het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.1/13
Probleem-geörienteerd politiewerk
25
De fenomeenmethode: een handvat voor probleemgeörienteerd politiewerk Linda Guijt MSc en Sven van Schaik MSc zijn recherchekundigen.
Als de politie haar effectiviteit wil vergroten is een verschuiving van incidentgericht naar probleem-georiënteerd politiewerk noodzakelijk. De fenomeenmethode is een generiek toepasbaar model voor een probleemgeoriënteerde integrale aanpak van criminaliteit. Toepassing ervan is onlosmakelijk verbonden met nieuwe denkwijzen en stijl van leiderschap. Linda Guijt en Sven van Schaik breken een lans voor de integratie van een stuk denken in het doen.
D
e inzet van politie wordt in grote mate bepaald door onvoorziene incidenten. Burgers hebben vaak hoge verwachtingen van de politie die, gezien de strikte regelgeving en richtlijnen, onmogelijk waargemaakt kunnen worden. De druk die dit oplevert zorgt ervoor dat de politie zich overbelast voelt en een beroep doet op standaard remedies zoals meer personeel, meer trainingen en verbeterde uitrusting en techniek. Hoe begrijpelijk deze reacties ook zijn, ze zorgen niet voor een structurele oplossing van de onderliggende oorzaken van het probleem. Hiervoor is een nieuwe benadering noodzakelijk, waarbij de focus verschuift van het veroordelen van criminelen naar het controleren van het criminaliteitsprobleem.1 Incident- en dadergericht politiewerk zijn beperkt in hun reikwijdte en effect doordat ze een standaard set van politietactieken toepassen op een brede variëteit aan omstandigheden. Hierbij ligt de focus op incidenten in plaats van op de onderliggende problemen die de incidenten veroorzaken.2 Probleem-georiënteerd politiewerk richt zich op de onderliggende oorzaken van incidenten. Middels informatie die wordt verzameld vanuit verschillende bronnen, worden de onderliggende problemen van een criminaliteitsvorm in kaart gebracht. Op basis hiervan formuleert men strategieën waarbij gebruik wordt gemaakt van een brede variatie van vaak niet-traditionele benaderingen. Om de problemen aan te pakken zoekt men de samenwerking met diverse publieke en private partners2,3. Sinds Goldstein in19794 het concept probleem-georiënteerd politiewerk in een publicatie heeft beschreven, zijn er in Amerika diverse initiatieven geweest om het concept in de politiepraktijk te integreren. Uit diverse ‘case studies’ is gebleken dat de politie veelal alleen veranderingen implementeert die liggen aan de periferie van probleem-georiënteerd politiewerk. De kern van dit concept wordt vaak niet geadopteerd, waardoor het begrip hiervan steeds kleiner wordt. Er zijn in de praktijk op kleine schaal, voornamelijk door individuele agenten op straat, wel initiatieven waarvan de resultaten veelal indrukwekkend zijn. Oude problemen worden op creatieve wijze aangepakt waarbij niet-traditionele strategieën met uiteenlopende partners worden geïm-
TvdP_1_2013_DEF.indd 25
plementeerd. Ondanks de behaalde successen op kleinschalig operationeel niveau is het geanticipeerde effect, namelijk dat kleinschalige projecten vanzelf zouden leiden tot initiatieven op grootschalig tactisch en strategisch niveau, uitgebleven.1
Elementen Op basis van het onderzoek van Goldstein1 zijn enkele elementen te benoemen die kunnen bijdragen aan het concept probleem-georiënteerd politiewerk: 1. De bereidheid bij politieleiders om capaciteit vrij te stellen voor de bestudering van problemen. 2. De bestudering van problemen op strategisch niveau door medewerkers die beschikken over geavanceerde vaardigheden op het gebied van (wetenschappelijk) onderzoek, methodologie en het verzamelen en analyseren van informatie. Deze medewerkers moeten ook begrip hebben van de complexiteit en dynamiek van politiewerk en daarnaast beschikken over sterke persoonlijkheidskenmerken zoals geduld, doorzettingsvermogen en een scherpe geest. 3. Het beschikken over academici om problemen te bestuderen en hiervoor methodieken te ontwikkelen. Voldoende politieleiders die bereid zijn om academici te betrekken in hun werk en ruimte te creëren voor onderzoek. 4. Maatschappelijke druk om tot verandering te komen. De druk om ‘iets’ te doen bij een crisissituatie resulteert veelal in simpele maatregelen die direct een kalmerend effect sorteren. Een dergelijke aanpak heeft echter zelden een duurzaam effect op het probleem. Door burgers zorgvuldig te informeren over problemen kunnen zij een belangrijke kracht worden in de ondersteuning van een probleem-georiënteerde benadering van criminaliteit.
Probleem-geörienteerd politiewerk is essentieel, wil de politie haar effectiviteit vergroten. De auteurs presenteren een generiek toepasbaar model dat niet alleen volledig binnen dat concept past, maar ook de gebruiker kan helpen de kern ervan te adopteren.
12-02-2013 12:33:52
Probleem-geörienteerd politiewerk
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.1/13 Foto: ANP, Catrinus van der Veen
26 Ondanks ‘de waan van de dag’ waar politieleiders mee te maken hebben, zullen ze capaciteit vrij moeten maken om problemen te bestuderen.
5. Financiële middelen om capaciteit voor probleemonderzoek te kunnen vrijmaken of om hiervoor personeel in te huren. Vanwege de interne en externe druk op de politie om alert te reageren bij een crisissituatie, bestaat de neiging tot snel en reactief handelen. De ogenschijnlijk duurdere mogelijkheid om het probleem te onderzoeken wordt daarmee aan de kant geschoven.
Terugvallen in oude patronen In diverse publicaties is te lezen dat de politie in Nederland op zoek is naar mogelijkheden om te komen tot een probleem-georiënteerde benadering van criminaliteit5,6,7. Uit een onderzoek van het WODC blijkt dat op het gebied van georganiseerde criminaliteitsbestrijding een probleemgeoriënteerde benadering niet gebruikelijk is. Een subjectgerichte benadering is leidend en in plaats van een brede en integrale informatieverzameling wordt er vrijwel uitsluitend informatie uit de politiesystemen verzameld.8 Wel zijn er in de politiepraktijk initiatieven om te komen tot een meer situationele aanpak. Het betreft hier concepten als nodale oriëntatie, hotspots, het barrièremodel, de netwerkaanpak, enzovoort. Deze gaan verder dan een eendimensionale aanpak zoals de delict- en/of dadergerichte werkwijze omdat ze uitgaan van de wisselwerking tussen de dader en zijn omgeving. Hoewel er bij een situationele aanpak meer vanuit het probleem wordt geredeneerd dan bij een eendimensionale benadering, is dit slechts vanuit wat de politie en haar partners zien of weten. Doordat de onderliggende oorzaken van het probleem niet in kaart worden gebracht, bestaat het risico dat men bij de uitwer-
Een probleemgeörienteerde benadering is bij de Nederlandse politie niet gebruikelijk
TvdP_1_2013_DEF.indd 26
king terugvalt in oude patronen. Als een probleem-georiënteerde benadering wordt verward met een situationele benadering dan wordt de kern niet adequaat geadopteerd waardoor het concept van probleem-georiënteerd politiewerk niet tot zijn recht komt.
Nieuw denkproces Het adopteren van het concept probleem-georiënteerd politiewerk heeft veel implicaties voor de politieorganisatie, haar leiderschap en het personeel. Het introduceert namelijk een nieuw denkproces over politiewerk dat het centrale punt kan worden waaromheen elementen van het politiewerk worden georganiseerd.1 Ook op het gebied van onderzoek en ontwikkeling heeft probleem-georiënteerd politiewerk implicaties voor de politie. Albert J. Reiss zei hier in 1982 het volgende over: ‘Were police to shift their concerns to these kinds of problems, the role of research for police could change dramatically. The police would be no longer consumers of research but producers of it, and research would not be done primarily by outsiders but as a management operation. Moreover, the research and development department of a police organisation might become as critical to its future as research and development are to other modern industrial and government agencies’.’9 Het belang van probleem-georiënteerd politiewerk is onmiskenbaar en kan worden gevonden in het feit dat de politie haar werkzaamheden zou moeten baseren op de kennis die er is over de aard van de aan te pakken problemen en op de effectiviteit van verschillende aanpakstrategieën. 1 Hoe logisch en voor de hand liggend het ook klinkt, we moeten er niet zonder meer van uitgaan dat met de huidige initiatieven de implementatie van het concept probleem-georiënteerd politiewerk een succes wordt. Uit de al genoemde lessen die in Amerika zijn geleerd is gebleken dat een implementatie alleen een succes zal worden als het concept vanuit de kern wordt verwezenlijkt.
De fenomeenmethode De fenomeenmethode is een werkwijze die niet alleen volledig past binnen probleem-georiënteerd politiewerk maar de gebruiker ook kan helpen om de kern van het concept te adopteren. De methode betreft een generiek toepasbaar model voor een probleem-georiënteerde integrale aanpak van criminaliteit.
12-02-2013 12:33:56
Probleem-geörienteerd politiewerk
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.1/13
27
1. Strategieformulering Nadat een gedegen probleemdefinitie is opgesteld, gaat de Strategieformulering van start. Deze fase bestaat uit verschillende onderdelen.
Informatiebronnen SWOT - Analyse
Strategische Formulering
Informatiebronnen
Er vindt een integrale informatiefase plaats waarmee actuele ontwikkelingen met betrekking tot het criminaliteitsproStrategische bleem inzichtelijk worden gemaakt. Daarbij wordt ook Evaluatie rekening gehouden met mogelijke toekomstige ontwikkelinDeelprojecten gen. Door het probleem op een omgevingsgerichte wijze te beschouwen is er een vanzelfsprekende oriëntatie op een netwerk van partners waarmee kan worden samengewerkt. Strategische Plannen van Aanpak Voor een complete beschouwing van het probleem is een Implementatie 360˚ scan nodig. Binnen de fenomeenmethode wordt deze Dossier verricht op basis van een inzicht van Giliam de Valk (Docent inlichtingen- en veiligheidsstudies bij het Ad de Jonge centrum, UvA).11 Dit inzicht is ontstaan op basis van Figuur 1: Schematische weergave fenomeenmethode. een uitspraak die Donald Rumsfeld (minister van Defensie van de USA) deed op 12 februari 2002, voorafgaand aan de inval in Irak: ‘There are known knowns; there are things we know that we Middels een integrale informatieverzameling wordt het know. veiligheidsprobleem van binnenuit in zijn context beschouwd. Vervolgens wordt een SWOT-analyse toegepast. There are known unknowns; that is to say there are things that we know we don’t know. Dit resulteert in een breed palet aan interventiestrategieën waarop, op basis van intelligence, een integrale sturing kan But there are also unknown unknowns; there are things we don’t know we don’t know.’ plaatsvinden. De gekozen strategieën leiden, conform het speelveldmodel, tot een drietal uitkomsten, namelijk De Valk zegt dat deze uitspraak niet compleet is en heeft 1. strafrechtelijke vervolging van verdachten, 2. verstoring deze uitgebreid met: van het businessmodel door het opwerpen van barrières en ‘There are also unknown knowns; there are things we don’t 3. een verslechtering van het ondernemingsklimaat door know we know.’ integrale niet strafrechtelijke interventies. Doordat het veiligheidsprobleem van binnenuit in zijn context wordt In figuur 2 wordt de samenvoeging van deze uitspraken beschouwd kunnen er, naast de SWOT-analyse, diverse schematisch weergegeven. analysetechnieken geïntegreerd worden die leiden tot een prognose over hoe het criminaliteitsprobleem zich zal ontwikkelen. Known – Known De fenomeenmethode is ingericht volgens het strategisch Dit onderdeel van de informatieverzameling heeft betrekmanagementproces: een werkwijze die wordt gebruikt king op de ‘dingen waarvan we weten dat we ze weten’. Men binnen de bedrijfskunde en bestaat uit drie fases: 1. strate- start met een inventarisatie van bestaande gegevens uit de gieformulering, 2. Strategie-implementatie en 3. Strategiediverse systemen van de politie en verschillende partners. evaluatie.10 Zie figuur 1 voor een schematische weergave Tevens worden oude onderzoeken geëvalueerd, wordt gebruik gemaakt van de kennis en mogelijkheden van van de fenomeenmethode. interne organisatieafdelingen, wordt beschikbare (wetenschappelijke) literatuur bestudeerd en worden interne en externe partners geïnterviewd. Men sluit dit eerste onderdeel van de informatieverzameling Known Unknown af met een brainstormsessie voor een creatieve input. Hierbij kan worden nagegaan of er geen informatiebronnen zijn vergeten. Tijdens de brainstorm wordt de deelnemers Known gevraagd het probleem te beschouwen vanuit het perspectief van de criminaliteit/crimineel. Strategische vragen
Unknown Figuur 2: Schematische weergave uitspraken Rumsfeld en De Valk.
TvdP_1_2013_DEF.indd 27
Unknown – Known ‘Dingen waarvan we niet weten dat we ze weten’ zijn vooral verbanden in databestanden die niet onderkend worden.
12-02-2013 12:33:56
28
Probleem-geörienteerd politiewerk
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.1/13
Binnen dit onderdeel van de informatieverzameling wordt gezocht naar deze (statische)verbanden via onder andere datamining, geografische profilering en/of overige profileringtechnieken.
en te ontwikkelen om te komen tot een verbetering van de marktpositie.13 Binnen de fenomeenmethode wordt het criminaliteitsprobleem beschouwd als een bedrijfsproces. De SWOT-analyse wordt verricht vanuit het perspectief van de criminaliteit. Hierbij worden strategieën geformuleerd om het businessmodel te verstoren en het omgevingsklimaat van het criminaliteitsprobleem voor het heden en de toekomst te verslechteren. De gegevens die zijn verkregen vanuit de 360° scan worden uiteengezet in de vier elementen sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen die behoren bij de keten van activiteiten van het criminaliteitsprobleem. Het totaaloverzicht voor ieder element wordt middels een prioritering teruggebracht naar een maximaal aantal van zeven per element.
Known – Unknown Het volgende onderdeel van de informatieverzameling heeft betrekking op de ‘dingen waarvan we weten dat we ze niet weten’. Er wordt een ‘top-down’-analyse verricht om de condities en factoren te identificeren die het optreden van een ongewenste gebeurtenis kunnen veroorzaken of die aan een ongewenste gebeurtenis kunnen bijdragen. Kortom, met deze analyse wordt vastgesteld wat er allemaal mis kan gaan zonder dat duidelijk is wat er precies misgaat. Denk hierbij aan condities en factoren die ervoor zouden kunnen zorgen dat (opsporings)methodieken van politie en betrokken partners niet tot het gewenste resultaat leiden. Maar ook aan condities en factoren die ervoor zouden kunnen zorgen dat
Unknown – Unknown
Vervolgens wordt een confrontatiematrix samengesteld. Hierin worden de interne sterkten en zwakten afgezet tegen de externe kansen en bedreigingen. Het resultaat van de confrontatiematrix is een overzicht met knooppunten waarop interventiestrategieën kunnen worden geformuleerd. Op de knooppunten in de confrontatiematrix, die voortkomt uit de SWOT-analyse, worden strategische vragen geformuleerd die van toepassing zijn op het criminaliteitsprobleem. Hierbij worden strategische vragen geformuleerd die betrekking hebben op een strafrechtelijke aanpak, op het opwerpen van barrières en op overige niet strafrechtelijke interventies. Verder wordt ieder knooppunt voorzien van een score die is berekend volgens het systeem CARVER. Carver staat voor Criticality, Accessibility, Recuperability, Vulnerability, Effect en Recognizability en is een militaire methodiek die is ontwikkeld om te bepalen welk doel het meest kwetsbaar is en daardoor prioriteit krijgt. Binnen de fenomeenmethode krijgt dit vorm door de knooppunten in de confrontatiematrix te zien als potentiële doelen en deze volgens de CARVER-methodiek te voorzien van een score en daarmee te prioriteren14.
Tot slot worden, middels de techniek Red Teaming, experimenten verricht om dingen te achterhalen ‘waarvan we niet weten dat we ze niet weten’ (de blinde vlek). 11 Red Teaming is een techniek om vanuit diverse perspectieven, in de context van de operationele omgeving, te ontdekken welke alternatieve mogelijkheden er zijn. Voor een complete verkenning van ‘de blinde vlek’ van het criminaliteitsprobleem, wordt Red Teaming toegepast vanuit het perspectief van de politie, het perspectief van de criminelen/criminaliteit en het perspectief van de maatschappij.
De geformuleerde en geprioriteerde strategische vragen worden aan een (integrale) stuurgroep aangeboden. De stuurgroep kiest de strategische vragen die tijdens de strategie-implementatie als strategische acties ten uitvoer zullen worden gebracht. Keuzes op de knooppunten in de kwadranten hebben effect op korte, middellange dan wel lange termijn14. In figuur 3 worden de tijdseffecten van de keuzes binnen de confrontatiematrix schematisch weergegeven.
SWOT-analyse
2. Strategie-implementatie
Daarna volgt een SWOT-analyse van de verzamelde gegevens. Er zijn meerdere analyse methoden om strategieën te formuleren maar de SWOT-analyse is een van de meest beproefde methoden.12 Het doel is om de interne sterkten en zwakten en de externe kansen en bedreigingen van een onderneming te inventariseren en op grond daarvan strategieën te formuleren
De door de (integrale) stuurgroep gekozen strategische vragen bestaan uit concrete op intelligence gebaseerde resultaten. Deze strategische vragen worden in een projectplan uitgewerkt in plannen van aanpak die integraal volgens het speelveldmodel uitgevoerd worden. De strategie-implementatie bestaat uit de volgende onderdelen:
Het adopteren van dit concept heeft veel implicaties voor de organisatie, haar leiderschap en het personeel de keten van activiteiten, behorend bij het te behandelen criminaliteitsprobleem, niet tot het gewenste resultaat voor de betrokken criminelen/criminaliteit leiden.
TvdP_1_2013_DEF.indd 28
Confrontatiematrix
12-02-2013 12:33:56
29
Probleem-geörienteerd politiewerk
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.1/13
Kansen
Bedreigingen
Sterkten
Korte termijn
Middellange termijn
Zwakten
Middellange termijn
Lange termijn
Figuur 3: Schematische weergave tijdseffecten confrontatiematrix.
A. Strafrechtelijk
3. Strategie-evaluatie
Tijdens de strategieformulering wordt de keten van activiteiten met betrekking tot het criminaliteitsprobleem in kaart gebracht. De (integrale) stuurgroep kiest, op basis van de geprioriteerde strategische vragen, naar welke functionaliteiten binnen de keten van activiteiten van het criminaliteitsprobleem strafrechtelijk/financieel onderzoek moet plaatsvinden. De tijdens de strategieformulering vergaarde intelligence is tijdens het strafrechtelijk/financiële onderzoek een handig hulpmiddel. Het onderzoek zal worden afgesloten met een dossier ten behoeve van de strafrechtelijke vervolging en de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte(n).
Gedurende het fenomeenonderzoek wordt de ingezette werkwijze gemonitord en daar waar nodig bijgesteld. Na afronding evalueert men de ingezette methoden en werkwijzen op basis van de behaalde resultaten. Verder zal de toepassing van de fenomeenmethode als onderzoeksmodel worden beoordeeld. Na afronding van het fenomeenonderzoek worden de behaalde resultaten gedocumenteerd zodat deze beschikbaar blijven voor toekomstig gebruik.
B. Barrières Tijdens de Strategieformulering is het businessmodel inzichtelijk gemaakt. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om, in samenwerking met publieke en private partners, barrières te realiseren om het businessmodel te verstoren. Bij het verrichten van de 360˚ scan zijn diverse partners betrokken. De informatie is vanuit het criminaliteitsprobleem verzameld en hierbij zijn de diverse betrokken partners benaderd. Doordat de partners vanaf de start betrokken zijn, kennen zij het probleem, weten zij wat hun rol hierin is en zullen zij doorgaans bereid zijn om mee te werken. Met de SWOT-analyse zijn de knooppunten in het businessmodel in kaart gebracht. Het opwerpen van duurzame barrières op deze knooppunten zorgt ervoor dat het businessmodel structureel wordt verstoord.
C. Niet-strafrechtelijke interventies Naast het businessmodel is ook het criminele ondernemingsklimaat tijdens de Strategieformulering inzichtelijk gemaakt. In samenwerking met publieke en/of private partners, die doorgaans vanaf de start bij het proces betrokken zijn, wordt gewerkt aan alternatieve niet-traditionele interventies. Deze interventies hebben betrekking op de knooppunten die zijn geïnventariseerd met de SWOT-analyse en werken daardoor mee aan een duurzame verslechtering van het ondernemingsklimaat.
Noten 1) Herman Goldstein. On further developing Problem Oriented Policing: The most critical need, the major impediments, and a proposal. Crime Prevention Studies, vol. 15 (2003), pp 13-47 2) John E. Eck, William Spelman, Crime & Delinquency, Vol. 33 No. 1, January 1987 31-52 3) Anthony A. Braga, David M. Kennedy, Elin J. Waring & Anne Morrison Piehl. ‘Problemoriented policing, deterrence, and youth violence: an evaluation of boston’s operation
TvdP_1_2013_DEF.indd 29
Ceasefire’, Journal of Research in Crime and Delinquency, Vol. 38 no. 3, Augustus 2001, 195-225 4) Herman Goldstein. Improving policing: A Problem oriented Approach. Crime & Delinquency, 1979, 25(2): 236-258 5) De Raad van Korpschefs. Strategie Aanpak Criminaliteit. Maart 2011 6) Ontwerpplan Nationale Politie, Januari 2012 7) Openbaar ministerie & Politie. Verantwoording aanpak georganiseerde criminaliteit 2011, 21 mei 2012
Conclusies Om de effectiviteit van de politie te vergroten is een verschuiving naar een probleem-georiënteerde benadering noodzakelijk. Dit vergt een nieuwe denkwijze en stijl van leiderschap binnen de politie. Ondanks ‘de waan van de dag’ waar politieleiders mee te maken hebben, zullen ze capaciteit vrij moeten maken om problemen te bestuderen. Ook zal personeel met andere competenties en capaciteiten nodig zijn en moeten worden ingezet. Medewerkers met (wetenschappelijke) onderzoeksvaardigheden zullen ruimte moeten krijgen om problemen te bestuderen en nieuwe methodieken te ontwikkelen. Verder zullen leiders academisch geschoolde onderzoekers meer bij hun werk moeten betrekken. Door burgers goed te informeren zal er vanuit de maatschappij begrip voor en vertrouwen in deze nieuwe werkwijze komen. Indien de politie niet open staat voor een nieuwe denkwijze en leiderschapsstijl zal de kern van het concept probleemgeoriënteerd politiewerk niet worden bereikt en zal men blijven hangen in de periferie daarvan. De fenomeenmethode is een effectieve en doelmatige wijze van probleem-georiënteerd politiewerk. Door het generieke karakter van deze methode is het geschikt voor de benadering van ieder probleem en kan het in alle lagen van de politieorganisatie worden ingezet. Het vrijmaken van capaciteit voor de toepassing van de fenomeenmethode kan politieleiders helpen in de benodigde verandering van denkwijze en leiderschapsstijl om daarmee te komen tot daadwerkelijk probleem-georiënteerd politiewerk.
«
Inhoudelijke reacties kunnen gestuurd worden aan:
[email protected] en/of
[email protected]
8) R.J. Bokhorst, M. van der Steeg & C.J. de Poot. Rechercheprocessen bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. WODC, Cahier 2011-11. 9) A. Reiss, ‘Forecasting the Role of the Police and the Role of the Police in Social Forecasting’.1982. The Maintenance of Order in Society. Ottawa, CAN: University of Toronto. P139 10) G. Johnson & K. Scholes. Exploring Corporate Strategy. 1999. Prentice Hall. 11) Giliam de Valk. ‘Red Teaming and Science’, Voordracht voor de Nederlandsche Bank
voor het seminar Predictive Profiling, 8 juni 2012. 12) Terry Hill & Roy Westbrook, ‘SWOT Analysis: It’s Time for a Product Recall’, Long Range Planning. Vol 30 (1997), No. 1. pp. 46-52 13) Hsu-Hsi Chang & Wen-Chih Huang. ’ Application of a quantification SWOT analytical method’, Mathematical and Computer Modelling 43 (2006), 158-169 14) Brainstormsessie over de Fenomeenmethode met Giliam de Valk, 26 november 2012.
12-02-2013 12:33:56