DE IMPULSKRANT
Sociaal werk netwerkt online
juni 2015
Toekomstige cliënten leven online! Take a parachute and jump! Nico de Fauw is directeur van CGG PassAnt. Met 1710 volgers op Twitter en bijna 6000 tweets kan je hem gerust een early adopter, een believer van social media noemen. Nico de Fauw vergelijkt social media met Chinees eten. “Eerst zijn die stokjes onwennig, maar dan wordt het makkelijker.”
Twitter, een investering op lange termijn “Meer en meer ontstaat een mix tussen verschillende communicatiekanalen. Trending tweets zie je aan het eind van de dag in het journaal geprojecteerd en lees je daags nadien afgedrukt in de krant.” Zo definieert de Fauw Twitter als een krachtig medium, als een spel met journalisten waarin je - ook als socialprofitorganisatie en als persoon – best investeert. Waarom? “Omdat het de mogelijkheid biedt om in dialoog te gaan, mensen te bedanken, een netwerk op te bouwen. Bovendien zitten alle beleidsmakers en journalisten op Twitter. Handig toch als je een prangende boodschap de wereld instuurt via 140 karakters en hen hiermee meteen bereikt? Wat denk je dat het efficiëntste is? Die oude database met journalisten of Twitter waar je berichten als een sneeuwbal verspreid worden? Daarom: laat je opmerken, toon je expertise, discussieer mee en geef feedback op actuele gebeurtenissen. Bovendien is het gratis, snel en goedkoop.” Maar kost dat niet te veel tijd? Niet elke socialprofitorganisatie heeft een goed uitgebouwde communicatieafdeling … “Tijd. Die vraag krijg ik altijd. Hoeveel tijd steek jij daar wel niet in, Nico? Je moet er inderdaad tijd voor maken. Maar met 15 minuten per dag kom je al een heel eind. Vaak zie je in organisaties dat er één trekker opstaat. Na verloop van tijd krijgt die trekker ambassadeurs, volgers … en de bal gaat aan het rollen. Communicatie is echt niet langer het werk van één of twee medewerkers, het is in principe een opdracht voor alle medewerkers.” Toch maant Nico de Fauw aan je niet zomaar te smijten op Twitter. “Alles begint met een goed plan. Bekijk samen met alle medewerkers waarvoor je social media wil inzetten en waarvoor de klassieke communicatiemiddelen. Bekijk samen met welk verhaal je naar buiten wil komen en welke social media hiervoor geschikt zijn. Wees kritisch voor je organisatie en analyseer je verschillende doelgroepen. Zo zal je cliënten
vandaag vooral nog via Facebook bereiken, ook een excellent medium trouwens om vrijwilligers te werven. Verwijzers bereik je dan weer via LinkedIn, beleidsmakers en journalisten via Twitter.”
Wees geen eitje En dan, eens je op social media zit? “Als je er op zit, doe er dan ook iets mee. Dat begint met het invullen van je profielgegevens. Wist je dat een derde tot een vierde van de Twitteraars geen foto maar de standaard avatar van Twitter laat staan? Ze verschijnen als eitjes. Ze zijn er, maar ook weer niet. Als je er bent, communiceer dan regelmatig, maar spring ook niet op alles. Hou je aan je kernboodschap en zorg dat je verhaal klopt. Het gevoel dat mensen online en offline hebben bij je organisatie moet overeenkomen.” Zijn er ook zaken die socialprofitorganisaties best niet doen op Twitter? “De basisregel is: doe niet online wat je offline ook niet zou doen. Ga ook niet enkel info spuien: spammen dus. De vijf-drie-twee regel kan hierbij een houvast zijn: 5 eigen boodschappen, 3 boodschappen van iemand anders die jij dan op jouw beurt deelt en 2 boodschappen die je leuk vindt. Geregeld zie ik ook monsters van Loch Ness opduiken. Dat zijn Twitteraccounts die enkel actief zijn wanneer zij bijvoorbeeld met een jaarlijks event iets te vertellen hebben. Je zorgt best voor een regelmatige activiteit.” Nog een laatste tip? “Wees vooral consequent, met een duidelijk profiel dat overeenstemt met je verhaal. Ga bij jezelf eens na hoe en met welke stijl je jouw organisatie in 1 minuut zou omschrijven. Dié kern – dat profiel – moet je uitstralen op sociale netwerksites. Een aaibaar knuffelgehalte mag altijd, maar tracht vooral anderen te inspireren. Foto’s en filmpjes kunnen je verhaal hierbij zeker ondersteunen. Het hoeft ook niet altijd super serieus te zijn. Een keer zot doen mag altijd .” @nicodefauw @CGG_PassAnt Auteur: Stéphanie De Smet
P.2: Professioneel aan de slag met sociale netwerksites via 24 vragen P.3: Sociaal werkers beginnen met 213 sociale netwerkvragen P.3: Voor welke doelen en opportuniteiten wil jij sociale netwerksites inzetten? P.4: Juridisch omgaan met sociale netwerksites vanuit sociaalwerkorganisaties P.5: De kracht van sociale netwerksites voor sociaalwerkorganisaties
P.5: Uitdagingen op sociale netwerksites voor sociaalwerkorganisaties P.6: Dé vaste waarde in elke krant P.7: Pimp je posts P.8: Sociaal werk actief op sociale netwerksites P.8: Een toolbox over ‘Sociaal werk netwerkt online’
Sociaal werk netwerkt online
Professioneel aan de slag met sociale netwerksites via 24 vragen T1
TECHNISCH
VOORBEREIDING
Voor welke (combinatie van) netwerksite(s) kies je?
I1
BELEID ROND SOCIAL MEDIA IN JE ORGANISATIE
INHOUDELIJK
DOEL(GROEP)
Zijn je doelen en doelgroepen op sociale netwerksite concreet en duidelijk?
B1
AFSPRAKEN
Heb je als organisatie een gedragen visie en beleidskader over de plaats van sociale netwerksites in je werking?
M1
MEDIAWIJSHEID
AFSPRAKEN
Heb je als organisatie een gedragen visie en beleidskader over de plaats van sociale netwerksites in je werking?
T2
VOORBEREIDING
Kies je in Facebook voor een (of meerdere) profiel, pagina en/of groep?
I2
STIJL
Zijn je Brand en Target Audience Persona (‘look and feel’) bepaald en duidelijk?
B2
AFSPRAKEN
Is je sociale mediabeleid rond privacy, beroepsgeheim, portretrechten en eigendomsrechten uitgeschreven?
M2
AFSPRAKEN
Is je sociale mediabeleid rond privacy, beroepsgeheim, portretrechten en eigendomsrechten uitgeschreven?
Al je vragen om professioneel met sociale netwerksites om te springen zou je aan vier grote kapstokken kunnen ophangen: technische aspecten over hoe sociale netwerksites werken en hoe je die kan monitoren; inhoudelijke keuzes in verband met wat je wil communiceren en waarom; afspraken en beleidskeuzes over socialmediagebruik in je organisatie en de mediawijsheid van je gebruikers, je medewerkers en je organisatie. Toch is dat professioneel werken met sociale netwerksites geen eenvoudig ganzenspel waarbij je van start tot finish een eenvoudig stappenplan volgt. Integendeel: deze vier kapstokken geven een kluwen van mogelijkheden en uitdagingen waarbij elke organisatie uitmaakt wat voor haar de meest zinvolle aanknopingspunten zijn. Voor de ene organisatie zijn dat de drie gedreven medewerkers die de Facebookknepen al kennen en die vlot op dreef geraken als je hen de nodige ruimte en een duidelijk kader geeft. Een andere organisatie moet eerst een dwingend obstakel uit de weg ruimen: hoe kan er via sociale
T3
BEELDEN BEWERKEN
Hoe ga je beeldmateriaal en infografieken ontwikkelen en verwerken?
I3
PLANNEN
Zijn je onderwerpen bepaald en gepland? Is er voldoende info verzameld?
B3
T4
OPVOLGEN
Heb je zicht op de spelregels en mogelijkheden van je netwerksite(s) en hoe verhoud je je daar tegenover?
I4
INTERACTIE
Zijn je berichten goed geschreven? En nagelezen op voorhand door een ander?
B4
T5
T6
MONITORING
MONITORING
Hoe beheer je je sociale netwerksite(s) in je team?
Luister je naar je doelgroep en naar reacties op allerhande netwerksites?
I5
I6
INTERACTIE
INTERACTIE
Gebruik je voldoende beelden? Worden mensen erop getagd?
B5
Worden (sommige) van je berichten gepromoot via betaalde advertenties?
B6
AFSPRAKEN
SAMENWERKING
INTEGRATIE
PERSONEELSBELEID
Zijn er afspraken rond ethische en juridische kwesties en het gebruik van sociale netwerksites op het werk? Is het arbeidsreglement aangepast?
Is er een teamwerking rond het samen bepalen, schrijven en plannen van berichten? Zijn er afspraken rond wie welke rol opneemt?
Is je communicatie op je netwerksites verankerd in een breder communicatiebeleid (communicatiemix en campagnes)?
Is er een voldoende aanbod rond vorming en professionalisering omtrent professioneel online communiceren?
T7
MONITORING
Analyseer je wat er (niet) gebeurt op de sociale netwerksites?
I7
INTERACTIE
Weet je hoe je om moet gaan met negatieve interactie?
B7
PERSONEELSBELEID
Is je mandaat duidelijk omtrent je werking? Is er voldoende draagvlak en inspraak? Is iedereen mee?
EIGEN VRAGEN
M3
AFSPRAKEN
OP MAAT VAN JE ORGANISATIE
Zijn er afspraken rond ethische en juridische kwesties en het gebruik van sociale netwerksites op het werk? Is het arbeidsreglement aangepast?
netwerksites gecommuniceerd worden met of over de doelgroep zonder de privacyregels te schenden. Een derde organisatie wil eerst en vooral duidelijkheid over het verschil tussen Facebookprofielen, -groepen en -pagina’s. Een vierde organisatie wil eerst uitzuiveren of het wel opportuun is om op Facebook te gaan, aangezien de gevoelige combinatie van doelgroep en thema waarrond de organisatie werkt. Een vijfde organisatie wil vooral haar ruime communicatiebeleid herbekijken en uitmaken welke communicatiedoelen een meerwaarde kunnen krijgen via sociale netwerksites. Zo maakt elke organisatie een eigen parcours wanneer ze aan de slag gaat met sociale netwerksites. Maar willen ze het professioneel aanpakken dan zullen ze na verloop van tijd toch alle 24 vragen aangepakt hebben. Auteurs: Tim Vanhove en Philippe Bocklandt
2
S een s ociale netw nel ka erksit van in n e fo,voo aal voor ve s zijn rspre r het o van sf iding verbr eer e dat w n van het i engen mago ij will en uit strale n.
Cathelijne Pleegzorg Vlaams-Brabant
Sociaal werk netwerkt online
Sociaal werkers beginnen met 213 sociale netwerkvragen In vier lerende netwerken met 50 sociaal werkers wisselden we maandelijks ervaringen uit over hoe we vanuit onze organisaties actief kunnen zijn op Facebook, LinkedIn en Twitter.
Honderden vragen
Voor welke doelen en opportuniteiten wil jij sociale netwerksites inzetten? Je beschikt over 20 bolletjes. Kleef bolletjes bij de doelen of opportuniteiten waarvoor jij sociale netwerksites in je organisatie wil inzetten. Hoe meer bolletjes je kleeft bij een doel, hoe belangrijker het is om via sociale netwerksites op die doelstelling in te zetten.
Sociale netwerken zijn ‘hot’ maar voor welzijnsorganisaties toch niet zo evident. Want wie wil er nu een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk, een pleegzorgdienst of een voorziening voor personen met een beperking ‘liken’? Heeft het wel zin om tijd in een Facebookpagina te investeren als slechts 20 % van wie ons leuk vindt onze berichten ziet? Hoe scherm ik als medewerker mijn privéprofiel af voor mijn cliënten? En wat zet ik wel en wat niet op mijn werkaccount? Hoe ga ik vanuit de Bijzondere Jeugdzorg om met gasten die – ongevraagd en soms ongewild – foto’s van elkaar op Facebook zetten? Kan ik wel antwoorden op een persoonlijke hulpvraag via de chatfunctie op Facebook; want al wat we communiceren, wordt toch eigendom van de sociale netwerksite? En hoe zeker mag ik er van zijn dat die privé-info niet ‘lekt’? Is al dat getweet wel relevant voor ons werk? Hoe plan ik welke berichten die ik online zet? En met welke frequentie post ik die? Bovendien: wanneer zou ik dit werk erbij nemen? Over een communicatiedienst en veel middelen om berichten te boosten beschikken we niet. Begrijp me goed: dit lijstje is maar een topje van de ijsberg. We verzamelden op onze eerste bijeenkomsten van de lerende netwerken zo’n 213 vragen. Niet bedoeld als een muur van weerstand of als argumenten om weg te kunnen blijven van de sociale media, maar wel vanuit de overtuiging dat we antwoorden willen vinden. Broodnodige antwoorden, want onze bezorgdheden om professioneel te communiceren via sociale netwerksites zijn legitiem. Je vindt al onze vragen – die ook voor jouw organisatie inspirerend kunnen zijn – in de checklist op http://ow.ly/N1Ir5.
DOEL
BELANG
Actualiseren – up-to-date blijven – bijblijven – weten wat er speelt Afspraken maken Beleidsbeïnvloeding realiseren Betrokkenheid bij werking vergroten Dienstverlening realiseren Doelgroep ondersteunen Drempel tot hulp en zorg verlagen Expertpositie uitbouwen Fondsen werven - sponsoring Ideeën genereren Informeren over evenementen, werking, sfeer, foto’s delen, … Inspraak geven – feedback krijgen Laagdrempelig contact leggen Lotgenotencontact realiseren Medewerkers rekruteren Mediawijs maken van de doelgroep Monitoring communicatie Naamsbekendheid van de organisatie/dienst vergroten Nieuws verspreiden Opinie – pers beïnvloeden Nieuwe cliënten aantrekken Positieve beeldvorming versterken Preventie realiseren Professionele netwerking realiseren Reputatie bewaken - versterken Uitnodigen voor - promotie maken voor activiteiten, producten, diensten, … Uitbreiden klantenbestand – deelnemers aantrekken
Auteur: Philippe Bocklandt
Sensibiliseren voor acties, thema, problematiek, … Snel persoonlijk communiceren Verwijzen naar je website Verwijzen naar gepaste hulpverlening Verbondenheid – cohesie – samenhang creëren Vragen beantwoorden Vrijwilligers waarderen
Minister Vandeurzen over sociale media “Er zijn vele opportuniteiten die zich aandienen als de welzijnsen zorgsector zich bezint over de vraag: hoe gaan wij om met de social media?”
Vrijwilligers/stagiairs werven ….
Bronnen: De Smet, S. (2013) Social media in de social profit: vriend of vijand? Leuven: Cera Gulden, M. & Van der Wurff, J. (2015) Social media in zorg en welzijn – dat zorgt beter. Schiedam: scriptum. Aangevuld met doelstellingen van de deelnemers aan de lerende netwerken. Auteur: Philippe Bocklandt
3
Sociaal werk netwerkt online
Juridisch omgaan met sociale netwerksites vanuit sociaalwerkorganisaties Pieter-Jan Valgaeren – researcher bij iMinds - zoomt in op de juridische aspecten van communiceren als beroepskracht met de ruime doelgroep en met cliënten via sociale netwerksites. Wij gingen op interview. profiel beheert, is het wat ingewikkelder, want dan moet je kijken naar de arbeidswetgeving, de wetgeving rond elektronische post, de CAO van je organisatie én het beleid van de website.”
Wat zijn juridische pijnpunten bij deze social media? “Het juridische kader loopt steeds achter op innovaties en veranderingen in de socialmedia-applicaties. Facebook bijvoorbeeld verandert vaak zijn tools en policy. Waar Facebook vroeger een pure sociale netwerksite was, is het nu ook een Messenger en valt het eigenlijk onder digitale post. Er is een ontzettend grote grijze zone. Vaak hangt een ‘inbreuk’ af van details. Tevens beslissen veel rechters op basis van hun eigen visie. Het is moeilijk te beslissen ‘dit kan en dit kan niet’. Ten eerste omdat het zo snel verandert; ten tweede omdat elke zaak zo divers is dat het moeilijk is er een lijn in te trekken. Twijfel je of je bepaalde content wel zou posten? Post dat dan niet. Een andere tip is: plaats overzichtelijke regels en verplicht je gebruikers van je social media ertoe de voorwaarden te lezen en/of ze te accepteren.”
1 Basisregel: doe aan goede bronvermelding Heb je nog (juridische) tips m.b.t. het gebruik van sociale netwerksites binnen het sociaal werk? “Ja, typisch in deze sector is de gevoeligheden van die hashtags, likes en comments. De actie ’Like‘ ondernemen, is soms raar. Er bestaat geen ’Unlike‘. Zo ook is het retweeten van een bericht soms gevoelig. Altijd nadenken wat je liket, welke hashtag je gebruikt … zeker in de sociale sector. Respecteer de vrije meningsuiting. Maar zorg ook dat je altijd negatieve feedback ombuigt tot iets positiefs. Elke discussie op een sociaal netwerk is trouwens een non-discussie. En laat discussies verder gaan offline. Snelle campagnes – dikwijls als reactie op ‘de concurrentie’ – brengen vaak inbreuken met zich mee. Verder denk ik ook aan participatieprojecten. Beantwoord proactief vragen over intellectuele eigendomsrechten! Ook waarschuw ik vaak tegen social media marketing tools waar de software toelaat om content of tweets of posts automatisch overal te uploaden.”
Rechters beslissen veel op basis van hun eigen visie Mag de organisator van een event bijvoorbeeld foto’s nemen en daarna op de Facebookpagina plaatsen? “Ja, er mogen foto’s genomen worden. In principe mag je die niet zonder toestemming op Twitter of Facebook plaatsen. Hoewel, als het een publiek event is en je zit in een publieke ruimte … dan zou het wel weer mogen. Maar zet gewoon voor de zekerheid op je uitnodiging dat er foto’s genomen worden die dan op de Facebookpagina komen te staan. Vaak vormt het maar een probleem als iemand van de gefotografeerde personen er een probleem van maakt. Van zodra iemand zijn/haar veto stelt, dan doe je de bewuste foto direct weg. Opgelet, foto’s van minderjarigen mogen niet op een open en publiek toegankelijke website geplaatst worden, zelfs niet als ouders expliciet de toestemming geven. Is het een probleem? Neen, ook hier stelt het probleem zich pas als er iemand een probleem van maakt. Je kan wel een dropbox maken voor foto’s of een ander volledig gesloten systeem, met een login en met een e-mail met die login. Twijfel je? Ook hier een tip: niet posten.”
Je zou bijna terughoudend worden om in te zetten op sociale netwerksites als non-profitorganisatie, niet? “Wel, neen. Ik wil toch nog benadrukken dat je toch best een account of pagina aanmaakt op de verschillende sociale netwerksites, al was het maar om die naam in eigen beheer te hebben. Anders kan een andere instantie de naam van jouw organisatie al ingepalmd hebben. En in principe is er geen mogelijkheid tot het kopen of verkopen van Facebookpagina’s. Er heerst een ’first come first served‘ policy.” Hartelijk dank, Pieter-Jan, voor dit interview. Auteurs: Tim Vanhove en Vicky Fransen
Wat met het overnemen van creaties of teksten van anderen? Bestaan daar tips voor?
Het volledige interview kan je lezen op http://ow.ly/N1Lzr
“Quotes en overnames van info van anderen zijn mogelijk. Ofwel maak je er je eigendom van door er iets mee te doen; ofwel refereer je correct. Auteursrechtelijke inbreuken ontstaan zogezegd pas wanneer een recht door de contenteigenaar geclaimd wordt. Toch is de basisregel om steeds aan goede bronvermelding te doen. Mijn algemene tip is om social media op eenzelfde manier te behandelen als communicatie in ‘real life’! Je blijft persoonlijk aansprakelijk, je bent zelf verantwoordelijk voor de content die je online zet. Als je een professioneel
Peggy Valcke, Pieter-Jan Valgaeren, Eva Lievens (2013) Sociale media. Actuele juridische aspecten. Intersentia, Antwerpen.
Wist je dat(je)? Wist je dat organisaties uit de non-profitsector gratis Google adwords krediet kunnen krijgen? Informatie en voorwaarden op http://ow.ly/N1Om1. Een eerste try-out en opzet wil Dailybits wel mee gratis begeleiden (zodat hij er zelf ook ervaring mee opdoet en er een blogpost rond kan maken). (Herman Maes – Dailybits) Wist je dat jouw offline campagne even belangrijk is als je online campagne? Waarom zouden mensen zich registreren om Blue Assistant te worden? Omdat de boodschap hen uitdaagt en aangrijpt. Sprekende beelden en slogans (inhoud) zijn heel erg belangrijk. Dat die inhoud snel en massaal verspreid wordt via online media, is iets waar je als maker en bedenker van campagnes zeker ook rekening moet mee houden. Waarom zouden mensen een boodschap verspreiden? Om net dezelfde redenen: omdat de boodschap hen verrast of aangrijpt. (Geert Vandewalle – BlueAssist) Wist je dat je vanuit ethisch oogpunt socialnetwerksites als kans kan zien om hulp, zorg en dienstverlening aan te bieden met nadruk op samenwerking, vertrouwensvolle relatie, verantwoordelijkheid van alle betrokkenen? Zolang je maar geen uitspraken doet op sociale media die je ook niet bij de koffieautomaat of voor de microfoon van het journaal zou doen. (Bart Hansen – coördinator gezondheidsethiek Emmaüs)
4
Sociaal werk netwerkt online
De kracht van sociale netwerksites voor sociaalwerkorganisaties rksites reld e lnetwe “Socia an de leefw en p v l e e o r e d lg zijn onze doe kunnen r van manie op die e beter bij .” w n nsluite hen aa
is … ze doelgroep “Zijn waar on media! Dit cliché cial dus ook op so kracht om ons af te ks er st de rde blijft elke meerwaa te vragen w ites betekenen ks er sociale netw lpverlening.” hu voor zorg- en
“Je thuis delen voor pleegzorg, verrijkt je leven. Via social media kunnen we deze boodschap vleugels geven en zo op een goedkope, leuke, interactieve, leerrijke laagdrempelige manier aan sensibilisering, klantenbinding en werving doen.”
Julie – De Waaibrug
“Social media zijn een kans om Aditi zichtbaar te maken en seksuele dienstverlening voor personen met een beperking bespreekbaar te maken.”
Philippe – Arteveldehogeschool
Joke – Pleegzorg Limburg
“Sociale netwerksites helpen ons een community te creëren rond ons thema ‘Technologische innovatie voor een duurzamere en inclusievere samenleving’.”
dsites e t w e r kn a a m b e k e n u k e ln ia c o le e s n z e n ia e o “V en we en. n als kunn vergroten e r buiten komsen n a e a id n he uwe m ers, isatie organ nnen we nie medewerk ” l u e k w ers. Zo ebruik en. Zo bereik ligers als g vrijwil
“Socialnetwerksites leiden tot (positieve) beeldvorming van onze organisatie en interactie met de verschillende netwerken (community building en drempelverlaging).”
Kristof – vzw Den Brand
Steven – Aditi
s zijn erksite relatief tw e n n le “Socia ans om op ee r contact een k udige manieze (moeilijk eenvo ken met on roep te zoe bare) doelg kenbaar bereik ns aanbod (om o aken).” te m
Kristien – RVO Society Sarah – Ons Tehuis
Anouck – CKG De Stap
Uitdagingen op sociale netwerksites voor sociaalwerkorganisaties “De grootste uitdaging is sociale netwerksites kaderen in een communicatiebeleid en -mix.”
en unicer
m e com “Onlin etend oorvo ” h c s is ggen. n verle e z n e gr
én social media “Je moet ope hebben om de disciplin en - op voorhand soms maand te plannen én de berichten in alerte geest om flexibele en op actualiteit en in te haken en on the spot.” gebeurteniss
“Bepaal goed wie je doelgroep is en hoe je ze best kunt betrekken op sociale netwerksites en de rest gaat vanzelf.”
Lut – Oikonde Mechelen
Sarah – Ons Tehuis Tim – Arteveldehogeschool
de er van s en ct behe “Corre netwerksite usociale atige comm e regelm en … dat is d nIcer g.” uitdagin
Vicky – Arteveldehogeschool
ing is uitdag ’ en e t s t o o ig “De gr n waar nod ij e z d e p e o ‘m en ‘inzett erksites’.” netw juiste
“Uitdagingen zijn privacy van onze (kwetsbare) gezinnen garanderen, vanuit de organisatie maar ook vanuit zichzelf door hen mediawijs te maken en op een verantwoorde manier te leren omgaan met sociale netwerksites”.
Anouck – CKG De Stap
“Het vraagt aandacht om consistent over alle pagina’s de look and feel aan te houden, om de tijdsinveste- ring te blijven doen én om de website meer te betrekken in de interactie.”
Yves – Rotonde Joke - Pleegzorg Limburg Anouck – CKG De Stap
5
Sociaal werk netwerkt online
Dé vaste waarde in elke krant 1 1
2 3 1
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
2 3 2
4
3
5 6 7
4
8 9 10 11
Horizontaal:
Verticaal:
1: de naam van een sociale netwerksite; dit geef je aan een vriend op een sociale netwerksite als je een post kunt appreciëren;
1: die heb je op Facebook;
2: … de Janeiro; het omgekeerde van offline;
3: frisdrank; kokskledij;
3: ‘… van berouw’, ‘… van liefde’, ‘… van geloof’, ‘… van hoop’ en ‘waarvan …’;
4: uitroep, gebod; hij; afkorting van titanium;
2: uitroep van pijn; voorzetsel; muzieknoot;
5: merk van vaatwasmachines; … ego;
4: verdieping; dier dat in zee leeft; kuuroord;
6: eveneens; elke; vader;
5: afkorting voor neon; witachtige, smaak- en reukloze, onvertakte polysacharide die uit de celwanden van sommige soorten roodwieren gewonnen wordt; reeds; de zonnegod van de Egyptische mythologie;
7: wat je soms doet met stoute vrienden; 8: soort aarde, grondstof; diepte;
6: de naam van een sociale netwerksite;
9: vloekte, foeterde;
7: de sector waarin de lerende netwerken actief waren; hoofdstad van Oekraïne;
10: afkorting voor Lerend Netwerk; soort steen, bord; voegwoord; 11: het tegenovergestelde van niets; aanwijzend voornaamwoord;
8: genezend, wordt vaak gezegd van … kruiden of … massage; ander woord voor draagtas;
12: waar men vaak bezorgd over is bij sociale netwerksites; 13: omgedraaide ‘aaneen’; fles, greep, grip.
9: parasiet die vaak op poezen huist; soort bij die geen honing maakt of haalt; afkorting voor low impact of groene gedachte; 10: een uitstekende hogeschool in Vlaanderen; dun; 11: alleenheerser, machtswellusteling; Kind … Gezin.
Naam van een coöperatieve vennootschap voor welvaart en welzijn 1
2
3
4
6
Sociaal werk netwerkt online
7
Sociaal werk netwerkt online
Sociaal werk actief op sociale netwerksites Minstens één medewerker van al deze organisaties investeerde in het lerend netwerk ‘Sociaal werk netwerkt online’: Aditi Alderande Arteveldehogeschool Begeleid Wonen Brussel Begeleidingstehuis Steevliet BJB Ter Loke CAW Oost-Vlaanderen Centrum ter Preventie van Zelfdoding Cera Child Focus CKG De Hummeltjes CKG De Stap De DrugLijn De hoeve - De vunder De Klinkaard De Lovie De Spiegel De Vijver - De Bosuil Den Achtkanter Den Brand Diensten- en Begeleidingscentrum Openluchtopvoeding Hadron (afd. De Betsberg) Jobcentrum Jongerenwelzijn (Sociale Dienst Gerechtelijke jeugdbijstand)
Mariënstede Netwerk tegen Armoede Oikonde Mechelen Ons Ons Tehuis Brabant Opvoedingswinkel CAW Antwerpen Opvoedingswinkel Genk Opvoedingswinkel Haspengouw Pleegzorg Limburg Pleegzorg Oost-Vlaanderen Pleegzorg Vlaams-Brabant en Brussel Rotonde RVO-Society Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen Solidariteit voor het Gezin Stappen Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Steunpunt Jeugdhulp Thuishaven-Ritmica Traject Vrije-CLB-Koepel vzw De Waaiburg Werkgroep Verder Zonnehoeve|Living+
Een toolbox over ‘Sociaal werk netwerkt online’ In vier lerende netwerken wisselden 50 sociaal werkers rond vele thema’s ervaringen en vragen uit over communiceren op socialnetwerksites. Dit samenwerken leidde tot inspirerende teksten, nota’s, voorbeelden, filmpjes, vragenlijsten, tips, achtergrondinfo, checklists, methodieken … die de moeite waard zijn. Daarom lanceren we in het najaar 2015 een toolbox vol met inspiratie over ‘Sociaal werk netwerkt online’. Enkele inspirerende teksten, PowerPointpresentaties en een checklist vind je nu al op http://ow.ly/N1Mdc
Wil je een seintje als deze toolbox beschikbaar is, meld je dan aan op http://ow.ly/N1Mnb
of word fan van de Facebookpagina Sociaal werk netwerkt online: http://ow.ly/N1NfN
Deze impulskrant … … kwam tot stand op basis van ervaringen in het project ‘Sociaal werk netwerkt online’. Meer dan 50 sociaal werkers gingen van september 2014 tot juni 2015 in vier lerende netwerken acht dagen aan de slag met hun succes, vragen en zorgen over communiceren op sociale netwerksites. Dit project is een initiatief van Cera en de Arteveldehogeschool. Redactie: Stéphanie De Smet (Cera), Martine De Zitter, Vicky Franssen, Tim Vanhove en Philippe Bocklandt (Arteveldehogeschool) Lay-out: Raf Berckmans Eindredactie: Greet Leynen www.cera.be www.onlinehulp-arteveldehogeschool.be
Sociaal werk netwerkt online
Verantwoordelijke uitgever: Philippe Bocklandt – Arteveldehogeschool – Sociaal werk – Sint-Annaplein 31, 9000 Gent
8