STICHTING VREDESEDUCATIE & EVENS STICHTING
DE VREDESFABRIEK EEN INTERACTIEVE TENTOONSTELLING OVER OORLOG EN VREDE, GEWELD EN VRIJHEID, MACHT EN TOLERANTIE
HANDLEIDING Jan Durk Tuinier Geu Visser
© 2009 Stichting Vredeseducatie Utrecht Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De verwerkingssuggesties voor leerkrachten zijn voor eenieder vrij toepasbaar in de eigen situatie. Gehele of gedeeltelijke overname is alleen toegestaan met volledige vermelding van de bron en toezending van het materiaal waarin de suggesties zijn verwerkt.
[INHOUD VOORAF VOORWOORD VAN DE EVENS STICHTING
03 | 04 01 | 04
1. OPZET EN DOELSTELLINGEN VAN DE VREDESFABRIEK 2. VOORBEREIDINGSACTIVITEIT 3. VERWERKINGSSUGGESTIES
05 | 07 08 | 11 11 | 24
Thema 1 | Maak je eigen voorpagina (evaluatie van het bezoek) Thema 2 | Vredesmachines maken Thema 3 | Respecttest Thema 4 | Gewoon en Vreemd tentoonstelling Thema 5 | Vooroordelenquiz Thema 6 | Pesten en de Zondebok
| 11 12 | 13 14 | 16 17 | 18 19 | 21 22 | 26
4. TENTOONSTELLINGSTEKSTEN
27 | 36
COLOFON
36 | 37
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
[VOORAF De Vredesfabriek is een bijzondere interactieve tentoonstelling voor jongeren vanaf 10 jaar. De fabriek is een metafoor: er wordt vrijheid en vrede 'gemaakt'. De bezoekers maken keuzes, voeren opdrachten uit en toetsen hun mening. De fabriekssfeer wordt versterkt met licht- en geluidseffecten. Kinderen en jongeren oefenen met gereedschappen en machines. De Vredesfabriek is opgebouwd uit twaalf modulen met tientallen apparaten, zoals de tolerantiemeter, de geweldschijf, de vooroordelenbalans, de zondebokmolen, de vrijheidszoeker, de machtssorteerder, de conflictrol, de spijtbuis, de oorlogsverkenner, de tijdmachine en het monumentenwiel. De bezoekers kunnen ontdekken dat tolerantie grenzen heeft, vrijheid gebonden is aan regels en conflicten op verschillende manieren opgelost kunnen worden. In De Vredesfabriek wordt het verband gelegd tussen oorlog en vrede en tussen verleden en heden. Maar gaandeweg komen de bezoekers er achter dat de tentoonstelling eigenlijk over hen zelf gaat, over eigen normen, houding en gedrag. Zij worden uitgedaagd om in hun eigen leven vrede te maken. Hoewel De vredesfabriek zich met name richt op jongeren, valt er ook voor volwassenen veel te ontdekken. Schoolgroepen, jeugdbewegingen, gezinnen en tal van andere groepen weten hun weg naar De Vredesfabriek te vinden. Vanaf de start van de tournee hebben bijna honderdduizend mensen De Vredesfabriek bezocht in Nederland en Duitsland. Voor Vlaanderen is een aangepaste editie samengesteld in samenwerking met de Evens Stichting in Antwerpen. Omdat de handleiding van De Vredesfabriek wordt gebruikt in scholen, musea en in het jeugd- en jongerenwerk, gebruiken we begrippen als leerlingen, bezoekers en deelnemers door elkaar. Dat geldt ook voor leerkrachten, docenten en begeleiders. We wensen u veel plezier bij het bezoek aan De Vredesfabriek en bij het verwerken van deze ervaring met uw kinderen. Want het plezier bij het ontdekken en ervaren staat voorop. Uw reactie wordt op prijs gesteld.
+VOORWOORD VAN DE EVENS STICHTING De Evens Stichting ijvert voor het harmonieus samenleven van burgers en staten binnen een vreedzaam Europa. Op het vlak van Educatie zet ze zich in voor projecten die kinderen/jongeren helpen de nodige vaardigheden te verwerven om adequaat te functioneren binnen onze complexe samenlevingen met hun brede sociaal-culturele diversiteit. We willen hen aanmoedigen actieve burgers te worden, bewust van hun rechten en plichten, bereid tot dialoog en openheid naar anderen. De tentoonstelling en de pedagogische hulpmiddelen van de Vredesfabriek berusten op de ervaring van de bedenkers ervan, Jan Durk Tuinier en Geu Visser van de Stichting Vredeseducatie, die in Utrecht gevestigd is. Al 16 jaar ontwikkelt ze, in samenwerking met vormgever Hayo van Gemerden, interactieve methodieken op het terrein van de multiculturele samenleving, de herdenking van de Tweede Wereldoorlog in relatie tot het heden en het thema geweld. De werkvormen zijn gericht op interactie, dialoog en stellen kinderen en jongeren in staat om zelf handelingsperspectieven te scheppen. De Stichting Vredeseducatie was de laureaat van de Evens Prijs voor Interculturele Opvoeding in 2000 en sindsdien hebben onze twee organisaties intens samengewerkt. Op ons initiatief wordt het concept Vredesfabriek in andere landen ontwikkeld. In 2007 werd een tweetalige Arabisch/Hebreeuwse tentoonstelling, The Peace Labyrinth, geopend in het Bloomfield Science Museum in Jeruzalem (Israël). In november 2008 werd de Fabrique de la Paix in Frankrijk ingehuldigd. Onder de coördinatie van La Ligue de l'Enseignement reist deze Fabrique ook de volgende jaren heel Frankrijk rond. Ze gaat op speelse wijze kinderen en jongeren tegemoet om hen zelf aan het denken te zetten over Vrede en Oorlog, Tolerantie en Respect, enz. Voor de Evens Stichting, met roots en zetel in Antwerpen, was het dus een vanzelfsprekendheid deze Vredesfabriek ook naar Vlaanderen te brengen. Voor de nodige aanpassingen van de originele Nederlandse versie aan de Vlaamse context mochten we rekenen op de deskundige en bereidwillige medewerking van Professor Herman Van Goethem en Dokter Veerle Vanden Daelen van de Universiteit Antwerpen. Het Vredescentrum in Antwerpen verleende haar welwillende steun en medewerking op logistiek en inhoudelijk vlak. Wij hopen dat deze tentoonstelling en handleiding ertoe zullen bijdragen normen en waarden, essentieel voor een harmonieuze samenleving, binnen en buiten de klas ter sprake te brengen. Antwerpen, juni 2009. Corinne Evens Evens Stichting
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
_ 1
OPZET EN DOELSTELLINGEN VAN DE VREDESFABRIEK INTRODUCTIE Met de interactieve tentoonstelling De Vredesfabriek willen we kinderen en jongeren op een methodische manier betrekken bij maatschappelijke vragen rondom oorlog en vrede, vrijheid, herdenken, geweld, conflicten en diversiteit. Kinderen en jongeren nemen daarbij hun eigen ervaringen mee. In De Vredesfabriek leren de kinderen niet wat ze moeten denken maar worden ze gestimuleerd zelf na te denken. Ze krijgen geen kant en klare meningen voorgeschoteld maar krijgen gereedschap om zelf hun eigen mening te ontwikkelen of te toetsten. Al doende ontdekken ze de waarde van hun eigen mening en de opvattingen van anderen. Sleutelwoorden van De Vredesfabriek zijn: interactie en dialoog. De jongeren verhelderen hun waarden ten opzichte van tolerantie, respect, vertrouwen en vrijheid. Dat krijgt vorm door het verdiepen en aanscherpen van hun eigen normen door middel van communicatie en confrontatie.
INTERACTIEVE METHODIEK De tentoonstelling is interactief gestructureerd. Dat wil zeggen dat de bezoekers aan De Vredesfabriek zichzelf 'gidsen' en met behulp van een routekaart de genummerde panelen volgen. De routekaart is onmisbaar om de tentoonstelling te begrijpen en de activiteiten uit te kunnen voeren. Op de routekaart worden aantekeningen gemaakt en antwoorden of oplossingen genoteerd. De ervaring heeft geleerd dat de bezoekers zeer geconcentreerd en met groot plezier werken in de fabriek. Vanwege de praktische opdrachten en het geringe leeswerk ervaren ook kinderen uit het Bijzonder Onderwijs de tentoonstelling als zeer plezierig. Veel opdrachten zijn zelfcorrigerend. De bezoekers krijgen vaak respons en kunnen zelf nagaan hoe ze het hebben gedaan of wat het effect is van hun keuze. Een fout wordt vaak humoristisch beantwoord of de machine is zo uitdagend dat het uitnodigt tot een nieuwe poging. Het gaat in dit leerproces om ontdekken, beleven en handelen.
LEERACTIVITEITEN Vanwege de diversiteit aan leermogelijkheden en leerstijlen, is gekozen voor uiteenlopende activitei-
ten en werkvormen. Zo kunnen alle jongeren, vanuit hun eigenheid, tot leren komen en verschillende intelligenties aanspreken. De leerlingen worden uitgedaagd tot de volgende activiteiten: - analytisch waarnemen - samenwerken en overleggen - vragen stellen - onderzoeken van grenzen - samenhang benoemen (structureren) - zich inleven in de situatie van andere mensen - ontwikkelingen duiden (processen) - zoeken naar oplossingen - vormen van een eigen mening - keuzes maken - oefenen in handelingsperspectieven - verhelderen van waarden - waarderen van eigen inbreng en de inbreng van anderen
DOELSTELLING Kinderen en jongeren verwerven kennis en inzicht in de problematische kanten van conflicten, geweld, vooroordelen en het zondebokverschijnsel. Ze worden uitgedaagd om in hun eigen leefwereld handelingsperspectieven te scheppen.
1
EDUCATIEVE DOELEN
LEERNIVEAUS
De leerlingen
In De Vredesfabriek kan gewerkt worden op drie niveaus:
- benoemen het verloop van conflicten. - omschrijven welke vormen van macht een rol spelen bij conflicten. - oefenen in vormen van samenwerken. - geven voorbeelden van eigen (gewelddadig) gedrag en benoemen alternatieven. - verkennen hun grenzen ten opzichte van tolerantie. - benoemen het zondebokverschijnsel aan de hand van voorbeelden. - versterken hun identiteit (zelfbeeld) in relatie tot het imago (beeld dat anderen hebben). - verwerven inzicht in hun (eigen) vooroordelen. - verbinden hun eigen leefwereld met de multietnische samenleving. - brengen onder woorden dat vrijheid zonder regels niet mogelijk is. - kunnen verbanden leggen tussen heden en verleden, tussen hier en elders. - geven aan hoe zij zich kunnen verzetten tegen onrecht en zich kunnen inzetten voor vrede.
1. Het 4de leerjaar (tweede graad basisschool) 2. Het 5de-6de leerjaar (derde graad basisschool) 3. Eerste graad Secundair (met voorkeur voor het eerste jaar secundair) Deze niveaus zijn gebaseerd op moeilijkheidsgraad maar ook op spanningsboog. Het is voor alle groepen mogelijk om ongeveer één uur in tweetallen geconcentreerd te werken aan de opdrachten. Alleen het tempo en het aantal opdrachten is verschillend. Daarnaast zijn de drie niveaus met kleuren op de routekaart aangegeven: groen, oranje en zwart. Uiteraard is het zo dat we bij het bepalen van de niveaus uitgegaan zijn van een globale inschatting. Zodra jongeren klaar zijn op hun niveau en er is nog voldoende tijd over, kunnen ze alsnog de opdrachten van een hoger niveau uitvoeren. Het is mogelijk voor kinderen met leesmoeilijkheden om in groepjes met een begeleider te werken.
HET BEZOEK AAN DE VREDESFABRIEK PERSPECTIEFWISSELINGEN Om de leerlingen te stimuleren hun eigen levenservaringen, vanuit hun eigen sociale context, etnische afkomst en levensbeschouwing, te kunnen spiegelen aan de ervaringen van anderen, is het zinvol om voortdurend te wisselen van perspectief. Deze wisselingen roepen leervragen op en zijn in hoge mate educatief te noemen. De materialen en de opdrachten voor leerlingen zijn daarom gerelateerd aan vier perspectieven: - het perspectief van tijd - het perspectief van ruimte - het perspectief van diversiteit - het persoonlijk perspectief van de bezoeker
De leerlingen worden op school door de leerkracht ingedeeld in tweetallen, bij voorkeur door middel van de voorbereidingswerkvorm. Indien dit niet gelukt is, kan het bij aankomst in de tentoonstelling. Bij een oneven aantal wordt ook een groepje van drie gevormd. De leerlingen worden ontvangen door medewerkers van De Vredesfabriek. Zij heten de leerlingen welkom en geven hen instructies. Iedere leerling ontvangt een routekaart en een schrijfplankje. De leerlingen krijgen ook een potlood. Er worden geen pennen en stiften gebruikt in de tentoonstelling. De leerlingen noteren hun naam en het startnummer op de routekaart. In de tentoonstelling zijn alle op-
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
1
drachten genummerd. Elk tweetal begint bij een ander startnummer om de groep te spreiden. Uiteindelijk komen alle kinderen bij elke opdracht die hoort bij hun onderwijsniveau.
Alle tentoonstellingsteksten zijn in deze handleiding opgenomen, zodat het mogelijk is om de ingevulde routekaart met de leerlingen te bespreken. Ieders keuze en de antwoorden kunnen worden vergeleken en met elkaar worden besproken.
TAAK VAN DE DOCENT/BEGELEIDER De rol van de begeleider is vooral een enthousiasmerende. Dat wordt ook van de leerkrachten en eventueel meegekomen ouders verwacht. Voorkomen moet worden dat volwassenen het initiatief overnemen en de jongeren gaan vertellen 'hoe het moet'. Pas wanneer de bezoekers te gehaast zijn of door leesmoeilijkheden bepaalde opdrachten niet begrijpen, kunnen begeleiders met hen de opdracht nog eens opnieuw lezen. Stimuleren en ondersteunen is van belang. Jongeren moeten zelf antwoorden zoeken en meningen vormen. De meeste bezoekers werken ongeveer een uur geconcentreerd in de tentoonstelling. Het komt weinig voor dat jongeren moeite hebben met deze concentratie en spanningsboog. Afhankelijk van het ontwikkelingsniveau en motivatie, hebben sommige bezoekers meer structuur en ondersteuning nodig. Soms ontstaat er bij een bepaalde werkvorm een opstopping. De deelnemers mogen elkaar passeren zodat elk groepje een eigen tempo kan aanhouden maar de volgorde van de af te werken panelen mag niet veranderd worden. Na afloop worden de schrijfplankjes, de potloden terug genomen. De routekaarten worden verzameld en door de leerkrachten mee naar school genomen.
DE VERWERKING Een bezoek aan De Vredesfabriek biedt veel mogelijkheden tot verwerking. Na het bezoek is bespreking van de reacties in de groep de meest minimale verwerking. De schat aan informatie en persoonlijke ervaringen nodigen echter uit tot vervolgactiviteiten die kunnen variëren van enkele lessen of groepsbijeenkomsten tot een groot project.
Het is interessant om het bezoek aan De Vredesfabriek te evalueren door individueel een verslagkrant te maken. Daarnaast zijn enkele verwerkingssuggesties opgenomen die een verdieping van de tentoonstellingsthema's beogen.
2
_ VOORBEREIDINGSACTIVITEIT INTRODUCTIE Het bezoek aan de tentoonstelling is vooral gericht op ontdekken, beleven en handelen. Het is belangrijk dat de werkvormen een verrassing blijven. Leerkrachten en begeleiders kunnen uiteraard wel de folder aan de leerlingen laten zien of in het klaslokaal hangen. De leerlingen worden in de voorbereidingsfase vooral gemotiveerd. Daarvoor gebruiken we de werkvorm: 'Wie ben ik? Wie ben jij?'
WIE BEN IK? WIE BEN JIJ? Hoe zie ik mijzelf en hoe kijken andere mensen tegen mij aan? Dat zijn de vragen die in deze introductiewerkvorm centraal staan. Het gaat over identiteit (wie ben ik?) en imago (wat is het beeld dat anderen van mij hebben?). Mensen leven in groepen en dragen groepskenmerken. Ze wonen in een stad, zijn gelovig of hangen een levensbeschouwing aan, ze horen bij een bepaalde cultuur, etnisch of sociaal economisch. Dat kan alleen maar goed gaan als mensen bereid zijn om de ander in zijn of haar anders-zijn te verdragen en te respecteren. Daar wordt niet mee bedoeld dat alle mensen vrienden zijn van elkaar. Daar wordt ook niet mee bedoeld dat mensen het allemaal maar met elkaar eens moeten zijn. Integendeel, er zijn grote verschillen en er zijn ook vaak conflicten, maar al die verschillende mensen kunnen besluiten dat voor geweld, bedreigingen, negatieve vooroordelen, generalisaties en intimidaties geen plaats is. Dat is met andere woorden een vreedzame samenleving.
ACTIVITEIT Het is de bedoeling dat de leerlingen zichzelf en elkaar onderzoeken door het beantwoorden van dezelfde vragen over elkaars karakter, houding en gedrag. Dat kan verrassingen opleveren. Hoe goed kennen we elkaar? - Vertel de leerlingen dat ze een tentoonstelling gaan bezoeken in tweetallen en dat ze vooraf een klein onderzoekje gaan doen.
- Maak tweetallen van de groep. - Kopieer het werkblad op pagina .... voor elke leerling. - Deel de bladen uit en geef de opdracht om het papier door midden te vouwen, zodat er twee delen ontstaan: 'Zo zie ik mijzelf' en 'Zo ziet de ander mij'. - De leerlingen beginnen tegelijkertijd, zonder te overleggen met het invullen van het onderdeel 'Zo zie ik mijzelf'. Daarna geven ze elkaar het formulier en vullen dan het onderdeel 'Zo ziet de ander mij' in. - Geef eerlijke antwoorden. Kies altijd, ook al weet je het niet zeker. Doe het serieus. - Nadat de formulieren geheel zijn ingevuld, krijgt iedere leerling het formulier terug. - Geef de leerlingen even de tijd om de eigen antwoorden te vergelijken met de andere antwoorden. - Stel vervolgens enkele vragen en wissel ervaringen uit.
GESPREKSVRAGEN Bedenk dat bij het stellen en verwerken van de onderstaande vragen, vertrouwen van de leerlingen in de groep en de leerkracht noodzakelijk is. - Komt je zelfbeeld overeen met het beeld dat de ander van je heeft? Zo ja, kennen jullie elkaar goed? Zo nee, kennen jullie elkaar niet zo goed? Of heeft de ander een ander beeld van je, dan jij zelf hebt? - Wat is het verschil tussen hoe je tegen jezelf aan kijkt en hoe anderen naar je kijken?
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
2
- Veel kinderen vinden zichzelf verlegen, maar dat vinden andere kinderen vaak niet. Andere kinderen vinden zichzelf stoer of cool terwijl dat niet altijd zo overkomt. Hoe komt dat? - Vind je het moeilijk dat de ander zijn of haar mening over je geeft? Hoe komt dat? - Kinderen zijn soms anders op school dan thuis? Komt dat door de groep? - Lastige vraag: hoe kun je jezelf zijn in de groep? Met andere woorden: wanneer ga je mee met de groep en bezwijk je voor de groepsdruk en wanneer zeg je nee en ga je je eigen gang? - Sluit af met de tentoonstelling: we gaan de tentoonstelling De Vredesfabriek bezoeken. Daar kunnen kinderen en jongeren vrede leren maken en komen alle thema's uit deze werkvorm aan de orde.
TIP: Het formulier op pagina 10 kan, nadat het is gescand, op een eenvoudige manier worden aangepast of aangevuld met andere vragen, uiteraard op beide onderdelen hetzelfde.
ZO ZIE IK MIJZELF (Vul in zonder te overleggen)
NAAM: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Ik vind mezelf aardig voor andere kinderen. Ik ben jaloers op andere kinderen. Ik kan goed tegen mijn verlies. Ik ben driftig. Ik ben slordig. Ik pest andere kinderen Ik heb respect voor mijn ouders Ik help graag anderen. Ik hou van sport. Ik vind mezelf stoer. Ik heb vrienden. Ik vind mezelf het aardigste kind van de wereld.
soms soms soms soms soms soms ja ja ja ja ja ja
meestal meestal meestal meestal meestal vaak nee nee nee nee nee nee
(Vouw het formulier op onderstaande lijn en ruil het voor het formulier van de ander.)
ZO ZIET DE ANDER MIJ (Vul in zonder te overleggen)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Jij bent aardig voor andere kinderen. Jij bent jaloers op andere kinderen Jij kunt goed tegen je verlies Jij bent driftig Jij bent slordig Jij pest andere kinderen Jij hebt respect voor je ouders Jij helpt graag anderen Jij houdt van sport Jij vindt jezelf stoer Jij hebt vrienden Jij bent het aardigste kind van de wereld
soms soms soms soms soms soms ja ja ja ja ja ja
meestal meestal meestal meestal meestal vaak nee nee nee nee nee nee
INGEVULD DOOR: (Nu krijgt ieder weer het eigen formulier terug.)
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.1
_ VERWERKINGSSUGGESTIES THEMA 1 | MAAK JE EIGEN VOORPAGINA EEN VERSLAG VAN HET BEZOEK AAN DE VREDESFABRIEK Een boeiende manier om het bezoek aan De Vredesfabriek te verwerken is het maken van een persoonlijke voorpagina van een krant. Deze pagina bevat berichten, foto's en teksten over de ervaringen van de jongeren. De voorpagina geeft ook gelegenheid aan de jongeren om zich te uiten. Want, zo blijkt uit ervaringen, een bezoek aan De Vredesfabriek roept ook veel emoties op. We maken de krant individueel, pas daarna worden de gedachten en ideeën met de andere deelnemers gedeeld.
ACTIVITEIT: VOORPAGINA MAKEN - Op de middenpagina van deze handleiding is een sjabloon van een voorpagina van een krant opgenomen. De krant bevat standaard enkele vragen, thema's en rubrieken. Daar kunnen, afhankelijk van de groep, rubrieken of vragen aan worden toegevoegd. - Kopieer deze pagina's op A3 formaat en vertel de jongeren dat we een verslag gaan maken van het bezoek aan de tentoonstelling. Als eerste bedenken de deelnemers een naam voor de krant. Dat kan 'Karim's Dagblad' of 'De Gazet van Isabel' zijn. De naam van de deelnemer moet in de naam van de krant zichtbaar worden. Vraag de deelnemers deze titel uit te voeren in hun eigen lievelingskleur(en). - Zorg voor voldoende tekenmateriaal. Leg ook een serie foto's uit kranten en tijdschriften neer en vraag de deelnemers een foto te kiezen, dit op de voorpagina te plakken en er vervolgens een onderschrift bij te bedenken. - De volgende opdrachten en vragen zijn verwerkt in de krant. De begeleider kan naar eigen inzicht opdrachten veranderen of toevoegen. Plak dan voor het kopiëren van de middenpagina's een nieuwe tekst over een oudere tekst heen. • Naam van de krant. (verwerk je eigen naam in de titel) • Datum • Zelfportret • Vrijheid betekent voor mij • Het weer vandaag • Een goede raad bij geweld op straat
• Ik zet mij in voor • Als ik Minister-president van Vlaanderen/Eerste Minister van België was... • Vijf redenen om De Vredesfabriek te bezoeken • Ik geef de tentoonstelling het rapportcijfer • Een land mag een oorlog beginnen als..... • Zo ziet het land er uit waar ik gelukkig ben • Mijn vredeswens • Mijn grootste vriend • De beste manier om je tegen pesten te verzetten • Het grootste vooroordeel over meisjes jongens, moslims, gehandicapten, ouderen • Ik heb spijt • Herdenken is (niet) belangrijk • Mijn held of heldin • Mijn grootste vijand De voorpagina's worden in tweetallen besproken. De deelnemers stellen elkaar vragen. Vervolgens krijgen de deelnemers gelegenheid om ieder één of meer 'artikelen' uit de krant voor te lezen. Hang daarna de pagina's op in het lokaal of het schoolgebouw en gebruik de resultaten eventueel voor het verslag.
Stuur het verslag naar de gemeente of de instantie die de tentoonstelling De Vredesfabriek heeft georganiseerd. Adressen staan in de colofon. Het wordt zeer gewaardeerd.
3.2
THEMA 2 | VREDESMACHINES MAKEN SHALOM EN SALAAM Uit gesprekken met kinderen en jongeren wordt duidelijk dat velen van hen oorlog spannend en gaaf vinden en vrede als eentonig en saai. Deze reacties zijn ook wel te verwachten omdat we nu eenmaal meer documentatie over oorlog dan over vrede voorhanden hebben. Althans zo lijkt het. Natuurlijk, oorlog betekent actie, spanning en stoer, terwijl vrede als gewoon en alledaags ervaren wordt. Vrede is in onze taal een zelfstandig naamwoord. Vrede wordt vergeleken met bijvoorbeeld het begrip lente of zomer. Als iets dat je overkomt zonder dat je er om vraagt of er iets voor hoeft te doen. In sommige andere talen, zoals het Hebreeuws (shalom) of Arabisch (salaam) is vrede verbonden met een werkwoord. Vrede wordt gezien als heel maken, recht maken wat krom is.
DOELSTELLINGEN: - Leerlingen benoemen het begrip vrede. - Leerlingen geven voorbeelden uit hun eigen leefwereld. - Leerlingen onderzoeken het dilemma van kat en hond en maken een vredesmachine.
ACTIVITEIT: WAT IS VREDE? Onderzoek welke ideeën over vrede er in de groep leven. Hoe denken we over vrede? Welke woorden gebruiken we? Welke voorbeelden geven we? - Vraag de deelnemers individueel op te schrijven wat vrede voor hen betekent. Om de gedachten nog meer te prikkelen kun je de deelnemers vragen waar ze onvrede mee hebben. Draai het dan om: hoe kunnen we van deze onvrede weer vrede maken? - Neem er de tijd voor. Geef aan dat ze het woord vrede kunnen betrekken op zichzelf en maak dan steeds grotere kringen: je familie, de school, de straat, het dorp, de stad, het land, de wereld. - Verzamel alle woorden, tekeningen en zinnen over vrede op een wand. De deelnemers geven een toelichting en mogen vragen stellen aan elkaar. - Al snel wordt duidelijk dat er heel veel ideeën over vrede leven. Vrede is vaak een beetje saai in de beeldvorming. Het is rustig, er is nooit rottigheid of
ellende en er horen veel vredesduiven bij. Ook zijn veel deelnemers geneigd om vrede negatief te benoemen. Geen honger, geen discriminatie, geen schendingen van mensenrechten en martelingen, geen racisme, geen geweld op straat. - Het is boeiend om dat om te buigen. Want we zouden ook kunnen zeggen: er is genoeg eten voor iedereen, mensen respecteren elkaar en de mensenrechten, en mensen waarderen elkaar omdat ze allemaal anders en uniek zijn. Dat is veel positiever.
ACTIVITEIT: VREDESMACHINES MAKEN Om een realistisch beeld van vrede te ontwikkelen, gaan we vredesmachines bouwen. Machines die van oorlog weer vrede maken en van onderdrukking weer vrijheid. Het kunnen hele ingewikkelde machines zijn maar ook hele eenvoudige. Als ze maar helpen om vrede te brengen. - Bedenk eerst op wat voor manier je vrede kunt maken en wat voor soort machines je daarvoor nodig hebt. Maak een goede werktekening van je machine en leg uit hoe die werkt. - Voordat we aan het ontwerp en het bouwen van een vredesmachine beginnen, kunnen we de fantasie en verbeelding prikkelen door jongeren het volgende probleem voor te leggen:
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.2
Een familie heeft een kat en een hond, die altijd vechten. Als ze er niets op vinden, moet één van de dieren het huis uit. Dat is een groot probleem omdat honden en katten elkaar niet begrijpen. Wanneer een hond met zijn staart kwispelt, betekent dat rust, plezier en speelsheid. Een kwispelende staart betekent voor de kat: aanvallen! Teken wat die familie moet doen om aan dat vechten een einde te maken.
OPLOSSINGEN Deze werkvorm is reeds vele malen met succes toegepast in de praktijk. Daar kwamen globaal de volgende oplossingen uit. Soms waren de oplossingen naïef, soms wreed. De ene keer klassiek, de andere keer zeer verrassend en creatief. Leerlingen komen met de volgende oplossingen: apart zetten, straffen, laten vechten, vermaken, opvoeden, kennis (meer van elkaar weten), één geeft zich over, van elkaar afhankelijk maken. Laat-ze-maar-vechten lijkt voor veel deelnemers een goede oplossing als ze elkaar maar niet erg verwonden. Daarvoor moeten eerst de tanden en de nagels verwijderd worden of er wordt onder toezicht van een scheidsrechter gevochten. Afleiding, bijvoorbeeld met spelletjes en extra lekkernijen, is voor de dieren een plezierige oplossing maar of het op de lange duur helpt, valt te betwijfelen. Veel kinderen en jongeren hebben grote verwachtingen van onderwijs en opvoeding. Een kind tekent de kat en de hond die naar de tv kijken, ze komen tot het inzicht dat er al zoveel geweld is, dat zij moeten proberen in vrede te leven. Sommigen suggereren een speciale school waar men vrede kan leren. Een aantal kinderen denkt dat het beter zal gaan als kat en hond meer over elkaar zullen lezen en daardoor meer begrip voor elkaar zullen krijgen. Een uitstekende oplossing lijkt het afhankelijk van elkaar maken. Een aantal deelnemers bedacht slimme middelen om kat en hond elkaar te laten voeden. Bij-
voorbeeld: de kat kan alleen maar eten als de hond een knop indrukt en omgekeerd.
RESULTATEN - Stel voldoende materiaal beschikbaar of vraag de leerlingen materialen van huis mee te nemen om hun vredesmachine te bouwen. - De resultaten kunnen in de school of elders tentoongesteld worden. - Vraag een 'deskundige' jury de machines te beoordelen en bedenk een prijs voor de beste machine.
3.3
THEMA 3 | RESPECT INTRODUCTIE Respect betonen of respecteren betekent volgens het woordenboek: eren, eerbiedigen en hoog achten. Het woord respect wordt vooral gebruikt in het alledaags verkeer tussen mensen wanneer zij fatsoensnormen houden of deze overschrijden. We kunnen het ook breder zien: de aarde respecteren, het milieu respecteren, de regels respecteren. Het tegenovergestelde van respect is in het taalgebruik van jongeren het uit het Engels afkomstige 'disrespect' of ‘dissen'. Iemand dissen betekent dan ook: uitschelden en niet met fatsoen behandelen. Het is belangrijk om vast te stellen dat respecteren wederkerig is. Wanneer ik word gerespecteerd, dan leidt dat bijna automatisch tot respect voor anderen. Respect heeft alles te maken met tolerantie, verdraagzaamheid en het dulden van overlast van anderen. Er zijn wel grenzen aan. Soms zeggen mensen iets of doen ze iets waar je het helemaal niet mee eens bent. Wanneer je deze mensen respecteert dan noemen we dat tolerant. Dat wil niet zeggen dat je het met hen eens bent. Ook daar zijn grenzen aan. Sommige mensen hebben meningen waar je niets van moet hebben en dan ga je er fel tegenin. Je probeert de ander te overtuigen, met woorden want we blijven wel respectvol.
DOELSTELLINGEN: Doelstellingen: - Leerlingen benoemen het begrip respect en disrespect - Leerlingen geven voorbeelden van respect uit hun eigen leefwereld - Leerlingen kunnen het verband tussen gerespecteerd worden en respecteren uitleggen. - Leerlingen maken een respecttest voor anderen.
ACTIVITEIT: HOE RESPECTVOL BEN JIJ? De leerlingen maken een Respecttest met 6 meerkeuzevragen. Introduceer het thema aan de hand van de introductie. Vraag de deelnemers vooraf een getal te kiezen tussen 0 en 12. 0 is respectloos en 12 is zeer respectvol. Lees vervolgens de vragen voor en vraag de deelnemers een antwoord te kiezen en op te schrijven. Daarna lees je de scores voor. De leerlingen scoren de antwoorden. Daarna is er ruimte voor discussie. Wie zit het dichtst bij zijn of haar inschatting? Wie zit er helemaal naast? Iedereen die het dichtst zit bij de inschatting vooraf, is winnaar. Bekijk daarna elke
vraag afzonderlijk. Misschien zijn er deelnemers die het niet eens zijn met de toekenning van de score. Beargumenteer waarom wel of niet. Probeer al pratend vast te stellen dat respecteren niet betekent dat je het eens moet zijn met de normen en waarden van de ander. Mensen kunnen leren respect voor anderen te hebben, zonder het met hun mening of gedrag eens te zijn. Maar ook daar zijn grenzen aan. Concludeer dat respect in z'n algemeenheid niet bestaat maar dat het altijd gekoppeld is aan de situatie en de persoonlijke omstandigheden zoals: tijd, plaats, de ander en het humeur. Nu we weten hoe de Respecttest werkt, kunnen we een eigen test maken met de deelnemers. De jongeren verzinnen, individueel of in tweetallen, dilemma's en bedenken drie antwoorden met de scores: 0, 1 of 2. Denk ook aan het maximaal puntenaantal. Wanneer we 6 vragen maken: 12. Wanneer we 10 vragen bedenken: 20. De vragen en antwoorden worden besproken en de test kan worden verwerkt door andere groepen (ouders, lezers van een blad) of op een website van de school worden gezet.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.3
RESPECTTEST 1. De politie heeft computerspelletjes in beslag genomen. De poppetjes waarop geschoten moet worden, stellen joden en zwarten voor. A. Zo'n spelletje spelen moet kunnen. B. Een goede actie van de politie omdat racisme in ons land strafbaar is. C. In beslag nemen gaat wel erg ver, maar ik zal dat spelletje nooit spelen. 2. Je neef vertelt op een feestje een racistische mop over Marokkanen. Wat doe je? A. Ik zeg: "Kappen, respect man!" B. Ik lach mee want ik wil de goede sfeer niet bederven. C. Ik ga even wat te drinken halen. 3. Een interim-bureau is veroordeeld voor discriminatie. Voor bepaalde bedrijven had zij op de vacatures de letters BB vermeld. BB betekent blond haar en blauwe ogen. Wat vind je er van? A. Ik kan me er niet druk om maken. B. Het interim-bureau is tenminste duidelijk. Voor bepaalde banen zijn buitenlanders niet geschikt. C. Het is terecht dat het interim-bureau is veroordeeld voor discriminatie. 4. Een imam noemt in zijn preek in de moskee homoseksuelen minder dan honden. Ook is hij van mening dat mannen hun vrouwen mogen slaan. Wat is jouw mening? A. Een achterlijke opvatting, maar vrijheid van meningsuiting vind ik heel belangrijk. B. Deze uitspraken zouden verboden moeten worden in ons land. C. Ik ben het eigenlijk wel eens met de imam. 5. Je zit met bekenden op de tribune bij een voetbalwedstrijd. Drie van hen maken oerwoudgeluiden als er 'zwarte' spelers aan de bal komen. A. Ik vind het wel grappig. B. Ik laat merken dat ik het niet leuk vind of ik zeg er iets van. C. Ik schaam me rot en ga ergens anders staan. 6. Een nieuwe leraar vertelt dat hij homo is en samenwoont met een vriend. Wat vind je hiervan? A. Ik vind het best als hij maar niet met zijn vriend naar het schoolfeest komt. B. Heel goed dat hij daarvoor uitkomt. C. Ik vind eigenlijk dat hij van school moet.
3.3
SCORES A
B
C
1.
0
2
1
2.
2
0
1
3.
1
0
2
4.
1
2
0
5.
0
2
1
6.
1
2
0
COMMENTAAR 0 - 4 PUNTEN. Jij hebt niet voor iedereen evenveel respect. Je vindt misschien dat een grapje, dat ten koste gaat van anderen, moet kunnen. Waarschijnlijk krijg je zelf ook niet van iedereen altijd respect. Respect krijg je door anderen te respecteren. 5 - 8 PUNTEN. Jij hebt respect voor anderen maar ook weer niet overdreven veel. Voor de één heb je meer respect dan voor de ander. Dat kan zijn omdat je ten opzichte van sommigen een beetje onverschillig bent. Je snapt dat respectvol handelen meestal ook respect oplevert. 9 - 12 PUNTEN. Jij hebt veel respect voor anderen. Het hoort er gewoon bij. Je houdt niet van discriminerende opmerkingen. Misschien ben je wel politiek correct. Dat betekent dat je je heel goed bewust bent van hoe het hoort en hoe anderen over respect denken.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.4
THEMA 4 | GEWOON EN VREEMD Alle mensen zijn anders. Soms is dat vreemd omdat je de gewoonten van de ander niet kent. Andersom is dat ook zo. Wij zijn anders in de ogen van de ander. De werkvorm is gericht op een serie panelen met 'het verhangen van de bordjes' onder de noemer gewoon of vreemd.
DOELSTELLINGEN: - Leerlingen benoemen de begrippen gewoon en vreemd - Leerlingen geven voorbeelden uit hun eigen leefwereld - Leerlingen ontdekken dat wat de één vreemd vindt, de ander heel gewoon kan vinden - Leerlingen leggen verbanden met andere gewoonten en ontwikkelen hiervoor respect - Leerlingen maken panelen, ontwerpen en illustreren bordjes
noniem wordt met 'goed' en vreemd met 'slecht' wordt het al moeilijk omdat we dan gaan oordelen. Oordelen worden gauw vooroordelen. Alle mensen uit die groep krijgen dan een stempel en daar kunnen ze heel veel last van hebben. Geef de leerlingen twee blanco stemkaartjes. Laat ze er op schrijven ‘GEWOON’ en ‘VREEMD’. Lees vervolgens de onderstaande situaties of 'gewoonten' voor en vraag de leerlingen te kiezen. Na elke situatie krijgen twee leerlingen de kans om hun mening toe te lichten.
BEWERINGEN GEWOON EN VREEMD ACTIVITEIT 1. WAT IS GEWOON EN WAT IS VREEMD? Introduceer de woorden gewoon en vreemd. Schrijf ze op het bord en doe iets vreemds. Trek een jas aan, je schoenen uit of doe een pet op. De leerlingen zullen direct reageren. Vreemd is dat! Vreemd is niet gewoon. Het is in onze ogen niet normaal. Het is anders dan we gewend zijn. Iedereen kent de kreet "Doe normaal!" Maar wat is normaal? Wat in de ene cultuur 'gewoon' is, vindt men in de andere cultuur 'vreemd'. Daar is niets vreemds aan. Het hoort bij mensen en groepen. Mensen behoren tot allerlei groepen die allemaal eigen groepskenmerken hebben. Wat we gewoon of vreemd vinden, hangt heel sterk van onze opvoeding af. Wanneer ouders en andere opvoeders kinderen voortdurend vertellen wat gewoon en wat vreemd is, gaan we dat als normaal beschouwen. Daar is niets mis mee omdat we overal wel het liedje 'Zo zijn onze manieren' kunnen zingen. Maar wanneer gewoon sy-
- Als je vies bent in bad stappen. In Japan vinden heel veel mensen het vies om in je eigen vuile water te gaan zitten. Ze wassen zich eerst en nemen dan een bad. - Frikadel eten. Veel joden, moslims en hindoes zullen nooit varkensvlees eten. - Met vork en mes eten. De meeste mensen op de wereld eten anders, bijvoorbeeld met stokjes of met de hand. - Als je een cadeautje krijgt, is het beleefd om het uit te pakken en te zeggen dat je er blij mee bent. Als je iemand in Indonesië een cadeautje geeft, is het beleefd om dat niet uit te pakken waar de gever bij is. - Vijf keer per dag bidden. Veel christenen, joden en moslims bidden zeker vijf keer per dag.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.4
Nog meer beweringen GEWOON - VREEMD - Een kind met twee moeders of een kind met twee vaders. - Met je handen eten. - Eén avond in de week geen tv. - Ringen in je tepel. - Jongens met lang haar. - Meisjes die voetballen. - Opstaan voor oudere mensen in de bus of trein. - Een hoofddoekje dragen. - Geen vlees eten. - Slangen knuffelen. - Naakt zwemmen. - Geen toiletpapier gebruiken. - Naar de kerk gaan. - Sla op je boterham. - Iets stelen in een winkel. - Op de fiets de wereld rond.
ACTIVITEIT 2.
mogelijk maken ze ook een toelichting met een illustratie op de achterkant. Wanneer de bordjes klaar zijn worden ze eventueel geplastificeerd (lamineerapparaat). Hiernaast is een model van het bordje opgenomen. Teken eventueel een groot model voor- en achterzijde met inhoud op het bord als voorbeeld.
ACTIVITEIT 3. GEWOON - VREEMD TENTOONSTELLING Vertel de leerlingen dat ze een tentoonstelling gaan maken. De bordjes worden in de hal van het schoolgebouw gehangen op panelen met de teksten 'Gewoon - Vreemd'. De panelen, deuren of platen moeten onderverdeeld worden in de categorieën Gewoon en Vreemd. De bezoekers krijgen de opdracht: Wat vind jij? Hang de bordjes bij gewoon of vreemd. De bordjes kunnen voortdurend wisselen, afhankelijk van de personen die langskomen. Het is letterlijk "De bordjes verhangen".
ZELF EEN VOORBEELD MAKEN VAN GEWOON OF VREEMD De leerlingen zoeken naar voorbeelden die voor henzelf heel gewoon zijn maar voor anderen vreemd kunnen zijn. Er kunnen streekgebonden voorbeelden zijn of zelfs bepaalde familiegebruiken, bijvoorbeeld op het gebied van kleding, godsdienst, eetgewoonten en dergelijke. - Bedenk iets dat je zelf vroeger vreemd vond, maar tegenwoordig heel gewoon. (andersom kan ook natuurlijk) - Bedenk iets dat men (bijvoorbeeld je opa of oma) vroeger gewoon vond, maar tegenwoordig vreemd vindt. - De leerlingen maken vervolgens een bordje met daarop het voorbeeld van Vreemd of Gewoon. Op het bordje schrijven ze een bewering of gewoonte die Gewoon of Vreemd gevonden kan worden. Zo
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.5
THEMA 5 | VOOROORDELEN Alle mensen hebben vooroordelen. Ze worden er niet mee geboren maar ze hebben ze geleerd van hun ouders, van de tv, uit de krant. Vooroordelen zijn niet waar. Het zijn meningen. Vooroordelen kunnen heel problematisch zijn voor mensen en groepen. Welke vooroordelen hebben we en wat kunnen we er aan doen?
DOELSTELLINGEN: - Leerlingen kennen het begrip vooroordeel. - Leerlingen begrijpen dat een vooroordeel een mening is en geen feit. - Leerlingen geven voorbeelden van vooroordelen uit hun eigen leefwereld en uit de maatschappij. - Leerlingen ontmaskeren vooroordelen.
ACTIVITEIT 1.
worden niet met vooroordelen geboren. Vooroordelen zijn aangeleerd: van televisie, je ouders, negatieve ervaringen, je vrienden enz. Vooroordelen kun je ook afleren wanneer je de ander beter leert kennen en ontmoeten. VOOROORDELEN: BEWERINGEN Iedereen kan zich vergissen. Het is geen vooroordeel. Het is een feit. Het geldt voor alle mensen. Niemand is perfect.
QUIZ Het begrip vooroordeel wordt in verband gebracht met de begrippen waar - niet waar en feit en mening. Leg uit wat een vooroordeel is. Maak eventueel gebruik van onderstaande omschrijving. De leerlingen geven hun oordeel over een aantal beweringen. Hiervoor gebruiken ze het groene kaartje en het gele kaartje. Op het groene kaartje schrijven ze: geen vooroordeel. Op het gele kaartje schrijven ze: vooroordeel. Vervolgens leest u een vraag. De leerlingen geven hun mening door een kaartje omhoog te steken. De lijst met vragen is opgebouwd van eenvoudig naar moeilijk. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de beschikbare tijd kan gekozen worden uit de lijst met beweringen. WAT IS EEN VOOROORDEEL? Een vooroordeel is een voorbarig oordeel, niet gebaseerd op feiten. Een vooroordeel is niet waar of maar voor een heel klein deel waar. Een vooroordeel is een vergissing. Vooroordelen over groepen mensen kunnen zeer negatieve gevolgen hebben. Vooroordelen zetten mensen aan tot haat tegen anderen. Mensen
Roken is ongezond. Het is geen vooroordeel. Het is een feit. Het staat vast dat roken niet goed is voor je hart en je longen. Duitsers zijn onbetrouwbaar. Het is een vooroordeel. Overal wonen betrouwbare en onbetrouwbare mensen. Vluchtelingen zijn profiteurs. Het is een vooroordeel. Mensen vluchten voor oorlog en geweld of als oogsten mislukt zijn. Nederlanders zijn gierig. Het is een vooroordeel. Er zijn wel gierige Nederlanders maar niet allemaal. Sommige jongens die hun hoofd kaal scheren zijn agressief. Het is geen vooroordeel. Sommige jongens willen graag agressief overkomen maar anderen kunnen heel zachtaardig zijn. Zwarte voetballers zijn beter dan witte voetballers. Het is een vooroordeel. Er zijn zowel goede zwarte als goede witte voetballers.
3.5
Er is te weinig voedsel in de wereld. Het is een vooroordeel. Er is genoeg voedsel op aarde maar het is oneerlijk verdeeld.
Kinderen die koffie drinken krijgen rood haar. Het is een vooroordeel. Koffie is niet supergezond en daarom verzinnen ouders wel eens dit smoesje.
Rijke mensen zijn gierig. Het is een vooroordeel. Soms wel, maar er zijn ook rijke mensen die geld weggeven.
Dat het in ons land zo vol is, komt door de opvang van vluchtelingen. Het is een vooroordeel. Vluchtelingen veroorzaken niet die lange files.
Sommige buitenlanders discrimineren. Het is geen vooroordeel. Het is een feit dat overal waar mensen samenleven, discriminatie voor komt. Nederlanders zijn goede voetballers. Het is een vooroordeel. Er zijn winnaars en verliezers. Jongens die aan ballet doen zijn slappelingen. Het is een vooroordeel. Je moet juist heel sterk zijn om te kunnen dansen. Alle mensen hebben rood bloed. Het is geen vooroordeel, het is een feit. Sommige Walen zijn lui. Het is geen vooroordeel. Sommige Vlamingen zijn ook lui. Ook dat is waar. Meisjes kunnen niet voetballen. Het is een vooroordeel. Veel meiden zijn keigoed in voetballen en andere sporten. Surinamers kunnen goed dansen. Het is een vooroordeel. De meeste kunnen heel goed dansen, maar dat geldt niet voor alle Surinamers. Mannen zijn niet zo goed in huishoudelijk werk als vrouwen. Het is een vooroordeel. Sommige mannen maken er een rotzooi van, net als sommige vrouwen. Homoseksualiteit is een ziekte. Het is een vooroordeel. Vroeger dacht men zo en sommige mensen denken het nog steeds.
Kinderen die goed kunnen leren, zijn saai. Het is een vooroordeel. Sommige kinderen die goed kunnen leren zijn saai. Anderen helemaal niet. Het hangt er maar van af hoe je het bekijkt. Kleine kinderen lusten geen spruiten. Het is een vooroordeel. Want er zijn uitzonderingen. Sommige kleine kinderen zijn er gek op. Vrouwen kunnen beter voor kinderen zorgen dan mannen. Het is een vooroordeel. Mannen kunnen ook goed voor kinderen zorgen. Ze kunnen hen alleen niet de borst geven. Rijke mensen zijn gelukkig. Het is een vooroordeel. Wanneer je mensen vraagt wat ze het liefste willen, dan kiezen ze meestal voor vriendschap, gezondheid en liefde. Asielzoekers komen hier vanwege het geld. Het is een vooroordeel. De meeste mensen die vluchten worden bedreigd met de dood in hun eigen land. Ze worden vervolgd om hun geloof of politieke overtuiging. Minder buitenlanders betekent minder werkloosheid. Het is een vooroordeel. Door de groeiende welvaart hebben we nog meer buitenlanders nodig. Er komen zelfs verpleegsters uit Roemenië en computerdeskundigen uit India.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.5
ACTIVITEIT 2. DE STEMPEL VAN MENSEN AFHALEN INTRODUCTIE Het is handig om mensen in hokjes in te delen. Dat maakt onze wereld wat minder ingewikkeld. Elke dag ontstaan er weer nieuwe groepen, die een stempel krijgen opgedrukt. Van sommige stempels komen mensen niet zo gemakkelijk af. Dat gehandicapten zielig zijn en vluchtelingen profiteurs, bijvoorbeeld. Mensen die we nauwelijks kennen, krijgen gemakkelijker een stempel dan mensen die we heel goed kennen. Stempels veranderen pas wanneer we die onbekende mensen ontmoeten. Het Oudnederlandse woord voor keurmerk of stempel is terug te vinden in het begrip 'ontmoeten'. Een stempel werd een 'moet of mot' genoemd. Ontmoeten betekent dus hetzelfde als ontstempelen. De stempel van iemand afhalen. ACTIVITEIT De deelnemers gaan op zoek naar stempels. In hun hoofd, in kranten, tijdschriften of op internet. Het gaat dan om woorden of een korte zin die we gebruiken om mensen een stempel te geven. En meestal is dat niet zo positief. Het is misschien even denken maar dan komen er ook tientallen te voorschijn. Van internet zijn allerlei modellen van stempels te kopiëren. De woorden worden in de stempels verwerkt. Ze kunnen ook worden verwerkt in een tentoonstelling of in een power point presentatie waarin de stempels ook ontstempeld kunnen worden. Want dat is het tweede deel van de activiteit: gegevens verzamelen om te ontstempelen. Dat kan op verschillende manieren. Gehandicapten met stempel 'zielig' kunnen we ontstempelen door er één te ontmoeten. In het echt of via belangenverenigingen van gehandicapten. Vraag wat zij van de stempel vinden. Wat ze doen om er van af te komen. Vluchtelingen met de
stempel 'profiteurs' kunnen we ontstempelen door een vluchteling te ontmoeten en contact op te nemen met de werkgroep vluchtelingenwerk in de gemeente. Luister naar hun verhaal en vraag hoe we hen kunnen ondersteunen.
ACTIVITEIT 3. VOOROORDELEN ONTMASKEREN In deze werkvormen worden vooroordelen ontmaskerd uit twee stripverhalen over discriminatie. - Deel de twee stripverhalen (pagina 18 en 19) uit en vraag aan de leerlingen om in drietallen de vooroordelen op te zoeken en te weerleggen met zoveel mogelijk feiten. - De leerlingen proberen tot overeenstemming te komen en noteren de uitkomsten. - Blijf in de weken nadat de werkvorm is uitgevoerd, samen met de leerlingen alert op vooroordelen die bijvoorbeeld in krantenartikelen verschijnen.
3.6
THEMA 6 | PESTEN EN DE ZONDEBOK INTRODUCTIE Als het goed gaat met mensen dan denken ze meestal: dat heb ik toch maar mooi voor elkaar. Maar als er iets fout gaat, of als mensen bang worden, geven ze vaak de schuld aan een ander. Dit is menselijk. Het is ook wel lekker om jezelf een schouderklopje te geven. Mensen vinden het moeilijk om hun fouten toe te geven. Soms zijn ze er zelfs bang voor en geven ze een ander de schuld. Dat overkomt alle mensen elke dag, soms meer dan één keer. Pesten is een ramp als het je overkomt. Wanneer een heel volk of een groep mensen de schuld krijgt van bepaalde problemen in het land, dan kan het goed mis gaan. Als iemand de schuld krijgt van iets dat hij niet gedaan heeft, noemen we hem of haar een zondebok. We gebruiken het woord zondebok om duidelijk te maken dat iemand of een groep mensen onterecht de schuld van iets krijgt. Zondebokken zijn overal waar groepen mensen samenleven. Op school, op kantoor, op straat, in de sport, in de kerk en in de politiek. Is er dan niets aan te doen? Ja natuurlijk wel. Door mensen of groepen niet zomaar de schuld te geven van problemen, want daar los je ze niet mee op. Je verplaatst de problemen alleen maar, door een ander of een andere groep mensen er mee op te zadelen. Het zondebokverschijnsel is universeel. Dat betekent dat we het in allerlei variaties tegenkomen op de wereld. En het is van alle tijden.
VERSTERKENDE FACTOREN
ACTIVITEIT 1.
Overal waar mensen samenleven, komt het zondebokverschijnsel voor. De intensiteit is heel verschillend. In het algemeen kunnen we zeggen dat het zondebokverschijnsel wordt versterkt:
VIER ONWAARHEDEN OVER PESTEN Er zijn enkele hardnekkige vooroordelen over pesten. Heel veel mensen denken dat deze meningen waar zijn. Waarschijnlijk komen deze meningen voort uit onmacht. Nagenoeg alle mensen hebben ervaringen met pesten en ze voelen zich vaak heel machteloos. We geven vier voorbeelden.
- naarmate een groep wordt gefrustreerd in het bereiken van zijn doel. - naarmate de druk op de ketel groter wordt. - naarmate mensen zich onzekerder voelen. - naarmate de leiding het toestaat. - naarmate er de gewoonte bestaat dat frustratie in agressie tegen anderen wordt omgezet.
DOELSTELLINGEN:
1. PESTEN HOORT BIJ HET LEVEN. Commentaar: Pesten en geweld zijn er zolang mensen bestaan. Maar dat wil niet zeggen dat we ons er maar bij neer moeten leggen dat kinderen en jongeren gepest worden. We kunnen er ons bewust van worden en zodra we signalen opvangen, er iets tegen ondernemen.
- Leerlingen benoemen het begrip Pesten en Plagen - Leerlingen ontmaskeren enkele vooroordelen ten aanzien van pesten. - Leerlingen onderzoeken de mogelijkheden om zich tegen pesten te verzetten. - Leerlingen ordenen tips tegen pesten.
2. PESTEN GAAT VANZELF WEL OVER. Commentaar: Pesten kan eindeloos doorgaan. Soms schakelt een leerling de meester/juf in of een vertrouwenspersoon in. Het is belangrijk dat andere mensen ingrijpen. Dat kunnen ook medeleerlingen zijn. Vaak gebeurt dat ook.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
3.6
3. WIE GEPEST WORDT, LOKT HET ZELF UIT. Commentaar: Meestal is er een groepje dat één kind pest, zomaar zonder reden. Het slachtoffer is vaak machteloos en wil dat het pesten zo snel mogelijk stopt. Het kan voorkomen dat iemand die lang wordt gepest, zich ook heel anders gaat gedragen. Dat kan voor andere kinderen aanleiding zijn om verder te pesten. Het komt ook veel voor dat leraren en begeleiders dit vooroordeel hebben. Misschien zijn ze vroeger zelf ook gepest!?
De rest pest en ik stik ik houd me stoer mij krijgen ze niet klein ik verberg de pijn waarom pakken ze mij altijd? thuis zeggen ze dat het slijt ik voel me steeds alleen en... ik ben bang van top tot teen
4. BIJ ONS OP SCHOOL WORDT NIET GEPEST. Commentaar: Overal waar mensen samen leven, komt pesten voor. Dus op elke school. Je kunt er wel veel tegen doen. Sommige scholen hebben activiteiten ondernomen waardoor het pesten minder wordt.
ACTIVITEIT 2.
ACTIVITEIT
VERZET TEGEN PESTEN
Verwerk de vier voorbeelden in een stellingenspel. Daar zijn vele variaties van. Wanneer je wilt bewegen in de ruimte, maak dan een lijn van touw of tafels op een rij met aan de ene kant 'mee eens' en aan de andere kant 'niet mee eens'. Deelnemers kunnen ook een positie in het midden kiezen omdat ze het er zowel mee eens zijn als mee oneens. Geef de deelnemers de kans om hun positie toe te lichten. Vraag naar voorbeelden. Gebruik voor jezelf het commentaar onder de stellingen als mogelijke reactie.
Alle kinderen hebben ervaringen met pesten. Meestal vanuit verschillende rollen. Als pester, als slachtoffer, als meeloper of als helper. Vraag de kinderen en jongeren hoe ze zich zouden kunnen verzetten tegen pesten. Breng de vraagstelling van nr. 57 van de routekaart "Maak je eigen Top 5 tegen pesten" onder de aandacht.
Ook al hebben de deelnemers zelf ervaren dat de stelling waar is, nuanceer dat en geef aan dat het voor dat moment gold. Houd er rekening mee dat er in de groep conflicten onder de oppervlakte kunnen liggen. Pestervaringen van enkele weken of zelfs jaren geleden kunnen naar boven komen. Pesten leidt tot slachtoffers, maar ook veel daders en omstanders hebben vaak veel verdriet omdat ze zelf gepest worden of wanhopig zijn. Sluit eventueel af met onderstaand gedichtje.
Anoniem
Vraag de leerlingen hun eerste tip op te schrijven en er wellicht nog een tip, die niet in de Top 5 beschreven staat, bij te verzinnen. De suggesties worden geïnventariseerd en geordend. We geven hierna enkele suggesties als voorbeeld. Voeg deze aan de oplossingen van de kinderen toe. Ga na welke tips moeilijk zijn en veel moed vragen. Andere tips zijn misschien gemakkelijker uit te voeren, maar kunnen toch heel veel betekenen voor de zondebok. - De zondebok laten merken dat je weet van het pesten. - Niet meer lachen om de grapjes van de pester. - Erover praten met anderen en zeggen dat je het niet normaal vindt.
3.6
- Tegen de pesters roepen dat ze er eens een keer mee moeten ophouden. (Dat gaat beter als je het samen met een vriend of vriendin doet) - De pester thuis opzoeken en alleen met hem praten. - Een ouder iemand interviewen over pesten. - Op internet zoeken naar ervaringen met pesten van oudere mensen. - Spreekbeurt houden over pesten - Er met je (groot)ouders over praten. - Vertrouwenspersoon op de school inschakelen. - Een videofilmpje maken over pesten of over de vraag hoe we de pester kunnen helpen. - Steun zoeken bij andere meelopers en samen in actie komen.
- Pest je omdat anderen jou pijn gedaan hebben, wees dan heel sterk en zoek hulp. Bel bijvoorbeeld de kindertelefoon 102. VOOR DE MEELOPERS - Wees niet meer bang, er zijn veel meer jongeren die tegen pesten zijn. - Doe niet meer mee met het groepje dat pest. - Praat erover met je ouders dat je bang bent dat ze ook jou zullen pakken. - Kom op voor jezelf, kijk waar je goed in bent en ga daar helemaal voor. - Loop niet meer mee, loop weg. VOOR DE ZONDEBOKKEN
ACTIVITEIT 3. TIPS VOOR DE PESTER, DE MEELOPER, HET SLACHTOFFER EN DE DWARSLIGGER De leerlingen gaan tips ordenen in vier groepen: Pesters, Meelopers, Zondebokken en Helpers. - Zet iedere tip op een kaartje en gooi dan alle kaartjes door elkaar. - Laat de leerlingen in groepjes van 5 deelnemers de tips weer indelen in de vier groepen die deel uitmaken van het zondebokverschijnsel. - Houd tijdens het indelen/ordenen de deelnemers in de gaten. Vang uitingen van emoties op en probeer de deelnemers daarin te ondersteunen.
- Niemand ziet het dat ze je pijn doen. Dat is niet altijd zo. Mensen zien het wel maar ze zijn bang om je te helpen. - Zeg tegen jezelf: "Het is niet mijn schuld dat ze me pesten. Ik bent niet abnormaal of gek of wat dan ook. Niemand heeft het recht om mij te pesten". - Vertel aan iemand die je kunt vertrouwen dat je gepest wordt. - Bel de Kinder- en jongerentelefoon 102 en vertel hen je verhaal en vraag advies over wat je kunt doen om het pesten te stoppen. - Schrijf over je ervaringen, bijvoorbeeld in een dagboek. Het helpt soms om rottige dingen te verwerken. VOOR DE HELPERS.
VOOR DE PESTERS - Wees eens echt stoer. Ga eens wat anders doen dan pesten: hardlopen, fietscrossen of iets met survival. - Stoppen kan moeilijk zijn omdat de meelopers van jou verwachten dat je door gaat met pesten. - Zoek echte vrienden of vriendinnen, geen meelopers die jou stoer vinden. - Wil je de baas spelen? Neem een hond. Dan moet je wel de baas zijn.
- Zoek andere jongeren die ook tegen pesten zijn. - Laat jongeren die gepest worden zien dat je er van afweet. - Praat er over met je mentor. - Sluit vriendschap met degene die wordt gepest. Dat is pas stoer.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
4
_ TENTOONSTELLINGSTEKSTEN (ALLE TEKSTEN DIE REEDS OP DE ROUTEKAART STAAN, ZIJN NIET OPGENOMEN)
1. Waar of niet waar? Het is niet waar. De slag is wel gewonnen door het Graafschap Vlaanderen, maar er vochten ook Franstaligen mee tegen de Franse koning. Ze zaten in het Franse leger en hebben vanuit Zeeland de haven van Antwerpen verdedigd. In Europa zijn meer dan 77.000 Marokkanen gesneuveld. In Kapelle(Nederland) liggen er 19 begraven. 2. Waar of niet waar? Het is niet waar. Deze mythe is na de oorlog gelanceerd. Wel waren er veel meer Vlaamse soldaten aan het front. Koning Mohammed V weigerde joden uit te leveren aan Hitler. Na de oorlog kreeg hij uit dankbaarheid een herdenkingsbos in Israël. 3. Wat is jouw mening? Helemaal niet mee eens. Een beetje mee eens. Mee eens. Helemaal mee eens. • Een oorlog beginnen mag als het gaat om het verdedigen van je land. • Een oorlog beginnen mag als het de enige manier is om mensen die jarenlang onderdrukt worden te bevrijden. • Een oorlog beginnen mag als het gaat om het terug veroveren van je land. • Een oorlog beginnen mag soms maar nooit met atoombommen. • Een oorlog beginnen mag nooit. 4. Ben je het eens met de uitslag die je kreeg? 5 tot 8 blauwe stippen: Je bent een pacifist. Dat betekent dat je fel tegen oorlog bent. Je vindt oorlog geen middel om mensen te bevrijden. Volgens jou kan dat beter op een geweldloze manier. 9 tot 12 blauwe stippen: Je houdt niet van oorlog. Je vindt dat alles gedaan moet worden om oorlog te vermijden. Alleen als alle mogelijkheden om conflicten vreedzaam op te lossen zijn mislukt, zou je oorlog kunnen accepteren. 13 tot 16 blauwe stippen: Diep in je hart geloof je niet dat een wereld zonder oorlog mogelijk is. Je denkt dat oorlog soms noodzakelijk is, bijvoorbeeld om mensen te bevrijden en je land te verdedigen. Meer dan 17 blauwe stippen: Je ziet oorlog als iets dat onvermijdelijk is. Je verwacht dat er altijd oorlogen zullen blijven. Het lijkt jou het beste om je daar op voor te bereiden. Een leger vind je daarom noodzakelijk, desnoods met atoombommen.
4
5. Wie zegt iets over welk land? 1944 Normandië - Na 5 jaar bezetting van Europa begint de bevrijding van de overheersing door de nazi's. Stan Faulconbridge: Met Hitler viel niet te praten. Het kon niet anders. Maar vaak huil ik nog om mijn verloren kameraden. 1994 Rwanda - Tien Belgische Blauwhelmen worden vermoord waarna België zijn soldaten terugtrekt uit Rwanda. Daarna ontstaat er een volkerenmoord, een bloedige oorlog tussen de Hutu's en de Tutsi's. Guy Verhofstadt: In naam van mijn land, buig ik het hoofd voor de slachtoffers van de volkerenmoord van 1994. Ik vraag u om vergeving. 1989 Duitsland - De muur tussen Oost- en West-Duitsland wordt afgebroken. Willy Brandt: Ik ben blij dat Duitsland zonder geweld weer één land is geworden. 1990 Zuid-Afrika - Aan de apartheid komt een einde. Nelson Mandela: Zwarten en blanken hebben onderhandeld over een nieuwe grondwet want vrijheid kan alleen als mensen dezelfde rechten hebben. 6. Wat lijkt jou de beste actie om je te verzetten tegen oorlog? 1. Meelopen in een demonstratie. 2. Geen soldaat worden. 3. Gewelddadige computerspelletjes verbieden. 7. Wat lijkt jou de beste actie om je te verzetten tegen kinderarbeid in fabrieken van Nike? 1. Geen Nike spullen meer kopen. 2. Handtekeningen verzamelen. 3. Stuk in schoolkrant schrijven. 8. Wat lijkt jou de beste actie om je te verzetten tegen dierenleed? 1. Geen vlees eten. 2. Shampoo kopen die niet is getest op dieren. 3. Lid worden van de dierenbescherming. 9. Plak een postzegel en verstuur de kaart. 10. Vrijheid is: Elke naam die je wilt voor je kind kunnen kiezen. In ons land mag een kind niet een naam krijgen waar het altijd mee gepest zou worden. Niemand mag zijn kind Atatürk noemen. Hij was de eerste president van Turkije. Zijn naam betekent Vader van de Turken. 11. Vrijheid is: Nooit meer naar school. Miljoenen kinderen zouden graag naar school gaan maar kunnen niet. Ongeschoolde arbeid is meestal niet het leukste werk. 12. Vrijheid is: Kunnen zeggen wat je wilt. Je mag in ons land niet zeggen dat er helemaal geen joden in de Tweede Wereldoorlog zijn vergast. Als leerlingen niks mogen zeggen, kun je de school beter sluiten.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
4
13. Vrijheid is: Leven in een land zonder leger. Europa is in 1945 bevrijd door soldaten uit Amerika, Canada, Engeland en Rusland. Pacifisten werken aan vrede zonder geweld en wapens. 14. Wat vergroot volgens jou de vrijheid van mensen? 15. Hoe kan jij de vrijheid van een ander vergroten? 16. Waar zet jij je voor in? Ik zet me in voor anderen: - Wereld Natuur Fonds - Leerlingen die gepest worden - Warchild - Sportclub - De sfeer in de groep - Mijn vriend of vriendin - Vrede - Dierenbevrijdingsfront - Mijn oma Ik zet me alleen in voor mezelf. Laten we de vraag eens omdraaien. Wie zet zich in voor jou? - Je moeder/je vader - Leraren - Je opa of oma - Je zus - De buurtwerker - De politie - Het leger - De sportcoach 17. Manieren om je zin te krijgen. Omkopen, schelden, vechten, zeuren, bedriegen, onderhandelen, medestanders zoeken. 18. Vijf tips tegen ruzie. 19. De macht van de rijkste en de macht van de slimste. 20. De macht van de baas en de macht van de sterkste. 21. Heb jij macht?
4
22. Samen met je vriend ga je varen. Jij hebt zin in een hamburger maar je vriend wil pannenkoeken. Jouw plan
Jouw manier
Je doel
Jullie vriendschap
Het resultaat
Je offert je op en eet ook een pannenkoek.
Je geeft toe.
Je bereikt je doel niet.
Je blijft vrienden.
Je vriend blij, jij niet.
Je laat je vriend alleen een pannenkoek eten. Jij blijft boos in de boot.
Je gaat zitten mokken.
Je bereikt je doel niet.
Je vriendschap wordt minder.
Je vriend blij, jij niet.
Met alle kracht stuur je de boot naar MacDonalds.
Je zet je zin door.
Je bereikt je doel.
Je vriendschap wordt minder.
Jij blij, je vriend niet.
Jullie gaan eerst naar het pannenkoeken-restaurant en daarna naar MacDonalds.
Je gaat overleggen.
Je bereikt je doel.
Je blijft vrienden.
Allebei blij
23. Je mag van je ouders samen met je zus beslissen waar jullie met vakantie naar toe gaan. Je zus wil een vliegreis naar Spanje. Jij wilt een zeiljacht huren en naar Terschelling varen. Jouw plan
Jouw manier
Je doel
Jullie vriendschap
Het resultaat
Je offert je op. Jullie gaan naar Spanje.
Je geeft toe.
Je bereikt je doel niet.
Je blijft vrienden.
Je zus blij, jij niet.
Je geeft je zus een Je koopt haar om. GSM van 100 EURO als ze jouw zin doet.
Je bereikt je doel.
Je blijft vrienden.
Allebei blij maar het kost je veel geld.
Je gaat op zoek naar Je gaat overleggen. een vakantiebestemming die jullie allebei wel willen.
Je bereikt je doel niet.
Je blijft vrienden.
Allebei een beetje blij.
Je wordt boos en zeurt net zolang tot jij je zin krijgt.
Je bereikt je doel.
Je vriendschap wordt minder.
Jij blij maar de sfeer is verpest.
Je zet de familie onder druk.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
4
24. Steeds wordt jouw vriendin gepest. Je wilt dat het pesten stopt. Jouw plan
Jouw manier
Je doel
Jullie vriendschap
Het resultaat
Je durft niks te doen. Ze moet maar voor zichzelf opkomen.
Je wacht af.
Je doel bereik je niet.
Je vriendschap wordt minder.
Je blijft bang.
Je zegt tegen haar dat je het rot vindt.
Je troost haar.
Je doel bereik je niet.
Je blijft vrienden.
Je voelt je samen rot.
Je zegt tegen de pesters dat ze moeten stoppen.
Je neemt risico.
Je doel bereik je misschien.
Je vriendschap wordt sterker.
Je hebt een goed gevoel.
Je gaat naar je juf of meester.
Je zoekt hulp.
Je doel bereik je misschien.
Je vriendschap wordt sterker.
Je hebt je best gedaan.
25. Tips tegen geweld Als je 'n vechtpartij ziet, deel dan gelijk drie tikken uit: Als iemand is gestoken, dan schiet je direct Als het uitloopt op een veldslag, dan sla je meteen Als ze iemand tegen de grond slaan, kan hij de kleren krijgen
bel 112. te hulp. alarm. je warme jas.
26. Een mening is soms waar. Een feit is altijd waar. 27. Feit of mening Meisjes zijn gemener dan jongens. In ons land zitten bijna 10 keer zoveel mannen als vrouwen in de gevangenis. In de hele wereld zijn veel meer mannen soldaat dan vrouwen. In een huwelijk moet de man de baas zijn. Totaal 28. 1945 29. Vooroordelen Een vooroordeel is niet waar. Een vooroordeel is een vergissing. Wanneer je een oordeel geeft voordat je iemand kent, is dat een vooroordeel. 30. Vooroordeel of geen vooroordeel 31. Feit of vooroordeel 32. Iedereen heeft vooroordelen.
960 750 110 125 ------1945
4
33. Je nichtje gaat steeds voor de T.V. staan omdat zij naar een ander programma wil kijken. A. Je zegt dat ze weg moet gaan. B. Je duwt haar weg. 34. Je fiets is gestolen. A. Je gaat naar de politie. B. Je pikt zelf ook een fiets van een ander. 35. Van school naar huis zie je dat je vriend wordt geslagen. A. Je roept dat ze moeten stoppen. B. Je slaat samen met hem de aanvallers terug. 36. Je speelt een computerspel waarbij je voetgangers dood moet rijden. A. Je vindt dat grof. B. Je vindt dat geen probleem. 37. Je vriendin steelt in een winkel een flesje nagellak. A. Je zegt dat ze dat niet moet doen. B. Je vindt dat niet erg. 38. Een jongen gaat steeds expres op je voet staan. A. Je vraagt waarom hij dat doet. B. Je geeft hem een klap. 39. In de klas wordt steeds hetzelfde meisje gepest. A. Je zegt tegen de pesters dat ze moeten stoppen. B. Je vindt het rot voor haar maar je doet er niks aan. 40. Vechten moet verboden worden. A. Goed idee. B. Verbieden helpt toch niet. 41. Omdat er een jongen zo maar is neergestoken, wordt een demonstratie tegen zinloos geweld gehouden. A. Je loopt mee. B. Je doet niet mee. 42. Hoe vaak heb je voor A. gekozen? 43. Hoe gewelddadig ben jij? 1,2 of 3 keer gekozen voor A. Je houdt van vechten. Tip: Pas op, want wie geweld gebruikt, ontvangt ook klappen. 4,5 of 6 keer gekozen voor A. Je houdt niet echt van geweld maar je hebt wel eens ruzie. Tip: Laat het niet uit de hand lopen. 7,8 of 9 keer gekozen voor A. Je houdt helemaal niet van vechten, ruzie en geweld. Tip: Laat niet met je sollen.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
4
44.-47. Onverdraagzaam of tolerant 48. Een nieuwe leraar vertelt dat hij homoseksueel is en samenwoont met een vriend. Ik vind het best, als hij maar niet met zijn vriend naar het schoolfeest komt: Ik wil geen les van hem hebben: Ik vind het goed dat hij dat gewoon zegt: Ik maak me er niet druk om: Ik vind dat hij van school moet:
weinig tolerant. niet tolerant. zeer tolerant. tolerant. helemaal niet tolerant.
49. Sommige vluchtelingen krijgen asiel. Dat betekent dat zij in België mogen wonen. Wat vind je daarvan? Liever niet: Alleen vrouwen en kinderen moeten we helpen: De aarde is van iedereen. Iedereen moet in elk land kunnen wonen waar hij wil. Vluchtelingen zijn welkom in ons land: Vlaanderen is alleen voor de Vlamingen.
weinig tolerant. niet tolerant. zeer tolerant. tolerant. helemaal niet tolerant
50. Is tolerantie altijd goed? 51. Spijt
Peter van Dijken, scholier Ik heb een kind van school gepest. Tanja de Groot, scholier Ik heb met opzet de bril stuk getrapt van een jongen uit mijn klas. Traudl Junge, secretaresse van Hitler Ik heb voor Hitler gewerkt. Ik begreep toen niet dat het een monster was. Ik vond hem aardig. Patrick Janssens, burgemeester van Antwerpen. Namens het college en als verantwoordelijke voor het politiekorps, bied ik mijn excuses aan voor de medewerking aan de vervolging en de arrestatie van de Antwerpse joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. 52. De code is: COOL/GOED 53. De code is: FREE/VRIJ 54. Wie wil vertellen wat hij of zij op het briefje heeft geschreven?
4
55. Wie biedt een goede oplossing? Nr. hoort bij 1. 7. 2. 5. 3. 6. 4. 8.
Ik word gepest omdat ik een gehandicapte broer heb. In de klas laten ze niks merken maar in de pauze noemen ze mij een mongool. En ze doen dan mijn broer na en zeggen: `hallo soortgenoot`. Amanda (11) Mogelijke oplossing: Je zou eens een spreekbeurt over de ziekte van je broer moeten houden. En misschien durft hij een keer mee naar school te komen.
Wij zijn twee broers en we zitten op ballet. We worden daarom veel gepest. Ze schelden ons uit voor wijven en homo's. Door al die dingen willen we van ballet af gaan ook al vinden we het hartstikke leuk en willen er misschien wel ons brood mee verdienen. Conner (15) en Piotter (12) Mogelijke oplossing: Overleg met de gymnastiekleraar of jullie eens een training mogen geven aan de klas. Geef geen demonstratie maar zet ze zelf aan het werk met oefeningen. Dan ontdekken ze wel hoe zwaar het is.
Mijn vader is overleden toen ik net geboren was. Hij kwam uit India. Ik ben in België geboren maar mensen denken dat ik een buitenlandse ben. In het zwembad zei een meisje: "Jij mag niet meedoen want jij bent een buitenlander". Lisa (14) Mogelijke oplossing: Sommige mensen begrijpen niet dat er veel landgenoten zijn met een andere huidkleur. Blijf altijd trots op wie je bent. Zoek steun bij je vriendinnen of bel met de Kinder- en Jongerentelefoon: 102.
In mijn klas is steeds dezelfde jongen de zondebok. Omdat hij veel gepest wordt heb ik hem een keer bij mij thuis gevraagd. Nou kleeft hij de hele dag aan mij vast. Pieter (12)
Mogelijke oplossing: Blijf er niet alleen mee zitten. Zeg het tegen je ouders en de leerkracht. Bespreek het in de klas door te zeggen: 'Ik heb er last van dat altijd hij gepest wordt'.
56. Plagen of pesten? 57. Tip top vijf voor verzet tegen pesten.
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
4
58. Kun je kinderen die veel liegen vertrouwen? 59. Wie heeft het meeste respect voor zijn vader? Memmeth, wil je mij helpen met aardbeien plukken? Ja, dat zal ik doen. Maar Memmeth gaat voetballen en doet het niet. Hans, wil jij vandaag de auto wassen? Nee, het is toch jouw auto. Maar Hans krijgt spijt en doet het toch. Memmeth is niet brutaal geweest maar ik heb wel alleen de aardbeien moeten plukken. Hans is wel brutaal geweest maar ik ben blij dat hij mijn auto heeft gewassen. Het is maar hoe je het bekijkt. Veel kinderen zullen uit respect nooit nee tegen hun vader zeggen. Andere kinderen doen dat wel. Ze respecteren hun vader door te helpen. 60. Alle Amerikaanse soldaten die in Irak gingen vechten kregen dit kaartspel. Deze 52 Irakezen waren de belangrijkste vijanden. 61. Hoe zou jij vrede kunnen sluiten met je grootste vijand? 62. Wie is jouw beste vriend? 63. Slachtoffers van de oorlog Toen in 1918 de Eerste Wereldoorlog voorbij was, hadden negen miljoen jongens en mannen elkaar gedood. In Ieper staat een monument waarop 54.900 namen van soldaten staan geschreven, waarvan men het lichaam niet gevonden heeft. Iedere dag is daar een herdenking om niet te vergeten wat er toen gebeurd is. In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. In die oorlog sneuvelden veel Duitse jongens als soldaat in België. Op het Duitse soldatenkerkhof van Vladslo staat een beeld van Käthe Kollwitz: Het treurende ouderpaar. Zij verloor twee zonen. Oorlogen doen alle ouders lijden, lijden om hun kinderen. In mei 1940 sneuvelden vele Marokkanen bij de verdediging van België. Ze vochten in het Franse leger tegen de Duitsers. In Chastre bij Gembloux is voor hen een ereveld ingericht waar jaarlijks een herdenking wordt gehouden. 64. Slachtoffers van de oorlog In 1944 sneuvelden meer dan 8000 Amerikaanse soldaten tijdens het Ardennenoffensief. Jaarlijks komen duizenden nabestaanden rouwen op de Amerikaanse militaire begraafplaats Henri-Chapelle. Bij rellen op de Tempelberg in 2000 schoten Israëlische soldaten tientallen Palestijnen dood. Gewikkeld in de Palestijnse vlag werden zij in Jeruzalem naar hun graf gedragen. In 2003 kwamen vijftien Israëliërs om het leven bij een zelfmoordaanslag op een bus. In Haifa werden de joodse slachtoffers begraven.
4
65. Wat doen mensen bij een herdenking? Bloemen leggen Vlag uithangen 2 minuten stilte Stille tocht Vuur ontsteken Eresaluut
1. 3. 2. 5. 6. 4.
67. Vind jij herdenken belangrijk? 68. Wanneer is bevrijdingsdag? Alle antwoorden zijn goed. 11 november 8 mei 3 oktober 5 mei 23 augustus
einde van de Eerste Wereldoorlog einde Tweede Wereldoorlog in Europa dag van de Duitse eenheid bevrijdingsdag in Nederland viering afschaffing van de slavernij
DE VREDESFABRIEK De Vredesfabriek is een interactieve tentoonstelling over oorlog en vrede, geweld en vrijheid, macht en tolerantie. De Vredesfabriek is een productie van de Stichting Vredeseducatie in Utrecht. Op initiatief van de Evens Stichting in Antwerpen is een aangepaste versie van De Vredesfabriek ontwikkeld voor een tournee door Vlaanderen. SAMENSTELLING EN CONCEPT Jan Durk Tuinier en Geu Visser
VORMGEVING EN PRODUCTIE Hayo van Gemerden
MET DANK AAN Professor Dr. Herman Van Goethem en Dr. Veerle Vanden Daelen, Universiteit Antwerpen. Mw. Corinne Evens en Maud Aguirre, Evens Stichting Mw. Y. Avontroodt, Burgemeester van Schilde Gilbert Verstraelen, voorzitter, en Marjolein Delvou, coördinator,Vredescentrum Provincie/Stad Antwerpen HANDLEIDING Jan Durk Tuinier, Geu Visser en Maud Aguirre MET STEUN VAN de Evens Stichting, Antwerpen.
© 2009 De Vredesfabriek Op het concept, de inhoud en de werkvormen van de interactieve tentoonstelling en de routekaart berusten copyrights en auteursrechten. Overname en of reproductie, schriftelijk, digitaal of in welke vorm dan ook, is uitsluitend toegestaan met toestemming van de Stichting Vredeseducatie Utrecht (NL).
HANDLEIDING BIJ DE INTERACTIEVE TENTOONSTELLING DE VREDESFABRIEK
|
www.in-depth.be
REACTIES OF INFORMATIE Stichting Vredeseducatie Biltsestraatweg 160 3573 PS Utrecht Tel: 00-31-30-2723500 E-mail:
[email protected] Internet: www.vredeseducatie.nl
EVENS STICHTING Van Breestraat 14 2018 Antwerpen 03- 2313970 E-mail:
[email protected] Internet: www.evensfoundation.be
VREDESCENTRUM PROVINCIE / STAD ANTWERPEN VZW Lombardenvest 23 2000 Antwerpen Tel: 03 2024291 E-mail:
[email protected] Internet: www.vredescentrum.be