de rietvogel: meer dan honderd jaar café
ed dekker
en
sb
ro
ek
Kastelein Jaap Zuiker en zijn vrouw Grietje Rood met twee van hun kinderen (Jan, links, en Klaas) buiten voor het café met twee van hun kinderen, begin jaren twintig. (foto van Marga TesselaarZuiker, Tuitjenhorn)
Dirk van Stralen, Jaap Jonker, Jaap Bankras, Gerrit Keuning, Jaap Zuiker, Jan Rood en Arie Borst. De lijst van eigenaren van het café in de Berkmeer voert ver terug in de tijd. De Rietvogel is langer dan een eeuw café geweest, in elk geval vanaf 1880. We beginnen de ontdekkingstocht nóg langer geleden. Terug naar 1846. Dat jaar kan worden gezien als het allereerste begin van de historie van De Rietvogel, hoewel er nog geen enkele steen van gemetseld was en de naam pas veel en veel later ontstond.
fo
ud
ob
da
m
-h
Dirk en Riet van Stralen hebben 35 jaar De Rietvogel gerund. In 1956 serveerden zij er hun eerste glaasje. Met het vertrek van Dirk en Riet naar Heerhugowaard in 1991 kwam er een einde aan De Rietvogel. Het café aan de Berkmeerdijk, ingericht in het voorste gedeelte van een boerenstolp, heeft een lange voorgeschiedenis. In dit artikel gaan we op ontdekkingsreis door de historie van een
.n
l
Het was op 4 april 1883. Bestuursverkiezing in de Berkmeer. Op deze dag konden de ingelanden van de Berkmeer drie nieuwe leden voor het polderbestuur kiezen. Het ‘bureau van stemopneming’ hield ’s ochtends zitting, van negen tot twaalf uur. Het stembureau was ‘ten huize van A. Borst’. Dat was Arie Borst (1827-1898), eerst landman en later kastelein. Hij dreef een café in de Berkmeer. Dit café was later De Rietvogel, van Dirk en Riet van Stralen. Zij waren de laatste caféhouders in de Berkmeer.
st
an
d
va
na
Het café in de Berkmeer in vroeger jaren. Kastelein was toen Jan Rood, de eigenaar van 1883 tot zijn dood in 1916. Jan Rood staat in het midden, met zijn ‘ tweede ‘ vrouw Antje Schoen. Links van hen dochter Grietje, rechts zoon Klaas. Na de dood van haar man zette Antje Schoen als herbergierster het café voort. Later werd haar schoonzoon Jaap Zuiker de caféhouder, na diens huwelijk met Grietje Rood. Rechts de doorrijstal, met de deur geopend. (foto van Marga Tesselaar-Zuiker, Tuitjenhorn)
Negentien bunder land Het was in 1846 dat negentien bunder land in de Berkmeer werd verkocht. Het land lag aan één stuk en was eigendom geweest van Jan Helder, een rijke boer uit Obdam. Eigenaar werd Dirk Klaver, op dat moment landman te Heerhugowaard en in 1803 geboren in Ursem. Hij verdeelde de negentien bunder in een aantal percelen en liet op één ervan
be
horecagelegenheid die eerder De Overhaal heette. Enige tijd werd er in de volksmond zelfs gesproken over de ‘Lelle Belle Bar’.
pagina 13
een boerderij bouwen. Dat was in 1854. In 1854 trouwde op 30 april de genoemde Arie Borst (geboren in Obdam) met Sijbregt Klaver (afkomstig uit Winkel). Sijbregt was een dochter van Dirk Klaver en Grietje Veldhoen. Het vermoeden bestaat dat Dirk Klaver de stolp heeft laten zetten voor zijn dochter en schoonzoon en dat zij daar later ook gingen boeren. Lange tijd huurde Arie Borst de boerderij.
.n ek ro sb en -h m da
Riet en Dirk van Stralen achter het buffet van De Rietvogel, het café dat zij 35 jaar hebben gerund. Zij waren de laatste eigenaren van het café aan de Berkmeerdijk.
be
st
an
d
va
na
fo
ud
ob
Doorrijstal Kort na de herbouw in 1878 van de stolp gebeurde iets opmerkelijks. Er volgde in 1880 een uitbreiding met een flinke, langwerpige schuur aan de voorzijde van de boerderij, zo laat een tekening in het archief van het Kadaster Alkmaar zien. Deze nieuwbouw kan niets anders zijn dan een doorrijstal, gezien de ligging en vorm. Over een doorrijstal wordt in andere archiefstukken meermalen gerept. Deze voorziening duidt op het medegebruik van het pand in als café. Duidelijke aanwijzingen dat de stolp al eerder de bestemming had van café, zijn niet gevonden. Om deze reden wordt 1880 aangehouden als het jaar waarin het café ontstond met de bouw van de doorrijstal. Kennelijk zag Arie Borst mogelijkheden om het boerenbedrijf uit te breiden met een heel andere inkomstenbron. De doorrijstal was bedoeld voor de boeren. Zij konden daar hun paard en wagen achterlaten om in het café rustig een borreltje te drinken, bijvoorbeeld ‘s zondags na kerktijd. Een tekening in het gemeentearchief van de stal vermeldt de maten: hoog 2.90 meter, breed 5.75 meter en lang 11.25 meter. Gaandeweg was eigenaar Arie Borst kennelijk volledig overgeschakeld op het café, want in 1883 staat hij te boek als alleen ‘kastelein’.
l
Bijna 25 jaar later, in 1878, verbrandde de stolp. Herbouw volgde nog in hetzelfde jaar. Landman Arie Borst was inmiddels eigenaar geworden van het spulletje. De boerderij en twee percelen weiland waren in 1876 op zijn naam gekomen. Dat was gebeurd bij de verdeling van de boedel. Boerin Grietje Veldhoen was eerder dat jaar overleden. Haar man Dirk Klaver was haar al veel eerder voorgegaan, in 1859. Na zijn dood had Grietje het boerenbedrijf voortgezet.
Drankwetvergunning Het dossier drankwetvergunningen in het gemeentelijk archief vermeldt ook een aantal malen de naam van Arie Borst. Hij beschikte over een vergunning ‘van verkoop van sterken drank in het klein’. De verkoop vond plaats in ‘de gelagkamer’ van het door hem bewoonde huis. Bij zijn aanvraag eind 1881 voor verlenging van de vergunning voor het jaar 1882 schreef Borst dat hij de afgelopen twaalf maanden ‘een debiet’ heeft gehad van 380 liters sterke drank, inclusief cognac en likeuren.
De eerste eigenaar heeft het café niet lang gehad. Op 13 april 1883 verliet Arie Borst de Berkmeer, zo blijkt uit het bevolkingsregister. Hij emigreerde, met zijn gezin. Zijn vrouw Sijbregt Klaver, de kinderen Trijntje, Dirk, Anna, Arien, Cornelis, Jacob en Pieter, het gehele gezin vertrok naar ZuidAmerika. De reden is niet bekend. Liep het café niet in de Berkmeer? Begin april, iets meer dan een week voor de emigratie, had hij nog het stembureau onderdak geboden, vanwege de verkiezing voor het polderbestuur. Dit zal een van de laatste activiteiten zijn geweest van Arie Borst als kastelein in de Berkmeer. De geboren en getogen Obdammer is vijftien jaar na de grote oversteek overleden. Hij stierf in 1898 in de Noord-Amerikaanse stad Marinette, in de staat Wisconsin. Zijn vrouw Sijbregt Klaver was al een jaar na de emigratie gestorven, in 1884 in Bay Settlement. Eigenaar nummer twee werd Jan Rood. Hij was begin 1883 de hoogste bieder op een openbare verkoping van het café en uiteraard was de publieke veiling daar gehouden. Als landbouwer uit Heerhugowaard kocht Jan Rood de herberg, met daarbij een perceel bouwland en de doorrijstal. De doorrijstal stond op grond van de polder Berkmeer. De polder bleef eigenaar van de ondergrond.
pagina 14
1921 tot in 1925. ,,Zijn zin raakte zomaar af van de herberg. Hij wilde liever boeren.” Dit vertelde zijn vrouw Grietje Zuiker-Rood in 1995 aan een journalist van het Noordhollands Dagblad. De krant kwam op bezoek ter ere van haar 100ste verjaardag.
ek ro sb
-h
en
Veel drukte bij De Rietvogel. Rechts tegen de voorgevel een aanplakbord voor het doen van openbare kennisgevingen.
da
m
Voor 7.600 gulden Jaap Zuiker verhuisde in 1925 met zijn gezin naar een boerderij in het Bliekenbos, behorend tot Dirkshorn. Hij had het café met daarbij een perceel wei- en bouwland verkocht aan Gerrit Keuning Janszoon, landbouwer te Wogmeer, geboren in de gemeente Hensbroek in 1901. De totale oppervlakte van het verkochte was een hectare, 43 are en negentig centiare. De koopsom bedroeg 7.600 gulden. Bij dit bedrag was zeshonderd gulden inbegrepen voor de drankvergunning. De officiële omschrijving van de vergunning luidde: ‘vergunning tot verkoop van sterke drank in het klein voor het gebruik ter plaatse in het huis’. Met het huis werd het café bedoeld.
ob
Liet Arie Borst op 13 april 1883 de Berkmeer achter zich, een dag later arriveerde Jan Rood er als de nieuwe kastelein. Hij zou zijn brood er tevens als landbouwer verdienen. Deze combinatie pakte kennelijk goed uit, want Jan Rood ging niet meer weg uit de Berkmeer. Een van zijn bronnen van inkomsten met het café was de kermis. De Berkmeer heeft ruim 25 jaar een eigen officiële kermis gehad, van 1897 tot in 1926. De gemeenteraad van Obdam had in oktober 1896 besloten tot het instellen van deze kermis, te houden op de eerste zondag in augustus en de daaropvolgende maandag. In april 1926 trok de raad dit besluit in. De kermis in de Berkmeer werd ‘van weinig belangrijkheid’ genoemd.
.n
l
Vier wijntafels De koopakte, opgemaakt na de veilling, geeft een opsomming van de inventaris. Die bestond uit onder meer een biljart, vier wijntafels, acht banken, een muzikantenbank, drie tafels, twintig stoelen, twee lampen, een kachel, twee vuurkomforts en twee kwispeldoren. De drankvoorraad telde 22 wijnflessen, tien drankflessen en 136 bierflesjes. Voorts waren er tien wijnkelken, vijf kruiken, veertig borrelglaasjes, zestien bierglazen en zes kop en schotels. Bij de koop waren bovendien inbegrepen ‘de houten ramen bij kermisgelegenheid’. Deze houten ramen werden dus als bescherming gebruikt bij kermis.
st
an
d
va
na
fo
ud
Uitbreiding gelagkamer De zaken gingen Jan Rood kennelijk goed, want hij liet in 1913 de gelagkamer uitbreiden. De oppervlakte werd met twintig vierkante meter vergroot naar zestig vierkante meter. De vergunning voor het tappen van sterke drank gold alleen voor de gelagkamer. Voor de doorrijstal had Rood verlof voor de verkoop van alcoholhoudende drank anders dan sterke drank. Jan Rood, geboren in Hoogwoud, stierf in de Berkmeer in 1916, op 85-jarige leeftijd. Zijne tweede ‘ vrouw Antje Schoen zette het café voort. Zij stond te boek als herbergierster. In 1921 vertrok zij naar de Wogmeer. De drankvergunning kwam toen op naam te staan van haar schoonzoon Jacob Zuiker, die daarmee officieel kastelein werd.
be
Jacob (Jaap) Zuiker was al eigenaar geworden in 1918. In juli van dat jaar was hij getrouwd met Grietje Rood. Als een van de vijf kinderen uit het tweede huwelijk van Jan Rood, met Antje Schoen, was Grietje geboren in de Berkmeer. Bij de overdracht aan Jaap Zuiker werd het eigendom omschreven als ‘huis waarin café, stal, getimmerten, erf, wei- en bouwland’. Van beroep was Jaap Zuiker, in 1882 geboren in Wognum, rietdekker. Hij bleef dit werk doen, ook nadat hij en zijn vrouw in het café waren getrokken. Voorts verdiende hij de kost met wat bouw- en weiland. Zuiker heeft het café niet lang gerund: van
Een oude foto van het café. Zo zag het pand er uit toen Dirk en Riet van Stralen het kochten in 1956. Een stevige verbouwing was noodzakelijk.
pagina 15
.n
l
Meer dan twintig jaar was Gerrit Keuning kastelein in de Berkmeer, van 1925 tot in 1946. Met zijn vrouw Cornelia Kok had hij een groot gezin, veertien kinderen. Op één na zijn alle kinderen in de Berkmeer geboren. De inkomsten van het café waren onvoldoende om alle monden te vullen. Op het bijbehorende land van iets meer dan een hectare verbouwde Keuning aardappelen en grove groenten als kool en bieten. Voorts werkte hij als rietdekker bij de boeren in de omgeving. En hij was machinist van het poldergemaal van de Berkmeer. ,,Die bijbaantjes waren hard nodig, vertelt Kees Keuning uit Heerhugowaard, de oudste zoon. ,,Het café leverde geen grote omzet op. De aanloop was heel matig.
ek
De verbouwing van de stolp in 1956. Piet en Nico van Langen uit Heerhugowaard, twee broers van Riet van Stralen, zijn er vier maanden aan het werk geweest. Onder meer de gehele voorgevel werd vernieuwd. Dirk van Stralen was de opperman. Hij staat rechts op de steiger.
en
sb
ro
Overhaal Het café heette in die tijd De Overhaal. Die naam heeft jarenlang bestaan en wees op de nabij gelegen overhaal van Obdam. Met deze voorziening werden tuindersschuiten vanuit de polder over de Obdammerdijk getrokken om de ringvaart te bereiken. Daar werden de producten overgeladen in grotere schuiten voor verder vervoer. Na gedane arbeid werd vaak een gelagje genuttigd in het café. Restanten van de overhaal zijn nog te zien. Er leven ideeën om de overhaal weer op te bouwen.
an
d
va
na
fo
ud
ob
Onder Keuning is de doorrijstal verdwenen. De stal werd gesloopt in 1942, ruim zestig jaar na de bouw. Kort na de Tweede Wereldoorlog deed Gerrit Keuning het café van de hand. Bij Verkade in Zaandam had hij later de zekerheid van een vast inkomen. De nieuwe kastelein van de Berkmeer werd in 1946 Jaap Bankras, een tuinbouwer uit Obdam, in 1910 geboren te Hoogwoud. Zijn vrouw Gré Jong was vaak de gangmaker in het café. De stamgasten, overwegend ouderen, spraken al gauw over de ‘Lelle Belle Bar’. Jaap Bankras heeft ook bij de veiling in Obdam gewerkt. Als transportarbeider hielp hij bij het verladen van groente. Veiling De Tuinbouw bestond van 1916 tot 1968.
da
m
-h
Jaap Jonker eigenaar geweest. ,,Vader kon verbeteren in de Moerbeek”, aldus Nans AbbinkJonker uit Jisp, een van de zeven kinderen. Het vertrek uit de Berkmeer was in 1956. Vastigheid vond de familie Jonker niet in de Moerbeek. Er volgden diverse verhuizingen. Uiteindelijk ging Jaap Jonker boeren in Jisp. Daar heeft hij ook nog een café gehad, één jaar, De Lepelaar.
be
st
Twaalf stoelen Jaap en Gré Bankras hebben vijf jaar in het café gezeten. Zij verkochten de horecazaak in 1951 aan Jaap Jonker, ook een tuinbouwer uit Obdam, geboren in 1915. Bij de overdracht bestond de café-inventaris uit vijf tafels, twaalf stoelen en divers glas- en aardewerk. Voorts was bij de aankoop inbegrepen de teeltvergunning voor tuinbouwgewassen. De prijs bedroeg 9.250 gulden, inclusief de goodwill. Van dit bedrag gold 8.000 gulden voor het onroerend goed. Dat werd omschreven als ‘huis met daarin café en woning, schuur, erf en bouwland’ totaal groot een hectare, veertien are en twintig centiare. Het café was meer de taak van de vrouw van Jaap Jonker, Geertruida Bijman. Jaap had zijn bouwtje. Slechts vijf jaar is
De vrouw des huizes Van alle kasteleins in de Berkmeer is Dirk van Stralen het langst eigenaar geweest van het café, namelijk 35 jaar. Ook hier was het vooral de vrouw des huizes die het café regelde. Dirk deed het boerenbedrijf, zijn echtgenote Riet verzorgde de cafégasten. Op 24 februari 1956 werden bij notaris W. Appel in Obdam de handtekeningen gezet en was Dirk van Stralen officieel veehouder en caféhouder. De inventaris bestond behalve uit divers glas- en aardwerk uit tafels, stoelen en een biljart. Dirk van Stralen was eerder boerenwerkman in Heerhugowaard. Hij is daar ook geboren, in 1926 aan de Veenhuizerweg. Ook de wieg van zijn vrouw Riet van Langen stond in Heerhugowaard, in 1927 aan de Jan Glijnisweg. Twee jaar na hun huwelijk in 1954 verhuisden ze van de Middenweg in Heerhugowaard naar Obdam. Vader Jan van Stralen had hen gewezen op het spulletje aan de Berkmeerdijk. Opeens was Riet kasteleinsvrouw, in 1956. ,,Ik wist totaal niet waar we aan begonnen. Ik jankte ervan. Maar mijn moeder zei: ‘Kind, pak wat je pakken kunt’ Ik heb er nooit spijt van gehad. Allereerst werd de stolp stevig verbouwd. ,,Het was allemaal ontzettend oud. In de houten vloer van het café zaten allemaal kieren, de padden liepen over de
pagina 16
Berkmeerconcert van de Obdammer fanfare Muzieklust trok volle zalen. ,,Het was dan kermis gelijk.! Twee keer in de winter klaverjassen, met vrijwel altijd acht tafels. ,,Voor één tafel was er dan in het café geen ruimte. Deze vier kaarters moesten dan in de kamer spelen.! En dat ging ook weer. Er kon veel in De Rietvogel en gemoedelijkheid stond voorop.
Van voorjaar 1956 tot voorjaar 1991, Dirk en Riet kijken terug op 35 mooie jaren in de Berkmeer. Vooral Riet vond het café prachtig. De gezelligheid, het contact met mensen, de verhalen. Dirk en Riet hebben veel gegeven voor De Rietvogel, maar De Rietvogel heeft hen ook veel geschonken. ,,Als ik een dagboek had bijgehouden, dan raakten we nu nooit uitgelezen en uitgepraat.! Het café was alle dagen open. Op vakantie zijn ze nooit geweest, het café ging altijd voor. ,,Dat kregen mijn kinderen ook vaak te horen, en dat vonden ze niet altijd leuk. Maar zo ging dat. Riet hield van het caféleven. ,,We hebben nooit van die erge zuipers gehad. En als ze genoeg hadden en niet weg wilden, regelde ik een taxi.! Heel veel rookwerk is verkocht. Een tappilsje heeft Riet nooit geschonken. ,,We hadden flesjes. Voor een tap was de omzet te weinig.!De Rietvogel had veel vaste klanten. ,,De jongens van De Draai kwamen alle weken, zondagmiddag. De Visclub Obdam, fietsclubs, kanovaarders, schaatsers, we hebben allerlei volk over de vloer gehad. De polities uit de kop van Noord-Holland, dertig jaar lang, altijd een hele dag hier vissen. Met tussen de middag soep, biefstuk en een uitsmijter. ‘’s Ochtends dronken ze een borreltje, maar ‘ middags geen druppel. Ze waren allemaal met de auto.! Biefstukken en snert ,,Ook mensen van de Hoogovens kwamen ieder jaar te vissen. Ze waren hier ‘s ochtends om drie uur en begonnen met koffie. Ik zorgde dat alles op tijd klaar was. Ik zal wat biefstukken hebben gebakken. Ook moest er vaak snert zijn.! Ook Berkmeerders – ‘dijkers’ gingen graag naar De Rietvogel. Voor veel jongeren was ‘moeder Riet’ een tweede moeder. Op zaterdagavond zat er een vast groepje. De grote ronde tafel was favoriet. Het jaarlijkse
Een feestje in het café, met als muzikale gangmaker accordeonist Meindert Mak uit Ursem.
da
m
-h
en
sb
ro
ek
.n
l
vloer. Ze gruwt er nog steeds van. Twee van haar broers, Piet en Nico van Langen uit Heerhugowaard, zijn vier maanden bezig geweest met verbouwen. Zij sliepen op de zolder van de boet achter de boerderij, zo lang de temperatuur dat toeliet. De voorgevel werd vernieuwd, het dak verhoogd en een stuk aangebouwd. Ook werd een dakkapel geplaatst. Dirk begon met vier koeien, met een bunder land. Het aantal stuks vee en landerijen breidden zich gaandeweg uit. Met zoon Mart (geboren in 1961) werd in 1980 een vennootschap onder firma gevormd. Dirk en Mart molken toen tegen de 25 koeien. Het doel van de firma was, zo leert het handelsregister van de Kamer van Koophandel, de exploitatie van een veehouderij annex horecabedrijf. Polder vol vogels Dirk en Riet van Stralen noemden het café De Rietvogel. De naam De Overhaal was niet meer van toepassing, want de overhaal functioneerde niet meer. ,,Wij vonden De Rietvogel een mooie naam, zo dicht bij het riet langs de ringvaart in een polder vol vogels! verklaart Riet.
be
st
an
d
va
na
fo
ud
ob
Het polderbestuur van de Berkmeer hield zijn jaarvergaderingen in De Rietvogel. Dat gebeurde voor het laatst eind 1979. Op 27 december van dat jaar ontving Riet van Stralen de colleges van het dagelijks bestuur en hoofdingelanden voor de allerlaatste maal. Nog één keer bijeen: dijkgraaf Jan Dekker, de heemraden Arie Bakker (mijn schoonvader) en Piet Dekker (mijn vader) en de hoofdingelanden Cees Bijman, Marinus Druif, Jan Kuiper en Sjaak Weel. Plus molenaar-machinist Arie van Leijen en secretaris-penningmeester Piet Tamis. De vergadering stond geheel in het teken van de opheffing van de polder als zelfstandig bestuursorgaan. De Berkmeer ging per begin 1980 op in het nieuwe grote waterschap GrootGeestmerambacht. Polderhuys Het café was de vaste plek voor de jaarvergadering van de polder, zo blijkt uit oude notulen. Het is jammer dat de notulen niet compleet zijn, waardoor geen compleet beeld mogelijk is. De periode halverwege 1861-1879 ontbreekt. De eerste notulen van na 1879 geven aan dat werd vergaderd ‘ten huize van A. Borst’, in het café dus. Vòòr 1861 werd veelal vergaderd in de poldermolen. Deze informatie uit de notulen bevestigen de stellige indruk dat de eerste stolp (gezet in 1854, afgebrand in 1878) niet ook als café in gebruik was. Het bestuur kwam vòòr 1861 ook wel bijeen in ‘het
pagina 17
sb
ro
ek
.n
l
polderhuys’, zoals genoemd in de notulen van onder meer 1722. In 1693 kwamen dijkgraaf en heemraden bijeen in ‘de polderkamer van de Berkmeer’. Niet bekend is waar de polderkamer zich bevond, dat vraag om extra archiefonderzoek.
-h m da
Een verjaardag van de familie Van Stralen. Verjaardagen werden gevierd in het café. Staand Riet van Stralen.
na
fo
ud
ob
Terug naar De Rietvogel. In mei 1991 zetten Dirk en Riet van Stralen er een punt achter en betrokken een nieuwe woning aan de Travalje in Heerhugowaard. Nadat plannen voor een restaurant waren afgeketst, kocht Kees Roos de stolp. Sindsdien woont hij daar met veel plezier, samen met zijn vrouw. De 53-jarige Kees Roos is informatiespecialist bij Corus. Hij is afkomstig uit Wijk aan Zee, zijn partner uit Alkmaar.
en
Berkmeerdijk 13 te Obdam: het café- annex veehouderijbedrijf van de familie Van Stralen. Met achter de stolp de veestalling en kapberg. Rechts aan de voorzijde van het pand heeft een doorrijstal gestaan, in 1880 gezet op grond van de polder. De doorrijstal is gesloopt in 1942. Geheel rechts de boerderij Berkmeerdijk 12.
be
st
an
d
va
De naam De Rietvogel is verdwenen, het laatste glas is in 1991 vol geschonken. Lange tijd bleef de horecabestemming rusten op het perceel. Bij het actualiseren van het bestemmingsplan Landelijk Gebied heeft de gemeente Obdam kortgeleden deze
bestemming geschrapt. Dat betekent formeel het definitieve einde van het café in de Berkmeer. Het einde van een tijdperk. Bronnen: Archief Kadaster Alkmaar; Westfries Archief, Hoorn: - bevolkingsregisters - burgerlijke stand - gemeentelijk archief Obdam Regionaal Archief, Alkmaar: - notulen bestuur polder Berkmeer Rijksarchief in Noord-Holland, Haarlem: - handelsregister Kamer van Koophandel Internet: parenteel van Cornelis Borst; Artikel in ’t Dijkertje, jaargang 1 nummer 2, november 1998. Boek ‘Rondje Berkmeer’, Piet Tamis, 1980; Boek ‘Overzicht van de familie Rood’, deel 25 in serie Westfriese Geslachten, C. Raaphorst-Rood en T. Prins, 1986; Boek ‘100 jaar veiling & tuinder 18871987’, Provinciale Veilingorganisatie voor NoordHolland, 1986. Met dank aan: Dirk en Riet van Stralen en anderen die mondeling informatie hebben gegeven.
recente foto van “De Rietvogel” uit het archief van de Stichting Oud-Obdam-Hensbroek
Waar geen bronvermelding wordt aangegeven, is de foto beschikbaar gesteld door Dirk en Riet van Stralen.
pagina 18