De Frans-‐Duitse Oorlog van 1870 en de Commune van Parijs
Ruud Selman
Lezing Probus 1 Maastricht op 24 october 2012
Ruud is op 26 september 2012 overleden. Tekst en Powerpointpresentatie van zijn lezing zijn ons ter beschikking gesteld door zijn weduwe Paula Selman. Gerard van der Velde heeft de lezing gepresenteerd als hommage aan Ruud. De lezing werd door Jo Marx bewerkt voor presentatie op de website van Probus 1 Maastricht
DE FRANS-‐DUITSE OORLOG VAN 1870 EUROPA NA NAPOLEON BONAPARTE; HET CONGRES VAN WENEN -‐ 3 EERST DE GESCHIEDENIS VAN DE DUITSE EENWORDING -‐ 7 KORTE GESCHIEDENIS VAN FRANKRIJK IN DE XIXe EEUW -‐ 8 LOUIS NAPOLEON -‐ 10 NAPOLEON III -‐ 11 FRANS-‐DUITSE OORLOG -‐ 12 HET BELEG VAN PARIJS -‐ 15 BALLONPOST -‐ 19 POSTDUIVENPOST -‐ 22 BESCHIETING VAN PARIJS -‐ 23 WAPENSTILSTAND -‐ 24 VREDESVERDRAG VAN FRANKFURT -‐ 25
EN DE COMMUNE DE PARIS DE COMMUNE VAN PARIJS -‐ 26 DE KANONNEN VAN MONTMARTRE -‐ 27 COMITÉ CENTRAL -‐ 28 FEMINISME -‐ 30 LOKALE ORGANISATIE -‐ 30 STRIJD -‐ 31 DE SEMAINE SANGLANTE -‐ 34 RETROSPECT -‐ 36
2
EUROPA NA NAPOLEON BONAPARTE; HET CONGRES VAN WENEN Napoleon Bonaparte heeft de Europese kaart totaal veranderd: hij heeft nieuwe staten tot stand gebracht, staten samengevoegd, en allerlei staten en staatjes samengevoegd: Europa was vóór Napoleon een lappendeken van kleinere en grote staten. Zie afbeelding 1: de Nederlanden, maar zo was heel Europa.
Figuur 1. Nederland in 1780
Voor ons hier in Limburg was van belang de opheffing van het Prins Bisschopsdom Luik (een van de twee heren van Maastricht!). Maar Napoleon heeft in 1810 ook de Nederlanden opgeheven: Nederland werd gewoon een deel van Frankrijk. Het congres van Wenen kwam bijeen nadat Napoleon verslagen was (eigenlijk al vóórdat Napoleon definitief verslagen was), en bracht weer een totaal ander Europa tot stand.
3
Figuur 2. De hoofdrolspelers
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Arthur Wellesley, 1st Duke of Wellington Joaquim Lobo da Silveira António de Saldanha da Gama, Count of Porto Santo Count Carl Löwenhielm Jean-Louis-Paul-François, 5th Duke of Noailles Klemens Wenzel, Prince von Metternich André Dupin Count Karl Robert Nesselrode Pedro de Sousa Holstein, Count of Palmela Robert Stewart, Viscount Castlereagh Emmerich Joseph, Duke of Dalberg Baron Johann von Wessenberg Prince Andrey Kirillovich Razumovsky Charles Vane, 3rd Marquess of Londonderry Pedro Gómez Labrador, Marquis of Labrador Richard Le Poer Trench, 2nd Earl of Clancarty Wacken (Recorder) Friedrich von Gentz (Congress Secretary) Baron Wilhelm von Humboldt William Cathcart, 1st Earl Cathcart Prince Karl August von Hardenberg Charles Maurice de Talleyrand-Périgord
De gevolgen van de Franse revolutionaire oorlogen, de oorlogen van Napoleon en de ontbinding van het Heilige Roomse rijk moesten ‘uitgewerkt’ worden. In het algemeen werden veel nieuwe ontwikkelingen teruggedraaid, en oude en nieuwe vorstenhuizen kregen hun troon terug. De meeste min of meer democratische
4
verworvenheden van de Franse Revolutie werden teruggedraaid: vooral geen volksvertegenwoordigingen! Zie afbeelding 2: hoofdspelers, echt wel het Ancien Regime! Zo werden de grenzen van Frankrijk definitief vastgesteld, het Hertogdom Polen (of liever gezegd Warschau), het Koninkrijk Nederland, de Italiaanse staten, de Duitse provincie Saksen werden bijvoorbeeld geschapen. De invloedsferen van Oostenrijk, Groot Brittannië, Frankrijk en Rusland werden vastgesteld. Er werd een geweldige ruilhandel bedreven: landen die gebied verloren bij de nieuwe verkaveling kregen compensatie van gebied elders. De bewoners werd eenvoudigweg niets gevraagd. Vooral Oostenrijk (met de sluwe onderhandelaar Metternich) kwam goed uit de onderhandelingen en verkreeg een hele sterke positie in Italie: omdat Oostenrijk de Zuidelijke Nederlanden verloor kreeg het in Noord Italie gebieden tot aan de Adriatische Zee (en koste van de Republiek Venetie). Afbeelding 3 toont de nieuwe kaart van Europa
Figuur 3. De nieuwe kaart van Europa
Twee zaken zullen u opvallen: de geweldige verbrokkeling van Italie en van Duitsland. Ik toon u dat nog even speciaal in afbeelding 4 voor Italie, en afbeelding 5 voor Duitsland. Beide anomalieën worden opgeheven na 1860: de Italiaanse Resorgimento, en de Duitse Eenwording onder Bismarck, en vooral die Duitse Eenwording gaat grote gevolgen hebben voor Europa in het algemeen en voor Frankrijk in het bijzonder: hier zal niet veel later de Commune van Parijs uit resulteren
5
Figuur 4. Italie
Figuur 5. Duitsland
6
EERST DE GESCHIEDENIS VAN DE DUITSE EENWORDING Misschien kan er beter gesproken worden over de opkomst van Pruisen, want zoals afbeelding 5 laat zien bestond Duitsland echt nog niet. Toch was er sinds de Franse revolutie een duidelijke droom van Eenwording van de liberale nationalisten van Duitsland, en in 1848 is er dan ook een revolutie om die eenwording tot stand te brengen, maar die revolutie mislukt, net zoals in Italie. Otto von Bismarck (1815-‐1898) werd in 1862 Minister President en Minister van Buitenlandse zaken van het koninkrijk Pruisen. Hij regeerde duidelijk niet naar de wil van de meerderheid van het Parlement van Pruisen, maar in de naam van de koning van Pruisen. Duitse Eenwording bracht hij tot stand niet door onderhandeling en diplomatie en meerderheidsbesluiten, maar door wat hij zelf noemde: “ijzer en bloed”.
Figuur 6. Noord-‐Duitse Statenbond
Duitsland bestond rond 1860 zoals gezegd uit een groot aantal staten en staatjes, waarvan Pruisen de grootste was, verenigd in de “Duitse Bond’’, gesticht in 1815. Ook Oostenrijk en een aantal zuid Duitse staten waren lid van deze bond, o.a. Beieren. Meerder personen
7
hebben getracht de Duitse Bond te hervormen, zonder succes. Bismarck liet Pruisen de Duitse Bond verlaten, tezamen met 21 andere, kleinere Duitse Staten, waarop er in 1866 een oorlog uitbrak tussen deze Noord Duitse staten en een aantal andere Duitse Staten, meest zuid Duits, die zich lieerden met Oostenrijk (Bismarck had de steun van Italie!). Deze oorlog duurde slechts kort , enkele weken, en resulteerde in een verpletterende overwinning van Pruisen met zijn bondgenoten. Het resultaat hiervan was dat Oostenrijk de Duitse Bond moest verlaten, en dat Pruisen dominant werd. In 1867 werd door Bismarck de Noord Duitse Statenbond opgericht, waarvan het Groothertogdom Baden en de Koninkrijken Würtemberg en Beieren geen deel uitmaakten, maar deze staten sloten wel een verbond met de Noord Duitse Statenbond. Oostenrijk werd gedwongen zich terug te trekken uit de Duitse zaken. Afbeelding 6 laat u dit zien. Bismarck had duidelijk de intentie Pruisen in Europa een leidende grootmacht te maken; hiervoor was het nodig dat Frankrijk moest worden uitgeschakeld, en hij wachtte zijn kans af.
KORTE GESCHIEDENIS VAN FRANKRIJK IN DE XIXe EEUW
Wat onmiddellijk opvalt is dat er een immer wederkerende strijd is tussen enerzijds monarchisten en anderzijds republikeinen, terwijl er ook een continue strijd is tussen enerzijds socialisten en anderzijds liberalen. Er vinden tenminste drie grotere of kleinere revoluties plaats, waarbij er voortdurend allianties gevonden worden tussen al de partijen die ik hierboven genoemd heb.
1815: CONGRES VAN WENEN 1815-‐1830: HERSTEL VAN DE BOURBONS 1830: JULI REVOLUTIE 1848: JULI MONARCHIE: LOUIS PHILIPPE BOURBON KONING 1848: REVOLUTIE E
1848-‐1852: 2 REPUBLIEK, LOUIS NAPOLEON PRESIDENT E
1852-‐1870: 2 KEIZERRIJK, NAPOLEON III KEIZER 1870-‐1871: FRANS-‐DUITSE OORLOG E
1870-‐1940: 3 REPUBLIEK 1871: COMMUNE DE PARIS Figuur 7. De Geschiedenis van Frankrijk in de 19e eeuw Afbeelding 7 geeft een overzicht van de Franse geschiedenis in de XIXe eeuw. Ook is opmerkelijk dat gedurende de hele XIXe eeuw er een zeker wantrouwen bestaat tussen Parijs, de zetel van de Franse overheid en van de ‘economie’ maar ook meestal de bron van alle onrust, en de rest van Frankrijk, het grotendeels agrarische, conservatieve platteland met de kleinere steden. Frankrijk was dan wel één staat (daar hadden de Franse koningen tot en met Lodewijk XIV en Napoleon wel voor gezorgd), toch was het bij lange na geen natie! Zo
8
werd bij een volkstellling rond 1850 (?) vastgesteld dat in de meerderheid van de Cantons de meeste inwoners geen Frans spraken, maar een van de grotere of kleinere minderheidstalen die er toen waren, en nu nog zijn! Na Napoleon Bonaparte werd tijdens het Congres van Wenen de Europese kaart geheel overhoop gehaald, zoals ik u heb laten zien. In Frankrijk werden de Bourbons weer op de troon teruggezet, in de persoon van Lodewijk XVII, jongere broer van Lodewijk XVI, die in 1792 onder de guillotine stierf. Lodewijk XVII ’s regeerperiode wordt de Franse Restauratie genoemd: we gaan terug naar het oude, hoewel zijn koningschap een constitutionele monarchie betrof. Hij had geen kinderen, dus na zijn dood in 1824 ging de troon naar zijn jongere broer, Karel, die koning Charles X werd. Hij probeerde te regeren als een autoritaire vorst, alsof er nooit een Franse Revolutie was geweest, gesteund door de hoge adel en de hoge geestelijkheid. Met anti-‐liberale wetten probeerde hij het ‘ancien regime’ te herstellen, waarbij hij uiteraard het merendeels liberale parlement over de tenen reed. Zijn benoeming van de ultra-‐royalist Prince de Polignac als Minister President deed de bom barsten, en de juli-‐revolutie brak uit in juli 1830. In heel Europa volgden revoluties, die nergens slaagden, behalve in Belgie: de Belgische afscheiding. De revolte in Frankrijk (eigenlijk een opstand van de middenstand, vooral in Parijs) duurde 3 dagen, waarna Charles aftrad. Zijn neef Louis-‐Philippe, een liberaal die de bijnaam de ‘Burger-‐ Koning’ kreeg, kwam op de troon, nadat Charles X eerst tevergeefs had getracht zijn zoon en daarna zijn kleinzoon naar voren te schuiven. Louis Philippe nam de titel aan van ‘Koning der Fransen’ in plaats van Koning van Frankrijk In de eerste jaren was Louis Philippe zeer geliefd, maar later werden de groeiende tegenstellingen tussen arm en rijk, en de verpaupering van de arbeiders hem aangerekend. Een economische crisis in 1847 leidde weer tot een revolte. In februari 1848 trad Louis Philippe af, ten gunste van zijn kleinzoon Philippe, en hij verliet Frankrijk snel, bang het lot te treffen dat zijn vader en zijn familielid Lodewijk XVI had getroffen. Onder druk van de publieke opinie riep de Volksvertegenwoordiging de Republiek uit, dat was dus de tweede Franse Republiek. Het kwam tot een strijd tussen de Republikeinen en de radicale Socialisten, uitmondend in een bloedige onderdrukking door het leger: meer dan 1500 doden, en 10.000 verbanningen (naar Algerije). Frankrijk werd een democratische republiek met algemeen kiesrecht en scheiding der machten. Na de chaos verkoos het volk toch een sterke man, die rust en orde zou handhaven, en die werd gevonden in een Bonaparte! Dat was Louis Napoleon, een neef van Napoleon Bonaparte.
9
LOUIS NAPOLEON Deze Louis Napoleon had vrijwel zijn hele leven in ballingschap geleefd buiten Frankrijk; als resultaat daarvan sprak hij Frans met een Duits accent! Hij werd in ballingschap Zwitsers staatsburger, en werd officier in het Zwitserse leger. Hij was een autodidact die veel gereisd heeft: zo heeft hij ook jaren in Engeland en de USA gewoond. Na enkele mislukte staatsgrepen in Frankrijk (1836 en 1840), waarbij hij in de gevangenis raakte en weer wist te ontsnappen, kon hij naar Frankrijk terugkeren toen de tweede republiek was uitgeroepen. Bij de Presidentsverkiezing werd hij met overgrote meerderheid verkozen boven Louis Eugéne Cavaignac, die de leiding had van de bloedige onderdrukking van de revolte van juni 1848. Hij dankte zijn verkiezing toch hoofdzakelijk aan zijn naam Bonaparte. Louis Napoleon was niet zo briljant als zijn beroemde oom: geen groot generaal, geen groot hervormer, noch een serieuze denker. Hij was aanvankelijk een liberaal met revolutionaire neigingen: zo steunde hij de opstandelingen in Italië. Ook had hij zich verdiept tijdens zijn exil en zijn gevangenschappen in sociale, militaire en zelfs industriële onderwerpen. Zijn grootste probleem was niet zijn kennis, maar zijn karakter: tegelijkertijd besluiteloos en impulsief, vriendelijk en autoritair, verlegen en opschepperig. Zie afbeelding 7.
Figuur 7. Louis Napoleon, Napoleon III
Van nature was hij achterdochtig: hij wist hoe labiel Franse regimes waren en hield tijdens zijn regeringsperiode altijd een bedrag van 1 miljoen Pond Sterling aan bij Baring’s Bank in London! In 1851 wilde hij herkozen worden, maar de grondwet stond dit niet toe, en daarom pleegde Louis Napoleon op 2 december 1851 (de dag van de grote overwinning bij Austerlitz van
10
Napoleon Bonaparte, en ook de dag waarop de grote Napoleon zichzelf tot Keizer kroonde!) een staatsgreep. Zijn tegenstanders werden gevangengenomen, de volksvertegenwoordiging werd ontbonden, en hij schreef een plebisciet uit. Het resultaat was weer een overweldigend ja! Dit was mede te danken aan het feit dat Louis Napoleon het algemene kiesrecht voor mannen had hersteld, nadat dat door de (monarchistische) Kamer was afgeschaft. Tegen deze coup braken revoltes uit, in Parijs (onder leiding van Victor Hugo) maar ook elders in Frankrijk. Het leger sloeg deze revoltes neer, en velen werden uit Frankrijk verbannen: meer dan 9000 naar Algerije en 250 naar Cayenne (Frans Guyana). Een jaar later, weer op die legendarische 2 december, schreef Louis Napoleon weer een plebisciet uit; nu over de vraag of het Franse Keizerrijk moest worden hersteld, en weer kreeg hij een enorme meerderheid: 8 miljoen stemmen vóór, 200.000 tegen. Hij noemde zichzelf Napoleon III, waarbij aangetekend moet worden dat Napoleon II (de zoon van de grote Napoleon) nooit aan de macht is geweest!
NAPOLEON III
Aanvankelijk voerde hij een autoritair bewind met een streng regiem van censuur: de Kamer werd van veel macht ontdaan, die terecht kwam bij Napoleon III en zijn bureaucratie. Later (na circa 1860) werd hij tot meer liberalisme gedwongen, omdat zijn populariteit afnam. Het hof van Napoleon III voerde een grote stijl van grandeur en elegantie. De economie bloeide in die tijd, en Frankrijk industrialiseerde, en spoorwegen werden kolossaal uitgebreid. Baron Hausmann liet de achterbuurten van Parijs afbreken, parken werden aangelegd, en brede boulevards. Met Frans kapitaal werd het Suez-‐kanaal aangelegd, en de Franse keizerin, Eugenie, was een van de belangrijkste gasten bij de feestelijke opening daarvan (de Opera Aida van Verdi werd voor die gelegenheid speciaal geschreven!) Algerije, dat Frankrijk in 1830 had ingelijfd, werd steviger onder Franse controle gebracht. Napoleon III wilde de grootheid en glorie van Frankrijk tonen in zijn buitenlandse politiek, hoewel zijn slogan was: “ l’Empire, c’est la Paix”. Hij raakte dan ook betrokken in enkele ongelukkige buitenlandse avonturen: allereerst de Krimoorlog (van Engeland en Frankrijk samen tegen Rusland), vervolgens in 1859 een oorlog samen met Savoye-‐Piemont tegen Oostenrijk, waarin de Franse troepen grote overwinningen behaalden bij Magenta en Solferino. Frankrijk hield hier Nice en Savoye aan over, terwijl Lombardie bij Piemont gevoegd werd als het begin van de Italiaanse staat. Napoleon derde militaire avontuur werd een ramp: hij greep in in de burgeroorlog die al sinds 1859 in Mexico woedde, aanvankelijk samen met Engeland en Spanje, maar later alleen. In 1863 trok een groot Frans leger Mexico stad binnen, na een grote nederlaag tegen het Mexicaanse leger. Napoleon III plaatste Maximiliaan, een zoon van de Aartshertog van Oostenrijk, op de Mexicaanse troon, als Keizer van Mexico. Het tij begon echter snel te keren voor Frankrijk, en de Franse troepen werden steeds verder teruggedrongen door de Mexicaanse guerrilla’s, met flinke verliezen. In 1867 moesten de
11
Fransen Mexico verlaten. Maximiliaan werd geëxecuteerd, waarna zijn jonge weduwe, Prinses Charlotte van België (dochter van Koning Leopold I van België) waanzinnig van verdriet werd en pas 60 jaren later, in 1927, overleed. Dit Mexicaanse avontuur, en Napoleons steun aan de verliezende partij in de Amerikaanse Burgeroorlog, leidden uiteraard tot grote schade aan Napoleon’s reputatie, en hij zocht een gelegenheid om Frankrijks en zijn naam weer te herstellen. Die gelegenheid diende zich in 1870 aan toen de Spaanse troon vacant werd, nadat Koningin Isabella II was afgezet, na een opstand. De Spanjaarden vonden uiteindelijk Leopold von Hohenzollern-‐Sigmaringen , familielid van Koning Wilhelm van Pruisen, bereid de troon te aanvaarden. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden werd Frankrijk zeer laat op de hoogte gebracht, via een uitgelekt telegram. Frankrijk mobiliseerde en verklaarde Pruisen de oorlog op 19 juli 1870, en de Frans-‐Duitse oorlog was een feit.
FRANS-‐DUITSE OORLOG
Eigenlijk betrof dit een oorlog tussen Frankrijk en Pruisen, waarbij Pruisen werd bijgestaan door de andere staten van de Noord-‐Duitse Statenbond, en Baden, Würtemberg en Beieren. Frankrijk zocht de oorlog met Pruisen niet alleen om de gekrenkte trots van Napoleon III te herstellen, ook was men beducht voor de opkomende macht van Pruisen, en de Franse regering meende een oorlog nodig te hebben om Pruisen te stoppen, en zo de Franse hegemonie in Europa overeind te houden. De Frans-‐Duitse oorlog leidde enerzijds tot de val van het Franse Keizerrijk en de stichting van de 3e Republiek, en anderzijds tot de stichting van het Duitse Keizerrijk. Bovendien leidde het verlies van de oorlog met de daaruit voortgekomen straffen tot een diepe en langdurige wrok bij de Fransen: Alsace en een deel van Lotharingen raakten verloren. Het langdurige beleg van Parijs na de militaire nederlaag en de zwakke reactie daarop van de Franse regering leidde al snel tot de Commune van Parijs van 1871. En op meer abstract niveau: het kunstmatige ‘strategische evenwicht’ in Europa dat ontworpen was tijdens het Congres van Wenen was verdwenen, en Duitsland werd de primaire grootmacht op het Europese continent. In de Frans-‐Duitse oorlog werd Frankrijk verpletterd door de Duitsers, tot verbijstering van de Fransen zelf, en tot de verbazing van heel Europa. De Duitsers konden zeer snel een enorm leger van reservisten aan de grens hebben door superieure logistiek (circa 400.000 in een dikke twee weken), de Fransen nog niet half zoveel, onder andere door een merkwaardig systeem dat afkoop van dienstplicht mogelijk maakte. De uiteindelijk sterkte van het Duitse leger was 1.2 miljoen, terwijl de Fransen over 400.000 man beschikten, inclusief een flink aantal Algerijnen. Ook was de bewapening van de Duitsers totaal niet ondergeschikt aan die van de Fransen, zoals algemeen gedacht werd. Vooral de Duitse artillerie was verre superieur aan de Franse.
12
Een aanzienlijk voordeel voor de Duitsers was verder het feit dat zij een Generale Staf had, die voor eenheid in commando zorgde. De stijl van oorlog voeren van de twee legers was totaal verschillend: de Fransen gaven de voorkeur aan defensieve oorlogsvoering in loopgraven (toen al!), de Duitsers voerden een offensieve mobiele oorlog, met veel gebruik van artillerie en veel omcirkelingsbewegingen. De Franse troepen waren geconcentreerd rond Metz en rond Strassbourg, waarbij het zuidelijke leger de opdracht had om snel Duitsland binnen te vallen. De Fransen waren zó overtuigd van hun superioriteit dat ze wel beschikten over stafkaarten van Duitsland, maar niet van hun eigen land! Het hele Franse plan was een illusie. De Duitsers mobiliseerden zeer snel en hadden binnen 2 weken 1.2 miljoen man onder de wapenen. De Franse mobilisatie was traag en chaotisch. Typisch voorbeeld: het tweede regiment Zouaven van het departement Nord moest zich melden in Lille, ging dan per trien en boot naar Oran in Algerije waar het depot van hun regiment was, en moest dan weer per boot en trein naar de Alsace, waar hun stelling was! Napoleon III commandeerde zelf een van de twee legers: het Noordelijke, hoewel hij eigenlijk geen goede legeraanvoerder was, en bovendien in zeer slechte conditie: hij leed enorm veel pijn aan een galsteen, was bovendien incontinent en kon nauwelijks paardrijden.
Figuur 8. Frans-‐Duitse Oorlog 1870
13
Generaal MacMahon, de held van de Krim-‐oorlog, commandeerde het zuidelijke leger. De oorlog begon met een snelle opmars van de Fransen onder generaal Bazaine in het centrale deel van het front waarbij ze de Duitse stad Saarbrücken veroverden; daarna hield hun offensief op. Zie afbeelding 8. De Duitsers vielen de bezetters van twee kanten met een tangbeweging aan, zodat de Fransen gedwongen werden terug te trekken en, na twee verloren veldslagen in Mars-‐la-‐Tour en Gravelotte, zich op te sluiten in de vesting Metz. Daar hebben ze zich, 180.000 man sterk, uitgehongerd door de omsingeling van de Duitsers, op 29 oktober moeten overgeven!
Figuur 9. Nederlaag Napoleon III
Het Zuidelijke leger verloor twee veldslagen in Wissembourg en Wörth met grote verliezen aan beide zijden (meer dan 10.000 man elk), trok Oostwaarts in een poging Bazaine en zijn troepen te ontzetten. Het leger, met Napoleon III, werd uiteindelijk zelf omcirkeld door de Duitsers bij Sedan na weer een verloren veldslag met 17.000 slachtoffers, waarna MacMahon en Napoleon, met 104.000 troepen zich in Sedan moesten overgeven op 2 September. Zie afbeeldingen 9 en 10. Hiermee was de oorlog vrijwel afgelopen, hoewel hij nog 5 maanden doorging: Napoleon III begaf zich in gevangenschap in Duitsland, nota bene in het kasteel Wilhelmshöhe bij Kassel waarin zijn oom Jerome zelf had geresideerd toen hij door zijn broer Napoleon Bonaparte werd aangesteld als koning van Westfalen! Na 6 maanden mocht hij vertrekken naar Engeland, waar hij met zijn ex-‐keizerin Eugenie nog enkele jaren leefde, tot hij begin 1873 overleed tijdens een operatie aan zijn blaas.
14
Figuur 10. Bismarck en Napoleon III
Op 3 september bereikte het nieuws van de capitulatie van Napoleon III Parijs, en wederom nam de bevolking van Parijs het lot in eigen handen. De bevolking ging op 4 september de straat op, en vanuit het Stadhuis riep Leon Gambetta de Republiek uit: de Derde Republiek, met Jules Favre en generaal Trochet achter zich. De Franse keizerin Eugenie werd vermomd Parijs uit gesmokkeld. De Duitsers hadden gehoopt dat na de wapenstilstand in het Noorden de Fransen snel vrede zouden willen sluiten; het Franse leger was immers gedecimeerd. Toen Bismarck de Fransen bij vredesbesprekingen een lijst van wat de Duitsers ‘gematigde eisen’ noemden overhandigde bleek die hoop ijdel. Duitsland eiste Alsace en een aanzienlijk deel van Lotharingen op, terwijl Frankrijk alleen delen van haar koloniën in Afrika en Zuid Oost Azië wilde afstaan. De Derde Republiek bevestigde op 6 september 1871 zelfs haar oorlogsverklaring, en begon op grote schaal rekruten op te roepen. Duitsland kon niet anders dan de strijd hervatten, hoewel er zich geen tegenstanders van belang in de buurt van zijn troepen bevonden. De Duitsers besloten daarom maar druk op de Franse Overheid uit te oefenen door naar Parijs op te trekken, en op 19 september hadden de Duitsers het zwaar verdedigde Parijs met vele forten in de omtrek, omsingeld. Parijs werd belegerd, net zoals Metz nog altijd belegerd werd (tot het zich op 29 oktober overgaf).
HET BELEG VAN PARIJS
Zoals gezegd, Parijs werd zwaar verdedigd, niet alleen door forten, maar ook doordat het 13e Franse leger (onder Generaal Vinoy) met allerlei restjes troepen er lag, totaal ongeveer 106.000 man, plus nog veel groepen van de ‘Garde Mobile’, nauwelijks getraind, maar toch ook 100.000 man. Verder waren er een groot aantal buitenlandse militaire vrijwilligers: Belgen, Italianen, Polen.
15
Maar in het kader van een verhaal over de Commune van 1871 was waarschijnlijk van het allergrootste belang de aanwezigheid de Nationale Garde van Parijs, een revolutionaire groep die zelf zijn officieren koos. De stadwallen van Parijs waren 10 meter hoog, en telden 93 bastions, met totaal 3000 kanonnen. Om de wallen heen lag een linie van 16 forten, ieder met 50-‐70 stukken zwaar geschut, die de hele omtrek van Parijs bestreken. De Duitse legers moest op die manier 80 km omspannen , wat zelfs voor de grote troepenmacht van von Moltke een heel grote opdracht was. Parijs kon niet eenvoudig ingenomen worden, en daarom besloot Moltke om te blijven afwachten tot de honger zijn werk zou doen. De stad had ruime voedselvoorraden, het Bois de Boulogne en grote en kleine parken werden gebruikt voor veeteelt. Zo liepen in het Bois de Boulogne 250.000 schapen en 40.000 ossen rond! Alleen was er niet aan melkkoeien gedacht, tot groot onheil voor de zuigelingen later. Maar de bevolking van Parijs was sterk gestegen door de toeloop van burgers en militairen uit de omgeving: er waren meer dan 2 miljoen monden te voeden.
Figuur 11. Gambetta komt aan per luchtballon
Een probleem was dat de regering in Parijs was afgesneden van de rest van Frankrijk. Een aantal ministers was kort vóór het beleg uitgeweken naar Tours om het verzet in de provincies te leiden. Er was dus een totaal chaotische situatie, contact was alleen mogelijk per luchtballon en per duivenpost; over deze 2 onderwerpen zal dadelijk iets meer volgen. Uiteindelijk werd besloten om Leon Gambetta op 7 oktober per ballon naar de Franse romp-‐ regering te sturen, om de leiding van de legervorming op zich te nemen, en het breken van het beleg te organiseren. Zie afbeelding 11. De militaire situatie in het land veranderde niet sterk: de Duitse legers voerde kleinere en grotere veldslagen met resten van het oude Franse leger, of met nieuw opgerichte Franse eenheden, maar over het algemeen was Duitsland veel sterker. De Duitse militaire sterkte was
16
echter niet groot genoeg om heel Frankrijk te bezetten. Daarom werden de troepen geconcentreerd in een gebied in een grote cirkel om Parijs met een ruime corridor naar de Duitse grens. Zie afbeelding 12.
Figuur 12. Duitse troepen in Frankrijk 1870
Ook probeerden de troepen vanuit Parijs nu en dan uit te breken; een aanvankelijk succesvolle uitbraak vond plaats op 30 november: 80.000 soldaten onder Generaal Ducrot. Twee kleinere plaatsjes bij Parijs (Creteil en Champigny) werden heroverd door de Fransen, maar bij een tegenaanval van de Duitsers werden de Fransen op 3 december al weer verdreven; bij de actie verloren de Fransen 12.000 man. Toch bleef het moraal in Parijs hoog en bleef men in de overwinning geloven! De situatie in Parijs werd steeds nijpender: voedsel werd uitgesproken schaars en alle dieren die voorhanden waren werden geslacht en opgegeten: de paarden, die er in groten getale waren werden eerst opgegeten, daarna moesten katten, honden, ratten, en zelfs Castor en Pollux, de twee olifanten in de Parijse dierentuin, er aan geloven. Afbeelding 13 toont een menu van een feestelijk diner op Kerstmis 1870, de 99e dag van het beleg. Zoals u wellicht kunt zien stond gevuld ezelshoofd op het menu, maar ook kameel, kat etc. Maar drank was er genoeg in Parijs: moet u eens zien welke geweldige wijnen hierbij werden gedronken! De Fransen wisten dat dit niet lang vol te houden was, de Duitsers werden ongeduldig: zij moesten een leger van 800.000 man bevoorraden.
17
Figuur 13. Feestelijk menu kerstmis 1870
18
BALLONPOST Zoals gezegd was Parijs van de buitenwereld afgesloten, en contact met de regering in Tours, die weldra zelfs verhuisde naar Bordeaux om ver genoeg van de Duitsers te zijn, was vrijwel onmogelijk. Daarom werd al op 23 September het initiatief opgenomen om post per luchtballon te versturen: briefjes van superdun papier mochten maximaal 3 of 4 gram wegen. Zie afbeelding 14 (ballonpost).
Figuur 14. Ballonpost
Snel daarna werden de ballonnen ook gebruikt om personen te vervoeren met militaire bevelen, speciale goederen, en postduiven, want die werden gebruikt om berichten van buiten Parijs naar Parijs te zenden. Toen het gebrek aan melk aan het licht kwam werd er zelfs gesuggereerd om melkkoeien per ballon naar Parijs te sturen: 1 koe per ballon. Daar is het nooit van gekomen. De ballonnen werden in snel opgezette fabrieken gemaakt, die gevestigd waren in spoorwegstations, want die werden toch niet gebruikt. De ballonnen hadden een inhoud van 2000 m3 en werden gevuld met gas van de gasfabrieken (gemaakt uit steenkool). Ze werden opgelaten van een open plek op Montmartre, ongeveer waar nu de Sacrė Coeur staat. Zie afbeelding 15 (opstijgen ballonnen). Er werden tijdens het beleg 66 ballonnen opgelaten, die 164 passagiers, 381 postduiven, 5 honden, en meer dan 2 miljoen brieven vervoerd hebben. Omdat de wind natuurlijk onbetrouwbaar was, was het mogelijk dat de ballonnen ver van hun doel terechtkwamen: 2 verdwenen in de zee, één kwam in Noorwegen in de bergen terecht, één in Nederland (in de buurt van Venray), 5 werden door de Duitsers buitgemaakt.
19
Figuur 15. Opstijgen ballonnen
Een enkele ballon bereikte een hoogte van circa 6000 meter, tot ontsteltenis van de inzittenden: de grootste hoogte die iemand in die dagen bereikt had op aarde. Zie afbeelding 16a (affiche ballonnen) en 16b (Duitsers op ballonjacht).
Figuur 16a. Affiche ballonnen 1
20
Figuur 16b. Duitsers op ballonnenjacht
Figuur 17. Antballonkanon
21
De Duitsers hebben natuurlijk hun uiterste best gedaan om de ballonnen uit de lucht te halen. Geweervuur had geen effect vanwege de hoogte waarop de ballonnen voeren, Krupp heeft inderhaast nog luchtdoelkannonnen gefabriceerd, maar die waren ook niet erg effectief: er is maar één ballon neergehaald, waarvan de 2 bestuurders gevangen gemaakt zijn. Zie afbeelding 17 (Anti ballon kanon). Een groot probleem met de ballonnencommunicatie was dat er geen berichten richting Parijs konden worden gestuurd. Daarvoor werden Postduiven gebruikt.
POSTDUIVENPOST
Zoals vermeld werden de duiven per ballon Parijs uitgevoerd, en al snel was er een goed geregelde dienst, eerst vanuit Tours (200 km van Parijs), later vanuit Poitiers (300 km van Parijs). Nadat de postduiven uitgerust en goed gevoerd waren, werden ze beladen met hun boodschappen. De eerste lading werd verstuurd op 27 september, en kwam op 1 oktober aan. Brieven werden op microfilm gezet: dat procedé was net ontwikkeld; in totaal zijn er tijdens het 4 maanden durend beleg 1 miljoen brieven en 150.000 militaire boodschappen naar Parijs gestuurd. Er werden in totaal 303 duiven gelost, en daarvan hebben er 59 hun bestemming bereikt. Afbeelding 18 (microfilm): er konden 3000 berichten op een microfilm van 3 bij 5 cm. Afbeelding 19 (vergroten berichten): de berichten werden in Parijs vergroot en overgeschreven. Figuur 18. Microfim postduivenpost
Figuur 19. Vergroten van duivenpost
22
BESCHIETING VAN PARIJS Moltke bleef geloven in de val van Parijs door uithongering. Bismarck was ongeduldiger en vreesde het effect van de winter op zijn soldaten: hij stelde voor de stad te beschieten met zwaar geschut. Hierover hebben de twee heren lang ruzie gemaakt. Deze kwestie werd in Duitsland zelfs in het openbaar bekend, in een Berliljnse krant verscheen het versje: Bester Moltke sei nicht dumm, Mach doch endlich Bumm, Bumm, Bumm! Bismarck kreeg uiteindelijk zijn zin: op 5 januari 1871 begon het bombardement van Parijs, waarbij nachtelijks tussen 22 en 4 uur zware granaten werden afgevuurd vanaf de heuvels rondom Parijs, zo’n 300 a 400 per nacht. Er werden totaal 12000 granaten afgeschoten, die grote materiële schade aanrichtten, maar relatief weinig doden en gewonden veroorzaakten. De woede in Parijs was zeer groot, maar de hongersnood werd steeds nijpender. Toen de Duitsers op 25 januari speciale zeer zware kanonnen inzetten werd de situatie in Parijs onhoudbaar, en op 27 januari werd een wapenstilstand bereikt, en gaf Parijs zich over. Parijs heeft bij deze beschieting meer schade opgelopen dan in welke oorlog dan ook. Zie afbeelding 20 (schade Parijs ). Figuur 20: Schade Parijs
23
WAPENSTILSTAND De wapenstilstand zou duren tot 19 februari. In de tussentijd zou er in Frankrijk een verkiezing gehouden worden voor de Assemblee, die in Bordeaux zou bijeenkomen, en zou beslissen over oorlog of vrede. De Duitsers kregen de forten van Parijs in handen: Parijs kon zich verder niet meer verdedigen. Bismarck stuurde onmiddellijk treinladingen met voedsel naar Parijs, zodat de grootste honger weldra achter de rug was. Overeengekomen was bij de wapenstilstand dat de Duitsers Parijs niet zouden bezetten, maar wel dat de Duitse soldaten (30.000 uitgezochte manschappen) een triomftocht zouden houden op de Champs Elysees. Zie afbeelding 21 (intocht Duitsers op de Champs Elysees).
Figuur 21: Triomftocht Duitsers
De Duitsers verlieten de stad weer snel, op 6 Maart 1871; ze bleven alleen in enkele delen in de betere wijken. Ondertussen hadden de Duitsers de aanstaande overwinning al ‘gevierd’ door Koning Wilhelm van Pruissen uit te roepen tot Keizer van Duitsland: Keizer Wilhelm I. Zie afbeelding 22 (Keizer uitgeroepen). De nieuwe Assemblee bestond uit een minderheid van Republikeinen; de meerderheid waren allerlei soorten van Monarchisten. Adolphe Thiers werd door de Assemblee gekozen als hoofd van de regering, en niet de veel meer onbesuisde Leon Gambetta. Thiers, 73 jaar oud was een
24
liberaal en voorstander van de parlementaire democratie. Tijdens de Juli-‐monarchie (1830-‐ 1848, Louis-‐Philippe was Koning), was hij al Premier geweest en Minister van Binnenlandse Zaken en ook Minister van Buitenlandse Zaken. Hij had zich fel tegen de oorlog van 1870 verklaard (omdat hij vond dat Frankrijk er niet klaar voor was): nu moest hij vredesonder-‐ handelingen met de Duitsers gaan voeren.
Figuur 22. Keizer Wilhelm I
VREDESVERDRAG VAN FRANKFURT De officiële vrede werd getekend op 10 Mei 1871. Tot die tijd zouden de Duitsers Frankrijk bezet houden (althans delen ervan). De Fransen moesten een hoge prijs voor de vrede betalen! Allereerst moesten ze Wilhelm I erkennen als keizer van Duitsland. Zij moesten de Alsace en een deel van Lotharingen afstaan, inclusief de stad Metz en 1694 andere steden en dorpen. Ze moesten een oorlogsschat van 5 miljard Franc betalen (binnen 5 jaar). Zie afbeelding 23 (verloren gebieden). De inwoners van de ‘verloren gebieden’ moesten vóór 1 oktober 1872 beslissen of ze hun Franse nationaliteit wilden behouden, in welk geval ze moesten emigreren naar Frankrijk, of dat ze in de streek wilden blijven wonen, waarbij ze automatisch Duitser werden. De inwoners waren al vrijwel compleet Duitstalig. Van de bevolking verkoos uiteindelijk ½ miljoen van de 1,5 miljoen inwoners om Frans te blijven en te emigreren.
25
Figuur 23. Verloren gebieden
Duitse troepen zouden in Frankrijk blijven tot de oorlogsschatting betaald was. Tot verbazing van de Duitsers gebeurde dat al binnen 2 ½ jaren. Met het verdrag van Frankfurt was de Duits-‐Franse oorlog voorbij, maar er volgde een nieuwe oorlog: een Franse burgeroorlog.
DE COMMUNE VAN PARIJS
Parijs was na de hongersnood en de triomfale intocht van de Duitsers in een staat van de hoogste opwinding. De bevolking, speciaal de lagere klassen, vertrouwde de regering niet: de meerderheid van de afgevaardigden waren royalisten, en Parijs had slechts 43 van de in totaal 761 afgevaardigden! De regering trok op 10 maart 1871 naar Versailles, ze durfde niet in Parijs te blijven: de hoofdstad was te turbulent! De Parijzenaren, die 4 maanden weerstand hadden geboden aan de Duitsers, voelden zich verraden door de wapenstilstand die op 27 januari door de regering zonder hun afstemming was afgesloten. Verder was er een oude grief: Parijs werd, in tegenstelling tot andere grote plaatsen, rechtstreeks bestuurd door de centrale regering. Dit alles maakte dat er in Parijs een sterk sentiment tegen de regering was. Op 10 maart verergerde de regering de situatie door te besluiten de soldij van de Nationale Garde (die in Parijs zeer sterk en groot was, waarover later meer) van 1,50 Franc per dag niet
26
meer te betalen. Ook werd per wet bepaald dat het opschorten van betaling van rente en aflossing van schulden in Parijs werd beëindigd; dit leidde tot het faillissement van duizenden kleine winkeliers en handwerkslieden. De Nationale Garde was een militie van vrijwilligers (meest uit de middenklasse) opgericht in 1789 om het land te verdedigen en de orde te bewaren. Na de slag bij Sedan werden door de Regering van Nationale Verdediging alle geregistreerde kiezers opgeroepen voor dienst in de Nationale Garde, totaal 590.000 man. In Parijs werd een Centraal Comité van de Nationale Garde gevormd, geheel gedomineerd door radicale republikeinen en socialisten; dit comité kreeg steeds meer autoriteit en na het uitroepen van de Commune vormde dit Centrale Comité de feitelijke regering van Parijs.
DE KANONNEN VAN MONTMARTRE
De vonk in dit kruitvat waren ‘de kanonnen van Montmartre’. Aan het begin van de oorlog waren er in Parijs een groot aantal kanonnen (meer dan 400) gekocht, die betaald waren door een grote collecte onder de Parijzenaren. Voordat de Duitsers Parijs binnentrokken heeft de Nationale Garde, met veel hulp van gewone arbeiders, deze kanonnen verhuisd naar plekken die veilig geacht werden, de meeste naar de heuvel van Montmartre.
Figuur 24. Executie generaals Thiers vond dat dat deze kanonnen in de handen van de steeds extremere Nationale Garde een gevaar voor de orde en voor het centrale gezag vormden, en daarom gaf hij de ‘gewone troepen’ die in Parijs waren het bevel deze kanonnen te bemachtigen. De soldaten kozen echter partij voor de Nationale Garde, waarop hun bevelhebber, Generaal Lecomte, het bevel gaf het vuur te openen op de menigte. Hij werd toen van zijn paard gesleurd en samen met Generaal Thomas (een gehate ex-‐commandant van de Nationale Garde) gefusilleerd door de opstandige massa, tegen de wensen in van het Comité Centrale. Zie afbeelding 24: executie generaal Thomas en generaal Lecomte..
27
De dag tevoren had Thiers al de meest belangrijke leider van de revolutionaire socialisten, Louis Auguste Blanquit, laten arresteren, en overgebracht in ballingschap. Thiers en zijn regering verlieten Parijs en vestigden zich in Versailles. Een opvallende actie was de vernietiging van de hoge pilaar op de Place Vendome, met de grote buste van Napoleon Bonaparte er bovenop. Zie afbeelding 25.
Figuur 25: Vernietiging buste Napoleon
COMITÉ CENTRAL
Parijs had toen een week geen effectieve regering meer. De Comité Central schreef verkiezingen uit voor 26 maart 1871 voor een Conseil de la Commune. Er werd slechts gestemd door 20% van de gerechtigden, velen waren gevlucht voor en na het beleg en velen waren met Thiers de stad uitgetrokken. De stemming was eerlijk: van de 92 afgevaardigden waren er 20 van de ‘gegoede klassen’, verder waren er een aantal geschoolde arbeiders. Bij de afgevaardigden waren 3 advocaten, 3 artsen, 1 apotheker, 1 dierenarts, 1 ingenieur, 1 architect, 2 kunstschilders en 12 journalisten. De meeste afgevaardigden waren al politiek actief: van gematigde republikeinen, allerlei soorten socialisten en communisten avant la lettre, tot echte Jacobijnen, die terugverlangden naar de bloedige dagen van 1789. Op 28 maart 1871 werd de Commune geïnstalleerd. De commune nam als ‘nationale vlag’ niet de Franse driekleur aan, maar de rode vlag, en ze ging over tot de kalender van de Franse revolutie, met bijvoorbeeld nivose (sneeuwmaand, beginnend rond 21 december) en fructidor (fruitmaand, beginnend rond 18 augustus).
28
Ondanks de geweldige interne meningsverschillen werd er voortvarend een begin gemaakt met het organiseren van de publieke en openbare diensten voor de grote stad Parijs met zijn 2 miljoen inwoners. Ook werd begonnen met het invoeren van een groot aantal sociale en financiële maatregelen. De meest belangrijke waren: • Scheiding van Kerk en Staat • Kwijtschelding van de huur gedurende het Beleg • Afschaffing van nachtarbeid in de Parijse bakkerijen (enkele honderden!) • Pensioenen voor de vrouwen, ‘bijzitten’ en kinderen van leden van de Garde Nationale die in de strijd gedood waren. • Alle pandjeshuizen moesten gratis de beleende gereedschappen van de arbeiders en alle beleende huisraad tot een waarde van 20 francs teruggeven. • Uitstel van betaling voor alle(zakelijke) schulden en afschaffing van de rente hierop • Het recht voor werknemers om zaken over te nemen van bedrijven waarvan de eigenaren gevlucht waren. De Commune bepaalde wel dat de voormalige eigenaren recht op compensatie hadden.
Figuur 26. Spotprent Commune Parijs
Alle eigendommen van de Kerk vervielen aan de Staat, en op scholen mocht geen godsdienstles meer worden gegeven. In kerken mochten nog wel religieuze diensten gehouden worden indien die kerken ’s avonds werden opengesteld voor openbare politieke
29
vergaderingen. De scheiding van Kerk en Staat werd vervolgens pas opgenomen in de Franse grondwet in 1991! De Communes hebben heel serieus geprobeerd (in de korte tijd die ze hadden, circa 60 dagen) een nieuwe en rechtvaardiger maatschappij te scheppen, uiteraard uitgaande van hun eigen liberale en radicale denkbeelden). Zie afbeelding 26. Omdat de meeste functionarissen verdwenen waren (bijna alle rechters waren weg, en er waren nog maar 2 notarissen in Parijs!) besloot de Conseil tot een algemene open verkiezing van ambtenaren en functionarissen, de rechters hierbij inbegrepen. Het maximum salaris zou 6000 francs per jaar bedragen, hetzelfde als een arbeider. Ook mocht er geen stapeling van baantjes optreden.
FEMINISME
Opmerkelijk was het sterke feministische karakter van de Commune. De rol van vrouwen was groot bij het stichten van de Commune en bij de werkzaamheden er van. Voor het eerst slaagde de oprichting van een feministische beweging (na eerder mislukkingen in 1789 en 1848). Deze beweging ging er van uit dat de strijd tegen de ‘patriarchie’ alleen gevoerd kon worden als onderdeel van een wereldwijde strijd tegen het kapitalisme. De belangrijkste eisen waren: gelijke rechten voor vrouwen, gelijke lonen voor vrouwen, recht op echtscheiding voor vrouwen, recht voor gelijk onderwijs. Ook streden de feministen voor gelijkstelling van echtgenotes en concubines, en van echte en onechte kinderen. Ze waren verder actief in de afschaffing van prostitutie en sluiting van de officiële bordelen. Een beroemde vrouw was Louise Michel, de Rode Maagd van Montmartre, die met een vrouwenbrigade meevocht (en later verbannen werd naar Nieuw Caledonie).
LOKALE ORGANISATIE
De Comité Central had enorm veel op zijn bordje. De leden van dit comité hadden naast hun wetgevende activiteiten ook nog militaire en uitvoerende taken. Verder waren zij slechts afgevaardigden van hun lokale district, dus ze konden elk moment vervangen worden. In elk district waren er enorm veel lokale (vaak ad hoc) organisaties en initiatieven, allemaal onder controle van de lokale arbeiders, bijvoorbeeld eerste hulp posten, gaarkeukens, scholen, weeshuizen. Veelal was dit alles gratis. Het aanvankelijke succes van de Commune was te danken aan de grote inzet van de gewone burgers, die de taken overnamen van de leiding die gevlucht was. Een voortdurend probleem dat de effectiviteit van de werkzaamheden hinderde, waren de continue lokale vergaderingen en politieke bijeenkomsten die gehouden (moesten) worden. Ook verdeed Het Comité Central heel veel tijd met interne discussies en strubbelingen: de meningen van de verschillende fracties lagen zeer ver uiteen!
30
Een interessante kwestie betreft de Franse Nationale Bank: die was gevvestigd in Parijs, en de communards hebben nooit gedurfd het geld en goud van de Staatsbank te nemen, bevreesd als ze waren voor de internationale kritiek. De Commune leende geld van de Bank, wat hen vlot verschaft werd. Ondertussen smokkelde de Gouverneur van de Bank (uiteraard geen communard) grote sommen de stad uit, waarmee het regeringsleger gefinancierd werd!
STRIJD
Figuur 27. Barricades
Binnen een week werd de Commune al aangevallen door het reguliere leger, dat versterkt werd door de vele krijgsgevangenen die weer vrij waren. De leiding van de Commune deed geweldig zijn best om de Garde Nationale om te vormen tot een echte krijgsmacht voor de verdediging van Parijs. Een grote hulp waren ook de vele politieke vluchtelingen en
31
asielzoekers in Parijs: de Poolse officier Jaroslav Dabrovski werd de meest succesvolle generaal van de Commune. Internationaal was er veel sympathie, vooral van vakbonden en socialisten, zelfs uit Duitsland. Maar Thiers hield Parijs omsingeld, en er kon geen enkele hulp Parijs bereiken. Karl Marx was enthousiast over de ontwikkeling in Parijs, en schreef er onmiddellijk veel over. Toen de situatie nijpender werd, heeft de Comité Centrale bij meerderheidsbesluit op 28 april een Comité voor de Publieke Veiligheid opgericht, gelijkend op een orgaan met dezelfde naam van 1792, toentertijd met Robespierre als leider. Hoewel dit orgaan grote macht had, en in theorie volstrekt meedogenloos, was het niet erg effectief. Wel was dat een teken van de toenemende radicalisering van de Commune. De regeringstroepen belegerden Parijs gedurende april en mei, voortdurend groeiend in aantal, en ze drongen de Garde Nationale terug. Op 21 mei wisten ze door de muren Parijs binnen te dringen, in het westen. Het schijnt dat een inwoner van dat westelijk deel van Parijs (waar de rijkere mensen woonden) een poort heeft opengezet. De typisch lokale organisatie van de Commune werd nu een nadeel: de loyaliteit van de districten was primair voor de eigen quartier, en dat werd primair verdedigd. De nieuwe grote straten en boulevards die Hausmann had geschapen (door de nauwe straatjes te slopen) werden nu een voordeel voor de communards, die barricades met kanonnen hadden geïnstalleerd. Zie afbeelding 27. De regeringstroepen wisten deze barricades te omgaan door eenvoudigerwijs door de muren van de huizen langs de gebarricadeerde straten te breken. De troepen van Versailles waren verantwoordelijk voor veel moordpartijen tijdens de strijd: veel Gardisten en gewone burgers die verdacht werden van deelnemen aan de strijd werden geëxecuteerd: dit betrof duizenden slachtoffers. De Commune heeft weliswaar besloten dat voor elke krijgsgevangene of burger die gedood werd door de troepen van Versailles, drie gevangen genomen Versaillisten zouden worden gedood, maar dit decreet is nooit uitgevoerd. Tijdens de laatste weken heeft de Commune enkele keren geprobeerd de gevangengenomen Aartsbisschop van Parijs, Monseigneur Darboy, uit te ruilen voor Commune prominenten in de handen van Versailles, maar dit is telkens weer geweigerd. De Communards hebben bij hun terugtocht op grote schaal gebouwen in brand gestoken. Vooral vrouwen waren hierbij actief. Ze Figuur 28. Les Petroleuses
werden ‘Les Petroleuses’ genoemd (zie afbeelding 28).
32
Zo brandden het Tuilerieën-‐paleis en de Hotel de Ville tot de grond af; op de plaats van het Tuilerien –paleis werden de Tuilerien tuinen aangelegd; het Hotel de Ville werd voor een fortuin herbouwd. Er is ook geprobeerd de Notre Dame en de Sainte Chapelle in brand te steken, dat is gelukkig mislukt. Zie afbeelding 29.
Figuur 29. Mei 1871 in brand gestoken 1
Navrant is dat er na 1871 toeristische reizen vanuit bv. Londen werden georganiseerd om de geruïneerde delen van Parijs te bezichtigen! Zie afbeelding 30.
33
Figuur 30. Toeristische reizen 1
DE SEMAINE SANGLANTE
Figuur 31. Executie Jardin de Luxembourg
34
De laatste week van de Commune werd een enorm bloedbad. De hevigste strijd werd gestreden in de volkswijken in het oosten van Parijs, en bij de straatgevechten kwamen duizenden om. Op 23 mei werd de Aartsbisschop van Parijs, Darboy, met 5 andere priesters geexecuteerd,op bevel van Theophile Ferré, een echte onverbiddelijke Jacobijn, die door de woedende massa onder druk werd gezet. Op 27 mei waren er nog maar kleine verzetshaarden in de districten Belleville en Menilmontant. Op 28 mei kwam er een einde aan het vechten, en Maarschalk Mac Mahon proclameerde: Aan de inwoners van Parijs! Het Franse leger is gekomen om u te redden, en Parijs is bevrijd. Het gevecht is beëindigd, en orde, werk en veiligheid zullen worden hersteld. De vergelding begon nu op grote schaal: steun aan de Commune werd een politieke misdaad, en duizenden werden beschuldigd. Vele communards werden zonder vorm van proces geëxecuteerd. Zie afbeelding 31.
Figuur 32. Geëxecuteerde communards Het meest bekend zijn de kleine 200 gevangenen die bij een muur van het kerkhof Pêre Lachaise zijn geëxecuteerd: hier worden nog altijd op 1 mei demonstraties gehouden, maar ook de Jardins de Luxembourg was een beruchte executie plek, en de barakken achter de Hotel de Ville. Zie afbeeldingen 32 en 33. Vele duizenden zijn geëxecuteerd in deze dagen, schattingen variëren rond de 20.000 personen. 40.000 mensen werden afgemarcheerd naar Versailles: vele dagen waren eindeloze kolommen mannen, vrouwen en kinderen te zien. Uiteindelijk werden 12.500 communards berecht, waarvan er 10.000 schuldig werden bevonden. 23 personen werden ter dood veroordeeld, 4000 werden levenslang verbannen naar Nieuw Caledonie (dat pas een Franse kolonie was geworden), en circa 8.000 mensen werden veroordeeld tot soms lange gevangenisstraffen.
35
Figuur 33. Gedenksteen op executiemuur
Duizenden Communards (inclusief de leiders van de Commune) hebben weten te vluchten, naar België, Engeland (3 tot 4000 man), Italië, Spanje en de USA. In 1880 kwam er een algemene amnestie voor gevangenen en ballingen, behalve voor veroordeelden voor moord en brandstichting. Velen van de leidende figuren keerden daarop weer terug in de politiek.
RETROSPECT
De Commune de Paris is al sinds 1871 onderwerp van interpretatie. Van de ene kant was de revolte en de uitroeping van de Commune voor links, extreem links en voor de anarchisten een rolmodel. Veel revoluties zijn geïnspireerd door de Commune, met als belangrijkste voorbeelden natuurlijk de Russische revolutie en de Chinese revolutie. Voor de conservatieven en de meeste contemporainen was het bewind van de Commune een schrikbeeld van ordeloosheid, zonder respect voor eigendommen en voor de goede zeden. Ook de grote rol van de vrouwen bij de revolutie was een steen des aanstoots voor deze groepen. Vanuit de socialistische en anarchistische hoek wordt de Commune vaak beschouwd als een poging een volledig antikapitalistische en klasseloze maatschappij te vormen, met participatieve democratie. Marx deelde deze mening, zelfs al in de pamfletten die hij tijdens de opstand schreef. Friedrich Engels noemde, in diezelfde tijd, de Commune een voorbeeld van de dictatuur van het proletariaat, de eerste keer dat deze uitdrukking werd gebruikt.
36
Marx vond dat de Commune waardevolle tijd verloren had laten gaan door verkiezingen te organiseren, en een democratische organisatie in te richten, in plaats van Versailles meteen te verpletteren toen het nog kon in de eerste dagen. Ook het feit dat de Commune de Franse Nationale Bank ongemoeid gelaten had vond hij onzinnig. Lenin was het met Marx eens, maar leerde bovendien nog zijn eigen lessen van de mislukking van de Commune: hij stelde dat de Commune veel te zachtmoedig tegen de tegenstanders binnen en buiten Parijs was opgetreden: de vijand moest gewoon onmiddellijk afgeslacht worden. Dat is dus bij de Russische Oktober revolutie in 1917 inderdaad gebeurd. Overigens denken modernere geschiedkundigen en politicologen dat de communards veel meer tegen de kapitalistische regering waren, dan tegen het kapitalisme als systeem.
Figuur 34: Demonstratie bij “Mur des Federées” (Repin)
In latere jaren bleef de Commune een krachtig symbool vooral voor Rusland. De grote Russische schilder Ilja Repin schilderde in de jaren twintig een beroemd schilderij van een demonstratie bij de beroemde “Mur des Federées”. Zie afbeelding 34. Lenin werd bij zijn begrafenis gewikkeld in een restant van een vlag die van de Commune was geweest, en Ruslands eerste Spaceship Voshkod 1 had een stuk van een banier van de Commune aan boord. Maar om een beetje tegengas van rechts te geven: in 1873 werd een decreet aangenomen in de Assemblee Nationale om op de heuvel van Montmartre, precies op de plek waar de kanonnen van Montmartre geweest waren, en waar de meeste ballonnen werden opgelaten, een monumentale kerk te bouwen, ter nagedachtenis aan de 58.000 slachtoffers van de Frans-‐Duitse oorlog, en “ter absolvering van de misdaden begaan door de Commune”.
37
Dit was dus de Sacre Coeur basiliek, die vervolgens onderwerp van heftige debatten bleef binnen het Parlement en bij de bevolking. Uiteindelijk werd de eerste steen gelegd in 1875, maar de bouw nam zeer veel tijd in beslag. Pas in 1914 was het geheel af, maar toen gooide de eerste Wereldoorlog roet in het eten, zodat de officieële wijding pas in 1919 plaatsvond, 48 jaar na de gebeurtenissen in 1871! Zie afbeelding 35 (Sacre Coeur).
Figuur 34. De Sacre Coeur
38