaar federatiepartner van de KNMG en zet zich binnen de kaders van de KNMG al jarenlang in voor een betere samenwerking tussen arbeid en zorg. Tal van documenten en richtlijnen die de NVAB heeft uitgebracht om samenwerking en professionaliteit te bevorderen zijn daarvan het resultaat. Mede om participatie en duurzame inzetbaarheid als doel van de gezondheidszorg op het netvlies te krijgen van de curatieve geneeskunde participeert de NVAB inmiddels al in meer dan 50 trajecten van multidisciplinaire richtlijnontwikkeling. Daarnaast heeft de NVAB tal van samenwerkingsprojecten en innovaties in de eerste lijn geïnitieerd. Door gemeenschappelijke inspanning van werkgevers, werknemers, bedrijfsartsen en arbodiensten zijn verzuim en instroom WIA historisch laag. Op het vlak van professionele autonomie en handhaven beroepsgeheim/privacy heeft de beroepsvereniging al het nodige gedaan. Recent heeft de NVAB ‘Kernwaarden voor de bedrijfsarts’ vastgesteld (zie bijlage 2). De NVAB heeft daarnaast diverse normerende documenten uitgebracht, vaak samen met andere veldpartijen, en stimuleert en steunt haar leden in het navolgen van de regelgeving. We noemen de ‘Leidraad bedrijfsarts en privacy (2011, in samenwerking met Oval) en de “Leidraad casemanagement en ziekteverzuimbegeleiding (2013). Maar daar waar ongeoorloofde druk wordt uitgeoefend op individuele bedrijfsartsen om diens oordeelvorming te beïnvloeden en het beroepsgeheim te schenden, zijn de mogelijkheden van een wetenschappelijke beroepsvereniging beperkt en is samenwerking met overheid en veldpartijen noodzakelijk.
Ad 2. Wat zijn de voornaamste problemen en welke institutionele belemmeringen spelen tot dusver een rol om tot goede oplossingen te komen ? De NVAB heeft al enige jaren geleden aangedrongen op kritische evaluatie van de ontwikkelingen in de bedrijfsgezondheidszorg. Dit heeft mede geleid tot diverse onderzoeken (Astri, 2011) en adviezen van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER ( 2012). In een kabinetsreactie daarop is door de overheid erkend dat “verbeteringen in het stelsel van arbodienstverlening ....mogelijk en nodig zijn.” (11-4-2013). “Arbodienstverlening vormt voor werkgevers een kostenpost”, aldus het onderzoeksrapport van Astri. De sector waarin bedrijfsartsen en andere gecertificeerde arbodeskundigen werkzaam zijn heeft de laatste jaren substantieel aan omvang ingeboet: van € 1,2 miljard omzet begin deze eeuw naar ca. de helft daarvan thans. Te vaak wordt de bedrijfsarts alleen nog gecontracteerd voor de verzuimbegeleiding en niet voor vragen rond arbeid en gezondheid zonder dat of voordat sprake is van verzuim. De aandacht en tijd die bedrijfsartsen kunnen en mogen besteden aan preventie en duurzame inzetbaarheid zijn tot op dit moment buitengewoon beperkt, terwijl juist die investeringen ertoe zullen leiden dat het huidige niveau van gezondheid en inzetbaarheid behouden blijft. Uit het Astri onderzoek blijkt dat in een aantal gevallen de onafhankelijke oordeelsvorming onder druk staat: commerciële of korte termijn -belangen prevaleren boven die van de gezondheid van werkenden. Bedrijfsartsen zijn opgeleid en toegerust te werken in dit spanningsveld, maar voelen wel druk door de opstelling van werkgever (21%), werknemer (9%) en/of de eigen arbodienst (22%).
Als de randvoorwaarden en handhaving niet goed geregeld zijn ontstaan situaties met negatieve beeldvorming over en vertrouwen in de bedrijfsartsen. De NVAB is niet van mening dat een directe financiering van de bedrijfsarts een integere en professionele beroepsuitoefening hoeft te belemmeren. De richtlijnen, het professionele statuut, de werkomstandigheden van de bedrijfsarts en het tuchtrecht bieden in principe voldoende kader voor adequate uitoefening van het beroep. Daarnaast zijn voldoende randvoorwaarden noodzakelijk om een optimale inzet voor de duurzame inzetbaarheid van werkenden te bewerkstelligen. Het hebben van voldoende spreekuurtijd is zo’n randvoorwaarde om een vertrouwensrelatie op te bouwen met de medewerker tijdens het spreekuur. Vrij grote groepen werkenden blijken niet in aanmerking te komen voor arbeidsgeneeskundige zorg: er is geen regeling daarover afgesloten (vaker in kleinere bedrijven), voor ZZP’ers is er geen gereguleerde en goed betaalbare voorziening, voor werkzoekenden en uitzendkrachten schieten de voorzieningen tekort. Concreet betekent dit dat zo’n 1,5 miljoen werkenden feitelijk geen toegang hebben tot arbeidsgeneeskundig advies. De NVAB betreurt dit en acht het ontoelaatbaar in een tijd waarin hoge eisen worden gesteld aan de gezondheid en productiviteit van alle werkenden in Nederland die daarnaast ook nog eens ‘duurzaam inzetbaar’ moeten blijven.
Ad 3. Welke oplossingen biedt de NVAB aan ter verbetering van de gesignaleerde knelpunten? De NVAB doet enkele aanbevelingen, toegespitst op de zorg voor de werkenden. Adequate arbeidsgerelateerde zorg voor alle werkenden is van groot belang voor de duurzame inzetbaarheid van de BV Nederland.
1. De bedrijfsarts moet toegankelijk zijn voor álle werkenden Mogelijke drempels (geen contract, geen voorziening, geen financiering, protocollen waarbij werknemers aan leidinggevenden toestemming moeten vragen een bedrijfsarts te mogen consulteren) moeten worden weggenomen. De afschaffing van het vrij toegankelijk arbeidsomstandigheden spreekuur in 2007 heeft er toe geleid dat dit nog slechts in 19% van alle bedrijven wordt aangeboden. De NVAB bepleit toegang tot een bedrijfsarts voor alle werkenden indien arbeidsgerelateerde gezondheidsproblemen daar aanleiding toe geven. Ook de toegankelijkheid tot medische diagnostiek en interventies bij beroepsgerelateerde klachten is niet voor iedere werkende gelijk. De toegang tot klinisch arbeidsgeneeskundig zou financieel geborgd moeten worden. Ook zou de bedrijfsarts beter toegankelijk kunnen worden voor zelfstandigen door dit te regelen via een collectieve aanvullende zorgverzekering dan wel inkomensverzekering. 2. Arbeidsgeneeskunde als onderdeel van de curatieve gezondheidszorg De arbeids- en bedrijfsgeneeskunde en de curatieve zorg moeten meer op elkaar worden afgestemd. Maatschappelijke participatie en arbeid zijn bewezen gezondheidsbevorderende factoren en aandacht voor deze factoren dient dus deel uit te maken van het medisch handelen. De medische beroepsgroepen werken daaraan in diverse projecten. Laagdrempelige samenwerking tussen huisartsen en bedrijfsartsen verdient nog meer aandacht voor vroegtijdige opsporing en aanpak van gezondheidsproblemen in werk en vice versa. e De werkwijze van veel verzuimbureaus met de bedrijfsarts in de 2 lijn zorgen dat de bedrijfsarts niet meer zijn rol als brugfunctionaris tussen bedrijven en curatieve gezondheidszorg kan waarmaken. Daarmee vervalt een belangrijke medische regiefunctie bij dreigende langdurig verzuim. Tevens bepleiten wij om arbeidsrelevante medische gegevens op te nemen in een persoonlijk (medisch) dossier dat gedurende de arbeidsloopbaan behouden blijft. De huidige situatie van zeer gefragmenteerde dossieropbouw maakt het nagenoeg onmogelijk eventuele gezondheidsschade,
die het gevolg kan zijn van eerdere arbeidssituaties, te traceren. ‘Continuïteit van zorg’, een uitermate belangrijk kwaliteitscriterium voor goede gezondheidszorg, is gebaat bij een dergelijk arbeidsgeneeskundig dossier. Werknemers hebben maar één gezondheid, die van belang is voor hun werk maar niet minder voor hun maatschappelijke participatie als burger, opvoeder, vrijwilliger, mantelzorger etc. Kortom, een leven lang en niet een arbeidscontract lang. 3. Meer aandacht voor preventie en duurzame inzetbaarheid Er worden vaak minimale contracten afgesloten tussen werkgevers en arbodiensten waarin de focus ligt op de rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding. De preventieve mogelijkheden worden daarmee zeer beperkt. Grote bedrijven zien gelukkig vaker het belang daarvan, maar hoe kleiner de werkgever hoe minder daarin geïnvesteerd wordt. Deze verschraling moet worden tegengegaan, bijvoorbeeld door het stellen van minimumeisen aan de inhoud van contracten aangaande arbeidsgerelateerde zorg. Tevens dient aandacht te worden besteed aan beroepsgroepen waar verhoogde arbeidsrisico’s spelen, en bijvoorbeeld een specifiek PMO moet worden ontwikkeld. Ook categorale risicogroepen dienen beter in beeld gebracht te worden, al of niet op bedrijfsniveau: oudere en laag opgeleide werkenden en werkenden met chronische ziekte(n). Het komt de preventieve arbeids- en bedrijfsgeneeskundige zorg enorm ten goede komen indien financiering gegarandeerd zou zijn voor de noodzakelijke interventies. Dit zou meer ruimte geven voor de inzet van de bedrijfsarts bij preventie zonder dat de onafhankelijkheid onder druk komt te staan. 4. Opleidingsfonds voor bedrijfsartsen noodzakelijk Een belangrijk aandachtspunt is het achterblijvende aantal nieuwe bedrijfsartsen: grofweg zijn tien keer zoveel nieuwe bedrijfsartsen nodig per jaar dan er instromen in de specialistenopleiding om aan de vervangingsvraag te voldoen. Belangstelling voor het vak blijkt voldoende aanwezig en de NVAB vraagt daarom opnieuw aandacht bij de Ministeries van VWS en SZW voor de financiering van de opleiding. Het aantal bedrijfsartsen dat met de opleiding kan starten is nu volledig afhankelijk van investeringen van arbodiensten, die hier vrijwel geen middelen voor hebben in de huidige marktsituatie. Het opleidingsfonds voor medische beroepsopleidingen is niet toegankelijk voor bedrijfsartsen. De NVAB pleit voor de ontwikkeling van een opleidingsfonds dat zowel vanuit publieke als private middelen wordt gevuld. Ten slotte: Werken, mits uitgevoerd onder goede omstandigheden, is een belangrijke positieve factor voor de gezondheid. Arbeidsgerelateerde gezondheidszorg moet op hoog niveau blijven ten dienste van de gezondheid van werkenden en van de concurrentiekracht van het land. Daarvoor zijn gespecialiseerde artsen nodig die de linking pin kunnen zijn tussen de hoogwaardige curatieve zorg die ons land kent en het bedrijfsleven. Bedrijfsartsen doen dat vanuit een preventieve en demedicaliserende attitude in de wetenschap dat binnen de reguliere curatieve zorg re-integratie in werk niet de prioriteit heeft. De regie voor arbeidsgerelateerde zorg moet wel in handen van een medicus blijven. Het recente verleden heeft helaas laten zien dat anders uitwassen ontstaan die ten koste gaan van adequate zorg en privacybescherming van de zieke werknemer. Vanuit dit perspectief wil de NVAB samen met andere partijen graag haar bijdrage leveren aan het ontwikkelen van goed werkend systeem van arbeidsgerelateerde zorg.
Het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) December 2013 Bijlage 1: Column Jurriaan Penders Bijlage 2: 10 Kernwaarden van de bedrijfsarts
Bijlage 1: Voorzitterscolumn Medisch Contact
Bijlage 2: 10 kernwaarden van de bedrijfsarts De tien Kernwaarden van de bedrijfsarts geven weer wat de NVAB onder goede bedrijfsgeneeskundige zorg verstaat. Ze maken duidelijk wie wij zijn en wat wij kunnen. En vooral welke kwaliteitsnormen wij onszelf opleggen. Het integrale document met een toelichting op deze kernwaarden is te lezen op de website van de NVAB (www.nvab-online.nl). De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) heeft als doel het bevorderen van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde in de ruimste zin. De NVAB maakt zich sterk voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening door bedrijfsartsen.
1. Al het handelen van de bedrijfsarts is gericht op het voorkomen van beroepsziekten en beroepsgebonden aandoeningen, en op behoud van duurzame inzetbaarheid van de werknemer. Dit in het belang van die werknemer, de maatschappij waarin hij leeft, en de organisatie waaraan de bedrijfsarts adviseert. 2. Goede bedrijfsgeneeskundige zorg gaat over de wisselwerking tussen arbeid en gezondheid. De bedrijfsarts stemt die zorg af op de specifieke arbeidssituatie: een zorgpakket op maat. 3. De bedrijfsarts levert bedrijfsgeneeskundige zorg vanuit een professioneel onafhankelijke positie, waarin hij de verantwoordelijkheid neemt voor de aard en inhoud van zijn zorgverlening. 4. Goede bedrijfsgeneeskundige zorg is zowel preventief als curatief en impliceert dat de werknemer vrije toegang tot die zorg heeft (bijvoorbeeld in een open spreekuur). Zijn recht op privacy wordt altijd gerespecteerd. 5. Goede bedrijfsgeneeskundige zorg vereist actueel inzicht in en dus regelmatig onderzoek van de werkomstandigheden. 6. De bedrijfsarts is toegankelijk voor leidinggevenden en de vertegenwoordiging van werknemers, en andersom zijn deze ook aanspreekbaar voor de bedrijfsarts. 7. Goede bedrijfsgeneeskundige zorg vereist, indien geïndiceerd, samenwerking met of verwijzing naar andere deskundigen binnen en buiten de arbeidsorganisatie en de gezondheidszorg. 8. Goede bedrijfsgeneeskundige zorg voldoet aan wettelijke kaders en door de beroepsgroep opgestelde wetenschappelijk onderbouwde (‘evidence based’) richtlijnen en normen. Elke bedrijfsarts kent die kaders, richtlijnen en normen. Het medisch beroepsgeheim wordt altijd gerespecteerd. 9. Goede bedrijfsgeneeskundige zorg impliceert een goede bedrijfsarts: hij is opgeleid en geregistreerd op basis van in het beroepsprofiel vastgelegde en toetsbare kennis- en vaardigheidseisen. 10. Goede bedrijfsgeneeskundige zorg wordt geleverd volgens afspraken die zijn overeengekomen met opdrachtgevers. Zulke overeenkomsten zijn nooit in strijd met deze tien kernwaarden. De bedrijfsarts is zelf verantwoordelijk voor het toetsen van de overeenkomsten aan deze kernwaarden.