CENTRUMVISIE NOORDWIJKERHOUT RESULTAAT BESPREKING IN WERKGROEPEN Sessie 1 ‘wat-vraag’ (= gebruik), 26 november 2015 Leidraad: centrum compacter en aantrekkelijker Motivatie: meer bezoekers, langer verblijf, meer bestedingen
Werkgroep Winkelstraten (begeleiding: Jetty van der Gugten en Joeri Stork) De groep bestond uit 9 personen (bewoners, winkeliers, pandeigenaren, makelaar) en werd gesplitst in 2 groepen. De groepen discussieerden over: A. Kernwinkelgebied. Aanbeveling: compacter centrum. Daarbij zijn de volgende vragen langs gelopen: 1. Wat is het kernwinkelgebied nu? 2. Wat wordt het kernwinkelgebied als meer leegstand zou dreigen? 3. Welke oplossingen zijn er voor winkels buiten kernwinkelgebied? 4. Gebruik panden kernwinkelgebied: vastleggen per pand of gebruik vrijgeven? B. Verkeerscirculatie. Aanbeveling: voetganger en fietser centraal in het kernwinkelgebied. Zet effecten op een rij (voor- en nadelen) van autoluw centrum en autovrij centrum. Welke oplossingen zijn denkbaar voor laden / lossen (ook particulieren kort parkeren) en parkeren fietsen (en is dat handhaafbaar)? Kernwinkelgebied 1. Wat is het kernwinkelgebied nu? Eén groep geeft aan dat in de beleving van veel mensen het huidige kernwinkelgebied zal worden begrensd door het gebied Zeestraat, Havenstraat tot en met Marktplein en Dorpsstraat tot Viaductweg. Het oostelijk deel van de Havenstraat en panden langs de Viaductweg zullen in die beleving niet tot het kernwinkelgebied worden gerekend. De andere groep vindt het kernwinkelgebied meer ‘zwevend’, er is geen samenhang. Door grote projecten aan de koppen Zeestraat en Dorpsstraat is het uit elkaar getrokken. 2.
Wat wordt het kernwinkelgebied als meer leegstand zou dreigen? Beide groepen verwachten in dat geval een verdere inkrimping van de Havenstraat (mogelijk zelfs tot de boerderij) en het zuidelijk deel van de Dorpsstraat (ongeveer tot het pand van de Action). Er vindt dan meer clustering plaats rond de AH, Lidl en Action. Er zijn geen harde grenzen getrokken. Als het centrumgebied stapsgewijs kleiner wordt, dan zou de prioriteit van eventuele verplaatsingen moeten liggen ‘van buiten naar binnen’.
3.
Welke oplossingen zijn er voor winkels buiten kernwinkelgebied? Zodra een winkelfunctie buiten het kernwinkelgebied stopt of verhuist, is daar in feite alleen omvorming tot wonen geschikt. Andere functies (bijv. maatschappelijk of kantoren) zijn niet realistisch, daar is het dorp te klein voor. 1
Door stimuleringsregelingen kan het voor ondernemers aantrekkelijker worden te verhuizen naar het dorpshart. Stimulering ligt bijvoorbeeld in huurafspraken van het nieuwe pand, pandruil en/of de mogelijkheid om het te verlaten pand ‘te gelde te maken’ door er woningen van te maken. De gemeente zou ook proactief moeten reageren. Als bekend wordt dat een ondernemer buiten het kernwinkelgebied daar weg gaat, gelijk in gesprek gaan om dit pand om te vormen in wonen. Anders wordt het mogelijk weer gehuurd/gekocht door een andere winkelondernemer en komt er niets van concentratie terecht. 4.
Gebruik panden kernwinkelgebied: vastleggen per pand of gebruik vrijgeven? Geen vastlegging per pand, flexibel houden. De verdeling van horeca – detailhandel – diversen geeft een loop en sfeer in het dorp. Diversiteit bevorderen en balans houden in de (huidige) verdeling van gebruik. Geen woonbestemming in het kernwinkelgebied (op begane grond). Ook zou juist het toevoegen van maatschappelijke functies in het kernwinkelgebied goed zijn. Vroeger waren er banken, die gaven ook aanloop. Nu – in plaats daarvan - bijvoorbeeld de bibliotheek centraal huisvesten. Geeft röring. Ook het ‘repair-cafe’ werd genoemd, zou veel centraler in het centrum gehuisvest moeten worden.
Verkeerscirculatie In feite is het een ’fifty-fifty’ situatie: klanten die mogelijk afhaken als ze er niet met de auto kunnen komen, en klanten die mogelijk afhaken omdat ze het onveilig en onprettig vinden als er auto’s blijven rondrijden. Vanuit de voetganger en fietser geredeneerd is een autovrij centrum wenselijk. Ook in relatie tot fietsverkeer van schoolgaande kinderen is autoverkeer (en laden/lossen) niet ideaal. Echter de dorpse schaal van Noordwijkerhout wordt te klein geacht om de auto geheel te weren. Voor veel ondernemers vormt de ‘automobiele klant’ een aandeel aan klanten dat ze niet willen missen. Ook missen passanten en toeristen een indruk dat Noordwijkerhout een gezellig centrum heeft, omdat ze er nu omheen rijden en feitelijk niet of nauwelijks een glimp opvangen. Die moet je ook gelegenheid geven door het centrum te rijden, met kans op stoppen, langer verblijf en bestedingen. Als er onderscheid per straat wordt gemaakt, is er enige nuance over autoluw/vrij. Beide groepen vinden dat de Zeestraat (na een eventueel laad/los - tijdvenster) in feite wel dicht zou kunnen en voor de rest van de dag autovrij kan blijven. Eén groep vulde daarbij aan dat voor het noordelijk deel van de Dorpsstraat onderzocht zou kunnen worden of dat daar ook kan gelden. Dan blijven in ieder geval Havenstraat en zuidelijk deel van de Dorpsstraat beschikbaar voor (éénrichting) verkeer, de hele dag (met mogelijkheid iemand af te zetten of op te halen). Indien het centrum (meer) autoluw wordt ingericht blijven er wel nadelen inzake veiligheid. Iedereen ‘waant’ zich misschien veiliger als er mee autoluwe maatregelen komen, maar dat is een schijnveiligheid. Er blijft risico op verdrukking en aanrijdingen en (te) hard rijden is moeilijk te bestrijden. Dat is nu ook al zo.
2
Over wel/niet parkeren in de winkelstraten verschillen de meningen. (Nu) is voor automobilisten niet duidelijk dat ze er niet kunnen parkeren (onnodig zoekverkeer door het centrum). De huidige borden met verkeersinfo aan de koppen van de Dorsstraat werken niet (en zijn te groot en lelijk). Daarom wordt er door een van de deelnemers geopteerd om duidelijk te zijn: meteen en beter helder maken dat geen plekken zijn of juist enkele parkeerplekken aanleggen (genoemd als voorbeeld: in hart van het dorp naast de hof). Nu zie je toch al mensen parkeren naast de hof, welk gedrag door anderen wordt gekopieerd (‘zien parkeren, doet parkeren’). Ook werd gezegd dat openhouden voor (luw) autoverkeer ook zou moeten inhouden dat je kort voor de winkel kan parkeren. Mensen willen gemak. Over laden en lossen wordt verschillend gedacht. Eén groep vindt dat het altijd moet kunnen, de hele dag door, spreiding. De andere groep is voor instellen van venstertijden; dat betekent dat de rest van de dag er geen laad/los verkeer meer in het centrum mag. Opgemerkt wordt dat er duidelijkere plekken moeten aangewezen worden waar wel en niet laad/los verkeer (eventueel zelfs per winkel) mag staan. Fiets-parkeren wordt door iedereen als probleem ervaren. Een groep geeft aan dat alle fietsnietjes weg zouden moeten (rommelig straatbeeld) en elke winkelstraat één of twee centrale plekken moet krijgen waar fietsen mogen staan. Het liefst door er inpandig ruimte aan te geven, door er een pandje voor ‘op te heffen’. Zet op overige plekken bordjes neer met ‘gelieve hier geen fietsen te plaatsen’. (Opgemerkt wordt dat bij de fietsnietjes bij de supermarkten vaak veel rommel ligt. Mensen kopen er iets om te eten en lang niet iedereen neemt de moeite om verpakkingen in de prullenbak te gooien.) Door de tafelvoorzitters is naderhand sessie 1 ‘winkelstraten’ als volgt samengevat: De grote projecten aan de koppen Zeestraat en Dorpsstraat trekken het huidige kernwinkelgebied wat uit elkaar en maken het niet heel samenhangend. Indien verdere krimp in de detailhandel optreedt, zullen waarschijnlijk Havenstraat en zuidelijk deel van de Dorpsstraat verder ‘inkorten’. Zodra een winkelfunctie buiten het (ingekrompen) kernwinkelgebied stopt of verhuist, ligt omvorming tot wonen voor de hand. De gemeente kan dit stimuleren. In het kernwinkelgebied is (meer) diversiteit wenselijk en behoud van balans in de (huidige) verdeling van functies. Gebruiksmogelijkheden flexibel houden, alleen geen woonbestemming op begane grond. Zo mogelijk ook maatschappelijke functies toevoegen. De dorpse schaal wordt te klein geacht om de auto geheel te weren. Bezoekers met de auto zijn ook (potentiële) klanten. Kansrijke optie is de Zeestraat wel autovrij te maken en eventueel ook het noordelijk deel van de Dorpsstraat. Havenstraat en zuidelijk deel Dorpsstraat blijven dan open voor (éénrichting) verkeer. Maatwerk is nodig om hardrijden te beperken. Nog onhelder is of enige vorm van (kort) parkeren in de winkelstraten mogelijk moet worden. Voor laden/lossen moet meer maatwerk komen: duidelijker plekken aanwijzen en voor bepaalde straten strakkere venstertijden. Fietsparkeren zou mogelijk in elke winkelstraat op één of twee centrale plekken geregeld moeten worden. De volgende bijeenkomst zal deze samenvatting worden voorgelegd als vertrekpunt voor sessie 2 bij de verkenning van (inrichtings)mogelijkheden.
3
Werkgroep Ruimte rondom de Witte Kerk (begeleiding: Ria Weijers en Esther Holster) De groep bestond uit 8 personen (bewoners, horeca en maatschappelijke instellingen) en werd gesplitst in 2 groepen. De groepen discussieerden over: A. Bestemming panden rondom de kerk. Aanbeveling: meer horeca concentreren rond Witte Kerk. Zet de effecten van deze aanbeveling op een rij (voor- en nadelen) en bedenk oplossingen hiervoor. B. Gebruiksfunctie open ruimte rond Witte Kerk. Aanbeveling: meer gebruiksmogelijkheden hof en omliggende straten. Meest genoemde gebruiksfuncties: verblijf en ontmoeting, evenementen, markt, terrassen, verkeer. Uitgaande van de aanbeveling: wat zijn voor- en nadelen per functie? Hierop volgde een levendige discussie in beide groepen met het volgende resultaat. A. Bestemming panden rondom de kerk. Aanbeveling: meer horeca concentreren rond Witte Kerk. Effecten: Je ziet meer terrassen. Zorgt voor gezelligheid, maar de spoeling wordt dunner. Er is meer concurrentie. Zorgt voor diversiteit, maar spoeling wordt dunner. Seizoen heeft enorme invloed op de horeca. In de winter weinig aanloop, dus weinig omzet. Richten op jaarrond handel/horeca. Hierdoor kan iedereen een boterham verdienen. Zomerseizoen kun je als extra verdiensten zien. Meer verblijfsgebied rond de Witte Kerk. De gezelligheid in het centrum nodigt uit langer te blijven. Leegstand aanpakken door promotieacties en kunstzinnig invullen van de etalage. Je trekt mensen aan. Etalages zien er beter uit, maar het is een korte termijnoplossing. Wassen neus. Werkt af en toe. Oplossingen: Strategie bepalen om toeristen te trekken. Sterktes benoemen (corso b.v.), inplannen, zorgen voor continuïteit, seizoenen uitrekken, verbreden evenementen. Identiteit is nu beperkt. Als voorbeeld werd het spui A’dam genoemd: gardens of Amsterdam. Leegstand andere bestemming geven. Zorg voor een trekker in het centrum, zoals b.v. bibliotheek, NoVaTo. Hierdoor blijven mensen langer hangen. Tijdelijke horeca in de zomermaanden. Is korte termijn. Vergroten terrassen. Uitbreiden van de bestaande horeca. Om de gehele kerk heen. Het verplaatsen van horeca naar het centrum, zoals b.v. de snackbar Havenstraat en die van de Viaductweg, vonden beide werkgroepen niet haalbaar, niets toevoegen en geen aantrekkelijke horeca. Nu rijden de mensen er even naartoe, halen wat af en vertrekken weer. Je hebt er veel parkeerruimte voor nodig. Winkel en horeca blijven combineren. Zij versterken elkaar. Inspelen op de vergrijzing. Laadpunten bij Witte Kerk. Ouderen hebben meer tijd. Hierdoor overdag meer klanten. Kunstroute. 4
B. Gebruiksfunctie open ruimte rond Witte Kerk. Aanbeveling: meer gebruiksmogelijkheden hof en omliggende straten.
Verblijf en ontmoeting: Zorgt voor meer reuring, meer gezelligheid/levendigheid, meer publiek, meer uitgaven, aantrekkelijk. Nadelen: overlast, openbare orde, vuil. Evenementen: Hebben aantrekkingskracht. Meer mensen, meer gezelligheid/levendigheid, meer bekendheid van Noordwijkerhout. Meer ruimte zorgt voor meer veiligheid. Nadelen: ruimte is nu te klein (zoals Passion), rotzooi achteraf, te veel vergunningen, te weinig mensen om te organiseren, “leegte” in de winter. Terrassen: Meer gezelligheid en sfeer, meer omzet, meer sociale contacten. Is makkelijk te realiseren en goedkoop om te doen, want de ondernemer investeert. Nadeel: meer handhaven. Markt: Concentreren markt rond Witte Kerk. Dat zorgt voor gezelligheid, meer mensen, beter voor horeca, aantrekkelijkheid Noordwijkerhout. Nadelen: het is nu te smal; er is te weinig ruimte voor de markt. Visboer en bloemenstal verplaatsen naar markt. Verkeer: Als er geen autoverkeer is, is er meer ruimte voor voetgangers. Nadelen: ‘korte boodschappen’ worden niet meer gedaan, want de auto kan niet geparkeerd worden. Nu rijden auto’s door de Dorpsstraat. Men ziet het aanbod van winkels. Indien er geen auto’s meer worden toegelaten, vervalt dat. Autoverkeer is gevaarlijk. Fietsverkeer is aantrekkelijk en gevaarlijk. Overzicht voor bezoekers.
Oplossingen (voor functies die elkaar bijten): Verkleining van de hof Aanpassen infrastructuur Aanpassen regelgeving (hulpdiensten) Evenementen. Gemeente moet initiatieven meer waarderen en faciliteren. Duidelijke afspraken. Meer initiatief vanuit de samenleving. Ander type evenementen. Extra mensen. Meer ruimte creëren door herinrichting. Belang kerk en evenementen oplossen. “Komen we wel uit…” Markt concentreren, ook de visboer enz. erheen. Aantrekken van andere ondernemers, nettere panden, meer investeren. “Ouwemannenbankje” ook voor toeristen. Fietspaden aanbrengen. Meer eenduidige inrichting straatmeubilair. Door de tafelvoorzitters is naderhand sessie 1 ‘Ruimte rondom Witte Kerk’ als volgt samengevat: De ruimte rond de Witte Kerk wordt gezien als hart van het dorp. Deze ruimte heeft veel potenties om de identiteit van het dorp krachtiger te maken. Het kan daarbij aantrekkelijker en belangrijker worden voor verblijf, ontmoeting en activiteiten voor eigen inwoners, bezoekers en toeristen. Er is een strategie nodig om deze ruimte te versterken, meer mensen te trekken en de seizoenen uit te rekken. Daarin hebben het gebruik en indeling van de ruimte een belangrijke rol, voor meer terrassen, meer evenementen en terugkeer van de markt. Verkeer kan beperkt toegelaten blijven (zie ook uitkomst werkgroep winkelstraten). De gebruiksfuncties van de panden rond de kerk kan gemengd blijven (horeca en detailhandel), waarbij (dag)horeca wat meer versterkt mag worden. Een maatschappelijke functie toevoegen is wenselijk omwille van loop en reuring. De volgende bijeenkomst zal deze samenvatting worden voorgelegd als vertrekpunt voor sessie 2 bij de verkenning van (inrichtings)mogelijkheden. 5