LESBRIEF
Naar het boek van Thea Beckman De informatie in deze lesbrief is verkregen via het magazine Dubbele Punt van uitgeverij Lemniscaat, via Wikipedia en via Historien.nl. Inhoudsopgave 1. Inleiding op de voorstelling Hasse Simonsdochter
2
2. Waarom spelen we Hasse Simonsdochter?
2
3. De schrijfster Thea Beckman
3
4. De onderwerpen van Thea Beckmans boeken
4
5. De historische achtergrond van Hasse Simonsdochter
4
6. De voorstelling van Hofplein Rotterdam
7
1
1. Inleiding op de voorstelling Hasse Simonsdochter Dit gedeelte kan in de klas voorgelezen worden ter voorbereiding van het voorstellingsbezoek We gaan terug naar 1462. Naar een klein dorpje vlakbij de machtige handelsstad Kampen. Kampen is op dat moment net zo’n belangrijke havenstad als Rotterdam nu. In het kleine dorpje wordt een meisje geboren. Maar de ouders en de buren schrikken als ze haar zien. Het meisje heeft gitzwarte haren en felle, donkere ogen. Dit moet een Elfenkind zijn. Dat doen die verrekte Elfen wel vaker. Dan stelen ze een mensenkind en leggen hun eigen gedrochtje in de wieg. De baby moet weg, nu kan het nog, nu heeft het nog geen naam, het is niet eens een mensenkind. Weg, weg! Met haar laatste krachten schreeuwt de moeder: “Hasse, het meisje heet Hasse. En ze is jouw dochter, Simon, Hasse Simonsdochter.” Moeder heeft haar leven gered. Hasse groeit op tussen de rietvlechters en mandenmakers, maar ze wordt nooit één van hen. De mensen zijn bang voor haar stralende verschijning, ze vertrouwen haar niet. Ze krijgt veel slaag en weinig eten. Maar Hasse is een vechter. Ze dwaalt graag door de rietlanden waar ze zich dagen schuil kan houden. Ze leert zichzelf jagen met een katapult, met pijl en boog en zorgt dat haar honger wordt gestild. Op een dag gaat het mis. Drie veedrijvers willen Hasse aanranden en hoe ze ook schopt, bijt en krabt, ze zijn te sterk. Ze houden haar stevig vast en lachen haar uit. Dan verschijnt er een ridder. Hij rijgt een veedrijver aan zijn zwaard en jaagt de anderen op de vlucht. Hasse is doodsbang. Ook van hem. Langzaam maar zeker wint hij haar vertrouwen. “Hoe heet je?” vraagt hij haar. “Hasse”. “Dat klinkt alsof de wind ruist door riet. Een prachtige naam voor een beeldschoon meisje.” “Vind je?” Jan is een sympathieke ridder. Iemand die mensen met respect behandelt. Een heldhaftige aanvoerder, die goed voor zijn mannen zorgt. Jan is een huurling. Een kapitein die vecht voor iedere landheer die zijn diensten wil betalen. Hij gaat ervandoor, een nieuwe oorlog tegemoet. “Dag Elfenkind.” “Hoe heet je eigenlijk? Ridder.” “Jan van Schaffelaar”. “Dag.” Jan komt niet ver. In Kampen wordt hij beschuldigd van moord op een veedrijver en ter dood veroordeeld. Net op het moment dat hij onthoofd gaat worden, komt Hasse tevoorschijn. Ze besluit met hem te trouwen, zodat zijn leven gespaard wordt. Vanaf dat moment zijn ze samen en hoort Hasse bij de troep soldaten die door Jan wordt aangevoerd. Ze leiden een heerlijk en vrij leven. Tot die ene dag…..
2. Waarom spelen we Hasse Simonsdochter? Hasse gaat over in hoeverre je jezelf kan zijn en je eigen keuzes kan maken. Hasse ziet er anders uit en wordt daarom uitgestoten, gehaat. Ze ís ook anders, ze verlangt naar vrijheid, terwijl de mensen in haar dorp dat gevoel niet kennen. Die zijn tevreden met hun bestaan, berusten in hun lot. Ze zijn bang van Hasse en sluiten haar buiten. Maar Hasse geeft niet op en leert te overleven. Uiteindelijk neemt ze haar leven in eigen hand en trekt met Jan van Schaffelaar de vrijheid tegemoet. Na vele omzwervingen krijgt ze een dochtertje en aan het einde van het verhaal staat ze voor de ultieme keus. Vrijheid of zorgen voor haar dochtertje.
2
Regisseur Marnix Keeven werd als kind gegrepen door dit boek van Thea Beckman. Over hoe een meisje in moerassige rietlanden zichzelf leerde jagen. Hoe ze onderdeel werd van een groep huursoldaten. Hoe ze zich een plek verwierf tussen de stoere mannen. Het was een spannend en meeslepend boek. Zoals de meeste boeken van Thea Beckman. Wij denken dat het een verhaal van alle tijden is, een verhaal over hoe kortzichtig bijgelovige mensen zijn, die iemand veroordelen omdat ze er anders uit ziet en een verhaal over hoe een meisje zich redt in de wereld die helemaal niet op haar zit te wachten.
3. De schrijfster Thea Beckman Informatie uit het magazine van Lemniscaat over Thea Beckman. Thea Beckman (1923 – 2004) bracht haar jeugd door in Rotterdam. Als kind genoot ze van de binnenhavens, kades vol kisten, balen en vaten en van de kleinschalige bedrijvigheid daaromheen. Ze was enig kind, maar kon zich prima vermaken met haar ongebreidelde fantasie. Ze las veel boeken, liefst jongensboeken, spannende avonturen. Meisjesboeken waren in die tijd volgens haar ‘saai en tuttig’. ‘Jongensboeken gingen over zeerovers en smokkelaars. Het ergerde me vaak dat er helemaal geen meisjes in voorkwamen’. Thea Beckman wilde op jonge leeftijd al schrijfster worden, maar door de crisisjaren kwam daar in eerste instantie weinig van terecht. Ze wilde naar de HBS, maar moest van haar vader een vak leren waarmee ze haar brood kon verdienen. Ze ging naar het lager beroepsonderwijs en werd opgeleid tot naaister. Dat was een normale gang van zaken in die tijd. Bovendien kon het gezin het extra inkomen goed gebruiken. Terwijl ze op de lagere school de beste leerling van de klas was, vond ze niets aan de naaiopleiding en was een van de mindere leerlingen. Uiteindelijk mocht ze naar de Ulo waar ze een soort kantooropleiding kreeg. Net na de oorlog trouwde ze met Dick Beckmann met wie ze verhuisde naar Utrecht en drie kinderen kreeg. Ze nam snel zijn naam over, was blij dat ze met haar lengte van 1,50 meter van haar eigen achternaam Petie verlost was. In 1958 verhuisde het gezin naar Bunnik. Toen haar kinderen groot waren, volgde ze alsnog een opleiding. Eerst de avondschool en in 1981 studeerde ze af als sociaal psycholoog aan de Universiteit van Utrecht. Ondertussen schreef Thea Beckman boeken. In 1957 verschenen haar eerste twee boeken, waaronder een kinderboek. De extra ‘n’ van haar achternaam verdween omdat de uitgever vond dat haar naam anders te Duits zou klinken zo net na de tweede wereldoorlog. In 1966 kwam ze bij uitgeverij Lemniscaat terecht waar ze een reeks succesvolle kinderboeken schreef die niet zelden met prijzen werden bekroond. Haar grote doorbraak kwam in 1973 met het boek Kruistocht in spijkerbroek, bekroond met de Gouden Griffel in 1974. Er volgden vele kinderboeken waaronder de trilogieën over de Honderdjarige Oorlog (Geef me de ruimte, Triomf van de verschroeide aarde en Het rad van fortuin) en drie toekomstromans (Kinderen van Moeder Aarde, Het helse paradijs en Het gulden vlies van Thule), maar haar lievelingsboek was Hasse Simonsdochter! Hofplein Rotterdam is er trots op dit boek op het toneel te mogen brengen.
3
4. De onderwerpen van Thea Beckmans boeken ‘In Beckmans boeken kom je tientallen sterke, dappere vrouwen tegen die zich door niemand laten vertellen hoe zij hun leven moeten leiden, en die zich niet neerleggen bij de marginale rol die hun door de maatschappij wordt opgelegd’. Dat was omdat het haar voortdurend heeft dwarsgezeten dat vrouwen in de geschiedenis werden weggedrukt. ‘In de meeste historische verhalen speelt een jongen de hoofdrol’. In haar hele oeuvre is haar sympathie voor het gewone volk terug te vinden. Hoofdrollen zijn weggelegd voor gewone mensen die de geschiedenisboeken meestal niet gehaald hebben. Emancipatie van gewone mensen en emancipatie van vrouwen in het bijzonder. Het thema blijft actueel. Ook nu nog worden de meeste topfuncties vervuld door mannen en krijgen mannen vaak nog een hoger salaris. In het magazine van Lemniscaat wordt verteld over de afstudeerscriptie van Thea Beckman die inging op de invloed van kinderboeken. Hoewel die invloed minder bleek dan ze verwacht had, ontdekte ze dat boeken met assertieve meisjes erin een beetje invloed hadden op meisjes. Voor haar historische jeugdboeken deed Thea Beckman veel research. Ze probeerde zich zo goed mogelijk te verdiepen in de historische omgeving, de gebeurtenissen en in de gebruiken in die periode. Voor specifieke informatie raadpleegde ze deskundigen. In Hasse Simonsdochter speelt bijvoorbeeld het ambacht van klokkengieter een grote rol en wordt een nauwgezette, interessante beschrijving gegeven van het magische gietproces dat bepalend is voor het geluid dat de klok uiteindelijk voort zal brengen.
5. De historische achtergrond van Hasse Simonsdochter Info uit www.historien.nl Hoeksche en kabeljauwse twisten De Hoeksche en Kabeljauwse twisten zijn nauw verbonden met de beroemde figuur Jan van Schaffelaar. Het conflict woedde in de Nederlanden en duurde van 1350 tot 1490. De aanleiding was het overlijden van de kinderloze graaf van Holland, Willem IV. Hij werd opgevolgd door zijn zus Margaretha van Beieren, maar ook háár zoon, Willem V (13 jaar oud), kreeg bestuurlijke macht. Diverse Hollandse edelen wilden dat Willem V meer macht kreeg, andere waren daar fel op tegen. De aanhangers van Willem V werden Kabeljauwen genoemd en de tegenstanders de Hoeken. Waarschijnlijk is de naam Kabeljauwen ontstaan omdat de aanhangers van Willem V in het wapen van Beieren visschubben zagen. De aanhangers van Margaretha werden later Hoeken genoemd, omdat je met een hoek (haak) een vis vangt. Al snel mengden zich ook de steden in het conflict. Zowel de edelen als de steden handelden uit eigenbelang. Het ging vooral om het vergroten van macht, invloed en handelsrechten. Steden en edelen wisselden dan ook regelmatig van partij. Jan van Schaffelaar Het verhaal van Hasse Simonsdochter speelt zich af rond 1477, de laatste jaren van het langlopende conflict. Op dat moment woedde de Utrechtse oorlog. De Utrechtse bisschop David van Bourgondië stond tegenover de stadsbesturen van Utrecht en Amersfoort. De “Kabeljauwse” bisschop werd verjaagd door de “Hoeken”. De stad werd daarop door de Kabeljauwen belegerd om de bevolking uit te hongeren. Voedselhulp werd gestuurd vanuit Kleef, waarop de bisschoppelijke troepen die konvooien probeerden te onderscheppen. Een van hen was ruiteraanvoerder Jan van Schaffelaar.
4
Jan van Schaffelaar is bekend geworden vanwege zijn sprong van de kerktoren in Barneveld in 1482. Hij had met een groepje van 19 Kabeljauwse ruiters in Barneveld de kerk bezet en werd belegerd door een overmacht van Hoeken uit Amersfoort en Nijkerk. Ze beschoten de toren met 2 kanonnen. De mannen op de kerktoren wilden onderhandelen, maar kregen te horen dat hun aanvoerder Jan van Schaffelaar naar beneden gegooid moest worden. Ze weigerden, maar toen nam Jan van Schaffelaar het woord:”Beste metgezellen, ik moet toch ooit eens sterven, ik wil jullie niet in de problemen brengen”, en hij sprong van de ongeveer 50 meter toren. Hij overleefde de sprong, maar werd alsnog gedood door de belegeraars. De sprong inspireerde later vele schrijvers en de figuur Jan van Schaffelaar groeide uit tot mythische proporties. In 1903 onthulde men een beeld van hem. Van zijn leven is overigens weinig bekend, behalve dat hij getrouwd was en een dochter achterliet en dat bij Barneveld een hoeve stond met de naam De Schaffelaar, waar de inwoners hun naam aan ontleenden.
Schoolplaat uit Legermuseum. www.legermuseum.nl
5
6. De voorstelling van Hofplein Rotterdam Hofplein Rotterdam Hofplein Rotterdam is aanbieder van theateronderwijs in brede zin. Onderdeel van Hofplein is De Jeugdtheaterschool, waar kinderen en jongeren in hun vrije tijd theaterlessen volgen op de hoofdvestiging in Rotterdam of op een van de leslocaties in de regio. Na een aantal jaren les krijgen onze leerlingen de mogelijkheid om in een theaterproductie mee te spelen. Over de spelers Onze spelers zijn jongeren in de leeftijd van 13 tot 22 jaar. Daarnaast spelen er in deze voorstelling ook een aantal kinderen mee van tussen de 7 en 10 jaar oud. De spelers hebben gedurende vier maanden ongeveer 30 dagen gerepeteerd. De repetities vonden plaats in het weekend. Ze hebben les gehad in spel, zang en dans. Over de voorstelling In de voorstelling komen naast gesproken teksten ook liedjes, dansen en zwaardgevechten voor. Het verhaal is geschreven door een schrijver. In het script staan de teksten die de spelers moeten zeggen. Hoe de spelers dat moeten zeggen en waar ze staan op het toneel wordt bedacht door de regisseur, maar de spelers worden wel aangespoord om mee te denken en mogen soms helpen met het maken van de mise-en-scène. De muziek is gemaakt door een componist en ingestudeerd door een zangdocent. De dansen worden bedacht en aangeleerd door een choreograaf. Het decor bestaat uit alle dingen op het toneel die een bepaalde plaats weergeven. Dit wordt bedacht door de decorontwerper. In het theater wordt ook veel gebruik gemaakt van lampen met verschillende kleuren. Per situatie verandert het licht. Theaterlicht kan er sprookjesachtig uitzien. Welke lampen en welke kleuren aan moeten, wordt bedacht door de lichtontwerper. Om de spelers tijdens de liedjes goed te kunnen verstaan, gebruiken we kleine microfoontjes die verbonden zijn met zenders. Deze zendertjes worden van afstand bediend door de geluidstechnicus. Praktische informatie De schoolvoorstelling duurt 80 minuten en wordt gespeeld zonder pauze. Workshops of nagesprek Om het bezoeken van Hasse Simonsdochter een nog completere ervaring te maken kan Hofplein Rotterdam ook workshops verzorgen op uw school. De leerlingen gaan aan de slag met materiaal uit de voorstelling en voelen hoe het is om zelf toneel te spelen, te zingen of te dansen. Ook is het mogelijk om aansluitend aan de voorstelling een nagesprek in te plannen. Voor aanvullende informatie hierover kunt u contact opnemen met de afdeling Educatie van Hofplein Rotterdam.
[email protected] 010 754 00 15
6
EDUCATIE HOFPLEIN ROTTERDAM Educatie is bij Hofplein Rotterdam de afdeling die het aanbod voor scholen samenstelt en ontwikkelt. Ons uitgangspunt is dat cultuuronderwijs erop gericht is om het cultureel bewustzijn van kinderen en jongeren te ontwikkelen. Hoe ervaren zij hun eigen leven en wereld om zich heen en hoe doen anderen dat? Door middel van cultuuronderwijs worden jongeren zich ervan bewust dat cultuur een voortdurend proces van betekenisgeven is. Dit helpt hen om met een open, respectvolle en verdraagzame houding in het leven te staan. De voorstellingen van Hofplein Rotterdam worden gespeeld mét jongeren, vóór jongeren. Door de gevoelsmatig kleine afstand tussen de spelers en de bezoekers zijn de voorstellingen uitermate geschikt om jongeren te stimuleren om op dat wat zij zien te reflecteren, overeenkomsten en verschillen met hun eigen belevingswereld te leren benoemen en zo hun blik te verruimen. De afdeling Educatie ontwikkelt bij iedere voorstelling een passend educatief aanbod, zoals lesbrieven, voor- of nagesprekken en workshops. U vindt het aanbod van dit seizoen op www.hofpleinrotterdam.nl Daarnaast bieden wij theaterworkshops (spel, zang, dans) aan op school. Wij leveren maatwerk en bespreken graag uw wensen met u. Wilt u een speciale workshop-dag organiseren of een korte lessenreeks over verschillende weken? Of bent u geïnteresseerd om uw leerlingen een langere periode theaterlessen te laten volgen? Is er op uw school een bepaald thema dat binnen de verschillende vakken wordt behandeld en dat u graag in de theaterlessen terug zou zien komen? U kunt via onderstaande gegevens contact met ons opnemen. Wij denken graag met u mee! Ragnhild Rikkelman & Annelies Eichholtz Educatie 010 - 754 00 15
[email protected]
7