De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische beademing door Elske ter Veld, voorzitter VSCA.
Bij de Tweede Kamer ligt nu ook de Wet Langdurige Zorg, de WLZ. Deze wet is een vervanging van de huidige AWBZ. De WLZ is bedoeld voor mensen die permanent toezicht en/of verzorging nodig hebben. Dat is een forse toelatingsbeperking vergeleken met de huidige AWBZ. NB: Voor alle mensen met beademing, waar ze ook verblijven, geldt dat de beademingsapparatuur, het instellen op beademing, de controle en dergelijke vallen onder de zorgverzekeringswet (ZvW). Het wetsvoorstel moet nog behandeld worden en treedt in werking op 1-1-2015.
Wat iedereen meteen wil weten is: " behoud ik mijn huidige rechten?" In grote lijnen is het antwoord " Ja" Wie nu niet thuis woont, behoudt het recht in de instelling te blijven. Wie nu in een woonvorm verblijft, houdt het recht daar te blijven. Wie nu in een Fokuswoning woont, behoudt het recht daar te verblijven. Het kan zijn dat het PGB wordt aangepast. NB Als de instelling om een of andere reden stopt houdt je het recht en heeft de WLZ-uitvoerder de zorgplicht een andere plek te vinden. Neem in dergelijke gevallen contact op met het CTB.
Wie nu thuis verblijft Dan is er met een hoog ZZP automatisch toelating tot de WLZ. Bij een laag ZZP heb je een jaar de tijd om een keuze te maken, of verblijf in een instelling zonder de mogelijkheid van zorg thuis in natura of PGB of over gaan naar het gemeentelijk domein. Dan is zorg in natura of PGB. Vanuit de WMO is wijkverpleging vanuit de ZVW een mogelijkheid. Achtergrond is dat vanaf in werking treding van de WLZ ook andere burgers met een zelfde zorgvraag onder het gemeentelijk domein vallen en er geen reden wordt gezien om bij zorg thuis een levenslang verschil te laten bestaan.
1
Wat gebeurt er met mijn PGB? Al eerder is door de staatsecretaris aangegeven dat het recht op PGB voor algemene begeleiding zal worden afgebouwd. Onder meer door verlaging van het bedrag. NB Het PGB wordt niet in geld overgemaakt maar wordt een trekkingsrecht via de SVB. De SVB neemt het werkgeverschap over.
Kinderen en jeugdigen In de WMO en de WLZ is het uitgangspunt dat het voor kinderen, jeugdigen (tot 18 en eventueel tot 23) beter is waneer kinderen thuis binnen het eigen gezin te wonen, als dat kan. Ook als ze wel voldoen aan de WLZ criteria. Om dat mogelijk te maken is de woningaanpassing, alleen bij deze groep, een WLZ aanspraak. De huishoudelijke zorg wordt geacht door ouders te worden verricht. Voor persoonlijke verzorging, verpleging en medisch specialistische zorg is er een ZvW aanspraak. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de behandelend medisch specialist (dus veelal het CTB). Wanneer het kind 18 jaar wordt en voldoet aan de criteria voor de WLZ gaat het over naar de WLZ. In andere gevallen valt de zorgplicht onder de gemeente (de WMO). Dat betekent dus dat als de jongere zelfstandig wil gaan wonen ook de benodigde woningaanpassing via de gemeente moet verlopen (een vergoeding).
Hoe gaat de indicatiestelling? Een aanvraag voor de WLZ moet gedaan worden bij het CIZ. Een eenmaal verkregen toegang tot de WLZ is in principe levenslang. Er wordt voor de bepaling van de benodigde zorg geen rekening gehouden met eventuele mantelzorg. Bij volwassenen is het uitgangspunt in de WLZ dat permanent toezicht en zorg niet gebruikelijk is. Bij jeugdigen geldt wel dat ouders de "gebruikelijke zorg" leveren. Gebruikelijke zorg houdt in, de zorg die zou gelden voor ouders met een gezond kind van dezelfde leeftijd, dus niet zwaarder.
De toelatingscriteria zijn aanzienlijk aangescherpt. Het gaat bij de WLZ om cliënten, die permanent behandeling of toezicht in de nabijheid nodig hebben om ernstige schade te voorkomen.
2
Wie die intensieve zorg (nog) niet nodig heeft, wordt geacht nog actief te willen participeren en dat past in het gemeentelijk domein samen met de ZvW voor zorg en verpleging. ( " Het behoud van aansluiting met de op participatie gerichte maatschappij is daarbij van groot belang"). Wie ondanks de grote zorgbehoefte wil kiezen voor thuis wonen met ZVW wijkverpleging en WMO zorg doet er goed aan dat bij de indicatie te melden. Het CIZ moet dan de gemeente uitnodigen bij het intakegesprek. De gemeente heeft de keuze, zij mag maatwerk weigeren, maar zij is niet verplicht dat te doen.
Wie kortdurend WLZ zorg nodig heeft, blijft in het domein van gemeente en zorgverzekeraar. Denk hierbij aan revalidatie.
De indicatiestelling gaat niet per klasse maar in Zorgprofielen. (NB: er is geen ZORGPROFIEL voor cliënten met beademing.) Welke zorg zal worden geboden hangt af van het ZORGPLAN.
Het Zorgplan Na indicatie is de zorgverlener verantwoordelijk voor het opstellen van het zorgplan. Hierbij kan informatie worden gebruikt van de behandelaars. Ook als het valt onder het Medisch Beroepsgeheim. Het zorgplan wordt in (regelmatig terugkerende) gesprekken met de cliënt ( bij kinderen onder de 12 met zijn vertegenwoordiger, bij kinderen tussen de 12 en 16 met kind en vertegenwoordiger) besproken. Ook mantelzorgers mogen/ moeten bij de bespreking van het Zorgplan worden betrokken. Bij opstellen van het zorgplan wordt niet alleen gekeken naar de behoefte aan zorg maar ook met persoonlijke omstandigheden. Het zorgplan beschrijft de doelstelling van de zorg en de route waarlangs dat bereikt wordt. De wet noemt in artikel 8 de voorwaarden waaraan een zorgplan moet voldoen. Zoals - de afstemming tussen de zorgverleners en behandelaars, - hoe vaak het zorgplan zal worden besproken (tenminste 2x per jaar),
3
- de wijze waarop de verzekerde het leven wenst in te richten en welke zorg hij zal ontvangen. Onder dit laatst punt valt bij de bespreking in ieder geval - zeggenschap over het eigen leven, waaronder ook mantelzorg wordt betrokken, - dagelijks douchen en tijdig toiletgebruik, - voldoende gezonde voeding en drinken, - een schone en verzorgde woonruimte, - een respectvolle bejegening, - een zinvolle daginvulling of besteding, - dagelijks in de buitenlucht kunnen verkeren, - ontwikkeling en ontplooiing van de verzekerde, - wie aanspreekbaar is bij problemen.
LET OP. Bespreek flexibiliteit: Regel ook hoe de zorg zal worden geregeld bij het onderbreken van het verblijf in de instelling (om elders te logeren). Regel in het zorgplan bij zorgpakketten thuis ook hoe respijtzorg kan worden opgevangen. Maak ook afspraken bij zorg thuis wat de mogelijkheden zijn om eventuele afwezigheid van de mantelzorger op te vangen.
Wat is de aanspraak vanuit de WLZ en hoe kan deze worden genoten? In de WLZ zijn er drie mogelijkheden.
1. Alle zorg wordt vanuit de WLZ ontvangen. Dit betekent binnen een instelling. Met recht op: -
huisvesting en het schoonhouden daarvan,
-
eten en drinken,
-
persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleging,
-
medische behandeling, waaronder valt algemeen geneeskundige zorg,
-
geneesmiddelen,
-
tandheelkundige zorg,
4
-
gebruik van mobiliteitshulpmiddelen (met uitzondering van de rolstoel WMO),
-
vervoer naar behandeling of dagbesteding.
2. Het pakket wordt in natura thuis geleverd. Dan vervalt het recht op de algemeen medische behandeling, geneesmiddelen en tandheelkundige hulp. Thuis wonend valt dat onder de ZVW. Verder is het pakket gelijk aan het pakket bij 1. Wie vervoer nodig heeft voor bijv. familiebezoek kan een beroep doen op de gemeente. Bedoeling is dat vanaf 2016 het eten en drinken niet " in natura" wordt geboden maar zelf moet worden betaald vanuit een verlaging van de eigen bijdrage. NB Thuis de zorg in natura ontvangen mag niet duurder zijn dan zorg in een instelling verminderd met een nader te regelen bedrag en de zorg thuis moet verantwoord zijn.
3. WLZ zorg vanuit een PGB Een PGB zal gemotiveerd moeten worden aangevraagd. Bij het Zorgkantoor moet een budgetplan worden ingediend om aan te geven hoe en van wie welke zorg zal worden ingekocht (dat kunnen ook mantelzorgers zijn). Dat komt in de plaats van het zorgplan. Op basis van dat plan stelt het Zorgkantoor het budget vast. Thuiswonend zal een deel vanuit de zorg in natura uit de WLZ, bijv. de persoonlijke verzorging en verpleging worden geleverd. (De verpleging en verzorging kan op verzoek ook als PGB worden geleverd.) De algemeen medische en tandheelkundige verzorging valt onder de ZvW. Eten en drinken en kleding zijn de eigen verantwoordelijkheid. Welke zorg mag / moet met het PGB worden ingekocht? - de huishoudelijke verzorging, - het vervoer naar behandeling of dagbesteding, - de respijtzorg voor mantelzorgers. Voor vervoer voor bijv. familiebezoek kan een beroep worden gedaan op de gemeente. Ook hier geldt dat de kosten niet hoger mogen zijn dan een " verlaagd" bedrag afgeleid van kosten die verblijf in een instelling met zich mee zou brengen.
Bij zorg thuis zal de eventuele woningaanpassing verlopen via de WMO.
5
NB daarvoor kan een eigen bijdrage gelden. Bij een PGB geldt dat (net zo als bij de WMO) het geld niet wordt uitbetaald maar een trekkingsrecht is via de SVB.
Eigen Bijdrage Voor verblijf in een instelling geldt een hoge eigen bijdrage vanaf de zevende maand. Bij zorg thuis in natura of als PGB (en de eerste 6 maanden een instelling) geldt een lage eigen bijdrage. NB Eigen bijdragen zijn afhankelijk van het inkomens en vermogen. Het CAK int alle eigen bijdragen (ook die vanuit de WMO) en er is GEEN anticumulatiebepaling omdat van twee wetten tegelijk gebruik maken niet mogelijk is.
Andere woonvormen buiten een instelling. Het persoonlijk assistentiebudget Er komt een beperkt experiment met het " Persoonlijk Assistentiebudget.” Dit lijkt gekoppeld te worden aan het WLZ Pakket thuis in natura.
Fokuswoningen. Mede dankzij de inspanning van de Cliëntenraad van Fokus komt er toch weer een subsidieregeling voor de Fokuswoningen. (Deze waren eerst naar de AWBZ verplaatst). Indicatie vereiste: tenminste 5 uur oproepbare ADL assistentie per week en voldoende regie over het eigen leven. Indicatie via het CIZ. Een Fokuswoning levert niet het totale WLZ pakket. Alleen de oproepbare assistentie is WLZ gefinancierd. Voor de overige zorg en begeleiding moet de bewoner gebruik maken van de ZvW voor persoonlijke verzorging en verpleging en de WMO.
6