Stompverzorging
Deze folder geeft u informatie over het verzorgen van de stomphuid. Eveneens komen huidproblemen aan de orde die kunnen ontstaan bij het dragen van de prothese. Verder wordt beschreven hoe u de onderdelen van de prothese kunt onderhouden. Deze folder maakt deel uit van de reeks ‘prothesiologie’ van De Vogellanden. De brochure geeft u algemene informatie. Het vervangt niet het persoonlijke advies van uw revalidatiearts, verpleegkundige, fysiotherapeut of orthopedisch instrumentmaker.
De folder geeft u informatie over: 1 2 3 4 5 6
De algemene verzorging van de stomp Huidproblemen Welke huidproblemen kunnen er eventueel ontstaan Het onderhouden van onderdelen van de prothese Het technisch spreekuur (TSU) De belangrijkste tips op een rij Meer vragen?
1 De algemene verzorging van de stomp 1.1 De stompverzorging Bij problemen met de stomphuid gaan we uit van het principe: 'voorkomen is beter dan genezen'. U kunt veel huidproblemen voorkomen door de stomp goed te verzorgen. Dit betekent dat u de stomp dagelijks moet wassen met lauw water en een niet geparfumeerde pHneutrale zeep (bijvoorbeeld Eucerin®). Was de huid niet vaker dan één keer per dag met zeep. De huid droogt anders uit en de bacteriën die normaal gesproken op de huid zitten ter bescherming van de huid verdwijnen. Daardoor kunnen barstjes en kloofjes ontstaan en hebt u meer kans op schimmel- en gistinfecties. Omdat de stomphuid door het wassen iets verweekt, is het belangrijk om de huid goed te laten opdrogen voordat u de liner en/of koker weer gaat dragen. In de regel is dat ongeveer een half uur. Was daarom bij voorkeur de stomp als de prothese niet direct weer aan moet, maar bijvoorbeeld ‘s avonds voor het naar bed gaan. Hierdoor kan de huid goed drogen. Terwijl u de stomp wast, kunt u deze meteen controleren op eventuele huidafwijkingen, zoals wondjes of blaren. Gebruik een handspiegel om de achterkant van de stomp te bekijken. Let hierbij vooral goed op de plooien in de huid, zoals de knieholte, de lies en littekenplooien. Een vochtige stomp kan in een prothese plakken, schuren en verweking van de huid geven waardoor irritatie ontstaat. Maak de stomp daarom goed droog voordat u de prothese aandoet.
Het afdrogen dient zorgvuldig te gebeuren (let op plooien). Het is belangrijk dat de stomp drooggedept wordt in plaats van drooggewreven. Dit om problemen aan de stomp (zoals schuurplekken) te voorkomen. Mocht u van nature last hebben van een droge huid waardoor kloofjes of barsten ontstaan, dan kunt u de huid invetten met een pH-neutrale crème, bijvoorbeeld decubal of vaseline. Het invetten moet eenmaal daags gebeuren, daarmee houdt u de huid soepel. We raden u aan uw huid ’s avonds in te vetten, omdat de huid dan alle tijd heeft om te drogen en de aangebrachte crème goed kan intrekken. Mocht u ’s ochtends de huid invetten, laat de crème dan minstens 30 minuten intrekken voordat u de elastische kous of de liner en prothese aantrekt. Leg het been gedurende die tijd horizontaal zodat het niet gaat zwellen door vochtophoping.
1.2 Stompharding De huid van de stomp moet bestand zijn tegen de krachten van de prothesekoker. Voorbereidende oefeningen om dit te bereiken, noemen we stompharding. Dit kan op de volgende manieren: • Met een ruwe handdoek over de huid wrijven wanneer de stomphuid geen wondjes vertoont. • Wisselbaden toepassen (afwisselend warm en koud water, eindigen met koud water). • Massage. Wanneer u de prothese om welke reden dan ook enkele dagen of weken niet gebruikt, is het belangrijk de elastische stompkous te dragen of de stomp te zwachtelen. Dit voorkomt namelijk dat de stomp dikker wordt door vochtophoping. Het is belangrijk dat u het been goed inzwachtelt, laat het daarom voordoen door uw fysiotherapeut of verpleegkundige.
2 Huidproblemen Huidproblemen aan de stomp kunnen verschillende oorzaken hebben. In dit hoofdstuk geven we hierover een uitleg. 2.1 Belasting van de huid Het dragen van een prothese geeft, zoals hierboven is uitgelegd, druk op de huid. Dat is een belasting waaraan de huid op die plaats niet gewend is. Tijdens de revalidatie wordt die druk stapsgewijs opgevoerd, zodat de huid hier aan kan wennen en niet stuk gaat. Deze behandeling heet ook wel stompharding. Bij activiteiten in en rond het huis, bij het uitvoeren van uw werk en tijdens het sporten belast u de stomp meer dan anders. Wanneer uw prothese goed past en u uw stomp en prothese goed schoonhoudt, zal deze verhoogde belasting van de stomp waarschijnlijk niet voor problemen zorgen. Soms blijft een stomp kwetsbaar en moet de belasting hierop aangepast worden.
2.2 Transpireren De prothesekoker sluit nauw aan op de stomp en zorgt zo voor een goede drukverdeling. Wanneer het warm is of wanneer u veel beweegt, kan de stomphuid extra gaan zweten in de prothesekoker. De huid in de koker kan niet goed ventileren en wordt dan vochtig. De materialen van de prothesekoker nemen geen vocht op. Houdt de liner daarom goed schoon. Zie daarvoor hoofdstuk 4 van deze folder. Indien u een stompkous draagt, verwissel deze vaker als u merkt dat deze vochtig is. Wanneer het mogelijk is, doe de prothese dan af om deze te laten drogen. Over het algemeen wordt de mate van transpiratie in de loop van de tijd minder. Zie verder paragraaf 3.9. 2.3 Diabetes Bij mensen met diabetes kan de doorbloeding van de huid verminderd zijn. Het lichaam kan het vocht moeilijker afvoeren, waardoor lokaal vochtophoping (oedeem) ontstaat. Dit maakt de huid gevoeliger voor wondjes. Wanneer een wondje ontstaat, geneest deze niet zo makkelijk door de verminderde doorbloeding. Een ander probleem bij diabetes is dat het gevoel in de huid minder kan worden. Hierdoor voelt u een pijnlijke plek minder snel waardoor u misschien een wondje over het hoofd ziet. Een klein wondje kan zo uitgroeien tot een ontsteking of erger. Goede controle van de stomp met een spiegeltje is dus extra belangrijk wanneer u diabetes heeft.
3 Welke huidproblemen kunnen eventueel ontstaan? Huidproblemen die eventueel kunnen ontstaan zijn: 1. contacteczeem 2. cysten 3. drukplek 4. eelt 5. huidplooien 6. infecties 7. schaafwonden en blaren 8. vochtophoping (oedeem) 9. zweten Hierna volgt een nadere beschrijving van de bovengenoemde huidklachten. 3.1 Contacteczeem Contacteczeem is een allergische reactie van de huid op een bepaalde stof. Bijvoorbeeld op het materiaal van de prothese. Dat kunnen materialen zijn zoals lijm, metalen (bijvoorbeeld nikkel), kleurstoffen, rubber of siliconen. U kunt contacteczeem herkennen aan roodheid, jeuk, gezwollen huid, blaasjes, druppeltjes vocht op de huid en korstvorming. Door deze beschadiging van de huid kunnen bacteriën en schimmels voor een infectie zorgen. Bij mensen die een prothese gebruiken, komt contacteczeem vaker voor. Bij sommige mensen ontstaat contacteczeem pas nadat ze al jaren een prothese gebruiken.
3.2 Cyste Een cyste ziet eruit als een klein bultje vlak onder de huid. Het is gevuld met vocht. Als het bultje groeit, kan het kapot gaan en gaan zweren. Een cyste is een reactie van de onderhuidse laag op druk of wrijving en kan verschillende oorzaken hebben, zoals een ingegroeide haar of een eeltplek die in de huid wordt gedrukt. Mensen met een bovenbeen prothese krijgen een cyste meestal in de liesstreek, mensen met een onderbeenprothese in de knieplooi. Cysten ontstaan vaak door te hoge druk op de huid. Een cyste komt weinig voor. 3.3 Drukplek Een drukplek ontstaat wanneer te veel druk op de huid van de stomp komt. Door de hoge druk stroomt het bloed minder goed door en geeft plaatselijk pijn aan de stomp. De pijn wordt meestal veroorzaakt doordat de prothesekoker te veel druk geeft op de stomp. Die druk is het sterkst op plaatsen waar het bot dicht onder de oppervlakte ligt. Een drukplek is te herkennen aan een rode plek, die niet binnen twintig minuten na het uitdoen van uw prothese verdwijnt. In het begin is er alleen een donkerrode plek te zien, maar later kan zich een blaar vormen. Als deze blaar opengaat, is er een open wond. Deze kan vervolgens gaan ontsteken en tot een moeilijk te genezen wond leiden. Vooral bij ouderen en mensen met diabetes ontstaan gemakkelijk drukplekken die slecht genezen. Het is belangrijk om de stomphuid dagelijks te controleren op drukplekken. Dit geldt vooral voor ouderen en mensen met diabetes.
Zo kunt u op tijd ingrijpen wanneer een drukplek ontstaat. Bekijk plaatsen die moeilijk te zien zijn, bijvoorbeeld de knieholte, met een handspiegel. 3.4 Eelt Eelt is een verdikking van de bovenste laag van de huid en is gelig van kleur. Het is een reactie van de huid op langdurige druk of wrijving. Meestal verdwijnt eelt vanzelf weer wanneer de oorzaak van de druk of wrijving weg is. Teveel eelt kan ook een aanwijzing zijn dat uw prothese niet goed past. De revalidatiearts kan het eelt weghalen. We raden u aan niet zelf eelt te gaan verwijderen. 3.5 Huidplooien Overtollige huid op het uiteinde van de stomp kan ontstaan als de huid na de amputatie verkeerd herstelt. Ook kunnen huidplooien ontstaan door het snelle slinken van de stomp. De huidplooien geven extra wrijving in de prothese. Dit veroorzaakt pijn en irritatie. Bovendien stijgt de temperatuur in de prothese door wrijving, waardoor de stomphuid kan beschadigen. In de plooien op de huid kunnen schimmel- en/of gistinfecties ontstaan. 3.6 Infecties Wanneer u (contact)eczeem of een wondje op uw stomphuid heeft, kan deze geïnfecteerd raken met bacteriën, gisten of schimmels. Een geïnfecteerd wondje kan ontsteken, vooral wanneer het op een plaats zit met veel lichaamsbeharing of wanneer uw huid vet is. U herkent een ontsteking aan een rode, branderige plek rondom de wond, aan pusvorming of aan een kleverig korstje. Vormen van infecties zijn bijvoorbeeld een schimmel- of gistinfectie of een steenpuist.
Bij een schimmelinfectie nestelt een schimmel zich in de huid. Een schimmel herkent u aan een rode, vochtige plek met schilfers. Een veel voorkomende schimmelinfectie is ringworm. Deze is te herkennen is aan ronde of ovale beschadigingen van de huid, waaromheen de huid schilfert. Bij een gistinfectie nestelt een gist zich in de huid. Schimmel- en gistinfecties zijn in vergelijking met bacteriële infecties meestal minder ernstig. De belangrijkste klacht bij dit soort infecties is jeuk. Bij een bacteriële infectie zijn bacteriën de huid binnengedrongen en veroorzaken lokaal zwelling, roodheid, warmte en pijn. Er kan ook een lokale pusophoping ontstaan, in of onder de huid. Als een haarzakje of talgkliertje geïnfecteerd raakt met een bacterie, noemen we dat een steenpuist. Een steenpuist zorgt voor een diepe pijn. Soms komt een verzameling van steenpuisten naast elkaar voor. Dit heet een negenoog en gaat vaak gepaard met hoge koorts.
Negenoog
Steenpuist
Ringworm
3.7 Schaafwonden en blaren Schaafwonden en blaren kunnen ontstaan als de stomp langs een te ruime koker schuift. De vorm van de stomp kan erg veranderen met uw lichaamsgewicht. Wanneer u aankomt, wordt de stomp groter en wanneer u afvalt wordt de stomp kleiner, terwijl de prothesekoker een vaste maat houdt. Wanneer de stomp kleiner wordt, kan de prothese te los gaan zitten. Dit veroorzaakt onder andere rode plekken, blaren of schaafwonden. Blaren op de huid kunnen ook ontstaan wanneer u de liner niet strak genoeg over de stomp afrolt. Dan blijft lucht achter tussen de huid en de liner, waardoor de liner over de huid gaat schuren en blaren kunnen ontstaan. Dit gebeurt ook als de liner te ruim gaat zitten wanneer het stompvolume afneemt. Door gebruik te maken van een huidherstellende crème kan de liner over het algemeen gewoon weer gedragen worden. De huid is meestal na een aantal dagen genezen. Wij raden u aan de huid sowieso niet te scheren. 3.8 Vochtophoping (oedeem) Oedeem ontstaat bij een te ruime stompkoker. Door een te grote prothese schuift de koker op en neer ('pompen'). Daardoor kan de temperatuur in de koker oplopen en kan een vochtophoping ontstaan. Gewichtstoename of diabetes kunnen ook oorzaken zijn van vochtophoping. Bij vrouwen kan de cyclus soms van invloed zijn op de wisselende hoeveelheid vocht in de stomp.
Let wel op bij een zwelling die onder de knie zit: wanneer de knie voor een lange tijd gebogen blijft (zoals bij het zitten met een gebogen knie), knellen de bloedvaten in de knieholte af. Dit versterkt de vochtophoping en maakt de situatie erger. U kunt testen of bij u sprake is van oedeemvorming. Druk met uw vingertop de plek in en laat weer los. Bij oedeem zal de afdruk van uw vinger nog een aantal seconden te zien zijn. Wanneer u de prothese, om welke reden dan ook, een aantal dagen of weken niet draagt, raden wij u aan de elastische stompkous te dragen. 3.9 Transpiratie Bijna iedere prothesegebruiker zweet of transpireert in de prothese, vooral tijdens inspanning en met warm weer. Transpireren kan ook een reactie zijn op het materiaal van de koker. Van sommige kokers is bekend dat deze overmatige transpiratie kunnen veroorzaken. Met een siliconenliner kunt u tijdens de eerste drie weken van het gebruik last hebben van overmatig transpireren. Na drie weken gaat dit meestal vanzelf over. Soms kan als gevolg van overmatig transpireren eczeem ontstaan. Doordat de huid door veel transpireren weker wordt, kunnen gemakkelijk infecties ontstaan.
4 Het onderhouden van onderdelen van de prothese De prothese kan bestaan uit onder andere een liner, elastische stompkous, vul- en glijkousen en een prothesekoker. In de volgende paragrafen geven we u per onderdeel uitleg over wat het is en hoe u deze het beste kunt onderhouden. 4.1 Liner Was de liner dagelijks, bij voorkeur ’s avonds. U moet de liner vooraf binnenste buiten keren. Gebruik handwarm water en een neutrale zeep (bijvoorbeeld Eucerine) of een bacteriedodende zeep (bijvoorbeeld Derma Cleane). Spoel de liner goed na. Zeepresten kunnen later irritatie van de huid veroorzaken. U mag de liner ook met alcohol afnemen. De liner kunt u droog maken met een pluisvrije doek, zoals een theedoek. Gebruik voor het drogen geen handdoek omdat achter gebleven pluisjes drukplekjes en irritaties kunnen geven aan de huid. De liner moet na het wassen op de meegeleverde standaard uithangen. Hierdoor behoudt de liner zijn oorspronkelijke vorm. Pas als deze goed droog is kunt u de liner weer dragen. Mocht u veel transpireren dan moet u de liner meerdere keren per dag reinigen.
4.2 Elastische stompkous De elastische stompkous draagt u als u de liner niet aanheeft. Hij geeft compressie en zorgt er voor dat uw stomp in dezelfde vorm blijft. Mocht u geen stompkous dragen dan kan het zijn dat de omvang van de stomp toeneemt doordat er vochtophoping in de stomp ontstaat. U voorkomt dit door het dragen van een elastische kous. Vaak draagt u de elastische stompkous ‘s nachts. Meestal krijgt u twee kousen zodat u de ene kunt dragen als u de andere wast. Als u een elastische stompkous gebruikt, moet u deze regelmatig wisselen. U kunt de elastische stompkous met de hand of in de wasmachine wassen met het programma fijne was tot 30°. Doe dit met een fijn neutraal wasmiddel. Gebruik geen wasverzachter. Stop de elastische stompkous niet in de droger en leg hem niet op de verwarming, omdat de elasticiteit van de kous dan afneemt. U kunt de elastische stompkous op een handdoek op de verwarming drogen of gewoon liggend over een wasrekje. Zorg ervoor dat de elastische kous niet vies wordt door huidcremes. Ook dat kan de elasticiteit van de kous verminderen. 4.3 Prothesekoker Het is belangrijk dat de prothesekoker goed om de stomp past. Door verschillende oorzaken kan de pasvorm van de prothesekoker verminderen. De stompvorm is afhankelijk van de stompcontour, consistentie van het weefsel en littekens op de stomp of de overtollige huid (plooien) aan het stompuiteinde. De omvang van de stomp kan veranderen in de loop van de tijd. Bij toename of afname van het lichaamsgewicht zal ook de omvang van de stomp toe-
of afnemen. Ook kan de stomp meer of minder vocht vasthouden. Hierbij kan omgevingstemperatuur een rol spelen, want bij warm weer kan het lichaam meer vocht vasthouden. Nierpatiënten hebben een sterk wisselende hoeveelheid vocht in hun lichaam, waardoor zij bijzonder gevoelig zijn voor veranderingen van de stompvorm. Mensen met suikerziekte, zwangere vrouwen of vrouwen in de overgang hebben hier ook meer last van. Verder is het vasthouden van vocht afhankelijk van de hoeveelheid lichaamsbeweging. Maak de prothesekoker dagelijks schoon. De meeste kokers kunt u schoonmaken met een vochtige doek. Als u de koker extra wilt reinigen, gebruik dan alcohol (minimaal 70%-oplossing). Neem als laatste de koker af met een vochtige doek en laat deze goed drogen, voordat u de prothese aantrekt. We adviseren u om de prothese ‘s avonds te reinigen. Sommige kokers, bijvoorbeeld kokers met een leren bekleding, mag u niet met alcohol, water en zeep schoonmaken. Dat kan de kwaliteit van het materiaal aantasten. Vraag dit zo nodig na bij uw instrumentmaker. 4.4 vul- en glijkousen Deze kousen kunt u gewoon in de wasmachine meewassen met de bonte was. Ter behoud van de kwaliteit van de kousen mag u de kousen niet te drogen leggen op een verwarming of drogen in een wasdroger. Na het centrifugeren hangt u de kousen te drogen aan de waslijn. Uiteraard moeten de kousen droog zijn als u ze weer gaat dragen.
5 Het technisch spreekuur (TSU) Het technisch spreekuur is bedoeld om de prothese aan te meten, te controleren hoe de prothese zit en of deze aangepast moet worden. Een afspraak op het technisch spreekuur krijgt u na verwijzing van de revalidatiearts of het behandelteam. U kunt ook zelf een afspraak maken wanneer u bijvoorbeeld een wondje of een drukplek heeft. Het technisch spreekuur vindt twee keer per week plaats. Tijdens dit spreekuur zijn de revalidatiearts, de instrumentmaker en de fysiotherapeut aanwezig.
6 De belangrijkste tips op een rij
Neem bij het ontstaan van stomphuidproblemen, bijvoorbeeld wondjes of pijn in de stomp altijd contact op met uw revalidatiearts.
Laat bij problemen aan de stomp de pasvorm van uw prothese nakijken door de fysiotherapeut, de revalidatiearts of de orthopedisch instrumentmaker.
Wanneer u een nieuwe prothese heeft gekregen, controleer dan uw stomp iedere dag op drukplekjes, wondjes, blaren en andere bijzonderheden. Dit is vooral belangrijk als u problemen heeft met uw gevoel, bijvoorbeeld door diabetis. De achterkant van de stomp kunt u met een handspiegeltje bekijken.
Was uw stomp iedere avond met lauw water en pHneutrale zeep. Droog de huid zorgvuldig. Vet de huid daarna in met een pH-neutrale crème bijvoorbeeld decubal of vaseline. Het invetten moet eenmaal daags gebeuren omdat u hiermee kloofjes en barsten van de huid kunt voorkomen. Het invetten wordt ‘s avonds aangeraden omdat de huid alle tijd heeft om te drogen en de aangebrachte crème goed kan intrekken. Mocht u ’s ochtends de huid invetten laat de crème dan wel minstens 30 minuten intrekken alvorens u de liner en prothese aantrekt.
Gebruik buiten een eventueel advies van de arts om geen crème, talkpoeder of ander materiaal tussen de huid en de koker/liner.
Was de liner dagelijks, bij voorkeur 's avonds, met een neutrale zeep (bijvoorbeeld Eucerine) of bacteriedodende zeep (bijvoorbeeld Derma Cleane). Laat de liner na het wassen goed drogen.
Was de elastische stompkous regelmatig op een temperatuur van 30° met een fijn neutraal wasmiddel. Gebruik geen wasverzachter. Droog de stompkous niet in een wasdroger of op de verwarming.
Loop niet door met wondjes, blaren of andere onregelmatigheden op uw stomp. De orthopedische instrumentmaker kan controleren of uw prothese het probleem veroorzaakt. Een revalidatiearts kan u de juiste behandeling aanbevelen.
Wanneer u de prothese enkele dagen of weken niet draagt, raden we u aan de liner of de stompkous te dragen. Dit is belangrijk om de vorm van uw stomp te behouden.
Scheer de huid niet. Scheren kan uw huid beschadigen.
Verwijder zelf geen korstjes of eelt van de stomp. Neem contact op met de revalidatiearts wanneer het eelt problemen geeft.
Meer vragen over huidklachten? Neemt u dan contact op met uw revalidatiearts.
De Vogellanden Centrum voor Revalidatie Hyacinthstraat 66a, 8013 XZ Zwolle Postbus 1057, 8001 BB Zwolle Tel.nr.: 038-498 12 11 Fax.nr.: 038-498 12 12 E-mail:
[email protected]
www.vogellanden.nl