uittreksel
DE PIJLERS VAN HET CHRISTELIJK GELOOF deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren
uittreksel Derek Prince - De Pijlers van het Christelijk Geloof
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren 1.
Het werkwoord "dopen" 1. 2. 3. 4.
2.
pagina
5
Inleiding Grondbetekenis Historisch gebruik Vier verschillende dopen
De doop van Johannes vergeleken met de christelijke doop
10
1. Inleiding 2. De doop van Johannes - bekering en belijden 3. De christelijke doop - vervulling van alle gerechtigheid
3.
Voorwaarden voor de christelijke doop 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
4.
5.
7.
25
Inleiding Zeven verwijzingen in het Nieuwe Testament Onderdompeling van Omhoog Het uiterlijke teken
Ontvangt de Heilige Geest 1. 2. 3. 4.
20
Inleiding Hoe Gods genade werkt Met Christus gekruisigd en opgestaan Eerst begrafenis, dan opstanding
De doop in de Heilige Geest 1. 2. 3. 4.
6.
Inleiding Bekering Geloof Een goed geweten Een discipel worden Komen kinderen in aanmerking? Voorafgaande instructie
De geestelijke betekenis van de christelijke doop 1. 2. 3. 4.
15
31
Inleiding Het patroon van de apostelen Verdere uitstortingen van de Geest Het onderricht van Jezus
Spreken allen in tongen? 1. Inleiding 2. De gave van "verscheidenheid van tongen" 3. Is vrucht het bewijs?
38
8.
Emotionele en fysieke reacties 1. 2. 3. 4.
9.
Inleiding De plaats van emotie Lichamelijke reacties Drie schriftuurlijke principes
De belofte van de Geest 1. 2. 3. 4.
42
47
Inleiding Een persoonlijke en blijvende inwoning De belofte van de Vader Het zegel van de hemel op Christus' verzoeningswerk
10. Hoe ontvangen wij de Heilige Geest
52
1. Inleiding 2. Door genade, door geloof 3. Zes stappen van geloof
11. In de wolk en in de zee 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding Verlossing door bloed Doop in de wolk Doop in de zee Het patroon van behoudenis Geestelijk voedsel en drank
Dit uittreksel van "De Pijlers van het Christelijk Geloof" is gemaakt aan de hand van de Engelse uitgave "Foundations for Christian living". Het Nederlandse boek is gebaseerd op een eerdere versie van de Engelse uitgave. Door het taal- en versieverschil kan dit uittreksel op ondergeschikte punten afwijken van de Nederlandse tekst. De bijbelteksten zijn afkomstig uit de NBG51, tenzij anders is aangegeven.
57
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 1. Het werkwoord "dopen"
1. Het werkwoord "dopen"
1
1. Inleiding
958
We nemen systematisch de zes grondbeginselen door van het christelijk geloof: 1. Bekering van dode werken 2. Geloof in God 3. De leer van dopen 4. Het opleggen der handen 5. Opstanding van de doden 6. Een eeuwig oordeel In dit deel behandelen we de derde fundamentele leerstelling: de leer van dopen. De logische stap om mee te beginnen is om de juiste, oorspronkelijke betekenis van het werkwoord 'dopen' te ontdekken. In het Engels blijkt het woord 'baptise' van oorsprong geen Engels woord te zijn, maar een transcriptie van een Grieks woord, waarbij de Griekse letters zijn omgezet naar Engels letters. Hierdoor ontstaat het woord 'baptizo', wat geworden is tot het woord 'baptise'. De vraag rijst waarom het Griekse woord nooit in een Engels woord is vertaald. Wisten de vertalers niet wat het woord betekende en is het daarom maar op deze wijze vertaald? Zoals hierna zal blijken is dit zeker niet het geval. We zullen zien dat het Griekse woord een duidelijke en welomschreven betekenis heeft.
2. Grondbetekenis
959
De meest bekende en meest invloedrijke Engelse bijbelvertaling is de King James Version. Door deze vertaling is het woord 'baptise' aan de Engelse woordschat toegevoegd. De reden dat het woord letterlijk uit het Grieks werd overgenomen lag in de politieke sfeer, om de verhouding tussen King James (onder wiens naam de vertaling werd gepubliceerd) en de leiding van de Anglicaanse Kerk (die eindverantwoordelijk was voor godsdienstige zaken) niet nog gevoeliger te maken. 5
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 1. Het werkwoord "dopen"
De grondvorm van het werkwoord 'baptizo' is 'bapto'. De tussenvoeging 'iz' heeft als doel aan te geven dat er iets gebeurt of tot stand wordt gebracht. Het woord 'bapto', dat drie keer voorkomt in de Griekse tekst waarop de King James Version is gebaseerd, betekent 'indopen' [1] [2] [3]. Strong geeft de volgende uitleg over de betekenis: geheel in vloeistof onderdompelen en het er dan weer uithalen. In het Nieuwe Testament komen ook samengestelde versies van het woord voor met het voorvoegsel 'en-' of 'em'. Het woord 'embapto' komt drie keer voor en is ook vertaald met 'indopen' [4] [5] [6]. De juiste betekenis van het woord 'baptizo' kan nu worden vastgesteld. Als 'bapto' betekent 'iets in vloeistof onderdompelen en het er dan weer uithalen' dan volgt hieruit dat 'baptizo' betekent 'er voor zorgen dat iets in vloeistof wordt ondergedompeld en er weer wordt uitgehaald. Kortweg betekent 'baptizo': iets doen onderdompelen. aangehaalde teksten: 1 Lu 16:24
En hij riep en zeide: Vader Abraham, heb medelijden met mij en zend Lazarus opdat hij de top van zijn vinger in water dope en mijn tong verkoele, want ik lijd pijn in deze vlam. 2 Joh 13:26
Jezus dan antwoordde: Die is het, voor wie Ik het stuk brood indoop en wie Ik het geef. 3 Opb 19:13
En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 4 Mt 26:23
Hij antwoordde hun en zeide: Die zijn hand met Mij in de schotel heeft gedoopt, die zal Mij verraden. 5 Mr 14:20
En Hij zeide tot hen: Een van de twaalven, die met Mij in de ene schotel indoopt. 6 Joh 13:26
Hij doopte dan het stuk brood in en nam het en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot.
6
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 1. Het werkwoord "dopen"
3. Historisch gebruik
962
--Derek Prince geeft een korte taalstudie waaruit blijkt dat het Griekse woord 'baptizo' altijd een duidelijke en vastomschreven betekenis heeft gehad, vanaf het klassieke Grieks tot en met het nieuwtestamentische Grieks. Deze betekenis is: 'iets doen onderdompelen', 'iets onder het oppervlak van water of een andere vloeistof dompelen'. --De betekenis van het woord brengt twee hoofdgedachten naar voren die overal terugkomen waar het woord in het Nieuwe Testament wordt gebruikt: - de doop is totaal; de gehele persoon en de gehele persoonlijkheid is erbij betrokken - de doop is een overgang; de persoon gaat van zijn huidige ervaringswereld over naar een geheel nieuwe belevingswereld De doophandeling kan worden vergeleken met het openen en sluiten van een deur. De oude gang van zaken en de oude ervaringen worden afgesloten. Degene die gedoopt wordt, gaat van iets ouds en bekends naar iets nieuws en onbekends.
4. Vier verschillende dopen
963
In de Hebreeënbrief wordt gesproken over een leer van dopen, dus in het meervoud [1]. Als we het Nieuwe Testament bestuderen, dan blijkt dat er sprake is van vier dopen: 1. De doop van Johannes de Doper. 2. De doop van het lijden. 3. De doop in water. 4. De doop in de Heilige Geest. De doop van Johannes de Doper is een doop in water; deze is direct verbonden aan bekering [2]. De doop van het lijden heeft betrekking op het lijden van Jezus [3] [4]. De doop in water onderscheidt zich van de doop van Johannes doordat deze wordt uitgevoerd in de naam van de drieënige God - Vader, Zoon en Heilige Geest [5]. 7
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 1. Het werkwoord "dopen"
De doop in de Heilige Geest wordt door Jezus duidelijk onderscheiden van de doop in water: "Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze"[6]. In de grondtekst staat dat de doop plaatsvindt 'in' de Heilige Geest en dus niet 'met'. Dit stemt overeen met onze eerdere conclusie dat dopen altijd de betekenis heeft van 'iets doen onderdompelen'. Jezus openbaart ook het doel van de doop met de Heilige Geest. Hij zegt: "Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn" [7]. Van de vier dopen is er één - de doop van het lijden - die behoort tot een hogere geestelijke ervaring. Omdat deze niet behoort tot de basisbeginselen van het christelijk geloof, valt deze buiten de grenzen van dit boek en zal daarom niet verder worden behandeld. In de navolgende hoofdstukken behandelen we de dopen in de volgorde waarmee ze in het Nieuwe Testament worden genoemd: - De doop van Johannes de Doper. - De doop in water. - De doop in de Heilige Geest. aangehaalde teksten: 1 Heb 6:2
van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel 2 Mr 1:4
geschiedde het, dat Johannes doopte in de woestijn en de doop der bekering tot vergeving van zonden predikte. 3 Lu 12:50
Ik moet gedoopt worden met een doop, en hoe beklemt het Mij, totdat het volbracht is. 4 Mr 10:38
Doch Jezus zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij vraagt. Kunt gij de beker drinken, die Ik drink, of met de doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt word?
8
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 1. Het werkwoord "dopen" 5 Mt 28:19
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. 6 Hnd 1:5
Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze. 7 Hnd 1:8
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
9
3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 2. De doop van Johannes vergeleken met de christelijke doop
2. De doop van Johannes vergeleken met de christelijke doop
2
1. Inleiding
966
Voor veel christenen is het verschil tussen de doop van Johannes en de christelijke doop niet duidelijk. Het is daarom zinvol deze studie te beginnen met een tekst uit Handelingen waar de beide dopen naast elkaar worden gezet en waaruit het belangrijke verschil blijkt: "En terwijl Apollos te Korinte was, geschiedde het, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond. En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus. En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus." [1] Dit voorval toont duidelijk aan dat de doop van Johannes een andere was dan de christelijke doop. Toen de bediening van Johannes was beëindigd en het tijdperk van het evangelie was aangebroken, moesten degenen die in de doop van Johannes waren gedoopt zich opnieuw laten dopen met de volledige christelijke doop. aangehaalde teksten: 1 Hnd 19:1-5
En terwijl Apollos te Korinte was, geschiedde het, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond. En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus. En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus.
2. De doop van Johannes - bekering en belijden
967
De bediening van Johannes diende twee bijzondere doelen: 1. Hij bereidde het hart van Israël voor op de komst en de openbaring van hun langverwachte Messias. 10
3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 2. De doop van Johannes vergeleken met de christelijke doop
2. Hij gaf aan dat de periode van de wet en de profeten werd afgesloten en dat er een nieuwe periode van het evangelie ging komen; deze brak drie jaren later aan door de dood en opstanding van Jezus Christus. De bediening van Johannes was dus geen tijdperk op zich, maar markeerde een periode van overgang. In zijn boodschap en bediening, stelde Johannes twee belangrijke eisen aan het volk: bekering en openlijke belijdenis van zonden [1]. Degenen die dit wilden werden door Johannes gedoopt in de Jordaan als een openlijke getuigenis dat ze zich bekeerden en dat ze zich voortaan zouden inzetten voor een beter leven. Johannes doopte 'tot' bekering [2], waarin 'tot' letterlijk betekent 'in'. Het betekent dus dat de ervaring van berouw en vergeving reeds had plaatsgevonden bij degenen die werden gedoopt en dat de uiterlijke handeling van de doop diende als een zichtbare bevestiging. Het was dus niet zo dat de ervaring van berouw en vergeving pas plaatsvond nádat ze waren gedoopt. Integendeel, toen veel van de Farizeeën en Sadduceeën zich wilden laten dopen weigerde Johannes hen te accepteren en eiste van hen dat ze eerst het bewijs zouden laten zien van de werkelijke verandering in hun leven [3]. Degenen die door Johannes werden gedoopt, hadden een daadwerkelijke ervaring van bekering en vergeving ondervonden. Ze ontvingen echter nog niet de blijvende, innerlijke vrede en overwinning over de zonde. Dit werd pas mogelijk door de volle boodschap van het evangelie van Jezus Christus. Maar hun harten waren er op voorbereid om deze boodschap te ontvangen en er op te antwoorden wanneer die verkondigd zou worden. aangehaalde teksten: 1 Mr 1:3-5
De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden, geschiedde het, dat Johannes doopte in de woestijn en de doop der bekering tot vergeving van zonden predikte. En het gehele Joodse land liep tot hem uit en alle inwoners van Jeruzalem, en zij lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan onder belijdenis van hun zonden.
11
3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 2. De doop van Johannes vergeleken met de christelijke doop 2 Mt 3:11
Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. 3 Mt 3:7-8
Toen hij nu zag, dat vele van de Farizeeen en Sadduceeen tot de doop kwamen, zeide hij tot hen: Adderengebroed, wie heeft u een wenk gegeven om de komende toorn te ontgaan? Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt.
3. De christelijke doop - vervulling van alle gerechtigheid
969
We gaan nu van een overgangsperiode naar het permanente, van de doop van Johannes naar de volle christelijke doop die door Christus zelf werd ingesteld als een integraal onderdeel van de volledige boodschap van het evangelie. Hoewel Jezus door Johannes werd gedoopt, was zijn doop niet op hetzelfde niveau als van de anderen die door Johannes waren gedoopt. Johannes herkent dit ook, want hij zegt: "Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij?" Maar Jezus zegt: "Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen" [1]. In het antwoord van Jezus vinden we zowel de reden waarom Jezus zelf werd gedoopt als de werkelijke betekenis van de volle christelijke doop. Jezus werd niet gedoopt vanwege bekering omdat Hij nooit gezondigd had. Maar door zich door Johannes te laten dopen, gaf Hij een voorbeeld en een standaard voor de doop waarvan Hij wilde dat de christelijke gelovigen Hem daarin zouden volgen. Dit stemt volledig overeen met wat Petrus schrijft: "Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden" [2]. Door zich te laten dopen, liet Hij een voorbeeld na voor alle christenen, opdat zij in zijn voetsporen zouden treden. Laten we, met dit in het achterhoofd, terugkeren naar de reden die 12
3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 2. De doop van Johannes vergeleken met de christelijke doop
Jezus zelf gaf om gedoopt te worden en deze meer in detail bestuderen. Jezus zegt: "aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen". De reden kan in drie delen worden gesplitst: 1. "aldus" 2. "betaamt het ons" 3. "alle gerechtigheid te vervullen" Het woord "aldus" betekent dat Jezus hier een patroon geeft voor de wijze waarop de doop plaatsvindt. Hij was niet gedoopt als kind; zijn ouders brachten Hem naar Jeruzalem "om Hem de Here voor te stellen" [3]. Jezus werd pas gedoopt toen Hij oud genoeg was om te beseffen wat Hij deed en waarom Hij het deed. De tekst "betaamt het ons" betekent dat gedoopt worden door God is ingesteld. Het is niet een opdracht per wet, zoals de Wet van Mozes, maar het is voor christenen een natuurlijke uitdrukking van oprecht en gemeend discipelschap. Door het meervoud "ons" te gebruiken liep Jezus vooruit op allen die Hem zouden volgen in deze daad van geloof en gehoorzaamheid. De tekst "alle gerechtigheid te vervullen" betekent niet dat Jezus gedoopt werd omdat Hij gezondigd had en dit had beleden. Hij had nooit enige zonde begaan, Hij was volstrekt rechtvaardig. Maar door zich te laten dopen, vervulde - of 'voltooide' - Jezus zijn innerlijke rechtvaardigheid door een uiterlijke handeling van gehoorzaamheid en toewijding aan zijn hemelse Vader. Door deze uiterlijke handeling begon Hij daadwerkelijk aan zijn bediening waardoor Hij het plan van God de Vader vervulde. Ware christenen hebben zich niet alleen bekeerd en hun zonden beleden. Als het daarbij zou blijven, zouden ze op het niveau van de doop van Johannes verkeren. Maar door geloof in de verzoenende dood en opstanding van Jezus Christus zijn zij gerechtvaardigd [4]. God heeft aan hen de rechtvaardigheid van Christus Zelf toegerekend, op grond van hun geloof. Daarom laten zij zich dopen. Door deze uiterlijke handeling van gehoorzaamheid vervullen zij de innerlijke rechtvaardigheid die zij reeds in hun hart hebben ontvangen door geloof. We begrijpen nu ook waarom Paulus de doop van Johannes niet accepteerde voor degenen die ware christenen wilden zijn. Hij onderwees hen eerst in de volle waarheid van het evangelie van 13
3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 2. De doop van Johannes vergeleken met de christelijke doop
Christus' dood en opstanding en stond er vervolgens op dat ze weer gedoopt zouden worden in de volle christelijke doop. De christelijk doop is dus een uiterlijke handeling van gehoorzaamheid waarmee de gelovige de innerlijke rechtvaardigheid vervult of voltooit die hij reeds ervaart in zijn hart door geloof in Jezus' verzoenende dood en opstanding. aangehaalde teksten: 1 Mt 3:13-17
Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om Zich door hem te laten dopen. Maar deze trachtte Hem daarvan terug te houden en zeide: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij? Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden. Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. 2 1Pe 2:21-22
Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden. 3 Lu 2:22
En toen de dagen hunner reiniging naar de wet van Mozes vervuld waren, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem de Here voor te stellen. 4 Ro 5:1
Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus.
14
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 3. Voorwaarden voor de christelijke doop
3. Voorwaarden voor de christelijke doop
3
1. Inleiding
971
We gaan nu na wat de voorwaarden zijn die vervuld moeten worden door degenen die de christelijke doop willen ontvangen.
2. Bekering
972
De eerste voorwaarde staat in Handelingen: "Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." [1] We hebben al gezien dat bekering het eerste antwoord is dat God verlangt van iedere zondaar die gered wil worden. Bekering moet vooraf gaan aan de doop. Daarna is de doop het uiterlijke zegel of bevestiging van de innerlijke verandering die heeft plaatsgevonden. aangehaalde teksten: 1 Hnd 2:37-38
Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
3. Geloof
974
De tweede voorwaarde voor de christelijke doop wordt door Christus zelf genoemd in Marcus: "En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden." [1] Christus zegt hier dat degenen die gered willen worden, moeten geloven en zich moeten laten dopen. De kerk in het Nieuwe Testament nam Hem op zijn woord. Zodra iemand geloofde in Jezus voor 15
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 3. Voorwaarden voor de christelijke doop
behoudenis, werd hij gedoopt. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de gevangenbewaarder te Filippi die zich terstond liet dopen nadat hij tot bekering was gekomen. [2] aangehaalde teksten: 1 Mr 16:15-16
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. 2 Hnd 16:25-34
Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods lof, en de gevangenen luisterden naar hen. Doch plotseling kwam er een zware aardbeving, zodat de grondvesten der gevangenis schudden; en terstond gingen alle deuren open en de boeien van allen raakten los. En de bewaarder, uit zijn slaap opgeschrikt, zag de deuren der gevangenis openstaan, trok zijn zwaard en was op het punt zelfmoord te plegen, in de waan, dat de gevangenen ontsnapt waren. Maar Paulus riep met luider stem: Doe uzelf geen kwaad, want wij zijn allen hier! En hij liet licht brengen, sprong naar binnen en wierp zich, bevende over al zijn leden, voor Paulus en Silas neder. En hij leidde hen naar buiten en zeide: Heren, wat moet ik doen om behouden te worden? En zij zeiden: Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis. En zij spraken het woord Gods tot hem in tegenwoordigheid van allen, die in zijn huis waren. En in datzelfde uur van de nacht nam hij hen mede om hun striemen af te wassen, en hij liet zichzelf en al de zijnen terstond dopen; en hij bracht hen naar boven in zijn huis en richtte een tafel aan, en hij verheugde zich, dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was.
4. Een goed geweten
975
Door de apostel Petrus wordt een derde voorwaarde genoemd. Petrus beschrijft de behoudenis van Noach door de ark te midden van de zondvloed en vervolgt: "Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus." [1] De voorwaarde voor de doop is een goed geweten tot God. Dit innerlijke antwoord is mogelijk gemaakt door het geloof in de opstanding van Jezus. We kunnen in het kort de punten noemen waarop de gelovige zijn goede geweten baseert: 1. Hij heeft zijn zonden oprecht erkend. 2. Hij heeft zijn geloof beleden in de doop en opstanding van Jezus als 16
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 3. Voorwaarden voor de christelijke doop
een noodzakelijke verzoening voor zijn zonden. 3. Door de uiterlijke handeling van de doop, voldoet hij aan de laatste eis van God voor de schriftuurlijke verzekering van behoudenis. aangehaalde teksten: 1 1Pe 3:21
Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.
5. Een discipel worden
976
Christus draagt zijn volgelingen op de boodschap van het evangelie aan alle volken te verkondigen: "Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld." [1] Het maken van discipelen bestaat uit de drie stappen: bekering, geloof en een goed geweten. Dit maakt dat de nieuwe gelovigen in aanmerking komen voor de doop, door welke handeling ze zich openlijk verbinden aan een leven van discipelschap. We kunnen nu de schriftuurlijke voorwaarden voor de doop opsommen: 1. De persoon moet zich hebben bekeerd van zijn zonden. 2. Hij moet zijn geloof belijden dat Jezus de zoon van God is. 3. Hij moet in staat zijn met een goed geweten te antwoorden op de eisen die God heeft gesteld voor behoudenis. 4. Hij moet zich toewijden aan een leven van discipelschap. Als iemand niet aan deze voorwaarden voldoet, komt hij niet in aanmerking voor de doop. aangehaalde teksten: 1 Mt 28:19-20
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
17
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 3. Voorwaarden voor de christelijke doop
6. Komen kinderen in aanmerking?
977
Uit de genoemde vier voorwaarden blijkt direct dat kinderen niet in aanmerking komen voor de doop. Een kind kan zich niet bekeren, kan niet geloven, kan niet antwoorden met een goed geweten tot God en kan geen discipel worden. Soms wordt gesuggereerd dat in het Nieuwe Testament hele gezinnen werden gedoopt. Hierbij worden meestal de gezinnen van Cornelius (Handelingen 10) en van de gevangenbewaarder te Fillipi (Handelingen 16) genoemd. Als we echter kijken naar de betreffende passages dan zien we dat alleen degenen aan wie het evangelie werd gepredikt in staat waren om aan de voorwaarden van de Nieuw Testamentische doop te voldoen. Aangezien kinderen hieraan niet kunnen voldoen, waren er geen kinderen onder hen die gedoopt werden.
7. Voorafgaande instructie
978
Uit Handelingen blijkt dat voorafgaande aan de doop onderricht werd gegeven. Maar dit duurde geen weken of maanden, meestal slechts enkele uren volgend op de bekering. [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] Er werden eenvoudige basisfeiten van het evangelie onderwezen waarin het verband werd getoond tussen deze feiten en de doophandeling. In geen enkel geval werd de doop langer uitgesteld dan enkele dagen. De pasbekeerden ontvingen na de doop meer gedetailleerd onderricht om hun geloof stevig te verankeren [9]. aangehaalde teksten: 1 Hnd 2:41
Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. 2 Hnd 8:12
Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen.
18
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 3. Voorwaarden voor de christelijke doop 3 Hnd 8:36-39
En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap. 4 Hnd 9:18
En terstond vielen hem als schubben van de ogen en hij kon weer zien, en hij stond op en werd gedoopt. 5 Hnd 22:16
En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam. 6 Hnd 10:48
En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Toen verzochten zij hem nog enige dagen te blijven. 7 Hnd 16:14-15
En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster uit de stad Tyatira, die God vereerde, hoorde toe, en de Here opende haar hart, zodat zij aandacht schonk aan hetgeen door Paulus gezegd werd. En toen zij gedoopt was en haar huis, nodigde zij ons, zeggende: Indien gij van oordeel zijt, dat ik de Here getrouw ben, neemt dan uw intrek in mijn huis. En zij drong ons ertoe. 8 Hnd 16:33
En in datzelfde uur van de nacht nam hij hen mede om hun striemen af te wassen, en hij liet zichzelf en al de zijnen terstond dopen. 9 Hnd 2:42
En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.
19
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 4. De geestelijke betekenis van de christelijke doop
4. De geestelijke betekenis van de christelijke doop
4
1. Inleiding
980
We ronden de studie naar de christelijke doop af met wat het Nieuwe Testament leert over de geestelijke betekenis ervan.
2. Hoe Gods genade werkt
981
De gedachte dat door te zondigen, de genade van God overvloediger wordt, toont een totaal onbegrip voor de manier waarop God's genade werkt. Paulus legt uit dat, als we deel hebben gekregen aan Gods genade, we onvermijdelijk dood zijn voor de zonde [1]. We zijn gestorven aan de zonde en aan het oude leven. --Derek Prince illustreert dit met het voorbeeld van een godslasterlijk man die sterft aan een hartaanval. Vanaf dat moment is hij -letterlijkdood voor de zonde. --aangehaalde teksten: 1 Ro 6:1-7
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn [met hetgeen gelijk is] aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
3. Met Christus gekruisigd en opgestaan
982
Het feit dat de ware christen door Gods genade dood is voor de zonde, wordt in het Nieuwe Testament herhaaldelijk aangegeven [1] [2] [3] [4]. Van ieder mens die Christus' verzoenend sterven heeft aanvaard, is de oude zondige natuur gekruisigd. De zonde heeft geen macht meer over hem. Hij hoeft geen slaaf meer te zijn van de zonde.
20
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 4. De geestelijke betekenis van de christelijke doop
Paulus schrijft: "Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid." [3] De inwoning van Christus heeft voor de gelovige dus twee gevolgen: - een sterven aan de oude vleselijke natuur, het lichaam der zonde - een nieuw leven tot gerechtigheid door de werking van Gods Geest De apostel Petrus brengt dezelfde waarheid naar voren als hij het heeft over het doel van Christus' dood: "Die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen." [4] De toestand van dood zijn voor de zonde en leven tot gerechtigheid gaat ver uit boven het louter ontvangen van vergeving van de zonden uit het verleden. Het plaatst de gelovige in een heel andere belevingswereld. Hij is niet langer een slaaf van de zonde, maar is levend voor God en voor de gerechtigheid. Paulus geeft twee voorwaarden om ten volle deel te krijgen aan het verzoeningswerk van Christus: 1. weten: "Dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn" [1]. 2. er mee rekenen: "Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus" [2]. Eerst moeten we weten wat Gods Woord leert over het centrale doel van de dood van Christus. Ten tweede moeten we Gods Woord voor waar rekenen in onze situatie. Er is geen waarheid die van groter praktisch belang is dan deze. Toch is er onder belijdende christenen geen waarheid waarover groter onbekendheid, onverschilligheid of ongeloof bestaat. Ze geloven nog wel dat de vroegere zonden vergeven kunnen worden. Maar de gedachte komt niet bij hen op dat ze een innerlijke verandering kunnen ervaren in hun eigen natuur. Als ze de waarheid niet weten, kunnen ze het ook niet geloven. En als ze het niet geloven, kunnen ze het ook niet ervaren. 21
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 4. De geestelijke betekenis van de christelijke doop
De wortel van deze treurige toestand ligt in de onwetendheid. In Hosea staat "Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis" [5]. Daarom is het noodzakelijk deze waarheid steeds onder de aandacht van de kerken te brengen en ze er voortdurend en nadrukkelijk mee te confronteren. aangehaalde teksten: 1 Ro 6:6-7
dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. 2 Ro 6:11
Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. 3 Ro 8:10
Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. 4 1Pe 2:24
die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen. 5 Hos 4:6
Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis.
4. Eerst begrafenis, dan opstanding
985
De doop is de zichtbare uitdrukking van twee innerlijke veranderingen: 1. een begrafenis in het watergraf: de oude mens wordt begraven 2. een opstanding uit het graf: de nieuwe mens staat op en leeft in rechtvaardigheid voor God Het Nieuwe Testament verklaart dat dit het doel is van de christelijke doop: "Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen." [1] "daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook 22
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 4. De geestelijke betekenis van de christelijke doop
medeopgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt." [2] Door de doop laten de gelovigen telkens weer het verzoeningswerk van Christus zien: zijn dood en begrafenis voor de zonde, zijn opstanding tot nieuwheid van leven. Naast de fundamentele waarheden van begrafenis en opstanding leren deze verzen ons nog drie andere punten: 1. Door de christelijke doop worden we gedoopt in Christus zelf, dus niet in een specifieke kerk of gemeente [3]. 2. Het effect van de doop hangt af van het persoonlijk geloof van degene die wordt gedoopt. Zonder geloof heeft de doop geen effect of waarde. 3. De wandel in het nieuwe leven geschiedt niet in eigen kracht, maar vanuit dezelfde kracht die Jezus uit het graf heeft opgewekt [4]. Alleen Gods Geest kan de gelovige die gedoopt is, de kracht geven die hij nodig heeft om een nieuw leven in gerechtigheid te leven [5]. Ter afsluiting van deze studie moet nog worden opgemerkt dat de doop het uiterlijke zegel is van de toestand waarin de gelovige door geloof reeds verkeert. De doop zelf schept deze innerlijke toestand niet, maar zij is reeds aanwezig. In dit opzicht loopt de christelijke doop parallel met de doop van Johannes. Bij de doop van Johannes bekeerde de mens zich eerst en werd daarna gedoopt tot bekering. aangehaalde teksten: 1 Ro 6:3-4
Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. 2 Col 2:12
daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook medeopgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt. 3 Ga 3:27
Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. 4 Ro 1:4
naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here
23
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 4. De geestelijke betekenis van de christelijke doop 5 Ro 8:10
Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.
24
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 5. De doop in de Heilige Geest
5. De doop in de Heilige Geest
5
1. Inleiding
987
De doop met de Heilige Geest staat sinds het begin van de twintigste eeuw in het middelpunt van de belangstelling en heeft tot veel discussie geleid. We zullen dit onderwerp daarom zorgvuldig, grondig en schriftuurlijk behandelen.
2. Zeven verwijzingen in het Nieuwe Testament
988
Het woord dopen in verband met de Heilige Geest komt voor in zeven passages in het Nieuwe Testament [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7]. Hoewel gesproken wordt over dopen "met", staat er letterlijk dopen "in". Dit komt overeen met de eerdere uitleg over de doop in water. In zes van de zeven passages wordt de doop in de Heilige Geest vergeleken met de doop in water. In twee passages wordt het woord 'vuur' toegevoegd aan de doop in de Heilige Geest. In één passage [7] wordt de doop met de Heilige Geest in verband gebracht met drinken. Dit stemt overeen met wat Jezus Zelf over de Heilige Geest zegt: "Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. [8]. In Handelingen komen drie passages voor waarin de doop in de Heilige Geest wordt beschreven als ontvangen [9], [10], [11]. Het is een ervaring waarin de gelovige de volheid van de Heilige Geest in zijn innerlijk ontvangt. aangehaalde teksten: 1 Mt 3:11
Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.
25
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 5. De doop in de Heilige Geest 2 Mr 1:8
Ik heb u gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de heilige Geest. 3 Lu 3:16
antwoordde Johannes en zeide tot allen: Ik doop u met water, doch Hij komt, die sterker is dan ik, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken; die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. 4 Joh 1:33
En ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de heilige Geest doopt. 5 Hnd 1:5
Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze. 6 Hnd 11:16
En ik herinnerde mij het woord des Heren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden. 7 1Co 12:13
want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met een Geest gedrenkt. 8 Joh 7:37-39
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. 9 Hnd 8:15,17
Die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen ... Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest. 10 Hnd 10:47
Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen? 11 Hnd 19:2
En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. .
26
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 5. De doop in de Heilige Geest
3. Onderdompeling van Omhoog
992
We hebben gezien dat de grondbetekenis van het werkwoord "dopen" is: "iets doen onderdompelen of indopen". Dus "gedoopt worden in de Heilige Geest" duidt erop dat de hele persoonlijkheid van de gelovige ondergedompeld, omgeven en omsloten wordt door de tegenwoordigheid en de kracht van de Heilige Geest. Er zijn twee manieren om ondergedompeld te worden in water: onder water gaan of onder een waterval gaan staan. De laatste vorm is het beeld van de doop met de Heilige Geest. Zonder uitzondering wordt in Handelingen de doop met de Heilige Geest beschreven als een uitstorting van boven [1] [2] [3] [4] [5]. Als we deze verzen lezen, kunnen we de volgende conclusies trekken: - De ervaring die wordt beschreven bestaat uit twee elkaar aanvullende aspecten, een uiterlijke en een innerlijke. - Uiterlijk komt de onzichtbare aanwezigheid en kracht van de Heilige Geest van boven op de gelovige en omgeeft hem, omsluit hem en dompelt hem onder. - Innerlijk wordt de Heilige Geest die door de gelovige is ontvangen in hem tot een bron die opwelt en die als een rivier vanuit zijn diepste innerlijk gaat stromen. Deze ervaring kan worden vergeleken met de vloed ten dage van Noach, waarover in het Oude Testament wordt geschreven dat "alle kolken der grote waterdiepten openbraken" en "de sluizen des hemels werden geopend" [6]. Het water kwam dus uit twee bronnen: van binnenuit en van bovenaf. Benadrukt moet worden dat er bij het ontvangen van de volheid van de Heilige Geest geen sprake is van twee verschillende ervaringen, maar van twee aspecten die elkaar aanvullen en te zamen één enkele ervaring vormen. Men kan tegenwerpen dat het moeilijk te begrijpen is dat iemand tegelijkertijd zowel van binnenuit wordt vervuld met de Heilige Geest als van buitenaf wordt ondergedompeld in de Heilige Geest. Maar hetzelfde bezwaar zou dan ingebracht kunnen worden tegen de uitspraken van Christus dat Hij in de Vader is en de Vader in Hem, of dat Christus in de gelovige is en de gelovige in Christus. Het beste en kortste antwoord is dat van een Schotse prediker die zei: 27
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 5. De doop in de Heilige Geest
"it's beter felt than telt" ofwel "het is makkelijker te ervaren dan te verklaren". aangehaalde teksten: 1 Hnd 2:2
En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren. 2 Hnd 2:17
En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen. 3 Hnd 2:33
Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort. 4 Hnd 11:15
En toen ik begonnen was te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons. 5 Hnd 19:6
En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. 6 Ge 7:11
In Noachs zeshonderdste levensjaar, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op die dag braken alle kolken der grote waterdiepten open en werden de sluizen des hemels geopend.
4. Het uiterlijke teken
994
Tot nu toe hebben we ons beziggehouden met het onzichtbare, innerlijke karakter van de doop met de Heilige Geest. We zullen nu ingaan op de zichtbare uitingen die gepaard gaan met deze innerlijke ervaring. Jezus vergelijkt de Heilige Geest met de wind [1]. Hoewel de wind zelf onzichtbaar is, kan wanneer hij blaast het effect zowel worden gezien als gehoord. Als de Heilige Geest neerdaalt, kunnen de gevolgen zowel worden gezien als gevoeld [2]. Ook uit hetgeen Paulus schrijft, blijkt dat de werking Heilige Geest zintuiglijk kan worden waargenomen [3] [4]. 28
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 5. De doop in de Heilige Geest
Als we naar de drie passages in het Nieuwe Testament kijken waarin wordt beschreven welke uiterlijke manifestaties er plaats vonden als mensen werden gedoopt met de Heilige Geest, dan is er één manifestatie die bij al deze gebeurtenissen gemeenschappelijk is: degenen die met de Heilige Geest werden gedoopt, spraken in tongen [5] [6] [7]. Er worden nog andere bovennatuurlijke verschijnselen vermeld, maar geen daarvan wordt meer dan één keer genoemd. Petrus ging met tegenzin naar het huis van Cornelius, op nadrukkelijke aanwijzing door God. De apostelen hadden nog niet begrepen dat ook de heidenen konden worden gered en dat zij christenen konden worden. De Schrift zegt dat ze verbaasd stonden dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort. Want zij hoorden hen spreken in tongen [6]. Als Petrus later uitleg geeft aan de leiders te Jeruzalem, legt hij een direct verband tussen hetgeen bij Cornelius plaatsvond en hun eigen ervaring op de Pinksterdag [8]. Maar in het huis van Cornelius was geen sprake van een geweldige windvlaag of tongen als van vuur. Het afdoende bewijs voor de doop met de Heilige Geest was dus het spreken in tongen. Ten aanzien van het spreken in tongen kunnen we nu het volgende vaststellen: 1. Het was het bewijs dat de apostelen zelf in hun eigen ervaring ontvingen. 2. Het was het bewijs dat de apostelen accepteerden in de ervaring van anderen. 3. De apostelen vroegen nooit om enig ander bewijs. 4. Nergens in het Nieuwe Testament wordt een ander bewijs aangedragen. aangehaalde teksten: 1 Joh 3:8
De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is.
29
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 5. De doop in de Heilige Geest 2 Hnd 2:33
Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort. 3 1Co 2:4
Mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht. 4 1Co 12:7-11
Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. 5 Hnd 2:2-4
En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. 6 Hnd 10:44-46
Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. 7 Hnd 19:6
En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. 8 Hnd 11:15
En toen ik begonnen was te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons.
30
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 6. Ontvangt de Heilige Geest
6. Ontvangt de Heilige Geest
6
1. Inleiding
999
Vaak worden er bezwaren aangevoerd tegen onze conclusie dat de uiting van het spreken in tongen het aanvaarde nieuwtestamentische bewijs is dat iemand de doop in de Heilige Geest heeft ontvangen. Voor de duidelijkheid en grondigheid gaan we op de meest gangbare bezwaren in. Een vaste tegenwerping is dat iedere christen automatisch de Heilige Geest heeft ontvangen bij zijn bekering en daarom geen verdere ervaring of bewijs nodig heeft. Veel verwarring en discussie kan worden voorkomen als we één belangrijk schriftuurlijk feit vaststellen: het Nieuwe Testament beschrijft twee verschillende ervaringen die beide worden beschreven als het ontvangen van de Heilige Geest. Dit betekent dat een christen de Heilige Geest in één betekenis kan hebben ontvangen, maar niet in de andere.
2. Het patroon van de apostelen
1000
Een eenvoudige manier om de twee verschillende ervaringen te onderscheiden is door de gebeurtenissen op twee zondagen te vergelijken, die elk een uniek belang hebben voor de geschiedenis van de christelijke kerk. De eerste is de zondag van de opstanding; de tweede is op de Pinksterzondag. Op de zondag van de opstanding verscheen Jezus voor de eerste keer aan een groep apostelen. Er staat: "En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest" [1]. Bij hun eerste ontmoeting met de opgestane Christus gingen de apostelen over van de oudtestamentische behoudenis naar de nieuwtestamentische behoudenis. Om de nieuwtestamentische behoudenis te ontvangen gelden er twee eisen: met de mond belijden dat Jezus Heer is en met het hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt [2]. 31
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 6. Ontvangt de Heilige Geest
Vóór de zondag van de opstanding hadden de apostelen al beleden dat Jezus Heer is. Maar nu, voor de eerste keer, geloofden ze ook dat God Hem uit de doden had opgewekt. Hiermee was hun behoudenis compleet. En dit was ook het moment waarop zij de wedergeboorte ervoeren. De Heilige Geest, in hen geblazen door Jezus, schonk hen een totaal nieuw leven - eeuwig leven. De ervaring van de apostelen staat model voor iedereen die wordt wedergeboren. Het bevat twee essentiële elementen: een directe, persoonlijke openbaring van de opgestane Heer en het ontvangen van de Heilige Geest als goddelijk, eeuwig leven. Er wordt gerechtigheid geschonken aan een ieder die gelooft in Christus' dood en opstanding [3]. Na deze wonderbaarlijke ontmoeting zei Jezus dat ze naar Jeruzalem moesten gaan en moeten wachten totdat ze gedoopt waren met de Heilige Geest. Zij moesten eerst de kracht van de Heilige Geest ontvangen om effectief te kunnen getuigen en dienen [4] [5] [6]. Dit betekent dat behoudenis, of wedergeboorte, een andere ervaring is dan de doop met de Heilige Geest, hoewel beiden worden beschreven als het ontvangen van de Heilige Geest. De twee ervaringen van het ontvangen van de Heilige Geest kunnen als volgt van elkaar worden onderscheiden: - de zondag na de opstanding: de opgestane Heer / de ingeblazen Geest / resultaat: leven. - Pinksterzondag: de opgevaren Heer / de uitgestorte Geest / resultaat: kracht Op Pinksterzondag verklaarde Petrus dat het Christus was die na zijn hemelvaart de Heilige Geest had uitgestort over zijn discipelen [7]. Na Pinksterzondag werd de term "ontvangen van de Heilige Geest" alleen gebruikt voor de tweede ervaring. Voor de eerste ervaring werd hij nooit meer gebruikt. aangehaalde teksten: 1 Joh 20:22
En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest.
32
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 6. Ontvangt de Heilige Geest 2 Ro 10:9
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; 3 Ro 8:10
Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. 4 Lu 24:49
En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge. 5 Hnd 1:5
Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze. 6 Hnd 2:4
En zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. 7 Hnd 2:33
Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort.
3. Verdere uitstortingen van de Geest
1004
In drie andere gevallen na Pinksteren wordt beschreven wat er plaatsvond toen mensen werden gedoopt in de Heilige Geest. Dat was in Samaria, in Efeze en in het huisgezin van Cornelius. We zullen elk van deze gevallen nader onderzoeken. Filippus predikte het evangelie te Samaria [1]. De mensen hoorden de waarheid van Christus, zij geloofden en lieten zich dopen [2]. Op gezag van de woorden van Christus waren deze mensen behouden [3]. Toch moesten deze mensen de Heilige Geest nog ontvangen. Door de apostelen te Jeruzalem werden Petrus en Johannes naar Samaria gezonden en zij ontvingen de Heilige Geest door hun bediening [4]. Het ontvangen van behoudenis en de doop met de Heilige Geest waren dus twee verschillende ervaringen. Toen Paulus te Efeze kwam en de mensen ontmoette die discipelen waren, was zijn eerste vraag of zij de Heilige Geest ontvangen hadden toen zij tot geloof waren gekomen [5]. Toen hij doorvroeg bleek dat ze 33
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 6. Ontvangt de Heilige Geest
discipelen van Johannes de Doper waren en niet van Christus. Daarom onderwees hij hen eerst het evangelie van Christus. Toen zij dat hoorden, geloofden zij en lieten zich dopen [6]. Daarna legde Paulus hen de handen op en werden zij gedoopt met de Heilige Geest [7]. Later herinnert Paulus de discipelen te Efeze in zijn brief aan de stappen die ze hadden doorlopen [8]. Dit waren achtereenvolgens: 1. Ze hoorden het evangelie. 2. Zij geloofden in Christus. 3. Zij werden gedoopt met de Heilige Geest. Net als in Samaria waren bekering en doop met de Heilige Geest twee verschillende ervaringen. Het derde voorbeeld ligt iets anders. Toen Petrus in het huis van Cornelius predikte ontvingen zij onmiddellijk de Heilige Geest en spraken in tongen [9] [10]. Het lijkt er dus op dat de doop met de Heilige Geest samenviel met de bekering. We moeten hier echter aan toevoegen dat, hoewel de twee ervaringen gelijktijdig gebeurden, het toch twee aparte ervaringen zijn. Van de vier groepen die we bestudeerd hebben (de apostelen, de mensen van Samaria, de discipelen te Efeze, Cornelius en zijn huisgezin) waren er drie eerst bekeerd voor ze de Heilige Geest ontvingen. Cornelius en zijn huisgezin ontvingen de Heilige Geest op hetzelfde moment dat zij bekeerd werden. Aangezien een dergelijke gebeurtenis in het Nieuwe Testament niet meer beschreven is, mogen we aannemen dat dit een uitzondering was. Op basis van het zorgvuldige onderzoek van het Nieuwe Testament, kunnen we nu de volgende conclusies trekken: 1. Het is normaal voor een christen dat hij de Heilige Geest ontvangt als een afzonderlijke ervaring die volgt op de bekering. 2. Zelfs al ontvangt iemand de Heilige Geest gelijktijdig met zijn bekering, dan nog blijft het een afzonderlijke ervaring. 3. Het bewijs dat iemand de Heilige Geest heeft ontvangen is dat hij in tongen spreekt. 4. Het feit dat iemand oprecht is bekeerd, is in zichzelf geen bewijs dat de persoon de Heilige Geest heeft ontvangen. aangehaalde teksten: 1 Hnd 8:5
En Filippus daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun de Christus. 34
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 6. Ontvangt de Heilige Geest 2 Hnd 8:12
Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen. 3 Mr 16:15-16
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. 4 Hnd 8:14-17
Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen. Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest. 5 Hnd 19:2
En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. 6 Hnd 19:5
En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. 7 Hnd 19:6
En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. 8 Efe 1:13
In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte. 9 Hnd 10:44-48
Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. Toen merkte Petrus op: Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen? En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Toen verzochten zij hem nog enige dagen te blijven.
35
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 6. Ontvangt de Heilige Geest 10 Hnd 11:15-17
En toen ik begonnen was te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons. En ik herinnerde mij het woord des Heren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden. Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden?
4. Het onderricht van Jezus
1009
De conclusie betreffende de relatie tussen bekering en het ontvangen van de Heilige Geest is voornamelijk gebaseerd op de studie van het boek Handelingen. Maar het stemt volledig overeen met wat Jezus leerde: "Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?" [1]. Jezus zegt hier dat de Heilige Geest een gave is waar de gelovige om mag bidden, zoals een kind zijn vader om iets vraagt. Het is dus niet schriftuurlijk om te veronderstellen dat de gave van de Heilige Geest automatisch bij de bekering wordt ontvangen. Ook zegt Jezus: "Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden". [2] De gave van de Heilige Geest wordt ontvangen door degenen die reeds in Christus geloven. Christus onderwijst deze waarheid opnieuw als Hij zegt: "Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn." [3] Het is een voorrecht voor de discipelen van Christus om door te gaan en ook de gave van de Heilige Geest te mogen ontvangen als ze voldoen aan God's voorwaarden. aangehaalde teksten: 1 Lu 11:13
36
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 6. Ontvangt de Heilige Geest
Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? 2 Joh 7:38-39
Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden. 3 Joh 14:15-17
Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
37
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 7. Spreken allen in tongen?
7. Spreken allen in tongen?
7
1. Inleiding
1010
We gaan nu in op een aantal andere tegenwerpingen en misverstanden aangaande de ervaring van het spreken in tongen.
2. De gave van "verscheidenheid van tongen"
1011
Een gebruikelijk argument of misverstand is gebaseerd op een vraag die Paulus stelt: "Spreken soms allen in tongen?" [1]. Paulus spreekt hier over de bovennatuurlijke uitingen van de Heilige Geest en niet over de doop in de Heilige Geest. In de voorafgaande verzen spreekt hij over de bedieningen die uitgeoefend kunnen worden door de gemeenteleden [2]. Nog eerder heeft hij het over de negen gaven of uitingen van de Heilige Geest die geschonken kunnen worden aan degenen die in de Heilige Geest zijn gedoopt [3]. Paulus geeft aan dat de Heilige Geest voor alle gelovigen is: "want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt" [4]. Maar door de soevereine wil van de Heilige Geest worden de gaven verdeeld over de gelovigen. Tot de negen gaven van de Geest behoort de achtste: "allerlei tongen". De originele Griekse tekst komt overeen met wat elders is vertaald als "verscheidenheid van tongen" [5]. In beide gevallen spreekt Paulus over een specifieke geestelijke gave, niet over de doop in de Heilige Geest. Feitelijk vraagt Paulus: oefenen alle gelovigen die zijn gedoopt in de Heilige Geest ook regelmatig de gave van "verscheidenheid van tongen"? Het onderscheid tussen de eerste gave van de Heilige Geest, met als bewijs het spreken in tongen, en de daaropvolgende gave van "verscheidenheid van tongen" wordt duidelijk aangegeven door het taalgebruik in het Nieuwe Testament. De eerste gave wordt aangeduid als 'dorea'. De daaropvolgende gave wordt aangeduid als 'charisma'. Deze twee begrippen worden nooit door elkaar gebruikt. 38
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 7. Spreken allen in tongen? aangehaalde teksten: 1 1Co 12:30
Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen? 2 1Co 12:27-28
Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden. En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. 3 1Co 12:7-11
Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest; aan de een geloof door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen. Doch dit alles werkt een en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil. 4 1Co 7:13
want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt 5 1Co 12:28
En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen.
3. Is vrucht het bewijs?
1014
Sommigen zien de vrucht van de Heilige Geest als het bewijs dat men gedoopt is in de Heilige Geest. Paulus somt de vrucht van de Heilige Geest op in de brief aan de Galaten [1]. Maar van degenen die de handen werden opgelegd voor de doop in de Heilige Geest wachtten de apostelen echter niet af of zij de vrucht van de Heilige Geest voortbrachten. Nee, zij constateerden onmiddellijk dat de doop met de Heilige Geest had plaatsgevonden [2]. Uit het Nieuwe Testament blijkt een vast patroon als mensen gedoopt worden in de Heilige Geest, namelijk dat zij onmiddellijk in tongen spreken [3]. Deze uiting is het uiterlijke teken en bewijs van de doop in de Heilige Geest. Ook in de gevallen dat het spreken in tongen niet expliciet is vermeld, kan worden aangenomen dat dit plaatsvond 39
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 7. Spreken allen in tongen?
omdat anders niet geconstateerd kon worden dat mensen daadwerkelijk in de Heilige Geest waren gedoopt [4] [5]. Cornelius en zijn huisgezin werden gedoopt in de Heilige Geest en spraken in tongen. Als Petrus later verslag doet van deze gebeurtenis, vindt hij het zelfs niet nodig te vertellen dat ze in tongen spraken [6]. Een vrucht is naar zijn aard iets heel anders dan een gave. Een gave wordt ontvangen door een daad van geloof; een vrucht wordt voorgebracht door een langzaam proces van planten, verzorgen en ontwikkelen. De doop met de Heilige Geest is een gave, een ervaring die wordt ontvangen door geloof. Een belangrijke reden van deze gave is om de persoon in staat te stellen meer en betere vruchten voort te brengen dan hij zelf ooit zou hebben voortgebracht. Het is dus niet fout om het belang van de vrucht te benadrukken. Het is fout om de gave te verwarren met de vrucht waarvoor de gave werd gegeven. aangehaalde teksten: 1 Ga 5:2--23
Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. 2 Hnd 2:16-17
Maar dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joel: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen. 3 Hnd 19:6
En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.
40
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 7. Spreken allen in tongen? 4 Hnd 8:14-20
Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen. Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest. En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven, bood hij hun geld aan, en zeide: Geef ook mij deze macht, opdat, als ik iemand de handen opleg, hij de Heilige Geest ontvange. Maar Petrus zeide tot hem: Uw geld zij met u ten verderve, daar gij gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen verwerven. 5 Hnd 9:17-18
En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de Heilige Geest vervuld worden. En terstond vielen hem als schubben van de ogen en hij kon weer zien, en hij stond op en werd gedoopt. 6 Hnd 11:15-17
En toen ik begonnen was te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons. En ik herinnerde mij het woord des Heren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden. Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden?
41
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 8. Emotionele en fysieke reacties
8. Emotionele en fysieke reacties
8
1. Inleiding
1020
Een gangbare opvatting over de doop in de Heilige Geest is dat het een intense emotionele ervaring is. In dit verband wordt vaak het woord 'extase' gebruikt. De oorzaak van deze visie is onwetendheid (men heeft zelf de doop met de Heilige Geest niet ontvangen, maar wil de ervaring toch omschrijven) en een verkeerde nadruk (men heeft de doop met de Heilige Geest wel ontvangen, maar men legt de nadruk op de eigen, subjectieve reactie).
2. De plaats van emotie
1021
De mens is een emotioneel wezen en de gevoelens spelen een belangrijke rol in de aanbidding en de dienst aan God. Het woord 'blijdschap' wordt in de Schrift vaak in nauw verband gebracht met de Heilige Geest [1]. In de opsomming van de vruchten van de Geest komt 'blijdschap' direct na 'liefde' [2]. Een geweldige blijdschap is op zich geen bewijs van de doop in de Heilige Geest. Ten eerste wordt nooit enige directe emotie genoemd in de passages waar de doop met de Heilige Geest wordt beschreven. Nooit is er sprake van dat enige vorm van emotie het bewijs is van de doop in de Heilige Geest. Een leer die het ontvangen van de Heilige Geest baseert op een emotionele ervaring, mist schriftuurlijke grond. Het gebeurt zelfs dat degenen die de schriftuurlijke ervaring van het spreken in tongen ontvangen, toch twijfelen aan de doop in de Heilige Geest omdat ze niet de een of andere intense emotie hebben ervaren. Ten tweede komt in het Nieuwe Testament geweldige blijdschap voor als een emotionele ervaring terwijl men toch (nog) niet gedoopt is in de Heilige Geest [3] [4]. Daarom kan een geweldige emotionele ervaring niet worden aanvaard als een bewijs voor het ontvangen van de doop in de Heilige Geest. aangehaalde teksten: 1 Hnd 13:52
En de discipelen werden vervuld met blijdschap en met de Heilige Geest.
42
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 8. Emotionele en fysieke reacties 2 Ga 5:22
Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 3 Lu 24:52-53
En zij keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap, en zij waren voortdurend in de tempel, lovende God. 4 Hnd 8:8
En er kwam grote blijdschap in die stad.
3. Lichamelijke reacties
1023
Veelal baseren mensen het ontvangen van de Heilige Geest op het ervaren van een sterke fysieke gewaarwording. Hierin zit een belangrijk element van waarheid. Door de hele Bijbel heen vinden we voorvallen waarin de aanwezigheid en de kracht van de almachtige God een sterke fysieke reactie teweeg brengt in degenen die waardig zijn om in zijn nabijheid te verkeren [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8]. Door sommige oudere denominaties worden deze reacties vaak afkeurend bestempeld als "emotionaliteit" of "fanatisme". Dit kan in sommige gevallen wel waar zijn, maar wie durft dit in te brengen tegen profeten als Mozes, Jeremia en Elia of apostelen als Paulus en Johannes? We zien dus dat de Schrift ruimte geeft aan ongewone reacties in de lichamen van God's volk die worden veroorzaakt door zijn directe tegenwoordigheid. Er wordt ergens nergens gesuggereerd dat deze fysieke reacties het bewijs zijn dat een persoon de doop in de Heilige Geest heeft ontvangen. We komen dus weer tot dezelfde conclusie: er is maar één fysiek bewijs dat iemand de Heilige Geest heeft ontvangen en dat is het spreken in tongen. aangehaalde teksten: 1 Ge 17:1-3
Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de Here aan Abram en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige, wandel voor mijn aangezicht, en wees onberispelijk; Ik zal mijn verbond tussen Mij en u stellen, en u uitermate talrijk maken. Toen wierp Abram zich op zijn aangezicht en God sprak tot hem.
43
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 8. Emotionele en fysieke reacties 2 1Kon 18:39
Toen het gehele volk dat zag, wierpen zij zich op hun aangezicht en zeiden: De Here, die is God! De Here, die is God! 3 2Kr 5:13-14
Toen zij tezamen trompetten en eenstemmig een lied lieten horen, om de Here te loven en te prijzen, en de stem verhieven bij trompetten, cimbalen en andere muziekinstrumenten, en de Here aldus prezen: Want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, toen werd het huis, het huis des Heren, vervuld met een wolk, zodat de priesters vanwege de wolk niet konden blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid des Heren had het huis Gods vervuld. 4 Jer 20:9
Maar zeide ik: Ik wil aan Hem niet denken en in zijn naam niet meer spreken, dan werd het in mijn hart als brandend vuur, opgesloten in mijn gebeente; wel matte ik mij af om het in te houden, maar ik kon het niet. 5 Jer 23:9
Over de Profeten. Mijn hart is in mijn binnenste gebroken, al mijn beenderen sidderen; ik ben als een beschonken man, als iemand wie de wijn naar het hoofd gestegen is, om de Here en om zijn heilige woorden. 6 Da 10:7-8
Alleen ik, Daniel, zag dat gezicht, maar de mannen die bij mij waren, zagen het niet; doch een grote schrik overviel hen, zodat zij vluchtten en zich verborgen; zo bleef ik alleen over. Toen ik dat grote gezicht zag, bleef er in mij geen kracht meer; alle kleur week van mijn gelaat, en ik had geen kracht meer over. 7 Hnd 9:3-6
En terwijl hij daarheen op weg was, geschiedde het, toen hij Damascus naderde, dat hem plotseling licht uit de hemel omstraalde; en ter aarde gevallen, hoorde hij een stem tot zich zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? En hij zeide: Wie zijt Gij, Here? En Hij zeide: Ik ben Jezus, die gij vervolgt. Maar sta op en ga de stad binnen en daar zal u gezegd worden, wat gij doen moet. 8 Opb 1:17
En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste.
4. Drie schriftuurlijke principes
1025
Ter afsluiting van deze studie bezien we nog drie principes die in de Schrift worden beschreven, die alle bevestigen dat het spreken in nieuwe tongen het bewijs is dat iemand de Heilige Geest heeft ontvangen. 44
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 8. Emotionele en fysieke reacties
Jezus zegt "Want uit de overvloed des harten spreekt de mond" [1]. Als het hart zo vol is dat het overstroomt, overstroomt het via de mond. Omdat de vervulling met de Heilige Geest bovennatuurlijk is, is ook het overstromen bovennatuurlijk. De persoon spreekt in een taal die hij nooit heeft geleerd en niet begrijpt, tot verheerlijking van God. Ten tweede spoort Paulus ons aan om onze leden als wapenen der gerechtigheid in dienst te stellen van God [2]. Maar in Jacobus staat "De tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn" [3]. Als we echter onze fysieke leden volledig aan God overgeven, dan neemt de Heilige Geest heerschappij over het lid dat niemand van ons kan bedwingen - de tong - en gebruikt het op een bovennatuurlijke wijze tot eer van God. Het derde punt betreft de specifieke aard van de Heilige Geest. In diverse passages benadrukt Jezus dat de Heilige Geest een Persoon is, net zo echt als God de Vader en God de Zoon [4]. Het feit dat de Heilige Geest voor zichzelf spreekt, is een van de belangrijkste kenmerken van zijn ware persoonlijkheid. Paulus leert dat ons fysieke lichaam een tempel is waar de Heilige Geest in wil wonen [5]. Als de Heilige Geest als Persoon in deze tempel woont, gebruikt Hij de tong en lippen van de gelovige om hoorbaar te maken wat Hij zegt. Zo was het ook in de tabernakel van Mozes. Mozes hoorde een stem boven het verzoendeksel en hij wist dat de Persoon van de Heer aanwezig was in de tabernakel [6]. Als we de stem van de Heilige Geest horen spreken vanuit de tempel van het lichaam van de gelovige, dan weten we dat de Heilige Geest Zelf daar woont als een Persoon. aangehaalde teksten: 1 Mt 12:34
Want uit de overvloed des harten spreekt de mond. 2 Ro 6:13
Stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. 3 Jak 3:8
Maar de tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.
45
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 8. Emotionele en fysieke reacties 4 Joh 16:13
Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. 5 1Co 6:19
Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 6 Nu 7:89
Wanneer nu Mozes de tent der samenkomst binnenging om met Hem te spreken, dan hoorde hij een stem, die tot hem sprak van boven het verzoendeksel, dat op de ark der getuigenis was, van tussen de beide cherubs, en Hij sprak tot hem.
46
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 9. De belofte van de Geest
9. De belofte van de Geest
9
1. Inleiding
1028
De vraagt rijst aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voor een persoon in de Heilige Geest gedoopt kan worden. Deze vraag kan vanuit twee gezichtspunten worden benaderd: het gezichtspunt van God, de gever en het gezichtspunt van de mens, de ontvanger. In dit hoofdstuk richten we ons op het gezichtspunt van God Zelf. In het volgende hoofdstuk kijken we vanuit het menselijk gezichtspunt. De vraag is ontzagwekkende groot: hoe kan de heilige en almachtige God zijn eigen Geest ter inwoning aanbieden aan een gevallen en vervloekt geslacht? Het antwoord ligt in een verlossingsplan dat door de Godheid werd bedacht nog voor de tijdrekening begon. Centraal in dit plan stond de dood van Christus aan het kruis, gevolgd door zijn overwinnende opstanding en zijn triomferende hemelvaart. Tien dagen later stortte Hij zijn Heilige Geest uit over zijn wachtende discipelen. Het kruis is de poort geweest tot Pinksteren.
2. Een persoonlijke en blijvende inwoning
1029
De gave van de Heilige Geest kon pas aan de gelovigen worden geschonken nadat Jezus verheerlijkt was [1]. Waarom kon de Heilige Geest niet eerder worden geschonken? Duidelijk is dat de Heilige Geest al werkte voordat Christus ten hemel was gevaren. Al direct aan het begin van de begin van de bijbel staat dat de Geest van God over de wateren zweefde [2]. Vanaf die tijd door het hele Oude Testament heen tot in de dagen van de bediening van Christus op aarde lezen we voortdurend van het werken van de Heilige Geest. Wat is dan het verschil tussen deze werking van de Heilige Geest en de gave van de Heilige Geest? Dit verschil wordt door drie woorden gekenmerkt: persoonlijk, inwonend en voortdurend. 47
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 9. De belofte van de Geest
'Persoonlijk'; Bij zijn afscheid beloofde Jezus de Trooster te zenden [3]. Hij zei zelfs dat het beter voor hen was. Jezus zond een Persoon in zijn plaats. De gelovige ontvangt in zich de derde Persoon van de Godheid. 'Inwonend'; De Heilige Geest maakt zijn tempel in het fysieke lichaam van de gelovige om van binnenuit zijn hele persoonlijkheid te besturen. 'Voortdurend'; De Heilige Geest is geen bezoeker. De inwoning van de Heilige Geest is permanent [4]. De gave van de Heilige Geest is dus een persoonlijke, permanente inwoning. Dit verklaart ook waarom de Heilige Geest nog niet kon worden gegeven terwijl Christus op aarde was. Ten eerste was de Godheid reeds vertegenwoordigd door Christus terwijl Hij op aarde was. Er was geen behoefte en geen plaats voor de Heilige Geest om daar ook persoonlijk aanwezig te zijn. Ten tweede: niemand kon de gave ontvangen voordat Christus' verzoeningswerk voltooid was. De aanspraak kon in geen enkel opzicht worden gebaseerd op eigen verdienste, maar alleen op de dood en opstanding van Christus. aangehaalde teksten: 1 Joh 7:37-39
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. 2 Ge 1:2
En de Geest Gods zweefde over de wateren. 3 Joh 16:7
Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.
48
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 9. De belofte van de Geest 4 Joh 14:16
En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn.
3. De belofte van de Vader
1033
Paulus spreekt in zijn brief aan de Galaten over de "belofte van de Heilige Geest" [1]. Jezus spreekt tot zijn discipelen over de "belofte van de Vader" [2]. Petrus zegt op de Pinksterdag als hij over de gave van de Heilige Geest spreekt: "voor u is de belofte ..." [3]. Paulus noemt in de brief aan de Galaten de belofte ook "de zegen van Abraham". God heeft zijn belofte vele eeuwen geleden aan Abraham gegeven [4] en daarna opnieuw aan hem bevestigd [5]. En het was om deze zegen te kopen, die aan het zaad van Abraham was beloofd, dat Jezus zijn bloed vergoot aan het kruis.
4. Het zegel van de hemel op Christus' verzoeningswerk
1034
Uit de Hebreeënbrief blijkt dat het hoogtepunt van het verzoeningswerk van Christus in de hemel plaatsvond en niet op aarde, toen Hij met zijn bloed in de tegenwoordigheid van de Vader trad [1]. Daar bod Hij zijn bloed aan als het enige en afdoende offer voor alle zonde. Daarom zegt de Hebreeënschrijver dat wij genaderd zijn "tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel" [2]. Christus' bloed spreekt krachtiger dan dat van Abel omdat Abel's bloed op aarde bleef, terwijl Christus' bloed in de hemelen werd gesprenkeld. En Abel's bloed riep tot God om wraak, terwijl Christus' bloed tot God riep om barmhartigheid en vergeving van zonden. De openbaring in de Hebreeënbrief stelt ons in staat te begrijpen waarom de Heilige Geest niet kon worden gegeven voordat Christus verheerlijkt was. De uitstorting van de Heilige Geest was het openbare getuigenis van het opperste gerechtshof in de hemel dat het bloed van 49
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 9. De belofte van de Geest
Christus voor altijd aanvaard was als het al-voorzienende zoenmiddel voor alle zonden. De Heilige Geest getuigt van het bloed van Jezus [3]. Met andere woorden: het schenken van de Heilige Geest aan degenen die in Jezus geloven omvat het gezamenlijke getuigenis van de Vader en de Geest dat het bloed van Jezus de volledige voorziening is om de gelovige te reinigen van alle zonde. Dit is in overeenstemming met wat Petrus zei op de Pinksterdag: "Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort" [4]. We kunnen nu de openbaring van de Schrift inzake het plan van God om op alle gelovigen de Heilige Geest uit te storten, als volgt samenvatten: In God's keuze van Abraham was begrepen de zegen van de Heilige Geest voor alle naties door Christus. Door zijn bloed dat aan het kruis werd gestort, kocht Christus voor alle gelovigen het wettelijk recht op deze belofte. Nadat Christus zijn bloed in de hemel had aangeboden, ontving Hij van de Vader de gave van de Heilige Geest. Op de Pinksterdag werd de Heilige Geest, die de gave is, vanuit de hemel uitgestort over de wachtende gelovigen op aarde. Op deze wijze werd de hoogste belofte en de grootste van alle gaven bedacht, gekocht en geschonken. aangehaalde teksten: 1 Heb 9:11-12
Maar Christus, opgetreden als hogepriester der goederen, die gekomen zijn, is door de grotere en meer volmaakte tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van deze schepping, en dat niet met het bloed van bokken en kalveren, maar met zijn eigen bloed eens voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf. 2 Heb 12:24
en tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der Maar gij zijt genaderd tot ... tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel. 3 1Jo 5:6
Dit is Hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is.
50
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 9. De belofte van de Geest 4 Hnd 2:33
Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort.
51
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 10. Hoe ontvangen wij de Heilige Geest
10. Hoe ontvangen wij de Heilige Geest
10
1. Inleiding
1037
Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de gave van de Heilige Geest te ontvangen?
2. Door genade, door geloof
1038
Er is één basisprincipe dat van toepassing is op elke voorziening die door God's genade aan de mens is geschonken: "Indien het nu door genade is, dan is het niet meer uit werken; anders is de genade geen genade meer" [1]. Genade en werken sluiten elkaar uit: wat een mens ook van God uit genade ontvangt is niet uit werken. En wat een mens ook van God ontvangt uit werken is niet uit genade. Er is een tegenstelling tussen "genade" en "wet": "Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen" [2]. Paulus beschrijft het basisprincipe als volgt: "Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme" [3]. Dit principe is ook van toepassing op het ontvangen van de gave van de Heilige Geest: "Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet ... opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof" [4]. De gave van de Heilige Geest is beschikbaar gekomen door het verzoeningswerk van Christus aan het kruis. En deze gave wordt, zoals elke andere gave van God's genade, ontvangen door geloof en niet door werken. In de brief aan de Galaten benadrukt Paulus drie keer kort achter elkaar dat de Geest alleen door geloof wordt ontvangen [5] [6] [7]. De Galaten dreigden misleid te worden door leraren die een wettisch systeem aan hen wilden opleggen. Paulus riep hun op terug te keren 52
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 10. Hoe ontvangen wij de Heilige Geest
naar de oorspronkelijke eenvoud van hun geloof. Ook heden ten dage bestaat onder groepen christenen de neiging een systeem of techniek te hanteren om de Heilige Geest te ontvangen. Deze precieze vorm varieert van groep tot groep. Het kan zijn een bepaalde houding of herhaling van bepaalde woorden of zinnen. Deze technieken helpen de gelovigen echter niet, integendeel, ze zijn er de oorzaak van dat veel gelovigen 'chronische zoekers' worden. Ze ruilen het geloof in voor werken, ze ruilen het eenvoudig horen van God's Woord in voor een techniek.. De remedie is precies wat Paulus tegen de Galaten zei: terugkeren naar geloof door het horen. Aan het ontvangen van de Heilige Geest moet schriftuurlijk onderricht vooraf gaan. [Derek Prince geeft aan dat hij zelf, als hij dertig minuten zou krijgen om gelovigen te helpen de Heilige Geest te ontvangen, hij hiervan de helft - de eerste vijftien minuten - zou besteden aan onderricht. De volgende vijftien minuten worden toegewijd aan gebed. Dit leidt tot een veel beter resultaat dan de volle dertig minuten te besteden aan gebed.] We moeten ook waken voor een verkeerde uitleg van wat wordt bedoeld met geloof. Geloof is geen vervanging van gehoorzaamheid. Integendeel, waarachtig geloof wordt altijd geopenbaard door gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is dus de test en het bewijs van geloof. Dit geldt zowel voor het ontvangen van de Heilige Geest als voor elk ander gebied van God's genade. Terwijl Paulus het geloof benadrukt als het gaat om de gave van de Heilige Geest, benadrukt Petrus gehoorzaamheid [8]. Maar hier zit geen tegenstrijdigheid in. Waarachtig geloof gaat altijd samen met gehoorzaamheid. Petrus zegt dat als onze gehoorzaamheid volkomen is, de Heilige Geest ons toebehoort. aangehaalde teksten: 1 Ro 11:6
Indien het nu door genade is, dan is het niet meer uit werken; anders is de genade geen genade meer. 2 Joh 1:17
Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.
53
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 10. Hoe ontvangen wij de Heilige Geest 3 Efe 2:8-9
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. 4 Ga 3:13-14
Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof. 5 Ga 3:2
Dit alleen zou ik van u willen weten: Hebt gij de Geest ontvangen ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof? 6 Ga 3:5
Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, doet Hij dit ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof? 7 Ga 3:14
Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof. 8 Hnd 5:32
En wij zijn getuigen van deze dingen en ook de Heilige Geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn.
3. Zes stappen van geloof
1042
In de Schrift vinden we zes stappen van gehoorzaamheid die leiden naar de gave van de Heilige Geest. 1. Bekering en 2. Doop. Deze twee stappen worden door Petrus genoemd: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen " [1]. De innerlijke stap van bekering wordt gevolgd door het uiterlijke getuigenis van de doop. 3. Dorsten. Jezus zegt: "Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien" [2]. "Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was." [3] 54
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 10. Hoe ontvangen wij de Heilige Geest
God antwoordt op onze oprechte verlangens. Hij is niet onder de indruk van religieuze bedrijvigheid [4]. 4. Vragen. Jezus zegt: "Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? [5] Jezus wil dat we de hemelse Vader vragen om de Heilige Geest. 5. Drinken. De volgende stap is ontvangen. Jezus noemt dit drinken: "Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke!" [6]. Dit betekent dat de mond geopend moet worden. De Heer zegt: "Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vullen" [7]. 6. Overgave. Paulus spreekt tot de christenen over een tweevoudige overgave: "Stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God" [8]. De eerste overgave is die van onszelf, de overgave van de wil en van de persoonlijkheid. De tweede overgave gaat nog verder: we proberen niet meer verstandelijk te begrijpen wat God van ons vraagt. We geven Hem de onvoorwaardelijke zeggenschap over onze fysieke leden. En de overgave van het lichaamsdeel dat geen mens kan bedwingen - de tong - markeert het hoogtepunt van toewijding, van volledige gehoorzaamheid. Hierdoor ontvangen we de gave van de Heilige Geest. De vraag die vanzelfsprekend opkomt is of het echt waar is dat ieder mens die de Heilige Geest heeft ontvangen, deze zes stappen volledig heeft gevolgd. Het antwoord hierop is: nee. God's genade is soeverein. Hij is vrij om zijn genade aan behoeftigen te schenken buiten de voorwaarden die Hij in zijn Woord heeft gesteld. Maar aan de andere kant, als volledig aan de voorwaarden is voldaan, zal God nooit de zegen terughouden die Hij heeft belooft. --Derek Prince zegt dat hij uit eigen ervaring spreekt. Hijzelf heeft de gave van de Heilige Geest ontvangen terwijl hij nog niet was gedoopt en ook niet specifiek om de gave had gevraagd. Hij zegt er echter bij dat het zo lijkt te zijn dat God nooit deze gave geeft als aan de overige vier voorwaarden niet is voldaan (bekering, dorst, bereidheid te ontvangen en overgave).] 55
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 10. Hoe ontvangen wij de Heilige Geest
--Ook al schenkt God ons zijn gaven terwijl we nog niet aan alle voorwaarden hebben voldaan, dan is dit geen vrijbrief om onachtzaam of ongehoorzaam te zijn. Hoe rijker we van God ontvangen, hoe groter onze plicht is om hier goede rentmeesters over te zijn: " aangehaalde teksten: 1 Hnd 2:38
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. 2 Joh 7:37-38
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 3 Joh 7:39
Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. 4 Lu 1:53
Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden. 5 Lu 11:13
Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? 6 Joh 7:37
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! 7 Ps 81:10
Ik, de Here, ben uw God, die u opvoerde uit het land Egypte; doe uw mond wijd open en Ik zal hem vullen. 8 Ro 6:13
Stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. 9 Lu 12:48
Van een ieder, wie veel gegeven is, zal veel geeist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd.
56
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 11. In de wolk en in de zee
11. In de wolk en in de zee
11
1. Inleiding
1048
Van de vier soorten doop waar we in de voorgaande hoofdstukken bij stil hebben gestaan (doop van Johannes, christelijke doop in water, doop van het lijden, doop in de Heilige Geest) staan de doop in water en de doop in de Heilige Geest het dichtst bij ons. We zullen nu nagaan welke rol deze twee dopen spelen in het totale plan van God voor de nieuwtestamentische gelovigen. We benaderen deze vraag op een zelfde wijze als de schrijvers van het Nieuwe Testament dit veelal ter lering doen, nl. vanuit de verlossing van het volk Israël uit Egypte [1] [2]. aangehaalde teksten: 1 1Co 10:6
Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied, opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben, zoals zij die hadden. 2 1Co 10:11
Dit is hun overkomen tot een voorbeeld voor ons en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is.
2. Verlossing door bloed
1049
God redde Israël van de toorn en van het oordeel door een paaslam als offer aan te wijzen. Jezus was de voorafschaduwing van dit paaslam. Johannes de Doper maakte Christus bekend met de woorden: "Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt" [1]. Paulus noemt, terugkijkend op Christus' dood en opstanding, Hem "ons paaslam" [2]. Het paaslam voorzag in een tijdelijke verlossing van Israël uit de slavernij van mensen. Jezus Christus voorziet in een eeuwige verlossing van zijn volk uit de slavernij van zonde. Dezelfde nacht waarin het paaslam werd geslacht, trok Israël weg uit Egypte. Er was haast in alles wat zij deden. Ze namen hun brood nog voordat het gegist was, ze liepen in haast met hun lendenen omgord en hun staf in de hand. God wilde niet dat ze nog langer in Egypte zouden blijven.
57
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 11. In de wolk en in de zee
Op eenzelfde wijze wil God dat de zondaar, direct nadat hij verlost is van zijn zonde, een totaal nieuw leven gaat leiden, een leven van afzondering en heiliging. aangehaalde teksten: 1 Joh 1:29
De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. 2 1Co 5:7
Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus.
3. Doop in de wolk
1051
Paulus beschrijft de volgende ervaringen van Israël bij de uittocht uit Egypte: "Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus." [1] Dit zijn de ervaringen waar Paulus het over heeft: 1. allen waren onder de wolk 2. allen gingen door de zee 3. allen aten hetzelfde geestelijke voedsel 4. allen dronken dezelfde geestelijke drank De eerste twee ervaringen waren eenmalig. De laatste twee ervaringen waren doorlopend. Welke lessen kunnen hieruit worden getrokken voor de huidige bedeling? Paulus reikt de sleutel aan voor de betekenis van de eerste twee ervaringen, want hij zegt: "allen lieten zich in Mozes dopen in de wolk en in de zee". Deze twee ervaringen komen dus overeen met de beide vormen van doop die God voor deze bedeling heeft ingesteld. De doop in de wolk komt overeen met de doop in de Heilige Geest, de doop in de zee komt overeen met de doop in water. 58
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 11. In de wolk en in de zee
In Exodus wordt de wolk beschreven waaronder Israël voorttrok [2] [3]. De wolk had een aantal kenmerken die perfect van toepassing zijn op de doop in de Heilige Geest: 1. De wolk kwam van omhoog, uit de hemel / De doop in de Heilige Geest is de tegenwoordigheid van God Zelf die vanuit de hemel over zijn volk komt. 2. De wolk was niet alleen een onzichtbare invloed, maar hij was ook zintuiglijk waarneembaar / De doop in de Heilige Geest brengt uitingen voort die kunnen worden gezien en gehoord. 3. Hij verschafte schaduw tegen de hitte overdag en gaf licht en warmte 's nachts / De Heilige Geest is de Trooster van God's volk. 4. Hij gaf op goddelijke wijze richting en leiding aan het volk / De Heilige Geest voorziet God's volk van goddelijke richting en leiding. 5. God was in de wolk tegenwoordig. Hij kwam zo zijn volk te hulp tegen hun vijanden / Door de doop met de Heilige Geest is de Heer zelf bij de gelovige aanwezig [4]. 6. Dezelfde wolk die licht verschafte aan het volk, was voor de vijanden duister en bedreigend / De doop in de Heilige Geest verschaft een hemels licht aan het volk van God, maar voor de mensen in de wereld is de ervaring onbegrijpelijk en zelfs bedreigend [5]. 7. De wolk markeerde een scheiding tussen God's volk en hun vijanden / De doop met de Heilige Geest markeert een definitieve scheiding tussen het volk van God en de mensen van deze wereld. aangehaalde teksten: 1 1Co 10:1-4
Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. 2 Ex 13:21-22
De Here ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hun voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan. Zonder ophouden bleef de wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts aan de spits van het volk. 3 Ex 14:19-20
Toen verliet de Engel Gods, die voor het leger van Israel uitging, zijn plaats en ging achter hen aan; ook verliet de wolkkolom haar plaats aan hun spits en ging achter hen staan. Zo kwam zij tussen het leger van de Egyptenaren en dat van de Israelieten in; en de wolk was duisternis, maar tegelijk verlichtte zij de nacht; zodat de een de ander niet kon naderen, de gehele nacht.
59
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 11. In de wolk en in de zee 4 Joh 14:18
Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. 5 1Co 2:14
Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.
4. Doop in de zee
1053
In Exodus wordt de doortocht van Israël door de Rode Zee beschreven [1] [2]. De Hebreeënschrijver zegt hierover: "Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land, terwijl de Egyptenaren, toen zij het ook beproefden, verzwolgen werden" [3]. De doortocht had een aantal kenmerken die perfect van toepassing zijn op de doop in water: 1. De doortocht was alleen mogelijk door een bovennatuurlijke voorziening van God / de doop in water is aleen mogelijk gemaakt door de dood en bovennatuurlijke opstanding van Jezus Christus. 2. De Israëlieten konden alleen maar van deze voorziening gebruik maken door hun geloof / de christelijke doop werkt alleen door persoonlijk geloof aan de kant van de gelovige. 3. De Egyptenaren die hetzelfde probeerden zonder geloof, werden vernietigd / Degenen die deze inzetting naleven zonder persoonlijk geloof, worden er niet door gered maar zullen er door omkomen. 4. Israël daalde af in het water, ging door het water en kwam weer boven uit het water / In alle gevallen waarin de doop in water wordt beschreven in het Nieuwe Testament daalde de persoon af in het water, ging door het water heen en kwam weer boven uit het water. 5. Door hun doortocht door het water werd Israël definitief gescheiden van Egypte en van de dreiging van de overheersing / De doop in water is door God bedoeld om de gelovige af te zonderen van de wereld en van haar overheersing. 6. Israël kwam uit het water om een nieuwe leider te volgen, om met nieuwe wetten te leven en om naar een nieuwe bestemming te trekken / na de doop wordt de gelovige door God geleid in een nieuw leven met een nieuwe leider, nieuwe wetten en een nieuwe bestemming [4]. aangehaalde teksten: 1 Ex 14:21-22
Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee en de Here deed de zee de gehele nacht door een sterke oostenwind wegvloeien, maakte haar droog, en 60
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 11. In de wolk en in de zee
de wateren werden gespleten. Zo gingen de Israelieten in het midden der zee op het droge; terwijl rechts en links de wateren voor hen waren als een muur. 2 Ex 14:27
En Mozes strekte zijn hand uit over de zee en tegen het aanbreken van de morgen vloeide de zee terug in haar bedding, terwijl de Egyptenaren haar tegemoet vluchtten; zo dreef de Here de Egyptenaren midden in de zee. 3 Heb 11:29
Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land, terwijl de Egyptenaars, toen zij het ook beproefden, verzwolgen werden. 4 Ro 6:4
Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen.
5. Het patroon van behoudenis
1054
De wijze waarop God zijn volk uitleidde uit Egypte, is ook het patroon voor de huidige bedeling. Direct na de eerste ervaring van behoudenis roept God de zondaar weg van zijn oude leven, zijn oude gewoonten en zijn oude banden [1]. Op eenzelfde wijze als Farao deed zal ook Satan, de overste van deze wereld, God's volk vervolgen ten einde het opnieuw onder zijn slavernij te brengen. Maar God heeft ook vandaag voor zijn volk een dubbele voorziening geschapen, die overeenkomt met de dubbele doop van Israël in de wolk en in de zee. Hij heeft bepaald dat, na hun behoudenis, alle gelovigen gedoopt zullen worden zowel in water als in de Heilige Geest. Met deze dubbele doop is het God's bedoeling dat zijn volk definitief bevrijd wordt van de band met en de overheersing door deze wereld en dat de terugweg naar het oude leven voor altijd achter hen wordt gesloten. aangehaalde teksten: 1 2Co 6:17-18
Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Almachtige. 61
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 11. In de wolk en in de zee
6. Geestelijk voedsel en drank
1055
God verschaft ook de noodzakelijke voorzieningen voor het nieuwe leven waarin Hij zijn volk wil leiden. Hij voorzag Israel dagelijks van voedsel en drank totdat de pelgrimstocht door de woestijn was voltooid. Het voedsel dat God voor Israël had bepaald, was het manna dat gedurende de veertig jaar van de tocht door de woestijn neerdaalde. Als Paulus hier in het Nieuwe Testament over spreekt, noemt hij het geestelijk voedsel. Het geestelijke voedsel voor de christenen is het Woord van God [1]. Als we het Woord van God tot ons nemen ontvangen we in onszelf goddelijke leven, dat is Jezus Christus Zelf [2]. Voor het verzamelen van het manna golden drie regels die evenzeer van toepassing zijn voor het geestelijk voedsel voor de gelovigen in de huidige bedeling: 1. het werd regelmatig verzameld; 2. het werd individueel verzameld; 3. het werd vroeg op de dag verzameld. De drank voor God's volk in het Oude Testament vloeide uit de rots. Paulus vertelt ons dat die rots Christus was [3]. Voor de christenen is de door God aangewezen drank de Heilige Geest, die vloeit vanuit zijn eigen innerlijk [4]. Paulus zegt dat we altijd met deze drank moeten zijn gevuld [5]. Dat leidt tot diverse uitingen van de Heilige Geest [6]. Als Israël niet had gegeten van het manna uit de hemel en gedronken had van het levende water uit de rots, zou het volk omgekomen zijn. Ook de gelovigen heden ten dage zijn afhankelijk van de dagelijkse portie manna van God's Woord en de dagelijkse vervulling met God's Geest. aangehaalde teksten: 1 Mt 4:4
Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
62
deel 3. Van Jordaan naar Pinksteren / hoofdstuk 11. In de wolk en in de zee 2 Joh 6:51
Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat Ik geven zal, is mijn vlees, voor het leven der wereld. 3 1Co 10:4
en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. 4 Joh 7:37-38
Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 5 Efe 5:18
En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest. 6 Efe 5:19-20
En spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte, dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles.
63