De jargonverdelger Gids voor de terminologie van beleggingsfondsen voor de particuliere belegger
we hebben het voor u
Welkom
Geachte lezer,
De financiële wereld staat bol van het vakjargon. Deze jargonverdelger (een soort van lexicon) brengt u een verklaring van courante begrippen die gebruikt worden in de wereld van de beleggingen. Voor mensen in het vak zijn duidelijke begrippen een zegen, want het voorkomt dat ze in hun afspraken elkaar verkeerd begrijpen. Voor de buitenstaander maakt vakjargon het begrijpen van financiële berichtgeving evenwel tot een kwelling. We beseffen daarom dat het heel nuttig blijft om sommige termen wat nader te verklaren. We stellen u een naslagwerk ter beschikking waarin u de meest gebruikte vaktermen mooi naast elkaar vindt. Wanneer u in een van onze beleggingspublicaties op een term stoot die u niet meteen duidelijk is, kunt u de verklaring ervan meteen vinden in deze uitgave. Bij de omschrijvingen in deze jargonverdelger hebben we ons evenwel niet altijd beperkt tot een loutere definitie. We hebben sommige definities aangevuld met voorbeelden of er aan toegevoegd waarom ze belangrijk zijn. Op die manier is dit Lexicon meer dan een verklarend woordenboek geworden. Het verschaft niet alleen bijkomende inzichten in de werking van het financieel-economische gebeuren maar ook van het financieel beheer van uw portefeuille.
Index
4
5
7
Aandelenfonds Actief beheer Actieve positie Activaspreiding AEX-index Asset alocatie Beheerkosten BEL 20 Beleggingsfonds Beleggingshorizon Beleggingsresultaat Beleggingsstijl Benchmark Bevak Bevek Booster Brede cliquet Clickfonds CBFA Compartiment Converteerbare obligaties Corporate bonds
7
Dakfonds Digitale cliquet Distributie-aandelen Diversificatie
8
Emerging markets Europees paspoort
9
Financiële dienst
9
Geldmarktfonds Gemengd fonds
9
Hedge fund Historische volatiliteit
9
ICB Indexmatig beheer Inflation-linked bonds
10
Inventariswaarde Kapitalisatie Kapitalisatie-aandelen
11
Maatschappelijk verantwoord beleggen, MVB Marktkapitalisatie Marktrisico MSCI-sectoren Muntindekking
12
NASDAQ Netto inventariswaarde
12
Open fonds Opkomende markten
12
Plain vanilla Privak Private equity Profielfonds Prospectus
13
Renterisico Reverse cliquet Reverse spread Risicoklasse Risicoloze belegging Risicoprofiel van een belegger Risicoprofiel van een beleggingsfonds Risicospectrum
14
Sicaf Sicav Standaardafwijking
14
Tak 21 Tak 23 Tilted indexing Totaal kostenpercentage
15
Vastgoedbevak Verzekerigsfonds
16
Wisselkoersrisico
Aandelenfonds Een beleggingsfonds dat in hoofdzaak in aandelen belegt. Het aanbod is legio: Compartimenten die wereldwijd beleggen versus compartimenten gespecialiseerd in een land of regio, in een sector of marktniche, met actief beheer of met indexmatig beheer, kwantitatief gestuurde compartimenten,... De beleggingspolitiek is uiteengezet in het prospectus.
Actief beheer Een manier van portefeuillebeheer waarbij de beheerder op grond van zijn marktvisie en verwachtingen actieve posities inneemt met als doel een beter beleggingsresultaat (zie return) te halen dan dat van zijn referentie-index. Tegenover de kans op een beter beleggingsresultaat staat het risico dat het resultaat achterblijft bij dat van de referentieindex. Het tegenovergestelde van actief beheer is indexmatig beheer.
Actieve positie Positie die ontstaat wanneer het relatieve belang van een actief (aandelen, obligaties, ...) in een beleggingsportefeuille afwijkt van het belang van dat actief in de referentie-index van die portefeuille. Het innemen van actieve posities kadert in het actief beheer van een beleggingsfonds.
Activaspreiding Wijze waarop de portefeuille wordt belegd. Ander woord voor asset alloctie. Deze spreiding kan betrekking hebben op aandelen versus obligaties, vastgoed
4
en cash, op renteproducten op korte versus lange termijn, op spreiding over economische sectoren of over landen of regio's, ... Er wordt een onderscheid gemaakt tussen strategische en tactische activaspreiding. Strategische activaspreiding verwijst naar een normportefeuille die gekozen is vanuit een heel lange termijnperspectief, rekening houdend met het risicoprofiel van de belegger en van de doelstellingen van de belegging. In de tactische activaspreiding wijkt de belegger bewust van die normportefeuille af om in te spelen op zijn kortetermijnverwachtingen voor bepaalde activa (actief beheer).
AEX-index De door Euronext berekende en onderhouden graadmeter van de lokale Nederlandse effectenmarkt. De AEX-index is een gewogen index die gebaseerd is op de koersen van de 25 meest verhandelde, in Nederland genoteerde ondernemingen op de effectenbeurs van Euronext. Onder andere de effectieve aandelenomzet in het voorgaande jaar is bepalend of een aandeel wordt opgenomen in de AEX-index. De weging van elk aandeel in de index is mede afhankelijk van de marktkapitalisatie van de vrij verhandelbare aandelen, maar kan nooit meer bedragen dan 10%. Jaarlijks wordt de AEX-index op de eerste handelsdag in maart herwogen. Op de AEX-index worden opties en futures verhandeld.
Asset allocatie Wijze waarop de portefeuille wordt belegd. Ander woord voor activaspreiding. Deze spreiding kan betrekking hebben op aandelen versus obligaties, vastgoed en cash, op renteproducten op korte versus
Jargonverdelger
lange termijn, op spreiding over economische sectoren of over landen of regio's, ... Er wordt een onderscheid gemaakt tussen strategische en tactische asset allocatie. Strategische asset allocatie verwijst naar een normportefeuille die gekozen is vanuit een heel lange termijnperspectief, rekening houdend met het risicoprofiel van de belegger en van de doelstellingen van de belegging. In de tactische asset allocatie wijkt de belegger bewust van die normportefeuille af om in te spelen op zijn kortetermijnverwachtingen voor bepaalde activa (actief beheer).
Beheerkosten Kosten die periodiek door het beleggingsfonds aan de beheerder worden betaald ten laste van het fondsvermogen. Hierdoor komen deze kosten indirect ten laste van de belegger.
BEL 20 De BEL 20-index is een aandelenindex van de 20 belangrijkste Belgische aandelen die worden geselecteerd op basis van hun handelsvolume en hun totale beurskapitalisatie.
Beleggingsfonds Courante naam voor een ICB (Instelling voor Collectieve Belegging) van het contractuele type. Is in essentie een gediversifieerde portefeuille die volgens een in het prospectus uiteengezet beleggingsbeleid belegt in aandelen, obligaties, cash en/of vastgoed. De belegger kan tegen de inventariswaarde in- en uitstappen wanneer hij dat wenst. Een beleggingsfonds biedt heel wat beleggingscomfort voor
5
de intekenaar. Het wordt beheerd door specialisten die de markt op de voet volgen en die ook de volledige administratie voor hun rekening nemen (onder meer het innen van interesten en dividenden).
Beleggingshorizon Periode dat het geld bestemd voor een belegging kan gemist worden.
Beleggingsresultaat Rendement op jaarbasis van een beleggingsproduct. Het beleggingsresultaat in locale munt is het rendement uitgedrukt in de munt waarin het beleggingsproduct noteert. Voor een belegger uit de EMU houdt het rendement rekening met het wisselkoersverloop van de munt waarin het compartiment noteert tegenover de EUR.
Beleggingsstijl Binnen de beleggingspolitiek van een fonds kunnen bijkomende beperkingen opgelegd worden aan de fondsenbeheerder. Zo kan het fonds bij voorkeur beleggen in ondernemingen die een forse groei nastreven (growth), of integendeel naar bedrijven die bedrijven die veeleer op zoek gaan naar waardecreatie (value). Een mixed beleggingsstijl is een combinatie van value en growth. Andere beleggingsstijlen leggen bv. de klemtoon op aandelen van grote ondernemingen (large-caps) of integendeel op die van kleine ondernemingen (small-caps).
Benchmark
Bevek
Letterlijk: ijkstok. Een referentie-index die wordt gebruikt als barometer voor de marktontwikkelingen. De BEL-20 is bijvoorbeeld de benchmark voor de beurs van Brussel. Een benchmark kan ook verwijzen naar een norm- of referentieportefeuille die wordt gebruikt als basis om een beleggingsportefeuille samen te stellen en waarmee het resultaat van een beleggingsportefeuille wordt vergeleken. Zie ook actief beheer en indexmatig beheer.
Voluit 'Beleggingsvennootschap met VEranderlijk Kapitaal' (in het Frans SICAV). Een vorm van ICB van het statutaire type, met als typisch kenmerk dat de bevek, in tegenstelling tot de bevak, doorlopend en zonder formaliteiten haar kapitaal kan verhogen door nieuwe aandelen uit te geven of omgekeerd haar kapitaal kan verminderen door bestaande aandelen in te kopen. Daardoor kan de belegger op elk ogenblik in of uit treden. Dat gebeurt telkens tegen de inventariswaarde van dat ogenblik.
Bevak Voluit 'Beleggingsvennootschap met VAst Kapitaal' (in het Frans SICAF). Een vorm van ICB van het statutaire type, met als typisch kenmerk dat het kapitaal principieel vast is (d.w.z. alleen verhoogd of verlaagd kan worden volgens de regels die gelden voor een gewone vennootschap, waaronder een statutenwijziging) en dat de aandelen beursgenoteerd zijn. Op periodieke tijdstippen (per einde trimester, halfjaar of boekjaar) wordt de inventariswaarde, ook wel intrinsieke waarde genoemd, gepubliceerd. Maar anders dan bij beveks kan de beurskoers van een bevak door vraag en aanbod sterk afwijken van haar intrinsieke waarde. De marktstemming en de interesse van het publiek spelen daarbij een belangrijke rol. De bevak noteert dan met een premie (hoger dan de intrinsieke waarde) of met een discount (lager dan de intrinsieke waarde). De meest voorkomende bevaks beleggen in vastgoed, maar er zijn ook bevaks die in aandelen beleggen.
6
Booster Booster is een verzamelnaam voor structuren die tot doel hebben het rendement van een ICB de hoogte in te jagen. Dikwijls keren zij op hun vervaldag een veelvoud uit van de prestatie van het onderliggende.
Brede cliquet Beleggingsfondsen met een cliquetstructuur spelen in op de vraag van beleggers om, naast kapitaalbescherming, ook de tussentijdse ontwikkelingen mee te pikken. Op vooraf bepaalde momenten worden eventuele meer- of minderwaarden al vastgeklikt. De term ‘brede cliquet’ duidt op de vastgelegde maxima/minima per deelperiode. De belegger weet van bij de start welk percentage van maximale stijging of daling meetelt in het uiteindelijke rendement. Het maximale percentage wordt ook ‘cap’ genoemd, het minimum ‘floor’. Fondsen met een cliquetstructuur kijken niet alleen tussentijds naar de ontwikkeling van de onderliggende beurs,
Jargonverdelger
maar genereren op die observatiemomenten ook een nieuwe startwaarde voor de volgende deelperiode. Deze observatiedata – meestal is er één per jaar – worden bij de start van het fonds vastgelegd. Op de eindvervaldag ontvangt de belegger de som van alle percentages die gedurende de looptijd van het fonds werden vastgeklikt.
Clickfonds Dit is de populaire benaming voor beleggingsfondsen met kapitaalbescherming die iedere periode (meestal 1 jaar) hun rendement vastleggen (vastklikken).
Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) De Commissie voor het Bank-, Financie en Assurantiewezen (CBFA) is de Belgische toezichthouder op de financiële sector en de financiële diensten. De instelling speelt een belangrijke rol in de wettelijke controle van alles wat er op de financiële markten gebeurt. Ze houdt onder meer toezicht op de financiële instellingen, de beursvennootschappen en de financiële informatieverstrekking.
Compartiment Bij een bevek is compartimentering mogelijk. Dat betekent dat de bevek is opgesplitst in afzonderlijke portefeuilles die elk een eigen beleggings-beleid hebben. Bij iedere uitgifte van een compartiment is er een prospectus beschikbaar waarin de specifieke
7
beleggingspolitiek van het compartiment wordt beschreven. Het voordeel voor de belegger is dat hij tegen lagere kosten kan overstappen van het ene compartiment naar het andere en zo goedkoper kan inspelen op wijzigende marktomstandigheden.
Converteerbare obligatie Een obligatie die op verzoek van de houder binnen een bepaalde periode en tegen vooraf vastgestelde voorwaarden en conversieprijs kan worden omgezet in aandelen van de betrokken onderneming. Het voordeel voor de belegger bestaat erin dat hij zelf kan kiezen of en wanneer hij zijn vastrentende investering omzet in risicokapitaal. Als beleggingsinstrument is een converteerbare obligatie sterk vergelijkbaar met obligaties met warrant. Het grote verschil bestaat erin dat bij een converteerbare obligatie het conversierecht niet apart verhandeld kan worden.
Corporate bonds Engels woord voor obligaties die uitgegeven werden door commerciële bedrijven.
Dakfonds Een beleggingsfonds dat niet rechtstreeks belegt in aandelen en obligaties, maar onrechtstreeks via andere beleggingsfondsen. De beleggingspolitiek wordt uiteengezet in het prospectus.
Digitale cliquet Deze structuur geeft aan dat de meerwaarde afhankelijk is van een alles-of-niets-optie. Bij het voldoen aan een bepaalde voorwaarde is er een mooie winst. Wordt de voorwaarde niet vervuld, dan is er geen (of een heel minieme) opbrengst. Periodiek wordt er dus gekeken naar de onderliggende waarde. Deze onderliggende waarde is vaak gekoppeld aan aandelen, maar kan ook worden gekoppeld aan een vreemde munt of een rentevoet. De digitale ‘pay off‘-structuur wordt altijd gecombineerd met een cliquetformule. Zo ontvangt de belegger op de eindvervaldag de som van de digitale clicks per deelperiode.
Distributie-aandelen Een beleggingsfonds kan distributie-aandelen of kapitalisatie-aandelen uitgeven. Bij distributie-aandelen worden bepaalde inkomsten, meestal dividenden of rente, die de beleggingsvennootschap geïncasseerd heeft, periodiek uitgekeerd onder de vorm van een dividend. Bij kapitalisatie-aandelen worden deze inkomsten niet uitgekeerd, maar herbelegd. Beide soorten aandelen kunnen naast elkaar bestaan.
Diversificatie Een belegging houdt vaak risico's in. Die risico's zijn in hoge mate afhankelijk van het aantal verschillende waarden die de portefeuille bevat. Diversifiëren of spreiden is een eenvoudige maar heel doeltreffende techniek om risico's te beperken. Het te beleggen kapitaal wordt namelijk gespreid over beleggingen
8
in verschillende waarden van verschillende soorten. Een van de belangrijkste troeven van een beleggingsfonds is het aanbieden van een verantwoorde spreiding, vanaf een heel klein belegbaar bedrag.
Emerging markets Opkomende markten waarvan men verwacht dat ze in versneld tempo hun economische ontwikkelingsachterstand tegenover het Westen zullen ophalen. Daardoor kan van de aandelenbeurzen in die landen een hoger rendement verwacht worden. Tegenover die kansen op een hoger rendement, staan evenwel ook hogere risico's. Voorbeelden zijn een aantal landen uit Zuidoost-Azië (Thailand, China, ...), LatijnsAmerika (Brazilië, Chili, ...) en Centraal- en Oosteuropese landen (Polen, Tsjechië, ...).
Europees paspoort In alle lidstaten van de EU is er een toezichthouder die de activiteiten van de beleggingsfondsen controleert. In België is dat de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). De toezichthouder kan een Europees paspoort verlenen aan de beleggingsfondsen die beantwoorden aan de Europese normen. Die mogen dan ook in andere lidstaten van de EU worden verkocht. De Europese normen hebben vooral betrekking op beleggingsbeperkingen, die een overdreven concentratie van de portefeuille in een beperkt aantal waarden moeten tegengaan. Zo kan een individueel aandeel hoogstens 10 % van de portefeuille van een aandelenfonds uitmaken en mogen alle posities van meer dan 5 % samen hoogstens 40 % van de portefeuille beslaan.
Jargonverdelger
Financiële dienst
Hedge fund
De financiële dienst van een beleggingsfonds omvat alle administratieve taken die uitgevoerd moeten worden om het beleggingsfonds op te zetten en te onderhouden en de communicatie naar de overheid en naar de beleggers. Deze taken omvatten onder andere het opstellen van de uitgifteprospectus, het berekenen van de inventariswaarde, het opstellen van een jaarverslag en het verzekeren van de relaties met de Commissie voor het Bank-, Financie en Assurantiewezen.
Ook wel hefboomfonds genoemd. Een verzamelnaam voor beleggingsinstellingen waarbij de beheerder een grote beleggingsvrijheid heeft. Hij kan beleggen in om het even welke markt en in om het even welk beleggingsinstrument, en kan zowel short- (het ontlenen van beleggingsinstrumenten) als long-posities (het aankopen van beleggingsinstrumenten) innemen. Meestal heeft de beheerder zelf een participatie genomen of ontvangt hij een resultaatsverbonden vergoeding, wat zijn betrokkenheid en motivatie aanscherpt. In tegenstelling tot 'traditionele' beleggingsfondsen, die doorgaans tot doel hebben om een beter resultaat te halen dan hun referentie-index, streven hedge fondsen een maximale absolute return na, onafhankelijk van de marktomstandigheden.
Geldmarktfonds Beveks die vooral in de geldmarkt beleggen. Dergelijke fondsen beleggen in termijndeposito's, schatkistcertificaten, commercial paper, thesauriebewijzen en obligaties met een korte restlooptijd. Het is de enige manier voor een particuliere belegger om met bescheiden bedragen te participeren in deze markten. De specifieke beleggingspolitiek van elk fonds wordt uiteengezet in een prospectus.
Gemengd fonds Een beleggingsfonds dat belegt in activa van verschillende klassen zoals aandelen, obligaties, vastgoed, liquiditeiten. Het aanbod is uitgebreid. Zo zijn er fondsen die afgestemd zijn op het risicoprofiel van de belegger. Andere voorbeelden zijn pensioenspaarfondsen, die ook een combinatie zijn van aandelen- en vastrentende beleggingen. Het prospectus legt de beleggingspolitiek vast van het fonds.
9
Historische volatiliteit De beweeglijkheid van een onderliggende waarde over een bepaalde periode; te vergelijken met de relatieve spreiding van koersen ten opzichte van het gemiddelde in die periode. Het gebruik van historische beweeglijkheid (of historic volatility) is gebaseerd op het idee dat men vanuit de beweeglijkheid of volatiliteit van een fonds in een voorbije periode conclusies zou kunnen trekken voor de toekomst.
ICB Afkorting van 'Instelling voor Collectieve Belegging'. Een entiteit, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, die collectief spaargelden verzamelt en gemeenschappelijk beheert. De belegger participeert direct
in een gediversifieerde portefeuille. Is in feite de overkoepelende naam voor alle vormen van beleggingsfondsen, ongeacht hun juridisch statuut. Volgens hun juridisch statuut wordt een onderscheid gemaakt tussen ICB's van het contractuele type (gemeenschappelijke beleggingsfondsen) en ICB's van het statutaire type (beleggingsvennootschappen). Zie ook bevek, bevak en privak.
Indexmatig beheer Een manier van portefeuillebeheer waarbij de beheerder probeert zo efficiënt mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten een referentie-index te kopiëren. Hij is niet uit op een hoger rendement dan deze van de norm-portefeuille. Het tegenovergestelde van actief beheer.
Inflation-linked bonds Inflatiegeïndexeerde obligaties. Obligaties waarvan de couponbetalingen en de hoofdsom gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van een bepaalde consumptieprijsindex. De koers van de inflatiegelinkte obligaties wordt namelijk bepaald door de reële rente. Hieronder verstaan we de nominale rente gecorrigeerd voor de inflatieverwachtingen. Als het nominale rentepeil en de inflatie- verwachtingen even sterk stijgen, blijft de koers van de inflatiegelinkte obligaties ongeveer stabiel. De belegger met een inflatiegelinkte obligatie is dan beter beschermd tegen een stijging van de rente dan met een klassieke obligatie.
10
Inventariswaarde Ook wel intrinsieke waarde genoemd. Komt overeen met de marktwaarde van het netto-actief van de portefeuille, gedeeld door het aantal deelbewijzen. De inventariswaarde wordt periodiek, meestal dagelijks, berekend en gepubliceerd in de financiële pers. Deze publicatie gebeurt altijd met enige vertraging omdat de berekeningen van de portefeuillewaarde voor een bepaalde dag maar kan gebeuren wanneer alle beurskoersen gekend zijn. Toe- en uittredingen bij een bevek gebeuren altijd aan deze inventariswaarde.
Kapitalisatie Oprenten via de formule van de samengestelde interest. Inkomsten worden niet uitgekeerd, maar herbelegd in hetzelfde financieel actief. Met kapitalisatie kan men ook de marktkapitalisatie van een aandeel of een markt bedoelen.
Kapitalisatie-aandelen Een beleggingsfonds kan distributie-aandelen of kapitalisatie-aandelen uitgeven. Bij distributie-aandelen worden bepaalde inkomsten die de beleggingsvennootschap geïncasseerd heeft, meestal dividenden of rente, periodiek uitgekeerd onder de vorm van een dividend. Bij kapitalisatie-aandelen worden deze inkomsten niet uitgekeerd, maar herbelegd. Beide soorten aandelen kunnen naast elkaar bestaan.
Jargonverdelger
Maatschappelijk verantwoord beleggen, MVB (Socially Responsible Investments, SRI) Maatschappelijk verantwoord beleggen combineert traditionele financiële waarden met sociale, “bestuursmatige” ( corporate governance) en leefmilieucriteria door ze op een structurele, vrijwillige en transparante manier op te nemen in het investeringsbeheer en bij de uitoefening van de daaraan verbonden rechten. Overleg met de stakeholders maakt eveneens deel uit van dit proces. Door Maatschappelijk Verantwoord Beleggen aan te bieden, worden financiële stromen gekanaliseerd naar bedrijven die in de meest optimale wijze respect opbrengen voor de aanspraken van de verschillende stakeholders. Door transparant te zijn over de beoordeling en de selectie, wordt MVB effectief gezien als een instrument om bedrijven aan te zetten werk te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maatschappelijk verantwoord beleggen vertrekt vanuit de visie dat milieu, sociale en "governance" – factoren ‘leading indicators’ zijn voor toekomstige bedrijfswinsten. MVB heeft echter niet de formele doelstelling te streven naar structurele hogere rendementen. Rendement wordt beschouwd als een gevolg van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
11
Marktkapitalisatie De beurswaarde van een bedrijf of van alle bedrijven uit een index. De beurswaarde van een bedrijf is gelijk aan de beurskoers van het aandeel vermenigvuldigd met het aantal uitstaande aandelen. Bedrijven worden ingedeeld op basis van hun marktkapitalisatie in de categoriëen small-cap (tot 1 miljard USD), mid-cap (van 1 tot 10 miljard USD) en largecap (meer dan 10 miljard USD).
Marktrisico Het marktrisico is het deel van het rendement dat gegenereerd wordt door de werking van factoren die voor ieder aandeel (de gehele markt) van belang zijn.
MSCI-sectoren Morgan Stanley Capital International (MSCI) deelde de activiteiten van beursgenotee de ondernemingen hiërarchisch in in 10 sectoren, 24 industriegroepen en daabinnen in nog meer gedetailleerde niveaus. De classificatie van deze onafhankelijke leverancier van aandelenbeurs-indices is in de financiële wereld de standaard voor de classificatie van beursgenoteerde aandelen. Obligaties worden niet volgens deze classificatie ingedeeld.
Muntindekking Een belegger die belegt in producten die noteren in deviezen loopt het risico dat de wisselkoers van die vreemde munt schommelt tegenover zijn eigen munt. Dat risico kan afgeschermd worden via muntindekking.
NASDAQ
Plain vanilla
NASDAQ (= National Association of Security Dealers of Automated Quotations) is de Amerikaanse beurs waar jonge en snelgroeiende bedrijven noteren. Het is de tegenhanger van NASDAQ Europe.
Beleggingsfondsen met een ‘plain vanilla’-structuur bieden naast de kapitaalbescherming op de eindvervaldag een bepaald percentage van de eventuele stijging van de onderliggende waarde. Die onderliggende waarde kan zijn: • ofwel één beursindex of een korf van beursindices; • ofwel een korf met individuele aandelen; • ofwel nog een andere waarde: bijvoorbeeld een valuta. Bij deze structuren wordt op de eindvervaldag de eventuele meerwaarde bepaald. Bij de lancering van het fonds wordt wel duidelijk afgesproken in welke mate de onderliggende waarde gevolgd wordt, uitgedrukt in procenten (bijvoorbeeld100 %). Dit percentage noemen we de ‘volggraad’. De volggraad is afhankelijk van de marktomstandigheden bij het opzetten van het product.
Netto inventariswaarde Een open fonds is een beleggingsfonds waarin geen constructies opgezet zijn om het belegde kapitaal te beschermen. Of een fonds open is staat los van de activa waarin het belegt. Zo bestaan er zowel open aandelenfondsen als open obligatiefondsen.
Open fonds Dat is de totale waarde van alle activa in een beleggingsfonds gedeeld door het aantal deelbewijzen, na aftrek van de kosten die door het fonds gedragen worden.
Opkomende markten Nederlands voor emerging markets. Opkomende markten waarvan men verwacht dat ze in versneld tempo hun economische ontwikkelingsachterstand tegenover het Westen zullen ophalen. Daardoor kan van de aandelenbeurzen in die landen een hoger rendement worden verwacht. Tegenover die kansen op een hoger rendement, staan evenwel ook hogere risico's. Voorbeelden zijn een aantal landen uit Zuidoost-Azië (Thailand, China, ...), Latijns-Amerika (Brazilië, Chili, ...) en Centraal- en Oosteuropese landen (Polen, Tsjechië, ...).
12
Privak Een bevak die voornamelijk belegt in niet-beursgenoteerde bedrijven en meer in het bijzonder in durfkapitaal. Een privak belegt in jonge en beloftevolle ondernemingen die nood hebben aan risicokapitaal en in onder-nemingen die in afwachting van een beursgang een deel van hun aandelen bij privé-investeerders wensen onder te brengen. Beleggers mikken daarmee hoofdzakelijk op de realisatie van belangrijke meerwaarden bij een succesvolle beursintroductie of bij een vooraf vastgelegde uitstapregeling. Om de verhandelbaarheid van de portefeuille te verhogen kan een privak ook gedeeltelijk beleggen in ondernemingen die al op de beurs noteren.
Jargonverdelger
Private equity
Reverse cliquet
Aandelen van niet-beursgenoteerde ondernemingen. Wordt meestal geassocieerd met durfkapitaal.
De ‘reverse cliquet’-structuur is terug te vinden bij de beleggingsfondsen met kapitaalbescherming. Het heeft als belangrijkste kenmerken - naast de kapitaalbescherming - de hoge potentiële meerwaarde (= voorgift) en de korte tot heel korte looptijd. De meerwaarde op de eindvervaldag is niet zozeer afhankelijk van de stijging van de onderliggende index maar wel van de maandelijkse schommeling (volatiliteit).
Profielfonds Een beleggingsfonds dat een heel ruime spreiding nastreeft over aandelen, obligaties, vastgoed en cash. Naargelang zijn risicoprofiel kan de belegger kiezen voor fondsen met systematisch meer obligaties of cash (en dus minder aandelen) of fondsen die structureel sterk in aandelen zijn belegd. De onderliggende aandelen- en obligatieportefeuilles zijn eveneens sterk gespreid. Op die manier is het een 'all in'-oplossing voor de eindbelegger, met het gepaste niveau van risico. De beleggingspolitiek wordt toegelicht in het prospectus.
Prospectus Het prospectus is een publicatie waarin de emittent bij een uitgifte of een beursnotering een aantal gegevens over zijn vennootschap bekendmaakt, evenals een precieze beschrijving geeft van de voorwaarden van de emissie. In het prospectus staan onder meer gegevens over het eigen vermogen, de financiële positie, de resultaten en de vooruitzichten van de vennootschap.
Renterisico Het renterisico is het risico dat uw belegging in waarde daalt doordat de rente op nieuwe beleggingen met een gelijkaardige restlooptijd stijgt.
13
Reverse spread De ‘reverse spread’-structuur is een structuur gebruikt voor de opbouw van een beleggingsfonds met kapitaalbescherming. De structuur is verwant aan de reverse cliquet-structuur. Het heeft als belangrijkste kenmerken - naast de kapitaalbescherming - de hoge potentiële meerwaarde (= voorgift) en de korte tot heel korte looptijd. De meerwaarde op de eindvervaldag is niet zozeer afhankelijk van de stijging van de onderliggende index maar wel van de rendementsverschil tussen de beste en de slechtst presterende aandelen in het fonds.
Risicoklasse Een risicicoklasse van een beleggingsfonds geeft aan hoeveel de opbrengst van een belegging in dat fonds kan schommelen. Deze classificatie werd opgesteld door de Belgian Asset Managers Association (BEAMA). Het uitgangspunt voor de bepaling van de risicoklasse is de volatiliteit. Deze vinden we door de standaardafwijking te berekenen van de maandelijkse returncijfers, in euro, over een periode van 5 jaar.
Risicoloze belegging Een risicoloze belegging is die categorie van beleggingsproducten, waarbij de schommelingen van het beleggingsresultaat uiterst beperkt zijn. Dat is het geval wanneer het kapitaal belegd wordt tegen een vaste rente. Tegenover het beperkte risico zal evenwel maar een beperkt rendement staan.
Risicoprofiel (van een belegger) Niet iedere belegger heeft dezelfde behoeften. De ene belegger kiest graag voor wat meer risico met de kans op een hoger rendement, terwijl een andere graag op zeker speelt en tevreden is met een lager rendement. KBC helpt u om te bepalen wat het risicoprofiel van de belegger is. Bij ieder risicoprofiel stelt KBC een aangepaste doelportefeuille voor, die de hoogst mogelijke opbrengst nastreeft. Zo'n doelportefeuille is een combinatie van activa zoals aandelen en obligaties die rekening houdt met uw persoonlijke houding tegenover het nemen van beleggingsrisico's. De KBC-doelportefeuille wordt maandelijks afgetoetst aan de jongste conjunctuurontwikkelingen en zo nodig bijgesteld.
Risicoprofiel (van een beleggingsfonds) Een risicoprofiel van een beleggingsfonds doet op basis van de risicoklasse van het fonds een uitspraak over het risicoprofiel van de beleggers waarvoor dat fonds een passende belegging is. Een risicoprofiel
14
van een fonds kan omwille van de ontwikkelingen van de financiële markten wijzigen.
Risicospectrum Visuele voorstelling waar het te verwachten rendement van een concreet product gesitueerd wordt naast verschillende andere beleggingsvormen.
Sicaf Voluit 'Société d'Investissement à Capital Fixe'. Franse term voor bevak.
Sicav Voluit 'Société d'Investissement à Capital Variable'. Franse term voor bevek.
Standaardafwijking Het resultaat van een belegging ligt op jaarbasis binnen een bepaalde marge rond het gemiddelde resultaat op langere termijn. De standaardafwijking is een wiskundig begrip dat de breedte van deze schommelingsmarge beschrijft. Hoe groter de standaardafwijking, hoe breder de marge en hoe groter het risico dat samengaat met deze beleggingsvorm.
Tak 21 Een spaarcontract gekoppeld aan een levensverzekering. Het contract voorziet een gegarandeerd vast minimumrendement met daar bovenop een variabe-
Jargonverdelger
le winstdeelname, die jaarlijks door de beheerderverzekeraar wordt vastgesteld, afhankelijk van het beleggingsresultaat van de portefeuille. Om wettelijke en fiscale redenen zijn de minimale looptijden lang (minstens 8 jaar en 1 dag). Zie ook Tak 23.
Tak 23 Verzamelnaam voor levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen. In tegenstelling tot Tak 21 levensverzekeringsproducten wordt bij Tak 23 producten het financiële risico van de beleggingen volledig doorgeschoven naar de verzekeringsnemer. Het beleggingsresultaat is uitsluitend afhankelijk van de veranderlijke opbrengst van de onderliggende activa. De verzekeraar zorgt alleen voor het beheer van de fondsen en de dekking van het eventuele overlijdensrisico, als de belegger daarvoor heeft gekozen. Men maakt een onderscheid tussen emissieproducten (die een bepaalde eindvervaldag hebben, omdat zij gekoppeld zijn aan een beleggingsfonds van het gesloten type) en langetermijnproducten (met een onbeperkte duur, want gekoppeld aan een of meer beleggingsfondsen van het open type).
Tilted indexing Is een tussenvorm tussen actief beheer en indexmatig beheer, waarbij de beheerder maar in beperkte mate afwijkt van de referentie-index.
15
Totaal kostenpercentage (TKP) De Europese richtlijn UCITS III verplicht de fondsenbeheerders tot de bekendmaking in het vereenvoudigde prospectus van het Totaal kostenpercentage (TKP). In de TKP zijn alle jaarlijkse terugkerende kosten samengebracht. Naast het beheerloon worden ook andere kosten als administratie- en marketingkosten in rekening gebracht. De publicatie van het TKP verbetert de vergelijkbaarheid van de kosten tussen verschillende fondsen.
Vastgoedbevak Een bevak die belegt in een gespreide en wisselende portefeuille van vastgoed. Vastgoedbevaks worden verhandeld op de beurs en het gaat altijd om distributie-aandelen. Ze zijn verplicht om minimaal 80 % van hun winst uit te keren. De dividenden zijn onderworpen aan de roerende voorheffing die van toepassing is op aandelen. Vastgoedbevaks die voor minimaal 60 % beleggen in residentieel vastgoed, genieten vrijstelling van roerende voorheffing. Niet te verwarren met vastgoedcertificaat.
Verzekeringsfonds Een verzekeringsfonds is een levensverzekering gekoppeld aan een beleggingsfonds. Tak 21 formules garanderen een minimumrendement. Bij Tak 23 is het rendement afhankelijk van de financiële markten. De beleggingspolitiek is uiteengezet in het prospectus.
Wisselkoersrisico Het wisselkoersrisico van een vreemde munt is het risico dat die munt in waarde schommelt tegenover de eigen munt. Het wisselkoersrisico van een beleggingsfonds geeft aan of wisselkoersschommelingen van de onderliggende activa, de activa waarin het fonds belegt, een grote invloed hebben op de inventariswaarde van het fonds.
16
Als u nog vragen hebt over uw bankzaken of verzekeringen, kunt u terecht in uw KBC-bankkantoor of bij de medewerkers van KBC-Telecenter op het nummer 078 152 153. U bereikt hen op werkdagen van 8 tot 22 uur en op zaterdag en banksluitingsdagen van 9 tot 17 uur. U kunt ook schrijven, faxen, mailen of surfen naar: KBC-Telecenter Schoenmarkt 35 2000 Antwerpen Fax 03 283 29 50
[email protected] www.kbc.be Alle verrichtingen van KBC Bank NV zijn onderworpen aan de Algemene Bankvoorwaarden, aangevuld met de Bijzondere Bepalingen. De teksten zijn verkrijgbaar in alle KBC-bankkantoren. Zetel van de vennootschap: KBC Bank NV, Havenlaan 6, 1080 Brussel, België. BTW BE 462.920.226, Bankrekening 730-0000000-93. Verantwoordelijk uitgever: Alexander Wolfers KBC Asset Management NV, Havenlaan 6, 1080 Brussel, België. KBC Bank NV, CBFA 26 256. KBC Verzekeringen NV, onderneming toegelaten voor alle takken onder code 0014 (K.B. 4 juli 1979, B.S. 14 juli 1979).
we hebben het voor u
www.kbc.be