Akkoord over de ENb-raam-CAO Op 7 december 2005 hebben de Werkgeversvereniging WENb en de vakorganisaties ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en VMHP-N als partijen bij de ENb-raam CAO het volgende akkoord bereikt:
Supplement Protocol ENb-raam-CAO 2005 De Werkgeversvereniging WENb en de werknemersorganisaties ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en VMHP-N zijn in het Protocol bij de ENb-raam-CAO 2005 overeengekomen dat zij in 2005 afspraken maken over de per 1 januari 2006 noodzakelijke aanpassingen van de (pre)pensioenregelingen (in het bijzonder de FUR) in verband met de gewijzigde fiscale regelgeving voor Vut en prepensioen. Zij hebben voorts afgesproken dat zij in de loop van de contractperiode overleg voeren over de WIA (Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen). In dat kader zullen de voorstellen in het kader van het reeds uitgevoerde onderzoek naar de modernisering van de hoofdstukken 3 en 4 van de raam-CAO worden meegenomen. De raam-CAO 2005 loopt van 1 april 2005 tot en met 31 maart 2007. Deze looptijd blijft ongewijzigd. 1. VPL Het op basis van de afspraak in het Protocol gevoerde overleg over de aanpassing van de (pre)pensioenregelingen heeft geleid tot het volgende VPL-(deel)akkoord: Partijen willen invulling geven aan verwachtingen bij huidige deelnemers van Sfn die op 31 december 2005 in dienst zijn van een bij Sfn aangesloten onderneming, door een eigen sectorale regeling van 70% voor een eenjaarsuitkering voorafgaande aan de uitkomsten van het ABP-hoofdlijnenakkoord. De in het ABP-hoofdlijnenakkoord gemaakte afspraak van 0,8% werkgeversbijdrage voor levensloop is naast de hieronder vermelde afspraken, voor de in het ABP-hoofdlijnenakkoord benoemde categorieën werknemers1 beschikbaar voor levensloop2. 1. Deze ambitie wordt voor de deelnemers die voor 1 januari 1950 geboren en vanaf 1 april 1997 onafgebroken deelnemer bij Sfn zijn, als volgt ingevuld: -
1 2
voor hen wordt de huidige FUR-regeling (d.w.z. één jaar eerder dan FPU) voortgezet (overgangsregeling). de financiering van deze voortzetting voor hen bestaat uit continuering van de huidige premie van 3% werkgever en 1,5% werknemer over het loon van deze deelnemers. aan Sfn een tijdelijke premie gedurende drie jaar tot ultimo 2008 van 0,6% werkgever en 0,3% werknemer over het salaris van werknemers die op of na 1 januari 1950 zijn geboren
Werknemers geboren ná 1949 Overigens is de werknemer vrij om een andere keuze te maken.
1
2. Deze ambitie3 wordt voor de deelnemers die op of na 1 januari 1950 geboren en vanaf 1 april 1997 onafgebroken deelnemer bij Sfn zijn, als volgt ingevuld: - een levensloopregeling vanaf 2006 met een premie van 1% werkgever (werkgeversbijdrage) en 0,5% werknemer over het salaris van deze deelnemers; CAO-partijen stellen vast dat deze werkgeversbijdrage niet pensioengevend is, gelet op het feit dat de bron voor deze bijdrage, de financiering van de FUR, evenmin pensioengevend was. - het saldo van de individuele FUR-bestemmingsrekening van deze deelnemers per ultimo 2005; - een zodanige additionele dotatie op de individuele FURbestemmingsrekening uit Sfn per ultimo 2005, waardoor het FUR-saldo tezamen met de hiervoor vermelde gezamenlijke premie van 1,5% voor levensloop toereikend is voor de financiering van de ambitie op de richtleeftijd van 61 jaar en 3 maanden. 3. Gevolgen voor de werknemers: - voor de deelnemers die voor 1 januari 1950 geboren zijn en waarvoor in 2005 het FUR-aanvullingsreglement geldt: - geen enkel verschil (d.w.z. één jaar eerder dan FPU) zowel ten aanzien van de huidige regeling als ten aanzien van de huidige premie; - voor deelnemers die op of na 1 januari 1950 geboren zijn: - geen verschil ten aanzien van de ambitie van de regeling; - wel een andere vormgeving (een combinatie van FURbestemmingssaldo en spaarsaldo levensloop); - verlaging van de premie met 0,7% per 1 januari 2006 en bovendien met 0,3% per 1 januari 2009 (samen 1%). - voor zover noodzakelijk een bijschrijving per 31 december 2005 van een overbruggingsdotatie, berekend op het beoogde ambitieniveau, om dit binnen het bereik van de werknemer te brengen. - vóór 1 juli 2006 overboeking van het dan aanwezige Sfn-saldo naar keuze van de werknemer naar levensloop en/of ouderdomspensioen. - vanaf het moment waarop de overbruggingsdotatie op de bestemmingsrekening is bijgeschreven, draagt de betreffende werknemer het risico voor het saldo op zijn bestemmingsrekening. Werknemers die na 1 april 1997 in dienst zijn getreden, verkrijgen een bijschrijving naar evenredigheid van het aantal maanden onafgebroken diensttijd tussen 1 april 1997 en 1 januari 2006.
3
Voor de rendementsontwikkeling bij de FUR-bestemmingsrekening en bij de levensloop is een reëel rendement van 3% verondersteld.
2
4. Gevolgen voor werkgevers: - de 3% FUR-premie voor 55-plussers blijft gehandhaafd - voor de 55-minners wordt de vervallen 3% FUR-premie als volgt aangewend: a. 1% voor levensloop; b. 0,6% gedurende drie jaar voor de financiering van de overgangsregeling voor 55-plussers; deze 0,6% valt vrij per 1 januari 2009. c. 1% wordt als arbeidsvoorwaardenruimte overgeheveld naar de sectortafels en is daar beschikbaar voor in overleg te bepalen doelen. Het wordt niet gebruikt ter compensatie van autonome stijging van werkgeverslasten. d. een verlaging van de premie van 0,4% per 1 januari 2006. Met de onder b genoemde vrijval van 0,6% per 1 januari 2009 is dat samen 1%. 5. Gevolgen voor Sfn: - Sfn blijft de FUR-regeling vooralsnog uitvoeren voor alle deelnemers met inachtneming van de hierboven vermelde afspraken; - Het bestuur van Sfn stelt rekenregels op aan de hand waarvan dit akkoord wordt afgewikkeld; - In 2008 zullen CAO-partijen overleg voeren over het voortbestaan dan wel beëindiging (alternatieve uitvoeringsvormen) van Sfn. 6. Indexatie van de ingegane uitkeringen De FUR-uitkering wordt geïndexeerd volgens het door het Sfn-bestuur vastgestelde indexatiebeleid (voorwaardelijke indexatie). Hiervoor zijn de nodige reserves aanwezig. Mochten in de toekomst onverhoopt toch onvoldoende middelen in het fonds aanwezig zijn om de voorwaardelijke indexatie te waarborgen dan zal ten behoeve van die indexatie een premie worden geheven die wordt verdeeld in de verhouding 2/3 werkgever en 1/3 werknemer.
3
Schema herverdeling huidige FUR-premies situatie werkgever werknemer huidig 3,0% 1,5% vanaf 1 januari 2006 3,0% 1,5% voor werknemers geboren vóór 1950 en in dienst vanaf 1 april 1997 vanaf 1 januari 2006 1,0% 0,5% voor overige 0,6% 0,3% werknemers geboren na 1950 1,0% 0,4% 0,7% ____ ____ 3,0% 1,5% vanaf 1 januari 2009 voor overige werknemers geboren na 1950
1,0% 1,0% 1,0% ____ 3,0%
0,5% 1,0% ____ 1,5%
Doel FUR + Fur-overgangsregeling voortzetting FUR (=overgangsregeling)
levensloop tijdelijke financiering overgangsregeling over te hevelen naar sectortafels vrijval
levensloop overgeheveld naar sectortafels vrijval
2. WIA Partijen bij de ENb-raam-CAO hebben geconstateerd dat in de Pensioenkamer nog geen besluiten zijn genomen over de consequenties van de WIA voor de inhoud van het invaliditeitspensioen en de herplaatsingstoelage. Het arbeidsongeschiktheidsdossier is voorgelegd aan de Advies- en arbitragecommissie. Deze commissie heeft onlangs uitspraak gedaan en partijen opgeroepen de onderhandelingen te heropenen. Daardoor is nog niet bekend óf in de Pensioenkamer afspraken over bovenwettelijke regelingen tot stand zullen worden gebracht en zo ja, hoe deze regelingen eruit zullen zien. Partijen hebben vastgesteld dat als gevolg van deze onzekerheid overleg zoals afgesproken in het Protocol thans niet zinvol is. Partijen zullen het afgesproken overleg starten zodra in de Pensioenkamer besluiten zijn genomen. Totdat partijen bij de ENb-raam-CAO definitieve afspraken met betrekking tot de WIA hebben gemaakt, doch uiterlijk tot twee maanden nadat partijen in de Pensioenkamer een akkoord over WIA hebben bereikt, zal een werknemer waarvan het arbeidsongeschiktheidspercentage op minder dan 80% is bepaald, niet op grond van arbeidsongeschiktheid worden ontslagen. Zij salaris wordt doorbetaald met toepassing van de regels die gelden voor salarisbetaling in het tweede ziektejaar. 3. Overige onderwerpen Overeenkomstig de eerder gemaakte afspraak zullen in het overleg over de WIA ook de voorstellen in het kader van het reeds uitgevoerde onderzoek naar de modernisering van de hoofdstukken 3 en 4 van de raam-CAO worden meegenomen. Partijen spraken af om bij die gelegenheid op verzoek van de vakbonden overleg te voeren over de werkgeversbijdrage aan de werknemersorganisaties.
4
Aldus overeengekomen te Arnhem op 7 december 2005
Werkgeversvereniging WENb
De vakorganisaties:
mr. M.M. van ‘t Noordende
ABVAKABO FNV J.P.O.M. van Herpen
CNV Publieke Zaak Th. Quist
VMHP-N O.H. Hoole
5