®
De juiste dosis vooruitgang MAGDOS LT
Bedieningsvoorschrift Alvorens ingebruikname, bedieningsvoorschriften lezen! Zorgvuldig bewaren.
Doseren Verp laat sen Regelen
V l o e is t o f fe n D r o ge s t o f S ys t e m e n
Inhoud 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 2. 3. 4. 5. 6. 7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 8. 8.1 8.1.1 8.1.2 8.1.3 9. 10. 11. 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 12. 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 13. 14. 15. 16. 98
Veiligheidsvoorschriften ................................................................................................................... 99 Algemeen .......................................................................................................................................... 99 Dit bedieningsvoorschrift bevat waarschuwingen en aanwijzingen .............................................. 99 Kwalificaties en trainen van het personeel .................................................................................... 100 Belangrijke veiligheidsvoorschriften .............................................................................................. 100 Gevaren door het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften .............................................. 100 Veilig werken ................................................................................................................................... 101 Veiligheidsvoorschriften voor bedienend personeel ................................................................... 101 Veiligheidsvoorschriften voor inspectie, onderhoud en montagewerkzaamheden .................. 101 Eigenhandig uitvoeren van ombouw en onderdeelreparaties .................................................... 101 Ongeoorloofd gebruik ................................................................................................................... 101 Doseren van chemicaliën ............................................................................................................... 102 Leveringsomvang .......................................................................................................................... 104 Algemeen ........................................................................................................................................ 104 Functies ........................................................................................................................................... 105 Maattekening .................................................................................................................................. 105 Technische specificaties ................................................................................................................. 106 Capacteitstabel ................................................................................................................................ 107 Installatie ......................................................................................................................................... 109 Algemene voorschriften ................................................................................................................. 109 Montageplaats ................................................................................................................................ 109 Montage op een watermeter ......................................................................................................... 110 Elektrische aansluiting .................................................................................................................... 110 Niveaubewaking .............................................................................................................................. 1 10 Drukhoud- en veiligheidsventielen ................................................................................................ 111 Montage van injectiestukken ......................................................................................................... 111 Installatievoorbeelden .................................................................................................................... 112 Bediening ........................................................................................................................................ 114 Instelling doseerhoeveelheid ......................................................................................................... 115 Keuze bedieningsmodus ............................................................................................................... 115 Instelling gewenste druk ................................................................................................................ 116 Fabrieksinstelling ............................................................................................................................ 116 Ingebruikname ............................................................................................................................... 117 Buiten gebruik stellen ..................................................................................................................... 118 Onderhoud ..................................................................................................................................... 119 Membraan vervangen .................................................................................................................... 119 Controleren en verwisselen van het hulpmembraan ................................................................... 122 Ventielen .......................................................................................................................................... 123 Aandrijfmagneet ............................................................................................................................. 12 5 Corrigeren van de slaglengte-verstelling ...................................................................................... 126 Schematische weergave elektronisch controlepaneel MAGDOS LT ........................................... 127 Onderdelenlijst ................................................................................................................................ 128 Onderdelenlijst MAGDOS LT 02 ... 06 .......................................................................................... 128 Onderdelenlijst MAGDOS LT 1 ...................................................................................................... 130 Onderdelenlijst MAGDOS LT 3...6 ................................................................................................. 132 Onderdelenlijst MAGDOS LT 10 .................................................................................................... 134 Onderdelenlijst MAGDOS LT 17 .................................................................................................... 136 Storingsanalyse .............................................................................................................................. 1 38 Conformiteitverklaring .................................................................................................................... 140 Reinigingsverklaring ....................................................................................................................... 141 Garantieaanvraag ........................................................................................................................... 142
1. Veiligheidsvoorschriften 1.1 Algemeen Dit bedieningsvoorschrift bevat de basisaanwijzingen die bij installatie, tijdens gebruik en bij onderhoud belangrijk zijn. Daarom is het noodzakelijk dat dit bedieningsvoorschrift voor montage en ingebruikname door de installateur evenals het bevoegd bedienend personeel gelezen wordt. Dit bedieningsvoorschrift dient in de buurt van de installatieplaats beschikbaar te zijn. Aanvullend op dit hoofdstuk veiligheidsvoorschriften, behoren ook de apart benadrukte veiligheidswaarschuwingen in de andere hoofdstukken te worden opgevolgd.
1.2 Dit bedieningsvoorschrift bevat waarschuwingen en aanwijzingen. Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen, welke met de volgende symbolen zijn aangeduid, kunnen schade aan personen, het milieu en aan de installatie veroorzaken. GEVAAR! Betekent een direct, aanwezig gevaar. Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, kunnen zware verwondingen of zelfs de dood tot gevolg hebben. WAARSCHUWING! Betekent een mogelijk gevaarlijke situatie. Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, kunnen zware verwondingen of zelfs de dood tot gevolg hebben. VOORZICHTIG! Betekent een mogelijk gevaarlijke situatie. Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, kunnen lichte verwondingen of materiele schades tot gevolg hebben. ATTENTIE! of AANWIJZING! Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften kunnen gevaar voor machines en het functioneren ervan opleveren. BELANGRIJK! Aanvullende informatie welke bijdragen aan het verlichten van de werkzaamheden en een storingsvrij functioneren van de machines. Direct op de doseerpomp aangebrachte informatie als bijv: • Kabelmarkeringen • Identificatie voor slangaansluitingen moeten altijd opgevolgd en in duidelijk leesbare toestand gehouden worden.
99
1.3 Kwalificaties en trainen van het personeel Het personeel voor bediening, onderhoud, inspectie en montage moeten gekwalificeerd zijn voor hun werkzaamheden. Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en toezicht op het personeel moeten door de bedrijfsleiding nauwkeurig gedefinieerd zijn. Indien het personeel niet de vereiste kennis heeft, zal deze opgeleid en getraind moeten worden. Dit kan, wanneer wenselijk, ook verzorgd worden door de fabrikant/leverancier in opdracht van de werkgever. Voorts heeft de bedrijfsleiding de plicht zich ervan te verzekeren dat het personeel kennis heeft genomen van de inhoud van deze bedieningsvoorschriften en deze ook toepast.
1.4 Belangrijke veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
Bij het installeren en het gebruik van dit elektrische apparaat moeten altijd de daaraan ten grondslag liggende veiligheidsmaatregelen nageleefd worden, met inbegrip van de volgende: Lees alle aanwijzingen en volg deze op! WAARSCHUWING! Om het gevaar van verwonding te beperken, is het niet toegestaan om kinderen dit product te laten gebruiken behalve in geval van continu toezicht. WAARSCHUWING! Gevaar van elektrische schok. Sluit het apparaat alleen aan met een shuko-stekkerdoos welke door een aardlekschakelaar is beveiligd (GFCI). Neem contact op met een gekwalificeerde elektrotechnicus indien het niet duidelijk is of de stekkerverbinding op verantwoorde wijze door een GFCI is beschermd. Graaf de kabel niet in. Fixeer de kabel goed om beschadiging door grasmachines, heggenschaar en andere apparaten te minimaliseren. WAARSCHUWING! Verklein het gevaar van een elektrische schok door beschadigde kabels direct te vervangen. WAARSCHUWING! Reduceer het gevaar van een elektrische schok door geen gebruik te maken van verlengingskabels maar pas een correct gemonteerde stekkerdoos toe. Bewaar deze instructies goed!
1.5 Gevaren door het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan gevaar opleveren voor personen, maar ook voor het milieu, de doseerpomp of -installatie. Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan leiden tot het verlies van aanspraak op schadevergoeding. Het niet opvolgen van de voorschriften kan leiden tot: • Verlies van belangrijke functies van de doseerpomp of -installatie.
• • • 100
Niet volledig kunnen volbrengen van voorgeschreven procedures van onderhoud en reparatie. Gevaar voor personen door elektrische mechanische en chemische invloeden. Gevaar voor het milieu als gevolg van lekkage van gevaarlijke stoffen.
1.6 Veilig werken De in deze bedieningsvoorschriften genoemde veiligheidsvoorschriften behoren in acht genomen te worden. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het naleven van de locale veiligheidsbepalingen.
1.7 Veiligheidsvoorschriften voor bedienend personeel
•
•
Lekkages (bijv. bij membraanbreuk) van gevaarlijke media (bijv. agressief of toxisch) moeten dusdanig afgevoerd worden dat deze geen gevaar voor personen of milieu kunnen opleveren. Wettelijke bepalingen dienen hierbij in opgevolgd te worden. Gevaar door elektrische stroom dient uitgesloten te worden (voor details raadpleeg bijv. de voorschriften van het VDE en het plaatselijke energiebedrijf evenals hoofdstuk 1.4).
1.8 Veiligheidsvoorschriften voor inspectie, onderhoud en montagewerkzaamheden. De gebruiker heeft de taak ervoor te zorgen dat alle inspectie, onderhoud en montagewerkzaamheden door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd word, en dat deze kennis heeft genomen van deze gebruikshandleiding. In alle gevallen behoren werkzaamheden aan doseerpompen alleen in uitgeschakelde toestand uitgevoerd te worden. De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven procedures tot stilleggen van de doseerpomp moeten altijd opgevolgd worden. Doseerpompen of -installaties moeten gereinigd worden. Onmiddellijk na het beëindigen van de werkzaamheden moeten alle veiligheidsmaatregelen en beschermingsvoorzieningen weer aangebracht of in gebruik genomen worden. Voor ingebruikname van de doseerpomp of -installatie, zijn de hoofdstukken 7.2 „Installatie“ en hoofdstuk 9 „Ingebruikname“ op te volgen.
1.9 Eigenhandig uitvoeren van ombouw en onderdeelreparaties Het ombouwen en aanpassen van doseerpompen is uitsluitend toegestaan na goedkeuring van de fabrikant. Originele fabrieksonderdelen en door de fabrikant aanbevolen toebehoren waarborgen de bedrijfszekerheid en -veiligheid. Gebruik van andere dan originele onderdelen kan het recht op garantieaanspraak doen vervallen.
1.10 Ongeoorloofd gebruik De operationele veiligheid van de geleverde doseerpomp, kan alleen gegarandeerd worden wanneer het gebruik van de pomp in overeenstemming is met de functie zoals omschreven in de opdrachtbevestiging en bijlagen. De in de opdrachtbijlagen aangegeven limieten, mogen in geen geval overschreden worden.
101
1.11 Doseren van chemicaliën
VOORZICHTIG!
•
VOORZICHTIG! Bij werkzaamheden aan doseerinstallaties dient men de op die plaats geldende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Afhankelijk van de risico’s die het te doseren medium met zich mee brengt, is het dragen van de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen aanbevolen:
Veiligheidsbril
•
VOORZICHTIG! • •
VOORZICHTIG! •
• WAARSCHUWING!
• 102
Veiligheidshandschoenen
Veiligheidskleding
Het is aan te bevelen dat deze beschermende kleding door iedereen gebruikt wordt, die belast is met montage en onderhoudswerkzaamheden aan het leidingwerk, slangen en toebehoren. Voor aanvang van de werkzaamheden aan de doseerpomp en -installatie moeten netvoedingen uitgeschakeld zijn en tegen inschakeling beveiligd worden. VOORZICHTIG! Voordat de spanning weer ingeschakeld wordt, moeten de doseerleidingen aangesloten zijn, zodat het eventueel in de doseerkop aanwezige chemisch product niet kan wegspuiten. Irritaties of brandwonden aan handen of gezicht kunnen dan het gevolg zijn. Bij het doseren van agressieve media moet men de chemische bestendigheid van de pomp in acht nemen. Zowel de doseerkop van de doseerpomp als de aansluitingen en leidingen kunnen onder druk staan. Werkzaamheden aan de doseerinstallatie vereisen speciale voorzorgsmaatregelen, en mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. VOORZICHTIG! Chemicaliën kunnen onder druk ontsnappen. Irritaties of brandwonden kunnen het gevolg zijn. Voor aanvang van de werkzaamheden aan de doseerpomp, altijd pomp en leidingsystemen drukloos maken. Voor aanvang van de werkzaamheden aan doseerkop, -ventielen en -aansluitingen eerst de doseerpomp spoelen met een ongevaarlijk medium (bijv water), om onverwacht contact met het medium te vermijden. WAARSCHUWING! Bij verstopte leidingen of ventielen nooit in de open aansluiting kijken. Chemicaliën kunnen plotseling uittreden en irritaties of brandwonden veroorzaken aan ogen of gezicht. Alvorens ingebruikname moeten alle schroefverbindingen gecontroleerd worden op het juiste aanhaalmoment en lekdichtheid en in ieder geval met de juiste
gereedschappen nagetrokken worden.
•
•
•
•
•
•
• • •
Voorzichtig In geval dat de aansluitingen op de doseerkop ten behoeve van ontluchting of om andere redenen gelost worden, moet de gespilde vloeistof vakkundig verwijderd worden. Alleen zo kunnen gezondheidsrisico’s, veroorzaakt door chemicaliën vermeden worden en chemische aantasting van de doseerpomp voorkomen worden. Gespilde chemicaliën kunnen ook de membraanrand aantasten. ATTENTIE! Bij wisseling van het chemische product is een controle op de toegepaste materialen van doseerpomp en andere installatiedelen op chemische bestendigheid vereist. Indien het gevaar van een chemische reactie tussen verschillende media aanwezig is, moet vooraf een grondige reiniging plaatsvinden. BELANGRIJK! Na het verstellen van de slaglengte moet de bevestigingsschroef weer vastgezet worden. Anders zou de slaglengte instelknop van instelling kunnen veranderen en bestaat het gevaar van verkeerde dosering. Na verandering van de elektrische aansluitingen, bijv. het verwijderen van de niveaubewaking, moet de kabeldoorvoer -opening gesloten worden om de beschermingsklasse van de doseerpomp te kunnen garanderen.
VOORZICHTIG!
ATTENTIE!
BELANGRIJK!
GEVAAR! Brandgevaar. Drukgolven: wegvliegende delen kunnen levensgevaarlijk zijn. De MAGDOS LT mag in geen geval toegepast worden in een explosiegevaarlijke omgeving.
GEVAAR!
VOORZICHTIG! Hete metalen delen kunnen uw handen verbranden. Alvorens de magneetaandrijving te openen, moet eerst de netspanning onderbroken worden en moet de doseerpomp 1 uur afkoelen.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG! Storingen aan Elektrische schakelingen
VOORZICHTIG!
Magneetbanden Mobiele telefoon in de directe nabijheid van de pompmagneet zijn mogelijk. 103
1.12 Leveringsomvang
BELANGRIJK!
BELANGRIJK! Bij het uitpakken van de doseerpomp en eventuele bijgevoegde toebehoren moet men zorgvuldig te werk gaan, zodat kleine onderdelen niet ongemerkt in de verpakking achterblijven. De leveringsomvang moet direct met de afleverbon vergeleken worden. Bij afwijkingen oorzaak vaststellen.
2. Algemeen Doseerpompen dienen in verschillende processen voor het precies toevoegen van chemicaliën. De MAGDOS LT is dankzij de universele aansturing flexibel inzetbaar door de gebruiker: • Externe bediening met impulsfrequentie ingang.
• •
Instelbare slagfrequentie 25%, 50% en 100% van de maximale slagfrequentie.
Instelbaar energieaanpassing voor drukken tot 16 Bar. De doseercapaciteit varieert van 0,2 tot 17 liter per uur. De exacte opbrengst bij verschillende tegendrukken zijn vermeld in hoofdstuk 6 „Capaciteitstabel“. Alle typen zijn getest volgens DVGW-DIN 19635.
104
3. Functies j
1
2
3
Verklaring 1 Magneetspoel 2 Magneetanker
8
3 Slaglengteverstelling 4 Elektronische regeling 5 Lekkagepijpje 4 6 Zuigventiel 7 Doseerkop 8 Persventiel 9 Membraan 10 Veer
9 7 6
5
De elektronische regeling 4 van de MAGDOS LT stuurt de spoel 1 van de aandrijfmagneet met pulzen aan. Het magneetanker 2 drukt het membraan 9 naar links en verdringt de vloeistof in de doseerkop 7. De vloeistof ontsnapt door het persventiel 8 in de persleiding. Na het uitschakelen van de magneet beweegt veer j de as 2 en het membraan 9 weer in de beginpositie. De slagverstelling 3 begrenst de achterwaartse beweging van het magneetanker. In de doseerkop 7 ontstaat een onderdruk en de vloeistof wordt door het zuigventiel 6 aangezogen. Door membraanbreuk veroorzaakte lekkage wordt door het lekkagepijpje 5 gecontroleerd afgevoerd.
4. Maattekening
Nominale doorlaat
Slang aansluiting
Maat L
DN 4
4/6
13 mm
DN 6
6/12
23 mm
6/9
34 mm
Alle maten in mm. 105
5. Technische specificaties MAGDOS LT
02
06
1
3
4
6
10
17
max. tegendruk* [bar]
12
16
16 16
12
10
8
3
Capaciteit bij max. druk* [l/h]
0,14 0,48 0,9 1,6 3,3 5,2 7,9 13,5
Gemiddelde opvoerhoogte* [bar] Capaciteit bij gemiddelde druk* [l/h] Max. slagfrequentie [1/min]
6
8
8
8
6
6
6
2
0,28 0,7 1,4 2,8 3,7 5,5 10,1 17 80
120
Aanzuighoogte [mWK] voor niet uitgassende media Max. voordruk [mbar] Stroomvoorziening
3
2
800
1,2
700 400
115 V AC of 230 V AC +/- 10 %, 50/60 Hz 24 V DC +/- 10 %
Netsnoer
2 m (230 V AC met steker, 115 V AC met UL-/CSA-steker, 24 V DC aansluitsnoer 2-aderig)
Opgenomen vermogen
30 W
Max. stroomopname tijdens de doseerslag
230 V AC: 2,9 A, 115 V AC: 4,3 A, 24 V DC: 17 A
Gesoldeerde zekering
230 V AC en 115 V AC: 3,15 A traag 24 V DC: 10 A traag
Beschermingsklasse
IP 65
Isolatieklasse
F
Ingang impulslengte
> 10 ms
Spanning niveauaansluiting.
5 V DC, Voor potentiaalvrij schakelende uitgang
Spanning impulsingang
5 V DC, Voor potentiaalvrij schakelende uitgang
Max omgevingstemperatuur
45° C (met PVC delen 40° C)
Max. doseermedium temperatuur
50° C (met PVC delen 35° C)
Gewicht
ca. 2,7 kg
Max. geluidsniveau [dB(A)] drukloos
58
66
Max. geluidsniveau [dB(A)] bij testdruk
60
68
* Exacte doseerhoeveelheden zijn vermeld in de capaciteitstabel
106
6. Capacteitstabel Genoemde capaciteiten gelden voor water bij 20 °C (68 °F) Medium (dichtheid en viscositeit) en temperatuur hebben invloed op de capaciteit. Doseerpompen kan men het beste uitliteren tijdens gebruik in de installatie.
Slaglengte
MAGDOS LT 02
Ml / Slag
Slaglengte
MAGDOS LT 06
Ml / Slag
Slaglengte
MAGDOS LT 1
Ml / Slag
Slaglengte
MAGDOS LT 3
Ml / Slag
107
Slaglengte
MAGDOS LT 4
Ml / Slag
Slaglengte
MAGDOS LT 6
Ml / Slag
Slaglengte
MAGDOS LT 10
Ml / Slag
Slaglengte
MAGDOS LT 17
Ml / Slag
108
7. Installatie 7.1 Algemene voorschriften Bij de selectie van een doseerpomp voor het ontwerpen van een installatie, evenals bij het installeren en onderhoud van de installatie, moeten de op die plaats geldende voorschriften opgevolgd worden. Dit geldt voor de keuze van de geschikte materialen van de pomp, de behandeling van de chemicaliën en de elektrische installatie. Eveneens moeten de technische specificaties van de doseerpomp volgens hoofdstuk 5 in acht worden genomen en de installatie hieraan aangepast zijn (bijvoorbeeld drukverlies bij het dimensioneren van leidingen) Het is de verantwoording van de installateur en de gebruiker, dat de totale installatie en de daarin opgenomen doseerpomp zo is opgesteld, dat een chemicaliënuitstoot, veroorzaakt door uitval, slijtage van onderdelen (bijvoorbeeld membraanbreuk) of gebarsten slangen niet tot nadelige schade aan onderdelen van de installatie en gebouwen leidt. Een chemische installatie moet, als gevaarlijk omschreven, zo worden opgezet dat zelfs bij het uitvallen van de doseerpomp geen hoge gevolgschade kan optreden. Wij bevelen daarom aan de installatie met lekdetectiesystemen en opvangbakken uit te rusten. De uitloop van het lekkagepijpje moet zichtbaar zijn zodat membraanbreuk visueel gemaakt kan worden. De overloop van de lekkageleiding moet onder vrij verval mogelijk zijn. Ter verhoging van de doseernauwkeurigheid en om de bedrijfszekerheid te waarborgen, bevelen wij toebehoren aan. Daartoe behoren o.a. drukhoudventielen, overstortventielen, lekkagesensoren en niveaubewaking, zoals aangegeven in het installatievoorbeeld. Voor installatie van kunststof aansluitdelen, moeten altijd de juiste gereedschappen worden gebruikt. Om defecten te voorkomen, mag alleen afgemeten kracht toegepast worden. BELANGRIJK! Kunststofdelen (vooral delen uit PVC) laten zich beter in- en uit elkaar schroeven indien de schroefdraad vooraf met vaseline of siliconenvet ingesmeerd is. Geschroefde roestvaststalen delen (b.v. doseerkop en ventielen) dienen voor het vastschroeven met een smeermiddel (b.v. PTFE-spray) gesmeerd worden, om het vreten van het draad te voorkomen. Opmerking! Hierbij moet echter de bestendigheid tegen de te doseren vloeistof getest worden.
7.2 Montageplaats
BELANGRIJK!
ATTENTIE!
De opstellingsplaats van de doseerpomp moet voor het bedienend- en onderhoudspersoneel goed toegankelijk zijn. Het geluid van de doseerpomp kan doorgegeven worden door de leidingen en voor geluidsoverlast zorgen. In dit geval is montage van de pomp op een wandconsole aan te bevelen, welke bij voorkeur aan een buitenwand en niet aan een binnenwand met aangrenzende woonruimten bevestigd wordt. Bij montage van de doseerpomp lager dan het vloeistofniveau, moet men ervoor zorg dragen, dat in geval van bijvoorbeeld membraanbreuk, het chemische product geen schade veroorzaken kan (opvangbakken, lekkagesonde). 109
Voorts is ook installatie direct op een doseertank mogelijk. De max. toegestane omgevingstemperatuur van de pomp (zie technische specificaties) moet in acht genomen worden. Stralingswarmte van apparaten en warmtewisselaars moeten worden afgeschermd, zodat de doseerpomp de eigen warmte voldoende kan afvoeren. Directe blootstelling aan zonlicht moet worden vermeden. Bij montage van de doseerpomp in de vrije lucht moet als bescherming tegen weersinvloeden een overkapping aangebracht worden.
7.3 Montage op een watermeter De MAGDOS LT kan door universele contactwatermeters aangestuurd worden. Om storende invloeden en foutieve impulsen te vermijden, is het aan te bevelen de pomp niet direct op de watermeter te monteren, maar gebruik te maken van een tussenring (Art. Nr. 21801) welke een tussenafstand van 50mm waarborgt. Montage op een doseertank of een wandconsole heeft de voorkeur. De pulsafgifte van de watermeter moet worden afgestemd op de maximale slagfrequentie van de pomp (zie hoofdstuk 5 technische specificaties)
7.4 Elektrische aansluiting GEVAAR! Brandgevaar, drukgolven, wegvliegende delen kunnen levensgevaarlijk zijn. De MAGDOS LT mag in geen geval toegepast worden in een explosiegevaarlijke omgeving. De elektrische aansluiting van de doseerpomp moet met de ter plaatse geldende voorschriften overeenkomen en mag uitsluitend door bevoegd personeel uitgevoerd worden. AANWIJZING! De doseerpomp dient aangesloten te worden op een geaarde stekkerdoos. In de 230V AC versie, wordt de MAGDOS LT met een randaardesteker aangesloten. De 115V AC variant is met een CSA/UL steker uitgerust. De 24V DC versie is met een 2 aderige kabel (2 x 1mm2) uitgerust. AANWIJZING! De doseerpomp is dubbel-geïsoleerd en geaard. Signaalkabels mogen niet parallel naast krachtstroom of netleidingen gelegd worden. Voeding- en signaalkabels moeten in gescheiden kanalen gelegd worden. Kabelkruisingen moeten onder een hoek van 90° aangelegd worden. Wanneer aansluitkabels van meer dan 2 meter lengte nodig zijn, moet een afgeschermde kabel gebruikt worden. Ter vermijding van een foutieve dosering na het beëindigen van het proces, behoort men een elektrische en hydraulische vergrendeling aan te brengen. •
GEVAAR!
AANWIJZING!
AANWIJZING!
7.5 Niveaubewaking Bij het aansluiten van een niveaubewaking moet de kunststofhuls over de steker geschroefd worden, zodat de bescherming gewaarborgd blijft. De benodigde kunststofhuls is om onderdeel van de niveaubewaking (ook in combinatie met een zuigleiding) Met de aangesloten niveaubewaking stopt de doseerpomp wanneer een te laag niveau bereikt is, om indringen van luchtbellen in de zuigleiding en doseerkop te voorkomen. De rode LED zal dan oplichten. Zodra het niveaucontact weer voldoende 110
niveau meet, zal de doseerpomp weer starten. De niveausensor behoort als maximaal maakcontact ter beschikking te staan. De MAGDOS LT herkent automatisch als er een niveaucontact aangesloten is. Zodra er geen niveausteker aangesloten is, functioneert de LT alsof er een maakcontact is.
7.6 Drukhoud- en veiligheidsventielen Drukhoudventielen zijn toebehoren om het doseerproces te optimaliseren. Deze worden ingezet met als doel: • Verhoging van de doseernauwkeurigheid bij wisselende tegendrukken.
•
Voorkoming van overdosering bij lange doseerleidingen, als het medium door de eigen massatraagheid ongehinderd door blijft stromen terwijl de opbrengstslag al beëindigd is. • Voorkoming van hevelen, als de voordruk hoger is als de systeemdruk. Veiligheids- of overstort ventielen, dienen ter bescherming bij overbelasting van de doseerpomp en bijbehorende armaturen en leidingen. Deze voorkomen een ontoelaatbaar hoge drukstijging in het systeem aan de perszijde van de doseerpomp, bijvoorbeeld wanneer bij werkende doseerpomp een afsluiter gesloten wordt, of in geval van een verstopt injectiestuk. Het PENTABLOC is een combinatie armatuur en heeft o.a. de functies van zowel een drukhoud- als een overstortventiel. Voorts zijn antihevel-, drukontlast en doseercontrolefunctie geïntegreerd.
7.7 Montage van injectiestukken Injectiestukken dienen voor gelijkmatige verdeling van het gedoseerde medium in een vloeistofstroom en functioneert tegelijkertijd als terugslagklep. Vaak word het injectiestuk boven in de leiding gemonteerd. Met uitzondering van uitkristalliserende media, hier word montage aan de onderzijde van de leiding aanbevolen, zodat luchtinsluitingen kunnen uittreden. Voor media welke een verontreinigende werking op het injectiestuk hebben, word aanbevolen te kiezen voor een injectiestuk welke uitgebouwd kan worden voor onderhoud.
Injectiestuk Boven op de leiding gemonteerd
Injectiestuk aan onderzijde van de leiding gemonteerd voor uitkristalliserende vloeistoffen 111
7.8 Installatievoorbeelden
1
4
3
1 2
Op een doseertank
5
Op een wandconsole
1
9
6 j 7 8 Verklaring Op een watermeter 1 MAGDOS LT 2 Doseercontainer 3 Zuigleiding met geïntegreerde laag niveaubewaking 4 Meerfunctieventiel Pentabloc 5 Aanzuighulp Met deze accessoires kunnen voornamelijk kleine doseerpompen eenvoudig in bedrijf genomen worden. De luchtkamer werkt als pulsatiedemper. 6 Injectiestuk met terugslagventiel. 7 Pulsgevende watermeter 8 Tussenring voor watermeter Om beïnvloeding van het watermetercontact door de aandrijfmagneet te voorkomen, moet de tussenring aangebracht worden. 9 Wandconsole 10 Bevestigingsset Magdos-pompconsole art.nr. 37558 112
Bevestiging van de Magdos LC op de wandconsole, tankmontageplaat en bodemplaat 1
2
Bijschrift 1 Moer M5 2 Draadstuk M5
Bevestigingsset bestaat uit: 4 x Moer 4 x Draadstuk Art.nr. 37558
Installatievoorbeeld 789
6 1
5
4 Verklaring 1 MAGDOS LT 2 Doseercontainer 3 Zuigleiding met laagniveaubewaking 4 Aanzuighulp 5 Elektrisch aangedreven roerwerk 6 Pulsatiedemper 7 Injectiestuk met terugslagventiel en kogelkraan. 8 Drukhoudventiel 9 Overstortventiel
2
3
113
8. Bediening Bedieningszijde MAGDOS LT
1a
1b
1c 2
Verklaring 1 Controle LED’s 6 1a Niveau (Rood) 1b Intern (Groen) 1c Extern (Groen) 2 Bedieningsknop voor bedrijfsmodus en programmering 3 Ingang niveaubewaking 4 Impuls ingangkabel 5 Voedingskabel 6 Slaglengte-instelling met schaalverdeling en bevestigingsschroef. 5
114
3
4
8.1 Instelling doseerhoeveelheid De doseerhoeveelheid wordt bepaald door twee parameters: 1. Opbrengst per doseerslag. De slaglengte instelling begrenst de beweging van het membraan. De slaglengte instelling staat niet lineair proportioneel tot het slagvolume. Het volume van elke slag is te bepalen aan de hand van de opbrengsttabel op de doseerpomp. Ter correctie van de slaglengte-instelling moet men de bevestigingsschroef losdraaien, de gewenste waarde instellen en de bevestigingsschroef weer aandraaien. ATTENTIE! Slaglengte niet tijdens stilstand verstellen, maar alleen tijdens een doseerslag. 2. Slagfrequentie. Elke aanpassing van de slagfrequentie heeft direct proportioneel invloed op de doseeropbrengst. De slagfrequentie wordt of aangestuurd door een externe pulsgever, bijvoorbeeld een elektronische regelaar of een contactwatermeter.
ATTENTIE!
8.1.1 Keuze bedieningsmodus Door het ingedrukt houden van de bedieningstoets voor ongeveer 1 seconde, wordt de instelling volgens het schema ingesteld. De gekozen instelling wordt automatisch opgeslagen. Na het onderbreken van de voeding werkt de pomp volgens de laatst gekozen instelling. In de externe modus wordt voor elke ingaande puls één doseerslag uitgevoerd.
BELANGRIJK! Impulsen worden niet opgeslagen wanneer de doseerpomp meer pulsen krijgt dan zijn maximum slagfrequentie (zie technische gegevens).
BELANGRIJK!
115
8.1.2 Instelling gewenste druk MAGDOS LT stuurt de energievoorziening van de magneet elektronisch aan. Hierdoor kan de gebruiker de doseerpomp eenvoudig aan de bedrijfsdruk aanpassen. Dit voorkomt onnodig energieverbruik en onnodige geluidsoverlast. Tegelijkertijd word de doseerslag rustiger uitgevoerd en worden zo de drukpieken in het leidingsysteem gereduceerd. De instelmodus van de werkdruk bereikt men door de instelknop 3 seconden ingedrukt te houden. Deze modus wordt aangegeven door het oplichten van de rode LED (niveau) waarbij het aantal oplichtende groene LED’s de pompkracht aangeeft. Door het kort indrukken van de bedieningsknop kiest men de gewenste drukinstelling, ingedrukt houden voor 3 seconden slaat de ingestelde waarde op en schakelt weer terug in de bedrijfsmodus. De doseerpomp verlaat de instelmodus niet automatisch. BELANGRIJK! Bij een slaglengte-instelling onder 100% transporteert de MAGDOS LT ook tegen hogere drukken. BELANGRIJK!
Energiestappen
1 2 3 4
LT 02
LT 06
4 8 12 -
6 12 16 -
Statusweergave van de LED’s: Knipperend Aan Uit
MAGDOS LT 1 LT 3 LT 4 voor drukken [bar] 4 2 10 6 4 16 12 10 16 12
LT 6
LT 10
LT 17
2 6 8 10
2 4 8
1 3
BELANGRIJK! Wordt de energiestap hoger ingesteld als aanbevolen, zal de opbrengst hoger zijn dan in de opbrengsttabel aangegeven. BELANGRIJK!
8.1.3 Fabrieksinstelling Afhankelijk van de uitvoering werkt de MAGDOS LT met verschillende max. slagfrequenties. Deze zijn fabrieksmatig ingesteld. Mocht de doseerpomp in de praktijk aangepast worden naar een andere capaciteit, kan het noodzakelijk zijn de maximale slagfrequentie aan te passen. Bedieningsknop 10 seconden ingedrukt houden. LED’s „Niveau“ en „Ext.“ gaan knipperen. Het kort indrukken van de bedieningsknop wijzigt de maximale slagfrequentie. Bedieningsknop 3 seconden ingedrukt houden slaat de ingestelde waarde op en schakelt weer terug in de bedrijfsmodus. De doseerpomp verlaat de instelmodus niet automatisch.
116
Verklaring Knipperend Statusweergave LEDs
Aan
Uit Max. Slagfrequentie 120 slagen/min-1
Fabrieksinstelling voor LT 6...17
80 slagen/min-1
LT 02...4
BELANGRIJK! Het verhogen van de slagfrequentie tot boven de voorgeschreven waarde, betekend een daling van de maximaal bereikbare druk. BELANGRIJK!
9. Ingebruikname VOORZICHTIG! Tijdens alle werkzaamheden aan de doseerpomp is men verplicht persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen volgens de ter plaatse geldende veiligheidsvoorschriften.
VOORZICHTIG!
Veiligheidsbril
Veiligheidshandschoenen
Veiligheidskleding
1. Laat tijdens de eerste ingebruikname de doseerpomp geschakeld op intern bedrijf, met 100% slagfrequentie aanzuigen. Daarbij is het raadzaam de slaglengte instelling op „10“ in te stellen. Indien de doseerpomp niet aanzuigt, doseerkop bij uitgeschakelde pomp met vloeistof vullen. Bij ongevaarlijke vloeistoffen kan het doseermedium zelf gebruikt worden, gebruik anders een neutraal medium wat geen invloed heeft op het proces, in veel gevallen is water geschikt. WAARSCHUWING! Chemicaliën kunnen wegspuiten. Irritaties of brandwonden kunnen het gevolg zijn. Voor het demonteren van drukverbindingen, moet men zich ervan verzekeren dat de leidingen niet meer onder druk staan. Aansluitend persventiel weer monteren, doseerpomp inschakelen en aan laten zuigen. (aanzuighulp wordt aanbevolen. Zie installatievoorbeeld) 2. Indien een ontluchtingsventiel in de doseerkop, of als separaat armatuur ter beschikking staat, deze bij ingeschakelde pomp openen tot er vloeistof uittreedt, dan weer sluiten. Bij licht uitgassende vloeistoffen een continue uitstroming (ca. 1 druppel per 1…3 slagen) instellen. Het uitstromende medium terug laten stromen in de voorraadcontainer. Gebruik hiervoor slangaansluitingen.
WAARSCHUWING!
117
3. Wanneer een constante vloeistofstroom op gang is, de gewenste opbrengst instellen en verstelknop vastdraaien. De op de doseerpomp bevestigde tabel dient voor een eerste benadering, waaruit de slaglengte-instelling voor een gekozen doseercapaciteit per slag (in ml/slag) in afhankelijkheid van tegendruk afgelezen kan worden. Tussenwaarden zijn te middelen. Voorbeeld
EDU SVLJ
AANWIJZING
PO SXOVH +XE OlQJH VWURNH OHQJWK /7
Gewenste doseerhoeveelheid: 0,15 ml/slag bij 6 bar. De gevonden waarde is slaglengte=5,5 en is met de slaglengte-instelknop bij een werkende pomp in te stellen. AANWIJZING! Afhankelijk van de installatie, het te doseren medium en mediumtemperatuur, kunnen deze waarden afwijken en moeten onder bedrijfsomstandigheden getest worden. 3. Bij extern aangestuurde doseerpompen, bijvoorbeeld bij aansturing door een watermeter, doseerpomp op „Extern“ schakelen. Ter controle kan door het openen van de waterkraan een impulsafgifte opgewekt worden. 5. Schade van over- en onderdoseringen als gevolg van foute instellingen op de pomp of een ontbrekende en gebrekkige installatie van toegepaste armaturen, zijn niet voor de verantwoording van de fabrikant van de doseerpompen.
10. Buiten gebruik stellen Voor onderhoud of langdurige bedrijfsonderbrekingen de doseerpomp ontdoen van het chemische product en spoelen met een neutraal medium. VOORZICHTIG! Overtollige chemische producten vakkundig afvoeren, met daarbij het in acht nemen van de ter plaatse geldende regels. Tijdens werkzaamheden veiligheidskleding te dragen. VOORZICHTIG!
Veiligheidsbril
VOORZICHTIG!
118
Veiligheidshandschoenen
Veiligheidskleding
VOORZICHTIG! Aansluitend moet de doseerpomp van de stroomvoorziening gescheiden worden en tegen inschakeling geborgd zijn.
VOORZICHTIG! Voor het demonteren van drukverbindingen moet men er zich van verzekeren dat de leidingen niet meer onder druk staan, zodat geen chemicaliën kunnen wegspuiten. Om de doseerkop te legen, is het raadzaam het pers- en zuigventiel te demonteren.
VOORZICHTIG!
11. Onderhoud Doseerpompen zijn volgens de hoogste kwaliteitsmaatstaven geproduceerde apparaten met een lange levensduur. Echter zijn sommige onderdelen (bijv. membranen, ventielzittingen, ventielkogels) aan gebruiksslijtage onderhevig. Om verzekerd te kunnen zijn van een lange levensduur is een regelmatige visuele controle aanbevolen. Regelmatig onderhoud voorkomt bedrijfsonderbrekingen. ATTENTIE! Na het vervangen van het membraan of andere onderdelen, kan het noodzakelijk zijn om de doseerpomp opnieuw in te stellen (zie 10.5 correctie van de slaglengte instelling). ATTENTIE!
11.1 Membraan vervangen VOORZICHTIG! Chemicaliën kunnen wegspuiten, irritaties of brandwonden kunnen het gevolg zijn. Voor aanvang van werkzaamheden aan de pomp moet men er zich van verzekeren dat de leidingen niet meer onder druk staan en met water of ander geschikt medium gespoeld zijn.
VOORZICHTIG!
5 4 3 Verklaring 1 Doseerkop met pers- en zuigventiel 2 Membraan 3 Afstandschijf 4 Membraaninzet 5 Hulpmembraan 6 Membraanstang 7 Lekkagepijpje 8 Borgstift (Art. Nr. 29379). 9 Pomphuis
2 1 7
9 6
8
119
Membraan vervangen 1. Verwijder de doseerkop 1 met geschikt gereedschap(binnenzeskant sleutel SW3) Afb. 1. 2. Bij een werkende doseerpomp, slaglengte op „0“ draaien, vervolgens de borgstift 8 (Art. Nr. 29379) via het lekkagepijpje in de dwarsboring van de membraanstang steken. Mocht de membraanstang 6 zich dusdanig verdraaid hebben dat de dwarsboring niet toegankelijk is, het membraan 2 aan de rand vastpakken en met de klok meedraaien totdat de dwarsboring via het lekkagepijpje te zien is. De membraanstang kan nu geborgd worden met de borgstift. Fig. 2 3. Doseerpomp uitschakelen. 4. Membraan 2 vastpakken aan de rand en tegen de klok in losdraaien. Daarbij word ook de achterliggende afstandschijf 3 verwijderd. Fig. 3
BELANGRIJK!
AANWIJZING
BELANGRIJK! De membraaninzet 4 en de afstandschijf 3 moeten voor het monteren van het nieuwe membraan gereinigd worden ter voorkoming van aantasting van het membraan vanaf de achterzijde. AANWIJZING! Controleer of het hulpmembraan 5 in perfecte staat is. Zie hoofdstuk 11.2 „Controleren en verwisselen van het hulpmembraan“. 5. Voorzie de membraanstang rond de opening van het huis en het schroefdraad van het membraan van een laagje Molykote DX.
120
6. De afstandschijf wordt met de afgeronde zijde over de schroefdraad van het nieuwe membraan geschoven, Fig. 4.
7. Draai het nieuwe membraan 2 met de afstandschijf 3, met de klok mee tot het stevig bevestigd is aan de membraanstang. De gladde zijde van de afstandschijf wordt hierbij stevig tegen de membraanstang gedrukt, Fig. 5. 8.Nu de borgstift 8 verwijderen, Fig. 5. 9. Doseerkop 1 plaatsen. De bouten kruislings aandraaien, bijv. linksboven - rechtsonder rechtsboven - linksonder. Vereist aandraaimoment is 125 Nc/m. Fig. 6. BELANGRIJK! Bij een lager aandraaimoment is de afdichting van het membraan niet gegarandeerd. Bij een hoger aandraaimoment kan de doseerkop beschadigd worden.
BELANGRIJK!
10. De doseerpomp kan in bedrijf genomen worden zoals beschreven in hoofdstuk 9 „Ingebruikname“, na bevestiging van de doseerleidingen. Bij overmatige membraanslijtage zijn mogelijke oorzaken beschreven in hoofdstuk 13 ”Storinganalyse“.
121
11.2 Controleren en verwisselen van het hulpmembraan
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG! Chemicaliën kunnen wegspuiten, irritaties of brandwonden kunnen het gevolg zijn. Voor aanvang van werkzaamheden aan de pomp, moet men er zich van verzekeren dat de leidingen niet meer onder druk staan en met water of ander geschikt medium gespoeld zijn. De volgende stappen zijn noodzakelijk om ervan verzekerd te zijn dat het hulpmembraan 5 in perfecte staat is en wanneer nodig te vervangen moet worden. Herhaal de stappen 1-4 uit hoofdstuk 11.1 „Membraan vervangen“. Het hulpmembraan 5 is toegankelijk na het verwijderen van het membraaninzet 4. De membraaninzet laat zich gemakkelijk verwijderen door het met behulp van twee schroevendraaiers uit zijn positie te drukken, Fig. 1. Controleer nu de conditie van het membraan. Als het hulpmembraan chemisch is aangetast moet het worden vervangen. Het oude hulpmembraan verwijderen. Het nieuwe hulpmembraan 5 zover over de membraanstang 6 schuiven, tot deze in de groef van de membraanstang 6 valt. Fig. 2 Druk de membraaninzet in de flens en herhaal de stappen 5 - 10 uit hoofdstuk 11.1, Fig. 3.
122
11.3 Ventielen De ventielen van de doseerpomp moeten regelmatig gereinigd worden. VOORZICHTIG! Chemicaliën kunnen wegspuiten, irritaties of brandwonden kunnen het gevolg zijn. Voor aanvang van werkzaamheden aan de pomp, moet men er zich van verzekeren dat de leidingen niet meer onder druk staan en met water of ander geschikt medium gespoeld zijn.
VOORZICHTIG!
AANWIJZING! Vervuilde ventielen benadelen de doseernauwkeurigheid. Dubbelkogelventielen Persventiel
9
Zuigventiel
1
AANWIJZING
2
8 3 4 5
3
6
4
7 4
5 6
5
7
6
4
7 5 6 2
7 8 9
1 Verklaring 1. *O-ring 2. Ventielhuis 5. *Ventielkogel 6. *Ventielzitting 9. *Vlakke pakking * In revisieset inbegrepen.
3. *Vlakke pakking 7. *O-ring
4. Kogelhuis 8. Ventielstop
123
Veerbelast ventiel Persventiel
9
Zuigventiel
8
1 2
3
4 j
3 4
5 6
j
7 5 6 2 7 8 1 9
Verklaring 1. *O-ring 2. Ventielhuis 3. *Vlakke pakking 5. *Ventielkogel 6. *Ventielzitting 7. *O-ring 9. *Vlakke pakking 10. *Drukveer *In revisieset inbegrepen.
4. Kogelhuis 8. Ventielstop
DN4 ventiel DN4 ventielen zijn samengestelde delen die losgeschroefd kunnen worden zonder in onderdelen uit elkaar te vallen. Ter demontage gebruikt men een platte schroevendraaier met een bit van 10mm breed. 2
Verklaring 1. Ventielhuis 2. Ingeschroefde ventielstop 124
1
11.4 Aandrijfmagneet GEVAAR! Deze delen staan onder spanning! Elektrische schokken kunnen dodelijk zijn. Voor het openen van de doseerpomp moet de steker uit het stopcontact zijn.
GEVAAR!
VOORZICHTIG! Hete metalen delen kunnen uw handen branden. Voor het openen van de aandrijfmagneet moet eerst de netspanning onderbroken worden en de doseerpomp gedurende 1 uur laten afkoelen. VOORZICHTIG! Meet ter controle de elektrische weerstand van de afgekoelde magneetspoel. Verwijder altijd eerst de aansluitingen met de elektronica.
Aandrijfmagneet 1,2 Elektrische voeding 3 Aarde aansluiting 4 Merkteken
1
2
4
3
De magneten verschillen per pompuitvoering. Weerstand bij 20°C +/- 5% Uitvoering 230V AC = 72 Ù, merkteken “V” Uitvoering 115V AC = 17 Ù, merkteken “W” Uitvoering 24V DC = 1,4 Ù, merkteken “P” AANWIJZING! De weerstandswaarde bij de spoel op bedrijfstemperatuur ligt tot ongeveer 30% hoger. In het geval van een veel lagere weerstand is er mogelijk kortsluiting in de spoel. In het geval dat de weerstand veel hoger is, is de spoel mogelijk doorgebrand of is er een kabelbreuk.
AANWIJZING
Tussen de aansluitingen van de voedingsspanning 1 + 2, en de aardeaansluiting 3 mag geen elektrisch geleidende verbinding zijn. (Weerstand niet meetbaar!) GEVAAR! Deze delen staan onder spanning! Elektrische schokken kunnen dodelijk zijn. De spoel mag niet gemonteerd worden als er tussen de voedingsspanning en de aardaansluiting een geleidende verbinding is. De aansluitingen moeten na controlemetingen aan de spoel opnieuw aangesloten worden zoals aangegeven in het elektrisch schema. De aarde aansluiting moet in ieder geval weer aangesloten worden.
GEVAAR!
125
11.5 Corrigeren van de slaglengte-verstelling BELANGRIJK! Na het wisselen van het membraan of andere onderdelen van de doseerpomp, kan het noodzakelijk zijn de doseerpomp opnieuw in te moeten stellen. BELANGRIJK!
1 2
Verklaring 1 Slaglengte verstelknop 2 Bevestigingsschroef
1. Doseerpomp in modus intern bedrijf zetten. 2. Slaglengte instelknop, na het losdraaien van de bevestigingsschroef (ongeacht de positie van de indicator) tegen de klok in draaien totdat de doseerpomp geen opbrengst meer levert, of in geval van drukloos doseren een minimale opbrengst levert.
ATTENTIE!
ATTENTIE! Geen overdadige kracht gebruiken. Door de elasticiteit van de aanslagdemper is ook bij instelling „0“ nog beweging van het membraan mogelijk.. In geval dat de „nul-opbrengst“ niet bereikt kan worden: bevestigingsschroef losdraaien, instelknop met de klok meedraaien, bevestigingsschroef vastzetten en weer instellen op „nulopbrengst“. VOORZICHTIG! De doseerleiding moet tijdens het instellen, terugvoeren naar de voorraadtank. Dit om overdosering te voorkomen.
VOORZICHTIG!
126
3. Instelknop losdraaien en zodanig plaatsen dat het indicatorpijltje „0“ aanwijst. Bevestigingsschroef aandraaien terwijl de instelknop stevig op zijn plaats gehouden wordt. 4. Doseerpomp uitliteren volgens een instelling van de opbrengsttabel. Als zich een te grote afwijking voordoet, dan de positie van de instelknop aanpassen.
11.6 Schematische weergave elektronisch controlepaneel MAGDOS LT Componentzijde
Rood Rood J Toets
Rood Zwart
J
Niveau
J Netvoeding
Bruin
Zwart
+ Bruin
- Wit
J Pulsingang Cursief correspondeert 115 V AC uitvoering Achterzijde
J
Magneet
127
12. Onderdelenlijst 12.1 Onderdelenlijst MAGDOS LT 02 ... 06 Veerbelast Ventiel
Dubbelkogelventiel
9 Membraan PTFE bekleed 81424 Afstandschijf 37093
1
1
1
1
Hulpmembraan 22066 Elektrische aansluiting: 230 V AC 37109 115 V AC 37196 24 V DC 37302 Onderdeel: Aanslagdemper 78509
2 4 5 2 4 5
3 2 4 5
Bedieningspaneel: 230 V AC 37113 115 V AC 37195 24 V DC 37303
5 5
6
7
8 Revisiesets voor MAGDOS LT met dubbelkogelventielen Bestaande uit:
Materiaal PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM
Art.-Nr.: 29746 33696 29746
PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS / PTFE
33696 33859 33854 29747
1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
Andere materialen op aanvraag. 128
Revisiesets voor MAGDOS LT met veerbelaste ventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels PVC / Glas / EPDM 3 Drukveer 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM
34775 37296 37297 37326
RVS 1.4571 / PTFE
37298
6 Veerbelast ventiel compleet Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art.-Nr.: 34775 37296
7 Dubbelkogelventiel compleet
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 25087 25088 33499 33500 35262 35263 34733 29385 34370 25089
34809 29384 34371 25090
Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 20890 20891 33497 33498 35605 35606 34647 28111 33703 24029
34648 28112 33704 24030
8 Doseerkop inclusief bouten Materiaal PVC PP
Art-Nr.: 37311 37317
PVDF RVS 1.4571 PVC met ontluchting
37320 37323 37314
129
12.2 Onderdelenlijst MAGDOS LT 1
Veerbelast Ventiel
Dubbelkogelventiel
9 Membraan PTFE bekleed 81424 Afstandschijf 37094
1
1
1
1
Hulpmembraan 22066 Elektrische aansluiting: 230 V AC 37109 115 V AC 37196 24 V DC 37302 Onderdeel: Aanslagdemper 78509
2 4 5 2 4 5
3 2 4 5
Bedieningspaneel: 230 V AC 37113 115 V AC 37195 24 V DC 37303
5 5
6
7
8 Revisiesets voor MAGDOS LT met dubbelkogelventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels PVC / Glas / EPDM 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
Art.-Nr.: 29746 33698
PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM
29746 33698 33859 33854
RVS 1.4571/ PTFE
29747
Andere materialen op aanvraag. 130
Revisiesets voor MAGDOS LT met veerbelaste ventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels 3 Drukveer 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE
37296 34775 37296 37297
PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
37326 37298
6 Veerbelast ventiel compleet Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art.-Nr.: 34775
7 Dubbelkogelventiel compleet
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 25087 25088 33499 33500 35262 35263 34733 29385 34370 25089
34809 29384 34371 25090
Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 20890 20891 33497 33498 35605 35606 34647 28111 33703 24029
34648 28112 33704 24030
8 Doseerkop inclusief bouten Materiaal PVC
Art-Nr.: 37312
PP PVDF RVS 1.4571 PVC met ontluchting
37318 37321 37324 37315
131
12.3 Onderdelenlijst MAGDOS LT 3...6
Veerbelast Ventiel
Dubbelkogelventiel
9 Membraan PTFE bekleed 81424 Afstandschijf 37094
1
1
1
1
Hulpmembraan 22066 Elektrische aansluiting: 230 V AC 37109 115 V AC 37196 24 V DC 37302 Onderdeel: Aanslagdemper 78509
2 4 5 2 4 5
3 2 4 5
Bedieningspaneel: 230 V AC 37113 115 V AC 37195 24 V DC 37303
5 5
6
7
8 Revisiesets voor MAGDOS LT met dubbelkogelventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels PVC / Glas / EPDM 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
Art.-Nr.: 29746 33696
PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM
29746 33696 33859 33854
RVS 1.4571 / PTFE
29747
Andere materialen op aanvraag. 132
Revisiesets voor MAGDOS LT met veerbelaste ventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels 3 Drukveer 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE
37296 34775 37296 37297
PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
37326 37298
6 Veerbelast ventiel compleet Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art.-Nr.: 34775
7 Dubbelkogelventiel compleet
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 25087 25088 33499 33500 35262 35263 34733 29385 34370 25089
34809 29384 34371 25090
Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 20890 20891 33497 33498 35605 35606 34647 28111 33703 24029
34648 28112 33704 24030
8 Doseerkop inclusief bouten Materiaal PVC
Art-Nr.: 37313
PP PVDF RVS 1.4571 PVC met ontluchting
37319 37322 37325 37316
133
12.4 Onderdelenlijst MAGDOS LT 10
Veerbelast Ventiel
Dubbelkogelventiel
9 Membraan PTFE bekleed 81463 Afstandschijf 23892
1
1
1
1
Hulpmembraan 22066 Elektrische aansluiting: 230 V AC 37109 115 V AC 37196 24 V DC 37302 Onderdeel: Aanslagdemper 78509
2 4 5 2 4 5
3 2 4 5
Bedieningspaneel: 230 V AC 37113 115 V AC 37195 24 V DC 37303
5 5
6
7
8 Revisiesets voor MAGDOS LT met dubbelkogelventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels PVC / Glas / EPDM 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
Art.-Nr.: 29748 33697
PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM
29748 33697 33862 33855
RVS 1.4571 / PTFE
29749
Andere materialen op aanvraag. 134
Revisiesets voor MAGDOS LT met veerbelaste ventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels 3 Drukveer 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE
37333 37332 37333 37340
PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
37334 37335
6 Veerbelast ventiel compleet Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art.-Nr.: 37332
7 Dubbelkogelventiel compleet
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 25087 25088 33499 33500 35262 35263 34733 29385 34370 25089
34809 29384 34371 25090
Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 20890 20891 33497 33498 35605 35606 34647 28111 33703 24029
34648 28112 33704 24030
8 Doseerkop inclusief bouten Materiaal PVC
Art-Nr.: 23810
PP PVDF RVS 1.4571
34635 28119 23813
135
12.5 Onderdelenlijst MAGDOS LT 17
Veerbelast Ventiel
Dubbelkogelventiel
9 Membraan PTFE bekleed 81463 Afstandschijf 33897
1
1
1
1
Hulpmembraan 22066 Elektrische aansluiting: 230 V AC 37109 115 V AC 37196 24 V DC 37302 Onderdeel: Aanslagdemper 78509
2 4 5 2 4 5
3 2 4 5
Bedieningspaneel: 230 V AC 37113 115 V AC 37195 24 V DC 37303
5 5
6
7
8 Revisiesets voor MAGDOS LT met dubbelkogelventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels PVC / Glas / EPDM 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM
Art.-Nr.: 29750 33698 27750 33698 35572 33856
RVS 1.4571 / PTFE 29751 Andere materialen op aanvraag. 136
Revisiesets voor MAGDOS LT met veerbelaste ventielen Bestaande uit: Materiaal 1 Vlakke pakkingen PVC / Glas / FPM 2 Ventielkogels 3 Drukveer 4 Ventielzittingen 5 O-ringen 9 Membraan
PVC / Glas / EPDM PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE
37337 37336 37337 37341
PVDF / PTFE / FPM RVS 1.4571 / PTFE
37338 37339
6 Veerbelast ventiel compleet Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM
Art.-Nr.: 37336
7 Dubbelkogelventiel compleet
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 25087 25088 33499 33500
Materiaal PVC / Glas / FPM PVC / Glas / EPDM
Art-Nr.: Zuigventiel Persventiel 20890 20891 33497 33498
PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM
35262 34733 29385 34370
35263 34809 29384 34371
PP/ Glas / FPM PP/ Glas / EPDM PVDF / PTFE / PTFE PVDF / PTFE / FPM
35605 34647 28111 33703
35606 34648 28112 33704
RVS 1.4571 / PTFE
25089
25090
RVS 1.4571 / PTFE
24029
24030
8 Doseerkop inclusief bouten Materiaal PVC
Art-Nr.: 28811
PP PVDF RVS 1.4571
34636 29178 23814
137
138
Rood „leeg“ LED licht op
Uitblijven van een slagbeweging
Ventielen lekken of zijn verstopt
Doseerpomp levert te weinig of geen opbrengst
Voorraadtank leeg Niveausteker niet goed aangesloten Kabelbreuk
Stroomvoorziening onderbroken Magneet defect
Slaglengte staat op „0“ ingesteld Drukveer gebroken Zekering gesmolten
Viscositeit is te hoog
Zuigventiel of zuigleiding is lek of verstopt. Zuighoogte is te groot
Ventielen zijn verkeerd om ingebouwd
Oorzaak
Storing
13. Storingsanalyse
Voorraadtank bijvullen Aansluiting, kabels controleren
licht er geen LED op, Lutz-Jesco informeren. Stroomvoorziening inschakelen Spoel weerstand en -isolatie controleren Spoel vervangen wanneer nodig
>> Neem contact op met Lutz-Jesco NL. Slaglengte correct instellen Drukveer vernieuwen Stroomvoorziening controleren,
Pulsatiedemper aan de zuigzijde installeren Aanzuighulp installeren Veerbelast ventiel installeren. Leidingdiameter vergroten Speciale doseerkop gebruiken
Installeer de pomp op een lager niveau
bovenop de ventielzittingen liggen Zuigleiding repareren c.q. reinigen.
Ventielen reinigen en doseerpomp ontluchten, zie ook „In gebruik name“ Ventielen opnieuw assembleren Controleer daarbij dat ventielkogels
Mogelijke oplossing
139
Slaglengte-instelknop is verschoven. Slagfrequentie is te hoog.
Druk aan zuigzijde te hoog. (pomp hevelt)
Medium-bezinksel in doseerkop
perszijde doseerpomp)
Tegendruk te hoog. (gemeten aan
van de membraanstang gedraaid.
Membraan was niet vast tegen de aanslag
Oorzaak Afstandschijf ontbreekt, zie „onderhoud“
Zuigdruk regelaar in zuigleiding, of drukhoudventiel in persleiding inbouwen. Slaglengte opnieuw instellen. Slagfrequentie verlagen.
injectiestuk reinigen. Drukpieken veroorzaakt door lange leidingen voorkomen door het inbouwen van een pulsatiedemper. Correct functioneren veiligheidsventielen controleren. Doseerkop doorspoelen.
Draaien. Afstandschijf moet dan vast tussen membraan en afstandschijf geklemd zitten. Systeem controleren. Verstopt
monteren. Bij het vervangen van het membraan, controleren of het hulpmembraan niet chemisch is aangetast. Nieuw membraan vast tegen de aanslag
Mogelijke oplossing Nieuw membraan met afstandschijf
Mochten met bovengenoemde oplossingen de storingen niet zijn verholpen, dan is het aan te bevelen de pomp aan ons op te sturen, of met ons contact op te nemen voor verdere afhandeling. Reparaties worden door ons zo spoedig mogelijk uitgevoerd.
Doseerpomp transporteert te veel.
breuk.
Storing Veel voorkomende membraan-
14. Conformiteitverklaring Deze verklaring is geenszins een garantie op de bepalingen van de wet op de productaansprakelijkheid. De veiligheidsvoorschriften in deze handleiding moeten altijd worden opgevolgd.
bd=J=`çåÑçêãáíÉáíîÉêâä~êáåÖ=
eáÉêãÉÉ=îÉêâä~êÉå=ïáàI=
iìíòJgÉëÅç=dãÄe=
=
=
=
^ã=_çëíÉäÄÉêÖÉ=NV=
=
a=J=PMVMM=tÉÇÉã~êâ=
= = Ç~í=ÇÉ=ÜáÉêå~=ÖÉåçÉãÇÉ=éêçÇìâíÉå=çé=Ä~ëáë=î~å=òáàå=çåíïÉêé=Éå=Äçìïîçêã=áå=ÇÉ=îççê=çåë== áå=ÇÉ=Ü~åÇÉä=ÖÉÄê~ÅÜíÉ=ìáíîçÉêÉáåÖÉå=~~å=ÇÉ=ÄÉíêÉÑÑÉåÇÉ=Ä~ëáëîÉáäáÖÜÉáÇëJ=Éå=ÖÉòçåÇÜÉáÇëJ= ÄÉé~äáåÖÉå=Éå=ÇÉ=ÖÉåçÉãÇÉ=bdJêáÅÜíäáàå=îçäÇçÉíK= _áà=ÉÉå=åáÉí=Çççê=çåë=ÖçÉÇÖÉâÉìêÇÉ=îÉê~åÇÉêáåÖ=~~å=ÜÉí=éêçÇìâí=îÉêäáÉëí=ÇÉòÉ=îÉêâä~êáåÖ== Ü~~ê=ÖÉäÇáÖÜÉáÇK= = mêçÇìâíå~~ãW= ã~ÖåÉÉíÇçëÉÉêéçãé==j=^=d=a=l=p= = qóéÉW= jaKKI==jhKKI==bKKI==biKKI==ciKKI==abKKI==auKKI=iqKKI=i`KK= = _ÉíêÉÑÑÉåÇÉ=bdJêáÅÜíäáàåÉåW== bdJä~~Öëé~ååáåÖëêáÅÜíäáàå==ETPLOPLbbdF= = bdJã~ÅÜáåÉêáÅÜíäáàå=EVULPTLbbdF= = bdJêáÅÜíäáàå=ÉäÉâíêçã~ÖåÉíáëÅÜÉ=Åçãé~íáÄáäáíÉáí== = EVPLSULbbdF= = qçÉÖÉé~ëíÉ=åçêãÉêáåÖÉåW= bk=OVOJN=Éå=bk=OVOJOI=îÉáäáÖÜÉáÇ=î~å=ã~ÅÜáåÉë= = éêbk=UMVI=éçãéÉå=Éå=îÉêéçãéÉåÇÉ=~éé~ê~íÉå=îççê== = îäçÉáëíçÑÑÉåI=îÉáäáÖÜÉáÇëíÉÅÜåáëÅÜÉ=ÉáëÉå== = bk=RMMUNI=ÇÉÉä=N=Éå=OI=bk=RMMUOI=ÇÉÉä=N=Éå=OI= = ÉäÉâíêçã~ÖåÉíáëÅÜÉ=Åçãé~íáÄáäáíÉáí= = ÖÉäìáÇëÉãáëëáÉ=Éå=ÖÉäìáÇëáããìåáíÉáí= = = qçÉÖÉé~ëíÉ=å~íáçå~äÉ= åçêãÉêáåÖÉå=Éå=íÉÅÜåáëÅÜÉ= ëéÉÅáÑáÅ~íáÉëI=îççê~äW= afk=NVSPRI=ÇçëÉÉê~éé~ê~íììê=îççê=ÄÉÜ~åÇÉäáåÖ=î~å== = Çêáåâï~íÉê= = = =
a~íìãI=Ü~åÇíÉâÉåáåÖ=Ñ~Äêáâ~åíW= = k~~ã=çåÇÉêíÉâÉå~~ê=
OMMRLMNLMN=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K=K= ÇÉ=ÜÉÉê=iK=dçÖçäáåI=íÉÅÜåáëÅÜ=ÄÉÇêáàÑëäÉáÇÉê=
= aÉòÉ=îÉêâä~êáåÖ=áë=ÖÉÉå=îÉêòÉâÉêáåÖ=î~å=ÉáÖÉåëÅÜ~ééÉå=áå=ÇÉ=òáå=î~å=ÇÉ=ïÉí=çé=ÇÉéêçÇìâí~~åëéê~âÉäáàâÜÉáÇKaÉ= îÉáäáÖÜÉáÇë~~åïáàòáåÖÉå=î~å=ÇÉ=ÄÉÇêáàÑëäÉáÇáåÖ=ãçÉíÉå=çéÖÉîçäÖÇ=ïçêÇÉåK
140
15. Reinigingsverklaring
Svp kopiëren en meezenden met apparatuur!
oÉáåáÖáåÖëîÉêâä~êáåÖ
=
Esççê=áÉÇÉêÉ=ìåáí=Ó=éçãé=çÑ=íçÉÄÉÜçêÉå=Ó=áåîìääÉå=~ìÄF
táà=ëíìêÉå=ì=ÜÉí=îçäÖÉåÇÉ=~êíáâÉä=íçÉ=îççê=êÉé~ê~íáÉW= = qóéÉ=EÇçëÉÉêéçãé=çÑ=íçÉÄÉÜçêÉåFW= = ^êíáâÉäåêKW= = léÇê~ÅÜíåêKW= = iÉîÉêÇ~íìãW= = oÉÇÉå=îççê=êÉé~ê~íáÉW= = = = = =säçÉáëíçÑÖÉÖÉîÉåëW=
báÖÉåëÅÜ~ééÉåW=fêêáíÉêÉåÇW=g~LkÉÉ=
=
=
=
`çêêçëáÉÑW=g~LkÉÉ=
tÉ=îÉêâä~êÉå=ÜáÉêÄáà=Ç~í=ÇÉ=~éé~ê~íììê=îççê=îÉêòÉåÇáåÖ=ÖêçåÇáÖ=ÖÉêÉáåáÖÇ=áë=~~å=òçïÉä=ÇÉ=ÄáååÉåJ=~äë= ÄìáíÉåòáàÇÉ=Éå=îêáà=áë=î~å=ëíçÑÑÉå=ïÉäâÉ=ÖÉî~~êäáàâ=òáàå=îççê=ÇÉ=ÖÉòçåÇÜÉáÇ=òç~äë=ÅÜÉãáëÅÜI=ÄáçäçÖáëÅÜI= ÖáÑíáÖI=çåíîä~ãÄ~~ê=Éå=ê~Çáç~ÅíáÉÑ=ã~íÉêá~~ä=Éå=Ç~í=ÉîÉåíìÉäÉ=çäáÉ=Éêìáí=áë=îÉêïáàÇÉêÇGFK=
^äë=iìíòJgÉëÅç=å~ÇÉêÉ=êÉáåáÖáåÖëïÉêâò~~ãÜÉÇÉå=åçÇáÖ=~ÅÜíI=ïçêÇÉå=ÇÉ=âçëíÉå=ÜáÉêîççê=áå=êÉâÉåáåÖ= ÖÉÄê~ÅÜíK=
tÉ=îÉêòÉâÉêÉå=Ç~í=ÇÉ=ÜáÉêÄçîÉå=ÖÉåçÉãÇÉ=áåÑçêã~íáÉ=ÅçêêÉÅí=Éå=îçääÉÇáÖ=áë=Éå=Ç~í=ÇÉ=~éé~ê~íììê= îçäÖÉåë=ÇÉ=ÖÉäÇÉåÇÉ=îççêëÅÜêáÑíÉå=ïçêÇí=îÉêòçåÇÉåK=
= _ÉÇêáàÑ=L=^ÇêÉëW==
qÉäÉÑççåW==
=
=
c~ñW=
=
=
bJã~áäW=
= = = hä~åíåìããÉêKW= = `çåí~ÅíéÉêëççåW== = = = =
e~åÇíÉâÉåáåÖ=L=píÉãéÉä=
a~íìã
= GF=aççêÜ~äÉå=ï~í=åáÉí=î~å=íçÉé~ëëáåÖ=áë>= = aÉòÉ=îÉêâä~êáåÖ=ãÉí=ÇÉ=~éé~ê~íììê=ãÉÉëíìêÉå=
=
=
Éå=çé=ÇÉ=îÉêé~ââáåÖ=~~åÄêÉåÖÉåK=
=
=
= iìíòJgÉëÅç=dãÄeI==^ã=_çëíÉäÄÉêÖÉ=NV== =
aJPMVMM=tÉÇÉã~êâI=dÉêã~åó=
=
141
16. Garantieaanvraag Svp kopiëren en met de MAGDOS meezenden. Bij uitval van de doseerpomp binnen de garantieperiode vragen wij u de, gereinigde, MAGDOS retour te sturen, met volledig ingevulde garantieaanvraag. Afzender Firma: ................................................................ Tel.-Nr.: ............................. Datum: ............................ Adres: .................................................................................................................................................... Contactpersoon: ..................................................................................................................................... Lutz-Jesco ordernummer: ...................................................................................................................... Leverdatum: ........................................................................................................................................... MAGDOS type: ....................................................................................................................................... Serienummer: ........................................................................................................................................ Nominale capaciteit, nominale druk: ....................................................................................................... Omschrijving probleem: ........................................................................................................................ ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. Aard van het probleem: 1. Mechanische fout p Voortijdige slijtage p Slijtende delen p Breuk/dergelijke schade p Corrosie p Transportschade 3. Lekkage p Aansluitingen p Doseerkop
2. p p p
Elektrische fout Steker of kabel aansluitingen los Bedieningselement (bijv. schakelaars of knoppen) Elektronica
4. Geen of onvoldoende opbrengst p Defect membraan p Overige
Bedrijfsomstandigheden van de doseerpomp Toepassing, systeemaanduiding: ........................................................................................................... Gebruikte toebehoren (zuigleiding, PDS): ............................................................................................. ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. Datum ingebruikname: .......................................................................................................................... Geschat aantal draaiuren: ...................................................................................................................... Svp specifieke installatie beschrijven en op eenvoudige tekening toegepaste materialen, diameters, lengtes en hoogtes aangeven.
142
143
Lutz-Jesco GmbH Am Bostelberge 19 30900 Wedemark Germany Tel.: +49 5130 5802-0 Fax: +49 5130 5802-68 E-Mail:
[email protected] Internet: www.lutz-jesco.de 24h-Hotline: +49 5130 580 280
Austria
Großbritannien
Niederlande
Ungarn
Lutz-Jesco GmbH
Lutz-Jesco (GB) Ltd.
Lutz-Jesco Nederland B.V.
Lutz-Jesco Üzletág
Aredstraße 29/212 2544 Leobersdorf Austria
Gateway Estate West Midlands Freeport Birmingham B26 3QD Great Britain
Nijverheidstraat 14 C 2984 AH Ridderkerk Netherlands
Vasvári P. u. 9. 9024 Györ Hungary
Telefon: +43 2256 62180 Fax: +43 2256 6218062 E-Mail:
[email protected] Internet: www.lutz-jesco.at
Telefon: +44 121 782 2662 Fax: +44 121 782 2680 E-Mail:
[email protected] Internet: www.lutz-jesco.de
Telefon: +31 180 499460 Fax: +31 180 497516 E-Mail:
[email protected] Internet: www.lutz-jesco.nl
Telefon: +36 96 523046 Fax: +36 96 523047 E-Mail:
[email protected] Internet: www.lutz-jesco.hu
USA
East Asia
Middle East
Lutz-JESCO America Corp.
Lutz-Jesco East Asia Sdn Bhd
Lutz-Jesco Middle East FZE
55 Bermar Park Rochester, NY 14624 USA Telefon: +1 585 426-0990 Fax: +1 585 426-4025 E-Mail:
[email protected] Internet: www.jescoamerica.com
Taman Perindustrian Jaya 47200 Petaling Jaya Malaysia
P.O. Box 9614 SAIF-Free Zone Center Sharjah UAE
Telefon: +603 78454812 Fax: +603 78458413 E-Mail:
[email protected] Internet: www.lutz-jescoasia.com
Telefon: +971 6 5572205 Fax: +971 6 5572230 E-Mail:
[email protected] Internet: www.jescome.com
Best.-Nr. BA-10208-05-V02 © Lutz-Jesco GmbH 01/2007 Printed in Germany