Preek van Jan Pool d.d. zondagavond 28 november 2004
De plaats van de vijfvoudige bediening We zien verschillende vormen van leiderschapsteams in de wereld, maar ook in de gemeente. Eén-mans leiderschap Hier is een sterke leider, die het allemaal voor het zeggen heeft. Hij heeft meestal wel een team om zich heen, maar die zijn er slechts om hem te dienen en zijn bevelen op te volgen. Hij delegeert geen echt gezag! Hij neemt alle beslissingen, stelt alleen alle doelen vast en het team en de mensen om hem of haar heen worden aangemoedigd om zijn autoriteit onvoorwaardelijk te accepteren. Stelt zich vaak dictatoriaal op. Democratisch leiderschap De leider is een gekozen leider. Hij geeft dan ook leiding op basis van de gunst van de mensen om hem heen. Maar als ze hem niet meer willen wordt een ander gekozen in zijn plaats. Deze vorm van leiderschap die we in gemeenten tegenkomen roepen vroeg of laat problemen op. Totale overeenstemming met een te nemen beslissing is niet altijd mogelijk. Iets wat dan resulteert in het niet nemen van een beslissing of het komen in een onbestuurbare situatie. Team gelijkheid Iedereen in het team is gelijk. Iedereen mag over alles en iedereen mee praten en meedenken. Bij beslissingen dient er een 100% overeenstemming te zijn, anders worden er geen beslissingen genomen. Dit lijkt erg mooi, maar is geen leiderschap zoals God dat bedoelt heeft. Als het team uit 5 man bestaat heb je met 5 kapiteins te maken. Iets met 2 hoofden is een monster, laat staan als ergens 5 hoofden op staan. 4. Team bediening Nieuwtestamentisch leiderschap is altijd meervoudig. In Nederland gebruiken wij in evangelische kringen vaak het woord “voorganger”. Men baseert zich dan o.a. op vers 17 uit de brief aan de Hebreeën: “Gehoorzaamt uw voorgangers en onderwerpt u (aan hen), want zij zijn het die waken over uw zielen.” In de grondtekst staat daar: “Zij die u leiden…” er wordt duidelijk gesproken over meervoud!
In de brieven van Paulus en het boek Handelingen zien we dit meervoudig leiderschap in de gemeente ook duidelijk naar voren komen. (Lees Titus 1:5,6; Handelingen20:17; 14:23) ‘...en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen...’ (Titus 1:5,6) De Bijbel spreekt t.a.v. de gemeente over het leiderschap van apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars, maar ook over een leiderschap van oudsten.
God geeft elk teamlid verschillende gaven en bedieningen, waardoor het team als totaal goed kan functioneren. Deze diverse bedieningen respecteren elkaar en erkennen elkaars bediening. Ze zijn bereid om elkaar te dienen en zetten zich gezamenlijk in om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Wij noemen dit soort leiderschap ook wel teamleiderschap of een teambediening. En dit is geloof ik de Bijbelse vorm van leiderschap. team samenwerking. Dit soort leiderschap heeft wel een duidelijke leider nodig. Hij is degene die een opdracht van God krijgt, een zogenaamde ‘set man’ die een team om zich heen vormt van leiders en bedieningen die samen met hem aan de opdracht van God vervullen. Samen lezen: Efeziërs 4:11,12 Voordat ik inga op de specifieke bedieningen wil ik eerst eens met u naar een stuk kerkgeschiedenis kijken. We zien door de eeuwen heen dat God ‘oude waarheden’ herstelt. Voorbeelden: 1517 Herstel van waarheid dat men behouden wordt door genade uit geloof 1600
Herstel van doop in water
1700
Herstel van heiliging
1800
Herstel van goddelijke genezing
1900
Herstel van de doop in de Heilige Geest
We zien in de 20ste eeuw een herstel komen van bedieningen. Daarvoor was er eigenlijk alleen maar de herdersbediening. (‘meneer pastoor’, de dominee) 1930-1950 Herstel van de bediening van evangelist. (incl wonderen en tekenen) denk aan Smith Wigglesworth, John Lake, Oral Roberts, Aimee Sample Mcpherson, Osborn enz. Vanaf 1970 Herstel van de bediening van leraar. Denk aan Derek Prince, Bob Mumford, maar ook ‘geloofsleraars’ als Ken Copeland en Kenneth Hagin Vanaf 1980 Herstel van de profetische bediening. (Paul Cain, Bill Hamon, rol van Rick Joyner enz.) Met het herstel van de profetische bediening zagen we ook een herstel van de bediening van voorbidders. (Cindy Jacobs, rol van Peter Wagner) Vanaf 1990 Herstel van de apostolische bediening. (Yongi Cho, John Kelly, Jonh Eckahardt, Cesar Castellanos, rol van Peter Wagner) Voor de gemeente in de eindtijd is het herstel van de apostolische bediening enorm Belangrijk. Rick Joyber schrijft in zijn laatste boek ‘The Apostolic Ministry’ dat we wel een herstel hebben gezien van de andere bedieningen, maar dat ze niet tot hun volheid kunnen groeien voordat de apostolische bediening herstelt is en zijn plaats gaat innemen. Hij schrijft dat de gemeente anders op een sportteam lijkt zonder coach. Ze hebben misschien talentvolle spelers, maar door gebrek aan duidelijke coördinatie en leiding zal het team nooit tot de prestaties kunnen komen, die ze die met een coach kunnen bereiken. Hij gelooft dat in de eindtijd-gemeente apostelen zullen opstaan met de zelfde autoriteit als in de eerste gemeente. Je ziet wereldwijd steeds meer erkenning komen voor de apostolische zalving. Peter Wagner noemt het in zijn boek ‘Churchquake’ zelfs de ‘Nieuwe apostolsiche Reformatie’. Hij heeft wereldwijd research gedaan en komt tot een aantal opmerkelijke gedachten over de apostolische zalving. Een van de meest radicale elementen die Peter Wagner noemt is de volgende: De mate van geestelijke autoriteit die door de H.G. gedelegeerd wordt aan individuen. Autoriteit wordt, volgens dit boek, gegeven aan individuen en niet aan teams, groepen of oudstenraden. Dit heeft 2 belangrijke voordelen: 1. Een duidelijk gefocuste visie. George Barna zegt hier het volgende over: “Visie wordt toevertrouwd aan een individu. Je ziet nergens in de Bijbel dat God een visie geeft aan een team of comité. In alle gevallen selecteert God een persoon. 2. Het zet creativiteit vrij. Wanneer individuele leiders de permissie en vrijheid krijgen, dan kunnen ze zo creatief zijn als God wil dat ze zijn. Ze kunnen risico’s nemen. Ze kunnen hun ‘gebied’ uitbreiden. Ze kunnen grenzen doorbreken. Ze kunnen de status-quo opschudden. Ze kunnen naar nieuwe hoogten zweven. We zien dat in het N.T. gebeuren bij Petrus en Paulus.
Volgens Wagner bestaat er een algemeen idee dat het gevaarlijk is om heel veel vertrouwen aan een individu te geven. Teams lijken veiliger. Vertrouwen is dus de sleutelfactor. Wanneer vertrouwen de wortel is, dan is autoriteit de vrucht. Traditionele opvattingen over de rol van ‘voorganger’. De voorgangers krijgen een salaris als een werknemer van de gemeente. Voorgangers komen en voorgangers gaan. Voorgangers zijn “enablers” (ik kon geen goede Nederlandse vertaling vinden). Ze besteden hun tijd met het uitzoeken wat hun gemeenteleden graag willen en stellen hen in staat om te bereiken wat ze graag willen. Voorgangers zijn de “medicijnman” van de gemeente. De medicijn man “doet de religieuze dingen” als: preken, dopen, avondmaal bedienen, huwlijken, begrafenissen, ziekenbezoeken, kinderen opdragen, dagje uit met de senioren enz.
Zes fundamentele veronderstellingen over de rol van een voorganger vanuit het apostolisch denken. De voorganger ontvangt de visie Een apostolisch voorganger krijgt door gebed de visie voor de gemeente. Natuurlijk deelt hij deze visie met zijn oudstenteam en zal hij algemene instemming (consensus) van de oudsten willen hebben voordat hij de visie deelt met de gemeente.
Voorgangers zijn sterk in leiderschap en minder sterk in management. De meeste visionaire leiders hebben niet het geduld om te “managen”. In kleine gemeenten hebben ze geen keus. Daar moeten ze zowel leiden als managen. Zodra de gemeente groot genoeg is zal de voorganger managers aan zijn team toevoegen. De leider is de kapitein van het schip en de manager is de stuurman. De een beslist waar het schip heen moet, de ander zoekt uit hoe het er moet komen.
Voorgangers nemen de belangrijke beleidsbeslissingen en delegeren de rest. Hoe groter de gemeente, des te groter is deze waarheid en neemt de voorganger de belangrijkste beslissingen op het hoogste niveau. In feite, hebben de meeste apostolische voorgangers een vetorecht over elke beslissing waar dan ook in de organisatie van de kerk. De meeste maken hier trouwens zelden gebruik van. Een van de gevolgen van het delegeren van management verantwoordelijkheden aan stafleden is dat, vooral in grote gemeenten, de seniorpastor zelf niet weet wat er allemaal gebeurd in zijn eigen kerk. Citaat van Rick Warren: “I haven’t know everything that happens at Saddleback for years. I don’t need to know about it all! You might ask, “Then how do you control it?” My answer is: “I don’t. It’s not my job to control the church. It’s my job to lead it.”
Voorgangers bouwen aan een solide, en competent management team. Deze teams zijn niet om de richting te bepalen. Dit zijn teams die geroepen zijn om de voorganger te dienen. Hij kiest zelf zijn mensen uit. Meestal hebben ze de vorm van een oudstenraad of een staf. Een apostolisch voorganger omringt zichzelf met loyale, hardwerkende, capabele en dienende mensen die samen een sterk leiderschapsteam vormen. Ze zitten in zijn team omdat ze het eens zijn met zijn visie en hem daarin willen ondersteunen.
Voorgangers zijn geroepen voor het leven. Dat betekent dat zijn staf er voor kiest om voor lange tijd een ondersteunende plaats in te nemen.
6. Voorgangers kiezen zelf hun opvolgers
Dit is een ontwikkeling die we wereldwijd zien gebeuren. Kerken die groeien hebben zo’n apostolisch leider. Alles op een hoop? Vaak wordt het hele scala van ambten, bedieningen en gaven op een hoop geveegd. Het is soms ook moeilijk om een onderscheid te maken. Zo komt de benaming "ambten" in de bijbel niet voor. Het woord "bediening" heeft in de bijbel meer te maken met het ambt van diaken dan met het lijstje uit Efeziërs 4:11. Toch blijkt in de praktijk dat er verschil is in het functioneren van de diverse gaven en bedieningen. Daarom is toch geprobeerd om een soort indeling te maken. Deze indeling is niet dogmatisch bedoeld, de werkingen van de Heilige Geest zijn niet altijd in hokjes onder te verdelen. In het kader van het "onderwijs geven" is het toch maar gedaan. Eerst wordt nu een overzicht worden gegeven van de indeling die zal worden gebruikt. Daarna zal elk van de genoemde groepen uitvoerig worden besproken.
Indeling in 5 groepen 1. Toerusters "En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus". Efeziërs .4:11-12 Deze gaven worden ook wel aangeduid als de zogenaamde "hoofdbedieningen" of "fundamentele leiderschapsgaven". Zij zijn aan de gemeente gegeven om de "heiligen toe te rusten tot dienstbetoon". Letterlijk staat er: "om de heiligen volmaakt te maken voor het werk van de bediening, opdat het lichaam van Christus opgebouwd zal worden". Als er over bedieningen wordt gesproken, wordt vaak het rijtje bedoeld uit vers 11. Uit vers 12 blijkt echter dat zij juist aan de gemeente gegeven zijn om degene met een bediening toe te rusten! We noemen ze daarom ook wel Toerusters. Zij dienen met hun bediening om anderen toe te rusten en andere bedieningen vrij te zetten. Ik geloof dat deze groep geestelijke vader horen te zijn!
2. Openbaringsgaven "En er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. Maar aan een ieder wordt de openbaring (manifestatie) van de Geest gegeven tot welzijn van allen". 1 Korintiërs 12:6-11 Er volgen dan 9 verschillende manifestaties van de Geest: wijsheid, kennis, geloof, gaven van genezingen, werking van krachten, profetie, onderscheiding, tongen, vertolking van tongen. Deze werkingen of uitingen van de Geest worden meestal aangeduid als "de gaven van de Geest". Deze zullen in het seminar behandeld worden. 3. De genadegaven/motivatiegaven "Wij hebben nu gaven (charisma) onderscheiden naar de genade, die ons gegeven is: profetie naar gelang van ons geloof; wie dient, in het dienen; wie onderwijst, in het onderwijzen; wie vermaant, in het vermanen; wie mededeelt, in eenvoud; wie leiding geeft, in ijver; wie barmhartigheid bewijst in blijmoedigheid". Romeinen 12:6-8 Deze gaven worden ook wel motivatiegaven genoemd, omdat het bij deze specifieke gaven gaat om datgene wat ons motiveert of beweegt. Het kennen van je motivatiegave zal u helpen om te ontdekken waar uw zwakke en sterke kanten liggen, u zult onderliggende gevoelens en stimulansen gaan herkennen; datgene wat u beweegt en motiveert om iets tot stand te brengen.
4. Bedieningen Er is binnen de evangelisch/charismatische gemeenten veel nadruk op het begrip bediening. Je moet je bediening weten. Wat is jouw bediening. En dan wordt meestal bedoelt de 5-voudige bediening van Efeze 4. Maar het grootste deel van de christenen is niet geroepen tot een van de 5 "toerustbedieningen". Naast de 5 "toerustbedieningen" blijken in de praktijk ook andere gaven, motivatiegaven, talenten en uitingen zich te kunnen ontwikkelen tot een bediening. Bedieningen kunnen openbaar worden op veel gebieden. Steeds zal er sprake zijn van een speciale zalving, een speciale werking van Gods Geest in het functioneren op een bepaald terrein van gemeenteactiviteiten. Bekende gebieden zijn natuurlijk: kinderwerk, jeugdwerk, zangleider, aanbiddingsleider, muzikant, werk onder drugsverslaafden enz. Dit rijtje kan m.i. onbeperkt worden uitgebreid. Let op het verschil tussen een talent/gave en een bediening. Niet iedereen die een muziekinstrument kan bespelen heeft automatisch de bediening van muzikant. Niet elke kleuterschooljuf heeft automatisch de bediening van zondagsschoolwerkster. Een bediening heeft te maken met de specifieke opdracht waarvoor God u geroepen heeft. Het is dus belangrijk dat iedere gelovige ontdekt wat zijn of haar specifieke bediening is. Wat is nu precies een bediening. Het Griekse woord voor bediening is ‘ diakonia’. Dit betekent het werk van een ‘diakonos’ = een dienstknecht, dienaar, een diaken doen. Een bediening wil dus niets anders zeggen dan dienstbaar zijn met datgene wat je van God ontvangen hebt. Je dient met de bekwaamheid die jij van God ontvangen hebt.
5. Ambten Oudsten en diakenen De gemeente wordt geleid door de oudsten. Zij vertegenwoordigen het gezag en de autoriteit in de gemeente. Het woord diaken is afgeleid van het Griekse woord diakonos, dat dienaar betekent in de algemene betekenis van het woord. Diakenen zijn in het algemeen "helpers" van de oudsten om hen te ontlasten van vooral praktische werkzaamheden. We lezen nergens in de Bijbel dat ze deel uit maakten van de leiding van de gemeente. Het is we opmerkelijk dat diakenen beslist "geestelijke" mensen moeten zijn (Hand.6:3) en dat het best mogelijk is dat zij tevens geestelijke taken vervullen zoals Filippus, de evangelist. De kwalificaties voor diakenen worden omschreven in 1Tim.3:8-13
TOERUSTERS/HOOFDBEDIENINGEN (DOMATA) Ef.4:11-12 "En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus".
Herder De zalving van een herder geeft iemand een hart om te zorgen voor mensen. Hij heeft het hart van God, om Zijn volk te weiden. De zalving van een herder laat de Heilige Geest toe om door hem heen te stromen op een zodanige manier, dat het mensen op een bovennatuurlijke manier bij elkaar brengt. Mensen gaan naar hem toe voor raad en leiding. Hij deelt een besef van veiligheid en warmte aan hen mee. Hij is degene waar ze naar toe gaan in nood. De herderlijke zalving verbreekt gebondenheden die maken dat mensen zich onafhankelijk, geïsoleerd, eenzaam en onzeker voelen. De herder is een leider met het hart van God om zorg te dragen, en een zalving, die mensen uit de wereld samenbrengt in het lichaam van Christus. De bediening van een herder is zeer belangrijk in de gemeente Gods. Natuurlijke schapen kunnen niet zonder herder, geestelijke schapen ook niet!
Leraar De gave van leraar is een zalving van God, die een mens ertoe beweegt, anderen te helpen Gods waarheden te begrijpen. De leraar heeft een hart voor mensen en het bezwaart hem om anderen in ketenen te zien, die voortkomen uit het verkeerd begrijpen van Gods principes. Een leraar wordt niet herkend aan zijn opleiding of bijbelkennis maar eerder aan zijn hart. Zij die geroepen en gezalfd zijn door God zijn zij, die een last dragen voor de noden van het volk, en als gevolg, vanuit het hart gemotiveerd zijn om te onderwijzen. De zalving vernietigt het juk van de leugens van Satan en de misleidingen van de wereld. Een gezalfd leraar is niet zomaar iemand die leerstellingen onderwijst, of kennis overdraagt, maar hij is een persoon die door het uitleggen van Gods waarheden, mensen vrijzet van zonde, natuurlijke beperkingen, depressies en andere kwade gebondenheden. We moeten ons realiseren dat in het huis van God onderwijs gegeven moet worden op allerlei niveaus. In het lichaam van Christus zullen velen betrokken zijn in een bepaald gebied van onderwijs, maar zij zullen niet allen worden beschouwd als leraars zoals bedoeld in de 5 "hoofdbedieningen". Een leraar is iemand die zichzelf geeft aan het uiteenzetten van het Woord van God. Hij zal het volk van God liefde en respect voor de Bijbel bijbrengen en hen tot volwassenheid in het geloof leiden. Hij brengt met zijn onderwijs het Woord van God tot leven.
Evangelist Het woord “evangelist” betekent in het Grieks, “iemand die goed nieuws verkondigt”. Een evangelist is niet zozeer bezorgd over het overbrengen van diepe geestelijk waarheden zoals de leraar, maar hij wordt gedreven door het verlangen om mensen te helpen, om fundamentele bijbelse boodschappen te begrijpen en er gehoor aan te geven. Zijn voornaamste zorg voor niet-christenen is hen te helpen, redding en vergeving van zonden te vinden. De schreeuw van het hart van de evangelist naar christenen toe is, hen te motiveren om "de wereld te bereiken." Door de zalving van de evangelist worden mensen gevoelsmatig in beweging gebracht en massa's mensen worden gemakkelijk aangetrokken. De Heilige Geest werkt op een wijze, waardoor mensen overtuigd worden van hun zonden. De evangelist is gewoonlijk een aanvallend, energiek type mens. Hij houdt van snelle resultaten, grote massa's en snelle veranderingen. De gezalfde evangelist is boeiend en voortdurend in beweging. In de bediening van een evangelist zien we vaak tekenen en wonderen gebeuren. Denk aan Filippus en Hand.8. Deze wonderen en tekenen dienen om toehoorders te overtuigen. Je ziet bij Filippus dat hij niet de zalving had om een gemeente te bouwen. God gebruikte hem niet om ergens lang te blijven en gemeenten te stichten, of zelf niet om uitgebreid nazorg te geven. God wil dat de evangelist vrij is en wil daarom ook niet dat hij beperkt wordt to een leiderschapspositie. Gods bedoeling voor de evangelist is evangeliseren - niet het besturen van een plaatselijke gemeente.
Profeet Een profeet is een Christen, geroepen door God om voor Hem te spreken, niet op de gewone manier zoals een prediker leert uit de Bijbel of die ontvouwt, maar op een veel directer en krachtiger wijze. Het hart van een profeet is gericht, intens, bezwaard, teder en vaak gefrustreerd. Ze hebben een hart dat snel gebroken is bij het zien van zonde. Zijn emoties zijn verbonden met de resultaten die hij bemerkt met betrekking tot zijn roeping: vaak verdriet en boosheid als er geen verandering te bespeuren is en vreugdevol als vermaning wordt aanvaard. De woorden van een leraar kan men evalueren, maar de woorden van een profeet dienen aanvaard of verworpen te worden, vragen onderwerping of roepen weerstand op. Een profeet heeft een zalving waardoor hij meer gevoelig is voor geestelijke krachten en komende moeilijkheden. Hij is met recht een ziener. Achter de woorden van een profeet bevinden zich grote geestelijke krachten die in staat zijn om geestelijke gebondenheden van personen of groepen mensen te verbreken. Zijn woorden hebben "scheppende" kracht. Verwar de christen die profeteert niet met de bedieningsgave van een profeet. De christen die profeteert spreekt Gods woorden, maar hij spreekt alleen om te bemoedigen, te vermanen, of voor opbouw (1 Cor.14:3). De profeet kan spreken met deze drie bedoelingen, maar hij zal ook spreken met Gods leiding, openbaring, bestraffing, correctie of kennis van de toekomst.
Vier niveaus van profetie Eenvoudige profetie Een eenvoudige profetie speelt zich gewoonlijk af op het gebied van versterken, bemoedigen of vertroosten. 1Kor.14:3 (Ned. vert. stichtend, vermanend en bemoedigend) Het spreekt hier niet over correctie, nieuwe richting of voorspellende elementen in profetische woorden. versterken – oikadome – stichten, bouwen, grondvesten. Woorden die vertellen dat God van ons houdt, dat Hij te vertrouwen is enz. bemoedigen – parakletos – moed in spreken, opwekkende woorden spreken. Vertroosten – paramuthia – naast iemand gaan staan – woorden als: de Heer is met je. Hij kent je pijn… Profetische gaven
Gelovigen die regelmatig indrukken, dromen of openbaringen ontvangen. De woorden worden wat specifieker. Vaak heeft iemand op dat niveau ook woorden van kennis. Je krijgt informatie over iemands leven. Kan ook wat corrigerend of richtinggevend worden. Dit niet zomaar uitspreken! Laat er een leider als getuige bij zijn!!! Bespreek de openbaring met een meer volwassen leider. Vraag God inzicht op welk moment je het moet delen. Profetische bediening Gelovigen wier gaven zijn erkend en die aangesteld zijn voor regelmatige bediening in de plaatselijke gemeente, zijn in de profetische bediening. Zij krijgen regelmatig openbaringen voor personen of de gemeente. Hun woorden zullen vaker over de toekomst gaan en richtinggevend zijn. Agabus is een voorbeeld: Agabus, stond op en gaf door de Geest te kennen, dat een grote hongersnood zou komen over het gehele rijk, die dan ook gekomen is onder Claudis. (Hand.11:28) en dezelfde Agabus in Handelingen 21:11 …hij nam de gordel van Paulus, en zich voeten en handen bindende, zeide hij: Dit zegt de heilige Geest: De man, van wie deze gordel is, zullen de Joden te Jeruzalem zo binden en uitleveren naar Jeruzalem. Er is nog een gebied van profetie wat op dit niveau functioneert: de impartatie – Paulus schrijft het volgende aan Timoteüs: Veronachtzaam de gave in u niet, die krachtens en profetenwoord geschonken is onder handoplegging van de gezamenlijke oudsten. (1 Tim.4:14) Profetisch Toeruster Gelovigen wier bediening lijkt op die van de profeten in het O.T. Ze dienen vaak met wonderen en tekenen en staan erom bekend dat ze zeer accuraat zijn. Dit betekent niet dat ze onfeilbaar zijn! Hun bediening wordt niet alleen in de plaatselijke gemeente erkend, maar overschrijd de gemeentegrenzen. En in die dagen kwamen profeten van Jeruzalem te Antiochie… (Hand.11:27) Een profeet is aangesteld in de gemeente door God, in een bediening die continu doorgaat. Op elk willekeurig moment moet hij klaar staan om Gods visie te ontvangen en door te geven. Een profeet is iemand die ons onophoudelijk terugbrengt naar Gods Woord (hij is het geestelijke en morele geweten van de gemeente), ons visie geeft door nieuwe openbaringen, ons bemoedigt en, indien nodig, ons corrigeert wanneer we van de koers afdwalen.
Apostel Een apostel is een dienstknecht rechtstreeks door God gezonden, om een specifieke opdracht te vervullen. De apostel vertegenwoordigt het hart en het karakter van het vaderschap van God. Een apostel is dan ook vaak een geestelijke vader. Niet in de zin van een warme herder, maar veel meer in de zin van de visionaire vader, die het potentieel in zijn geestelijke kinderen ziet, dat eruit tevoorschijn brengt, dat aanmoedigt, er ruimte aan geeft en dat tot ontwikkeling brengt. Een apostel heeft de zalving om andere "bedieningen" voort te brengen. Apostelen zijn doorgaans pioniers. Zij bouwen nieuwe gemeenten, stichten nieuwe organisaties, brengen nieuwe fundamenten in bestaande gemeenten enz. Hij heeft een last voor gemeentes, leiders en al de mensen onder zijn hoede. Paulus schreef dat hij voortdurend in een toestand van zorg was voor al de gemeenten. Een apostel heeft genade om te bedienen in de vier andere bedieningsgaven.
Apostel In zijn boek “Apostles en prophets” komt Peter Wagner tot de conclusie dat er 4 soorten apostelen zijn: 1. Verticale apostelen - Dit zijn apostelen die aan het hoofd staan van een apostolisch netwerk dat uit een aantal gemeenten bestaat. Paulus, Timoteüs en Titus vallen onder deze categorie. Dit zijn mannen van God die doctrines vestigen, oudsten aanstellen, gemeentetucht uitoefenen enz. Deze apostelen zijn dus eindverantwoordelijk voor gemeenten. Ik ben al eerder tot de conclusie gekomen dat God m.i. de eindverantwoordelijkheid voor gemeenten in de handen van mannen heeft geplaatst. 2. Horizontale apostelen - Een horizontale apostel is iemand die zalving en autoriteit heeft om andere bedieningen tot ontwikkeling te brengen en te leiden. Dus meer een Vader die geestelijke zonen in de bediening voortbrengt en leidt. En dus ook een geestelijke moeder die dochters in de bediening voortbrengt en leidt. 3. Gecombineerde apostelen - Veel apostelen zijn niet alleen een apostel, maar hebben ook een 2de of 3de gave. Dus een apostel-profeet, een apostel-herder, een apostel-evangelist of een apostel-leraar. Ik denk dat we b.v. Corry ten Boom als een apostel-evangelist kunnen zien. Zij was m.i. niet zomaar een evangeliste, maar een vrouw die baanbrekend, beïnvloedend bezig is geweest. Ook Billy Graham valt natuurlijk onder deze categorie. 4 ‘Marktplein’ apostelen - Dit soort apostelen opereert buiten de muren van de gemeente. Zij zijn “apostolisch” in de wereld. Door hun positie in de politiek, bedrijfsleven, regering, zakenwereld, financiën enz. kunnen zij een enorme grensdoorbrekende apostolische invloed hebben.
De (h)erkenning van een bediening. Een bediening wordt niet gegeven door mensen, God is degene die iemand aanstelt in een bediening (1 Timoteüs 1:12). God roept een apostel, profeet, evangelist, herder of leraar. God bepaalt hoe lang hij die bediening uitoefent en de "mate" van invloed die hij heeft. Natuurlijk moet een bediening wel (h)erkend worden. Het is mogelijk voor iemand om b.v. als apostel beschouwd te worden voor een bepaalde groep, maar door andere groepen niet als zodanig ontvangen te worden. (1 Korintiërs 9:1-3) De vraag blijft dan, door wie moet een bediening (h)erkend worden? Hierbij spelen tenminste 4 categorieën een rol: 1.Hij moet het zelf weten. De eerste die God een roeping duidelijk zal maken is de betrokkene zelf. Alle grote mannen Gods in de bijbel hadden een persoonlijke openbaring van God waarin zij geroepen werden voor een specifieke opdracht. (Mozes, Samuel, Jesaja, Ezechiël, Paulus, Jezus enz.) 2.Hij moet (h)erkend worden door de lokale leiders van zijn gemeente. Een roeping begint met een persoonlijke openbaring van God, maar de bediening zal moeten functioneren binnen de gemeente, allereerste in de eigen gemeente. Het is dus absoluut noodzakelijk dat de plaatselijke leiders de bediening herkennen en erkennen en zo ruimte maken voor het functioneren en het groeien van de bediening. Niemand kan eisen dat anderen de bediening die je ontvangen meent te hebben erkennen. God zal ook de leiders openbaring moeten geven. Een mooi voorbeeld is natuurlijk David. Nadat Samuël hem had gezalfd als koning ging hij niet naar Saul om hem van zijn troon te verjagen, maar hij wachtte totdat het Gods tijd was. 3.Hij moet (h)erkend worden door de leden van zijn eigen gemeente. Dit sluit aan bij het vorige punt. Nadat de plaatselijke leiders ruimte hebben gegeven voor het functioneren van een bediening zal deze ook zichtbaar worden voor de overige leden van de gemeente. Ook deze zullen gaan zien dat er sprake is van een door God gegeven bediening en roeping. 4.Hij moet (h)erkend worden door leiders buiten de eigen gemeente.
Bedieningen zijn gegeven als gaven aan de gemeente. Dat heeft niet alleen betrekking op het plaatselijke lichaam, maar op het hele Lichaam van Christus. Een echte bediening zal dus ook buiten de grenzen van de eigen gemeente zichtbaar worden, (h)erkend worden en vruchten dragen. Alleen wanneer we de zalvingen (h)erkennen, zullen we op de juiste plaats terechtkomen. Als een herder probeert te functioneren als een profeet, stapt hij over in natuurlijke kracht. Als een evangelist probeert te weiden, wordt de stroom van de H.G. door hem heen beperkt. Een leider is niet noodzakelijk vastgezet in één gave. Leiders kunnen groeien naar een andere zalving. Een persoon kan als een apostel gebruikt worden bij het aanspreken van sommige mensen en naar anderen toe als een herder. De heilige Geest kan door iemand heen stromen op een profetische manier en op een ander tijdstip in de zalving van een leraar. Veel van de zalving wordt bepaald door de nood en de honger van de mensen.