uittreksel
DE PIJLERS VAN HET CHRISTELIJK GELOOF deel 1. Fundament voor geloof
uittreksel Derek Prince - De Pijlers van het Christelijk Geloof
deel 1. Fundament voor geloof Inleiding: Iets over de Bijbel
pagina
5
*
1.
Het fundament van het christelijk geloof 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2.
3.
5.
19
Inleiding De Bijbel - Gods geschreven Woord Geïnspireerd door de Heilige Geest Eeuwig, gezaghebbend Samenhangend, compleet, in alles voorziend
Eerste uitwerkingen van Gods Woord 1. 2. 3. 4. 5.
13
Inleiding De Bijbel - fundament van het geloof De proef van discipelschap De liefdestest Middelen van openbaring
Het gezag van Gods Woord 1. 2. 3. 4. 5.
4.
Inleiding Christus de Rots Confrontatie Openbaring Erkenning Belijdenis
Hoe te bouwen op het fundament 1. 2. 3. 4. 5.
7
26
Inleiding De reactie bepaalt de uitwerking Geloof De wedergeboorte Geestelijk voedsel
Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord
33
1. Inleiding 2. Lichamelijke genezing 3. Geestelijke lichtbron
6.
Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
39
1. Overwinning over de zonde 2. Overwinning over Satan
7.
Reinigende uitwerkingen van Gods Woord 1. Reiniging 2. Heiliging
45
8.
Onthullende uitwerkingen van Gods Woord 1. Onze spiegel 2. Onze Rechter
Dit uittreksel van "De Pijlers van het Christelijk Geloof" is gemaakt aan de hand van de Engelse uitgave "Foundations for Christian living". Het Nederlandse boek is gebaseerd op een eerdere versie van de Engelse uitgave. Door het taal- en versieverschil kan dit uittreksel op ondergeschikte punten afwijken van de Nederlandse tekst. De bijbelteksten zijn afkomstig uit de NBG51, tenzij anders is aangegeven.
52
deel 1. Fundament voor geloof / . Inleiding: Iets over de Bijbel
Inleiding: Iets over de Bijbel 861
De Bijbel is het meest gelezen en invloedrijke boek. Het christendom omvat op z'n minst een miljard aanhangers. Al deze aanhangers erkennen de Bijbel als de gezaghebbende basis voor hun geloof en praktijk. De Bijbel bestaat uit twee delen. Het Oude Testament omvat 39 boeken. Deze zijn hoofdzakelijk in het Hebreeuws geschreven. Het Nieuw Testament omvat 27 boeken. De oudste manuscripten zijn in het Grieks. Het Oude Testament beschrijft kort de schepping van de wereld, in het bijzonder van Adam. Het verhaalt hoe Adam en zijn vrouw Eva God ongehoorzaam waren en daardoor een reeks van kwade gevolgen over zichzelf en hun nakomelingen afriepen en over de gehele omgeving waarin God hen geplaatst had. Daarna worden de hoofdlijnen gevolgd van de geschiedenis van de eerste generatie nakomelingen van Adam. Na elf hoofdstukken richt het Oude Testament zich op Abraham, een man die door God werd verkozen om de vader te worden van een speciaal volk waardoor God verlossing zou bewerken voor de gehele mensheid. Het legt de oorsprong en geschiedenis van dit speciale volk vast, waaraan God de naam Israël gaf. Alles bij elkaar omvat het Oude testament een periode van ongeveer tweeduizend jaar. Het Oude Testament openbaart diverse belangrijke aspecten van Gods karakter en zijn handelen met individuen en naties. In deze openbaring zijn begrepen Gods rechtvaardigheid en zijn oordelen, zijn wijsheid en zijn kracht, zijn ontferming en zijn trouw. Het Oude Testament legt in het bijzonder de nadruk op Gods trouw om zijn verbond en zijn beloften te houden. Centraal in Gods speciale bedoeling met Israël was zijn belofte, verzegeld door zijn verbond, dat Hij hen een verlosser zou sturen met een door God gegeven taak om de mensheid te verlossen van alle gevolgen van de rebellie en hen te herstellen in Gods gunst. De Hebreeuwse titel van deze verlosser was Messias, wat letterlijk "gezalfde" betekent.
5
deel 1. Fundament voor geloof / . Inleiding: Iets over de Bijbel
Het Nieuwe Testament legt de uitwerking van deze belofte vast in de Persoon van Jezus van Nazareth. Dit wordt aangegeven door de titel die aan Hem is gegeven: Christus. Deze titel is afgeleid van het Griekse woord Christos wat precies hetzelfde betekent als de Hebreeuwse titel Messias, dat is "gezalfde". Jezus kwam naar Israël als de Gezalfde die God in het Oude Testament beloofd had. Hij vervulde alles wat in het Oude Testament over zijn komst was gezegd. Het Oude Testament en het Nieuwe Testament zijn aan elkaar verbonden in de vorm van een enkele harmonieuze openbaring van God en zijn bedoeling voor de mensheid.
6
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 1. Het fundament van het christelijk geloof
1. Het fundament van het christelijk geloof
1
1. Inleiding
10
Op verschillende plaatsen in de bijbel wordt het leven van een gelovige vergeleken met het bouwen van een huis [1] [2] [3] [4]. Het belangrijkste van een constructie is het fundament. Het fundament stelt een grens aan de afmetingen. Als er meer op een fundament wordt gebouwd dan het kan dragen, dan stort het huis in. Zo is het met het geloof van vele christenen. Hun fundament is te zwak voor wat ze willen zijn. Het huis verzakt, helt over en stort soms helemaal in. Wat overblijft is een hoop van beloften, gebeden en goede voornemens die niet zijn uitgevoerd. aangehaalde teksten: 1 Jds 1:20
Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest 2 1Co 3:9-10
Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij. Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. 3 Efe 2:22
in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest. 4 Hnd 20:32
En nu, ik draag u op aan de Here en het woord zijner genade, aan Hem, die bij machte is te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden.
2. Christus de Rots
11
De bijbel is duidelijk over wat het fundament in een leven van christen behoort te zijn: Christus zelf [1] [2] [3]. Dus niet een belijdenis, kerk, groep, voorschrift of ceremonie. Als Petrus op de vraag van Jezus: "Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?" antwoordt: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!" dan zegt Jezus: "Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen." [4] 7
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 1. Het fundament van het christelijk geloof
Jezus bedoelt hier niet te zeggen dat de christelijke kerk op Petrus wordt gebouwd. Integendeel: Petrus is in het Grieks Petros, wat kleine steen of kiezel betekent. Maar Petra betekent (grote) rots. Jezus gebruikt de overeenkomst van de klanken om de waarheid duidelijk naar voren te brengen. Dat Petrus weliswaar een geboren leider is maar geen rots, blijkt wel uit zijn zwakheden in zijn optreden met Jezus (het willen voorkomen van het lijden waarover Jezus sprak [5], zijn verloochening van Jezus tegenover de slavin) en zijn houding tegenover de Joden na de opstanding (wel eten met de heidenen als de joden er niet waren en niet als ze er wel waren) [6]. De enige rots waarop het christelijk geloof kan worden gebaseerd is Christus zelf. Dit wordt ook bevestigd door teksten in het Oude Testament, zoals "Alleen Hij is mijn rots, mijn redding, mijn burcht, ik wankel niet" [7] [8] [9]. De woorden "rots" en "redding" zijn direct met elkaar verbonden en ze zijn verenigd in één persoon, de Heer zelf. [10] [11] aangehaalde teksten: 1 1Co 3:11
Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. 2 1Pe 2:6
Daarom staat er in een schriftwoord: Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. 3 Jes 28:16
Daarom, zo zegt de Here Here: Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag; hij die gelooft, haast niet. 4 Mt 16:13-18
Toen Jezus in de omgeving van Caesarea Filippi gekomen was, vroeg Hij zijn discipelen en zeide: Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is? En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; anderen: Elia; weer anderen: Jeremia, of een der profeten. Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is. En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
8
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 1. Het fundament van het christelijk geloof 5 Mt 16:22-23
En Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te bestraffen, zeggende: Dat verhoede God, Here, dat zal U geenszins overkomen! Doch Hij keerde Zich om en zeide tot Petrus: Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op de dingen Gods, maar op die der mensen. 6 Ga 2:11-14
Maar toen Kefas te Antiochie gekomen was, heb ik mij openlijk tegen hem verzet, omdat het ongelijk aan zijn kant was. Want voordat sommigen uit de kring van Jakobus gekomen waren, at hij met de heidenen aan een tafel, maar toen zij kwamen, trok hij zich terug en zonderde zich af uit vrees voor de besnedenen. En ook de overige Joden huichelden met hem mede, zodat zelfs Barnabas zich liet medeslepen door hun huichelarij. Maar toen ik zag, dat zij niet de rechte weg bewandelden naar de waarheid van het evangelie, zeide ik tot Kefas ten aanhoren van allen: Indien gij, die een Jood zijt, naar heidens en niet naar Joods gebruik leeft, hoe kunt gij dan de heidenen dwingen zich als Joden te gedragen? 7 Ps 18:2
o Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil, mijn schild, hoorn mijns heils, mijn burcht. 8 Ps 62:1-2
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil; waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. 9 Ps 62:5-7
Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting; waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet wankelen. Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. 10 Hnd 4:12
En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. 11 Ps 62:6
waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet wankelen.
3. Confrontatie
12
Hoe bouwt een mens dan op de rots, die Christus is? Laten wij terug kijken op dat ingrijpende moment toen Petrus voor Jezus stond en zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!" [1] Petrus doorliep vier stadia in deze persoonlijke ervaring: 1. Een directe persoonlijke confrontatie. Christus en Petrus stonden tegenover elkaar. Geen ander mens had enig deel aan deze ervaring. 9
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 1. Het fundament van het christelijk geloof
2. Een directe persoonlijke openbaring. Jezus zei tegen Petrus: "vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is" [2]. 3. Een persoonlijke erkenning. Petrus erkende de waarheid die hem was geopenbaard. 4. Een publiekelijke belijdenis. Petrus beleed openlijk de waarheid die hij had erkend. In deze vier stappen zien we wat het betekent om op de rots te bouwen. Er is niets abstracts, intellectueels of theoretisch in dit gebeuren. Elke stap houdt een ondubbelzinnige, persoonlijke ervaring in. Door deze vier ervaringen wordt Christus voor iedere gelovige de rots waarop zijn geloof is gebouwd. aangehaalde teksten: 1 Mt 16:16
Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! 2 Mt 16:17
Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is.
4. Openbaring
845
De vraag rijst: kan een mens vandaag de dag Christus op dezelfde directe, persoonlijke manier leren kennen zoals Petrus dit deed. Het antwoord is "ja" om twee redenen. Degene die werd geopenbaard aan Petrus was de goddelijke, eeuwige, onveranderlijke Zoon van God. Hij is gisteren, heden en tot in eeuwigheid dezelfde. Zoals Hij aan Petrus werd geopenbaard kan hij nog steeds worden geopenbaard aan hen die Hem oprecht zoeken. Ten tweede: De openbaring kwam niet door vlees en bloed, niet door fysieke en zintuiglijke waarneming. Het was een geestelijke openbaring, het werk van de Heilige Geest. Dezelfde Geest is nog steeds aan het werk [1]. Omdat de openbaring plaatsvindt in de eeuwige, geestelijke wereld wordt zij niet beperkt door veranderingen in tijd, taal, gewoonten en omstandigheden. De persoonlijke ervaring van Jezus Christus de Zoon van God blijft de onveranderlijke rots, het enige vaste fundament, waarop het christelijk 10
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 1. Het fundament van het christelijk geloof
geloof moet zijn gebaseerd. Overtuigingen en meningen, kerken en groepen, zij kunnen alle veranderen, maar de enige ware rots van Gods behoudenis door persoonlijk geloof in Christus blijft eeuwig en onveranderlijk. aangehaalde teksten: 1 Joh 16:13-14
Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen.
5. Erkenning
846
Als wij God leren kennen is dat niet in het algemeen als Schepper of Rechter, maar Hij wordt ons persoonlijk geopenbaard in Jezus Christus [1]. Evenzo leren wij Jezus niet kennen als een historisch figuur of een groot leraar, maar wij kennen Christus Zelf, direct en persoonlijk, en God in Hem [2]. De eerste christenen geloofden niet alleen, zij wisten. Hun geloof was proefondervindelijk waardoor zij zeker wisten waarin zijn geloofden. Hun basis is de kennis van een persoon en die Persoon is Jezus Christus [3]. Ook het geloof van Paulus was gebaseerd op een Persoon die hij kende uit direct contact: Jezus Christus [4]. Als gevolg van deze persoonlijke omgang met Christus had hij een rustig vertrouwen in het welzijn van zijn ziel dat niet omver kon worden geworpen in tijd of eeuwigheid. aangehaalde teksten: 1 Joh 17:3
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. 2 1Jo 5:13
Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt. 3 1Jo 5:20
Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven.
11
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 1. Het fundament van het christelijk geloof 4 2Ti 1:12
Om die reden draag ik ook dit lijden en ik schaam mij daarvoor niet, want ik weet, op wie ik mijn vertrouwen heb gevestigd, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is, hetgeen Hij mij toevertrouwd heeft, te bewaren tot die dag.
6. Belijdenis
847
Gedurende een aantal jaren leidde ik straatsamenkomsten in Londen. Als ik na afloop aan de mensen vroeg: "ben je een christen", kreeg ik antwoorden als: "ik denk het", "ik hoop het", "ik probeer het", "ik weet het niet". Al deze antwoorden verraadden duidelijk dat hun geloof niet gebaseerd is op een vast fundament of een directe, persoonlijke kennis van Jezus Christus. Stel dat deze vraag aan jou werd gesteld, welk antwoord zou jij geven? [1] aangehaalde teksten: 1 Job 22:21
Gewen u toch aan Hem, opdat gij vrede hebt; daardoor zal uw gewin groot zijn.
12
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 2. Hoe te bouwen op het fundament
2. Hoe te bouwen op het fundament
2
1. Inleiding
858
Als we het fundament van een persoonlijke ontmoeting met Christus hebben gelegd, hoe kunnen we daar dan verder op bouwen? Het antwoord op deze vraag wordt gevonden in de gelijkenis van de wijze man en de dwaze man. Beiden bouwden een huis [1]. Het verschil zat niet in de test waaraan hun huizen werden onderworpen. Maar de wijze man had zijn huis op een rots gebouwd en de dwaze man had zijn fundament op zand gelegd. Het christendom is geen garantie voor een windstille toegang tot de hemel. Integendeel, we worden ervoor gewaarschuwd dat we "door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan" [2]. aangehaalde teksten: 1 Mt 7:24-27
Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest. En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot. 2 Hnd 14:22
om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan.
2. De Bijbel - fundament van het geloof
854
Christus maakt met de gelijkenis duidelijk dat het bouwen op een rots betekent dat we zijn woorden moeten horen en doen [1]. We moeten Gods Woord toegewijd bestuderen en toepassen. Het is Gods Woord en Gods Woord alleen dat in ons een sterk en veilig bouwwerk van geloof op kan bouwen. Dit brengt ons op een onderwerp dat van het grootste belang is voor het christelijk geloof: het verband tussen Christus en de Bijbel en van daaruit het verband tussen elke christen en de Bijbel. De hele Bijbel door verklaart dit boek van zichzelf het "Woord van 13
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 2. Hoe te bouwen op het fundament
God" te zijn. Maar in een aantal passages wordt met "het Woord van God" Jezus Christus zelf bedoeld [2] [3] [4]. Deze gelijkheid van namen openbaart een gelijkheid van aard. De Bijbel is het Woord van God en Christus is het Woord van God. Elk is een goddelijke, gezaghebbende, volmaakte openbaring van God. De een komt volmaakt overeen met de ander. Voor zijn menswording was Christus het eeuwige Woord bij de Vader. In zijn menswording is Christus het vleesgeworden Woord. Dezelfde Heilige Geest die God openbaart door zijn geschreven Woord, openbaart God ook in het vleesgeworden Woord, Jezus Christus. aangehaalde teksten: 1 Mt 7:24
Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. 2 Joh 1:1
In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 3 Joh 1:14
Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid. 4 Hnd 20:32
En nu, ik draag u op aan de Here en het woord zijner genade, aan Hem, die bij machte is te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden. 4 Opb 19:13
En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods.
3. De proef van discipelschap
855
Als Christus volmaakt één is met de Bijbel, dan betekent dit dat de verhouding van een gelovige tot de Bijbel hetzelfde moet zijn als zijn verhouding tot Christus. De Bijbel getuigt hiervan op veel plaatsen. In Johannes 14 waarschuwt Jezus de discipelen dat hij lichamelijk van hen zal worden weggenomen en dat er daarna sprake zal zijn van een nieuwe verhouding tussen Hem en hen [1]. Judas (niet Iskariot) vraagt zich af hoe Jezus zich wel aan hen kan openbaren, maar niet aan degenen die zijn discipelen niet zijn [2]. Jezus antwoordt "Indien 14
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 2. Hoe te bouwen op het fundament
iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen" [3]. De sleutel tot het begrijpen van dit het antwoord ligt in de tekst "hij zal mijn woord bewaren". Het onderscheid tussen een ware discipel en een werelds persoon is dat een ware discipel Christus' woorden bewaart. Het antwoord van Jezus openbaart vier feiten die van essentieel belang zijn voor een ieder die waarachtig christen wil zijn: 1. Het houden van Gods Woord is het ultieme kenmerk dat een discipel van Christus onderscheidt van de rest van de wereld. 2. Het houden van Gods Woord is de ultieme test van de liefde van de discipel voor God en de ultieme reden van Gods gunsten aan de discipel. 3. Christus openbaart Zichzelf aan de discipel door Gods Woord, als dit wordt gehouden en gehoorzaamd. 4. De Vader en de Zoon komen in het leven van de discipel en vestigen blijvend hun huis in hem door Gods Woord. aangehaalde teksten: 1 Joh 14:19
Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven. 2 Joh 14:22
Judas, niet Iskariot, zeide tot Hem: Here, en hoe komt het, dat Gij Uzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld? 3 Joh 14:23
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.
4. De liefdestest
856
Naast het antwoord van Jezus kunnen de woorden van de apostel Johannes worden gezet: "Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn." [1] Door deze passages zien we dat het onmogelijk is om het belang van 15
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 2. Hoe te bouwen op het fundament
Gods Woord te overdrijven. Je houding tot Gods Woord is je houding naar God zelf. Je kan God niet méér liefhebben dan dat je zijn Woord liefhebt. God betekent net zoveel voor jou als dat zijn Woord betekent voor jou. aangehaalde teksten: 1 1Jo 2:4-5
Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn.
5. Middelen van openbaring
857
In de christelijke kerk ontstaat in toenemende mate de bewustwording dat we het tijdperk zijn ingegaan dat is voorzegd in Handelingen: "En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen". [1] Ik ben God dankbaar dat ik het voorrecht heb gehad om de afgelopen jaren in vijf werelddelen te zien hoe de Geest werd uitgestort en hoe elk detail van deze profetie werd verwezenlijkt en herhaald. Ik geloof daarom vast in de bijbelse manifestatie van alle negen gaven van de Heilige Geest. Ik geloof dat God tot zijn volk spreekt door profetieën, visioenen en dromen en andere vormen van bovennatuurlijke openbaring. Niettemin ben ik er stellig van overtuigd dat de Schrift de hoogste gezaghebbende vorm is waardoor God tot zijn volk spreekt. Alle andere vormen van openbaring moeten zorgvuldig worden getoetst aan de Schrift en alleen worden aanvaard als ze overeenstemmen met de leringen, voorschriften, praktijken en voorbeelden in de Schrift. [2] [3] We leven in een tijd waarin het steeds meer noodzakelijk is om het gezag van de Schrift te benadrukken over iedere andere vorm van openbaring of lering. Parallel aan de uitstorting van de Heilige Geest in de laatste dagen is er een toename van demonische krachten die altijd Gods volk en Gods doel bestrijden. [4] [5] Paulus geeft aan wat de bescherming tegen de misleiding door religieuze dwalingen is: de waarheid kennen en geloven, dat is de 16
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 2. Hoe te bouwen op het fundament
waarheid van Gods Woord. We moeten ons vasthouden aan een groot, leidend principe in de Schrift en dat is dat Gods Woord en Gods Geest altijd samenwerken in volmaakte eenheid en harmonie. We mogen nooit het Woord van de Geest scheiden of de Geest van het Woord. Het Hebreeuwse woord voor "geest" is hetzelfde als het woord voor "adem". Hiermee ontstaat een prachtig beeld van de werking van Gods Geest: als Gods Woord zijn mond verlaat, gaat zijn Geest daarin mee [6]. God sprak: er zij licht. En doordat het Woord en de Geest van God zo verenigd waren, vond de schepping plaats en ontstond er licht. [7] Wat waar was voor de grote scheppingsdaden is ook waar in het leven van ieder individu. De vereniging van Gods Woord en Gods Geest in ons leven bevat het scheppende gezag en de kracht van God Zelf. Als we deze twee van elkaar scheiden, verdwalen we en missen we Gods plan. Het zoeken van de uitingen van de Geest los van het Woord eindigt altijd in dwaasheid, fanatisme en dwaling. Het onderwijzen van het Woord zonder de bezieling van de Geest resulteert in een dood, krachteloos en religieus formalisme. aangehaalde teksten: 1 Hnd 2:17
En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen. 2 1Th 5:19-21
Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieen niet, maar toetst alles en behoudt het goede. 3 Jes 8:20
Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. 4 Mt 24:23-25
Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden. Zie, Ik heb het u voorzegd.
17
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 2. Hoe te bouwen op het fundament 5 1Ti 4:1-3
Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn. 6 Ps 33:6
Door het woord des Heren zijn de hemelen gemaakt, door de adem van zijn mond al hun heer. 7 Ge 1:2-3
De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide: Er zij licht; en er was licht
18
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 3. Het gezag van Gods Woord
3. Het gezag van Gods Woord
3
1. Inleiding
870
In een antwoord aan de Joden gebruikt Jezus twee benamingen van de Bijbel die sindsdien het meest door zijn volgelingen zijn gebruikt: "het Woord van God" en "de Schrift" [1]. Als Jezus de Bijbel "het Woord van God" noemt, geeft hij hiermee aan dat de oorsprong niet bij mensen ligt, maar bij God zelf. aangehaalde teksten: 1 Joh 10:34-36
Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: Gij zijt goden? Als Hij hen goden genoemd heeft, tot wie het woord Gods gekomen is, en de Schrift niet kan gebroken worden, zegt gij dan tot Hem, die de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert, omdat Ik heb gezegd: Ik ben Gods Zoon?
2. De Bijbel - Gods geschreven Woord
866
Als Jezus de Bijbel "de Schrift" noemt, geeft hij hiermee aan dat de Bijbel van Godswege begrensd is. De Bijbel bevat niet de volledige kennis of bedoelingen van de almachtige God in al zijn aspecten en details. Het bevat zelfs niet alle boodschappen van God die door mensen zijn uitgesproken, wat blijkt uit het feit dat de Bijbel soms verwijst naar uitspraken van profeten die niet zijn vastgelegd in de Bijbel. We zien dus dat de Bijbel, hoewel volledig waar en gezaghebbend, in hoge mate selectief is. Jezus zegt ook dat "de Schrift niet kan gebroken worden" [1]. Hiermee geeft Hij aan dat de Bijbel de hoogste en goddelijke autoriteit heeft en dat elke boodschap, hoewel uitgesproken door mensen, afkomstig is van God zelf. De Bijbel maakt een verhouding tussen God en de mens mogelijk, waarbij God met de mens communiceert en de mens met God. Als mensen in staat zijn om satellieten over miljoenen kilometers afstand te besturen en er berichten mee uit te wisselen, dan is wel heel onwetenschappelijk om te ontkennen dat God dit kan met de mensen doen die hij schiep. aangehaalde teksten: 1 Joh 10:35
19
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 3. Het gezag van Gods Woord
Als Hij hen goden genoemd heeft, tot wie het woord Gods gekomen is, en de Schrift niet kan gebroken worden
3. Geïnspireerd door de Heilige Geest
867
De Bijbel geeft duidelijk aan dat er één hoogste, onzichtbare invloed was waardoor God communiceerde met de gedachten van de mensen die de Bijbel schreven: de Heilige Geest - Gods eigen Geest. Paulus schrijft bijvoorbeeld: "Elke schrifttekst is door God geïnspireerd" [1]. Het woord "geïnspireerd" betekent letterlijk "ingeblazen door God". In geen enkel geval is de boodschap of openbaring afkomstig van mensen, maar altijd ingegeven door God [2] [3]. Zoals de koers van de satellieten in de ruimte wordt bestuurd door mensen d.m.v. radiosignalen en elektronica, zo bestuurde God de mensen die de Bijbel schreven door de inwerking van de Heilige Geest op hun geestelijke zintuigen. Deze waarheid van goddelijke inspiratie wordt in het Oude Testament als volgt beschreven: "De woorden des Heren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd" [4]. De aarde in de smeltoven is een afbeelding van het menselijke element; het zilver is een afbeelding van de goddelijke boodschap die door het menselijke kanaal geleid wordt; het vuur, de nauwkeurigheid van de boodschap, is de afbeelding van de Heilige Geest. De zinsnede "zevenvoudig" betekent de absolute volmaaktheid van het werk van de Heilige Geest. Alle menselijke fouten worden verwijderd uit het smetteloze zilver van Gods boodschap. aangehaalde teksten: 1 2Ti 3:16
Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven (NBV). 2 2Pe 1:20
Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat;
20
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 3. Het gezag van Gods Woord 3 2Pe 1:21
want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. 4 Ps 12:6
De woorden des Heren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd.
4. Eeuwig, gezaghebbend
868
Waarschijnlijk had geen ander persoon in het Oude Testament meer inzicht in de waarheid en autoriteit van Gods Woord dan de psalmist David. David schrijft: "Voor eeuwig, o Here, houdt uw woord stand in de hemelen" [1]. De Bijbel is niet het product van tijd, maar van eeuwigheid. Ook wanneer de wereld voorbij zal zijn gegaan, zullen de gedachten van God zoals deze in de Schriften zijn geopenbaard, onveranderlijk blijven bestaan. Dit wordt ook door Christus zelf gezegd: "De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan" [2]. David gaf reeds getuigenis van de eeuwige waarheid van Gods Woord: "Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig" [3]. Toen Jezus door Satan in de woestijn verzocht werd, gaf Hij drie keer ten antwoord: "Er staat geschreven ..." [4]. Elke keer haalde Hij een tekst uit Deuteronomium aan. Het is opvallend dat niet alleen Christus, maar ook Satan, het absolute gezag van dit boek aanvaardde. In de Bergrede zegt Jezus: "er zal niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied" [5]. Christus zegt hiermee dat de Schriften zo accuraat en gezaghebbend zijn, dat zelfs de kleinste tekens niet veranderd of verwijderd kunnen worden. Als de Farizeeën en Sadduceeën Hem vragen stellen, antwoord Christus vanuit het Oude Testament [6] [7]. Christus stelt hetgeen Mozes heeft geschreven, gelijk aan hetgeen God tot hen heeft gesproken: "hebt gij niet gelezen, wat door God tot u gesproken is ...". Jezus aanvaarde het absolute gezag van het Oude Testament over zijn 21
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 3. Het gezag van Gods Woord
leven, van zijn geboorte tot en met zijn dood en opstanding. Door de gebeurtenissen in zijn leven werden de uitspraken in het Oude Testament vervuld: - zijn geboorte uit een maagd - zijn geboorte in Bethlehem - zijn vlucht naar Egypte - zijn verblijf in Nazareth - zijn zalving door de Heilige Geest - zijn genezing van de zieken - de verwerping door de Joden van zijn leer en zijn wonderen - zijn gebruik van gelijkenissen - zijn verraad door een vriend - zijn in de steek gelaten worden door de discipelen - zijn gehaat worden zonder reden - zijn veroordeling samen met misdadigers - zijn klederen die door loting werden verdeeld - de azijn die Hem werd aangeboden voor zijn dorst - zijn lichaam dat werd doorboord, zonder dat zijn beenderen werden gebroken - zijn begrafenis in het graf van een rijke - zijn opstanding uit de doden op de derde dag Het gehele leven van Jezus werd in elk aspect geleid door het absolute gezag van het Oude Testament. aangehaalde teksten: 1 Ps 119:89
Voor eeuwig, o Here, houdt uw woord stand in de hemelen. 2 Mt 24:35
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. 3 Ps 119:160
Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig.
22
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 3. Het gezag van Gods Woord 4 Mt 4:1-10
Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel. En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij ten laatste honger. En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden. Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat. Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan naar beneden; er staat immers geschreven: Aan zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande u, en op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. Jezus zeide tot hem: Er staat ook geschreven: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken. Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.” 5 Mt 5:17-18
Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. 6 Mt 19:3-9
En er kwamen Farizeeen tot Hem om Hem te verzoeken, en zij zeiden: Is het geoorloofd zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen? Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot een vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft Mozes dan bevolen een scheidbrief te geven en haar [daarmede] weg te zenden? Hij zeide tot hen: Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest. Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk. 7 Mt 22:31-32
Wat nu de opstanding der doden betreft, hebt gij niet gelezen, wat door God tot u gesproken is, toen Hij zeide: Ik ben de God van Abraham, en de God van Isaak, en de God van Jakob? Hij is niet een God van doden, maar van levenden.
5. Samenhangend, compleet, in alles voorziend
869
Het is opvallend dat Christus zelf niets opschreef. Niettemin gaf Hij uitdrukkelijk aan zijn discipelen de opdracht om zijn bediening en zijn onderwijs aan alle volken op aarde te verkondigen [1]. En eerder had hij gezegd "Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden" [2]. Het woord "schriftgeleerden" betekent "schrijvers". Het is daarom 23
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 3. Het gezag van Gods Woord
duidelijk dat Jezus wilde dat zijn bediening en zijn onderwijs door zijn discipelen blijvend vastgelegd zou worden. Hij beloofde hen de Heilige Geest te zenden voor dit doel: "die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb" [3]. Eenzelfde belofte staat in Joh 16:13-15 [4]. De nauwkeurigheid en het gezag van het Nieuwe Testament, evenals dat van het Oude Testament, berust dus niet op menselijke waarneming, geheugen of begrip maar op het onderwijs, leiding en besturing van de Heilige Geest. Daarom zegt de apostel Paulus ook "elke schrifttekst is door God geïnspireerd" [5]. Ook Petrus beriep zich op de autoriteit van hetgeen hij [6] en Paulus schreven [7]. Paulus had Jezus nooit in zijn aardse bediening gekend. Daarom berustten de nauwkeurigheid en autoriteit van Paulus' onderwijs volledig op de bovennatuurlijke inspiratie en openbaring van de Heilige Geest. Hetzelfde geldt voor Lucas die in de inleiding tot zijn Evangelie zegt dat hij "alles van meet aan nauwkeurig heeft nagegaan" [8]. Het Griekse woord voor "van meet aan" betekent letterlijk "van boven". Het Oude en Nieuwe Testament bevestigen elkaar en sluiten op elkaar aan. Ze vormen een samenhangende, complete in alles voorziende openbaring van God. aangehaalde teksten: 1 Mt 28:19-20
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. 2 Mt 23:34
Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden. Van hen zult gij sommigen doden en kruisigen en van hen zult gij anderen geselen in uw synagogen en vervolgen van stad tot stad 3 Joh 14:26
maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.
24
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 3. Het gezag van Gods Woord 4 Joh 16:13-15
Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen. 5 2Ti 3:16
Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven (NBV). 6 2Pe 3:1-2
Dit is reeds de tweede brief, geliefden, die ik u schrijf; in beide tracht ik uw zuiver besef door herinnering wakker te houden, om aan de woorden te denken, die door de heilige profeten tevoren gesproken zijn, en aan het gebod uwer apostelen van de Here en Heiland. 7 2Pe 3:15-16
en houdt de lankmoedigheid van onze Here voor zaligheid, zoals ook onze geliefde broeder Paulus naar de hem gegeven wijsheid u geschreven heeft, evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt. Daarin is een en ander moeilijk te verstaan, wat de onkundige en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften. 8 Lu 1:3
ben ook ik tot het besluit gekomen, na alles van meet aan nauwkeurig te hebben nagegaan, dit in geregelde orde voor u te boek te stellen, hoogedele Teofilus ~~~ it seemed good to me also, having had perfect understanding of these things from the very first (New King James Version) 9 Joh 3:3
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.
25
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord
4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord
4
1. Inleiding
878
We gaan nu onderzoeken wat de praktische uitwerking van de Bijbel is in hen die het Woord ontvangen. Er staat in de Hebreeënbrief "Want het woord Gods is levend en krachtig" [1]. Evenzo zegt Jezus: "de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven" [2]. Gods Woord is leven, is Geest, is springlevend. Het is energiek en heeft uitwerking in degenen die er in geloven [3]. aangehaalde teksten: 1 Heb 4:12
Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; 2 Joh 6:63
De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven. 3 1Th 2:13
En hierom danken ook wij God onophoudelijk, dat gij, toen gij het gepredikte woord Gods van ons hebt ontvangen, het hebt aangenomen niet als een woord van mensen, maar, wat het inderdaad is, als een woord van God, dat ook werkzaam is in u, die gelooft.
2. De reactie bepaalt de uitwerking
879
De Bijbel maakt duidelijk dat de wijze waarop en de mate waarin het Woord werkt, wordt bepaald door het antwoord van degenen die het ontvangen. Vóór het Woord van God met een reddende uitwerking ontvangen kan worden, moeten er bepaalde zaken opzij gelegd worden. Jakobus geeft er twee aan: "vuilheid" en "boosheid" [1]. Vuilheid slaat op onreinheid en boosheid slaat op wederspannigheid. Deze houding wordt vaak gevonden in de onwedergeboren ziel tegenover God. Verschillende teksten in de Bijbel verwijzen naar deze houding [2] [3]. Het tegenovergestelde van vuilheid en boosheid wordt door Jakobus beschreven als "zachtmoedigheid". Zachtmoedigheid draagt in zich rust, nederigheid, ernst, geduld, openheid van hart en verstand. Deze 26
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord
houding wordt in de Bijbel verbonden aan "de vreze des Heren", d.w.z. een houding van eerbied en ontzag tegenover God. Met deze houding kunnen we de weldaden en de zegeningen van het onderwijs van God door zijn Woord ontvangen [4]. Het Woord van God brengt dus verschillende reacties teweeg bij verschillende mensen. Gods Woord maakt de innerlijke gezindheid openbaar van degenen die het horen [5]. Het Woord van God brengt scheiding tussen degenen die het verwerpen en het dwaasheid noemen en degenen die het ontvangen en er de reddende kracht van God in vinden [6]. Jezus zegt ook dat Hij geen vrede kwam brengen, maar het zwaard [7]. Johannes zag dat uit zijn mond een tweesnijdend scherp zwaard kwam [8]. aangehaalde teksten: 1 Jak 1:21
Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden. 2 Ro 9:20
Maar gij, o mens! wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? Zal het geboetseerde soms tot zijn boetseerder zeggen: Waarom hebt gij mij zo gemaakt? 3 Job 40:2
Wil de bediller twisten met de Almachtige? De aanklager van God antwoorde daarop! 4 Ps 25:8-9, 12, 14
Goed en waarachtig is de Here; daarom onderwijst Hij de zondaars aangaande de weg. Ootmoedigen doet Hij wandelen in het recht, en Hij leert ootmoedigen zijn weg. Wie is de man die de Here vreest? Hij onderwijst hem aangaande de weg die hij moet kiezen. Des Heren vertrouwelijke omgang is met wie Hem vrezen, en zijn verbond maakt Hij hun bekend. 5 Heb 4:12
Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; 6 1Co 1:18
Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods.
27
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord 7 Mt 10:34-35
Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder. 8 Opb 1:16
En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht.
3. Geloof
880
Laten we nagaan welk effect Gods Woord heeft op degenen die het ontvangen met zachtmoedigheid en oprechtheid, met een open hart en verstand. Het eerste effect is geloof: "zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus"[1]. In dit proces worden drie stadia doorlopen: - Gods Woord - horen - geloof Gods Woord brengt dus niet direct geloof voort, maar het werkt door het horen. Horen kan beschreven worden als een houding van interesse en aandacht, een oprecht verlangen om de boodschap te ontvangen en te begrijpen. Gods Woord start een proces in de ziel waardoor geloof wordt gewekt, maar dit proces kost een bepaalde tijd. Dit verklaart ook waarom er zo weinig geloof is onder de hedendaagse christenen. Ze nemen nooit voldoende tijd om een solide geloof te ontwikkelen na het horen van het Woord van God. Als we bestuderen hoe geloof ontstaat, begrijpen we ook beter hoe bijbels geloof gedefinieerd moet worden. In de dagelijkse omgang gebruiken we het woord geloof te pas en te onpas. Bijbels geloof heeft niets te maken onze eigen wensen of genoegens. Bijbels geloof kan worden gedefinieerd als: geloven dat God zal doen wat Hij beloofd heeft in zijn Woord. Bijbels geloof wordt beschreven in vijf korte woorden uit een gebed 28
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord
van David: "doe zoals Gij gesproken hebt" [2]. Maria sprak ook zo toen ze de boodschap van de engel Gabriël ontving: "mij geschiede naar uw woord" [3]. Dit is het geheim van bijbels geloof: aanspraak maken op de vervulling van hetgeen God heeft gezegd. Geloof is de basis voor elke positieve transactie tussen God en elke menselijke ziel [4]. aangehaalde teksten: 1 Ro 10:17
Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. 2 1Kr 17:23
En nu, Here, laat het woord, dat Gij gesproken hebt aangaande uw knecht en zijn huis, voor altijd bevestigd worden; doe zoals Gij gesproken hebt. 3 Lu 1:38
En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord. En de engel ging van haar heen. 4 Heb 11:6
maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
4. De wedergeboorte
881
Na geloof is de volgende grote uitwerking van Gods Woord in het leven van de gelovige wat de Bijbel noemt "de nieuwe geboorte" of "wedergeboren zijn" [1]. De wedergeboren christen bezit een nieuw soort geestelijk leven, dat door het Woord van God in zijn ziel is voortgebracht [2]. Het is een principe, zowel in natuurlijk als in geestelijk opzicht, dat het soort zaad het soort leven bepaalt dat er uit voortkomt. Bij de nieuwe geboorte is het zaad het goddelijke, onaantastbare, eeuwige Woord van God. Zo is ook het leven dat het voortbrengt, als dit met geloof wordt ontvangen, goddelijk, onaantastbaar, eeuwig. Feitelijk komt het leven van God Zelf in de menselijke ziel door zijn Woord. Omdat dit zaad onaantastbaar is, is ook het leven dat het voortbrengt onaantastbaar. Het is volmaakt rein en heilig [3]. In iedere wedergeboren christen is een volledig nieuwe natuur ontstaan. Paulus noemt de nieuwe natuur "de nieuwe mens" en zet 29
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord
deze tegenover "de oude mens", de oude, verdorven en gevallen natuur [4]. De nieuwe mens die uit God geboren is, kan niet zondigen. De oude mens, die het product is van de ongehoorzaamheid en val van de mens, kan wel zondigen. Het leven dat een wedergeboren christen leidt, is de uitkomst van de wisselwerking tussen deze twee naturen. Zolang de "oude mens" onderworpen is aan de "nieuwe mens" is er zuivere rechtvaardigheid, overwinning en vrede. Maar als de "oude mens" de gelegenheid krijgt zich op te richten en opnieuw de overhand krijgt, is het onvermijdelijke gevolg mislukking, nederlaag en zonde. We kunnen de tegenstelling als volgt samenvatten: de ware christen die wedergeboren is door het onvergankelijke zaad van Gods Woord, heeft de mogelijkheid in zich om een leven te leiden van complete overwinning over de zonde. De mens die niet opnieuw is geboren, heeft geen andere keuze dan te zondigen. Hij is onvermijdelijk een slaaf van zijn eigen verdorven, gevallen natuur. aangehaalde teksten: 1 Jak 1:18
Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen. 2 1Pe 1:23
als wedergeboren, en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God. 3 1Jo 3:9
Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad Gods blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. 4 Efe 4:22-24
dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar [de wil van] God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
5. Geestelijk voedsel
882
Een volgende uitwerking van Gods Woord is dat, zodra er nieuw leven wordt geboren, de eerste en grootste behoefte is om dit nieuwe leven met voedsel in stand te houden. Het geestelijke voedsel dat God aan alle wederom geborenen geeft, wordt gevonden in zijn eigen Woord. 30
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord
Gods Woord is zo rijk en gevarieerd dat het voedsel verschaft voor elk stadium van geestelijke ontwikkeling. Gods voedsel voor de eerste stadia van de geestelijke groei wordt beschreven in de eerste brief van Petrus. Direct nadat Petrus in het eerste hoofdstuk heeft gesproken over wedergeboren worden uit het onvergankelijke zaad van God, zegt hij: "verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid" [1]. Maar eraan vooraf gaat een waarschuwing. Hoe zuiver en vers de melk ook is, hij kan makkelijk verontreinigd worden als hij in contact komt met iets wat zuur of ranzig is. Daarom zegt Petrus "legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij" [1]. Deze zure en ranzige elementen zullen de goede uitwerking van Gods Woord belemmeren als we ons hart er niet van reinigen. Het is niet de wil van God dat christenen te lang geestelijke zuigelingen blijven. Als ze opgroeien biedt Gods Woord hen vast voedsel. Toen Jezus door Satan werd verzocht om stenen in brood te veranderen, zei Hij: "Er staat geschreven: niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat" [2]. Het Woord van God is de geestelijke tegenhanger van het brood in de natuurlijke voeding van de mens. Jezus benadrukt ook "alle woord". Als christenen volwassen willen worden moeten ze leren om de hele Bijbel te bestuderen en niet alleen de meer bekende delen. Van George Muller wordt gezegd dat hij regelmatig de Bijbel enkele malen per jaar las. Dit verklaart voor een groot deel de overwinningen van zijn geloof en de vruchtbaarheid van zijn bediening. Veel gelovigen weten nauwelijks boeken als Ezra en Nehemia in hun Bijbel te vinden, laat staan dat ze ze bestudeerd hebben. Geen wonder dat ze geestelijke kleuters zijn en blijven. Ze zijn droevige voorbeelden van een achtergebleven ontwikkeling als gevolg van ontoereikend voedsel. Behalve melk en brood geeft Gods Woord ook vast voedsel. De schrijver van de Hebreeënbrief berispte de Hebreeuwse gelovigen in die dagen omdat ze, hoewel ze de Bijbel al vele jaren kenden, nooit geleerd hadden deze op de juiste wijze te bestuderen en toe te passen. 31
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 4. Eerste uitwerkingen van Gods Woord
Daardoor waren ze geestelijk nog onvolwassen en niet in staat om anderen te helpen [3]. Wat een beeld ook van de overgrote meerderheid van de hedendaagse christenen! Het is echter niet nodig om in deze toestand te blijven. De schrijver van de Hebreeënbrief vertelt ons de remedie. We moeten onze zintuigen oefenen door ze te gebruiken. De regelmatige, systematische studie van heel Gods Woord zal onze geestelijke bekwaamheden ontwikkelen en ons volwassen doen worden. aangehaalde teksten: 1 1Pe 2:1-2
Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij, en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid 2 Mt 4:4
Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat. 3 Heb 5:12-14
Want hoewel gij, naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig [en] geen vaste spijs. Want ieder, die nog van melk leeft, heeft geen weet van de rechte prediking: hij is nog een zuigeling. Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad.
32
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 5. Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord
5. Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord
5
1. Inleiding
884
In het voorgaande hoofdstuk ontdekten we de volgende drie uitwerkingen van Gods Woord: 1. Geloof 2. Wedergeboorte, de nieuwe mens 3. Geestelijk voedsel In dit hoofdstuk zullen we zien dat Gods Woord niet alleen voorziet in geestelijke gezondheid, maar ook in lichamelijke gezondheid en kracht voor het lichaam.
2. Lichamelijke genezing
885
In Psalm 107 vinden we een beeld van mensen die zo ziek zijn dat ze geen voedsel meer eten en op de drempel van de dood liggen [1]. In hun uiterste nood roepen ze naar de Heer en Hij zendt hen waarvoor zij roepen: genezing en bevrijding. De psalmist zegt: "Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen" [2]. Naast het gedeelte uit de Psalmen kunnen we een gedeelte uit Jesaja zetten: "Alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend" [3]. Als we in de Psalmen lezen dat God zijn Woord zendt om te genezen en als we in Jesaja lezen dat Gods Woord doet waarvoor Hij het gezonden heeft, dan garandeert God dus dat Hij genezing schenkt door zijn Woord. De lichamelijke genezing door Gods Woord wordt nog duidelijker gesteld in Spreuken 4: "Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want zij zijn leven voor wie ze vinden, genezing voor hun ganse lichaam " [4]. Welke belofte van lichamelijke genezing kan meer omvattend zijn dan 33
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 5. Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord
dit? Elke onderdeel van ons lichaam is begrepen in deze tekst. Het Hebreeuwse woord voor "genezing" kan ook vertaald worden met "medicijn". Toen een Kananeese vrouw pleitte voor de genezing van haar dochter, zei Jezus tegen haar: "Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het de honden voor te werpen" [5]. Hij zegt hiermee dat genezing het brood van de kinderen is, m.a.w. een onderdeel van Gods dagelijkse portie voor zijn kinderen. Het is geen luxe waarvoor speciale smeekbeden moeten worden gedaan. Zowel in Psalm 107 als in Spreuken 4 staat dat het middel waardoor God geneest zijn Woord is. Dit is weer een voorbeeld van wat we eerder benadrukten: God Zelf is in zijn Woord en het is door zijn Woord dat Hij in ons leven komt. Gods Woord is het medicijn voor ons gehele lichaam. Een dokter voorziet een medicijn van een instructie hoe het te gebruiken. Er kan geen genezing worden verwacht als deze instructie niet wordt opgevolgd. Hetzelfde geldt voor Gods medicijn. Het voorschrift staat in Spreuken: 1. Sla acht op mijn woorden 2. Neig uw oor tot mijn uitspraken 3. Laat ze niet wijken uit uw ogen 4. Bewaar ze diep in uw hart "Sla acht op mijn woorden". Als we Gods Woord lezen, moeten we dit met nauwkeurige aandacht doen. We moeten het ongehinderd toegang geven tot ons hele innerlijk. We lezen Gods Woord vaak met verdeelde aandacht. De ene helft van onze gedachten is bezig met wat we lezen, de andere helft is bezig met wat Jezus noemt "de zorgen van deze wereld". Op deze manier heeft Gods Woord niet de uitwerking die het beoogt. Als we de Bijbel lezen, is het verstandig om de aanbeveling van Jezus op te volgen om in onze binnenkamer te gaan en de deur te sluiten. We moeten ons met God binnensluiten en de zaken van de wereld buitensluiten. "Neig uw oor tot mijn uitspraken". Het oor dat geneigd is, duidt op nederigheid. Het is het tegenovergestelde van trots en halsstarrigheid. We moeten ontvankelijk zijn. We moeten ertoe bereid zijn dat God ons onderwijst. Het volk Israël was koppig toen zij door de woestijn trokken [6]. Door 34
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 5. Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord
hun koppigheid en ongeloof begrensden zij wat God voor hen kon doen. Veel christenen hebben dezelfde houding. Ze benaderen de Bijbel niet met een open hart en een ontvankelijke geest. Ze zijn vol van vooroordelen en vooropgezette meningen die vaak zijn ingegeven door de kerk of denominatie waartoe ze behoren. Jezus klaagde de religieuze leiders van zijn tijd daarop aan: "Zo hebt gij het woord Gods van kracht beroofd ter wille van uw overlevering ... Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn [7]. De apostel Paulus was een gevangene geweest van zijn godsdienstige vooroordelen en tradities, maar door de openbaring van Christus op de weg naar Damascus werd hij er van bevrijd. Daarna zegt hij: "God waarachtig en ieder mens leugenachtig" [8]. Als we het volle profijt van Gods Woord willen ontvangen, moeten we leren om dezelfde houding te hebben. "Laat ze niet wijken uit uw ogen". De evangelist Smith Wigglesworth zei ooit "Het probleem met veel christenen is dat zij geestelijk scheelzien: met het ene oog kijken ze naar de beloften van de Heer en met het andere oog kijken ze een andere kant op". Als ze naar christenen kijken die geen genezing hebben ontvangen, begint hun geloof te wankelen en ontvangen ze zelf ook geen genezing [9]. Een tekst die in zo'n situatie behulpzaam kan zijn is deze: "De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen" [10]. De reden waarom sommige christenen geen genezing ontvangen, blijft een geheim dat alleen God kent en niet aan mensen wordt geopenbaard. Wij moeten ons bezighouden met de dingen die geopenbaard zijn: de duidelijke uitspraken en beloften van God die Hij ons heeft gegeven in zijn Woord. Deze behoren ons toe, zodat we ernaar kunnen handelen in geloof. "Bewaar ze diep in uw hart". Het vierde voorschrift van God betreft het hart, het innerlijke centrum van de menselijke persoonlijkheid. Spreuken benadrukt de beslissende invloed van het hart op de menselijke ervaringen: "Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens" [11]. Als we Gods Woord met zorgvuldige aandacht ontvangen, dan wordt het precies zoals God het beloofd heeft: leven voor onze ziel en gezondheid voor ons lichaam. Ik werkte gedurende de Tweede Wereldoorlog als soldaat bij de 35
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 5. Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord
geneeskundige dienst. Toen ik zelf ziek werd en na een jaar van behandelingen nog niet genezen was, werd ik op eigen verzoek uit het hospitaal ontslagen. Op basis van Spreuken 4:20-22 zonderde ik mij drie maal per dag af en vroeg aan God om aan mij waar te maken wat zijn Woord behoorde te zijn - medicijn voor mijn lichaam. Door Gods Woord alleen ontving ik in korte tijd een volledige en blijvende genezing. En ik heb van velen gehoord dat zij op een gelijke wijze zijn genezen - eenvoudig door met geloof naar Gods Woord te luisteren. Deze christenen kunnen herhalen wat Jezus tegen Nicodemus zei: "Wij spreken van wat wij weten en wij getuigen van wat wij gezien hebben" [12]. Proef het medicijn van Gods Woord voor uzelf! Zie hoe het werkt! Het is smaakvol en heeft geen bijwerkingen. "Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt" [13]. aangehaalde teksten: 1 Ps 107:17-20
Er waren dwazen, die wegens hun zondige wandel en wegens hun ongerechtigheden gepijnigd werden; hun ziel gruwde van elke spijze, zij waren de poorten des doods nabij. Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid, en Hij verloste hen uit hun angsten; Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen. 2 Ps 107:20
Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen. 3 Jes 55:11
Alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend. 4 Spr 4:20-22
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want zij zijn leven voor wie ze vinden, genezing voor hun ganse lichaam. 5 Mt 15:26
Hij echter antwoordde en zeide: Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het de honden voor te werpen. 6 Ps 78:41
En verzochten God wederom, en krenkten de Heilige Israels.
36
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 5. Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord 7 Mt 15:6,9
Zo hebt gij het woord Gods van kracht beroofd ter wille van uw overlevering ... Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. 8 Ro 3:4
Volstrekt niet! Maar het blijve: God waarachtig en ieder mens leugenachtig, gelijk geschreven staat: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in uw woorden, en overwint in uw rechtsgedingen. 9 Jak 1:6-8
Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen. 10 De 29:29
De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen. 11 Spr 4:23
Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens. 12 Joh 3:11
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wij spreken van wat wij weten en wij getuigen van wat wij gezien hebben, en gij neemt ons getuigenis niet aan. 13 Ps 34:8
Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt.
3. Geestelijke lichtbron
886
"Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht [1]". De psalmist spreekt hier over twee uitwerkingen van Gods Woord op de geest: "licht" en "inzicht". Heden ten dage wordt onderwijs meer aangeprezen dan ooit te voren. Werelds onderwijs is echter niet gelijk aan "licht" en "inzicht". Onderwijs is goed, maar het kan misbruikt worden. Een hoog ontwikkeld verstand is een prima instrument, zoals een scherp mes. Maar met een mes kan je brood snijden, maar ook een medemens vermoorden. Als het onderwijs losgekoppeld wordt van Gods Woord, wordt het uiterst gevaarlijk. De geschiedenis van de kernsplitsing laat dit bijvoorbeeld zien. 37
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 5. Lichamelijke en geestelijke uitwerkingen van Gods Woord
Gods Woord openbaart dingen die de mens nooit door zijn intellect kan ontdekken: de realiteit van God de Schepper en Verlosser, de werkelijke zin van ons bestaan, het innerlijk van de mens, zijn oorsprong en bestemming. In het licht van deze openbaring krijgt het leven een heel andere betekenis. Als de mens zijn plaats ziet in het goddelijk plan, krijgt hij een gevoel van eigenwaarde en persoonlijke voldoening die zijn diepste verlangens bevredigen. Ik heb dit persoonlijk ervaren. Ik heb de beste opleiding gekregen die in Engeland mogelijk is. Ik heb zeven jaar filosofie gestudeerd. Wetenschappelijk was ik succesvol, maar innerlijk was ik gefrustreerd en leeg. Als laatste redmiddel begon ik de Bijbel te bestuderen, als een filosofisch werk. Nog voor ik het Nieuwe Testament had bereikt, had de toegang tot Gods Woord mij het licht van de behoudenis doen zien, de zekerheid van vergeving van zonden, het besef van innerlijke vrede en eeuwig leven. Ik had gevonden wat ik zocht: de werkelijke betekenis en zin van het leven. Het is passend om dit hoofdstuk af te sluiten met een terugkeer naar Hebreeën 4:12 "Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten". Er is geen gebied van de menselijke persoonlijkheid waarin Gods Woord niet doordringt. Het reikt tot in het diepste van de geest en de ziel, het hart en de gedachten, en zelfs tot in de diepste kern van ons fysieke lichaam, de gewrichten en het merg. aangehaalde teksten: 1 Ps 119:130
Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht. 2 Heb 4:12
Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten;
38
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 6. Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
6. Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
6
1. Overwinning over de zonde
889
Waarschijnlijk geen persoon in het Oude Testament heeft een beter inzicht in de autoriteit en kracht van Gods Woord dan de psalmist David. Voor een inleiding op het huidige onderwerp kijken we opnieuw naar woorden van David: "Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige" [1]. Het Hebreeuwse woord voor "bergen" betekent letterlijk: "als een schat opbergen". In de volgende tekst spreekt David opnieuw over de kracht om Gods Woord te houden: "Wat betreft daden van mensen, naar het woord uwer lippen heb ik mij gewacht voor de paden van de geweldenaar" [2]. Hoe kunnen we de menselijke activiteiten onderscheiden in die welke veilig en heilzaam zijn en die welke geestelijk gevaarlijk zijn? Het antwoord is: door de toepassing van Gods Woord. In twee teksten vinden we twee belangrijke principes die bepalen wat we als christenen wel en niet kunnen doen: " Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods" [3] " En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem! " [4] Ten eerste moeten we alles doen tot eer van God. Ten tweede moeten we alles in de naam van Jezus doen, God dankende door Hem. Een groep christelijke Afrikaanse vrouwelijke studenten vroeg aan mij of er enig kwaad stak in het deelnemen aan de dansen in de school waarin zij als onderwijzer werden opgeleid. Ik gaf toen als antwoord dat het prima was om te dansen als ze dit konden doen tot eer van God en God vrij konden danken in de naam van Jezus. Vervolgens was het hun verantwoordelijkheid deze principes op hun specifieke situatie toe te passen. De Schrift leert heel duidelijk dat het lichaam een tempel is van de Heilige Geest. [5] [6] [7] Op grond van deze en andere teksten hebben veel christenen zich onthouden van het gebruik van elke vorm van tabak. Tot voor kort 39
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 6. Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
werd dit door niet-christenen vaak voorgesteld als dom, ouderwets gedrag, grenzend aan fanatisme. Maar hedendaags medisch onderzoek heeft de schadelijkheid zonder enige vorm van twijfel bewezen. Hetzelfde geldt voor overmatig alcoholgebruik. Een nieuwe "moderne" plaag - AIDS - deed zijn intrede in de 80-er jaren van de vorige eeuw. Christenen die zich monogaam gedragen en zich onthouden van immoreel gedrag hebben zichzelf en hun kinderen beschermd tegen deze verwoestende ziekte. Aan de andere kant blijkt homoseksualiteit, vaak gepropageerd als "alternatieve levensstijl", een alternatieve doodsstijl te zijn. Christenen die bewaard zijn gebleven van deze onheilen kunnen met dankbaarheid de woorden van David herhalen: "Wat betreft daden van mensen, naar het woord uwer lippen heb ik mij gewacht voor de paden van de geweldenaar" [2]. aangehaalde teksten: 1 Ps 119:11
Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. 2 Ps 17:4
Wat betreft daden van mensen, naar het woord uwer lippen heb ik mij gewacht voor de paden van de geweldenaar. 3 1Co 10:31
Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. 4 Col 3:17
En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem! 5 1Co 3:16-17
Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig! 6 1Co 6:19-20
Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam. 7 1Th 4:3-4
Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven.
40
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 6. Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
2. Overwinning over Satan
890
Gods Woord geeft niet alleen overwinning over de zonde, het is een goddelijk wapen dat overwinning geeft over Satan zelf. Het is een onmisbaar wapen in de christelijke oorlogsvoering: "En neemt ... het zwaard des Geestes, dat is het woord van God" [1]. Het zwaard is het enige aanvalswapen in de geestelijke wapenrusting van Efeze 6. De andere onderdelen zijn defensief. Zonder een diepgaande kennis van Gods Woord en hoe dit toe te passen, heeft een christen geen aanvalswapen tegen Satan en de krachten der duisternis. Het is geen wonder dat door de kerkgeschiedenis heen, Satan elk middel heeft benut om christenen onwetend te houden omtrent de ware aard, autoriteit en kracht van Gods Woord. In het gebruik van Gods Woord als wapen is de Heer Jezus Christus zelf het grootste voorbeeld. Satan verzocht Jezus driemaal en Jezus pareerde en versloeg elke verzoeking van Satan met hetzelfde wapen: het zwaard van Gods geschreven Woord. Want steeds begon Jezus met de zin "Er staat geschreven" en citeerde daarna direct uit de Schrift (zie Lucas 4:1-13). Er is een opvallende verschil in twee teksten die Lucas gebruikt in relatie tot Satans verzoeking van Christus: "Jezus nu, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn" [2]. "En Jezus keerde in de kracht des Geestes terug naar Galilea" [3]. Vóór zijn ontmoeting met Satan was Jezus al "vol van de Heilige Geest". Maar nadat Hij Satan had verslagen met het zwaard van Gods Woord, was Hij in staat om zijn door God toegewezen bediening te beginnen "in de kracht des Geestes". Er is een verschil tussen vervuld zijn met de Geest en het in staat zijn te bedienen in de kracht van de Geest. Dit is een les die geleerd moet worden door de christenen vandaag. Veel christenen die een perfecte bijbelse vervulling van de Heilige Geest hebben ontvangen, gaan er nooit toe over om God in de kracht van de geest te dienen. Ze hebben nooit geleerd om het zwaard van Gods Woord op zo'n manier te hanteren dat ze Satan ermee verslaan.
41
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 6. Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
Veel christenen denken helaas dat de vervulling met de Heilige Geest een vervanging is voor de toegewijde studie en toepassing van Gods Woord. Het tegenovergestelde is waar. In de wapenrusting is er geen vervanging voor het zwaard. En een soldaat zonder zwaard is in groot gevaar. Johannes schrijft op latere leeftijd aan de jonge christenen die onder zijn leiding waren opgegroeid: "Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk en het woord Gods blijft in u en gij hebt de boze overwonnen" [4]. Johannes vermeldt drie dingen over deze jongemannen: 1. Ze zijn sterk. 2. Het Woord van God blijft in hen. 3. Ze hebben de boze overwonnen. De tweede constatering is ook de verklaring voor de andere twee. De enige bron van sterkte en overwinning is een diepgaande, blijvende kennis van Gods Woord. Heden ten dage bestaat het gevaar dat we de geestelijke capaciteit van onze jonge mensen onderschatten en hen te kinderlijk behandelen. De indruk wordt gewekt dat God aan hen een speciaal soort christendom heeft verschaft dat lagere eisen stelt dan God aan volwassenen oplegt. In dit verband maakt Salamo een heel belangrijke en indringende opmerking: "want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid" [5]. M.a.w. kindertijd en jeugd zijn voorbijgaande, uiterlijke voorkomens die in geen enkel opzicht de geestelijke realiteit veranderen die voor alle mensen geldt. De diepe, blijvende geestelijke werkelijkheid waarop het christendom is gebaseerd, wordt in geen enkel opzicht beïnvloed door leeftijd of geslacht. Het christendom is gebaseerd op waarden als berouw, geloof, gehoorzaamheid, zelfopoffering, toewijding. Deze zijn gelijk voor mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Soms wordt gesuggereerd dat, om tegemoet te komen aan de noodzaak van grondig bijbels onderricht, het de beste manier is om christelijke jongeren naar een bijbelschool te sturen. Bij deze suggestie moeten twee kanttekeningen worden geplaatst. In de eerste plaats is er de tendens, zelfs op Evangelische bijbelscholen, om steeds minder tijd te besteden aan de feitelijke studie van de Bijbel en steeds meer aan wereldse studies. 42
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 6. Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
Paulus waarschuwt de Kolossenzen: "Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus " [6]. Paulus waarschuwt ook Timoteüs: "O Timoteüs, bewaar wat u is toevertrouwd, houd u buiten het bereik van de onheilige, holle klanken en de tegenstellingen der ten onrechte zo genoemde kennis. Sommigen, die woordvoerders daarvan zijn, zijn het spoor des geloofs bijster geraakt." [7]. In de tweede plaats kan geen bijbelschool, hoe betrouwbaar en diepgaand ook, de plicht van de plaatselijke kerk overnemen om grondig, praktisch en regelmatig onderwijs te geven inzake de fundamentele waarheden van Gods Woord. Alleen zo kan de kerk van Christus krachtig worden en de haar opgedragen taak vervullen. Dit stemt overeen met het beeld in Openbaring van de overwinnende kerk aan het einde van dit tijdperk: "En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood " [8]. Hier worden drie elementen van overwinning geopenbaard: het bloed, het Woord en ons getuigenis. Het bloed is het bewijs en zegel van het volbrachte werk van Christus aan het kruis. Door het Woord begrijpen we al hetgeen Christus met zijn bloed voor ons heeft gekocht. En door te getuigen wat het Woord over het bloed openbaart, maken we de overwinning van Christus over Satan effectief en reëel in ons leven. Als we het goddelijke plan van overwinning over Satan bestuderen, zien we opnieuw dat het Woord een centrale plaats inneemt. Zonder de juiste kennis van Gods Woord kunnen we de echte waarde en kracht van Christus' bloed niet begrijpen en mist ons getuigenis de echte overtuiging en autoriteit. Zonder deze kennis bevindt de kerk zich vandaag in dezelfde conditie als Israël in Hosea's dagen: "Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u." [9]. aangehaalde teksten: 1 Efe 6:17
En neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord 43
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 6. Overwinnende uitwerkingen van Gods Woord
van God. 2 Lu 4:1
Jezus nu, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn 3 Lu 4:14
En Jezus keerde in de kracht des Geestes terug naar Galilea. En de roep over Hem ging uit door de gehele streek. 4 1Jo 2:14
Ik heb u geschreven, vaders, want gij kent Hem, die van den beginne is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk en het woord Gods blijft in u en gij hebt de boze overwonnen. 5 Pre 11:10
Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid. 6 Col 2:8
Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus 7 1Ti 6:20-21
O Timoteus, bewaar wat u is toevertrouwd, houd u buiten het bereik van de onheilige, holle klanken en de tegenstellingen der ten onrechte zo genoemde kennis. Sommigen, die woordvoerders daarvan zijn, zijn het spoor des geloofs bijster geraakt. 8 Opb 12:11
En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood. 9 Hos 4:6
Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten.
44
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord
7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord
7
1. Reiniging
892
Het zevende grote effect van Gods Woord is de reiniging en heiliging. De sleuteltekst staat in de brief aan de Efeziërs: "Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet" [1]. Wat opvalt is dat de processen van reiniging en heiliging dicht bij elkaar staan. Maar hoewel ze nauw verband met elkaar houden zijn ze niet identiek. Datgene wat geheiligd is, moet absoluut rein zijn. Maar datgene wat rein is, hoeft niet altijd geheiligd te zijn. Later in deze studie wordt dieper ingegaan op de exacte betekenis van het woord 'heiliging'. Het doel van het offer van Christus is dat degenen die verlost zijn door zijn dood, een proces doormaken van reiniging en heiliging. Alleen als dit proces doorlopen is, kan de gemeente aan Christus als zijn bruid gepresenteerd worden. Zij moet in een conditie zijn van "zonder vlek of rimpel of iets dergelijks" Het derde opvallende punt in de sleuteltekst betreft "het waterbad van het woord". Het Woord van God is het middel om te reinigen en te heiligen. Nog voordat het offer van Christus aan het kruis voltooid was, had Christus met zijn discipelen al gesproken over de reinigende werking van zijn Woord: "Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb" [2]. Naast het Woord is er een ander belangrijk middel voor geestelijke reiniging: "Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde" [3]. Hier spreekt Johannes over de reinigende kracht van het bloed van Jezus. Er zijn dus twee goddelijke middelen voor geestelijke reiniging: het bloed van Jezus dat gestort werd aan het kruis en het wassen met het waterbad van zijn Woord. De één is niet compleet zonder de ander. Christus verloste onder door zijn bloed zodat hij ons zou kunnen 45
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord
reinigen en heiligen door zijn Woord. Johannes plaats deze twee grote werken van Christus direct naast elkaar: "Dit is Hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is" [4]. De grote Leraar die Gods Woord uitlegde aan de mensen kan nooit losgemaakt worden van de Redder die kwam om zijn bloed te storten om de mensen te verlossen van hun zonden. En de Heilige Geest getuigt van beiden. In het Oude Testament komen diverse voorschriften voor die een typering zijn voor de nauwe band tussen de reiniging door Christus' bloed en de reiniging door zijn Woord [5]. Het bronzen altaar spreekt over Christus' bloed dat aan het kruis werd gestort en het watervat spreekt van de geestelijke reiniging die we alleen kunnen verkrijgen door Gods Woord. aangehaalde teksten: 1 Efe 5:25-27
Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet. 2 Joh 15:3
Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb. 3 1Jo 1:7
maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. 4 1Jo 5:6
Dit is Hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is.
46
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord 5 Ex 30:17-21
De Here sprak tot Mozes: Gij nu zult een vat van koper maken met een voetstuk van koper, voor de afwassingen, het plaatsen tussen de tent der samenkomst en het altaar, en daar water in doen. En Aaron en zijn zonen zullen daarin hun handen en voeten wassen. Wanneer zij naar de tent der samenkomst komen, zullen zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven; of wanneer zij naderen tot het altaar, om dienst te doen en een vuuroffer in rook te doen opgaan voor de Here. Zij zullen dan hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven; het zal voor hen een altoosdurende inzetting zijn, voor hem en voor zijn nakomelingen naar hun geslachten.
2. Heiliging
893
Het woord 'heiliging' duidt op het actieve proces van heilig maken. Het Nieuwe Testament noemt vijf verschillende factoren in relatie tot heiliging: 1. de Heilige Geest [1] [2] 2. het Woord van God [3] 3. het altaar [4] 4. het bloed van Christus [5] 5. ons geloof in Christus [6] Het proces van heiliging kan als volgt worden beschreven: 1. De Heilige Geest begint het werk van heiliging in het hart en de ziel van een ieder die door God is verkozen in zijn eeuwig voornemen. 2. Door de waarheid van het Woord van God, als het in het hart en de ziel is ontvangen, spreekt de Heilige Geest. 3. De Heilige Geest openbaart het altaar, zondert de gelovige af van alles wat hem scheidt van God en beweegt hem zichzelf in overgave en toewijding op het altaar te leggen. 4. Daar wordt de gelovige geheiligd en apart gezet voor God, zowel door het contact met het altaar als door de reinigende en zuiverende kracht van het bloed dat op het altaar was vergoten. De mate waarin elk van deze factoren hun heiligende werking kunnen uitoefenen, wordt bepaald door de 5e factor: het persoonlijke geloof. God maakt geen inbreuk op het grote gebod voor al zijn werk van zijn genade: de wet van het geloof [7]. Laten we de rol van het Woord van God in het proces van heiliging eens nader bekijken. Er is een negatief en een positief aspect. Het negatieve is dat we afgescheiden worden van de zonde en de wereld en van alles wat onrein en onzuiver is. Het positieve aspect is dat we deelgenoten worden gemaakt van Gods heilige natuur. 47
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord
In veel preken bestaat de neiging het negatieve teveel te benadrukken ten koste van het positieve. Er wordt meer gesproken over het 'niet mogen' dan over het 'wel doen'. Bijvoorbeeld in een tekst uit Efeziërs wordt meer de nadruk gelegd op "bedrinkt u niet aan wijn" dan op "wordt vervuld met de Geest" [8]. De Schrift maakt duidelijk dat heiliging meer is dan een negatieve houding van onthouding van zonde en onreinheid. Afgescheiden worden van de zonde is een stap, maar is niet het hele proces. Gods tuchtiging heeft als winst dat wij deelgenoten worden van zijn heiligheid [9]. Gods eeuwige, onveranderlijke natuur is heiligheid en als Gods volk zijn wij deelgenoot van zijn heiligheid [10]. Paulus schrijft aan de Romeinen: "Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. " [11] Het proces dat Paulus beschrijft, bestaat uit vier stappen: 1. stel uw lichamen tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer 2. wordt niet gelijkvormig aan deze wereld 3. wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken 4. erken wat de wil van God is De hervorming van ons denken vindt plaats door de invloed van Gods Woord. Als we lezen, studeren en nadenken over Gods Woord, verandert dat onze hele manier van denken. Het reinigt ons van binnen en het scheidt ons van alles wat onrein en goddeloos is. We leren anders te denken. Daardoor gaan we ook anders handelen. We zijn niet langer gelijk aan de wereld omdat we niet langer denken als de wereld. We worden veranderd door de vernieuwing van ons denken. Waartoe worden we dan veranderd? Paulus geeft een duidelijk antwoord: "Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen" [12]. Dit is het positieve doel van heiliging: gelijkvormig te zijn aan het beeld van Christus. Het is niet voldoende dat we niet gelijkvormig zijn aan deze wereld. Dat is een negatieve benadering. Paulus verwerpt deze benadering als zijnde ontoereikend: "Indien gij met Christus 48
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord
afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen: raak niet, smaak niet, roer niet aan; dat alles zijn dingen, die door het gebruik teloorgaan, zoals het gaat met voorschriften en leringen van mensen" [13]. Het positieve aspect van de heiliging en de rol daarin van Gods Woord, wordt prachtig verwoord door Petrus: "Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst" [14]. Er zijn drie hoofdpunten om attent op te zijn: 1. Gods kracht heeft ons reeds alles geschonken wat nodig is. We hoeven er niet meer om te vragen, maar moeten het gebruiken. 2. Deze complete voorziening van God is ons gegeven door de beloften in zijn Woord. Wij moeten ons deze beloften toe-eigenen en ze toepassen door actief, persoonlijk geloof. 3. Hierdoor ontkomen we aan het verderf (negatief) en zijn deelgenoten van de goddelijke natuur (positief). Dit alles - zowel het negatieve als het positieve - komt aan ons ter beschikking door de beloften van Gods Woord. Het staat vast dat als we ons de beloften van God toeeigenen en ze toepassen, we de waarachtige, schriftuurlijke heiliging zullen ervaren. Jacob droomde van een ladder die reikte van de aarde naar de hemel. Voor de gelovige is de ladder te vergelijken met Gods Woord. De sporten zijn de beloften. Als we deze sporten met de handen en voeten van ons geloof vastgrijpen, tillen we ons van de aardse sfeer naar de hemelse sfeer. Elke belofte van Gods Woord, als we ons deze toeeigenen, tilt ons verder uit boven het aardse verderf en maakt ons een stap meer deelgenoot van Gods natuur. Heiliging is door geloof. Maar dat geloof is niet negatief of passief. Het geloof dat werkelijk heiligt bestaat uit een continu, actief toeeigenen en toepassen van de beloften van God. Jezus bad daarom tot de Vader: "Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid" [15]. aangehaalde teksten: 1 2Th 2:13
49
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord
Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. 2 1Pe 1:2
de uitverkorenen naar de voorkennis van God, de Vader, in heiliging door de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenging met het bloed van Jezus Christus: genade en vrede worde u vermenigvuldigd. 3 Joh 17:17
Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid. 4 Mt 23:19
Gij blinden, immers, wat is meer, de gave of het altaar, dat de gave heiligt? 5 Heb 10:29
Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal hij verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der genade gesmaad heeft? 6 Hnd 26:18
Om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij. 7 Mt 8:13
En Jezus zeide tot de hoofdman: Ga heen, u geschiede naar uw geloof. 8 Efe 5:18
En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest. 9 Heb 12:10
Want zij hebben ons voor luttele dagen naar hun beste weten getuchtigd, maar Hij doet het tot ons nut, opdat wij deel verkrijgen aan zijn heiligheid. 10 1Pe 1:15-16
Maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt [zo] ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig. 11 Ro 12:1-2
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.
50
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 7. Reinigende uitwerkingen van Gods Woord 12 Ro 8:29
Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen. 13 Col 2:20-22
Indien gij met Christus afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen: raak niet, smaak niet, roer niet aan; dat alles zijn dingen, die door het gebruik teloorgaan, zoals het gaat met voorschriften en leringen van mensen. 14 2Pe 1:3-4
Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst. 15 Joh 17:17
Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.
51
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord
8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord
8
1. Onze spiegel
895
De Bijbel verschaft ons een spiegel van geestelijke openbaring. Deze werking van Gods Woord wordt beschreven door Jakobus: "Want wie hoorder is van het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt; want hij heeft zich beschouwd, is heengegaan en heeft terstond vergeten, hoe hij er uitzag. Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen." [1] Jakobus vergelijkt Gods Woord met een spiegel. Een gewone spiegel toont 'het gelaat, waarmee wij geboren zijn". De spiegel van Gods Woord openbaart onze innerlijke geestelijke natuur en toestand. Het openbaart ons dingen die we op geen enkele andere manier te weten kunnen komen. Iemand heeft eens gezegd: "onthoud dat als je de Bijbel leest, je Bijbel ook jou leest". Ik herinner me dit nog levendig uit eigen ervaring. Toen ik als ongelovige de Bijbel begon te bestuderen, benaderde ik het als één van de vele filosofische systemen. Maar naarmate ik de studie voortzette, ervoer ik, zelfs tegen mijn wil, dat er zich in mijn innerlijk diepe veranderingen voltrokken. Mijn houding van intellectuele superioriteit, mijn gevoel van zelfvertrouwen en zelfvoldaanheid, begonnen af te brokkelen. Ik werd me ervan bewust dat me de maat werd genomen, niet door mijn eigen standaard noch die van enig ander mens. Maar net als bij Belsassar leken voor mijn onwillige ogen de woorden zichtbaar te worden: "gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden". Ik werd me bewust van een diepe nood die ik zelf niet kon definiëren of lenigen. Na enige maanden bracht deze openbaring me ertoe God te zoeken met nederigheid en oprechtheid. Ik ontdekte dat Hij die mijn nood had geopenbaard door zijn geschreven Woord, ook in staat was deze volledig te lenigen door de Persoon van zijn levende Woord, de Heer Jezus Christus. Ja, de Bijbel is de spiegel van de ziel, maar het resultaat hangt af van onze reactie daarop. In de natuurlijke wereld kijken we meestal in de spiegel om iets te doen met wat we ontdekken: ons haar kammen als dit in de war zit, ons gezicht wassen als het vies is, onze kleding op orde brengen als 52
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord
het niet goed zit, naar de dokter gaan als we een infectie zien. Om profijt te hebben van de spiegel van Gods Woord, moeten we hetzelfde doen: reiniging zoeken door het bloed van Christus als we geestelijke onreinheid zien, de grote Dokter van onze ziel raadplegen als we een geestelijke infectie zien [2]. Als iemand zijn geestelijke conditie wel ziet maar er niets aan doet, dan zal zo'n persoon al snel vergeten wat voor iemand hij was. Hij herinnert zich niet meer de onplezierige waarheden die Gods spiegel zo helder en getrouw aan hem openbaarde. Onveranderd en zelfingenomen vervolgt hij een weg die hem verder en verder van God afbrengt. Het Woord van God kan niet alleen het onaangename tonen, maar ook het aangename. Het kan laten zien wie we geworden zijn door het geloof in Christus. Het kan de heiligheid en de volmaaktheid laten zien van de nieuwe mens in Christus. De spiegel van het geloof laat niet langer onze zonden en gebreken zien, maar toont ons de nieuwe schepping: "Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft." [3]. "En dit alles is uit God". God neemt zelf verantwoordelijkheid voor elk aspect van de nieuwe schepping in Christus. Er zit niets in van het doen of laten van de mens. Iets verder in hetzelfde hoofdstuk zegt Paulus opnieuw: "Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem" [4]. Wat is de gerechtigheid van God? Het is een gerechtigheid zonder vlek of rimpel, een gerechtigheid die nooit zonde gekend heeft. Deze gerechtigheid wordt in ons gebracht door Christus. We moeten hier lang in de spiegel naar kijken, totdat we onszelf zien zoals God ons ziet. We vinden dezelfde openbaring in het Hooglied waar Christus (de Bruidegom) tegen zijn gemeente (zijn bruid) zegt: "Alles is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij" [5]. De smetteloze spiegel openbaart hier een smetteloze gerechtigheid, die de onze is in Christus. 53
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord
Paulus benadrukt de noodzaak voor christenen om voortdurend in de spiegel van Gods Woord te kijken zodat de Geest van God ons kan veranderen naar het beeld van alle heerlijkheid die we zien : "En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is" [6]. Ook hier zien we dat de Geest en het Woord van God altijd in harmonie samenwerken. Terwijl we in de spiegel van het Woord van God kijken, werkt de Geest in ons en verandert ons in het beeld dat de spiegel ons openbaart. Paulus leert ons dat als we gelovig volharden in tijdelijke verdrukkingen, dit ons een grote en eeuwige heerlijkheid oplevert. Maar hij voegt er aan toe dat dit gebeurt omdat "wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig" [7]. En het is door de spiegel van Gods Woord dat we deze eeuwige dingen zien. Mozes kon de verdrukking van 40 jaar ballingschap in de woestijn doorstaan door te zien op de eeuwige, onzichtbare God en Redder van zijn volk : "Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des konings te duchten. Want hij bleef standvastig, als ziende de Onzienlijke " [8]. Wij kunnen hetzelfde geloof en dezelfde moed krijgen in onze dagelijkse behoeften en beproevingen door te kijken in de geestelijke spiegel die God ons voor dit doel heeft gegeven, de spiegel van zijn eigen Woord. aangehaalde teksten: 1 Jak 1:23-25
Want wie hoorder is van het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt; want hij heeft zich beschouwd, is heengegaan en heeft terstond vergeten, hoe hij er uitzag. Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. 2 Ps 103:3
Die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest.
54
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord 3 2Co 5:17-18
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. 4 2Co 5:21
Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem. 5 Hoo 4:7
Alles is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij. 6 2Co 3:18
En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is. 7 2Co 4:17-18
Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig. 8 Heb 11:27
Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des konings te duchten. Want hij bleef standvastig, als ziende de Onzienlijke.
2. Onze Rechter
896
Gods Woord is onze rechter. Door de hele Bijbel heen wordt benadrukt dat het recht om te oordelen alleen bij God berust. Dit thema loopt door het hele Oude Testament heen [1] [2] [3] [4]. Het Nieuwe Testament geeft meer openbaring over de motieven en methoden van Gods oordeel. Christus zegt: "Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde" [5]. Evenzo schrijft Petrus: "De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen" [6]. Deze tekst - en zovele andere - laat zien dat God zich verheugt in het schenken van genade en behoudenis, maar dat Hij afkerig is als het gaat om wraak en oordeel. 55
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord
Hoewel het recht om te oordelen bij God berust [7], openbaart Jezus dat God in zijn soevereine wijsheid alle oordeel toevertrouwd heeft aan zijn Zoon: "Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven, opdat allen de Zoon eren gelijk zij de Vader eren" [8]. "En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is" [9]. Er worden twee redenen gegeven. Ten eerste komt met het rechtersambt alle eer toe aan de rechter. Daarom moeten alle mensen dezelfde eer bewijzen aan God de Zoon als aan God de Vader. Ten tweede is Christus zowel de Zoon des mensen als de Zoon van God. Omdat Hij zowel deel heeft aan de goddelijke als aan de menselijke natuur is Hij in staat om uit eigen ervaring de zwakheden en verzoekingen van het vlees in aanmerking te nemen. De genade en barmhartigheid van de goddelijke natuur in Christus is echter zodanig dat ook Hij, evenals de Vader, afkerig is van het uitspreken van een oordeel. Om deze reden heeft Hij op zijn beurt de autoriteit van het oordeel van zijn eigen Persoon overgedragen aan het Woord van God: "En indien iemand naar mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage." [10] Dit openbaart dat het uiteindelijke gezag van alle oordeel berust in het Woord van God. Dit is de onpartijdige, onveranderlijke maatstaf waarop alle mensen eens moeten antwoorden. In Jesaja zegt de Heer: "Dit alles heeft immers mijn hand gemaakt en zo is dit alles ontstaan, luidt het woord des Heren; op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor mijn woord beeft " [11]. In het licht van het Nieuwe Testament kunnen we begrijpen waarom een mens voor Gods Woord zou moeten beven. Christus beschrijft Gods oordeel als volgt: "Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied" [12]. 56
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord
"De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan" [13]. In de laatste hoofdstukken van de Bijbel wordt de sluier over de toekomst opzij geschoven om te openbaren wat zal gebeuren als de aarde en hemel voorbijgaan en Gods troon gereed staat voor het laatste grote oordeel: "En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon ... en de doden werden geoordeeld ... en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken." [14] Bij dit laatste grote gebeuren heeft Christus ons verzekerd, zal er één en slechts één maatstaf voor het oordeel gelden: het eeuwige, onveranderlijke Woord van God [15]. Deze openbaring is een voorziening van Gods genade en barmhartigheid omdat we ons hier in ons huidige leven, op kunnen voorbereiden en zo eraan kunnen ontkomen. Om deze reden zegt Paulus: "Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen" [15]. Hoe kunnen we onszelf beoordelen? Door op elk facet in ons leven het oordeel van Gods Woord toe te passen. Als we dit doen, en door berouw en geloof Gods voorziening voor vergeving en genade aanvaarden, zal God nooit een oordeel over ons brengen. Christus verzekert ons hiervan: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven" [16]. Deze verzekering wordt herhaald in de brief aan de Romeinen: "Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn" [17]. Wat moeten we doen om te ontkomen aan Gods veroordeling? We moeten zijn Woord houden. In geloof moeten we aanvaarden dat Christus onze veroordeling op zich nam en onze straf onderging. Als we het weigeren en verwerpen zal het onze rechter zijn op de laatste dag. Als we het aanvaarden en gehoorzamen verzekert het ons nu reeds van volledige kwijtschelding en volledige behoudenis door een gerechtigheid die niet de onze is, maar de gerechtigheid van God zelf. aangehaalde teksten:
57
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord 1 Ge 18:25
Het zij verre van U, aldus te handelen, de rechtvaardige te doden met de goddeloze, zodat de rechtvaardige zou zijn gelijk de goddeloze; verre zij het van U; zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen? 2 Ri 11:27
Ik heb dus niets misdreven tegen u, maar gij handelt onrechtvaardig jegens mij door mij te beoorlogen. De Here, die Rechter is, richte heden tussen de Israelieten en de Ammonieten. 3 Ps 58:11
En de mensen zullen zeggen: Toch is er loon voor de rechtvaardige, toch is er een God, die recht doet op aarde. 4 Jes 33:22
Want de Here, onze Rechter, de Here, onze Wetgever, de Here, onze Koning, Hij zal ons verlossen. 5 Joh 3:17
Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. 6 2Pe 3:9
De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen. 7 1Pe 1:17
En indien gij Hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in vreze de tijd uwer vreemdelingschap 8 Joh 5:22-23
Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven, opdat allen de Zoon eren gelijk zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, die Hem gezonden heeft. 9 Joh 5:26-27
Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven leven te hebben in Zichzelf. En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is. 10 Joh 12:47-48
En indien iemand naar mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.
58
deel 1. Fundament voor geloof / hoofdstuk 8. Onthullende uitwerkingen van Gods Woord 11 Jes 66:2
Dit alles heeft immers mijn hand gemaakt en zo is dit alles ontstaan, luidt het woord des Heren; op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor mijn woord beeft. 12 Mt 5:18
Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. 13 Mt 24:35
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. 14 Opb 20:11-13
En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het [boek] des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. 15 1Co 11:31
Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen 15 Ps 119:160
Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. 16 Joh 5:24
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven. 17 Ro 8:1
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.
59