1. Wat? Pandora Pixel is een compacte tentoonstelling over de wisselwerking tussen mens en natuur. ‘Pandora Pixel Pocket’ is het bijhorend doe-boekje.
2. Voor wie? 3de graad lager onderwijs Dit boekje is ook geschikt voor leerlingen uit de eerste graad van het secundair beroepsonderwijs (1B) of voor een OKAN-klas.
3. Praktisch? Kostprijs: 50 cent per leerling Tijdens de openingsuren van het museum: 9 tot 17u Tijdsduur: +/- 1,5 uur Reserveren: (09)244 73 73 of
[email protected]
4. Inhoudelijke leerlijn De wereld van Kina brengt een hoopgevend verhaal over natuur en klimaat. De leerlingen ontdekken hoe het ingrijpen van de mens de natuur onder druk zet. Zes aspecten van klimaat worden gelieerd aan de collectie van de museumzaal waarin ze staan. We pakken actuele onderwerpen aan: biodiversiteit, de voedselkringloop in de zee, zoogdieren, natuurlijke grondstoffen, virussen en bacteriën. Hoofdthema: de samenhang, evolutie en dynamieken in de natuur. We maken de rol van de mens bespreekbaar en tonen de aanpassingen in de natuur. Begrijpelijke basisinfo zet de leerlingen aan tot reflectie. De informatie is compact verdeeld over de volgende zalen in het museum: Energie (gang eerste verdieping): de waarde van natuur, fossiele grondstoffen, De omzetting van plankton in aardolie, het spanningsveld tussen techniek en natuur. De zee (gang eerste verdieping): het ontstaan van het leven in zee , de evolutie van levensvormen, het leven dat verdwijnt door vervuiling. Zoogdieren (zaal voorhistorische zoogdieren): sommige dieren leven in extreme omstandigheden, ze hebben het talent om zich aan te passen aan veranderingen, zoogdieren evolueren door de klimaatverandering of sterven uit. Virussen en bacteriën (zaal bloedsomloop): schimmels, virussen en bacteriën zijn slimme overlevers door hun snelle ‘voortplanting’ en aanpassingsgedrag. Nestelen (vogelzaal): biodiversiteit, nestel- en broedgedrag van vogels. Mimicry (vogelzaal): insecten vermommen zich om vijanden te ontlopen en te overleven.
1
5. Doelstellingen Scholen: educatie
• Kennis: Klimaatopwarming: evoluties en natuurwetenschappelijk kader. • Sensibilisering: Mensen beïnvloeden hun natuurlijke omgeving. • Kritische houding: Doen we zo verder…of niet?
De verwerking van de inhoud kan de museumcontext overstijgen. U kan werken rond het thema in de klas of de activiteit vooraf klassikaal inleiden.
6. Doorlopende leerlijn van BaO naar S.O. De expo is een museale vertaling van de eindtermen voor natuur en klimaat. We hanteren een doorlopende leerlijn met samenhang tussen het basis- en het secundair onderwijs: BaO (Wereldoriëntatie) en S.O. B-stroom (Natuurkunde). In het BaO worden opdrachten toegepast op de directe leefomgeving. De eerste graad S.O. koppelt de evolutie in de natuur aan het wereldecosysteem. Een voorbeeld van de verticale samenhang tussen basis- en het secundair onderwijs: Thema ‘energie’. Kinderen uit het lager onderwijs leren over energiebronnen en ontdekken dat energie nodig is om systemen te laten functioneren. Leerlingen uit de B-stroom van de eerste graad van het secundair onderwijs verkennen vormen van energie in het dagelijkse leven. Inzichten in de samenhang en de dynamiek in de natuur zijn belangrijker dan weetjes.
• Systemen: globaal kaderen, lokaal toepassen (bv. overlevingstrucs van vlinders).
• Materie: omzetting van stoffen(bv. aardolie en steenkool ontstaan uit planten).
• Interacties: soorten concurreren, de ene soort doet de andere vergaan of ontstaan (bv. kwallensoorten profiteren van de overbevissing en het vervuild zeewater).
• Samenhang: (bv. warmer klimaat brengt tropische virussen naar ons land).
• Duurzaamheidsaspecten in verband met energie en grondstoffen: (bv. hoe de meerkoet bij het nestelen creatief met afval omgaat.)
De leerlingen verwerken groepsgewijs of individueel de opdrachten in het doe-boekje. De klas ontdekt dat ze verantwoordelijkheid moet opnemen voor de aarde. We willen de kracht van de natuur benadrukken en het respect ervoor aanwakkeren. Dit leidt tot vragen zoals: Hoe ga jij om met de natuur? Wat kun je zelf doen? Kunnen we meewerken aan een oplossing voor dit probleem? Is er nog hoop voor onze blauwe planeet?
2
7. Eindtermen Met het boekje ‘Pandora Pixel Pocket’ werkt u aan de volgende eindtermen. Basisonderwijs: wereldoriëntatie Levende en niet-levende natuur De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren (1.1) De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving (1.5) De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt (1.6) De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven (1.12) De leerlingen kunnen illustreren dat een stof van toestand kan veranderen (1.15) De leerlingen kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen (1.16) Gezondheid De leerlingen weten dat bepaalde ziekteverschijnselen en handicaps niet altijd kunnen worden vermeden (1.18) Milieu De leerlingen kunnen met voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve maar ook op negatieve wijze omgaan met het milieu (1.24) De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu (1.26)
Secundair onderwijs B-stroom: natuurwetenschappen De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze aangepast zijn aan hun omgeving (ET 6) De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt (ET8) De leerlingen kunnen waarneembare stofomzettingen met concrete voorbeelden uit de levende en niet-levende natuur illustreren (ET 13) De leerlingen kunnen energievormen uit het dagelijks leven verbinden met energiebronnen (ET 16) De leerlingen kunnen energiebesparende maatregelen verbinden met een duurzame levensstijl (ET 17)
3
In dit doe-boekje kunnen uw leerlingen het mysterieuze meisje Pandora volgen. • In deze leerkrachtversie zijn de antwoorden al ingevuld. • U vindt bij de opdrachten ook extra informatie die u tijdens de PANDORA-tocht kunt gebruiken. Deze is informatie is afgedrukt in zwart-wit. De mensen springen al een tijdje slordig om met de aarde. Het meisje Pandora piekert over ons gedrag en het milieu. De opwarming van het klimaat verandert de natuur. Die veranderingen maken het meisje bang. Verwoestende stormen overspoelen vele kusten, de Noordpool smelt weg onder de poten van de ijsberen… Heeft de mens iets met die opwarming van ons klimaat te maken? JA! Pandora is verwonderd over wat er mis loopt. Ze vraagt om hulp. De klas kan het meisje helpen door opdrachten uit te voeren in het museum. De aarde onthult tijdens deze tocht haar mooie en lelijke kanten. Langs het PANDORA PAD liggen 6 werelden: Waarde, Akwalibi, Talententoren, Vreesboek, Dotpauwoog en Nestie. De klas leert over vogels, vlinders, zoogdieren, grondstoffen, microben en het leven in zee. Bij elke opdracht vindt u meteen de oplossingen. De leerlingen krijgen het boekje ‘Pandora Pixel Pocket Maxi’ zonder de oplossingen. Veel plezier!
4
Een Griekse mythe vertelt over Prometheus, de eerste man op aarde. Hij steelt het vuur uit de godenberg. De goden willen de mens een lesje leren met een geschenk. Dat is Pandora, gemaakt uit water en aarde. Het meisje krijgt prachtige gaven mee, zoals kracht, schoonheid, intelligentie en spraak. En een zwarte doos. Die mag Pandora niet openen. Ze doet het toch. Dan gaat alles mis. Uit de doos ontsnappen rampen en ziektes. Droogte, stormen en overstromingen veroveren de aarde. De mensen ontdekken dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de verwoeste natuur. Pandora klapt de doos snel dicht. Geen seconde te vroeg. Eén gave is nog niet ontsnapt: de HOOP. Met die hoop komt Pandora naar het museum. Ze vindt de akelige dingen die de mens de aarde aandoet en ziet hoe rijk de natuur kan zijn. Ze wil de aarde beter maken. Volg Pandora op haar tocht!
5
WAARDE GA OP ZOEK NAAR DE GROENE ALGENBOL. Welke twee woorden herken je in de naam van deze wereld?
W A A R D E A A R D E
LEERKRACHT INFO WAT IS AARDOLIE? De aardolie die we nu gebruiken vond haar oorsprong in de oertijd. Aardolie ontstaat niet met een vingerknip. Het is een lang proces. Algen en plankton zijn de bouwstenen van aardolie. Na hun dood zinken deze waterplantjes en diertjes naar de zeebodem en worden laag op laag samengedrukt. Zo ontstaan na miljoenen jaren voorraden ‘aardolie’ uit de resten van plankton. Een liter zeewater bevat honderdduizend tot honderd miljoen plankton.
HET VERBAND TUSSSEN PLANKTON EN AARDOLIE Algen in de zee sterven af en worden samengeperst tot aardolie. Vandaag verbranden we aardolie, aardgas en steenkool zonder er bij na te denken. Er komen te veel broeikasgassen zoals CO2 in de lucht terecht. Planten kunnen die gassen niet tijdig omzetten in zuurstof. De luchtlaag rond de aarde wordt te warm. Het evenwicht in de natuur raakt zoek.
OLIEVOORRADEN ZIJN NIET ONEINDIG Sta even stil bij de waarde van aardolie: het zwarte goud. De voorraden steenkool, aardolie en aardgas zijn honderden miljoenen jaren oud. Op een dag zijn die olievoorraden op: misschien al over 100 jaar. Hoog tijd om energiebronnen te gebruiken die altijd beschikbaar en niet vervuilend zijn: het water, de wind, de zon…
6
Het
zwarte
goud
Aardolie is een kostbaar goedje. Vul de lege vakjes op de kruiswoordpuzzel in. Welke acht brandstoffen of producten zijn gemaakt uit ruwe aardolie? TIP:Zet de letters telkens in de juiste volgorde en je vindt de 8 antwoorden.
A S F A L 2 P L A S 3 S M E E R O 4 D I 5 S T O O K O L 6 L P 7 B E N Z I N 8 K E R 1
T T L E I G E O
I C I E S E L E
S I N E
1. Dit materiaal verhardt een wegdek en maakt het waterdicht. (TLAFSA) 2. Engels woord voor kunststof. Veel voorwerpen worden uit dit materiaal gemaakt. (CPLTISA) 3. Olie die als smeermiddel gebruikt wordt. (IELSREEMO) 4. Schepen, vrachtwagens en personenauto’s verbruiken deze vuile brandstof. (LESEID) 5. Brandstof om je huis mee warm te stoken. (EILOKOOST) 6. Als je met dit gas rijdt, mag hij niet in een ondergrondse parkeergarage. In het Engels is het de afkorting van Liquid Petrol Gas. (PGL) 7. Deze brandstof heeft haar naam te danken aan de benzoëboom. (NEZINEB) 8. Een vliegtuig gaat de lucht in dankzij deze brandstof. (ENISOREK)
7
Akwalibi ZOEK DE KWAL: DE BLAUWE WERELD VAN DE ZEE. In de naam Akwalibi zit de naam van een dier verstopt.
K W A L Duizenden miljoenen jaren geleden werden vele waterdruppels de eerste zeeën. Daarin groeiden piepkleine waterplantjes en diertjes: het eerste leven. Teken je favoriete zeedier Duik naar inspiratie onder de hoed van de kwal of…. verzin het gewoon zelf! Hier tekenen de kinderen met potlood een zeedier.
Het leven is in zee ontstaan maar kan er ook uit verdwijnen. LEERKRACHT INFO Zeeën bruisen van het leven. Er is van alles te zien. Er zijn zeewieren, kwallen, koralen, dolfijnen, roggen, sponsen, kreeftjes, haringen en pladijzen, haaien en zeepaardjes, schildpadden en slakken, zeesterren en walvissen… 200 000 soorten! Het eerste leven evolueerde uit bacteriën: plantaardig en dierlijk plankton. De algen in de oceanen zorgen voor 70% van de zuurstof in de atmosfeer. Zonder dat plantaardig plankton zouden wij niet kunnen leven! Dit plankton vormt de basis van de voedselpiramide in zee, waardoor uiteindelijk ook roofvissen, zeezoogdieren, ijsberen, zeevogels en visetende mensen aan hun voedsel komen. Door de opwarming van het zeewater, door overbevissing en vervuiling krijgen veel soorten zeedieren het moeilijk. De mens bedreigt de zorgvuldig opgebouwde zuurstofbronnen in zee.
8
Bruisende Zee Lees het verhaal van de grote rover en de kleine garnaal. Ergens in het boek vind je het grootste nog levende dier ter wereld. Ga dan naar de overkant. Vis uit hoe dit dier heet en wat zijn voedsel is. • Mijn naam:
Blauwe vinvis
• Op mijn menu:
Plankton
• Hoeveel kg van dat voedsel eet ik elke dag om mijn honger te stillen? Teken een golfje rond het goede antwoord.
400 kg
X
1000 kg
X
4000 kg
Bekijk de film met de onderwaterbeelden. De mens kan door zijn gedrag een einde maken aan het leven in zee. Zoek in de beelden het antwoord op deze vragen. • Wat is een belangrijke oorzaak van vervuiling in de zee?
Plastic • Wie is er voor verantwoordelijk?
De mens De mens is er voor verantwoordelijk. • Soms verliest een vrachtschip een zak met plastic korrels voor de industrie. • Schoonheidsproducten zoals tandpasta en zepen bevatten zo’n kleine plastic deeltjes dat de waterzuivering ze niet tegenhoudt. Uiteindelijk komt dit terecht in de zee. Vissen verwarren die plastic deeltjes met hun voedsel, plankton. Ze raken vergiftigd. • Op het strand laten mensen heel wat afval achter: lollystokjes, chipszakjes … 9
TALENTEN-
TOREN SPEUR VANAF HIER NAAR DE TALENTENTOREN.
Deze zoogdieren overleven dankzij hun trukendoos. Zoek de vier foto’s in de talententoren en lees de tekst die er bij hoort.
WOESTIJNVOS
RENKOEKOEK
Ik leef in:
Ik leef in:
de woestijnen van Afrika.
de woestijn van Noord-Amerika.
Mijn truc:
Mijn truc: hard rennen. De renkoekoek vindt op die manier verkoeling.
grote oren. Die vangen veel wind. Zo koelt het bloed af.
POOLVOS
ZEEHOND
Ik leef in:
Ik leef in:
de Noordpool en de toendra.
koud zeewater.
Mijn truc:
Mijn truc:
dikke vacht en kleine oren. De poolvos verliest daardoor weinig lichaamswarmte.
isolatielaag. Die beschermt tegen het koude water.
LEERKRACHT INFO De leefomgeving van een diersoort kan veranderen. Het klimaat kan kouder of warmer worden. Woestijnen breiden uit. Een ijslandschap kan smelten. Dieren proberen zich aan te passen. Alleen de best aangepaste soorten overleven. Dat zijn de wetten van de natuur. Test je superslim zoogdierenbrein met het memory spel. De instructie hiervoor vindt u op de talententoren zelf. 10
SLIMME TRUKEN
Vergelijk de blauw-grijze voorkant met de oranje-bruine achterkant. Welke twee soorten trucs van dieren bespeur je op de toren?
Slimme trucs om zich aan HITTE aan te passen (bv. in een woestijn). Slimme trucs om zich aan KOUDE aan te passen (bv. in de toendra). Stel dat je een dier was … met vele talenten. Welke talenten of trucs zou je gebruiken om te blijven leven? Stapel je nuttige eigenschappen op in deze toren.
Mijn talent om hard te lopen.
Mijn talent om gezond te eten.
Mijn talent om ................................................... ...................................................
Mijn truc: ................................................... ...................................................
11
LOOP RECHTDOOR HELEMAAL TOT OP HET EINDE. VOOR JE DOEMT HET RODE VREESBOEK OP. Microben zijn de kleinste wezens op aarde maar ook beresterk en supersnel. Deze kleine reuzen overleven natuurrampen en soms de strafste antibiotica. Meer weten over virussen, bacteriën en schimmels? Vandaag ben jij de onderzoeker.
LEERKRACHT INFO Microbe: dat is een verzamelnaam voor virussen, bacteriën en schimmels. Je kunt ze enkel zien met een microscoop. • Virussen zijn als piraten. Ze kapen een cel en nemen de controle over. Zonder gastheer kunnen ze hooguit een paar dagen leven. •Bacteriën en schimmels kunnen op zichzelf leven. Er zijn heilzame bacteriën en ziekmakende bacteriën. Als er een meteoriet op de aarde valt, hebben microben veel kansen om te overleven. Dat komt door hun snelle ontwikkeling. Hun minuscule omvang speelt ook mee. Grote dieren en mensen hebben een stabiele omgeving nodig. Mensen evolueren traag en reageren niet snel op klimaatsveranderingen. Een kleine diersoort met een snelle voortplanting past zich vlug aan. Iets groter dan microben zijn insecten. Ook zij passen zich vrij snel aan. De kleinste levende wezens op aarde zijn dus microben. Ze zitten overal op of in. In een waterdruppel vind je al miljoenen microben. Lees meer over de microben op het computerscherm van VREESBOEK.
12
micro macro microbe Microben zijn zo klein dat je ze met een microscoop moet bekijken.
Ga op microbenjacht en ontdek waar die kleine mormels zich verbergen. Zoek de zes microben in de open blauwe kijkdopjes onder de medicijnenkastjes.
Onder de rode kastdeur ‘virus’ vind je virussen. Onder de kastdeur ‘bacterie’ zie je bacteriën en aan de overkant zie je schimmels in de open kijkdopjes. De beestjes zijn moeilijk te vangen. Goed uit je doppen kijken dus!
Is het een virus (V), een bacterie (B) of een schimmel (S)? Omcirkel de juiste letter naast elke foto.
V B S
V B S
Influenza: het griepvirus
E-coli of Escherichia: een gevaarlijke darmbacterie
V B S
V B S
Hiv : het aidsvirus
Penicllium of penicilline: een antibioticum
V B S
V B S
Lactobacillus: een nuttige bacterie
Saccharomyces: gistcellen voor bier, brood of wijn
Zoek op de computer van VREESBOEK hun naam. Schrijf de naam telkens bij het virus, de bacterie of de schimmel.
Vergeet niet je handen te wassen als je klaar bent met de kleine reuzen! KEER TERUG NAAR DE TRAP EN GA EEN VERDIEPING HOGER.
13
DOTPAUWOOG TWEEDE VERDIEPING PANDORA NEEMT JE MEE NAAR LINKS. Vogels en insecten vermommen zich soms. Kun je raden waarom? Hier vullen de leerlingen hun antwoord in.
Zoek uit wat ‘camouflage’ en ‘mimicry’ in de dierenwereld betekent. Bekijk de gele kaartjes. Welk dier maakt gebruik van camouflage?
N A C H T Z W A L U W Welk dier maakt gebruik van mimicry?
Z W E
E
F V L
I
E G
LEERKRACHT INFO Vlinders zijn prachtig maar kwetsbaar. Kunnen ze dan wel overleven? Ze hebben geen scherpe tanden. Ze zijn niet groot of gevaarlijk. Dagvlinders en nachtvlinders vonden er iets op: camouflage en mimicry. Camouflage betekent: zich met kleuren verbergen. Mimicry betekent: zich door vorm en kleur vermommen als een ander dier of object. Dagvlinders warmen zich op in de zon voor ze gaan vliegen. Ze zijn dan een gemakkelijke prooi voor een vogel. Daarom heeft de dagpauwoog ogen op zijn vleugels. Die lijken op de ogen van een zoogdier of een uil. Als de vlinder plots zijn vleugels open spreidt, schrikt de vogel zich een hoedje en …. vliegt met een lege maag weg. Nachtvlinders lijken met hun vage kleuren te verdwijnen in de nacht. 14
SCHONE SCHIJN Dagvlinders vallen op. Nachtvlinders verdwijnen in de nacht. Bekijk de vlinderfoto’s. Trek een PIJL naar de juiste kaart: ‘DAG’ of ‘NACHT’.
N
N
Peper-en-zoutvlinder Avondrood
D
D
Citroenvlinder
Dagpauwoog Is het … Voelsprieten Activiteit Vleugels in rust Kleur
DAG Een dagvlinder
D
NACHT … of een nachtvlinder
N
Dun, knopje op het einde Meestal overdag
Dikker, lijken op een veertje of de tanden van een kam Meestal ’s nachts
Recht omhoog
Naar opzij
Vaak fel, niet altijd
Onopvallend, niet altijd
Wil je weten hoe andere vlinders er uit zien? Fladder dan na de speurtocht naar de zaal Zapland beneden. LEERKRACHT INFO LEERKRACHT INFO De ‘citroenvlinder’ en de ‘dagpauwoog’ De ‘peper-en-zoutvlinder’ en ‘avondrood’ zijn dagvlinders. zijn nachtvlinders.
15
VLIEG DOOR DE ZAAL. ZOEK NAAR HET GROTE KLEURRIJKE NEST. Sommige vogels zijn vindingrijk als ze nestelen. Hoe heet de zwart-witte vogel die hier pronkt? Lees de tekstjes rondom het nest om zijn naam te vinden.
M
E
E
R
K
O
E
T
Wat is er eigenaardig aan zijn nest? Hij gebruikt afval uit zijn omgeving om zijn nest op te bouwen.
Hoe zou zijn nest er in de toekomst uitzien? Teken het rond de foto!
Hier maken de leerlingen hun eigen ontwerp.
LEERKRACHT INFO Nestplekken van vogels kunnen verdwijnen door vervuiling of bij gebrek aan groen. Sommige vogelsoorten slagen er dan niet in om veilige nesten te bouwen. De ruimte hiervoor of hun voedsel verdwijnt onder invloed van de mens. Dat is bv. het geval bij de boerenzwaluw. Deze trekvogel leeft van vliegende insecten. De verhoogde hygiëne in de stallen en het gebruik van pesticiden in de landbouw belet de boerenzwaluw al te vaak om te nestelen en nakomelingen groot te brengen. 16
Geluidenkunstenaar: zoek de naam van deze vogel.
L
I
E
R
V
O
G
E
L
Druk op de knop in de rode driehoek. De mannetjes maken indruk op de vrouwtjes door vogels na te bootsen. Diep in het regenwoud komt deze vogel soms in aanraking met mensen. Hij imiteert hun geluiden!
Welk geluid hoor je NIET in het lied van de vogel? Kruis het FOUTE geluid aan.
X
X
X
17
GA RECHTDOOR, DE TRAP AF, TOT VOORBIJ HET PANDORAGORDIJN. JE KOMT IN EEN DONKERE RUIMTE. DRUK OP DE KNOP ONDER HET TV-TOESTEL. BEKIJK DE NATUURBEELDEN. Pandora sluit haar zwarte kist, geen seconde te vroeg. De HOOP is er in gebleven. Met die hoop kwam het meisje naar hier en jullie hielpen haar! Pandora geniet van het leven op aarde. Zonder de natuur overleven mensen niet. We weten allemaal hoe we de planeet schoon en groen kunnen houden. Nu moeten we het nog doen!
Vele kinderen bezochten deze plek en zonden hun toekomstwens de wereld in. Put kracht uit hun wensen en geef ook jouw boodschap door.
HOE?
18
Neem deel aan het Pandora Pixel!
Haal aan de balie een vierkante sticker, om in te kleuren. In de cafetaria kan je rustig tekenen. Geef je gekleurde pixel af aan de onthaalbalie, beneden. Wij hangen hem voor je op aan de ‘Wand van de Hoop’. Kom binnenkort met je familie of vrienden de PIXELWAND bezoeken. Groetje, Pandora.
GA VIA DE TRAP TERUG NAAR DE BALIE. LEERKRACHT INFO Na het bekijken van de mooie natuurbeelden, kunnen uw leerlingen een pixel, een vierkante sticker, tekenen en inkleuren. Het materiaal staat hier voor u klaar. Geef een seintje aan de erfgoedbewaker. Geef de pixels af aan de erfgoedbewaker. We hangen ze aan de wand van de hoop. Groetje, Pandora.
19
20