Spoor A2 : D e e ffe ct e n va n de ve r gr ij zing op de uit ga ve n voor zor gve r ze k e r ing e n hoge r onde r w ij s
A. Va n H e ck e K. Algoe d D. Herem ans
KULeuven Fa cu lt e it Econ om ie & Be dr ij f sw e t e n sch a ppe n Juli 2 0 0 8
Alg em e e n se cr et a ria a t – St eu n pun t be le idsre le va n t On de rz oe k Fisca lit e it & Be gr ot in g Voskenslaan 270 – 9000 Gent – België Tel: 0032 ( 0) 9 248 88 35 – E- m ail: vanessa.bom beeck@hogent .be www.st eunpunt fb.be
1
1.
I NLEI DI NG ........................................................................ 4 1.1. Vlaanderen v er grij st : enkele cij fer s ................................. 4
2.
Met hodologie ..................................................................... 6
3.
De Vlaam se Zorgver zek ering ............................................... 8 3.1. Financiering ................................................................. 9 3.2. Uit gaven .................................................................... 10 3.3. Recent e ont wikk elingen ................................................ 11 3.4. Evolut ie v an de uit gaven in de t oek om st ........................ 12 3.5. Evolut ie v an de ont v angst en in de t oekom st ................... 23 3.6. Financieringssaldi ........................................................ 25 3.7. Sensit iv it eit v an de uit gav enproj ect ies m .b.t . dem ografische vooruit zicht en ..................................................................... 27
4.
Het hoger onderwij s .......................................................... 29 4.1. Cohor t e- effect en ........................................................... 29 4.2. Evolut ie v an de uit gaven in de t oek om st ........................ 29 4.3. Sensit iv it eit v an de uit gav enproj ect ies m .b.t . dem ografische vooruit zicht en ..................................................................... 34
5.
Besluit ............................................................................. 37
6.
Bibliogr afie ....................................................................... 39
7.
Lij st van figuren ................................................................ 40
8.
Lij st van t abellen .............................................................. 40
9.
Appendix ......................................................................... 44
2
SBOV Fiscalit e it en Be gr ot in g Spoor A2 De effect en van de vergrij zing op de uit gaven voor zorgverzekering en hoger onderwij s
A. Van Hecke K. Algoed D. Herem ans KULeuven Facult eit Econom ie & Bedrij fsw et enschappen Juli 2008
3
1. I NLEI DI NG Het is een goede evolut ie dat we st eeds langer leven. Die t oenem ende levensver wacht ing, sam en m et lagere geboort ecij fers sinds de j aren 70 van de vorige eeuw, zorgen er voor dat er in de t oekom st relat ief m eer gepensioneerden zullen zij n. De vergrij zing van onze sam enleving st elt dan ook een aant al v ragen m et bet rekking t ot de financiële houdbaarheid van het huidige beleid. Vergrij zing kent im m ers haar invloed op diverse aspect en van de over heidsbegrot ing zoals hogere pensioenlast en of t oenem ende gezondheidsuit gaven 1 . De St udiecom m issie voor de vergrij zing ( SCvV) m aakt j aarlij ks een ram ing van de kost en verbonden aan de vergrij zing. Zij voorspelt een budget t aire m eerk ost in net t o- t erm en t en belope van 4,3% van het BBP ov er de periode 2007- 2030 ( 6,3% over de periode 2007- 2050) . Daarnaast m aakt de SCvV ook een uit split sing van de v ergrij zingsk ost en ov er de t wee beleidsniveaus: de federale over heid & sociale zek er heid ( Ent it eit I ) , en de Gewest en, Gem eenschappen & lokale over heden ( Ent it eit I I ) . Van voornoem de m eerk ost en wordt slecht s 0% en - 0,1% van het BBP ( over de periodes 2007- 2030 en 2007- 2050 respect ievelij k) gedragen door de regionale en lokale ov er heden. De belangrij kst e uit gaven van de sociale zekerheid en het gr oot st e deel van de pensioenuit gaven zij n im m ers federale m at erie2 . De Sociaal Econom ische Raad v an Vlaanderen ( SERV) 3 heeft op zij n beurt een regionale opsplit sing gem aakt van de last en v an de vergrij zing zoals ingeschat door het verslag van de SCvV van j uni 2007. De Gem eenschappen en Gewest en zij n slecht s bevoegd voor zo’n 5,7% van de sociale uit gaven die de SCvV in ogenschouw neem t . Voor Vlaander en is dit o.a. de Vlaam se zorgv erzek ering, gezinsen t huiszorg, gehandicapt enzorg, t oelagen aan kinderopvang. Volgens de SERV m aakt en vergrij zingsgerelat eerde uit gaven in 2006 13% van de prim aire uit gaven van de Vlaam se ov erheid uit . De reële groeivoet van de vergrij zingsgerelat eerde prim aire uit gaven zou v oor de periode 2006- 2012 4,38% bedragen, 1,99% voor de periode 2012- 2030 en 1,96% voor de periode 2030- 2050. I n deze paper onder zoeken we de evolut ie van v ergrij zingsgerelat eerde uit gaven op het niveau van de Vlaam se ov erheid, m eer bepaald de Vlaam se zorgv erzekering en het hoger onderwij s.
1.1. Vlaanderen v er grij st : enkele cij fer s
Het vergrij zingsfenom een k unnen we concr eet m aken aan de hand van de bev olkingsvoor uit zicht en van het Federaal Planbureau van m ei 2008. Grafiek 1 en Tabel 1 illust rer en de wij zigende v erhoudingen t ussen de drie 1
De technologische vooruitgang geeft natuurlijk ook een opwaartse druk op de uitgaven. Hoge Raad van Financiën: Studiecommissie voor de vergrijzing. Jaarlijks verslag. Juni 2008. 3 Rapport over de Vlaamse begroting op lange termijn in het licht van de vergrijzing, Themarapport januari 2008, SERV. 2
4
belangrij ke leeft ij dsklassen in de bev olking over de t ij d. Opvallend is de felle st ij ging van de leeft ij dscat egorie 65- plussers. I n 2050 zullen de 65plussers m eer dan een vierde van de t ot ale bev olking uit m aken t egenover 18% in 2006. De leeft ij dsgroep van 18- 64- j arigen 4 zal de k om ende j aren in relat ieve t erm en dalen ( in absolut e t erm en is er eerst een st ij ging t ot 2020, daarna een daling t ot 2038, m et daarna een st ij ging t ot 2043 en nadien een daling) . I n 2050 zullen ze nog m aar 54,53% van de bevolking uit m aken. Vergrij zing is ook het gevolg van ont groening: het bevolkingsaandeel van de j onger en j onger dan 18 j aar daalt van 19,90% in 2006 t ot 18,17% in 2050. Figuur 1 : Evolut ie va n de le e ft ij dsca t e gor ie ë n 0 - 1 7 - j a r ige n, be volk ing op be r oepsa ct ie v e le e ft ij d e n 6 5 - plu sse r s in he t Vla a m se Ge w e st ( in % v a n de be v olk ing va n h e t Vla a m s Ge w e st ) 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 2006
2010
2014
2018
0-17-jarigen
2022
2026
2030
18-64-jarigen
2034
2038
2042
2046
2050
65+ jarigen
Bron: dem ografische proj ect ies Federaal Planbur eau+ eigen ber ekeningen Ta be l 1 : Evolut ie v a n de le e ft ij dsca t e gor ie ë n 0 - 1 7 - j a r ige n, be volk ing op be roe psa ct ie ve le e ft ij d e n 6 5 - plu sse r s in he t Vla a m s Ge w e st ( in % v a n de t ot a le be v olk ing) 2006 2015 2030 2050 0- 17- j arigen 19,90% 19,45% 19,04% 18,17% 18- 64- j arigen 62,26% 61,31% 56,66% 54,53% 65+ j arigen 17,84% 19,24% 24,30% 27,30% Bron: dem ografische proj ect ies Federaal Planbur eau+ eigen ber ekeningen Belangrij k is dat die evolut ie de v er houding t ussen de act iev e en niet act ieve bev olking kan verst oren. De t ot ale afhankelij kheidsrat io ( het aant al ouderen en j ongeren in ver gelij king t ot het aant al m ensen op
4
De benedengrens voor deze leeftijdsklasse in internationaal arbeidsmarktonderzoek is 15 jaar. We nemen aan dat deze voor Vlaanderen niet relevant is omwille van de schoolplicht tot 18 jaar.
5
beroepsact ieve leeft ij d 5 ) neem t st erk t oe: van 60,61% in 2006 t ot 83,37% in 2050. De onderver deling in Figuur 2 in gr oene en grij ze druk leert dat dit vooral t e wij t en is aan de st erke t oenam e van het aant al ouderen. Figuur 2 : Ev olut ie va n de a fha nk e lij k he idsr a t io’s in he t Vla a m s Ge w e st 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 2006
2010
2014
2018
2022
2026
2030
2034
2038
2042
2046
2050
Totale afhankelijkheidsratio (0-17j & 65+ /18-64-jarigen) Grijze druk (65+/18-64-jarigen) Groene druk (0-17-jarigen/18-64-jarigen)
Bron: dem ografische proj ect ies Federaal Planbur eau+ eigen ber ekeningen Ta be l 2 : Evolut ie va n de a fh a nk e lij k h e idsr a t io’s in he t Vla a m s Ge w e st 2006 2015 2030 2050 Tot ale afhankelij kheidsrat io 60,61% 63,11% 76,50% 83,37% waarvan 0- 17- j / 18- 64- j arigen 31,96% 31,73% 33,61% 33,31% 65+ / 18- 64- j arigen 28,65% 31,38% 42,89% 50,06% Bron: dem ografische proj ect ies Federaal Planbur eau+ eigen ber ekeningen
2. Met hodologie De berekening van kost enprofielen st aat cent raal in de m et hode 6 die we gebruiken om de t oekom st ige uit gav en t e schat t en. Via onderzoek naar de leeft ij dsst ruct uur van de begunst igden van de uit gaven worden de t ot ale uit gaven verdeeld ov er specifieke leeft ij dsklassen. Kost enpr ofielen wor den vervolgens berekend als de per capit a uit gaven voor een bepaalde leeft ij dscat egorie. Concreet zij n die gelij k aan de t ot ale uit gav en per leeft ij dscat egorie gedeeld door het aant al recht hebbenden in die leeft ij dsgroep. Wanneer we v er onderst ellen dat kost enpr ofielen niet 5 Het gaat hier louter om een verhouding tussen leeftijdsgroepen. Het aantal beroepsactieve personen hangt af van arbeidsmarktfactoren zoals o.a. de activiteitsgraad. 6 Zie ook de methodologie in de paper “Fiscal Federalism and Demography “ (Seitz en Kempkes, 2006).
6
veranderen ov er de t ij d, kunnen we op basis van het kost enpr ofiel en de proj ect ies van het aant al recht hebbenden in de t oekom st de im pact van dem ografische verschuivingen op de ov erheidsuit gav en berekenen. Maar in vele gevallen kost enprofiel niet op.
gaat
de v er onderst elling
v an
een
const ant
1) Er is een prij seffect om wille van schaalvoordelen. Wanneer er m eer personen aanspraak gaan m aken op een dienst , zullen de uit gaven per capit a voor die dienst afnem en. 2) Er kunnen –vooral op kort e t erm ij n– belangrij ke cohort e- effect en m eespelen. Cohort e- effect en doen zich voor wanneer de t ot ale uit gaven niet afhangen van het aant al recht hebbenden m aar wel van politieke v oor keuren. Dem ogr afische verschuivingen ver oorzaken in zo’n geval wij zigingen in de uit gav en per capit a, m .a.w. het kost enprofiel is afhankelij k van het aant al personen in de leeft ij dsgroep. Een voorbeeld zij n de uit gaven voor de kinderbij slag. Wanneer het aant al kinderen ver m indert , zal bij ongewij zigd budget de t oelage per kind, het kost enprofiel, t oenem en. I n vele gevallen is een asym m et rische aanpassing van het budget – enkel aanpassingen naar boven en niet naar benedengeen onr edelij ke ver onderst elling op kort e en m iddellange t erm ij n. For m eel bepalen we de gem iddelde uit gaven v oor een persoon in een bepaalde leeft ij dscat egorie als volgt : e( x ,j ,t ) = E( x,j ,t ) / N( x,t ) m et E( x,j ,t ) = t ot ale uit gaven voor leeft ij dsgroep x en uit gavencat egorie j op t ij dst ip t , N( x ,t ) = bevolking m et leeft ij d x op t ij dst ip t Wanneer er cohort e- effect en aanwezig zij n, is het kost enprofiel afhankelij k van het aant al personen in de leeft ij dsgroep N( x,t ) : e( N( x,t ) ,x ,j ,t ) . Voor een kost enprofiel m et cohort e- HIIHFWHQ JHOGW H 1[W wanneer bij voorbeeld het aant al st udent en daalt en de t ot ale uit gaven v oor het hoger onder wij s onver anderd blij ven, dan zullen de gem iddelde uit gav en per st udent grot er worden. Bij ongewij zigd budget is de elast icit eit van het kost enprofiel m .b.t . het aant al personen in de leeft ij dsklasse gelij k aan - 1. Wanneer het t ot ale budget zich op lange t erm ij n aanpast aan het aant al ger echt igden, verm indert het cohort e- effect . De elast icit eit van het kost enprofiel m .b.t . het aant al per sonen in een bepaalde leeft ij dsklasse gaat dan naar nul op lange t erm ij n. 3) Een proj ect ie van de uit gav en aan de hand van kost enpr ofielen en dem ografische evolut ies levert een vert ekend beeld op wanneer we nalat en een corr ect ie te m aken voor een wij zigende
7
part icipat iegraad. Wanneer het aant al geniet ers van het goed in ver houding t ot het aant al pot ent ieel recht hebbenden significant st ij gt of daalt , spreken we van een part icipat ie- effect . We corrigeren onze uit gavenproj ect ies m .b.t . de Vlaam se zor gverzekering en het hoger onderwij s voor dit effect . 4) Polit ieke voorkeur en kunnen een v erandering van het kost enprofiel over de t ij d t eweegbr engen. Hierbij denken we bij voor beeld aan het t oenem end polit iek gewicht van de ouderen wanneer zij st erk in aant al zullen t oenem en en de polit ici onder dr uk kunnen zet t en om m eer geld uit t e geven aan de gr oot st e leeft ij dsgroep in hun kiezerspubliek. 5) Het zogenaam d Baum oleffect kan opt reden. De dienst ensect or ( onderwij s, gezondheidszorg) wordt in het algem een gekenm erkt door een beper kt e st ij ging van de arbeidsproduct ivit eit . Sect oren waar de arbeidsproduct ivit eit wel st erk kan st ij gen, zullen de lonen van hun wer knem ers ver hogen. Beide sect or en wer ven echt er arbeidskracht en in dezelfde arbeidsm arkt , waardoor de lonen in de dienst ensect or een opwaart se druk zullen ondervinden. Loonst ij gingen die niet ( of m inder ) gebaseerd zij n op een st ij ging van de arbeidsproduct ivit eit zet t en de financiering van de dienst ensect or onder druk. 6) Prij zen van som m ige goeder en of dienst en kunnen sneller st ij gen dan de inflat ie. Aanpassing van de inkom ens aan de inflat ie is in dat geval onv oldoende. Wanneer de art ikelen in het consum pt iepakket van een bevolkingscat egorie een grot ere prij sst ij ging kennen dan de art ikelen die opgenom en wor den in de prij sindex waarm ee de inkom ens aangepast worden, is die bevolkingscat egorie slecht er af. Er zouden dan ook prij sindexcij fers voor apart e bevolkingsgr oepen m oet en worden sam engest eld. Zo zou een apart e prij sindex v oor ouderen de pensioenen m eer op peil houden, aangezien zij procent ueel m eer uit geven aan goeder en en dienst en m et een hoger e inflat ie zoals m edische verzor ging. I n onderst aande proj ect ies van de uit gav en m .b.t . de Vlaam se zor gverzekering en het hoger onder wij s houden we enkel rekening m et part icipat ie- effect en. De ander e effect en zij n over het algem een v rij m oeilij k t e voorspellen en lat en we bij gevolg buit en beschouwing.
3. De Vlaam se Zorgverzekering De Vlaam se zor gv erzekering ging v an st ar t op 1 okt ober 2001. Het is een verplicht e bij kom ende verzekering voor iedereen die in Vlaanderen woont en ouder is dan 25 j aar. Eur opeanen die in Vlaanderen werken of Brusselaars kunnen aansluit en op vrij willige basis. De zorgv erzekering voorziet in de t erugbet aling van niet - m edische hulp- en dienst verlening. Zwaar zor gbehoevenden die t huis verzorgd worden en personen die in een
8
rust - of v erzor gingst ehuis of in een psychiat rische inst elling verblij ven, kunnen aanspraak m aken op een m aandelij kse forfait aire uit kering.
3.1. Financiering Het Vlaam s Zorgfonds wordt hoofdzakelij k gefinancierd door bij dragen van de aangeslot en leden en door dot at ies van de Vlaam se over heid. Elke Vlam ing ouder dan 25 is verplicht t ot een j aarlij kse ledenbij drage. De bij drage bedr aagt 10 of 25 euro, naar gelang m en recht heeft op een ver hoogde t egem oet kom ing in het kader van de ziekt everzekering of niet . Wie gedur ende drie j aar nalaat de bij drage volledig en op t ij d t e bet alen, kan een adm inist rat ieve boet e oplopen t ot 250 euro. Vervolgens ont vangt de zorgv erzekering j aarlij ks een ruim e overheidsdot at ie, waarvan een belangrij k deel wordt aangewend om geld t e sparen in het reser vefonds ( zie verder) . De andere ont vangst en hebben bet rekking op de inkom st en uit beleggingen, inkom st en m .b.t . de adm inist rat ieve geldboet e, overdracht en uit het vorige begr ot ingsj aar en inkom ensoverdracht en van de Vlaam se Zorgkas vzw. Figuur 3 geeft de ev olut ie van deze inkom st en 7 . Figuur 3 : On t va ngst e n va n de Vla a m se zor gv e r ze k e r ing ( in m io ¼ 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2001
2002 Ledenbijdragen
2003 Andere ontvangsten
2004 Dotatie Vlaamse overheid
2005
2006
Totaal ontvangsten
Bron: Vlaam s Zor gfonds+ eigen ber ekeningen
7
De gedetailleerde cijfers kan men terugvinden in annex 1.
9
3.2. Uit gaven De uit gaven van het Zor gfonds om vat t en hoofdzakelij k de subsidies voor de t enlast enem ingen aan de zor gkassen, die de vergoedingen aan de recht hebbenden uit keren. Mom ent eel bedr aagt de m aandelij kse forfait aire uit kering 115 eur o voor m ant el- en t huiszorg en 125 voor de resident iële sect or. Verder wor dt er ook j aarlij ks een groot bedrag gespaar d in het reservefonds, m et als doel reserves op t e bouwen m et het oog op de ver grij zing na 2010. I n 2006 zat er in t ot aal 669.893.958 eur o in het reservefonds. De zor gverzekering is dus een com binat ie van repart it ie ( de uit keringen worden bet aald uit de inkom st en van het zelfde j aar) en kapit alisat ie ( het reservefonds) . Figuur 4 t oont aan dat de j aarlij kse st ort ing in het reserv efonds de gr oot t e van de ov erheidst oelage aan de zor gverzekering volgt . We zien ook dat er reeds v óór de opricht ing van de zorgv erzekering geld in het reserv efonds gest ort werd. Figuur 4 : Ove r zicht v a n de ve r houding t usse n de ov e r he idsdot a t ie s a a n de zor gv e r ze k er ing e n de st or t in ge n v a n de zor gve r ze k e r ing in he t r e se r ve fonds ( in m io ¼ 300
250
200
Overheidsdotatie aan de zorgverzekering
150
Dotatie aan het reservefonds 100
50
0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Bron: Vlaam se zorgfonds+ eigen berekeningen Figuur 5 geeft een ov erzicht van de ev olut ie van de diverse uit gavencat egorieën. De st er ke st ij ging in 2006 heeft t e m aken m et de ext ra dot at ie aan het reservefonds in 2006.
10
Figuur 5 : Uit ga ve n v a n de Vla a m se Zor gve r ze k e r ing ( in m io ¼ 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2001
2002
2003
2004
2005
Dotatie aan het reservefonds
Subsidie tenlastenemingen aan zorgkassen
Andere uitgaven
Totaal uitgaven
2006
Bron: Vlaam se zorgfonds+ eigen berekeningen
3.3. Recent e ont wikk elingen Bij haar st art in 2001 voorzag de Vlaam se zor gverzekering in t er ugbet alingen of vergoedingen voor de t huisverzor ging van zwaar zor gbehoev enden, de zogenaam de m ant el- en t huiszorg. Sinds 1 j uli 2002 werd de zor gverzeker ing ook uit gebreid naar de resident iële sect or ( r ust en verzor gingst ehuizen en psychiat rische verzorgingst ehuizen) . Vanaf 1 j anuari 2003 werden de ver goedingen forfait air vast gelegd. I n 2007 werd de zor gverzekering in Brussel uit gebr eid zodat ook de Brusselaars die in een bi- com m unaut aire inst elling opgenom en zij n in aanm er king kom en voor een uit kering. Gedur ende enkele j aren was er een discrim inat ie t ussen de m ant el- en t huiszor g en de resident iële sect or wat bet reft de m aandelij kse forfait aire uit kering. Voor m ant el- en t huiszorg werd oorspronkelij k een m aandelij ks bedrag van 90 euro uit gekeerd, voor r esident iële zor g 125 eur o. Om het verschil weg t e wer ken, worden de uit keringen v oor de m ant el- en t huiszor g gradueel opget rokken sinds 1 j anuari 2006. Vanaf 1 j uli 2008 zullen ze gelij k zij n aan de uit keringen van de resident iële sect or .
11
Ta be l 3 : Op w e lk be dr a g he bt u r e cht a ls u in a a nm e r k ing k om t voor e e n t e nla st e n e m in g? da t um a a nvr a a g vanaf 1 j anuari 2006 vanaf 1 j anuari 2007 vanaf 1 j anuari 2008 vanaf 1 j uli 2008 vanaf 1 j anuari r e side nt ië le zor g 2006 Bron: www.vlaam sezorgv erzekering.be m a nt e lt hu iszor g
en
be dr a g pe r m a a nd 95 euro 105 euro 115 euro 125 euro 125 euro
3.4. Evolut ie v an de uit gaven in de t oek om st Voor de proj ect ie van de uit gaven m .b.t . de Vlaam se zor gv erzekering vert rekken we van de uit gaven in 2006. Deze uit gaven bedr oegen 399.449.671 euro. Dit t ot aalbedrag om vat naast wer kingskost en en subsidies voor t enlast enem ingen aan de zorgkassen ook allerlei financiële en boekhoudkundige kost en zoals verlopen int er est en t .g.v. beleggingen in obligat ies, int er ne overdracht en, ov er t e dragen overschot naar het volgend boekj aar , en ook de dot at ies aan het reservefonds. Relevant v oor ons onderzoek zij n enkel de werkelij ke uit gav en t en belope van 211.459.303 euro in 2006. We m aken een opsplit sing t ussen de uit gav en voor de t enlast enem ingen ( = uit keringen aan recht hebbenden) , de werkingskost en 8 en de vast e kost en 9 . We kiezen voor een onderverdeling in drie leeft ij dsgroepen; 0- 64- j arigen, 65- 79- j arigen en 80+ . Deze leeft ij dsklassen nam en respect ievelij k 18% , 29% en 53% van het aant al lopende dossiers in de zorgverzekering in 2006 voor hun r ekening. Op basis hiervan worden de uit gav en per leeft ij dsgroep v oor elke uit gavencat egorie berekend. Voor de bevolkingsprognoses t ot 2050 gebruiken we de dem ografische vooruit zicht en van het Federaal Planbur eau van m ei 2008. Die bev olkingscij fers zij n per Gewest , waardoor we een v eronderst elling m oet en m aken ov er het aant al Brusselaars dat we m eenem en in het aant al leden van de zorgv erzekering. Eind 2006 was slecht s 8,09% van de Brusselaars ouder dan 25 j aar aangeslot en bij de zor gv erzekering. De sim ulat ies zij n gebaseerd op t wee basisscenario’s: een scenario m et const ant e par t icipat iegraad en een scenario m et een st ij gende part icipat iegraad in de leeft ij dscat egorie van de 80- plussers, m eer bepaald een st ij ging van 5% punt en over de periode 2006- 2016. Wat Brussel bet r eft , veronderst ellen we in de basisscenario’s t elkens een ongewij zigde part icipat iegraad. I n een alt ernat ief scenario bekij ken we de 8
De werkingskosten omvatten volgende uitgavencategorieën: werkingskosten, werkingssubsidies zorgkassen, werkingssubsidie zorgkassen: vergoeding indicatiestellers, specifieke werkingssubsidie aan de Vlaamse Zorgkas vzw, informatica-investeringen. 9 De respectievelijke bedragen voor de drie uitgavencategorieën zijn 197.819.745¼ ¼ en 514.263¼ in 2006
12
gevolgen van een geleidelij ke st ij ging t ot 25% van de part icipat iegraad van de Br usselse bev olking ouder dan 25 j aar. Voor de pr oj ect ie van de t enlast enem ingen en de wer kingskost en leiden we aan de hand van de uit gav en per leeft ij dsgroep en de dem ografische sit uat ie in 2006 drie kost enpr ofielen ( = gem iddelde uit gaven per persoon in een bepaalde leeft ij dscat egorie) v oor elke uit gav encat egorie af. I n het eerst e basisscenario hant eren we volgende assum pt ies m .b.t . de gr oei van deze kost enprofielen: • Wat de t enlast enem ingen bet reft , m oet en we, om wille van de graduele gelij kschakeling van de uit keringen in de sect or m ant elen t huiszorg m et de uit keringen in de resident iële sect or t ot 2009, een bij kom ende corr ect ie van de kost enpr ofielen m aken. Daart oe wordt het aandeel van elke sect or per leeft ij dscat egorie in 2006 berekend. De gem iddelde kost en per leeft ij dsgroep worden over beide sect or en v erdeeld. Daarna wordt het deel voor m ant el- en t huiszor g m et een corr ect iefact or verm enigv uldigd. Ta be l 4: Aa n de le n le e ft ij dsca t e gor ie
m a nt e l-
Dossiers m ant elzor g 88,98%
en
r e side n t ië le
z or g
pe r
Dossiers resident iële zorg 11,02%
0- 64- j arige 65-79j arige 69,56% 30,44% 80+ 46,22% 53,78% Tot aal 60,58% 39,42% Bron: eigen berekeningen en www.vlaam sezorgver zekering.be • Sinds de forfait aire vast legging van de uit keringen in 2003 is het m aandelij ks uit keringsbedrag voor resident iële zorg niet gewij zigd. De uit kering voor m ant el- en t huiszor g wordt van 2006 t ot 2008 gradueel opget rokken om de discrim inat ie m et de resident iële sect or weg t e wer ken. De koppeling van de bedragen aan de inflat ie en/ of aan de product ivit eit sst ij ging is geen aut om at ism e. Bovendien best aan de t enlast enem ingen uit forfait aire uit keringen die niet gebonden zij n aan de werkelij ke kost en die de zor gbehoev ende m aakt voor m ant el- of resident iële zorg ( enkel de graad van zor gbehoev endheid is belangrij k) . I n de t oekom st kunnen discret ionaire aanpassingen van de bedragen echt er niet worden uit geslot en. I n het basisscenario gaan we daarom uit van een j aarlij kse gem iddelde welvaart saanpassing van 1% vanaf 2009 10 . • M.b.t . de wer kingskost en veronderst ellen we een koppeling van de uit gaven aan de nom inale lonen, m .a.w. aan de reële loonst ij ging 10
Dit is ook de assumptie die de SCvV maakt m.b.t. de jaarlijkse welvaartsaanpassing van alle forfaitaire uitkeringen.
13
en de inflat ie. Volgens de SCvV groeien de lonen j aarlij ks m et 2 % in reële t erm en t ot 2050. De inflat ie wordt ver onderst eld j aarlij ks gem iddeld t e st ij gen m et 1,5% . • De vast e kost en om vat t en de huurgelden van het Nort h Plaza gebouw en de kost en m .b.t . de beleggingsport efeuille. We verdelen deze ov er de leeft ij dscat egorieën om het t ot aalbedrag per leeft ij dsgroep t e kunnen bekom en, m aar berekenen geen kost enprofielen. We ver onderst ellen enkel een t oenam e m et de inflat ie. Verm enigv uldiging v an de geschat t e kost enprofielen op t ij dst ip t m et de dem ografische sit uat ie in het zelfde j aar t geeft de verwacht e uit gavenev olut ie per leeft ij dscat egorie in j aar t . I n het t weede basisscenario m aken we een aanpassing m .b.t . de st ij gende part icipat iegraad per leeft ij dscat egorie. De part icipat iegraad wordt berekend als het aant al dossiers gedeeld door het aant al pot ent ieel recht hebbenden in de leeft ij dscat egorie. We lat en enkel de part icipat iegraad van de leeft ij dscat egorie ouder dan 80 j aar t oenem en. Meer specifiek wordt een st ij ging van 5% punt en over de periode 20062016 veronderst eld. Als variant op de basisscenario’s wordt onderzocht wat er gebeurt indien de uit keringen j aarlij ks geïndex eerd wor den ( m et een veronderst elde inflat ie van 1,5% ) bovenop de j aarlij kse welvaart saanpassing van 1% . Scenario 1bis veronderst elt dit voor het eerst e basisscenario m et const ant e part icipat iegraad. Scenario 2bis m aakt die aanpassing voor het t weede basisscenario m et st ij gende part icipat iegraad.
Re su lt a t e n sce n a r io 1
Onderst aande grafieken en t abellen t onen de result at en van ons onderzoek. Tabellen 5 en 6 t onen de evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se zorgv erzekering in het eerst e basisscenario, in euro en als percent age van het budget van de Vlaam se Gem eenschap 11 zoals geproj ect eerd t ot 2050 in Vladym o 12 . Het budget van de Vlaam se Gem eenschap kent over de periode 2006- 2050 een gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van 2% 13 . 11
Het budget van de Vlaamse gemeenschap bevat de dotaties van de federale overheid m.b.t. de overgedragen personenbelasting en overgedragen BTW, de dotatie voor buitenlandse studenten en de dotatie t.v.v. het kijk- en luistergeld. 12 Vladymo: Vlaams dynamisch model van de overheidsfinanciën. 13 Het budget van de Vlaamse Gemeenschap neemt sneller toe in reële termen dan het BBP van België dat een reële groeivoet van 1,9% heeft. Hiervoor zijn verschillende verklaringen. Enerzijds is er de gunstige evolutie van de denataliteitsfactor die een invloed heeft op de BTW-dotatie. Anderzijds zijn het vooral de bijkomende Lambermontmiddelen waarvan de groeivoet een stuk boven de BBP-groei ligt. Wat de groei van de bijkomende middelen t.g.v. de koppeling van de basisdotatie aan 91% van de reële groei betreft, speelt hier vooral het statistisch effect van kleine aanvangsbedragen bij de berekening van de gemiddelde jaarlijkse groeivoet. De bijkomende Lambermontmiddelen worden bovendien verdeeld volgens een voor Vlaanderen gunstigere horizontale verdeelsleutel (op basis van de relatieve opbrengsten in de personenbelasting i.p.v. op basis van het aantal leerlingen).
14
Figuur 6: Ev olu t ie va n de u it ga ve n van Zor gv e r ze k er ing ( in % va n he t bu dge t va n Ge m e e nscha p) ( sce na r io1 )
de de
Vla a m se Vla a m se
2,50% 2,00%
1,50%
1,00% 0,50%
0,00% 2006
2010
2014
2018
2022
0-64-jarigen
2026
2030
65-79-jarigen
2034
2038
80+
2042
2046
2050
Totaal
Bron: eigen berekeningen Ta be l 5 : Evolut ie va n de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gv er ze k e r in g ( sce n a r io1 ) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 37.615.667 65- 79 61.235.989 80+ 112.607.647 TOTAAL 211.459.303 Bron: eigen berekeningen
2015 53.722.704 85.869.316 188.105.595 327.697.614
2030 63.529.428 137.465.378 295.495.877 496.490.683
2050 80.520.373 171.733.623 615.305.393 867.559.388
Ta be l 6 : Evolut ie va n de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gv er ze k e r in g in % va n he t budge t va n de Vla a m se Ge m e e nsch a p ( sce na r io1 ) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 0,35% 65- 79 0,57% 80+ 1,05% TOTAAL 1,98% Bron: eigen berekeningen
2015 0,36% 0,57% 1,25% 2,18%
2030 0,25% 0,54% 1,16% 1,95%
2050 0,16% 0,35% 1,25% 1,76%
Wanneer we ver onderst ellen dat de for fait aire uit keringen de evolut ie van de prij sindex niet volgen m aar slecht s st ij gen m et een j aarlij kse
15
welvaart saanpassing van 1% , st ij gen de uit gav en voor de Vlaam se zor gverzekering in t ot aal de eerst kom ende j aren in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap. Dit is voor al t e wij t en aan de graduele gelij kschakeling van de uit keringen voor m ant el- en t huiszor g m et de t oelagen v oor de resident iële zor g. Daarna zien we een langzam e daling van de uit gaven in r elat ieve t erm en van het budget . I n 2022 benaderen de uit gav en opnieuw het niveau van 2006. I n 2050 zij n ze gedaald t ot 1,76% . Opvallend is het afwij kende v erloop van de kost en in de leeft ij dscat egorie van personen ouder dan 80 j aar. Daar zien we naast de init iële st ij ging ook een lange opwaart se periode van 2027 t ot 2046. De leeft ij dscat egorie 80+ blij ft im m ers ook na 2035 st erk st ij gen, t er wij l de leeft ij dsgroep 65+ slecht s langzaam t oeneem t zoals bleek uit Figuur 1. Vanaf die dat um zien we ook een st erkere daling van de kost en v oor de 65- 79 j arigen in Figuur 6. I n 2050 zal ongeveer 71% van de t ot ale kost en van de Vlaam se zorgverzekering naar de 80- plussers gaan. Ta be l 7 : Evolut ie va n de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gv er ze k e r in g in % va n he t na t ion a a l BBP ( sce na r io1 ) Prognoses uit gav en Vlaam se 2015 2030 2050 Zor gverzekering 2006 0- 64 0,01% 0,01% 0,01% 0,01% 65- 79 0,02% 0,02% 0,02% 0,01% 80+ 0,04% 0,04% 0,04% 0,04% TOTAAL 0,07% 0,08% 0,07% 0,06% Bron: eigen berekeningen Tabel 7 t oont dat de uit gav en vrij st abiel blij ven in % van het BBP. Het kwant it eit seffect ( const ant e part icipatiegraad op t oenem ende doelgroep) wordt hier gecom penseerd door de afwezigheid van een subst ant ieel prij seffect ( enkel een welvaart saanpassing en geen index ering) . Van deze uit gav enproj ect ie wer den verv olgens de gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet en per leeft ij dscat egorie en in t ot aal berekend voor de periode 2006-2050. Tabel 8 reveleert een r eële j aarlij kse groei v an 2,41% voor de leeft ij dscat egorie 80+ t .o.v. slecht s 0,87% voor de 65 t ot 79j arigen. Ta be l 8 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe ivoe t va n de uit ga v e n in de Vla a m se Zor gv e r ze k e r in g v oor de pe r iode 2 0 0 6 - 2 0 5 0 ( sce na r io 1) 0- 64 j arigen 0,26% 65- 79 j arigen 0,87% 80+ j arigen 2,41% TOTAAL 1 ,7 4 % Bron: eigen berekeningen
16
Re su lt a t e n sce n a r io 1 bis
Wanneer de uit keringen in de zor gver zekering j aarlij ks geïndexeerd zouden worden m et 1,5% bovenop de welvaart saanpassing v an 1% en m et een ongewij zigde part icipat iegraad, geven Figuur 7 en Tabellen 9- 11 de budget t aire im plicat ies. De t ot ale uit gaven nem en ov er de hele periode t ot 2050 m et 1,08% van het budget van de Vlaam se Gem eenschap t oe. We nem en hier opnieuw het vergrij zingseffect waar: de personen van 80 j aar en ouder zullen 1,12% van het budget van de Vlaam se Gem eenschap ext r a kost en. Figuur 7: Ev olu t ie va n de u it ga ve n van Zor gv e r ze k er ing ( in % va n he t bu dge t va n Ge m e e nscha p) ( sce na r io 1 bis)
de de
Vla a m se Vla a m se
3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% 2006
2010
2014
2018
0-64-jarigen
2022
2026
2030
65-79-jarigen
2034
2038
2042
80+
2046
2050
Totaal
Bron: eigen berekeningen
Ta be l 9 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga v e n Vla a m se Zor gve r ze k e r ing in e ur o ( sce n a r io 1 bis) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 37.615.667 65- 79 61.235.989 80+ 112.607.647 TOTAAL 211.459.303 Bron: eigen berekeningen
2015 59.246.956 94.671.398 207.313.365 361.231.718
2030 85.950.868 185.793.313 398.797.167 670.541.348
2050 140.841.905 299.580.765 1.069.601.083 1.510.023.752
17
Ta be l 10: Evolut ie van de uit ga v e n va n Zor gv e r ze k er ing ( in % va n he t budge t va n Ge m e e nscha p) ( sce na r io 1 bis) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 0- 64 65- 79 80+ TOTAAL
2006 0,35% 0,57% 1,05% 1,98%
2015 0,39% 0,63% 1,38% 2,40%
2030 0,34% 0,73% 1,56% 2,63%
de de
Vla a m se Vla a m se
2050 0,29% 0,61% 2,17% 3,06%
Bron: eigen berekeningen Ta be l 11: Evolut ie van de uit ga v e n va n de Vla a m se Zor gv e r ze k er ing ( in % v a n he t na t ion a a l BBP) ( sce n a r io 1 bis) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 0- 64 65- 79 80+ TOTAAL
2006 0,01% 0,02% 0,04% 0,07%
2015 0,01% 0,02% 0,05% 0,08%
2030 0,01% 0,03% 0,06% 0,09%
2050 0,01% 0,02% 0,08% 0,11%
Bron: eigen berekeningen Ta be l 1 2 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe iv oe t va n de uit ga ve n in de Vla a m se Zor gve r ze k e r ing v oor de pe r iode 2 0 0 6 - 2 0 5 0 ( sce na r io 1 bis) 0- 64 j arigen 65- 79 j arigen 80+ j arigen TOTAAL
1,54% 2,15% 3,70% 3 ,0 3 %
Bron: eigen berekeningen
Re su lt a t e n sce n a r io 2
We t onen nu de result at en van het t weede basisscenario. Zoals eerder verm eld, m aken we in dit scenario de part icipat iegraad van de 80- plussers variabel voor de proj ect ie van de t enlast enem ingen en de wer kingskost en. We v eronderst ellen een t oenam e van 5% punt en over de periode 20062016, waarna we de part icipat iegraad opnieuw const ant houden.
18
Figuur 8: Ev olu t ie va n de u it ga ve n van Zor gv e r ze k er ing ( in % va n he t bu dge t va n Ge m e e nscha p) ( sce na r io 2 )
de de
Vla a m se Vla a m se
2,50% 2,00%
1,50%
1,00% 0,50%
0,00% 2006
2010
2014
2018
0-64-jarigen
2022
2026
2030
2034
65-79-jarigen
2038
80+
2042
2046
2050
Totaal
Bron: eigen berekeningen Ta be l 13: Evolut ie van de uit ga v e n Zor gv e r ze k er ing in e ur o ( sce na r io 2 ) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 37.615.667 65- 79 61.235.989 80+ 112.607.647 TOTAAL 211.459.303 Bron: eigen berekeningen
2015 53.722.704 85.869.316 213.247.050 352.839.069
va n
2030 63.529.428 137.465.378 339.393.974 540.388.780
Ta be l 14: Evolut ie van de uit ga v e n va n Zor gv e r ze k er ing ( in % va n he t bu dge t va n Ge m e e nscha p) ( sce na r io 2 ) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 0,35% 65- 79 0,57% 80+ 1,05% TOTAAL 1,98% Bron: eigen berekeningen
2015 0,36% 0,57% 1,42% 2,35%
de
2030 0,25% 0,54% 1,33% 2,12%
de de
Vla a m se
2050 80.520.373 171.733.623 706.756.471 959.010.466 Vla a m se Vla a m se
2050 0,16% 0,35% 1,43% 1,95%
19
Ta be l 15: Evolut ie van de uit ga v e n va n de Vla a m se Zor gv e r ze k er ing ( in % v a n he t na t ion a a l BBP) ( sce n a r io 2 ) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 0,01% 65- 79 0,02% 80+ 0,04% TOTAAL 0,07% Bron: eigen berekeningen
2015 0,01% 0,02% 0,05% 0,08%
2030 0,01% 0,02% 0,05% 0,08%
2050 0,01% 0,01% 0,05% 0,07%
I n ver gelij king m et het eerst e scenario zien we logischer wij s een st er ker e st ij ging van de uit gav en v oor de + 80- j arigen in het eerst e decennium . De t ot ale uit gav en klim m en t ot 2,35% van het budget van de Vlaam se Gem eenschap in 2015 en kennen daarna een daling t ot 1,95% in 2050. I n t erm en van het BBP nem en we nu een st ij ging waar t ot 0,05% in de cat egorie 80+ . Het prij seffect drukt opnieuw de kost en zodat de t ot ale uit gaven in 2050 in t erm en van het BBP opnieuw het niveau van 2006 benaderen. De j aarlij kse reële gr oeivoet bedraagt nu 1,98% i.p.v. 1,74% in het eerst e basisscenario m et const ant e part icipat iegraad. Ta be l 1 6 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe iv oe t va n de uit ga ve n in de Vla a m se Zor gve r ze k e r ing v oor de pe r iode 2 0 0 6 - 2 0 5 0 ( sce na r io 2) 0- 64 j arigen 0,26% 65- 79 j arigen 0,87% 80+ j arigen 2,74% TOTAAL 1 ,9 8 % Bron: eigen berekeningen
Re su lt a t e n sce n a r io 2 bis
Wanneer we in het t weede basisscenario m et st ij gende part icipat iegraad ook een koppeling v an de uit keringen aan de inflat ie veronderst ellen, lopen de uit gav en v oor de zor gv erzekering op t ot 3,39% van het budget van de Vlaam se Gem eenschap ( 0,12% van het nat ionaal BBP) in 2050. De gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet bedraagt nu 3,26% .
20
Figuur 9: Ev olu t ie va n de u it ga ve n van Zor gv e r ze k er ing ( in % va n he t bu dge t va n Ge m e e nscha p) ( sce na r io 2 bis)
de de
Vla a m se Vla a m se
3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% 2006
2010
2014
2018
0-64-jarigen
2022
2026
2030
2034
65-79-jarigen
2038
2042
80+
2046
2050
Totaal
Bron: eigen berekeningen Ta be l 1 7 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga ve n Vla a m se Zor gv e r zek e r ing in e ur o ( sce n a r io 2 bis) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 37.615.667 65- 79 61.235.989 80+ 112.607.647 TOTAAL 211.459.303 Bron: eigen berekeningen
2015 59.246.956 94.671.398 235.026.344 388.944.697
2030 85.950.868 185.793.313 458.061.833 729.806.014
Ta be l 18: Evolut ie van de uit ga v e n va n Zor gv e r ze k er ing ( in % va n he t bu dge t va n ge m e e nscha p) ( sce na r io 2 bis) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 0,35% 65- 79 0,57% 80+ 1,05% TOTAAL 1,98% Bron: eigen berekeningen
2015 0,39% 0,63% 1,56% 2,59%
2030 0,34% 0,73% 1,80% 2,86%
de de
2050 140.841.905 299.580.765 1.228.630.851 1.669.053.521 Vla a m se Vla a m se
2050 0,29% 0,61% 2,49% 3,39%
21
Ta be l 19: Evolut ie van de uit ga v e n va n de Vla a m se Zor gv e r ze k er ing ( in % v a n he t na t ion a a l BBP) ( sce n a r io 2 bis) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 0,01% 65- 79 0,02% 80+ 0,04% TOTAAL 0,07% Bron: eigen berekeningen
2015 0,01% 0,02% 0,05% 0,09%
2030 0,01% 0,03% 0,06% 0,10%
2050 0,01% 0,02% 0,09% 0,12%
Ta be l 2 0 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe iv oe t va n de uit ga ve n in de Vla a m se Zor gve r ze k e r ing v oor de pe r iode 2 0 0 6 - 2 0 5 0 ( sce na r io 2 bis) 0- 64 j arigen 1,54% 65- 79 j arigen 2,15% 80+ j arigen 4,03% TOTAAL 3 ,2 6 % Bron: eigen berekeningen
Effe ct w ij zige nde pa r t icipa t ie gr a a d in Br usse l
We onderzoeken nu ook de uit gav enproj ect ie wanneer we veronderst ellen dat het aant al Brusselse leden, als percent age van de Br usselse bevolking ouder dan 25 j aar, zal t oenem en van 8,09% t ot 25% 14 . We v oegen deze bij kom ende assum pt ie t oe aan het worst case scenario, in casu scenario 2bis15 . I n t abellen 21 en 22 zien we dat de uit gav en in dat geval zullen t oenem en. Het kost enprofiel blij ft im m ers const ant , en het aant al leden neem t t oe 16 . Meer in det ail zullen de uit gav en voor de leeft ij dscat egorieën 0- 64- , 65- 79- en 80+ j arigen t oenem en t ot respect iev elij k 0,30% ; 0,62% en 2,54% van het budget van de Vlaam se Gem eenschap in 2050. De gem iddelde j aarlij kse reële gr oeivoet is m et 0,05% punt en gest egen in ver gelij king m et het v oor gaande scenario.
14 Meer specifiek veronderstellen we een toename van het aantal Brusselaars in percentage van de Brusselse bevolking ouder dan 26 met 1%punt per jaar tot een participatiegraad van 25% bereikt is. 15 De stijgende participatiegraad in de leeftijdscategorie 80+, die in het tweede basisscenario verondersteld wordt, is dus ook van toepassing op de bijkomende Brusselse 80-plussers. 16 We tellen hier een stijgend percentage van de Brusselaars bij Vlaanderen. We merken op dat de Brusselse bevolking gemiddeld jonger is dan de Vlaamse bevolking en dat er geen rekening gehouden wordt met het feit dat vooral oudere Brusselaars zullen kiezen voor de zorgverzekering.
22
Ta be l 2 1 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga ve n V la a m se Zor gv e r ze k e r ing bij st ij ging v a n he t a a nt a l Br usse lse le de n ( in e ur o) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 37.615.667 65- 79 61.235.989 80+ 112.607.647 TOTAAL 211.459.303 Bron: eigen berekeningen
2015 60.228.863 95.699.066 237.948.879 393.876.808
2030 88.896.448 189.424.168 467.557.651 745.878.266
2050 145.677.511 306.436.855 1.252.854.562 1.704.968.928
Ta be l 2 2 : Ge pr oj ect e e r de uit ga ve n Vla a m se Zor gve r zek e r ing bij st ij ging va n he t a a n t a l Br usse lse le de n ( in % v a n he t Vla a m s budge t ) Prognoses uit gav en Vlaam se Zor gverzekering 2006 0- 64 0,35% 65- 79 0,57% 80+ 1,05% TOTAAL 1,98% Bron: eigen berekeningen
2015 0,40% 0,64% 1,58% 2,62%
2030 0,35% 0,74% 1,83% 2,93%
2050 0,30% 0,62% 2,54% 3,46%
Ta be l 2 3 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe iv oe t va n de uit ga ve n in de Vla a m se Zor gve r ze k e r ing v oor de pe r iode 2 0 0 6 - 2 0 5 0 ( sce na r io 2 bis+ Br usse la a npa ssin g) 0- 64 j arigen 1,61% 65- 79 j arigen 2,20% 80+ j arigen 4,08% TOTAAL 3 ,3 1 % Bron: eigen berekeningen
3.5. Evolut ie v an de ont v angst en in de t oekom st We schat t en ook de evolut ie van de ont vangst en die bet r ekking hebben op de ledenbij dragen. I n 2006 bedroegen deze 100.627.690 euro, inclusief de inning van acht erst allige bij dragen t en belope van 484.403 euro. Het officiële aant al leden bedr oeg 4.397.224. We benaderen en proj ect eren het aant al leden t ot 2050 via het aant al Vlam ingen ouder dan 25 j aar verm eerderd m et 8,09% van de Brusselaars. Van deze leden had 12,5% recht op een de v erhoogde t egem oet kom ing in het kader van de ziekt everzekering in 2006 17 . Zij bet alen slecht s een bij drage van 10 i.p.v. 25 euro. De gem iddelde j aarlij kse bij drage in 2006 per lid bedroeg dus 0,125* 10+ ( 1- 0,125) * 25= 23,125. 17
We veronderstellen dat dit percentage constant blijft over de periode 2006-2050.
23
De bij dragen lat en we evenredig evolueren m et de uit gaven, v olgens basisscenario1 ( enkel een j aarlij kse welvaart saanpassing van 1% vanaf 2009) en v olgens scenario 2bis ( ext ra aanpassing aan de inflat ie) . We beschouwen hier r espect ievelij k het scenario m et de laagst e uit gaven ( scenario 1) en m et de hoogst e uit gaven ( scenario 2bis) . Verder analyseren we wat er gebeurt indien de part icipat iegraad van de Brusselaars t oeneem t t ot 25% bovenop dit laat st e scenario dat eveneens gecorrigeerd werd voor het st ij gend aant al Brusselse leden. De result at en voor scenario 1 zij n t e vinden in t abel 24 18 . Ta be l 2 4 : Ev olut ie v a n de le de nbij dr a ge n m .b.t . de Vla a m se zor gve r ze k e r ing v olge ns sce na r io 1 2006 2015 2030 2050 Ledenbij dragen 100.539.474,31 114.839.270,33 142.442.413,76 181.294.514,45 Bron: eigen berekeningen Tabel 25 t oont de evolut ie van de ledenbij dragen in percent age van de geproj ect eerde uit gav en in de zorgverzeker ing in basisscenario 1. Ta be l 2 5 : Evolut ie v a n he t a a nde e l v a n de le de nbij dr a ge n in de uit ga ve n volge ns sce na r io 1 in 2003 64,82% in 2006 47,55% in 2030 28,69% in 2050 20,90% Bron: eigen berekeningen De ledenbij dragen waren van bij de st art onv oldoende om de uit gaven t e kunnen dekken en hun aandeel neem t v erder af. I n 2003 werd 64,82% van de uit gav en door de bij dragen van de aangeslot enen gefinancierd, in 2050 zal dit nog slecht s 20,9% zij n. Dit vraagt om m eer overheidsfinanciering in de t oekom st . De evolut ie van de ont vangen ledenbij dragen en hun aandeel in de uit gaven volgens scenario 2bis zij n in Tabellen 26 en 27 t erug t e vinden. Ta be l 2 6 : Ev olut ie v a n de le de nbij dr a ge n m .b.t . de zor gve r ze k e r ing v olge ns sce na r io 2 bis 2006 Ledenbij dragen 100.539.474,31 Bron: eigen berekeningen
18
2015 127.453.779,98
Vla a m se
2030 197.647.922,56
2050 338.811.730,30
Het bedrag voor 2006 is het berekende cijfer, dat het werkelijke bedrag van 100.627.690¼EHQDGHUW
24
Ta be l 2 7 : Evolut ie v a n he t a a nde e l v a n de le de nbij dr a ge n in de uit ga ve n volge ns sce na r io 2 bis in 2003 64,82% in 2006 47,55% in 2030 27,08% in 2050 20,30% Bron: eigen berekeningen Een gest egen deelnam e van de Brusselaars aan de zor gverzekering geeft niet alleen grot er e absolut e ledenbij dragen, m aar ook grot ere aandelen van de bij dragen in de uit gaven volgens scenario 2bis dat gecorrigeerd werd v oor een st ij gend aant al Brusselse leden. Ta be l 2 8 : Ev olut ie v a n de le de nbij dr a ge n m .b.t . de Vla a m se zor gve r ze k e r ing v olge ns sce na r io 2 bis + st ij ge nde pa r t icipa t ie gr a a d Br usse la a r s in ¼ 2006 Ledenbij dragen 100.539.474,31 Bron: eigen berekeningen
2015 129.311.114,43
2030 203.262.853,48
2050 348.526.065,02
Ta be l 2 9 : Evolut ie v a n he t a a nde e l v a n de le de nbij dr a ge n in de uit ga ve n v olge ns sce na r io 2 bis + st ij ge n de pa r t icipa t ie gr a a d Br usse la a r s in 2003 64,82% in 2006 47,55% in 2030 27,25% in 2050 20,44% Bron: eigen berekeningen
3.6. Financieringssaldi I n eerst e inst ant ie berekenen we het verschil t ussen de t ot ale uit gaven en de ledenbij dragen. Tabel 30 geeft een ov erzicht van de bij kom ende inspanningen die de over heid zal m oet en leveren in de v er schillende scenario’s. I n het best e gev al zal de overheid t egen 2050 1,39% van haar budget aan de zor gverzekering m oet en best eden t egenover 1,04% in 2006. Volgens het worst case scenario m et uit gav en zoals in scenario 2bis zal de over heidsfinanciering van de zorgverzekering oplopen t ot 2,7% van het budget van de Vlaam se Gem eenschap in 2050. Alhoewel een t oenam e van het aant al Brusselse leden een gr ot er aandeel van de ledenbij dragen in de kost en bet ekende, zien we hieronder dat het geen de ov er heid zal m oet en bij passen in euro’s en in percent age van het budget van de Vlaam se Gem eenschap, gest egen is.
25
Ta be l 3 0 : Ove r zicht va n de t ot a le uit ga ve n die nie t door de le de nbij dr a ge n ge de k t w or de n. Sce n a r io 1 2006 - in ¼ 110.919.829 - % budget 1,04% Sce n a r io 1 bis 2006 - in ¼ 110.919.829 - % budget 1,04% Sce n a r io 2 2006 - in ¼ 110.919.829 - % budget 1,04% Sce n a r io 2 bis 2006 - in ¼ 110.919.829 - % budget 1,04% Sce n a r io 2 bis Br usse l 2006 - in ¼ 110.919.829 - % budget 1,04% Bron: eigen berekeningen
2015 212.858.344 1,42% 2015 233.777.938 1,56% 2015 237.999.799 1,58% 2015 261.490.917 1,74%
2030 354.048.269 1,39% 2030 472.893.425 1,85% 2030 397.946.367 1,56% 2030 532.158.092 2,09%
2050 686.264.874 1,39% 2050 1.171.212.022 2,38% 2050 777.715.952 1,58% 2050 1.330.241.790 2,70%
2015 264.565.693 1,76%
2030 542.615.413 2,13%
2050 1.356.442.863 2,75%
Vervolgens m aken we een schat t ing van de financieringssaldi. Naast de ledenbij dragen wordt een j aarlij kse overheidsdot at ie van 100 m ilj oen euro ver onderst eld ( m et j aarlij kse aanpassing aan de inflat ie) 19 . Eind 2006 bedroeg de inhoud van het reservefonds bij na 670 m ilj oen eur o. We ver onderst ellen dat het negat iev e saldo van uit gav en en ov erheidsdot at ie plus ledenbij dragen j aarlij ks van het rest erende bedrag van het reservefonds 20 afget r okken wordt . Volgens deze ber ekeningen zal het reservefonds in 2018 onvoldoende blij ken om de ext ra uit gaven t e kunnen dekken volgens het eerst e scenario. Voor scenario 1bis zal dit al in 2017 het geval zij n, v oor scenario’s 2, 2bis en 2bis+ Brussel zal het reservefonds in 2016 uit geput zij n. Ten slot t e berekenen we t er illust rat ie wat de huidige inhoud van het reservefonds zou m oet en bedragen om alle t ekort en t ot 2050 op t e vangen. We bekij ken het best case scenario, waar de uit gav en en ledenbij dragen v olgens het eerst e scenario ev olueren, en veronderst ellen een j aarlij kse over heidsdot at ie van 100 m ilj oen euro ( geïndexeerd aan de inflat ie) aan de zor gv erzekering. We st ellen dat het r eservefonds in 2050 na aanv ulling van het t ekort in dat zelfde j aar leeg m oet zij n, en passen een r ecursieve benadering t oe. Volgens deze m et hode bedraagt de ver eist e inhoud van het reserv efonds in 2006 zo’n 3,4 m ilj ard euro, ongev eer het vij fvoud van het bedrag dat eind 2006 wer kelij k in het fonds zat .
19 Tabel 61 geeft de evolutie van de overheidsdotatie weer. Er wordt geen rekening gehouden met het eenmalig hoge bedrag in 2006, dat tot doel had het gespaard bedrag in het reservefonds te verhogen. 20 Het resterende bedrag van het reservefonds wordt verondersteld jaarlijks te groeien aan een interestvoet van 4%.
26
3.7. Sensit iv it eit van de uit gav enpr oj ect ies m .b.t . dem ogr afische vooruit zicht en De nieuwe bevolkingsvooruit zicht en wij ken st erk af van de oude in de zin dat een aant al nieuwe hypot heses m .b.t . een grot ere vrucht baarheid en m eer net t o ext er ne m igrat ies leiden t ot m inder ont groening en een gr ot ere bevolking. Volgens de nieuwe voorspelling zouden er in 2050 in België m eer 65- plussers zij n, m aar hun aandeel in de bevolking zou iet s lager zij n. Dit alles geldt ook voor Vlaanderen. Tabel 31 geeft de evolut ie van de leeft ij dscat egorieën 0- 17- j arigen, bev olking op beroepsact ieve leeft ij d en 65- plussers op basis van de oude dem ografische v oor uit zicht en en kan worden ver geleken m et Tabel 1. Ta be l 3 1 : Ev olu t ie v a n de le e ft ij dsca t e gor ie ë n 0 - 1 7 - j a r ige n, be volk ing op be r oepsa ct ie v e le e ft ij d e n 6 5 - plu sse r s in he t Vla a m se ge w e st v olge n s de oude de m ogr a fisch e v oor uit z ich t e n va n de N BB ( in % va n de t ot a le be v olk in g) 2006 18,52%
2015 17,21%
2030 16,78%
2050 16,49%
0- 17- j arigen 18- 64 j arigen 62,71% 61,52% 55,91% 54,14% 65+ j arigen 18,77% 21,27% 27,31% 29,37% Bron: dem ografische proj ect ies NBB+ eigen ber ekeningen Wat de uit gaven v oor de Vlaam se zorgv erzekering bet r eft , zij n de uit gavent abellen en gr oeivoet en voor scenario 1 en 2 op basis van de oude dem ogr afische proj ect ies t oegev oegd in appendix. I n de berekeningen werden enkel voor 2006 de nieuwe bevolkingscij fers behouden, aangezien anders het kost enpr ofiel t e st erk beïnvloed wordt 21 . Ook de berekende part icipat iegraad in 2006 werd behouden. De uit gav en op basis van de nieuwe dem ografische voor uit zicht en in de oudere leeft ij dscat egorieën lagen in absolut e zin lager in 2030 en hoger in 2050. De ver klaring hiervoor is dat , hoewel de nieuwe bev olkingsprognoses m inder ouderen voorspellen in percent age van de bev olking, er in absolut e aant allen nu m inder 65- 79- j arigen t ot 2030 en daarna m eer t ot 2050 zij n. Wat de 80- plussers bet reft , deze zij n lager in aant al t ot 2046 en daarna hoger t .o.v. de oude voorspellingen. Bij het v ergelij ken van de t abellen dient rekening gehouden t e worden m et het feit dat ook het budget van de Vlaam se Gem eenschap aangepast werd aan de nieuwe dem ografische gegev ens. De bedragen zij n gegev en in percent age van het oude budget dat een st uk lager ligt dan het nieuwe 22 . I n t erm en van het BBP bleven de cij fers ongeveer const ant . 21 In de nieuwe bevolkingsprojecties worden we geconfronteerd met een lager absoluut aantal 65-79 en 80+ jarigen in 2006, waardoor de vertrekbasis van de uitgavenprojectie, het kostenprofiel dat de gemiddelde uitgaven per persoon weergeeft, in deze leeftijdscategorieën hoger zou liggen. De uitgaven zouden dan ook automatisch hoger zijn dan bij de oude projecties. 22 Demografische gegevens hebben een invloed op dit budget via de verticale en horizontale verdeelsleutel m.b.t. de BTW-dotatie (koppeling aan de denataliteitsfactor op basis van het aantal 0-17jarigen en horizontale verdeling op basis van het aantal leerlingen (6-17-jarigen) respectievelijk). De
27
Tabel 32 geeft het v erschil van de uit gaven en de ledenbij dragen volgens de respect ievelij ke scenario’s. Een vergelij king m et Tabel 30 t oont aan dat voor alle scenario’s de absolut e saldi op basis van de nieuwe dem ografische proj ect ies gedurende de eerst e decennia lager liggen, m aar hoger in 2050. De ver klaring hiervoor werd reeds eerder verm eld. I n percent age van het budget van de Vlaam se Gem eenschap speelt ook het gewij zigde budget een r ol zodat de saldi over de hele per iode lager liggen in vergelij king m et de oude bevolkingsprognoses. Ta be l 3 2 : Ove r zicht va n de t ot a le uit ga ve n die nie t door de le de nbij dr a ge n ge de k t w or de n ( oude de m ogr a fische pr oj e ct ie s) Sce n a r io 1 2006 - in ¼ 109.345.847 - % budget 1,02% Sce n a r io 1 bis 2006 - in ¼ 109.345.847 - % budget 1,02% Sce n a r io 2 2006 - in ¼ 109.345.847 - % budget 1,02% Sce n a r io 2 bis 2006 - in ¼ 109.345.847 - % budget 1,02% Sce n a r io 2 bis Br usse l 2006 - in ¼ 109.345.847 - % budget 1,02% Bron: eigen berekeningen
2015 231.954.273 1,68% 2015 254.840.620 1,84% 2015 259.528.255 1,88% 2015 285.234.931 2,06%
2030 375.548.129 1,65% 2030 502.174.229 2,21% 2030 422.655.728 1,86% 2030 565.771.887 2,48%
2050 667.381.501 1,52% 2050 1.140.547.633 2,60% 2050 757.315.445 1,73% 2050 1.296.939.167 2,96%
2015 288.602.503 2,09%
2030 577.226.210 2,54%
2050 1.324.068.936 3,02%
Vervolgens m aken we ook op basis van de oude dem ografische cij fers een schat t ing van de financieringssaldi. We ver onderst ellen opnieuw een j aarlij kse over heidsdot at ie van 100 m ilj oen euro en een reservefonds dat de j aarlij kse t ekort en cum ulat ief opvangt . Op die m anier zal het reservefonds volgens scenario 1 reeds in 2016 onvoldoende blij ken om de ext ra uit gaven t e kunnen dekken. Voor de scenario’s 1bis en 2 zal het t ekort zich voordoen in 2015, voor de overige scenario’s in 2014. Tot slot berekenen we v olgens dezelfde m et hode als in de vorige paragraaf wat de huidige inhoud van het reserv efonds zou m oet en bedragen om alle t ekort en t ot 2050 op t e vangen. We ver onder st ellen dat de uit gaven en ledenbij dragen ev olueren v olgens scenario 1 op basis van de oude bev olkingsvoor uit zicht en. De ver eist e inhoud van het reservefonds in 2006 is dan ongev eer 3,79 m ilj ard euro.
gemiddelde jaarlijkse reële groeivoet van het budget bedroeg 1,73% op basis van de oude demografische gegevens, wat 0,27%punten lager is dan de huidige groeivoet.
28
4. Het hoger onderw ij s I n dit onderdeel proj ect eren we de uit gaven van de Vlaam se Gem eenschap m .b.t . het hoger onderwij s t ot 2050 en m aken we m et een ook een v ergelij king m et de uit gav enevolut ie van de Franst alige Gem eenschap.
4.1. Cohor t e- effect en Bij de uit gaven v oor het hoger onderwij s kunnen de reeds eerder besproken cohort e- effect en zich v oordoen. De t ot ale uit gav en blij ven dan nagenoeg const ant , zodat dem ografische verschuivingen een invloed hebben op de gem iddelde uit gaven per capit a. Het kost enprofiel evolueert over de t ij d in funct ie van het aant al st udent en. Om wille van onze lange t erm ij npr oj ect ie t ot 2050 kunnen we v er onderst ellen dat deze cohort eeffect en eerder beper kt zij n.
4.2. Evolut ie v an de uit gaven in de t oek om st We vert rekken van de uit gaven v oor het hoger onderwij s van de Vlaam se en Franst alige Gem eenschap, die respect ievelij k 1.407.520 en 906.260 euro bedroegen in 2006. Voor de bev olkingspr ognoses van de 18- t ot 25- j arigen t ot 2050 wor den opnieuw de recent e dem ografische vooruit zicht en van het Federaal Planbureau gebr uikt . De inwoners van het Brussels Hoofdst edelij k Gewest verdelen we ov er de t wee gem eenschappen volgens de verdeelsleut el 20% voor Vlaanderen en 80% voor de Franst alige Gem eenschap 23 . We berekenen het kost enprofiel per st udent per Gem eenschap in 2006. Dit ligt hoger v oor Vlaanderen ( 8617¼ GDQ YRRU :DOORQLs ¼24 ) . Het gem iddeld kost enpr ofiel wordt ver der j aarlij ks gecorrigeerd voor de inflat ie ( 1,5% ) en de st ij ging van de reële lonen ( 2% ) . We houden in de uit gavenpr oj ect ie ook rekening m et een st ij gende part icipat iegraad. We v ert r ekken van de part icipat iegraad ( = aant al st udent en in het hoger onderwij s/ aant al 18- 25- j arigen) in 2006 en ver onderst ellen dat deze j aarlij ks t oeneem t volgens de gem iddelde t oenam e gedurende de laat st e drie j aren 25 . De init iële part icipat iegraad in 2006 bedraagt 27% voor Vlaanderen en 36% voor de Fr anst alige
23
Door deze assumptie te maken negeren we opnieuw dat de veronderstelde 20% Vlamingen in Brussel in realiteit dichter zullen aanleunen bij de leeftijdsstructuur van Vlaanderen dan bij het gemiddelde profiel van Brussel. 24 Het profiel voor Wallonië in 2006 is het profiel van 2005 aangepast aan inflatie en loonstijging, aangezien de data voor de schoolbevolking in het hoger onderwijs in de Franstalige Gemeenschap nog niet beschikbaar is. 25 We beschikken over gegevens m.b.t. schooljaar 1999/2000 tot 2005/2006, maar nemen slechts de gemiddelde stijging van de participatiegraad gedurende de laatste drie jaren 2003/2004-2005/2006 mee, aangezien een gemiddelde over de hele periode vanaf 1999/2000 een vertekend beeld zou opleveren. De participatiegraad in Vlaanderen bleef immers de eerste jaren stabiel en begon pas vanaf schooljaar 2003/2004 te groeien. De participatiegraad in de Franstalige Gemeenschap nam de eerste jaren sterker toe om daarna slechts langzaam te groeien.
29
gem eenschap 26 . We veronderst ellen een sat urat ie van de schoolbevolking in het hoger onder wij s wanneer de part icipat iegraad 41,8% bedraagt . Als ij kpunt nem en we hier de part icipat iegraad in Denem arken die in 2005 reeds 41,8% bedroeg. Vlaanderen zal op basis van de veronderst elde groeivoet die part icipat iegraad pas in 2041 bereiken. Voor de Franst alige gem eenschap zal de part icipat iegraad reeds in 2019 42,83% bedragen. Het result aat van deze uit gav enpr oj ect ie wordt get oond in Figuur 10. I n Tabel 35 worden de uit gav en weergegev en in percent age van het budget van de Gem eenschap in kwest ie zoals geproj ect eerd t ot 2050 in Vladym o 27 . Tabel 33 t oont de reële groeivoet en waarm ee deze budget t en j aarlij ks gem iddeld st ij gen. Ta be l 3 3 : Ge m idde lde j a a r lij k se ge m e e nscha psbudge t t e n
r e ë le
gr oe ivoe t e n
va n
de
Vlaam se Gem eenschap 2,00% Franst alige Gem eenschap 1,82% Bron: eigen berekeningen Figuur 1 0 : Uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s ( in % v a n he t budge t va n de ge m e e n scha p in k w e st ie ) ( st ij ge n de pa r t icipa t ie gr a a d) 22% 21% 20% 19% 18% 17% 16% 15% 14% 13% 12% 2006
2010
2014
2018
2022
Vlaamse Gemeenschap
2026
2030
2034
2038
2042
2046
2050
Franstalige Gemeenschap
Bron: eigen berekeningen 26 Het grote verschil tussen deze participatiegraden is wellicht o.a. te wijten aan de toerekening van 20% van de Brusselse jongeren aan het aantal 18-25-jarigen in Vlaanderen en aan het feit dat buitenlandse studenten meer in Wallonië vertegenwoordigd zijn. 27 Het budget van de Vlaamse Gemeenschap en Franstalige Gemeenschap is samengesteld uit de respectievelijke dotaties van de federale overheid m.b.t. de overgedragen personenbelasting en overgedragen BTW, en de dotatie voor buitenlandse studenten.
30
Ta be l 3 4 : Uit ga v e n voor he t ( st ij ge nde pa r t icipa t ie gr a a d) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 1.407.520 Franst alige Gem eenschap 906.260 Bron: eigen berekeningen
hoge r
onde r w ij s
( in
1000
2015
2030
2050
2.278.599
4.702.932
10.571.210
1.518.011
2.789.091
5.687.496
¼
Ta be l 3 5 : Evolut ie va n de uit ga v e n v oor he t hoge r onder w ij s ( in % va n het budge t va n Vla a m se r e spe ct ie v e lij k Fra n st a lige Ge m e e nscha p) ( st ij ge nde pa r t icipa t ie gr a a d) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 13,15% Franst alige Gem eenschap 12,87% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
15,16%
18,45%
21,45%
15,51%
17,36%
18,96%
Ta be l 3 6 : Evolut ie va n de uit ga v e n v oor he t hoge r onder w ij s ( in % va n he t na t ion a a l BBP) ( st ij ge nde pa r t icipa t ie gr a a d) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 0,44% Franst alige Gem eenschap 0,29% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
0,53%
0,65%
0,75%
0,35%
0,39%
0,40%
I n Figuur 10 zien we dat de kost enev olut ie van beide Gem eenschappen ongev eer gelij k st art m aar daarna uit een loopt . De uit gaven van de Franst alige Gem eenschap liggen dan hoger m aar kennen een licht e knik in 2019 wanneer er niet langer een st ij ging van de part icipat iegraad ver wacht wordt . Vanaf 2027 zullen de Vlaam se uit gav en in percent age van het gem eenschapsbudget hoger liggen. Dit wordt ver klaard door de part icipat iegraad die langer blij ft t oenem en om dat Vlaander en st art m et een lager e part icipat iegraad in 2006 dan de Franst alige Gem eenschap. De gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet v oor de uit gaven van de Vlaam se Gem eenschap bedraagt 3,14% , die voor de uit gaven van de Fr anst alige Gem eenschap 2,72% .
31
Ta be l 3 7 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe iv oe t va n de uit ga ve n voor he t hoge r ond e r w ij s ( st ij ge nde pa r t icipa t ie gr a a d) Vlaam se Gem eenschap 3,14% Franst alige Gem eenschap 2,72% Bron: eigen berekeningen Ter ver gelij king bekij ken we ook het scenario waar de part icipat iegraad const ant veronderst eld wordt . Figuur 1 1 : Uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s ( in % v a n he t budge t va n de ge m e e nscha p in k w e st ie ) ( pa r t icipa t ie gr a a d const a n t ) 17% 16% 15% 14% 13% 12% 11% 2006
2010
2014
2018
2022
2026
2030
2034
Vlaamse Gemeenschap
2038
2042
2046
2050
Franstalige Gemeenschap
Bron: eigen berekeningen Ta be l 3 8 : Ev olut ie va n de uit ga ve n voor he t hoge r onde r w ij s ( in 1 0 0 0 ¼ SDUWLFLSDWLHJUDDGFRQVWDQW Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 1.407.520 Franst alige Gem eenschap 906.260 Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
2.029.518
3.453.837
6.739.233
1.356.429
2.370.617
4.834.146
32
Ta be l 3 9 : Evolut ie va n de uit ga v e n v oor he t hoge r onder w ij s ( in % va n het budge t va n Vla a m se r e spe ct ie v e lij k Fra n st a lige Ge m e e nscha p) ( pa r t icipa t ie gr a a d con st a nt ) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 13,15% Franst alige Gem eenschap 12,87% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
13,50%
13,55%
13,67%
13,86%
14,75%
16,12%
Ta be l 4 0 : Evolut ie va n de uit ga v e n v oor he t hoge r onder w ij s ( in % va n he t na t ion a a l BBP) ( pa r t icipa t ie gr a a d const a nt ) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 0,44% Franst alige Gem eenschap 0,29% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
0,47%
0,48%
0,48%
0,31%
0,33%
0,34%
Ta be l 4 1 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe iv oe t va n de uit ga ve n voor he t hoge r ond e r w ij s ( con st a n t e pa r t icipa t ie gr a a d) Vlaam se Gem eenschap 2,09% Franst alige Gem eenschap 2,34% Bron: eigen berekeningen Wanneer we Figuur 11 vergelij ken m et Figuur 14 in bij lage, zien we duidelij k de invloed van de dem ografische variabilit eit van de 18- 25j arigen op de uit gaven v oor het hoger onder wij s. Wanneer de part icipat iegraad niet zou t oenem en kennen de Vlaam se uit gaven voor het hoger onder wij s in t erm en van het budget van de Vlaam se Gem eenschap het v olgende verloop: in de kom ende j aren zien we een felle st ij ging t ot 13,54% in 2013, daarna een daling t ot 12,68% in 2023, een felle st ij ging t ot 13,9% in 2034 en daar na geleidelij ke st ij ging t ot 13,94% in 2043 en t en slot t e een daling t ot 13,67% in 2050. Het verloop van de uit gaven voor het hoger onderwij s in de Franst alige Gem eenschap volgt de aanvankelij ke felle st ij ging van de uit gav en van Vlaanderen. Door de m inder st er ke daling van het aant al j ongeren zullen de uit gaven daar na m inder st erk dalen. Verv olgens zien we een geleidelij ke st ij ging en een uit eindelij ke st agnat ie van de uit gaven. De j aarlij kse reële groeivoet en liggen een st uk lager dan in het v orige scenario, zoals t e zien is in Tabel 41.
33
4.3. Sensit iv it eit van de uit gav enpr oj ect ies m .b.t . dem ogr afische vooruit zicht en We bekij ken de gevoeligheid van de uit gaven voor het hoger onder wij s aan de gebruikt e dem ografische vooruit zicht en. I n absolut e cij fers, in percent age van het budget van de Vlaam se en de Franst alige Gem eenschap 28 , en in t erm en v an het BBP, zij n de uit gav en hoger om wille van de m inder st erke ont gr oening volgens de nieuwe dem ografische gegevens ( v ergelij k Figuur 14 m et Figuur 12) . Een uit zondering zij n de uit gaven in percent age van het gem eenschapsbudget , die de eerst e j ar en lager m aar daarna t erug hoger lagen t .o.v. het scenario m et oude bevolkingsprognoses. Een verklaring hierv oor is dat het budget hoger ligt ( vooral t ij dens de eerst e j aren is de denat alit eit sfact or die de BTW- dot at ie bepaalt subst ant ieel hoger ) . Wat de uit gaven van de Vlaam se Gem eenschap bet r eft , kan m en m .b.t . het eerst e scenario als alt ernat iev e verklaring verm elden dat de uit gaven langzam er groeien wegens een lagere gr oei van de part icipat iegraad op basis van de nieuwe bev olkingsprognoses. De sat urat ie van de part icipat iegraad wor dt 10 j aar lat er ber eikt dan op basis van de oude bev olkingsvooruit zicht en 29 . Ta be l 4 2 : Evolut ie v a n de uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s volge ns de oude de m ogr a fische v oor uit zich t e n va n de N BB ( in 1 0 0 0 ¼ VWLMJHQGHSDUWLFLSDWLHJUDDG Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 1.407.520 Franst alige Gem eenschap 906.260 Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
2.267.854
4.469.328
8.914.584
1.407.925
2.494.126
5.059.959
Ta be l 4 3 : Evolut ie v a n de uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zicht e n va n de N BB ( in % va n het budge t va n Vla a m se r e spe ct ie v e lij k Fra n st a lige Ge m e e nscha p) ( st ij ge nde pa r t icipa t ie gr a a d) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 13,15% Franst alige Gem eenschap 12,87% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
16,41%
19,63%
20,33%
15,74%
17,36%
18,98%
28
De gemiddelde jaarlijkse reële groeivoeten van het budget van de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap volgens de oude demografische vooruitzichten bedroegen 1,73% en 1,55%. Berekend a.h.v. de nieuwe bevolkingscijfers stijgen deze tot 2% en 1,82% respectievelijk. 29 Voor de Franstalige Gemeenschap is het omgekeerde waar; een snellere groei van de participatiegraad zorgt ervoor dat de saturatie drie jaar eerder bereikt wordt met de nieuwe demografische cijfers.
34
Ta be l 4 4 : Evolut ie v a n de uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zicht e n va n de N BB ( in % va n he t na t ion a a l BBP) ( st ij ge nde pa r t icipa t ie gr a a d) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 0,44% Franst alige Gem eenschap 0,29% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
0,52%
0,62%
0,63%
0,33%
0,35%
0,36%
Ta be l 4 5 : Evolut ie v a n de uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s volge ns de oude de m ogr a fische v oor uit zich t e n va n de N BB ( in 1 0 0 0 ¼ SDUWLFLSDWLHJUDDGFRQVWDQW Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 1.407.520 Franst alige Gem eenschap 906.260 Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
1.945.212
2.968.340
5.820.591
1.261.337
2.051.315
4.161.606
Ta be l 4 6 : Evolut ie v a n de uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zicht e n va n de N BB ( in % va n het budge t va n Vla a m se r e spe ct ie v e lij k Fra nst a lige Ge m e e nscha p) ( pa r t icipa t ie gr a a d con st a nt ) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 13,15% Franst alige Gem eenschap 12,87% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
14,08%
13,04%
13,28%
14,10%
14,28%
15,61%
Ta be l 4 7 : Evolut ie v a n de uit ga v e n voor he t hoge r onde r w ij s volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zicht e n va n de N BB ( in % va n he t na t ion a a l BBP) ( pa r t icipa t ie gr a a d const a nt ) Prognoses uit gaven Hoger Onder wij s 2006 Vlaam se Gem eenschap 0,44% Franst alige Gem eenschap 0,29% Bron: eigen berekeningen
2015
2030
2050
0,45%
0,41%
0,41%
0,29%
0,29%
0,30%
35
Figuur 1 2 : Evolu t ie va n de 1 8 - 2 5 j a r ige n in de V la a m se , W a a lse e n Br usse lse be v olk ing v olge ns de oude de m ogr a fische voor uit zich t e n v a n de N BB 12%
10%
8%
6% 2006
2010
2014
2018
Vlaams gewest
2022
2026 Waals gewest
2030
2034
2038
2042
2046
2050
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Bron: dem ografische proj ect ies NBB+ eigen ber ekeningen
36
5. Besluit I n deze paper wordt het effect van de v er grij zing op de uit gavenev olut ie van de Vlaam se Gem eenschap onderzocht . Allereerst bekij ken we verschillende scenario’s m .b.t . de zor gv erzekering, waarbij we t elkens ander e assum pt ies m aken: const ant e of st ij gende part icipat iegraad bij ouderen, index ering of niet - indexering van forfait aire uit keringen, t oenam e van het aant al Brusselse leden. Wanneer we een const ant e part icipat iegraad veronderst ellen, kennen de uit gaven een j aarlij kse reële groei van 1,74% . I ndien we de part icipat iegraad bij de oudere bevolking lat en t oenem en, zal deze oplopen t ot 1,98% . I n beide gevallen zorgt de leeft ij dscat egorie van 80plussers voor de gr oot st e t oenam e, ook in percent age van het budget van de Vlaam se Gem eenschap. De uit gav en voor de ander e leeft ij dscat egorieën, 65- 79- j arigen en 0- 64- j arigen, nem en m inder st er k t oe en dalen zelfs in percent age van het budget van de Vlaam se Gem eenschap. Dit Vlaam se budget st ij gt j aarlij ks m et 2% in reële t erm en. Wanneer we de forfait aire uit keringen in de zor gverzekering index eren, zullen ook de uit gav en v oor 65- 79- j arigen st ij gen, en zullen de uit gaven voor 80- plussers m eer dan verdubbelen in t erm en van het budget van de Vlaam se Gem eenschap. I n het worst - case scenario, wanneer we hierbovenop ook een st ij ging van het aant al Brusselse leden ver onderst ellen, zullen de uit gav en in 2050 3,46% van het Vlaam s budget uit m aken. Een deel van deze uit gaven zal nat uurlij k gefinancierd worden door ledenbij dragen, m aar het aandeel van deze bij dragen in de t ot ale uit gav en volgens alle scenario’s zal st erk afnem en in de t oekom st . I n 2050 zal hun aandeel gedaald zij n t ot slecht s een derde van hun aandeel in 2003, waardoor een st eeds grot er deel van de uit gav en door de Vlaam se regering zal m oet en bij gepast worden. We m aken een assum pt ie m .b.t . de j aarlij kse ov er heidsdot at ie aan de zor gverzekering en berekenen de ver eist e inhoud van het reservefonds in 2006 om de rest erende j aarlij kse t ekort en op t e vangen. We concluderen dat daarvoor in het best e scenario een vij fvoud van het huidige bedrag nodig is. I n paragr aaf 3.7. beschouwen we de sensit ivit eit van de berekeningen m .b.t . de gebruikt e bev olkingsvoor uit zicht en. De nieuwe hypot hesen van het Federaal Planbureau m .b.t . een grot er e vrucht baarheid en m eer net t o ext er ne m igrat ies hebben wel degelij k een subst ant iële invloed, in die zin dat de absolut e uit gav en v oor de zorgverzekering de eerst e decennia lager en uit eindelij k hoger liggen dan wanneer de oude v oor uit zicht en gebruikt werden. Ook de uit gavenev olut ie van het hoger onderwij s wordt geschat t ot 2050. Twee m ogelij ke scenario’s, één m et st ij gende part icipat iegraad en één waar deze const ant gehouden wordt , wor den uit get ekend. I n het eerst e geval is de reële j aarlij kse st ij ging van de kost en van de Vlaam se Gem eenschap gem iddeld 3,14% , in het t weede geval slecht s 2,09% . Voor de Franst alige Gem eenschap zij n de groeivoet en r espect iev elij k 2,72% en 2,34% . Het grot er e verschil t ussen de gr oeivoet en van de uit gaven van
37
beide gem eenschappen in het eerst e scenario wordt grot endeels ver klaard door het feit dat de part icipat iegraad voor Vlaander en bij aanvang lager lag.
38
6. Bibliografie Hoge Raad van Financiën: St udiecom m issie voor de vergrij zing. Jaarlij ks verslag. Juni 2008. Lee, R. en Edwards, R. The Fiscal I m pact of Populat ion Change Seit z, H. en Kem pkes, G. 2006. Fiscal Federalism and Dem ography SERV. Them arapport j anuari 2008. Rapport over de Vlaam se begr ot ing op lange t erm ij n in het licht van de ver grij zing. St udie Adm inist rat ie Planning en St at ist iek. 2005. Dem ografische ont wikkelingen in Vlaanderen en de gev olgen v an de ver oudering v oor m eerdere lev ensdom einen. Vlaam s zorgfonds: Jaarverslagen 2001- 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 www.vlaam sezor gverzekering.be ht t p: / / st at bel.fgov.be/ figures/ d33_nl.asp www.ond.vlaanderen.be/ onder wij sst at ist ieken - St at ist isch j aarboek v an het Vlaam s onderwij s - Hoger onderwij s in cij fers www.st at ist iques.cfwb.be/ publicat ions.php - Jaarboek van het onder wij s m et uit gavenbegrot ing onderwij s
volledig
leerplan
en
ht t p: / / www.st at bank.dk/ st at bank5a/ default .asp?w= 1440 ht t p: / / www.plan.be/ press/ press_det .php?lang= nl&TM= 30&I S= 67&KeyPub = 649; Bevolkingsvooruit zicht en 2007- 2060 ht t p: / / st at bel.fgov.be/ figures/ d23_nl.asp; Bevolkingsv oor uit zicht en 20002050
39
7. Lij st van figuren Figuur 1: Ev olut ie van de leeft ij dscat egorieën 0- 17- j arigen, bevolking op beroepsact ieve leeft ij d en 65- plussers in het Vlaam se Gewest ( in % van de bevolking van het Vlaam s Gewest ) 5 Figuur 2: Ev olut ie van de afhankelij kheidsrat io’s in het Vlaam s Gewest 6 Figuur 3: Ont vangst en van de Vlaam se zor gv erzekering ( in m io ¼ 9 Figuur 4: Overzicht v an de v erhouding t ussen de ov erheidsdot at ies aan de zor gverzekering en de st ort ingen van de zorgverzekering in het reservefonds ( in m io ¼ 10 Figuur 5: Uit gav en van de Vlaam se Zor gverzekering ( in m io ¼ 11 Figuur 6: Evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se Zorgverzekering ( in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap) ( scenario1) 15 Figuur 7: Evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se Zorgverzekering ( in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap) ( scenario 1bis) 17 Figuur 8: Evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se Zorgverzekering ( in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap) ( scenario 2) 19 Figuur 9: Evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se Zorgverzekering ( in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap) ( scenario 2bis) 21 Figuur 10: Uit gav en voor het hoger onder wij s ( in % van het budget van de gem eenschap in kwest ie) ( st ij gende par t icipat iegraad) 30 Figuur 11: Uit gav en voor het hoger onder wij s ( in % van het budget van de gem eenschap in kwest ie) ( part icipat iegraad const ant ) 32 Figuur 12: Ev olut ie van de 18- 25 j arigen in de Vlaam se, Waalse en Brusselse bev olking volgens de oude dem ografische v oor uit zicht en van de NBB 36 Figuur 13: Ev olut ie van de aandelen van de v er schillende leeft ij dscat egorieën in Brusselse bevolking 45 Figuur 14: Ev olut ie van de 18- 25 j arigen in de Vlaam se, Waalse en Brusselse bevolking 45
8. Lij st van t abellen Tabel 1: Ev olut ie van de leeft ij dscat egorieën 0- 17- j arigen, bevolking op beroepsact ieve leeft ij d en 65- plussers in het Vlaam s Gewest ( in % van de t ot ale bevolking) 5 Tabel 2: Ev olut ie van de afhankelij kheidsrat io’s in het Vlaam s Gewest 6 Tabel 3: Op welk bedrag hebt u r echt als u in aanm er king kom t voor een t enlast enem ing? 12 Tabel 4: Aandelen m ant el- en resident iële zor g per leeft ij dscat egorie 13 Tabel 5: Evolut ie van de uit gaven van de Vlaam se Zor gv erzekering ( scenario1) 15 Tabel 6: Evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se Zorgverzekering in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap ( scenario1) 15 Tabel 7: Evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se Zorgverzekering in % van het nat ionaal BBP ( scenario1) 16
40
Tabel 8: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van de uit gaven in de Vlaam se Zorgv erzekering voor de periode 2006- 2050 ( scenario 1) 16 Tabel 9: Geproj ect eerde uit gaven Vlaam se Zorgver zekering in euro ( scenario 1bis) 17 Tabel 10: Evolut ie van de uit gaven van de Vlaam se Zorgver zekering ( in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap) ( scenario 1bis) 18 Tabel 11: Evolut ie van de uit gaven van de Vlaam se Zorgver zekering ( in % van het nat ionaal BBP) ( scenario 1bis) 18 Tabel 12: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van de uit gav en in de Vlaam se Zorgv erzekering v oor de periode 2006- 2050 ( scenario 1bis) 18 Tabel 13: Evolut ie v an de uit gav en van de Vlaam se Zorgverzekering in euro ( scenario 2) 19 Tabel 14: Evolut ie van de uit gaven van de Vlaam se Zorgver zekering ( in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap) ( scenario 2) 19 Tabel 15: Evolut ie van de uit gaven van de Vlaam se Zorgver zekering ( in % van het nat ionaal BBP) ( scenario 2) 20 Tabel 16: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van de uit gav en in de Vlaam se Zorgv erzekering v oor de periode 2006- 2050 ( scenario 2) 20 Tabel 17: Geproj ect eerde uit gaven Vlaam se Zor gv erzekering in euro ( scenario 2bis) 21 Tabel 18: Evolut ie van de uit gaven van de Vlaam se Zorgver zekering ( in % van het budget van de Vlaam se gem eenschap) ( scenario 2bis) 21 Tabel 19: Evolut ie van de uit gaven van de Vlaam se Zorgver zekering ( in % van het nat ionaal BBP) ( scenario 2bis) 22 Tabel 20: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van de uit gav en in de Vlaam se Zorgv erzekering v oor de periode 2006- 2050 ( scenario 2bis) 22 Tabel 21: Geproj ect eerde uit gav en Vlaam se Zor gverzekering bij st ij ging van het aant al Brusselse leden ( in euro) 23 Tabel 22: Geproj ect eerde uit gaven Vlaam se Zor gv erzekering bij st ij ging van het aant al Brusselse leden ( in % van het Vlaam s budget ) 23 Tabel 23: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van de uit gav en in de Vlaam se Zorgv erzekering v oor de periode 2006- 2050 ( scenario 2bis+ Brusselaanpassing) 23 Tabel 24: Evolut ie van de ledenbij dragen m .b.t . de Vlaam se zor gverzekering volgens scenario 1 24 Tabel 25: Evolut ie van het aandeel van de ledenbij dragen in de uit gav en volgens scenario 1 24 Tabel 26: Evolut ie van de ledenbij dragen m .b.t . de Vlaam se zor gverzekering volgens scenario 2bis 24 Tabel 27: Evolut ie van het aandeel van de ledenbij dragen in de uit gav en volgens scenario 2bis 25 Tabel 28: Evolut ie van de ledenbij dragen m .b.t . de Vlaam se zor gverzekering v olgens scenario 2bis + st ij gende part icipat iegraad Brusselaars in ¼ 25 Tabel 29: Evolut ie van het aandeel van de ledenbij dragen in de uit gav en volgens scenario 2bis + st ij gende part icipat iegraad Br usselaars 25 Tabel 30: Overzicht v an de t ot ale uit gaven die niet door de ledenbij dragen gedekt worden. 26 Tabel 31: Evolut ie van de leeft ij dscat egorieën 0- 17- j arigen, bevolking op beroepsact ieve leeft ij d en 65- plussers in het Vlaam se gewest v olgens de oude dem ografische vooruit zicht en van de NBB ( in % van de t ot ale bev olking) 27
41
Tabel 32: Overzicht v an de t ot ale uit gaven die niet door de ledenbij dragen gedekt worden ( oude dem ografische proj ect ies) 28 Tabel 33: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet en van de gem eenschapsbudget t en 30 Tabel 34: Uit gaven voor het hoger onder wij s ( in 1000 ¼ VWLMJHQGH part icipat iegraad) 31 Tabel 35: Evolut ie van de uit gaven voor het hoger onderwij s ( in % van het budget van Vlaam se respect ievelij k Franst alige Gem eenschap) ( st ij gende part icipat iegraad) 31 Tabel 36: Evolut ie van de uit gaven voor het hoger onderwij s ( in % van het nat ionaal BBP) ( st ij gende part icipat iegr aad) 31 Tabel 37: Gem iddelde j aarlij kse reële gr oeivoet van de uit gav en v oor het hoger onder wij s ( st ij gende part icipat iegraad) 32 Tabel 38: Ev olut ie van de uit gav en v oor het hoger onderwij s ( in 1000 ¼ ( part icipat iegraad const ant ) 32 Tabel 39: Evolut ie van de uit gaven voor het hoger onderwij s ( in % van het budget van Vlaam se respect ievelij k Franst alige Gem eenschap) ( part icipat iegraad const ant ) 33 Tabel 40: Evolut ie van de uit gaven voor het hoger onderwij s ( in % van het nat ionaal BBP) ( part icipat iegraad const ant ) 33 Tabel 41: Gem iddelde j aarlij kse reële gr oeivoet van de uit gav en v oor het hoger onder wij s ( const ant e part icipat iegraad) 33 Tabel 42: Ev olut ie van de uit gaven voor het hoger onder wij s volgens de oude dem ografische vooruit zicht en van de NBB ( in 1000 ¼ VWLMJHQGH part icipat iegraad) 34 Tabel 43: Ev olut ie van de uit gaven voor het hoger onder wij s volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( in % van het budget van Vlaam se respect ievelij k Franst alige Gem eenschap) ( st ij gende part icipat iegraad) 34 Tabel 44: Ev olut ie van de uit gaven voor het hoger onder wij s volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( in % van het nat ionaal BBP) ( st ij gende part icipat iegraad) 35 Tabel 45: Ev olut ie van de uit gaven voor het hoger onder wij s volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( in 1000 ¼ ( part icipat iegraad const ant ) 35 Tabel 46: Ev olut ie van de uit gaven voor het hoger onder wij s volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( in % van het budget van Vlaam se respect ievelij k Franst alige Gem eenschap) ( part icipat iegraad const ant ) 35 Tabel 47: Ev olut ie van de uit gaven voor het hoger onder wij s volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( in % van het nat ionaal BBP) ( part icipat iegraad const ant ) 35 Tabel 48: Evolut ie v an de belangrij kst e inkom st en en uit gav en van de Vlaam se zor gverzekering van bij haar st art t ot 2006. 44 Tabel 49: Gepr oj ect eerde uit gav en van de Vlaam se Zorgv erzekering in ¼ volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( scenario1) 46 Tabel 50: Geproj ect eerde uit gaven van de Vlaam se Zorgverzekering in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( scenario1) 46 Tabel 51: Geproj ect eerde uit gaven van de Vlaam se Zorgverzekering in % van het nat ionaal BBP volgens de oude dem ografische v oor uit zicht en van de NBB ( scenario1) 46
42
Tabel 52: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van de uit gav en in de Vlaam se Zorgv erzekering volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( scenario 1) 47 Tabel 53: Gepr oj ect eerde uit gav en van de Vlaam se Zorgv erzekering in ¼ volgens de oude dem ografische voor uit zicht en van de NBB ( scenario2) 47 Tabel 54: Evolut ie van de uit gav en van de Vlaam se zor gv erzekering volgens de oude dem ografische v oor uit zicht en van de NBB ( in % van het budget van de Vlaam se Gem eenschap) ( scenario 2) 47 Tabel 55: Geproj ect eerde uit gaven van de Vlaam se Zorgverzekering in % van het nat ionaal BBP volgens de oude dem ografische v oor uit zicht en van de NBB ( scenario2) 48 Tabel 56: Gem iddelde j aarlij kse reële groeivoet van de uit gav en in de Vlaam se zorgv erzekering volgens de oude dem ografische v ooruit zicht en van de NBB ( scenario 2) 48
43
9. Appendix Ta be l 4 8 : Ev olut ie v a n de be la ngr ij k st e in k om st e n e n uit ga ve n va n de Vla a m se zor gve r ze k e r ing v a n bij ha a r st a r t t ot 2 0 0 6 . I NKOMSTEN Tot aal dot at ie - Gew one dot at ie aan Vlaam s Zorgfonds ( werkingsdot at ie) - Ext ra dot at ie Ledenbij dragen Andere inkom st en Tot a a l UI TGAVEN Subsidie t enlast enem ingen aan zorgkassen Tot aal dot at ie aan reserv efonds - Dot at ie aan het reservefonds - Ext ra dot at ie o.w .v. int erest en Andere uit gaven Tot a a l
1999
2000
2001 105.783.000
2002 143. 846.000
2003 99.157.000
2004 90.657.000
2005 99.140.000
2006 254.795.000
99.157. 000 6.626. 000
99.157.000 44.689.000 40.632.000 29.019.000 2 1 3 . 4 9 7 .0 0 0
99.157.000
90.657.000
99.140.000
254.795.000
93.455.860 43.208.140 2 3 5 .8 2 1 .0 0 0
94.239.807 70.181.193 2 5 5 .0 7 8 .0 0 0
96.011.347 64.820.653 2 5 9 .9 7 2 .0 0 0
100.627.690 44.026. 981 3 9 9 .4 4 9 . 6 7 1
72.884.000 96.346.000 89.242.000 7.104.000 44.267.000 2 1 3 . 4 9 7 .0 0 0
133.197.000 37.346.671 27.268.000 10.078.671 65.277.329 2 3 5 .8 2 1 .0 0 0
168. 563.000 29.758.815 12.000.000 17.758.815 56.756.185 2 5 5 .0 7 8 .0 0 0
186.020.000 41.418.885 20.000.000 21.418.885 32.533.115 2 5 9 .9 7 2 .0 0 0
197.819.745 173.302.587 150.000.000 23.302. 587 28.327. 339 3 9 9 .4 4 9 . 6 7 1
7.833. 000 1 1 3 .6 1 6 .0 0 0
99.157. 410 99.157. 410
103. 321.590 99.157.409 4.164.181
89.242. 000 89.242. 000 24.374. 000 1 1 3 .6 1 6 .0 0 0
Bron: Vlaam se zorgfonds+ eigen berekeningen
44
Figuur 1 3 : Evolut ie va n de a a n de le n le e ft ij dsca t e gor ie ë n in Br usse lse be volk ing
va n
de
ve r schille nde
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 2006
2010
2014
2018
2022
0-19-jarigen
2026
2030
2034
2038
20-64-jarigen
2042
2046
2050
65+ jarigen
Bron: dem ografische proj ect ies Federaal Planbur eau+ eigen ber ekeningen Figuur 1 4 : Evolut ie va n de 1 8 - 2 5 j a r ige n in de Vla a m se , W a a lse e n Br usse lse be volk in g 12%
10%
8%
6% 2006
2010
2014
Vlaams gewest
2018
2022
2026
Waals gewest
2030
2034
2038
2042
2046
2050
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Bron: dem ografische proj ect ies Federaal Planbur eau+ eigen ber ekeningen
45
Ta be l 4 9 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gve r ze k er ing in ¼ YROJHQV GH RXGH GHPRJUDILVFKH YRRUXLW]LFKWHQ YDQ GH 1%% ( sce na r io1 ) Prognoses uit gaven Vlaam se Zor gver zekering 2006 2015 2030 2050 0- 64 37.615.667 49.762.413 55.471.754 68.341.956 65- 79 61.235.989 88.730.606 137.900.969 156.603.080 80+ 112.607.647 206.275.137 317.071.655 605.106.508 TOTAAL 211.459.303 344.768.156 510.444.379 830.051.544 Bron: eigen ber ekeningen Ta be l 5 0 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gve r ze k er ing in % va n he t budge t va n de V la a m se Ge m e e nscha p volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zicht e n va n de N BB ( sce na r io1 ) Prognoses uit gaven Vlaam se Zor gver zekering 0- 64 65- 79 80+ TOTAAL
2006 0,35% 0,57% 1,05% 1,98%
2015 0,36% 0,64% 1,49% 2,49%
2030 0,24% 0,61% 1,39% 2,24%
2050 0,16% 0,36% 1,38% 1,89%
Bron: eigen ber ekeningen Ta be l 5 1 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gve r ze k er ing in % va n he t n a t ion a a l BBP volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zich t e n va n de N BB ( sce na r io1 ) Prognoses uit gaven Vlaam se Zor gver zekering 0- 64 65- 79 80+ TOTAAL
2006 0,01% 0,02% 0,04% 0,07%
2015 0,01% 0,02% 0,05% 0,08%
2030 0,01% 0,02% 0,04% 0,07%
2050 0,00% 0,01% 0,04% 0,06%
Bron: eigen ber ekeningen
46
Ta be l 5 2 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe ivoe t va n de uit ga ve n in de Vla a m se Zor gve r ze k e r ing volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zich t e n va n de N BB ( sce na r io 1 ) 0- 64 j arigen - 0,12% 65- 79 j arigen 0,66% 80+ j arigen 2,42% TOTAAL 1 ,6 6 % Bron: eigen ber ekeningen Ta be l 5 3 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gve r ze k er ing in ¼ YROJHQV GH RXGH GHPRJUDILVFKH YRRUXLW]LFKWHQ YDQ GH 1%% ( sce na r io2 ) Prognoses uit gaven Vlaam se Zor gver zekering 2006 0- 64 37.615.667 65- 79 61.235.989 80+ 112.607.647 TOTAAL 211.459.303 Bron: eigen ber ekeningen
2015 49.762.413 88.730.606 233.849.119 372.342.138
2030 55.471.754 137.900.969 364.179.255 557.551.978
2050 68.341.956 156.603.080 695.040.452 919.985.488
Ta be l 5 4 : Evolut ie va n de uit ga ve n va n de Vla a m se zor gve r ze k er ing volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zich t e n va n de N BB ( in % va n he t budge t va n de Vla a m se Ge m e e nscha p) ( sce na r io 2 ) Prognoses uit gaven Vlaam se Zor gver zekering 2006 2015 2030 2050 0- 64 0,35% 0,36% 0,24% 0,16% 65- 79 0,57% 0,64% 0,61% 0,36% 80+ 1,05% 1,69% 1,60% 1,59% TOTAAL 1,98% 2,69% 2,45% 2,10% Bron: eigen ber ekeningen
47
Ta be l 5 5 : Ge pr oj e ct e e r de uit ga ve n va n de Vla a m se Zor gve r ze k er ing in % va n he t n a t ion a a l BBP volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zich t e n va n de N BB ( sce na r io2 ) Prognoses uit gaven Vlaam se Zor gver zekering 2006 2015 2030 2050 0- 64 0,01% 0,01% 0,01% 0,00% 65- 79 0,02% 0,02% 0,02% 0,01% 80+ 0,04% 0,05% 0,05% 0,05% TOTAAL 0,07% 0,09% 0,08% 0,07% Bron: eigen ber ekeningen Ta be l 5 6 : Ge m idde lde j a a r lij k se r e ë le gr oe ivoe t va n de uit ga ve n in de Vla a m se zor gve r ze k e r ing volge ns de oude de m ogr a fische voor uit zich t e n va n de N BB ( sce na r io 2 ) 0- 64 j arigen - 0,12% 65- 79 j arigen 0,66% 80+ j arigen 2,75% TOTAAL 1 ,9 0 % Bron: eigen ber ekeningen
48
I n deze paper schat t en we het effect van vergrij zing en ont gr oening op de evolut ie van een aant al belangrij ke uit gavencat egorieën van de Vlaam se Gem eenschap. We doen dit aan de hand van dem ografische pr oj ect ies die we t oepassen op de huidige sit uat ie m .b.t . de gem iddelde uit gaven per persoon per leeft ij dscat egorie. We kij ken in het bij zonder naar leeft ij dsgebonden uit gavencat egorieën zoals de uit gaven m .b.t . de zorgverzekering en het hoger onder wij s.
49