Sarah Kokot
19 Januari 2009
Culturele Studies, MA 1
De online bibliotheekcatalogus Online Publishing F0UO1A – F. Truyen, S. Roegiers Assignment 4 – Onderzoekpaper
Faculteit Letteren Katholieke Universiteit Leuven
De online bibliotheekcatalogus De kenniswereld in kaart brengen1 Volgens de meesten onder ons is er niets meer onveranderlijk dan een bibliotheek. Toch hebben die instellingen de laatste eeuwen ook veranderingen ondergegaan. Tot het einde van de 19e eeuw waren de boeken gewoon volgens een alfabetische orde geplaatst. Om een boek te vinden moest de lezer eerst zijn auteur kennen; met andere worden de lezer moest het boek al kennen. Als hij geen voorkennis van het onderwerp had, had hij geen kans om boeken over het bepaalde onderwerp te vinden, zonder de hulp van de bibliothecaris. Melvil Dewey heeft daarin verandering gebracht. Hij wilde de bibliotheek toegankelijker maken en heeft daarvoor een classificatiesysteem bedacht. Dit gebeurde in 1876; de cataloguskaarten bestonden toen al een twintigtal jaren. Door middel van dit systeem kreeg elk boek een bepaalde geografische plaats, in functie van het onderwerp. Dit leidde tot het ontstaan van de bibliotheken die wij nu kennen; instellingen die geografisch ingedeeld zijn volgens categorieën en subcategorieën. De lezer moest dan het boek niet meer op voorhand kennen, maar eenvoudigweg naar het juiste boekenrek gaan: daar vond hij het boek dat voor hem nuttig zou kunnen zijn. De bedoeling was kennis te democratiseren. Deze aanpassing bracht een nieuwe visie op de bibliotheek met zich mee. De bibliotheek veranderde van een pakhuis vol met goederen naar een spiegel van de structuur van kennis. Het systeem van Dewey werd dé referentie voor het klasseren van boeken in bibliotheken. Maar, door de jaren heen, is dat systeem ouderwets geworden. De decimale organisatie, gebaseerd op het concept van de boom van kennis van Aristoteles, heeft als oorzaak een hiërarchie tussen de verschillende onderwerpen die nu niet meer van toepassing is. Ook werden bepaalde categorieën ouderwets. Bovendien is dat systeem niet gemakkelijk aanpasbaar. Het systeem heeft nog een ander nadeel: er moeten willekeurige keuzes gemaakt worden om één plaats te vinden voor boeken die over meer dan één onderwerp gaan. Als men fysische objecten moet klasseren moet er wel voor één plaats gekozen worden. Het is een probleem aangezien de bibliotheek een map van de kennis is geworden. Een onderwerp mag zich in verschillende plaatsen van de kennisstructuur bevinden maar een object kan niet in verschillende geografische plekken geplaatst worden. De utopie van Dewey heeft zijn beperkingen bewezen. Het is niet mogelijk de structuur van kennis in de fysische wereld te vertalen want kennis is te divers, veranderend, en is afhankelijk van het tijdperk. Eigenlijk zijn er even veel kennisstructuren/kennisbomen als onderzoekers/onderzoekopdrachten.2 De fysieke organisatie kan zich niet aan elke lezer aanpassen. Maar de conceptuele organisatie wel. En de conceptuele organisatie van de bibliotheek is haar catalogus. Lang was deze afgedrukt op kaarten, waardoor de verschillende mogelijkheden om een werk te zoeken beperkt waren. Omwille 1 2
Weinberger, 2007. pp. 46-63. Idem, p. 10. “We have to get rid of the idea that there’s a best way of organizing the world.”
2
van het digitale tijdperk gebruiken zij nu digitale catalogi en worden ze (zeker die van universiteiten) online gebracht.
De fysische en de digitale orde, hand in hand Sinds de eeuwwisseling zijn de meeste bibliotheekcatalogi op het web te vinden. Laten we de Online Catalogus van de bibliotheken van de Katholieke Universiteit van Leuven, “LIBIS Net“3, als voorbeeld nemen. Op de eerste pagina, “eenvoudig zoeken”, verschijnt een zoekmachine die ongeveer dezelfde mogelijkheden biedt als een catalogus met kaarten. Er mag één woord ingevuld worden, dat ofwel naar de auteur, de titel of het onderwerp refereert. In een andere pagina, biedt de optie “bladeren” de mogelijkheid om doorheen titels/auteurs/reekstitels in alfabetische orde te bladeren, op basis van een ingevuld woord. Die twee opties zijn niet zo verschillend van een ‘fysische’ catalogus. Met een derde optie, “uitgebreid zoeken”, kan de lezer drie zoektermen combineren. De digitale orde biedt de mogelijkheid om nauwkeuriger te zoeken. Alle velden/Auteurs/Titels/Reekstitel/ Onderwerp… komen aan bod. Boeken worden sneller gevonden, zelfs al hebben we slechts een vaag idee van wat we zoeken. Dankzij deze zoekmachine vind ik boeken die ik met een traditionele catalogus moeilijk gevonden zou hebben. Voorbeeld: ik ken wel de voornaam van de auteur maar niet meer de achternaam, en een deel van de titel maar zeker niet het begin. Ik vind het boek in een paar seconden terug. Zonder een dergelijke digitale catalogus, had ik in het hele boekenrek van dat onderwerp moeten zoeken. Het is geen kwestie meer van een boomachtige/hiërarchische structuur. Die is alleen nog te vinden in de bibliotheek zelf. Maar wie vandaag de dag zoekt nog naar een boek zoals Dewey het gedaan zou hebben, door in de boekenrekken te zoeken? Het is nu normaal om de online catalogus te checken en daarna naar de bibliotheek te gaan. Als de boeken willekeurig geplaatst worden, zou dat niet zo veel veranderen.4 Het is dan ook niet meer de moeite om meerdere exemplaren van hetzelfde boek te hebben (ofwel is het omdat het veel ontleend wordt). Het boek bevindt zich al op meerdere plaatsen, … in de catalogus.5 De lezer verwacht niet meer om alles rond één onderwerp op dezelfde plaats te kunnen zoeken, maar zal door verschillende woordcombinaties de referenties van boeken verzamelen die hem zouden kunnen interesseren. Het is de webcatalogus die primeert in onze benadering van de bibliotheek en van de kennis die erin bewaard wordt. Wij voelen niet meer dat de bibliotheek ons een kennisstructuur oplegt. Er zijn natuurlijk nog andere voordelen verbonden aan een online catalogus: de lezer kan op voorhand weten waar (in welke bibliotheek) hij welke boeken zal vinden zonder zich te moeten verplaatsen. Ook bieden dergelijke websites de mogelijkheid om in de catalogi van meerdere bibliotheken te zoeken. De catalogus van de Katholieke Universiteit van Leuven “LIBIS Net”, geeft toegang tot 29 verschillende bibliotheekcollecties. 3
LIBIS Net. http://opac.libis.be/F/?func=find-b-0&CON_LNG=DUT&local_base=OPAC01& Net zoals voor de bits van Wikipedia (Weinberger, 2007. p. 99), het is niet van belang om te weten waar het boek zich precies bevindt zolang dat wij toegang tot de informatie hebben. 5 Weinberger, 2007, p. 8-23.
4
3
Andere toepassingen komen ook nog aan bod. Door je aan te melden, dankzij een gebruikerscode en een paswoord, kan je de door jou ontleende boeken checken, boeken reserveren, de zoekresultaten of zelfs uw zoekopdrachten opslaan en ze later nakijken…
‘Social sharing’ en bibliotheek catalogi De hoger voorgestelde toepassingen zijn natuurlijk heel nuttig, maar maken dergelijke bibliotheekcatalogi echt gebruik van alle mogelijkheden die het web hen aanbiedt? Tim Berners-Lee, directeur van ‘the World Wide Web Consortium’, over de initiële bedoeling van het web: “the first goal was to work together better”.6 Met “LIBIS Net” is er wel een samenwerking tussen de verschillende bibliotheken die hun collectie fictief samenbrengen.7 Maar hebben de gebruikers zelf de mogelijkheid om “samen beter te werken”? Niet echt. Als wij andere websites benaderen, die ook zoekmachines presenteren, beseffen we dat er nog veel meer mogelijkheden zijn om informatie te zoeken/vinden. Websites zoals Amazon.com8, Flickr9 en Del.icio.us10 zouden inspiratiebronnen kunnen zijn voor online bibliotheekcatalogi. In Amazon.com bestaat er ook een zoekmachine om boeken te vinden. De zoekmachine is op zichzelf niet zo verschillend als die van onze universitaire zoekmachine. Maar de website heeft nog veel andere toepassingen. Zo is het mogelijk om boeken te zoeken op basis van fragmenten van het boek. De zoekmachine ‘onthoudt’ wat jij gekocht heb en stelt je boeken voor die je zouden kunnen interesseren. En vooral, de gebruikers zelf spelen er een rol in. Ze kunnen bijvoorbeeld zelf lijsten publiceren.11 Flickr, de ‘photosharing’ website heeft geen personeel om de informatie te organiseren, alles wordt door de gebruikers gedaan, door het ‘taggen’.12 Del.icio.us is een website om websites te verzamelen. Die notities zijn voor de anderen ook toegankelijk.13 Al die websites bieden de mogelijkheid om commentaar toe te voegen, boeken/websites/foto’s te beoordelen… en alles is door iedereen bruikbaar. Het is vanzelfsprekend dat een bibliotheekcatalogus niet zou kunnen werken als een website zoals Flickr, aangezien de tags door de mensen zelf geplaatst worden en omdat ze ambigu kunnen zijn.14 Maar, toegevoegd aan een al bestaande bibliotheekcatalogus, zouden de voorgestelde toepassingen een meerwaarde zijn. Voorbeelden: er zouden op die manier lijsten door docenten kunnen geschreven worden met daarin de aangeraden boeken voor een bepaald vak. Ook zouden de lezers commentaar kunnen toevoegen zoals “de afbeeldingen zijn van slechte kwaliteit”, wat van belang 6
Berners-Lee, 1997. http://www.w3.org/1998/02/Potential.html Ook zijn er internationale instellingen zoals Online Computer Library Center (OCLC), die, onder andere, verwisselingen van boekfiches tussen de bibliotheken organiseren. http://www.oclc.org 8 http://www.amazon.com 9 http://www.flickr.com 10 http://delicious.com 11 Weinberger, 2007, pp. 57-61. 12 Idem, p. 22. 13 Idem, p. 92. 14 Idem, p. 22.
7
4
kan zijn voor een kunstboek… Dergelijke wisselwerkingen zouden het zoeken nog gemakkelijker en intelligenter maken. Zal dat in de toekomst wel van toepassing zijn? Zullen die uitwisselingen die nu het web karakteriseren in de bibliotheekcatalogi ooit worden gebruikt?
De toekomst van de bibliotheek Is het omdat het een bedreiging voor het boek is, dat de bibliotheken de specificiteiten van web 2.0 niet volledig gebruiken? De bibliotheken maken eigenlijk gebruik van een toestel waardoor hun bestaan/nut in twijfel wordt gebracht…15
Bronnen "Toward an Aesthetics of Transition". Introduction essay to Rethinking Media Change: The Aesthetics of Transition (Cambridge: MIT Press, 2003), edited by David Thorburn and Henry Jenkins. http://web.mit.edu/transition/subs/aesthintro.html Tim Berners-Lee, Director of the World-Wide Web Consortium, "Realising the Full Potential of the Web" Based on a talk presented at the W3C meeting, London, 1997/12/3 http://www.w3.org/1998/02/Potential.html David Weinberger, 2007. Everything is Miscellaneous. The Power of the New Digital Disorder. New York, NY, Times Books. Schiltz, Michael, Frederik Truyen, and Hans Coppens. 2007. Cutting the Trees of Knowledge: Social Software, Information Architecture, and Their Epistemic Consequences. Thesis Eleven. Journal of Critical Theory and Historical Sociology. issue 89. Available from: http://the.sagepub.com/cgi/reprint/89/1/94?ck=nck Vannevar Bush, July 1945. "As We May Think" Atlantic Monthly http://www.ps.uni-sb.de/~duchier/pub/vbush/vbush.txt LIBIS Net http://opac.libis.be/F/?func=find-b-0&CON_LNG=DUT&local_base=OPAC01& Online Computer Library Center (OCLC) http://www.oclc.org Amazon http://www.amazon.com Flickr http://www.flickr.com Delicious http://delicious.com
15
Dat is een ander debat. Zie "Toward an Aesthetics of Transition" in Jenkins en Thorburn, 2003. http://web.mit.edu/transition/subs/aesthintro.html
5