Schilder De Vlaamse
Mei 2006 • Driemaandelijks vakblad voor schilders, behangers en plaatsers van soepele vloerbekleding • Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel
• • • • • • • •
De strijd tegen schimmels Controle op naleving bepalingen inzake arbeidsduur Vestigingswetgeving - kwaliteit gegarandeerd Schildersberoep is knelpuntberoep Sigaret aan de kant Veilig werken met een hoogwerker CE markering voor vloerbedekkingsmaterialen Exclusieve ledenvoordelen
3
Inhoudstafel
Voorwoord
4
Een complete afwerking
5
Wat u zeker moet weten over de Verzekering Arbeidsongevallen
6
Nieuwe verf op basis van nanotechnologie bestrijdt schimmels, algen en bacterïën
6
Bepalingen inzake arbeidsduur
8
Vestigingswetgeving
9
Schildersberoep knelpuntberoep
11
Veilig werken met een hoogwerker
12
De sigaret aan de kant
16
Vloerbedekkingsmaterialen op de eengemaakte Europese markt: CE markering
17
Een omnireeks aan wetmatigheden in kleurtoepassingen voor de schilder-decorateur
20
Krediet als verkoopsargument
24
Schilderscafé: veiligheid en hoogwerkers
26
Praktijkavond decoratieve technieken
27
Tweede familiedag
27
Samenwerking met Plopsa
28
Nieuw sectorconvenant beoogt meer stages
29
Op zoek naar de juiste opleiding?
30
Leuke weetjes uit de sector
31
� Vestigingswet: Confederatie Bouw is voorstan-
der van strikte criteria voor wie toegang wil tot het schildersberoep.
RAAD VAN BESTUUR Mertens André: VOORZITTER Klinkers Benoît: ONDERVOORZITTER Fleurinck Etienne: ONDERVOORZITTER De Roo Peter: SECRETARIS GENERAAL De Potter Norbert: PENNINGMEESTER Meuleman Jan: HONORAIR VOORZITTER Goutsmet Walter Van Eyken François Ameye Claude Vanbillemont Alain De Munter Felix W ONEN EVENEENS DE R ADEN VAN B ESTUUR
BIJ :
Smets Cyriel Bresseleers Koen Dekeyser Romain Gulisano Aldo
� Van links naar rechts; Meuleman Jan, Goutsmet Walter, Mertens André, De Potter Norbert, Van Eyken François, Bresseleers Koen, Fleurinck Etienne, Gulisano Aldo, Ameye Claude, Vanbillemont Alain, De Roo Peter, Klinkers Benoît.
De Vlaamse Schilder
3
Technieken Voorwoord van Jan Meuleman
Verder op nieuwe sporen met nieuwe voorzitter Een betere dienstverlening voor de leden en een intenser verenigingsleven: daarvoor zijn wij vanaf 1999 als Vlaamse Schilders samengekomen, eerst als een werkgroep van de Vlaamse Confederatie Bouw en vanaf 2002 als een volwaardige component binnen een grondig geherstructureerde schildersfederatie die ten volle rekening houdt met de regionalisering. Intussen is er heel wat ten goede veranderd. Voor onze dienstverlening verwijs ik onder meer naar de informaticaprogramma’s die wij op maat van de schilders hebben laten ontwikkelen. Ook voor het ophalen van gevaarlijke afvalstoffen kunnen de leden dankzij de werking van de Vlaamse Schilders systemen op maat krijgen. Ik kan de leden er enkel toe aanmoedigen van deze diensten effectief gebruik te maken. In een vereniging mag ook het sociale aspect niet ontbreken. Ongedwongen onderling van gedachten wisselen: dat is de doelstelling van ons schilderscafé. Wij hebben intussen al een vierde editie achter de rug. Het café werd dit maal niet beperkt tot West-Vlaanderen maar ook uitdrukkelijk voor Oost-Vlaamse leden opengesteld. Ik hoop dat dit initiatief in andere provincies navolging zal kunnen vinden. Dit jaar sluiten wij ons andermaal aan bij de familiedag die op de laatste zondag van augustus voor alle verenigingen van de voltooiingscluster wordt georganiseerd en vorig jaar al een voltreffer was.
Jan Meuleman HONORAIR VOORZIT TER
VAN D E
VLAAMSE SCHILDERS
der kunnen aanbieden, is nog het meest tastbare bewijs dat de Vlaamse Schilders zich nu bijzonder actief voor de aangesloten leden inzetten. Intussen hebben de verschillende federaties die zich bezighouden met afwerkingstechnieken – de Belgische en de Vlaamse Schilders, de Vlaamse Schrijnwerkers, de Aannemers van Glaswerken, de Belgische Vereniging van Dichtingswerken en de Beroepsvereniging van Afwerkingsbedrijven – met de Confederatie Bouw een clustercontract voor de volledige sector van de afwerking afgesloten. Vooral van belang is dat dit contract voor de betrokken federaties – en dus ook voor de Vlaamse Schilders – een professionele en stabiele uitbouw van hun secretariaat mogelijk maakt. Binnen deze cluster zullen wij echter volledig de aparte koers die wij een vijftal jaar geleden hebben ingezet, kunnen voortzetten. Dit zal voortaan gebeuren onder het voorzitterschap van André Mertens. Wegens mijn drukke bezigheden als voorzitter van de Confederatie Bouw West-Vlaanderen was het voor mij niet langer mogelijk daarnaast nog voldoende tijd vrij te maken voor de Vlaamse Schilders. Van bij de start was André Mertens bij de werking van de Vlaamse Schilders betrokken. Als voorzitter van de actieve Antwerpse schildersvereniging kent hij het reilen en zeilen van de beroepsorganisatie. Ik ben ervan overtuigd dat hij de geknipte persoon is om onze nog jonge federatie verder uit te bouwen en wens hem heel veel succes toe.
Het derde nummer dat wij u van ons tijdschrift De Vlaamse Schil-
Colofon C ONFEDERATIE B OUW V LAAMSE S CHILDERS VZW Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Tel.: 02/545 57 05 - Fax: 02/545 58 59 www.vlaamseschilders.be BTW be 861 286 952 De Vlaamse Schilder verschijnt in februari, mei, augustus en november.
ADMINISTRATIE EN REDACTIE
REALISATIE
Eindredactie : Filip Coveliers Redactie : Karolien Scheerlinck Tel.: 02/545 57 57 - Fax: 02/545 58 59
[email protected]
Little BIG Band - Henri Farmanstraat 40 9000 Gent, tel.: 09/269 90 00
DRUKWERK Drukkerij Geers, Oostakker
VERANTWOORDELIJKE ADVERTENTIEVERANTWOORDELIJKE Karolien Scheerlinck Tel.: 02/545 57 57 - Fax 02/545 58 59
COVERBEELD BOSS paints
4
De Vlaamse Schilder
UITGEVER
Filip Coveliers Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel
Publireportage
Een complete afwerking met Orac Wanneer een binnenruimte stijlvol dient afgewerkt te worden volstaan de eigenlijke schilder- of behangwerken alleen vaak niet. De schilder-decorateur is dan aangewezen op sierlijsten, plinten en andere smaakvolle decoratieartikelen om het geheel af te werken, want details zijn nu eenmaal belangrijk. Een geslaagd resultaat wordt uiteraard enkel bekomen als deze producten zowel kwalitatief als esthetisch aan hoge normen voldoen. Orac NV uit Oostende is een toonaangevend bedrijf in de vervaardiging van decoratieartikelen uit kunststof. Kroonlijsten, consoles, zuilen, nissen, deuromlijstingen, rozetten, wandlijsten, medaillons, guirlandes en wandverlichting behoren tot hun aanbod dat beschikbaar is in meer dan 50 landen. De ontwikkeling van nieuwe producten en toepassingen voor het interieur dragen zij hoog in het vaandel. In de jaren zeventig waren sierlijsten helemaal niet populair: ze werden verwijderd of er werden valse plafonds geplaatst om gipsproducten te verstoppen. De opkomst van sierlijsten en andere decoratieve elementen in goedkoper polystyreen deed het tij keren, maar polystyreen is qua oppervlaktehardheid en reproductiezuiverheid niet ideaal. Bovendien zijn profielen uit polystyreen in vele gevallen niet met alle kwaliteitsverven of lijmen te behandelen
binding en Decofix Hydro voor de verlijming in vochtige ruimtes en buitengebruik. • Orac Axxent is vervaardigd uit Duropolymer en is ook een professioneel alternatief voor polystyreen. Duropolymer bezit dezelfde kwaliteiten als Polyurethaan maar is daarenboven waterbestendig en hard. • Orac Myline® is een uitgepuurd gamma dat vorig jaar op de markt kwam voor strakke hedendaagse interieurs. Wat de professionele schilder-decorateur volgens Orac zeker ook nog dient te weten is dat kroonen wandlijsten uit het Orac Decor assortiment ook verkrijgbaar zijn in een flexibel materiaal om gebogen wanden en plafonds af te werken. De SX.118 plint uit het Orac Axxent assortiment is ook verkrijgbaar in een flexibel materiaal. Op het vlak van verlichting bieden de Orac-collecties vandaag eveneens allerhande oplossin-
gen. Dan denken we vooral aan de wandarmaturen die zeer eenvoudig geïnstalleerd kunnen worden door middel van een kliksysteem. Deze elementen zijn eenvoudig overschilderbaar en kunnen met drie verschillende types lampen gebruikt worden, nl. met halogeen-, spaar- of gloeilampen. Orac Xinnix verlichtingssystemen worden effen met het oppervlak bepleisterd. Naast deze losse wandarmaturen, bestaat er ook een systeem om langs het plafond een doorlopende verlichting te voorzien. Twee kroonlijsten verbergen het indirecte verlichtingssysteem.
Orac bracht een nieuwe luxe brochure op de markt met tal van ideeën en foto’s van verschillende realisaties. Meer informatie over deze en andere producten kunt u bekomen bij Orac NV op 059/80 32 52. Alle info over de producten vindt u eveneens op de website (www.oracdecor.com). U kunt er ook alle installatie-instructies downloaden in pdf.
Vandaag brengt Orac NV producten op de markt die vele voordelen bieden tegenover traditionele materialen zoals gips, hout en polystyreen: • De producten uit het assortiment Orac Decor - vervaardigd uit polyurethaan - zijn makkelijk overschilderbaar, niet breekbaar, reeds voorzien van een primer, afgewerkt met randscherpe hoeken en proper installeerbaar dankzij de eenvoudige verlijming. Orac biedt hiervoor de volgende lijmen aan: Decofix pro, een acrylaatlijm voor verlijming en filler, Orac Fix extra voor een naadloze ver� Country Style met producten uit het assortiment Orac Decor.
De Vlaamse Schilder
5
Publireportage
Wat u zeker moet weten over de Verzekering Arbeidsongevallen Steigers of ladders beklimmen, ... het beroep van schilder is, zoals u kunt lezen op pagina 12 niet zonder risico. Voorzorgsmaatregelen zijn in alle opzichten nodig. Daarom lichten we – na de Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid – nu de Arbeidsongevallenverzekering zeer kort toe.
nemers die u tewerkstelt. Het betreft een verplichte verzekering die ook ‘Wetsverzekering’ wordt genoemd (wet van 10 april 1971). De vergoedingen die worden gestort bij arbeidsongeschiktheid, hospitalisatie, geneeskundige verzorging of overlijden worden namelijk bij wet vastgelegd.
Als werkgever bent u verplicht een verzekering Arbeidsongevallen af te sluiten voor de werk-
De verzekering Arbeidsongevallen dekt alleen medewerkers. De zelfstandige of bedrijfsleider
kan een Persoonlijke verzekering Ongevallen voor Zelfstandigen afsluiten. Deze Ongevallenverzekering 24u/24 die Federale Verzekering aanbiedt, dekt de aannemer zowel in het privé-leven als in het beroepsleven.
Bron : Federale Verzekering Voor meer informatie : 0800 14 200 - www.federale.be
Nieuwe verf op basis van nanotechnologie bestrijdt schimmels, algen en bacteriën Reeds in de middeleeuwen werd ter voorkoming van de pest een zilveren muntstuk op de tong gelegd. Vandaag kan dit edelmetaal onder een veel kleinere vorm verschillende micro-organismen bestrijden. Bioni
CS verwerkte het metaal in samenwerking met het Fraunhofer Instituut voor Chemische Technologie in verven. Deze muur –en gevelverven verhinderen volgens de firma op duurzame en efficiënte wijze de
groei van schimmels, algen en bacteriën. Daarbij staat de gezondheid van mens en milieu steeds voorop. Schimmels, algen en bacteriën zijn micro-organismen die een belangrijke rol vervullen in de natuur en die zeer frequent voorkomen. Wanneer ze echter muren en daken aantasten worden ze snel een bron van ergernis en vormen ze vaak een probleem. Ten gevolge van de moderne bouwtechniek wordt een toename van schimmels in woonruimten vastgesteld. Tegelijkertijd zien artsen een stijging van ziekten met betrekking tot de ademhaling die het gevolg zouden zijn van schimmels binnenshuis. Bij het bestrijden van deze ongewenste micro-organismen in huis grijpt men vaak naar anti-schimmelverven. Het nadeel van deze producten is dat ze in hoofdzaak gebaseerd zijn op bio–en fungiciden die blijvend aan de omgeving vrijgegeven worden. Hierdoor wordt de schimmel bestreden, maar bestaat de kans dat deze stoffen via de luchtwegen in het menselijk lichaam terechtkomen. Doordat de hoeveelheid biocide langzaam afneemt, verliest de verf ook beduidend zijn werking.
� Bioni binnenverf is gezien zijn eigenschappen ook geschikt voor gebruik in ziekenhuizen.
6
De Vlaamse Schilder
Sinds oktober 2005 is er een emissievrij alternatief op de markt voor deze verven die
Publireportage
op biocide gebaseerd zijn. Onderzoekers van het Duitse Fraunhofer Instituut voor Chemische Technologie (ICT) in Pinztal en Bioni CS met hoofdzetel te Oberhausen, hebben dit nieuw product ontwikkeld. Het product werkt op basis van zeer kleine nano-zilverpartikels, die actief worden van zodra ze met schimmels en bacteriën in aanraking komen. Na dat contact komen geringe hoeveelheden zilverprionen vrij, die de ongewenste microorgansimen op verschillende plaatsen tegelijkertijd aanvallen.
Voor de bescherming tegen algen –en mosaangroei zijn ook de buitenverven van Bioni uitgerust met dit nano-effect dat micro-organismen liquideert.
� Algen hebben overduidelijk deze muur aangetast.
In februari 2006 heeft Bioni CS Duitsland een samenwerkingsakkoord met Bioni CS Benelux aangegaan. Deze nieuwe vennootschap zal vanaf maart exclusief de Bioni producten op de Benelux markt introduceren. Meer informatie kan u bekomen bij Bioni CS Benelux,
[email protected].
NIEUWS VAN HET WTCB Heel wat gebouwen worden geconfronteerd met schimmelproblemen. Ook het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf besteedt de nodige aandacht aan deze problematiek. • Binnen het laboratorium microbiologie kunnen bouw- en afwerkingsmaterialen getest worden op hun schimmelgevoeligheid aan de hand van internationale standaardprocedures. • Het WTCB voert onderzoek naar bruikbare technieken en protocols om schimmelgroei te saneren.
De Vlaamse Schilder
7
Bedrijfsbeheer
Laat u niet pakken: bepalingen inzake arbeidsduur Het is uw collega’s al overkomen: controle door de arbeidsinspectie met aanzienlijke gevolgen. De naleving van de bepalingen betreffende de arbeidsduur is altijd één van de zaken waar de inspectie nauwlettend zal op toezien. Het gebeurt immers maar al te vaak dat de normale werktijden overschreden worden zonder dat de werkgever eigenlijk volledig reglementair bezig is. In dit artikel willen we daarom op een aantal zaken wijzen die de werkgever bij de organisatie van de werkuren in acht zou moeten nemen. Voor de naleving van de bepalingen betreffende de arbeidsduur is een goed opgesteld arbeidsreglement van cruciaal belang. In principe is het immers verboden om te werken buiten de uurroosters die vermeld staan in het arbeidsreglement. De Arbeidswet laat weliswaar toe om, bijvoorbeeld bij buitengewone vermeerdering van het werk, af te wijken van de normale uurregeling opgenomen in het arbeidsreglement en overuren te presteren, maar dan dient een strikte procedure te worden nageleefd. Zo moet men vooraf het akkoord hebben van de vakbondsafvaardiging (voor zover er tenminste één is) en de toestemming van de arbeidsinspectie. Voor die overuren is ook steeds een toeslag verschuldigd van 50% en die uren moeten steeds gerecupereerd worden. Een mogelijke oplossing bestaat erin dat de werkgever gebruik maakt van de flexibiliteitsmaatregelen die in de sector van kracht zijn. Deze maatregelen laten toe om afwijkende uurroosters in het arbeidsreglement te laten opnemen, zodanig dat er geen omslachtige procedure meer moet gevolgd worden indien men langer wenst te werken dan de normale arbeidsregeling. Een concreet voorbeeld van een flexibiliteitsmaatregel, is de regeling van het bijkomend uur van het KB nr. 213. Deze regeling laat toe om tijdens de zomerperiode of in periodes van
8
De Vlaamse Schilder
� Specifieke omstandigheden zoals zomerperiodes of periodes van intense activiteit leiden ertoe dat de arbeidsorganisatie dient aangepast te worden. Flexibiliteitsmaatregelen kunnen enige vorm van soelaas bieden, maar zijn geen mirakeloplossingen die een ongebreidelde vrijheid geven voor de vaststelling van de werkuren. De organisatie van de arbeidstijd zal altijd binnen een zeker keurslijf moeten gegoten worden.
intense activiteit de normale uurregeling met maximum 1 uur per dag te overschrijden en de dagelijkse arbeidstijd dus op maximum 9 uur te brengen. De onderneming kan van deze regeling voor maximum 130 uren op jaarbasis gebruik maken. Om de regeling concreet te kunnen toepassen, moet de werkgever in het arbeidsreglement, naast het normale uurrooster, een uurrooster opnemen met prestaties tot 9 uur per dag dat geldt wanneer toepassing gemaakt wordt van het bijkomend uur. De arbeider heeft voor de bijkomende uren de keuze om ze te recupereren (zonder toeslag)
of dit niet te doen (in dat geval is een toeslag van 20% verschuldigd). Meer informatie over deze en de andere flexibiliteitsmaatregelen kunt u vinden op de website www.confederatiebouw.be.
Aanwezigheid arbeidsreglement op de werf Met betrekking tot het arbeidsreglement mag men ook nooit uit het oog verliezen dat een kopie moet aanwezig zijn op elke plaats waar
Bedrijfsbeheer
werknemers van de onderneming worden tewerkgesteld. Zoniet vervallen de uurregelingen die erin opgenomen zijn en geldt een vast uurrooster dat door de reglementering wordt opgelegd. Bij het ontbreken van een arbeidsreglement op de bouwplaats mogen de werken slechts uitgevoerd worden van 8u tot 12u en van 12u45 tot 16u45.
Arbeidstijd - verplaatsingstijd Een discussiepunt dat ook vaak opduikt bij de controle op de naleving van de bepalingen inzake arbeidsduur, is het verschil tussen arbeidstijd (vergoed met uurloon) en verplaatsingstijd (vergoed met mobiliteit en eventuele terugbetaling van de verplaatsingskosten). De tijd die gebruikt wordt voor de verplaatsing van de woonplaats naar de bouwplaats is geen arbeidstijd. De tijd voor de verplaatsing tussen
twee werkplaatsen tijdens de dag daarentegen, is wel arbeidstijd. Wanneer de arbeider zich nu eerst naar de zetel van het bedrijf of het atelier moet begeven om zich vandaar naar de bouwplaats te begeven, dan rijst de vraag of de tijd voor de verplaatsing tussen het atelier en de bouwplaats als arbeidstijd moet aangemerkt worden. Indien de bedrijfszetel of het atelier louter als verzamel- of opstapplaats dient om gezamenlijk met andere arbeiders naar de bouwplaats te vertrekken, is het duidelijk dat de verplaatsing tussen atelier en bouwplaats nog steeds onder de noemer valt van verplaatsing tussen woonplaats en bouwplaats en dat de tijd die daarvoor gebruikt wordt geen arbeidstijd is. Anders ligt het wanneer op de bedrijfszetel of het atelier al bepaalde werkzaamheden moeten uitgevoerd worden. In dat geval begint de
arbeidstijd al te lopen bij de aanvang van die werkzaamheden en is de tijd voor de verplaatsing naar de bouwplaats arbeidstijd. Sommige inspecteurs passen dit nu heel strikt toe en beschouwen bijvoorbeeld het laden van de bestelwagen al als voldoende om te spreken van aanvang van de werkzaamheden. De sociale partners uit de bouwsector hebben daarom vorig jaar in het sectoraal akkoord gevraagd om in de arbeidsreglementering een bepaling in te lassen waardoor de verplaatsing naar de bouwplaats buiten de arbeidstijd zou vallen indien het laden of lossen dat op de bedrijfszetel of atelier gebeurt niet langer dan 5 minuten in beslag neemt. Deze bepaling is vandaag echter niet nog niet uitgevoerd. Met dank aan Hendrik De Wit Confederatie Bouw. Tel.: 02/545 58 28
[email protected]
Vestigingswetgeving Toegang tot beroep zo georganiseerd dat kwaliteit gewaarborgd is
In februari 2005 startte middenstandsminister Sabine Laruelle onderhandelingen met onze sector over de modernisering van de vestigingswetgeving voor bouwberoepen. Om de consument een minimale bescherming te waarborgen was de Confederatie Bouw van bij het begin voorstander van strikte criteria voor wie toegang wil tot het schildersberoep of een van de andere bouwberoepen. Het kabinet van de minister daarentegen stond aarzelend tegenover de handhaving van de vestigingsregeling voor een aantal bouwberoepen. Mede onder invloed van de Confederatie Bouw, week het Kabinet van Minister Laruelle af van deze visie. Ze opteerde er vervolgens voor de nadruk te leggen op een modulaire organisatie van de toegang tot de beroepen. Hoewel reeds besloten werd tot het behoud van de vestigingswet, leken op het eerste gezicht deze twee invalshoeken toch nog vrij
tegenstrijdig. De toegang tot het beroep vergemakkelijken (visie Minister Laruelle) leek te moeten gebeuren via een vermindering van de eisen, terwijl het verbeteren van de consumentenbescherming (visie Confederatie Bouw) echter een versterking van diezelfde eisen leek te vragen. Zeer uiteenlopende benaderingen met betrekking tot de concretisering van de modulaire organisatie die het gevolg waren van deze uiteenlopende prioriteiten, deden het Kabinet van de minister van middenstand en de Confederatie Bouw tot het besef komen dat het nastreven van een concensus een moeilijke oefening ging worden. Om uit de impasse te geraken heeft de Confederatie tijdens de vakantieperiode, met de medewerking van de betrokken federaties, een globaal voorstel uitgewerkt. Dit voorstel heeft geleid tot een ontwerp-KB dat de administratieve rompslomp vermindert voor de toekomstige aannemer, en – in het belang
van de klant – voorkomt dat de eerste de beste avonturier als aannemer begint. Meer specifiek is er gekozen voor een coherente groepering in negen clusters van beroepen: • • • • • • • • •
ruwbouw; dakbedekking + waterdichting; schrijnwerk en glazenmakers; elektrotechniek; installatie van klimaatregeling, gas en sanitair; stukadoor-, cementeer- en dekvloeractiviteiten; tegel, marmer en natuursteen; eindafwerking; algemene aanneming.
Deze groepen omvatten niet alleen alle vandaag gereglementeerde bouwberoepen, maar ook de activiteiten van algemene aanneming, dekvloeren en schrijnwerk in andere materialen dan hout. Het toepassingsgebied wordt dus ruimer. ➞
De Vlaamse Schilder
9
Bedrijfsbeheer
� In het voorstel dat Confederatie Bouw tijdens de vakantieperiode uitwerkte en dat uiteindelijke leidde tot het ontwerp-KB, waren er negen groepen van beroepen voorzien. “Schilder-en behangwerk” was er een van.
Zoals af te leiden valt uit de opsomming werden de activiteiten schilder- en behangwerken en het plaatsen van soepele vloerbekleding in een aparte cluster ondergebracht nl. deze van de eindafwerkingsactiviteiten. De kenniseisen zijn zo specifiek dat zij moeilijk konden worden samengevoegd met andere activiteiten, waardoor zij in het ontwerp een eigen cluster vormen. Voor deze negen clusters is de reglementering gebaseerd op een coherent kenniseisenpakket bestaande uit twee niveaus: • een algemene module (die betrekking heeft op de bouwbeheerkennis);
10
De Vlaamse Schilder
• negen beroepsspecifieke kennismodules (een per cluster). De aspirant-aannemer moet bijvoorbeeld bewijzen dat hij de rechten en de plichten van de onderaannemer kent, alsook de belangrijkste bepalingen betreffende gunning en uitvoering van overheidsopdrachten, de aansprakelijkheid, de procedures van oplevering, het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, ... maar ook zaken die specifiek zijn voor zijn vakgebied zoals de eigenschappen van de materialen en de kwaliteitsstandaarden die van toepassing zijn voor zijn activiteiten.
Het ontwerp bepaalt de manier waarop deze kennis kan worden bewezen: door ervaring (minstens drie jaar effectief) of door diploma’s waaruit minstens blijkt dat het secundair onderwijs met succes werd gevolgd. Het ontwerp bevat ook overgangsmaatregelen om aan de gevestigde ondernemingen te waarborgen dat zij hun activiteiten kunnen voortzetten in het kader van de nieuwe reglementering. Meer weten? Jean-Pierre Liebaert, tel. 02 545 57 40,
[email protected], Johan Berghmans, tel. 02 545 56 29,
[email protected]
Bedrijfsbeheer
Schildersberoep knelpuntberoep ondanks 17 werkzoekenden per vacature Lik-op-stuk-beleid en dienstencheques moeten vacatures sneller ingevuld krijgen
Wie een opleiding voor schilder volgt, moet nadien ook een job als schilder aanvaarden, conform het principe dat VDAB-topman Fons Leroy onlans huldigde. Om zwartwerkende ‘werkzoekende’ schilders tot wit werk aan te zetten moet aan de lijst van ‘mannenberoepen’ waarvoor de VLD de invoering van dienstencheques bepleitte, dat van schilder worden toegevoegd. Met deze twee remedies moet volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) en onze Federatie een einde komen aan de volgende paradox: dat het met circa 1.700 werkloze schilders niet mogelijk is 100 openstaande vacatures in te vullen. Voor de meeste bouwberoepen kunnen bedrijven binnenkort vlotter hun vacatures invullen: indien niet met Vlaamse werklozen dan wel met buitenlandse arbeidskrachten. De meeste bouwberoepen komen voor op de Vlaamse lijst waarvoor de overheid op vijf dagen tijd arbeidsvergunningen en arbeidskaarten zal toekennen. Op 21 april heeft de federale regering deze lijst nog bekrachtigd.
tal vacatures zo hoog. Per vacature staan op papier 17 werkzoekenden ter beschikking. Dit was de hoofdreden waarom er tussen Vlaamse werkgevers en vakbonden geen consensus kon worden gevonden om voor de schilders vlotter arbeidsvergunningen en arbeidskaarten toe te kennen. Toch erkent de VDAB het beroep van schilder nu al drie jaar lang als ‘knelpuntberoep’, d.i. als een beroep waarvoor de vacatures moeilijk ingevuld geraken. Een belangrijk probleem is dat de opleidingscentra van de VDAB overbevraagd worden door werkzoekenden die nadien geen job in de bouwsector uitoefenen. Op jaarbasis kan de VDAB ongeveer 200 werkzoekenden opleiden tot schilder. Deze schildersopleidingen trekken heel wat werkzoekenden aan. Maar dit succes heeft tegelijk een keerzijde. In drie van de acht centra zijn er wachttijden van 10 tot 12 maanden en in drie andere centra van drie tot zes maanden. Slechts een beperkt aantal van
Niet zo voor het beroep van schilder. Dit beroep komt niet voor op de lijst waarvoor er een snellere toekenning van arbeidsvergunningen en arbeidskaarten voor buitenlandse arbeidskrachten komt. Schildersbedrijven zijn voor de rechtstreekse tewerkstelling dus grotendeels op de Vlaamse arbeidsmarkt aangewezen. Vandaar dat zij op de Vlaamse arbeidsmarkt snel hun gading moeten vinden. Op basis van de officiële statistieken zou er geen probleem mogen zijn. Volgens de statistieken van de VDAB kunnen de schildersbedrijven een beroep doen op zowat 1.700 werkzoekende schilders. Voor geen enkel beroep in de bouwsector ligt de verhouding van het aantal werkzoekenden tegenover het aan-
� Een structureel aanbod van degelijk opgeleide en gemotiveerde schilders is wat de schildersbedrijven nodig hebben.
deze cursisten stroomt door naar de bouwsector. Met als gevolg dat een aannemer die een werkzoekende voor zijn vacature wil laten bijscholen, niet aan de bak komt. Meer in het bijzonder voor de schildersopleidingen moet dus het principe gelden dat administrateur-generaal Fons Leroy onlangs heeft naar voor geschoven: wie bij de VDAB een opleiding volgt, moet zich na afloop engageren voor een aansluitende job. De VCB en onze Federatie vermoeden dat heel wat opgeleide werkzoekenden in de schildersopleidingen nadien in het zwarte circuit verdwijnen en dat het succes van de schildersopleidingen bij de VDAB veel te maken heeft met de kansen die een inleiding in het schildersvak biedt om nadien in het zwart te klussen. Vooral in de schilderssector tiert het zwartwerk. Ook het bijberoep is in vele gevallen geen springplank meer naar zelfstandigheid, maar wel een verdoken vorm van zwartwerk. Voor zwartwerk is een oplossing ten gronde vereist. Nu reeds kunnen dienstencheques voor poetswerk. De formule heeft succes. De VLD heeft voorgesteld om naast poetswerk ook ‘mannenactiviteiten’, zoals tuinieren en herstellingswerken, voor dienstencheques open te stellen. Volgens de Vlaamse Schilders en de VCB moeten ook schildersactiviteiten met dienstencheques kunnen worden betaald. Omwille van de financiële voordelen van de dienstencheques zullen de klanten er geen belang meer bij hebben om hun schilderwerk nog in het zwart te laten uitvoeren. Met dank aan Gerrit De Goignies Vlaamse Confederatie Bouw Tel.: 02 545 56 52
[email protected]
De Vlaamse Schilder
11
Veiligheid en gezondheid
Veilig werken
met een hoogwerker
Er wordt tegenwoordig zeer veel beroep gedaan op hoogwerkers en dat is maar goed ook. Hoogwerkers zijn zeer veilige arbeidsmiddelen als ze op de juiste manier worden gebruikt.
• indien de hoogwerker niet optimaal functioneert; • als de hoogwerker scheef komt te staan; • als het werkplatform niet horizontaal blijft staan.
Het aantal ongevallen met hoogwerkers is zeer beperkt in vergelijking met het aantal ongevallen met ladders. De maximale werkhoogte en de bewegingsmogelijkheden van hoogwerkers nemen steeds toe. Jammer genoeg geldt dit ook voor de risico’s op een ongeval.
Hierna volgen nog enkele tips die in acht dienen genomen te worden bij het werken met een hoogwerker:
GEBRUIKSINSTRUCTIES De gebruiker van een hoogwerker moet zich steeds realiseren dat hij de belangrijkste veiligheidsfactor is bij het werken met een hoogwerker. De hoogwerker heeft ook zijn limieten, maar of deze al dan niet overschreden worden, ligt vaak alweer in de handen van de gebruiker. Grosso modo kunnen de belangrijkste vijanden van een hoogwerker ingedeeld worden in twee groepen nl. putten en vloeropeningen en het klimaat. In volgende situaties dient het werk dan ook stilgelegd te worden: • bij blootstelling aan een windkracht groter of gelijk aan 6, 13,8 m / sec of ± 50 km / h (krachtige wind / stijve bries); • bij buitenwerk tijdens zwaar weer (onweer, e.d.);
12
De Vlaamse Schilder
• let op lage doorgangen zoals deuren, elektrische, stoom- en productieleidingen, lampen e.d. en houd tijdens het rijden voldoende afstand ten aanzien van deze obstakels. Onthoud dat de hoogwerker niet geïsoleerd of geaard is. Ondanks het feit dat de hoogwerker op rubberen banden rust kan er toch een elektrische overslag optreden doordat het metalen lichaam van de hoogwerker dicht bij de grond staat. Ook dient de beschikbare bewegingsruimte gecontroleerd te worden, voordat de hoogwerker gepositioneerd wordt; • kijk bij verplaatsing uit naar eventuele obstakels, afval, gaten, bulten, verlagingen, hellingen en andere gevaarlijke omstandigheden; • controleer of zich in de directe omgeving van de hoogwerker personen of apparatuur bevinden, voordat u het platform gaat heffen. Observeer het traject van de af te leggen weg van de hoogwerker; • wees alert! Let op voor de eventuele voetgangers die zich op het traject zouden kunnen begeven. Rijd niet te dicht bij andere voertuigen; • weet dat het slepen van de hoogwerker over de openbare weg niet is toegestaan;
• wees uiterst voorzichtig als u de hoogwerker verplaatst met opgeheven platform. Indien mogelijk: verplaats de hoogwerker met het werkplatform in transportstand. Verplaats hoogwerkers van het aanhangwagentype nooit met geheven platform; • controleer of de hoogwerker op een voldoende stevige / vlakke en draagkrachtige ondergrond staat opgesteld; • controleer of de af te leggen route het gewicht van de hoogwerker kan dragen; • breng geen overhangende lasten aan en vergroot het platform niet; • vervoer nooit onstabiele lasten; • vervoer geen personen; • gebruik de hoogwerker ook niet als toegangslift; • berijd hellingen zodanig dat de last naar de helling is toegekeerd; • overbelast het werkplatform nooit; • controleer de beveiligingen van het werkplatform; • houd de werkvloer schoon om slippen of struikelen te voorkomen; • controleer (indien vereist) of persoonlijke beveiligingsmiddelen gebruikt worden en juist zijn bevestigd; • voorkom dat elektrische kabels, slangen, touwen, e.d. verward raken tijdens het stijgen en dalen van het werkplatform en beveilig alle gereedschappen en materialen tegen vallen, voordat u het werkplatform laat stijgen of dalen. Voorkom ook dat gereedschap en materialen op het platform in contact komen met de bedieningshendels; • blijf altijd met ‘beide benen’ op het werkplatform staan (het staan op leuningen, alsmede het aanbrengen van ver➞
Veiligheid en gezondheid
� Veel van de opgesomde tips in dit artikel lijken vanzelfsprekend. Nochtans behoren vele van de opgesomde aandachtspunten tot de belangrijkste ongevalsoorzaken bij het gebruik van een hoogwerker.
De Vlaamse Schilder
13
Veiligheid en gezondheid
•
•
• •
•
• • •
•
•
hoging op de platformvloer, zoals trappen e.d. is verboden); schakel de hoogwerker uit als u het platform verlaat. Geen enkel apparaat met ingeschakelde aandrijving en zonder toezicht is veilig; let op bij hoogwerkers met verbrandingsmotoren. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide en koolstofdioxide. Bij gebruik in gesloten ruimten dient men maatregelen te nemen (natuurlijke ventilatie) tegen het inademen van deze gassen; open in noodgevallen het nooddaalventiel; vergrendel bij onderhoudswerkzaamheden aan of tussen de scharen, het scharenpakket met de veiligheidssteun in de onderwagen; bij transport dient het daalventiel in de hefcilinder in geopende positie te staan en de hoofdschakelaar uitgeschakeld; ontgrendel de rijfunctie bij het verslepen van de hoogwerker; controleer wekelijks het vloeistofniveau van de accu’s; controleer machines met een verbrandingsmotor dagelijks op een voldoende hoog oliepeil; verhinder nooit ingestelde waarden van drukken enz. in het systeem. Dit geldt eveneens voor alle veiligheidsvoorzieningen; zet veiligheidsschakelaars nooit vast of overbrug ze nooit.
• de hoogwerker mag alleen gebruikt worden door personen ouder dan 18 jaar die bekend zijn met de bediening van hoogwerkers en met de voorschriften van de fabrikant; • het besturen van een hoogwerker is een veiligheidsfunctie. De bestuurder moet dan ook bij zijn bedrijfsgeneeskundige dienst een jaarlijks medisch onderzoek ondergaan voor een ‘veiligheidsfunctie’;
• rapporteer defecten en storingen van de hoogwerker onmiddellijk bij de verantwoordelijke persoon. Gebruik de hoogwerker niet totdat de klachten verholpen zijn; • alleen opgeleide personen mogen de hoogwerker repareren. Reparaties dienen volgens de richtlijnen van de constructeur te gebeuren.
Aandachtspunten bij aankoop/huur Bij het aankopen van een nieuwe hoogwerker moet geëist worden dat de hoogwerker een CE-markering heeft en een geldige E.G.-verklaring van overeenstemming. Een andere contractuele overeenkomst kan zijn dat de eerste keuring voor indienststelling door een erkend organisme gebeurt. De periodieke keuringen (driemaandelijks) zijn normaal ten laste van de aankoper. En hoe zit het met het huren van een hoogwerker? Een recente nota van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid in verband met het huren van arbeidsmiddelen heeft een aan-
14
De Vlaamse Schilder
tal nieuwe accenten gelegd die belangrijk zijn om te onthouden: • de conformiteit van een arbeidsmiddel (hoogwerker) met de reglementaire beschikkingen van kracht in het land van de huurder komt ten laste van de verhuurder (verhuurmaatschappij); - de conformiteit van een arbeidsmiddel (hoogwerker) met bijkomende vereisten die zijn opgelegd door de gebruiker komt eveneens ten laste van de verhuurder; • de huurder is steeds verantwoordelijk voor het in goede staat houden van het arbeidsmiddel;
• het contract (huurcontract) moet melding maken van wie belast is met het onderhoud van het gehuurde arbeidsmiddel; • normaal is de periodieke keuring van een hoogwerker ten laste van de verhuurder. In het contract kan echter worden vermeld dat de huurder dient in te staan voor de periodieke keuring van de hoogwerker. Meestal is dit enkel het geval indien de hoogwerker voor een langere periode (meerdere maanden) wordt gehuurd.
Veiligheid en gezondheid
Het gebruik van persoonlijke valbeveiliging in een hoogwerker Moet je in een hoogwerker persoonlijke valbeveiliging dragen?
Sommigen antwoorden ja, anderen nee. Verwarring troef dus. En toegegeven, het is niet eenvoudig.
Indien een werkplatform op deze manier is afgeschermd, dient men geen persoonlijke valbeveiliging te dragen.
Een hoogwerker kan eigenlijk beschouwd worden als een werkplatform. Over de beveiliging van werkplatformen bestaan zeer strikte voorschriften.
De CODEX over het Welzijn op het Werk (titel VII, hoofdstuk II, artikel 3) stelt uitdrukkelijk: “Wanneer de risico’s niet uitgeschakeld kunnen worden aan de bron of niet voldoende beperkt kunnen worden met maatregelen, methodes of procédés op het gebied van arbeidsorganisatie of met collectieve technische beschermingsmiddelen, en slechts in dit geval, moeten de persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.”
Een werkplatform moet afgeschermd worden door: • een leuning op een hoogte tussen 1 m en 1,20 m; • een tussenleuning op 45 cm hoogte; • een plint van 15 cm hoog.
� Ook de 4e editie va het Schilderscafé had als thema “Veiligheid en werken met hoogwerkers” (lees meer op p. 26).
Wat verder lezen we: “Werknemers die blootgesteld zijn aan een val van meer dan 2 meter moeten veiligheidsgordels of -harnassen gebruiken wanneer de omstandigheden vermeld in artikel 3 het gebruik ervan verplichten.” En ook: “Indien de valhoogte niet tot minder dan 1 meter kan worden beperkt, moet de werknemer een harnas dragen.” Wat betekent dit voor het werk in hoogwerkers ? Meestal is het werkplatform van een hoogwerker voldoende afgeschermd. Het gebeurt echter vaak dat men het werkplatform (gedeeltelijk of zelfs volledig) verlaat of dat men over de afscherming moet leunen om een bepaald werk uit te voeren. Het spreekt voor zich dat men dan een harnas moet dragen. Bovendien moeten de voorschriften van de constructeur of de verhuurfirma steeds worden gevolgd. Of je persoonlijke valbeveiliging moet dragen in een hoogwerker, hangt dus af van het werk dat moet uitgevoerd worden en van het al dan niet verlaten van het werkplatform. Verscheidene dodelijke ongevallen hebben echter aangetoond dat zware of fatale kwetsuren kunnen worden voorkomen door een valharnas te dragen, ook als men het werkplatform niet verlaat. Het NAVB raadt dan ook aan om in een hoogwerker steeds een veiligheidsharnas met retentiesysteem (en bijgevolg een zo kort mogelijke vanglijn) te dragen. Een dergelijk systeem verhindert dat men het werkplatform kan verlaten. Het gebruik van een veiligheidsharnas waarvan de vanglijn uitgerust is met een valdemper is zeker af te raden omdat een dergelijk systeem meestal enkel bruikbaar is bij een vrije valhoogte van vijf meter, hetgeen bij het gebruik van een hoogwerker zeker niet altijd het geval is. Met dank aan Christian Depue, NAVB.
[email protected]
De Vlaamse Schilder
15
Veiligheid en gezondheid
De sigaret aan de kant Sinds begin 2006 mogen werknemers niet meer roken op de werkplaats. Niet alleen voor hun eigen gezondheid en veiligheid, maar ook voor die van anderen.
De wetgeving Sinds 1 januari heeft elke werknemer recht op een rookvrije werkruimte en sociale voorzieningen. Dit betekent dat de werkgever het roken moet verbieden in elke ruimte in het bedrijf: werkplaats, gang, trap, lift, garage, werfkeet, refter, sanitaire voorzieningen,... Voor mensen die meestal niet op dezelfde plaats werken, zoals schilders, geldt dit verbod uiteraard ook op ‘de werkruimte op verplaatsing’. De wet bepaalt immers dat het verbod ook geldt voor werknemers die afgezonderd werken. Verder is roken ook verboden in elk voertuig dat de werkgever ter beschikking stelt. Een sigaretje in de dienst- of bestelwagen onderweg naar een klant hoort er dus al enkele maanden niet meer bij.
Tips voor de werkgever: voer een ‘rookbeleid’ in en hou hierbij rekening met het volgende: • iedereen heeft wettelijk recht op een rookvrije werkplek; • ga uit van het rookgedrag van je werknemers en neem op basis hiervan maatregelen; • informeren staat centraal, zowel bij het ontwikkelen als bij het invoeren en uitvoeren van het beleid; • geef als werkgever het goede voorbeeld; • evalueer het beleid geregeld en pas het aan indien nodig.
Enkele uitzonderingen
Risico’s op het werk
De werkgever kan een rooklokaal voorzien in het bedrijf. Zo’n rooklokaal moet aan bepaalde eisen voldoen. Zo moet het bijvoorbeeld degelijk geventileerd zijn.
Zoals reeds gezegd, is roken heel schadelijk voor de gezondheid. En niet alleen voor die van de roker. Ook de omstaanders genieten mee van de negatieve invloed op de gezondheid. Wie passief rookt, ademt kankerverwekkende en giftige stoffen in. Een niet-roker die een week in de omgeving van een roker vertoeft, ademt evenveel schadelijke stoffen in als iemand die zo’n vijf sigaretten per dag rookt.
Op sommige plaatsen is het recht op een rookvrije werkruimte niet van toepassing. De werkgever is niet verplicht om op de volgende plaatsen een rookverbod op te leggen: • in open lucht; • op gesloten publieke plaatsen, horeca waar het voor het publiek toegelaten is te roken; • in private vertrekken in instellingen (rusthuizen, verzorgingstehuizen,...) en gevangenissen; • in privéwoningen, behalve de ruimten in deze woningen die enkel bedoeld zijn voor professioneel gebruik en waar een werkgever werknemers tewerkstelt (bv. een schildersatelier in een privéwoning). Dit laatste wil niet per definitie zeggen dat een schilder in een privéwoning zomaar een sigaret mag opsteken. Het KB geldt voor arbeidsplaatsen en de werkgever kan de toepassing van zijn
16
rookbeleid uitbreiden naar arbeidsplaatsen zoals privéwoningen. Verder moet ook rekening gehouden worden met de bewoners van de woning en met de stoffen en producten waarmee gewerkt wordt (zie verder). De filosofie achter het KB is het ‘recht op een rookvrije werkplek’ en niet een opsomming van de plaatsen waar al dan niet gerookt mag worden...
De Vlaamse Schilder
Roken kan dan ook nog bijzonder gevaarlijk zijn voor bepaalde beroepsgroepen: werkne-
mers blootgesteld aan gevaren voor de ademhaling (asbest, ethanol, arseen, stralingen,...), werknemers in sectoren zoals de koolmijnen, fabricatie van pesticiden, rubber, petroleum,... Maar ook schilders vormen een beroepsgroep voor wie roken extra schadelijk is. Als schilder werk je geregeld met gevaarlijke en (licht) ontvlambare stoffen en in de nabijheid van (licht) ontvlambare producten: verfverdunners, verf in spuitbussen, metaalverf. Oplosmiddelen houden brand- en explosiegevaar in als ze een zeer laag vlampunt hebben. Daarenboven zijn ze bij inademing en huidcontact schadelijk voor de gezondheid. Soms wordt wel eens gewerkt in een gesloten ruimte, wat ook een verhoogd brandgevaar inhoudt. Het is dus nog extra opletten geblazen wanneer men werkt met volgende ontvlambare producten: • alicyclische verbindingen (bv. terpentijn); • aromatische koolwaterstoffen (bv. benzeen, xyleen, tolueen); • glycidylverbindingen; • reductieagenten (bv. aminen); • bepaalde reinigingsproducten; • vloeiadditieven voor PUR; • zincomine; • white spirit. Meer informatie vind je op www.prevent.be/p/smoking-02 Met dank aan Karen Everaet, Prevent vzw
Wetenschap en techniek
Vloerbedekkingsmaterialen op de eengemaakte Europese markt: CE markering De Europese eengemaakte markt vereist een vrij verkeer van goederen. In de praktijk werd dit principe evenwel gehinderd door een veelvoud aan nationaal wettelijk opgelegde voorwaarden. Elk van de lidstaten kan immers omwille van veiligheidsredenen een nationale wetgeving uitvaardigen. De Europese Commissie heeft bovenstaande ontwikkelingen reeds vanaf 1989 proberen te verhinderen door het opstellen van een Europese richtlijn voor bouwproducten waarin het algemeen kader werd geschetst voor het opleggen van minimale veiligheidsniveaus.
De uitwerking van de Europese bouwproductenrichtlijn wordt sinds een tweetal jaren versneld door het verschijnen van zogenaamde geharmoniseerde productnormen voor een reeks van bouwmaterialen zoals isolatiematerialen, cement, ... en ook vloerbedekkingsmaterialen. Voor de consument wordt dit duidelijk door het verschijnen van een CEmerkteken op de producten. Deze Europese wetgeving slaat enkel en alleen op bouwmaterialen en in die zin worden alleen producten beschouwd die de volledige vloeroppervlakte bedekken: kamerbreed tapijt, tapijttegels, laminaat, rubbertegels, .... Producten die eerder
een decoratieve toepassing kennen zoals afgepaste tapijten, badkamertapijt, ... zijn door deze richtlijn niet geviseerd. Via de CE-markering geeft de producent (of hij die de vloerbedekking op de Europese markt brengt) aan dat deze vloerbedekking beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften die in de Europese geharmoniseerde productnorm EN 14041 voor een bepaald toepassingsgebied zijn vastgelegd. Dit veiligheidsniveau wordt overal in de Europese Unie op dezelfde wijze gecommuniceerd en de informatie wordt ook overal geaccepteerd. Dit impliceert evenwel nog niet dat overal in Europa eenzelfde veiligheidsniveau voor eenzelfde toepassingsgebied werd vastgelegd. Voortgaande op wat in de vroegere nationale wetgevingen bestond, werden er 6 groepen van voorwaarden weerhouden: • brandgedrag • emissie van formaldehyde • gehalte aan pentachlorophenol • electrostatisch gedrag (indien relevant) • thermische geleidbaarheid (indien relevant) • slipgedrag
� Elk van de lidstaten kan omwille van veiligheidsredenen een nationale wetgeving uitvaardigen. Voor de soepele vloerbedekkingsmaterialen zoals tapijt, linoleum, vinyl, kurk, rubber en laminaat hebben we in het verleden gezien dat voornamelijk brandvoorschriften werden opgelegd en recent ook voorschriften voor de emissie van vluchtige organische componenten (VOC’s).
De belangrijkste vereisten omvatten het brandgedrag. De nationale overheden werden opgeroepen om hun nationale brandwetgeving aan de Euroklassen aan te passen die in EN 14041 en EN 13501 gespecificeerd worden en dit zonder daarbij a-priori het bestaande brandniveau te verstrengen. Bepaalde landen zoals Frankrijk hebben dit vrij snel aangepast, andere zoals België zijn (zeer) traag en hebben pas onlangs een eerste voorstel voor wijziging van de nationale wetten neergelegd. Bemerk wel dat ieder land zelf de gewenste brandklasse per toepassing bepaalt (welis-
De Vlaamse Schilder
17
Wetenschap en techniek
� De nationale overheden werden opgeroepen om hun nationale brandwetgeving aan Euroklassen aan te passen waarvoor uniforme testmethoden gelden.
waar exclusief te kiezen binnen de hierboven beschreven Euroklassen met de corresponderende uniforme testmethode en attesteringsprocedure). Zo kan bvb in België voor hoogbouw brandklasse Bfl s1 vereist worden, terwijl in Duitsland voor diezelfde toepassing brandklasse Cfl s1 vereist wordt. De CE-markering geeft aan dat een product overeenstemt met de door de Europese Richtlijn vastgestelde niveaus van bescherming (veiligheid) en dat alle door deze Richtlijn opgelegde conformiteitsbeoordelings-procedures werden nageleefd. De CE-markering is dus geen kwaliteitsmerk, geen oorsprongsaanduiding, geen
18
De Vlaamse Schilder
toelating om het bewust product in om het even welke toepassing in te zetten. Het grote voordeel voor de producent is dat een product dat goedgekeurd is in één van de
lidstaten ook automatisch voor dezelfde eigenschappen is goedgekeurd voor alle andere EU-lidstaten en dus vrij binnen de EU mag circuleren. De producent hoeft dus niet meer in elke lidstaat afzonderlijk aan te tonen dat zijn product veilig is en dat dit aan de fundamentele veiligheidsvoorschriften voldoet. Toch blijft elke nationale overheid zelf verantwoordelijk voor de bescherming van de veiligheid op haar grondgebied, maar het is de lidstaat die moet bewijzen dat een bepaald product niet zou voldoen aan de fundamentele veiligheidsvoorschriften. De Europese Commissie heeft beslist om alle producenten (of hij die de vloerbedekking op
Wetenschap en techniek
de Europese markt brengt) te verplichten om vanaf 1 januari 2007 te voldoen aan de CE markering. Vanaf die datum moeten alle vloerbedekkingsmaterialen die op de markt gebracht worden van een CE-merkteken worden voorzien en uiteraard voldoen aan de voorschriften zoals beschreven in EN 14041. De Europese Commissie heeft een overgangsregeling voorzien waarbij het vanaf 1 januari 2006 reeds mogelijk is (maar niet verplicht) om de CE markering aan te brengen. De 3 betrokken Europese Federaties (ECRA = European Carpet and Rug Association: ERFMI = European Resilient Flooring Manufacturers Institute en EPLF = European Producers of Laminate Flooring) hebben unaniem de volgende afspraken vastgelegd om de consument op uniforme wijze te informeren:
• De CE-markering komt op de verpakking van de vloerbedekking en niet op het individueel product • De uitgebreide informatie omtrent de gegarandeerde veiligheidsniveaus komt in commerciële documentatie zoals technische specificaties; ... Bijgaande figuur op pagina 18 geeft twee voorbeelden van de informatie zoals ze op de verpakkingen zullen te zien zijn. De drie bovengenoemde Europese federaties zijn er eveneens in geslaagd om een uniform systeem van pictogrammen te ontwikkelen waardoor het voor alle producenten mogelijk wordt om op eenvoudige en uniforme wijze informatie over de technische performantie en het toepassingsgebied aan de klanten mee te delen. Via de website www.floorsym-
bols.com zijn er een reeks van officiële pictogrammen beschikbaar die telkens verwijzen naar karakteristieken of specificaties uit Europese normen.
Bovenstaande tekst kwam tot stand mede dankzij de inbreng vanwege de Dienst Productveiligheid binnen de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand & Energie, de textielfederatie Febeltex en de technologische adviseerdienst “Ontwikkeling van veilige flexibele producten” van het IWT. Met dank aan Ir Dirk Simoens, manager dienstverlening en vorming Centexbel
[email protected]
� Decoratieve toepassingen van tapijt vallen niet onder de Europese bouwproductenrichtlijn waaruit de CE markering voortvloeit.
De Vlaamse Schilder
19
De kleurenwaaier
Een omnireeks aan wetmatigheden in kleurtoepassingen voor de schilder-decorateur De legendarische Henry Ford zei ooit de volgende beroemde woorden: “ Van twee voorwerpen die er identiek uitzien zal dat het beste verkopen wat er het beste uitziet”. Daarom hebben wij voor u deze reeks wetenswaardigheden en interessante tips omtrent kleur:
• Praat niet over kleur zoals rood, blauw enzovoort, maar over sfeer. Gebruik daarvoor tot de verbeelding sprekende kleurbenamingen. Zo zeg je bijvoorbeeld best niet tegen een vrouw dat je een muur in
het blauw zou kunnen verven, want dan denkt zij aan een koude kleur en zij zal dit zich ook zo inbeelden. Op dat beeld heeft de schilder - decorateur geen controle. Het is beter termen te gebruiken zoals lavendelblauw. Dit roept de volgende sfeer op: het Zuiden, verlof, geen zorgen enzovoort. Of duifblauw, dit staat voor lief, teder, zacht, fijn enzovoort. • Als je de juiste sfeer kunt verkopen voor de juiste ruimte, scoor je beter dan met een opeenvolging van mooie kleurtjes.
� Nog een tip: Laat de kleur van de muren niet voor de meubelen wippen.
20
De Vlaamse Schilder
• Onthoud dat de mens geen kleurgeheugen heeft! Men kan dus geen kleur in zijn gedachten meenemen naar een andere locatie. Als dit wel nodig blijkt, neem dan zeker stalen mee (bijvoorbeeld om gordijnen te kiezen die bij de muur passen). • Hoe dichter een kleur bij wit, zwart of grijs aanleunt, hoe moeilijker de kleur te detecteren valt. Gebruik voor deze situaties voldoende grote stalen, want een off white staaltje kan er zeer neutraal uitzien, maar... op een grote wand of meer, toont
De kleurenwaaier
� Nog een tip: plaats felle accentkleuren in kinder- en jeugdkamers nooit op een plaats waar men moet naar kijken. Dus niet voor een bureaumeubel, PC of bed, wel aan de achterkant van het bed of naast het bureau. Laat trouwens kinderen nooit zelf kleuren kiezen, hoe verleidelijk het ook is! Zij kiezen impulsief en meestal veel te fel, maar kennen de invloeden van kleur op de mens niet. Luister wel naar hen en stuur bij.
De Vlaamse Schilder
21
De kleurenwaaier
het pas zijn ware aard. Het kan bijvoorbeeld roze, geel, groen enzovoort uitschijnen. • Felle, stevige kleuren dienen altijd gedoseerd te worden en in mindere mate geplaatst te worden tegenover de lichte kleuren. • Een mens is niet gemaakt om te leven in een monochrome wereld. Een interieur helemaal wit of gebroken wit verven en dan denken dat daar geen enkele kleurfout aanwezig is, klopt niet! In de natuur bestaat deze situatie niet. Statistieken bewijzen dat iemand die met een dergelijke (gemakkelijke) oplossing dweept, veel sneller zijn interieur zal herschilderen, omdat hij iets mist. Uitzonderlijk kunnen veel kunstwerken en of een kleurrijke reeks meubelen, tapijten, gordijnen dit compenseren. Het totaal bepaalt immers het resultaat. • Als een woning rondom in het groen staat, gebruik dan deze kleurgroep niet binnen, maar een complementaire kleurgroep. Een ingesloten woning daarentegen kan een likje mooi groen gebruiken. • Gebruik voor de hal of traphal eens een neutrale of koele kleurencombinatie. Dit is toch een doorloopzone. Het voordeel is dat, wanneer men de zitplaats of de leefruimte ontdekt die met warmere en gezellige tinten afgewerkt zijn, dat die dan door de wisselwerking, nog gezelliger overkomen dan ze eigenlijk zijn. Dit is synergie in de kleurtoepassing. • Als je een ruimte in zachte en tijdloze kleuren verft, met één accentmuur op de juiste plaats, dan kan men na verloop van tijd de accentkleur wijzigen en het resultaat is een andere sfeer. Dit kan handig zijn voor kamers van opgroeiende kinderen of voor iemand die graag de mode volgt! • Verf ramen nooit donker, zelfs niet in een halve toon, ze staan tegen licht en lijken daardoor altijd dubbel zo donker en springen optisch naar binnen. Bovendien vormen ze een slechte achtergrondkleur voor gordijnen.
22
De Vlaamse Schilder
� Nog een tip: kleuren dienen altijd gekozen te worden rekening houdend met de lichtinval en het type kunstlicht van de af te werken ruimte. Stevige accentkleuren mogen nooit tegen het licht geplaatst worden, maar wel waar het licht op valt. Kleuraccenten worden ook nooit best herhaald, maar wel slechts op één plaats gebruikt. Zoniet is de rust verdwenen.
• Onderbreek zo weinig mogelijk de muurvlakken (deuren, ramen, gordijnen enzovoort). Zo wordt de ruimte vergroot en wordt rust gecreëerd evenals een betere achtergrond voor alle objecten zoals schilderijen, meubelen enzovoort.
persoonlijke keukens is voorbij. Maak er een gezellige niet te ernstige ruimte van, met open licht en plezante kleuren.
• ’s Avonds kunnen overgordijnen dichtgetrokken worden en een groot kleurvlak vormen dat te dominant kan zijn.
• Gebruik nooit kleuren van eenzelfde waarde samen. Dit zijn kleuren die, hoewel verschillend, even licht of helder of donker zijn. Als dergelijke kleuren elkaar ontmoeten dan ontstaat er een slecht contact en krijg je “Killing colors”.
• Een lambrisering wordt best in dezelfde kleur of iets donkerder dan de muur geverfd (het zwaarste hoort achteraan).
• Probeer niet altijd iets “te laten uitkomen”, dan wordt het dominant. Zoek harmonie in het geheel.
• Sommige kleuren worden beter dankzij een andere kleur, bijvoorbeeld een paarsachtige tint kan somber overkomen, maar met een accentje mosgroen krijgt de kleur een fantastische meerwaarde.
• Veel kleuren moeten één harmonie vormen, maar één kleur kan alles verstoren, daarom is een kleurstudie niet zo eenvoudig als men denkt.
• De keuken is de nieuwste ontmoetingsplaats van het gezin. De tijd van koele on-
Met dank aan Romain Haemers Senior Color Consultant, BOSS paints
Bouwprestaties verzekerd.
Firma Delcourt (bouwbedrijf ) Wij beloven als bouwbedrijf, onze klanten zekerheid, maar bouwen betekent risico’s. Daarom kiezen wij voor de Federale Verzekeringen, de bouwverzekeraar. Bovendien delen de Federale Verzekeringen elk jaar hun winst met hun klanten. Dit jaar hebben we met onze cheque van de restorno’s nieuw veiligheidsmateriaal kunnen kopen voor het hele team. Zo zijn niet alleen onze klanten, ons bedrijf, maar ook ons personeel verzekerd.
VRAAG NAAR ONZE BOUWVERZEKERINGEN.
Om de Adviseur uit uw streek te ontmoeten
0800-14 200 www.federale.be De
verzekeraar
die
alles
met
u
deelt,
zelfs
zijn
winst
Ledennieuws en ledenvoordelen
Krediet als verkoopsargument Krediet als een verkoopsargument? Ongetwijfeld, antwoorden alle professionelen eenparig. De financiële oplossingen zoals de opening van een kredietlijn of de lening op afbetaling zijn de laatste jaren fors toegenomen. De voordelen voor de verkoop zijn duidelijk: de gemiddelde aankoopkorf stijgt en ook de aankoopfrequentie ligt hoger. Het voordeel voor de klant is dat hij makkelijk zijn projecten kan realiseren zonder het uit te stellen en zonder zijn spaarcenten aan te spreken. Het krediet wordt op die manier een bijkomend verkoopsargument om snel tot een overeenkomst te komen.
Ook de wereld van het krediet evolueert Binnen deze nieuwe context heeft de wetgever de wet van 12 juni 1991 die het verbruikerskrediet regelde al verschillende keren herzien. De wet van 2003 regelt meer bepaald de publiciteit inzake kredieten en wijst de kredietverstrekker of kredietbemiddelaar op zijn verantwoordelijkheid om de solvabiliteit van de kredietnemer grondig na te gaan.
De BVK, een waarborg om een erkende financiële instelling te vinden
dertekend met een minimum aan administratie en tegen bijzonder interessante financiële voorwaarden.
De BVK is een beroepsvereniging die de sector van het krediet aan particulieren vertegenwoordigt. De 74 leden (op 31 december 2004), waaronder FIDEXIS, maken samen ruim 96% van de Belgische markt van het consumentenkrediet en ongeveer 90% van de Belgische markt van het hypothecaire krediet uit. De leden werken dus samen met de wetgever om de overmatige schuldenlast te beperken.
Confederatie Bouw-Vlaamse Schilders gaat met Fidexis in zee
Fidexis, krediet op een eenvoudige en ernstige manier Fidexis is een financiële instelling die in 1997 is opgericht door twee grote Europese financiële groepen: Dexia Bank en Laser/Cofinoga. De basis voor haar ontwikkeling was steeds de uitbouw van duurzame partnerships met de grote actoren uit de distributiesector of voor rekening van derden. Dankzij deze methode van partnerships heeft Fidexis professionalisme en knowhow inzake consumentenkrediet opgebouwd. Fidexis biedt voor grote en kleine werken op maat gesneden financiële oplossingen die dankzij het gebruik van verschillende kanalen (web, call center,...) snel worden afgehandeld. Fidexis geeft de fondsen vrij zodra de klant zijn overeenkomst heeft on-
In februari sloot de Confederatie Bouw - Vlaamse Schilders een exclusieve overeenkomst met Fidexis waardoor ook kleine bedrijven partner kunnen worden in het Fidexis-netwerk. Als aannemer kan u via dit exclusieve ledenvoordeel kredieten aanbieden aan uw klanten. De voordelen zijn legio. U kan op deze manier bijvoorbeeld optornen tegen grote bouwfirma’s die nu al kredieten aanbieden. Het spreekt voor zich dat deze mogelijkheid zich niet enkel beperkt tot kleine opdrachten, ook de grootste projecten komen binnen het bereik van uw klanten. De toegang tot het partnership is gratis en zeer efficiënt (geen paperassen), meer nog; op elke verkoop via een krediet ontvangt u een belangrijke commissie en u ontvangt het hele bedrag op voorhand. Gedaan met klanten die niet meer betalen. Via dit ledenvoordeel stapt de Confederatie Bouw – Vlaamse Schilders mee op een maatschappelijke trein van kredieten die niet meer te stoppen is. Mis deze trein niet, u vaart er financieel wel bij. Daar hebben wij voor gezorgd.
PRAKTISCHE INFO: De lening op afbetaling is een kredietovereenkomst waarbij een bepaald bedrag wordt geleend. De afbetaling van dit bedrag gebeurt in maandelijkse schijven. Fidexis kent ook kredieten zonder voorschot toe. het minimumbedrag voor een lening op afbetaling is 1.000 euro. • Bedrag: • Intrestvoet: vast gedurende de hele looptijd van de overeenkomst. • Afbetaling: het geleende bedrag plus de intresten in vaste maandelijkse schijven • Looptijd: afhankelijk van het geleende bedrag (wettelijke verplichtingen) en de afbetalingsmogelijkheden. De maximale looptijd ligt tussen de 18 maanden en 20 jaar.
Uw voordelen als partner van Fidexis : • Vrijgeven van de fondsen: de dag na ondertekening van de overeenkomst met de klant wordt het geld op uw rekening gestort. • Een minimum aan administratie met een antwoord binnen het uur. • Een marketingdienst waar u steeds terecht kunt voor promotiemateriaal op maat.
24
De Vlaamse Schilder
Ledennieuws en ledenvoordelen
CONFEDERATIE BOUW-VLAAMSE SCHILDERS AANGESLOTEN VERENIGINGEN Vragen? Neem contact op met uw vereniging! Desgewenst kunt u ook contact opnemen met de afgevaardigde schilder uit uw regio. Koninklijke Vereniging van Aannemers-Schilders van Antwerpen vzw: Tel. 03 203 44 00 – Fax 03 232 79 37. Afgevaardigde schilder: André Mertens tel. 0497 44 12 56 Vereniging van Meester-Schilders van het arrondissement Turnhout vzw: Tel. 014 42 00 71 – Fax 014 42 04 34. Bond der Meester-Schilders van het arrondissement Leuven vzw: Tel. 016 22 40 84 – Fax 016 23 90 29 Confederatie Bouw Zuid-West-Vlaanderen Afdeling Schilders vzw: Tel. 056 26 81 50 – Fax 056 26 81 55. Afgevaardigde schilder: Claude Ameye tel. 0475 67 98 82 & 056 60 69 06. Vereniging der Meester-Schilders en Glazenmakers van het arrondissement Aalst vzw: Tel. 053 21 18 76 – Fax 053 79 03 16 Wettelijk erkende Vereniging van Meester-Schilders der Stad Gent en Omliggende vzw: Tel. 09 244 45 00 – Fax 09 244 45 10. Afgevaardigde schilder: Peter De Roo tel. 09 386 18 24. Vereniging van Aannemers van Aanverwante Vakken van de Bouwnijverheid van Zuid-Oost-Vlaanderen vzw: Tel. 055 31 34 64 – Fax 055 31 09 16 Vereniging van Aannemers-Schilders, Sieraadschilders en Plaatsers van Muur-en Vloerbekleding van het Waasland vzw: Tel. 03 760 15 80 – Fax 03 760 15 85 Vereniging der Patroons Schilders en Behangers van Limburg vzw: Tel. 011 30 10 30 – Fax 011 22 29 38. Afgevaardigde schilder: Benoît Klinkers tel. 0475 94 66 57. Confederatie Bouw Noord-West-Vlaanderen, Afdeling Schilders: Tel. 050 47 13 50 – Fax 050 47 13 58. Afgevaardigde schilder: Alain Vanbillemont 058 23 30 96. Koninklijke Vereniging van de Aannemers-Schilders, Sieraadschilders en Plaatsers van Muur- en Vloerbekledingvan Brussel-Halle-Vilvoorde: Tel. 02 230 14 20 – Fax 02 230 23 89
Ledennieuws en ledenvoordelen
4 Editie van het Schilderscafé: veiligheid en hoogwerkers e
Veiligheid en werken met hoogwerkers is een actueel thema. Het kwam niet alleen aan bod in dit magazine op pagina 12, maar ook het 4e Schilderscafé werd eraan gewijd. Deze 4e editie, die plaatsvond op 27 april 2006 bij Group Thermote & Vanhalst, was zowel voor Oost- als West-Vlaamse schilders bestemd. Tekst en uitleg werden gegeven door het NAVB en Ergoteam De ludieke noot tijdens deze editie werd verzorgd door de komische muziekgroep “The Blikken Dooze band”.
Zoals tijdens elke editie van het Schilderscafé het geval is, zat de sfeer er weer goed in.
Uw bedrijf stelt iets te koop? U zoekt iets? Stuur of fax deze bon ingevuld terug. Wij zorgen voor de rest. Eén adres: Confederatie Bouw-Vlaamse Schilders, Lombardstraat 34-42 1000 Brussel, fax 02/545 58 59,
[email protected]
26
De Vlaamse Schilder
Ledennieuws en ledenvoordelen
Praktijkavond decoratieve technieken De lokale afdeling van Aannemers-Schilders van het Waasland organiseerde op donderdag 30 maart 2006 een praktijkavond decoratieve technieken in samenwerking met Sikkens.
Na afloop kon elke deelnemer 2 panelen waarop hij zelf de toepassingen had aangebracht,
alsmede een commercieel pakket van Sikkens mee naar huis nemen.
Het programma zag er als volgt uit : • decoratieve technieken met de tactiele verf Alpha Tacto. • tips en kennismaking met het product door het zelf op panelen aan te brengen. • toelichting van het Sikkens Decorative Experience Concept en het Color Concept 4041. • kennismaking met hedendaagse decoratieve technieken uit het Sikkens gamma.
Onze tweede familiedag! Wegens succes en op uitdrukkelijk verzoek van leden en sponsors organiseert Confederatie BouwVlaamse Schilders haar tweede familiedag.
Noteer alvast in uw agenda: zondag 27 augustus 2006 Familiedag van de Vlaamse Schilders In het vakantiepark CenterParcs De Vossemeren, Lommel.
Voor de allerkleinsten zal Piet Piraat aanwezig zijn. Animatie voor iedereen - kinderspeelstad piratenschool - zipwire - lasergame experience
We serveren een echt piratenbuffet. 40% korting bij overnachting in een bungalow of hotelkamer
Thema van deze familiedag: “Piraten”.
De Vlaamse Schilder
27
Ledennieuws en ledenvoordelen
Samenwerking met Plopsa Vele familiebedrijven zijn lid bij de Confederatie Bouw – Vlaamse Schilders. Het lijkt dan ook logisch dat zij de familie in de kijker wil zetten. Plopsa wil de Vlaamse Schilders ondersteunen en biedt belangrijke kortingen aan op tickets voor Plopsa Indoor Hasselt en Plopsaland De Panne.
van 20 familiale attracties in een uitgesproken kindvriendelijke en fantasierijke sfeer. De attracties staan er verspreid in vier zones opgebouwd rond Samson & Gert, Kabouter Plop, Piet Piraat en Bumba. Een open theater is de thuisbasis voor de dagelijkse show door een van de gekende tv-figuren.
Plopsa Indoor Hasselt
Plopsaland De Panne
Plopsa Indoor Hasselt is het eerste overdekte themapark met een oppervlakte van 10.000 m2. Het indoorpark combineert de magie rond de populaire figuren van Studio 100 met het plezier
Plopsaland De Panne is uitgegroeid tot hét attractiepark bij uitstek voor de hele familie! Het park is opgebouwd rond de populaire Studio 100-figu-
ren: Samson & Gert, Kabouter Plop, Big & Betsy, Wizzy & Woppy, Piet Piraat en Bumba. In Plopsaland De Panne kunnen de kinderen zich niet alleen uitleven in de leefwereld van hun tv-helden, ze kunnen hen ook echt ontmoeten! Buikkriebels, daar draait het om in Plopsaland De Panne. Kriebels in de vele grote attracties op kindermaat, kriebels tijdens de shows en kriebels tijdens een magische ontmoeting met een tv-figuur. Fantasie met een vleugje sensatie. In dat kader passen ook de nieuwigheden voor het seizoen 2006: de SuperSplash in een nieuwe Piratenzone en de Starflyer.
✁
Aanbod voor leden Confederatie Bouw – Vlaamse Schilders
FAX 02/545.58.59
Firma:
Exclusief voor leden
Straat: Nr: Contactpersoon: Postnummer: Tel:
Gemeente: Fax:
BTW-nr: Vraagt:
28
De Vlaamse Schilder
...... (aantal) kaarten aan voor Plopsaland De Panne (5 d korting op volwassentarief in hoogseizoen, normaal tarief is 23 d) ...... (aantal) kaarten voor Plopsa Indoor Hasselt (2 d korting op volwassentarief, normaal tarief is 14 d)
Opleiding
Nieuw sectorconvenant beoogt meer stages Meer doorstroming en minder versnippering
Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke, de onderwijsnetten en het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB) hebben een nieuw convenant afgesloten. Het inlassen van voldoende bedrijfsstages blijft één van de voornaamste engagementen voor scholen die voor een uitgebreide sectorale tussenkomst in aanmerking willen komen. Tegelijk probeert het nieuwe convenant te remediëren aan twee andere tekortkomingen in het Vlaams bouwonderwijs: de beperkte doorstroming van leerlingen naar de sector (amper 40%) en de versnippering van het aanbod.
Voorwaarden voor meer steun Bouwscholen kunnen van het FVB d 500 krijgen per leerling die na de studie doorstroomt naar de bouw. De sector verbindt aan deze uitgebreide tegemoetkoming wel een aantal voorwaarden. In het beroepssecundair onderwijs moeten de scholen in de derde graad minstens 9 weken stage organiseren en in het technisch onderwijs minstens 3 weken. Bovendien moet de derde graad minimaal 15 leerlingen tellen. Op die manier worden te kleine afdelingen van het uitgebreid convenant uitgesloten.
Bouwscholen die aan deze voorwaarden niet beantwoorden, komen wel nog in aanmerking voor een laagdrempelig standaardconvenant. Zij krijgen dan geen d 500 per leerling maar toch nog FVB-steun voor de bijscholing van hun leerkrachten, de aankoop van handboeken en de deelname aan het jaarlijks VCA-examen. Met haar nieuw convenant beoogt de sector op termijn ook een doorstroming van meer dan 50%. Jaarlijks spendeert het FVB ongeveer d 3 miljoen aan het Vlaams bouwonderwijs. Volgens minister Vandenbroucke vormt het engagement van de bouwsector een mooie aanvulling op de d 200 euro per leerling die hij in 2006 voor de verbetering van de uitrusting van de nijverheidsscholen plant.
Enkel nog risicoanalyse Een belangrijk knelpunt voor de inrichting van bedrijfsstages vormt de welzijnswet die ook op leerling-stagiairs van toepassing is. De wet op het welzijn stelt leerling-stagiairs immers gelijk aan werknemers. Stagegevers zagen zich daardoor verplicht een arbeidsgeneeskundig onderzoek te laten uitvoeren en te bekostigen. Het gevaar was groot dat heel wat stagegevers daardoor zouden afhaken. Maar vanaf dit schooljaar komt er een sluitende regeling. Werkgevers die stagiairs opnemen, moeten enkel nog een risicoanalyse van de werkplaats opmaken. Vervolgens bezorgen de werkgevers hun risicoanalyse aan de school. Als blijkt dat de leerling op de stageplaats aan bepaalde risico’s wordt blootgesteld, laat de school hem of haar een arbeidsgeneeskundig onderzoek ondergaan bij de externe preventiedienst waarbij zij zelf is aangesloten.
� Het inlassen van voldoende bedrijfsstages blijft één van de voornaamste engagementen voor scholen.
De preventiedienst van de school factureert het federale Fonds voor Beroepsziekten, dat hiervoor kan rekenen op een tussenkomst van d 5 miljoen vanwege de federale overheid. De
De Vlaamse Schilder
29
Opleiding
school zelf betaalt dus niets. Als er geen risico is, volstaat het medisch schooltoezicht. De federale overheid wil nodeloze onderzoeken tegengaan. Maar volgens de nota van Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke zijn er veel sectoren waar het arbeidsgeneeskundig onderzoek vanzelfsprekend is, zoals de bouwsector. Het is voor de bouwsector des te belangrijker dat de kosten hiervoor niet door de werkgever moeten worden betaald.
Praktische tips • Voor jongeren is het stagebedrijf vaak bepalend voor zijn verdere loopbaankeuze. Het is zowel in het belang van het bedrijf als van de sector dat de bedrijfsstages ernstig worden opgevat. • Onderschat de arbeidstijd niet die uw bedrijf in de begeleiding van de jongere zal moeten investeren. Beperk dus best het aantal leerling-stagiairs, bijvoorbeeld tot twee per tien werknemers. Duid voor de
jongere een stagementor aan die niet alleen over beroepservaring beschikt, maar ook over de nodige ‘feeling’ om jongeren iets bij te brengen. Het FVB biedt trouwens cursussen rond stagebegeleiding aan. • Stel vooraf een opleidingsprogramma op. Bespreek dit niet alleen met de stagebegeleider van de school maar betrek ook de stagementor van uw bedrijf. U weet op die manier beter wat u aan de leerling hebt en kan hem optimaal inschakelen. Verwittig steeds de school als er dan toch iets mis zou lopen. • Bij de voorbereiding is het ook nuttig de verzekeringspolissen van de school en van het bedrijf naast elkaar te leggen en daarbij na te gaan of de leerling-stagiair voldoende is ingedekt, bijvoorbeeld ook voor materiële schade aan goederen of werktuigen op de stageplaats. • De stagegever staat in voor de specifiek op de arbeidspost gerichte veiligheids-
opleiding van de leerling-stagiair. Geef dus de nodige veiligheidsinstructies mee. Maak de jongere ervan bewust dat het naleven van deze instructies zowel voor hemzelf als voor de anderen van fysiek belang is. Wijs hem er bovendien op dat het naleven van de veiligheidsinstructies een belangrijk element van de evaluatie zal vormen. • Op de leerlingenstage zijn de kosten voor de werkkledij en beschermuitrusting in principe ten laste van de stagegever. De leerling-stagiair kan echter ook de werkkledij en beschermuitrusting gebruiken die hij ook al op school draagt. Deze moeten wel conform zijn aan de voorschriften voor zijn specifieke arbeidspost.
Gerrit De Goignies Vlaamse Confederatie Bouw Tel.: 02 545 56 52
[email protected]
Op zoek naar de juiste opleiding? Syntra Voor meer informatie over opleidingen kunt u steeds info inwinnen op www.syntra.be.
cursus ‘decoratief schilderen met ecologische verven’ Data 16 -17 november 2006 (9.30-16.15u.)
30
De Vlaamse Schilder
Plaats Campus Asse Z.5 Mollem 20 -1730 Asse
Kostprijs 120 euro incl. BTW en incl. grondstoffen
Spetterinfo
Nationale Schildersdag Op woensdag 5 april zette Sigma, voor de derde maal op rij, de schilders en hun vakmanschap in de verf tijdens de Nationale Schildersdag. Er werd een ludieke fluitactie met de radiozenders 4FM (Vlaanderen) en BEL RTL (Wallonië en Brussel) opgezet. Inzet was een restyling van een deel van het interieur van een van de luisteraars.
Manupiece introduceert vernieuwingen in de wereld van heftruckonderdelen De activiteiten van Manupiece, de Franse dochteronderneming van de Group Thermote & Vanhalst, spitsen zich toe op heftruckonderdelen en toebehoren. Op het “salon de Manutention” in Parijs toonde de firma haar laatste nieuwigheden: • een heftruckkrik die 30% minder weegt dan de traditionele heftruckkrik; • en hefkettingen met kunststoflamellen die voortaan ook verkrijgbaar zijn per haspel. Tot slot stelde Manupiece ook het vernieuwde e-commerce Quick Source Programma voor en de nieuwe Master Catalogue.
� Elektrische gordijnrail Glystro.
Elektrische gordijnrail Glystro brengt beweging in het interieur Glystro, de elektrische gordijnrail van Somfy zorgt ervoor dat gordijnen geopend of gesloten kunnen worden met één druk op de afstandsbediening. In dezelfde beweging kunnen ook rolluiken en zonwering gestuurd worden. Dankzij een tijdklok is het zelfs mogelijk gordijnen te openen of te sluiten op vooraf ingestelde tijden.
Nieuw sigma center Om de schilder een optimale service te kunnen bieden, verhuist het Sigma Service Center Luik naar een nieuwe locatie, gelegen op de Industriezone Hauts Sarts in Herstal. Het SSC Liège heeft naast de gebruikelijke services een aantal exclusieve activiteiten te bieden, namelijk het grootste trainingcenter van het land en verschillende applicatiestanden.
Meer informatie bij
[email protected]
Meer informatie bij sofi
[email protected]
Sigma S2U Nova met LTA® Veel thermoplasten zoals acrylaten en PUacrylaten hebben een beperkte vet- en vuilresistentie. Ze verweken onder langdurige en intensieve vetbelasting, waardoor de verflaag gemakkelijk vuil opneemt en uiteindelijk slecht te reinigen is. Het huidige gamma watergedragen lakken van Sigma (S2U Nova) beschermt zichzelf tegen vet en vuil. De revolutionaire LTA-technologie - dat gebaseerd is op een PU-acrylaat polymeer dat is opgebouwd uit een aantal unieke vetafstotende grondstoffen en wordt vervaardigd via een uitgebalanceerd syntheseproces - gaat verweking tegen en stoot vet en vuil af.
� Sigma S2U Nova met LTA®.
Meer informatie is te verkrijgen via
[email protected]
De Vlaamse Schilder
31