Besluit van de Vlaamse Regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakening regionaalstedelijk gebied Mechelen’
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 42, § 6, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000 en 10 maart 2006; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997 houdende definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997, wat de bindende bepalingen betreft, en op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 houdende definitieve vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004, wat de bindende bepalingen betreft; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8. Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 1976 houdende de vaststelling van het gewestplan Mechelen en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening regionaalstedelijk gebied Mechelen’ genaamd; Gelet op de aankondiging door de Vlaamse Regering van het openbaar onderzoek over het ruimtelijk uitvoeringsplan en de voorlopige vaststelling; Gelet op het openbaar onderzoek dat plaatsvond van 5 oktober 2007 tot en met 3 december 2007; Gelet op het ministerieel besluit van 30 januari 2008 houdende de verlenging van de termijn waarover de Vlaamse commissie ruimtelijke ordening (Vlacoro) beschikt om haar advies uit te brengen; Gelet op het advies van de gemeenteraad van Sint-Katelijne-Waver gegeven op 23/11/2007 en van Zemst gegeven op 12/11/2007; Gelet op het ontbreken van een advies van de gemeenteraad van Bonheiden;
Gelet op het advies van het College van burgemeester en schepenen van Mechelen gegeven op 3/12/2007 Gelet op het advies van de provincieraad Antwerpen gegeven op 3/12/2007 en van Vlaams-Brabant gegeven op 29/11/2007; Gelet op het advies van de Vlaamse Commissie voor ruimtelijke ordening (Vlacoro), gegeven op 1 april 2008; Overwegende dat de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening (Vlacoro) een gedeeltelijk gunstig advies heeft uitgebracht; dat Vlacoro adviseert op de deelgebieden ‘Arsenaal-Douane’, ‘Veiling Zuid’ en ‘R6 Zuid-Otterbeek’ niet om te nemen in het gewestelijk RUP, maar deze voorwerp te laten zijn van aparte RUP’s; dat Vlacoro over de andere deelgebieden een gunstig advies heeft uitgebracht mits rekening wordt gehouden met de in het advies vermelde voorwaarden en opmerkingen; dat deze voorwaarden en opmerkingen betrekking hebben op zowel algemene punten, de afbakeningslijn, de deelgebieden, en eigen opmerkingen van Vlacoro; dat dit besluit globaal genomen is ingedeeld overeenkomstig de indeling die Vlacoro heeft gehanteerd zodat de verwerking van het advies en de uiteindelijke opties en de motivering ervan per onderwerp gegroepeerd kunnen worden; dat omwille van de fundamentele vraag om enkele deelgebieden uit te sluiten, deze bemerking eerst wordt behandeld in dit besluit; Overwegende dat de gemeenteraad van Mechelen haar advies laattijdig heeft ingediend (gedateerd op 9/1 en ontvangen door Vlacoro op 16/1/2008), maar dat hetzelfde advies door het college van burgemeester en schepenen van Mechelen werd uitgebracht met algemene bemerkingen en bemerkingen per deelgebied; Overwegende dat de gemeenteraad van Sint-Katelijne-Waver een ongunstig advies heeft uitgebracht; dat dit advies gebaseerd is op zowel algemene bemerkingen als bemerkingen m.b.t. de deelgebieden; Overwegende dat de gemeenteraad van Zemst een onvoorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht; Overwegende dat de provincieraad van Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht; dat dit advies in hoofdzaak is gebaseerd op algemene bemerkingen; dat geen specifieke bemerkingen per deelplan werden geformuleerd; Overwegende dat de provincieraad van Vlaams Brabant een onvoorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht;
- Over de uitsluiting deelgebieden ‘Arsenaal-Douane’, ‘Veiling Zuid’ en ‘R6 Zuid-Otterbeek’ Overwegende dat Vlacoro op basis van sommige bezwaren, opmerkingen en adviezen adviseert om de deelgebieden ‘Arsenaal-Douane’, ‘Veiling Zuid’ en ‘R6
2
Zuid-Otterbeek’ niet op te nemen in het gewestelijk RUP; dat Vlacoro enerzijds voorafgaand juridisch onderzoek vraagt omtrent een mogelijke onwettigheid in de totstandkoming van het RUP aangaande de plan-MER, in het bijzonder wat betreft de genoemde deelplannen; dat uit juridisch nazicht blijkt dat het RUP wat betreft de plan-MER wel degelijk op een wettige manier is tot stand gekomen; Overwegende dat voor het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening regionaalstedelijk gebied Mechelen” het integratiespoor werd gevolgd voor de plan-m.e.r.; dat dit betekent dat het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, aangevuld bij decreet van 18 december 2002 van toepassing is en meer bepaald het artikel 4.1.4., § 2. dat de kenmerken behandelt waaraan een plan-m.e.r. moet voldoen; dat het artikel waarnaar verwezen wordt door Vlacoro een artikel is dat van toepassing is voor zover het integratiespoor niet gevolgd werd voor een RUP en waarbij het dan ook nog moet gaan om een thematisch RUP; Overwegende dat onder de bepalingen van het decreet van 18 december 2002 geen procedure werd voorgeschreven voor een plan-m.e.r. volgens het integratiespoor; dat in het wijzigingsdecreet van 27 april 2007 dat wel werd opgenomen omdat na evaluatie van de werking van het decreet van 2002 het belangrijk geacht werd om toch een procedure te voorzien voor het integratiespoor en er een uitvoeringsbesluit is uitgewerkt voor het integratiespoor over een RUP namelijk het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan; dat deze nieuwe wetgeving evenwel niet van toepassing is op het voorliggend RUP; Overwegende dat het integratiespoor betekent dat het rapport geïntegreerd is in de toelichtingsnota of dat er een apart document plan-MER beschikbaar is; dat deze werkwijze nogmaals bevestigd is in het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan; Overwegende dat in het verslag van de plenaire vergadering over het voorontwerp RUP onder meer opmerkingen werden gemaakt door AMINABELCel MER; dat de tekst van de toelichtingsnota na de plenaire vergadering in het licht van deze opmerkingen werd aangepast zodat het ontwerp RUP dat voorlag voor voorlopige vaststelling aangepast was aan deze opmerkingen; dat de opmerkingen kunnen gelijkgesteld worden aan de opmerkingen die in een goedkeuringsverslag van een plan-MER opgenomen zijn; dat ook in een dergelijk geval wordt nagegaan hoe de toelichtingsnota kan verbeterd worden rekening houdend met de opmerkingen;
Overwegende dat Vlacoro een betere stedenbouwkundige onderbouwing vraagt van de drie genoemde deelplannen; dat voor wat betreft de mobiliteitseffecten wordt verwezen naar de behandeling van de eigen opmerkingen van Vlacoro; dat erop kan gewezen worden dat op andere plaatsen in het advies van Vlacoro wordt gesteld dat onderzoek en de voorstellen voldoende zijn onderbouwd en gemotiveerd en voldoende garantie bieden voor een kwaliteitsvolle invulling; dat
3
Vlacoro niet specifiek aangeeft welke stedenbouwkundige aspecten dan wel ontbreken; dat na afweging wordt geoordeeld dat geen bijkomende onderbouwing vereist is; - Over algemene punten Overwegende dat in sommige bezwaren, opmerkingen en adviezen verschillende algemene bemerkingen worden gemaakt over verschillende algemene principes van het ruimtelijk uitvoeringsplan; dat het daarbij met name in hoofdzaak gaat over het opzet van het plan; de relatie met het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, nut en noodzaak van de grenslijn; de keuze tot het opnemen van de deelplannen, taakstelling, subsidiariteitsprincipe, rechtszekerheid; ruimteboekhouding; dat deze bemerkingen in het advies van Vlacoro globaal genomen worden weerlegd; dat het standpunt van Vlacoro op deze punten wordt gevolgd; Overwegende dat het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; dat in voorliggend plan woongebieden en regionale bedrijventerreinen worden bestemd met het oog op het voeren van een aanbodbeleid voor wonen en bedrijvigheid in overeenstemming met de ontwikkelingsperspectieven voor stedelijke gebieden volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; Overwegende dat in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ingezet wordt op het verhogen van het juridisch aanbod door een herbestemming van gebieden geschikt voor wonen; dat in functie van dit beoogde aanbodbeleid bestemmingswijzigingen worden doorgevoerd voor de gebieden R6ZuidOtterbeek, Stuivenberg, Maenhoevevelden, Geerdegem, Kantvelde en ArsenaalDouane; Overwegende dat in voorliggend gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan terreinen worden bestemd om het aanbod van ruimte voor bedrijven te verhogen in het regionaalstedelijk gebied; dat in functie van dit beoogde aanbodbeleid bestemmingswijzigingen worden doorgevoerd voor de gebieden ArsenaalDouane, Veiling Zuid, Mechelen Noord, Technopolis, Stuivenberg en Brusselsesteenweg; dat het daarbij zowel gaat om optimalisatie of herbestemming van bestaande terreinen als nieuwe ontwikkelingen; dat de herbestemmingen in functie van verschillende types regionale bedrijvigheid staan; dat in functie van het voeren van een stedelijk gebiedbeleid ook ruimte wordt voorzien voor andere functies die een rol vervullen op regionaalstedelijk niveau; dat in voorliggend RUP ruimte wordt voorzien voor de inplanting van een nieuw ziekenhuis; Overwegende dat het behoud en de ontwikkeling van stedelijke natuurelementen een uitdrukkelijke opdracht is uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bij de afbakeningsprocessen van stedelijke gebieden; dat in uitvoering van het gevoerde proces een aantal bestemmingswijzigingen worden doorgevoerd in functie van het versterken van de bestaande groenstructuur; dat bepaalde deelplannen expliciet of deels in functie van deze doelstelling worden herbestemd; dat het daarbij gaat om de deelgebieden Bethaniënpolder, Bonduelle, Stadsbos, Arsenaal-Douane, Stuivenberg en Geerdegem;
4
Overwegende dat in sommige bezwaren, opmerkingen en adviezen handelen over de inspraak, participatie en overleg over het plan, over het gevolgde planningsproces, het gevoerde onderzoek en dergelijke meer; dat Vlacoro stelt niet te kunnen oordelen of het gepleegde overleg voldoende is geweest; dat tijdens het doorlopen van de procedure van het RUP aan de wettelijke verplichtingen inzake openbaarheid en inspraak is voldaan; dat in de toelichtingsnota een hoofdstuk werd toegevoegd over de belangrijkste doorgevoerde wijzigingen sinds het voorontwerp-RUP, met name wijzigingen naar aanleiding van de plenaire vergadering van 3 juni 2005 en wijzigingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek en het advies dat Vlacoro daaromtrent heeft uitgebracht; dat waar relevant de toelichtingsnota werd aangevuld met de meest recent beschikbare informatie of resultaten van onderzoeken betreffende mobiliteit en informatie omtrent milieueffecten; dat Vlacoro adviseert te onderzoeken of inspraakmogelijkheden in de toekomst bij grote stedenbouwkundige ingrepen vroeger in de procedure van een RUP kunnen plaatsvinden teneinde het maatschappelijk draagvlak te vergroten; dat met voorliggend RUP geen wijzigingen kunnen aangebracht in functie van de opmaak van toekomstige plannen; Overwegende dat Vlacoro stelt dat niet kan worden ingegaan op sommige bezwaren, opmerkingen en adviezen waarin gepleit wordt om bijkomende gebieden in het plan op te nemen, hetzij als deelgebied met een wijziging van de huidige bestemming, hetzij op te nemen binnen de afbakeningslijn; dat Vlacoro er op wijst dat een herbestemming voor de aangehaalde gebieden ofwel niet aan de orde is ofwel in uitvoering van het gemeentelijk of provinciaal beleid kunnen worden overwogen; dat de aangehaalde gebiedsdelen niet het voorwerp hebben uitgemaakt van het openbaar onderzoek; dat artikel 42 §6 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening bepaalt dat de definitieve vaststelling van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geen betrekking kan hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan; Overwegende dat sommige bezwaren, opmerkingen en adviezen geen betrekking hebben op het ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, dat het voorwerp heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek, maar op de concrete realisatie ervan op het terrein, of op initiatieven die niet tot de bevoegdheidssfeer van de ruimtelijke ordening behoren; dat dergelijke bezwaren, opmerkingen en adviezen niet kunnen resulteren in aanpassingen van het plan of van de stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat sommige bezwaren, opmerkingen en adviezen handelen over de weergave van de feitelijke en juridische toestand, zowel in de tekst als op de kaarten; dat daarnaast ook bemerkingen zijn opgenomen over fouten in het plan; dat Vlacoro naar aanleiding van deze opmerkingen vraagt de aanduiding op de kaarten te herbekijken en zonodig aan te passen; dat de feitelijke en juridische toestand in de toelichtingsnota zonodig werd aangevuld en aangepast; dat fouten in het plan werden bijgesteld; - Over de afbakeningslijn
5
Overwegende dat in sommige opmerkingen, bezwaren en adviezen gepleit wordt voor een wijziging van de afbakeninglijn; dat sommige van deze opmerkingen het gevolg zijn van de vraag om een deelgebied uit het gewestelijk RUP te laten; dat conform de bovenstaande redenering om niet op deze vraag in te gaan ook het behoud van de grenslijn op deze plaatsen is gemotiveerd; dat de algemene bezwaren met betrekking tot de grenslijn door Vlacoro worden weerlegd; dat de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Mechelen is gebeurd conform de uitgangspunten van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen; dat Vlacoro vraagt de grenslijn rond het fort van Walem beter te motiveren en de opname van de buffer te verantwoorden; dat de grenslijn rond het fort van Walem wordt bepaald door de omvang van het deelplan ‘Veiling Zuid’; dat de bufferstrook ter hoogte van het fort is vastgelegd op basis van de te bufferen activiteiten die gezien de eisen naar lichtinval en dergelijke een afstandsbuffer vereisen; dat tevens rekening is gehouden met de bestaande groenvoorzieningen op deze plaats; dat het maximaal vrijwaren van het groen tevens een bekommernis is van diverse bezwaarindieners; dat Vlacoro vraagt te onderzoeken of bepaalde percelen conform de bezwaren buiten de afbakeningslijn kunnen worden gehouden; dat de percelen langsheen de Voetbalstraat-Blindestraat te Mechelen zijn omsloten door een woonomgeving die morfologisch en functioneel integraal tot het stedelijk gebied behoort; dat Vlacoro terecht stelt dat geen bijkomende percelen in het stedelijk gebied kunnen worden opgenomen zonder een nieuw openbaar onderzoek te organiseren; dat bijgevolg geen aanpassingen aan de grenslijn noodzakelijk en wenselijk zijn ten opzichte van het ontwerp-RUP; - Over de voorschriften Overwegende dat in verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen gepleit wordt voor een verdere detaillering van de stedenbouwkundige voorschriften; dat de voorschriften zijn opgebouwd conform de typevoorschriften zoals deze gekend waren op het moment van de voorlopige vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan; dat deze typevoorschriften ondertussen zijn vastgesteld door de Vlaamse Regering; dat ook in het advies van Vlacoro wordt verwezen naar het gebruik van de typevoorschriften en wordt aangehaald dat het wenselijk is dat een ruimtelijk uitvoeringsplan op het niveau van het gewest flexibel is; Overwegende dat in verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen verdere verduidelijking van de stedenbouwkundige voorschriften wordt gevraagd; dat deze aanpassingen werden doorgevoerd indien het wijzigingen betreft conform de typevoorschriften zoals ze zijn vastgesteld door de Vlaamse Regering of indien het gebiedsspecifieke bepalingen betreft waarvoor na afweging aanpassingen als zinvol werden beoordeeld; dat niet gebiedsspecifieke aanpassingen die niet conform de typevoorschriften zijn niet werden doorgevoerd; Overwegende dat verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen handelen over elementen die reeds zijn vastgelegd in sectorale wetgeving; dat het bijgevolg geen meerwaarde biedt om deze wetgeving in de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan op te nemen; dat ook gevraagd wordt bepalingen op te nemen die niet in stedenbouwkundige voorschriften kunnen worden vastgelegd; dat aanpassingen van de voorschriften in die zin bijgevolg niet wenselijk is en niet in
6
overeenstemming zou zijn met de vastgestelde typebepalingen; dat verschillende bemerkingen van toepassing zijn op de concrete uitvoering van de projecten en bijgevolg niet moeten worden opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het plan; dat Vlacoro ook van oordeel is dat de stad een RUP kan opmaken voor een verdere verfijning en detaillering; dat deze mogelijkheid wordt geboden conform het subsidiariteitsprincipe zoals vastgelegd in het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening; dat de mogelijkheid tot opmaak van het gemeentelijk RUP bijgevolg niet specifiek wordt opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften; dat dit wel in de toelichting erbij in het bijzonder wat betreft de woongebieden wordt vermeld; Overwegende dat in tegenstelling tot wat wordt gevraagd in het advies van Vlacoro geen specifieke bepalingen worden opgenomen voor wat betreft hoogspanningsleidingen; dat bepalingen betreffende nutsvoorzieningen reeds zijn voorzien in het decreet RO en via sectorwetgeving; dat bestaande hoogspanningslijnen en bestaande bestemmingen in functie van de aanleg ervan conform het gewestplan worden opgenomen op het verordenend grafisch plan; dat opname van bijkomende algemene bepalingen voor de infrastructuur in die zin bijgevolg overbodig is; Overwegende dat Vlacoro vraagt een duidelijkere fasering in te bouwen voor de bestemde woongebieden; dat het plan een gefaseerde ontwikkeling niet belet; dat het expliciet opleggen ervan enerzijds de onverkorte uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen kan belemmeren en anderzijds de gevraagde flexibiliteit van het RUP kan belemmeren; dat aangezien in de bezwaarschriften niet concreet wordt aangegeven welke fasering wenselijk is en waar deze moet gerealiseerd worden er evenmin een concrete verduidelijking per deelplan kan opgenomen worden op basis van het voorstel; dat op andere plaatsen in het advies van Vlacoro wordt gesteld dat fasering via inrichtingsplannen of de concrete uitvoering van een project kan gerealiseerd worden; dat het deelgebied Maenhoevevelden op een andere manier wordt benaderd omwille van de concrete plannen van de gemeente om de procedure tot opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op korte termijn op te starten; dat om die reden voor dit specifieke deelplan een fasering wordt ingevoerd; dat in de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgenomen dat het gebied pas aansnijdbaar wordt vanaf 1 januari 2010; dat omwille van de duidelijkheid in de toelichtingsnota bij alle woongebieden bepalingen zijn opgenomen over de mogelijkheden van de gemeente om een gemeentelijk RUP op te maken ter verfijning van het gewestelijk RUP; - Over de watertoets Overwegende dat verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen gesteld wordt dat de watertoets niet of onvoldoende is uitgevoerd; dat conform het advies van Vlacoro wordt geoordeeld dat de watertoets voldoet aan de daarvoor geldende bepalingen; - Over de deelgebieden - Deelgebied 2: strategisch project Arsenaal – Douane:
7
Overwegende dat het gebied in de gewenste ruimtelijke structuur voor het regionaalstedelijk gebied Mechelen wordt aangeduid als strategisch project; dat het een plek is die een belangrijke motor vormt voor stedelijke ontwikkeling; dat conform de uitgewerkte visie op het gebied bijkomende mogelijkheden worden gegeven aan economische ontwikkeling op de site van het Arsenaal en het Douaneplein; dat gezien de ligging aan het station het wenselijk is de bedrijventerreinen te bestemming in functie van de bestaande activiteiten en nieuwe kantoren en kantoorachtigen en het niet wenselijk is deze te bestemmen als gemengd regionaal bedrijventerrein; dat een waterfrontontwikkeling voor woningbouw wordt voorzien aan het kanaal; dat daarnaast gestreefd wordt naar het optimaliseren van de ontsluiting van de site; dat in uitvoering van deze doelstellingen een herbestemming van het volledige gebied in functie van de vooropgestelde doelstellingen wenselijk is; Overwegende dat in verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen gepleit wordt om rekening te houden met een recente studie voor de herinrichting van het station en de ontsluiting van het gebied; dat ook los van deze vraag door andere bezwaarindieners aanpassingen aan het plan worden gevraagd; dat wordt geopteerd om het plan en de voorschriften te verruimen zodat meer flexibiliteit wordt geboden voor de realisatie van de geplande projecten; dat het ‘gebied voor spoorinfrastructuur’ wordt omgezet naar ‘gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur’; dat enkele grenscorrecties werden doorgevoerd aan deze zone ter hoogte van de spoorbocht richting Dryport; dat de symbolische aanduiding van de stedelijke boulevard verlegd wordt in de richting van de sporen; dat het gebied voor stationsomgeving wordt omgezet naar gebied voor stedelijke activiteiten en uitgebreid aan de achterzijde van het station en bijgevolg het gebied voor kantoren wordt verkleind; dat de bestaande ondergrondse hoogspanningsleiding conform de bestaande toestand op het verordenend grafisch plan wordt aangeduid; dat in functie van de ontsluiting van de woonwijk Spreeuwenhoek –buiten het plangebied gelegen- naar de Leuvensesteenweg een indicatieve ontsluitingspijl in overdruk op het bestemmingsplan wordt aangeduid op het parkgebied waarbij bepalingen zijn opgenomen in functie van het minimaal versnipperen van het parkgebied; dat de bestaande feitelijke toestand m.b.t. beschermde monumenten werd aangevuld; dat enkele verduidelijkingen werden doorgevoerd aan de toelichtende kolom bij de stedenbouwkundige voorschriften; dat de aanduiding van de doortrekking van de Motstraat symbolisch aangeduid blijft omdat het tracé nog niet vastligt; dat de verschillende bemerkingen geen aanpassingen aan de woongebieden vereisen; dat deze aanpassingen in overeenstemming zijn met het advies van Vlacoro; Overwegende dat het advies van Vlacoro op enkele punten niet wordt gevolgd; dat Vlacoro vraagt de mogelijkheid voor de ontwikkeling van een multimodaal stadsdistributiesysteem in te schrijven; dat er beleidsmatig voor werd gekozen op deze locatie geen watergebonden bedrijventerrein te voorzien gezien de andere potenties van de locatie; dat op vraag van de NMBS een aantal kleine percelen uit het deelplan worden gelaten omdat deze niet van nut zijn voor de aanleg van spoorweginfrastructuur; dat Vlacoro adviseert dat deze bestemmingswijziging via een gemeentelijk RUP kan geregeld worden; dat dit gezien de beperkte omvang van de percelen tot onnodige planvorming- en last zou leiden; dat een aanpassing in die zin niet fundamenteel raakt aan het opzet van het plan; dat hetzelfde geldt
8
voor de vraag om geen reception facilities toe te laten in het ‘gebied voor diensten bij waterinfrastructuur’; dat bijgevolg de voorschriften in die zin worden aangepast;
- Deelgebied 3: Specifiek regionaal bedrijventerrein Veiling Zuid Overwegende dat in verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen gepleit wordt om het gebied verder te differentiëren en de voorschriften te specificeren; dat in overeenstemming met het advies van Vlacoro het plan werd bijgesteld op verschillende punten; dat het terrein werd gedifferentieerd in twee verschillende zones, met name een zone voor ‘agrarisch bedrijvenzone in het bijzonder voor glastuinbouw’ en een zone voor ‘agro-industrie’; dat installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie of energierecuperatie conform de typevoorschriften wordt toegelaten; dat termen uit de stedenbouwkundige voorschriften in de toelichtende kolom verder worden verduidelijkt; dat bijkomende bepalingen werden opgenomen in functie van schaduw, lichtinval, …; dat de noordelijke bufferzone in overdruk wordt verbreed tot 50m, behalve waar op vandaag reeds bedrijvigheid is gevestigd; dat ter hoogte van het bestaande bosje de bredere buffer wordt behouden; dat in de toelichtingsnota ter verduidelijking is opgenomen dat de verkavelingsvoorschriften primeren op de voorschriften van het RUP; dat de toelichtingsnota verder werd aangevuld met recent gevoerde onderzoek door de POM; dat conform de typevoorschriften werd aangevuld dat onder vergunde bedrijven ook vergund geachte bedrijven wordt verstaan; dat in de toelichtingsnota nuanceringen werden aangebracht wat betreft onteigeningsmogelijkheden; Overwegende dat het advies van Vlacoro op een aantal punten niet werd gevolgd; dat niet wordt voorzien in een specifieke aparte bestemming voor het bedrijf Van Gastel en niet wordt opgenomen in het belendende woongebied; dat enerzijds de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf binnen het voorschrift agro-industrie niet worden belemmerd en anderzijds bij stopzetting van dit bedrijf het niet wenselijk is op deze plaats een woonontwikkeling mogelijk te maken; dat de agrarisch bedrijvenzone niet wordt ontsloten naar de Mechelsesteenweg of de R6 omdat dit vanuit verkeersoogpunt niet gewenst is mede rekening houdend met de geplande herinrichting van de aansluiting van de Mechelsesteenweg met de R6; - Deelgebied 4: Gemengd regionaal bedrijventerrein Mechelen Noord III en IV Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot de ontsluiting van de gebieden werden aangevuld conform het advies van vlacoro, Overwegende dat het advies van Vlacoro voor de overige punten niet wordt gevolgd; dat voor de integratie en versterking van de Dijlevallei reeds bepalingen zijn opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften; dat gezien het autogerichte locaties betreft er gekozen is voor een ontwikkeling als gemengd regionaal bedrijventerrein; dat binnen deze bestemming ook kantoorontwikkeling mogelijk is; dat geen aanpassingen nodig zijn voor het toelaten van een behoorlijk bouwvolume, omdat het voorschrift dit reeds mogelijk maakt; dat ervoor wordt geopteerd om geen bepalingen op te nemen omtrent een bouwvrije strook; dat in
9
de stedenbouwkundige voorschriften de opmaak van een inrichtingsstudie is voorzien,; dat uit de concrete realisatie en inrichting zal blijken welke ruimte nodig is om de erfdienstbaarheid t.b.v. infrastructuur; dat geen reserveringszone voor weginfrastructuur wordt voorzien omdat dit conform de typevoorschriften een feitelijk bouwverbod impliceert wat tegenstrijdig is aan de keuze voor de ontwikkeling van de gebieden; dat het niet wenselijk is om minder activiteiten toe te laten gezien de ligging van deze zones op een autogerichte locatie; dat voor het overige het advies van Vlacoro wordt bijgetreden; - Deelgebied 5: Specifiek regionaal bedrijventerrein Technopolis Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen en in navolging van het advies van Vlacoro de toelichtingsnota werd verduidelijkt wat betreft de realisatie van de buffer, het niet opnemen van een bosgebied en het uitzuiveren van de toelichting bij het stedenbouwkundig voorschrift SA; dat er verder geen aanpassingen werden doorgevoerd aan het grafisch plan of de stedenbouwkundige voorschriften; dat de stedenbouwkundige voorschriften uitdrukkelijke bepalingen bevatten voor wat betreft ontsluiting, bouwvrije stroken, inrichtingsprincipes en de verankering daarvan in een inrichtingsstudie; dat de gebundelde ontsluiting bovendien als concept in de toelichtingsnota is aangegeven alsmede de verantwoording voor bijkomende activiteiten langsheen de stedelijke invalsweg; - Deelgebied 6: Grootschalige kleinhandelszone Brusselsesteenweg Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen en in overeenstemming met het advies van Vlacoro een bufferstrook in overdruk wordt ingetekend aan de noordzijde van de site naar de aangrenzende woonwijk, daar waar deze grenst aan nog niet bebouwd woongebied; dat in de stedenbouwkundige voorschriften is opgenomen dat waar buffering omwille van bestaande bebouwing niet mogelijk is op vandaag, deze wel gerealiseerd moet worden bij herbouw; toelichtende kolom bij de stedenbouwkundige voorschriften op twee punten wordt verduidelijkt; dat voor het overige geen aanpassingen aan het plan en de voorschriften zijn vereist; dat de indicatieve aanduiding van de ontsluiting van de site is afgestemd op de gekende plannen voor de aanleg van de rotonde; - Deelgebied 7: Gemengd stedelijke ontwikkeling R6 zuid – Otterbeek Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen en in overeenstemming met het advies van Vlacoro verschillende aanpassingen werden doorgevoerd aan het plan; dat in de stedenbouwkundige voorschriften is opgenomen dat het gebied zowel via de Liersesteenweg als de R6 kan worden ontsloten zodat zowel op kortere als langere termijn de ontsluiting van het gebied niet gehypothekeerd wordt; dat verduidelijkt werd waarom op deze locatie een gefuseerd ziekenhuis wordt gepland; dat een deel van het woongebied uit het ontwerp RUP wordt omgezet naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen zodat dit gebied voldoende groot is om zowel een nieuw ziekenhuis als een woon- en zorgcampus en bejaardenhuisvesting te
10
voorzien in een ruimtelijk samenhangend deel van het plangebied; dat Vlacoro hieromtrent een dubbel standpunt inneemt, met name behoud woonzone en uitbreiding zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen; dat voor deze tweede optie wordt gekozen omwille van bovenstaande redenen; dat de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot buffering worden aangevuld met een bepaling in functie van de leefkwaliteit van de site en haar omgeving; Overwegende dat voor wat betreft het geplande regionaal stedelijke ziekenhuis er specifieke aandacht moet zijn voor de ontsluitingsproblematiek; dat de resultaten van de mobiliteitsstudie in het kader van de plan-MER en de gevolgen ervan voor de inrichting van de R6 later mee in rekening moeten worden gebracht; - Deelgebied 8: Gemengd stedelijke ontwikkeling Stuivenberg Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen en in overeenstemming met het advies van Vlacoro het RUP op een aantal punten werd aangepast; dat de bestemming van specifiek regionaal bedrijventerrein voor kantoren gewijzigd wordt naar gemengd regionaal bedrijventerrein; dat een gebiedsspecifieke bepaling inzake perceelsgroottes wordt opgenomen; dat de ontsluiting van de woonzone alleen via de noordelijke zijde door het bosgebied kan worden gerealiseerd en bijgevolg de zuidelijke ontsluitingspijl wordt verwijderd; dat artikel 8.3.4. werd verduidelijkt zodat eenduidig is dat onder de bestaande gebouwen ook de jeugdlokalen wordt begrepen; dat een tegenstrijdigheid in de voorschriften werd weggewerkt met betrekking tot de uitbreiding van de bebouwing; Overwegende dat het advies van Vlacoro op een aantal punten niet werd gevolgd; dat geen gebiedsspecifieke voorschriften voor het bosgebied worden voorzien omdat die reeds voorzien waren in het ontwerp RUP; dat in het advies niet duidelijk blijkt voor welk specifiek voorschrift de bemerking geldt; - Deelgebied 9: Stedelijk woongebied Maenhoevevelden Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen er voor het woongebied Maenhoevevelden een specifieke fasering wordt ingebouwd; dat in de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgenomen dat het gebied pas aansnijdbaar wordt vanaf 1 januari 2010; dat voor het overige geen inhoudelijke aanpassingen worden doorgevoerd aan het plan en de stedenbouwkundige voorschriften;
- Deelgebied 10: Stedelijk woongebied Geerdegem Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen en in overeenstemming met het advies van Vlacoro het RUP op een aantal punten werd aangepast; dat de bestemming ‘parkgebied’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘gemengd openruimte gebied’ conform de typevoorschriften omdat de voorgestelde wijzigingen aan het voorschrift parkgebied en de vragen naar aanleiding van de geuite bezwaren voornamelijk betrekking hebben op enerzijds de vraag om ook uitbreiding van de activiteiten toe te laten en anderzijds op
11
behoud van het bos; dat de bestemming als gemengd openruimte gebied hier meer bij aansluit, gezien deze bestemming in tegenstelling tot de bestemming parkgebied wel bebouwing in functie van onder meer recreatie toelaat; dat daarnaast in de stedenbouwkundige voorschriften ook wordt verduidelijkt dat de inrichtingsstudie ook betrekking kan hebben op de ontsluiting van het gebied; dat ook de terreinen die thans in opstalrecht en gebruiksrecht gegeven zijn door de stad aan de jeugdbeweging omgezet worden naar een gemengd open ruimtegebied om zo tegemoet te komen aan de vraag van stad en jeugdbeweging om een gebied specifiek voor te behouden voor behoud en functioneren van de jeugdbeweging; dat met deze aanpassingen tegemoet gekomen wordt aan de bemerkingen van Vlacoro; - Deelgebied 11: Stedelijk woongebied Kantvelde Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen en in overeenstemming met het advies van Vlacoro het RUP werd aangepast; dat bij de op te heffen plannen het bestaande BPA Oude Pleinstraat wordt vermeld; dat bij de ruimtelijke opties van artikel 11.1.5. wordt verwezen naar het bestaande groenmassief; dat met deze aanpassingen tegemoet gekomen wordt aan de bemerkingen van Vlacoro; - Deelgebied 12: Stedelijk woongebied Bethaniënpolder Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen geen aanpassingen worden doorgevoerd aan het RUP; dat Vlacoro op basis van haar algemene bemerking stelt dat een planMER voor dit gebied ontbreekt; dat gezien een herbestemming naar een groenfunctie wordt voorzien geen nefaste en significante milieueffecten te verwachten zijn; dat gezien de beperkte omvang van dit gebied een dergelijk onderzoek geen meerwaarde aan het plan kan brengen; dat de mogelijkheid om werken voor onderhoud en exploitatie van de waterweg uit te voeren reeds is opgenomen in sectorwetgeving; - Deelgebied 13: Bonduelle Overwegende dat op basis van de verschillende opmerkingen, bezwaren en adviezen een beperkt deel van het natuurgebied wordt gewijzigd naar parkgebied; dat voor het overige geen aanpassingen worden doorgevoerd aan het RUP; dat geen aanpassingen aan het RUP nodig zijn in functie van bestaande gebouwen en activiteiten, gezien deze reeds waren voorzien in het ontwerp RUP; - Deelgebied 12: Stadsbos Overwegende dat voor het stadsbos nabij het voormalig militair domein intussen een inrichtingsstudie werd opgemaakt; dat deze studie nog niet was afgerond bij voorlopige vaststelling van het voorliggende rup waardoor slechts een deel van de totale inrichtingsstudie werd opgenomen in de huidige afbakening van het regionaalstedelijk gebied Mechelen; dat de inrichting van een bos aansluiting kan vinden bij de afbakening van het buitengebied; dat de bosuitbreiding kan meegenomen worden in de planningsprocessen van het buitengebied, i.c.
12
opgenomen worden als actie in het programma van uitvoering van de afbakening van de regio Zenne-Dijle-Pajottenland; dat op basis van de opmerkingen, bezwaren en adviezen overeenkomstig het advies van Vlacoro geen aanpassingen aan het deelplan vereist zijn;
- Over de eigen opmerkingen van Vlacoro (andere dan de planMER) Overwegende dat Vlacoro vaststelt dat vele bezwaren en adviezen handelen over de mobiliteitsproblematiek en multimodaliteit; dat zij van mening is dat deze onvoldoende werd onderzocht en dat voorafgaande studie op dat vlak noodzakelijk is; dat aan de toelichtingsnota een hoofdstuk werd toegevoegd over de te verwachten mobiliteitseffecten van de geplande projecten zoals voorzien in het RUP; dat dit werd aangevuld met informatie uit gekende studies; dat ook bij de diverse deelplannen zonodig aanpassingen aanvullingen in die zin werden doorgevoerd; dat zodoende tegemoet wordt gekomen aan het algemene advies en de specifieke adviezen per plangebied betreffende mobiliteit door de Vlacoro;
Gelet op het advies nr. 44.754/1 van de Raad van State, afgeleverd op 11 juli 2008;
Op voorstel van de Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;
13
Na beraadslaging, BESLUIT: Artikel 1. Het bij dit besluit gevoegde gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Mechelen wordt definitief vastgesteld. De normatieve delen van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zijn gevoegd bij dit besluit: 1° Bijlage 1 bevat het grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied het plan van toepassing is; 2° Bijlage 2 bevat de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften; De niet-normatieve delen van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zijn gevoegd bij dit besluit: 1° Bijlage 3 bevat een weergave van de feitelijke en juridische toestand, met name de tekstuele toelichting en de kaarten. 2° Bijlage 3 bevat de relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. 3° Bijlage 3 bevat de lijst van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die worden opgeheven Artikel 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, Minister-president van de Vlaamse Regering,
Kris PEETERS en Viceminister-president van de Vlaamse Regering en de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,
Dirk VAN MECHELEN
14
