Een
dwerglegsel bij
Bernd Riedstra & Cor
In
torenvalknestkast
een
de
aanwezig
bestond uit
vijf
x
31.6
en
van
mm
in Village
een
sinds
die
begonnen
bebroed er
we
een
‘het’ torenvalkenei. We vonden
een
het
najaar
van
Vanaf 2003
was
In
2006
1990
versgewicht
in
en
(gewicht
Blanco neemt
20.6
van
al.
et
af
gram
was
verder normaal
van
het ei-volume is: Volume
2002, Bijlsma
formule
van
en was
2003).
19.97
3 cm
gerapporteerde
=
een paar
Dit
legsel
1990
breedte
x
en
in
dan wel
breedte
x
een
2 x
het
0.51
studies,
opgemaakt
bedraagt (Village
de
naar
van
39.3
Bijlsma 1993)
2003). Als groottemaat wordt gewoonlijk
lengte
van
bij
(571 eieren, 4 studies gepubliceerd
bovengenoemde
volume
ook
zoektocht door de literatuur
gemiddelde lengte
tijdens broeden)
kan worden
Hoyt (1979),
torenvalkenei kleinst
Uit
2001
deze kast
uitzagen (Foto 1).
volume
(constant tijdens broeden) gebruikt. Een veel toegepaste formule
al.
er
legsel aangetroffen.
(1989 eieren, 12 studies gepubliceerd in Village
gemiddeld versgewicht
een
die
opmerkelijks.
jongen geringd.
werd
eitjes (Tabel 1)
Verwonderd door deze vondst
‘grootte’
iets
nog 5
er
Begin juni
kleine
zeer
Lauwersmeer,
in 2006
we
ieder jaar bezet; in 2005 werden
(beide adult).
tinnunculus
Dijkstra
in
Oostmahom staat, vonden
de Torenvalk Falco
1990,
dat het
voor
ei
het berekenen
gebruikmakend
gemiddelde
Bijlsma
het
een
1979, Valkama
(Hoyt
en
van
volume
van een
1993, Valkama 2002).
individueel ei komt uit Valkama
et
et
de
van
Het
al. (2002)
3 cm
16.10
.
de formule
Volgens van
7.03
3 cm
tot
ongeveer 49% al.
2002)
voldeden
en
aan
De
van
Hoyt 3
cm
van
het
het criterium
gemiddelde
recht worden
Takkeling 15(2),
varieerde het ei-volume in de nestkast
(Tabel
het kleinste
39.5%
minder dan het ook met
van
7.90
2007
tot
1). Het grootste aangetroffen ei dusver
gemiddelde
om
als
ei in het
gesproken
gepubliceerde
te
legsel; Koenig 1980a,
van een
Oostmahom qua volume
torenvalkenei (Valkama
torenvalkenei. Alle
dwergei aangemerkt
bij
was
vijf
eieren in het
et
nest
mogen worden (75% of Crick
1995). Er
mag
dan
dwergbroedsel.
135
Tabel in
1.
lengte
breedte
Lengte en
2006.
Het
en
gemiddelde
breedte
(zie
vermelde
gemiddelde volume wijkt op
basis
tabel in
van
de studies
is berekend
one Kestrel
slightly from tions
the
including
Hoyt’s formula
door
clutch one
af
vijf dwergeieren van een
bronnen),
van
het in
formule
Hoyts
found in
given in et
met
torenvalklegsel werd
de formule
van
die
(2002),
de maten toe te
who
the average
een
torenvalkenei
in
het Lauwersmeer
berekend
(19.97cm
do not
passen.
3
).
Length
2006.
in
area
geen maten
geeft;
het volume
and width
The volume
This latter volume
Ei
Lengte
Breedte
Volume
Egg
Length
Width
Volume
van
Het
dat berekend
of
is based
eggs
deviates
on
and
is
in de
5 runt
indicated
provide length-width measures,
length-width
op basis
Hoyt (zie tekst).
van
genoemde volume (19.97cm ')
the Lauwersmeer
2002,
van
behulp
et al.
the text above
al.
applied to
op
normaal
de tekst
inclusief Valkama
Valkama is
de
van
volume
calcula-
therefore
measures.
% van %
Bron
gemiddelde
of
Source
average
1
28.3
23.4
7.90
39.5
Deze studie
2
25.8
23.3
7.89
39.4
Deze studie
3
28.4
23.2
7.80
38.9
Deze studie
4
28.0
23.0
7.55
37.7
Deze studie
5
28,5
22.0
7.03
35.1
Deze studie
39.3
31.6
20.01
34-47
27-39
Kleinste Smallest Gemiddeld
Mean
Spreiding Range
Foto
1. De
delde’
vijf dwergeieren
torenvalkei
oval represents
136
16.10
the
voor
van
de Torenvalk
(met maten).
'average '
Kestrel
The
five
in
80.5 100.0
het
Lauwersmeer.
nmt eggs
found in
Valkama et al. 2002
Village 1990, Bijlsma
1993
Village 1990, Bijlsma
1993
Het
ovaal stelt het
the Lauwersmeer
‘gemid-
area.
The
egg.
De
Takkeling 15(2),
2007
Dwergeieren zijn niet heel
niet ongewoon bij in het wild levende
hoge
aantallen (Tabel 2).
maar
komt
door de ei.
gemiddeld
(1 ei
op
het veld;
beschreven
bij
zoals
liggen,
de
1980a, Koenig
Koenig
tussen, eieren. is
leggen
een nest
deze
mogelijk
Bij roofvogels
is het
strategie
door vandalisme van
in ieder
is
Havik Accipiter
veel
moeilijk In
zijn
om
waarbij
de
(van
over
zijn
Manen
twee &
een
volledige miniatuurlegsels
uit
dwergeieren bestond, (5) de wilde eend Anas
een
kwartelhennetje
bestaande uit
0.56% in Tabel 2 het
De
eerste
een
te
vormen,
Takkeling 15(2),
(3)
2007
kapot
et
van
al.
eieren
competitie
veel
maken
productie
van
van
ervan
‘echte’ eieren
1995).
nisus
het
maar
is
1997),
(Vedder 2002)
2003a, 2003b).
relatief
lage
en
Bij
dichtheden
van
en
van
2006).
een
compleet “dwerg-legsel”:
een
aan
het 75%-criterium
die echter stuk
Turdus
gingen
1975)
en
trofooit
philomelos, (4) Manning
de Canadese gans Branta canadensis dat
beschrijft
(6) onlangs
In
aan
Dumetella carolinensis
Williams (in Rickleffs
bij zanglijsters
aan
2-legsel
steekproef
geval
en
Katvogel
spreeuweneieren
Lincoln (1934)
(Hernandez
beschreven
er
al.
Bijlsma
wellicht niet helemaal
platyrhynchos,
een
et
sociaal
dwergeieren aangetroffen (0.3%).
van
van een
dat in hetzelfde broedseizoen
in
is
dwergeieren,
van
nestplaatsen
beschreven
4-legsel
dwergeieren, produceerde.
enige dwergeieren
(Koenig
van een
2.96% in
gezamenlijk
klein. De
zeer
het voorkomen
musea,
verkrijgen.
maar
leken
bij
gaan
1011 eieren 3
van
te
waren
Carter (1977) beschreven
ei vaak
& Verbeeten 2003,
weinig gevallen
volledig legsel
soort
2001), Sperwer Accipiter
voldeden (2) Ricklefs (1975) trof twee verder geen
deze
Bij
Calidris pusilla
ingewikkeld
een
soms
een
kunnen
biologie
in
broedkosten door verlies
is het vanwege de
(1973) beschrijft klein
die
van
vogels
Bruine kiekendief Circus aeruginosus (Riedstra
steekproef
een
eitjes
de
aan
heeft
oorzaak
opzichte
Sandpiper
ook
maar
weer
disproportioneel
biologische
ten
zich onder andere uit in het
te
worden ook
in het wild levende
vormen,
verzorgen.
verhoogde
grote steekproeven
Rothstein
wat
gentilis (Vereijken
op
geen
dwergei
een
Eikelspecht
groep
geproduceerde
minder bekend
roofvogelsoorten
de literatuur
(1)
om
De
een
jongen
eerst
geval vastgesteld bij
de Havik
voor
medenestgenoten tegen
Buizerd Buteo buteo
Bij
de
en samen
soort
een
vaak
de Semipalmated
bij
1980b).
ook binnen, groepen
maar
Bij
maar
Eikelspecht Melanerpis formicivorus (4.3-4.8%
systeem waarbij verschillende dieren in
van
3.4%; Manning & Carter 1977),
=
vogels,
herbergen
waarschijnlijk
verzamelwaarde
Hoge percentages
de 29
soort, zoals
Dit laatste heeft
hogere
de steekproefgrootte
aan
Museumcollecties
frequent aangetroffen.
een
dwerglegsel
werd II-
een
het laatste
een
geval
en een
geval
met
Voor
zover
waren
wij
beide
kunnen overzien is
binnen de familie
van
9-legsel, volledig
3566 eieren, vandaar de eerder
dwerglegsel
12 eieren
beschreven
van
de
legsels
de
genoemde ons
geval
roofvogels.
137
Tabel het
2.
Overzicht
wild
in
en
Overview
the
of
*
collections.
van
museum
het
occurrence
North
voorkomen *
collecties.
of dwarf eggs
American
Soort
Species
in
different
Gallus
de
wild and in
the
in
Eikelspecht museum
woodpecker.
Collectie
%
Bron
Collector! Collecton
% %
Source Source
Gedomesticeerd
Kip
in
species
the Acorn
vogelsoorten
exclusief
spechten
bird
do not include
woodpeckers
verschillende
dwergeieren bij
van
Noord-Amerikaanse
0.05-0.08
Romanoff Romanoff & Romanoff Romanoff 1949 1949
Domesticated
gallus
Watervogels Watervogels
Wild
0.039 0.039
Mallory
al. 2004 et al. el
Waterfowl
Museum
0.516 0.516
Mallory
al. 2004 et al.
Meeuwen
Wild
0.0-0.02
Mallory
Gulls
Barth in
Spreeuw Sturnus
Wild
0.05
Wild Wild
0.60 0.60
Wild Wild
al. 2004 2004 &
et
Manning &
Carter
1997
Ricklefs
1975
vulgaris
Canadese Gans Gans Canadese
& Manning & Manning
Carter Carter
1997 1997
0.08 0.08
Rothstein
1973 1973
0.54
Rothstein
1973
Branta canadensis Branta Common Grackle Grackle
Agelaius phoenicus Agelaiusphoenicus
Museum Wild Wild
Kraanvogel Kraanvogel
0.1 0.1
Mallory
al. 2004 2004 el al. et
Grus Grus grus USA
Spechten
*
Woodpeckers
Wild Wild *
USA
Het
Kwartel Kwartel
Koenig Koenig
1980b
Koenig Koenig
1980b 1980b
Koenig 1980a,b Koenig
4.8
Wild Wild
Koenig 1980a,b Koenig
0.56 0.56
Hernandez Hernandez et al. al. 2006 2006
virginianus
in Oostmahom, dat
torenvalklegsel
werd
2.96
Museum
Melanerpesformicivorus Melanerpesformicivorus
Colinus Colinus
(0.0-1.56)
Wild Wild
Eikelspecht Eikelspecht
Bobwhite Bobwhite
0.54
Museum
begin juli verwijderd. Op
gepasseerd.
vrouwtje
Het
zat
dat
toen
‘normale’ Torenvalken eieren daalt slechts 60%
bij
veelal
dooier
geen
de eieren
een
het
van
ei-volume
(Mallory hier
van
et
al.
17
was
steeds
nog
van
3 cm
zwaar
de
80%
bij
et
al.
(Valkama
en
legsel
zijn
bebroed werd
geschatte
de eieren.
op
ongeveer
2004)
beschreven
begin juni
moment
in zo’n
werden
aangetroffen,
uitkomstdatum ruim uitkomstkans
De
van
volume van 20
3 cm naar
2002). Dwergeieren
bevatten
een
geval
niet levensvatbaar. Ook
opengemaakt
de
om
inhoud
te
controleren. Alle
vijf eieren waren
dooiermateriaal (Foto
lijkend
tot
normaal vliezen ieder
een
op
druppel
een
de
van
vliezen
en
bevatte elk ei
gestold
Het
restjes
rondom dit minuscule substituut na
eileider
maar
donker
van
de ovulatie in de eileider worden van
dit
torenvalkvrouwtje
van
de eieren bevatte
gekleurd “restje weefsel”,
en
een
in
grootte
de schaal
dooier.
van
een
hadden zich
Aangezien eiwit,
gevormd, lijkt
normaal
hebben
geen
varieerden
eiwit, de vliezen
ovarium daarentegen moet zich iets afwijkends
138
eiwit,
een
bloed. Deze
kleine zandkorrel.
eischaal
geval
Wel
2).
spoortje
gevormd
en
voorzien
het erop dat in
heeft gefunctioneerd.
In
het
afgespeeld.
De
Takkeling 15(2),
2007
Foto 2. Geen of
mogelijk
zich
van
de
weefsel
omheen
dwergeieren van
bevatte
embryonale
moet hebben
gevormd.
De tweede foto toont het veel kleinere the
five
runt
embryonic egg as
De
with
eggs contained traces
tissue
the
(of different
largest
typicalfor
the
residue is
Het
but small
(klein
ei met
spoor
ofyolk,
alle
dooiermateriaal, maar
herkomst
dat
hut
size)
het
en van
duidelijkste
representatief
each
is
egg showed
around which
depicted below.
The second
hadden een
verschillende
the
spoor
voor
a
egg
is
must
plate shows
hieronder
de andere
residue
bloedspoortje
grootte)
waar
het
eieren. None
of blood
have been
ei
afgebeeld.
or
of
possibly
formed.
The
the much smaller residue
remainingeggs.
Takkeling 15(2),
2007
139
Een
eerste
meiose
dat ovulaties
zonder dat
(reductiedeling)
bevruchting (na
de
normaal
zou
van
dooiermateriaal
er
niet
ovulatie)
vroeg stadium
zeer
is
mogelijkheid
plaatsgevonden,
door
zijn afgestorven
hebben
In dat tekort
een
plaatsgevonden
geval aan
hebben
in de follikels. Ook
afgezet
was
kunnen
uitgesloten.
eicellen
vijf opeenvolgende
de
moeten
embryo’s
voedingsstoffen
de
zelfs
en
is
in een
vanwege de
ontbrekende dooier. Een
alternatieve
bloed dan
exacte
en
oorzaken is
de
na
er
het hier beschreven zodat alle eieren
de
van
er
van
productie geval
van
het
de
er
het
Deze
de
residuen
omheen
er
te
spoortjes
maar
zouden
bloedingen vormden
vervolgens
Wat
vormen.
of het ooit is aangemaakt, is
en
van
geen levende eicel,
gekomen.
het
met
er
onduidelijk.
dwergeieren bij vogels zijn onbekend, maar
tijdelijke storing
een
enkel
van een
was
zijn
schaal
gebeurd,
productie
sprake
dat
zijn
plaatsgevonden;
en
dooiermateriaal is
algemeen
worden
kunnen
zou
eileider terecht
de
het albumen
om
gebruikelijke
in het
in
de ovulatie hebben
tijdens
de stimulus
De
verklaring
of weefsel
dwergei
van
het
reproductieve systeem
reproductieve
normale eieren
weer
echter
systeem,
gelegd.
In
langere tijd verstoord,
hierdoor werden beïnvloed.
legsel
Summary
Riedstra
B.
&
C.
Dijkstra
In
2006
(Table
1
& Photo
average egg size of the Kestrel smallest egg
1) in
a
None of the eggs
tissue
embryonic
runt
in
eggs
the
nestbox in the Lauwersmeer
reported
as
Eurasian
residue, the
drop (Photo 2).
Without
contained
amount
area, a nature
smaller than 40% of the
were
in the literature, and 50% smaller than the
All eggs
reported (Table 1).
ever
(Photo 1).
a
with
located in the northern Netherlands. All eggs
reserve
of
clutch
full
Takkeling 15: 135-141.
encountered a clutch of the Eurasian Kestrel Falco tinnunculus containing
we
5 very small eggs
size
A
2007. De
Kestrel Falco tinnunculus.
egg
were
yolk,
Kestrel eggs except for
typical but all
of which varied from
this residue,
formation
egg
held
eggs a
blood
some
tiny speck
or
the size
to
probably
not
have
raptors few
runt
eggs
would
occurred. Runt
are
eggs
Reports of runt
runt
clutch in
a
In
commonly found (overview in Table 2).
not
have been recorded, for
example
clutches
raptor
in the Goshawk Accipiter
are very
scarce.
To
our
gentilis
0.3% of 1011 eggs.
this is the first report of
knowledge
a
species.
Literatuur
Aparicio
J.M.
1999.
advantages Blanco
G.,
Intra-clutch
Martinez-Padilla
differences in the in
R.G.
Bijlsma
R.G. 2003.
komen
140
1993.
large
Davila
duration of avian
sexually dimorphic
Bijlsma
J,,
birds.
Ecologische Eimaten
en
dwergeieren voor?
variation
egg-size
of hatching from
eggs.
J.A.,
Auk
van
volumes
De
the Eurasian
Serrano
D. & Vinuela
embryonic period:
Behavioural atlas
in
Ecology
advantages
and
dis-
J.
2003. First evidence of sex
consequences
for
sibling competition
14: 702-706.
de Nederlandse
van
kestrel:
116: 825-830.
Nederlandse
roofvogels. Schuyt Haviken
&
Co.,
Haarlem
Accipiter genlilis:
hoe vaak
Takkeling 11; 69-72.
De
Takkeling 15(2),
2007
R.G. 2003a.
Bijlsma
jarig Crick
territorium
of: leven
Accipiter genlilis legt superdwergei,
het voedselarme
1995. The
H.Q.P.
88:
Havik
op
strange
case
Planken Wambuis.
of the
Whistling
De
Oofoo. What
are
dood
en
runt
in
30-
een
133-142.
Takkeling 11:
eggs?
British Birds
169-180.
Hemandez
Arredondo
F.,
and incubation
eggs
Hemandez
J.A.,
behaviour
in
F., Bryant
Northern
F.C.
Bobwhite.
&
Brennant
Wilson
L.A.
Journal
of
2006.
Abnormal
Omithology
118:
114-116.
Koenig W.D.
1980a. The determination
Koenig W.D.
1980b. The incidence Mumme
Koenig W.D., egg
Hoyt
destruction
D.F.
among
Practical
1979.
Stanback
R.L.,
of runt
of runt
in
in birds. Wilson
of
acom
woodpeckers,
estimating
volume
Bulletin 92:
Wilson
woodpeckers.
M.T & Pitelka F.A. 1995.
joint-nesting measures
eggs
eggs
103-107
Bulletin
92:
169-176.
Pattems and consequences
Animal Behaviour
and fresh
weight
of
50: 607-621.
of bird
eggs.
Auk
96: 73-77. Lincoln F.C.
1934. A full Kiff
Mallory M.L., The
L.,
occurrence
set of “runt” Mallard
Clark
of runt
R.G.,
eggs
Bowman
in
eggs.
T,
waterfowl
Condor 36: 86-87
Blums
P.,
clutches.
Mednis A.
Journal
& Alisauskas
of Field
R.T.
Omithology
2004.
75:
209-
217. Manen W.
van
Manning TH, sandpiper. Ricklefs
R.E.
Riedstra
B.
Limosa
2001. Dwergei bij
& Carter Wilson
1975.
1997. 70:
B.
Bulletin
Dwarf
S.I.
eggs
laid
Twee vreemde
Valkama
(1973)
1975.
The
by
a
Takkeling
9:
in the Canada
starling. Bird-Banding
broedgevallen bij
1949. The
occurrence
199-201.
goose
and
Semipalmated
de Bruine
169,
46:
Kiekendief
Circus
aeruginosus.
of
avian
egg,
unusually
Chapman & Hall,
small
eggs
in
London,
three
species
of
songbirds.
85: 340-342.
Egg
volume. Auk
J., Korpimaki E.,
trels Falco
De
eggs
33.
Wilson Bulletin Tatum J.B.
of runt
89: 469.
Romanoff A.L. & Romanoff A.J. Rothstein
Buizerd Buteo buteo.
1973, Incidence
92: 576-580.
Wiehn J. & Pakkanen
tinnunculus:
seasonal
decline
T. 2002.
under
Inter-clutch
fluctuating
food
egg
size variation
conditions.
in kes-
J. Avian
Biol.
33: 426-432. Vedder O. 2002.
Vereijken
Dwergeieren bij Sperwer Accipiter
J. & Verbeeten
M. 2003.
Dwergei bij
nisus.
Havik
De
Takkeling
Accipiter gentilis.
9: 199-201 De
Takkeling
11;
66-
68.
Village A.
Adres: B.J.
De
1990. The Kestrel.
Gedragbiologie,
Poyser,
London.
Rijksuniversiteit
Groningen. Postbus
14, 9750
AA,
Haren,
[email protected]
Takkeling 15(2),
2007
141