ANNO 2012 KWAMEN WE BIJEEN OP WOENSDAG 8 FEBRUARI MET; De Heren: Hubert Engelen, voorzitter, Henri Neel, Ondervoorzitter; Jos Van Erum, penningmeester; Rik Timmermans, secretaris Jef Bovend’aerde, ----------, François Delwaide, Paul Gerards, Sjef Gillissen, ---------,Michel Hennissen, Milo Hollman, Gerard Konings, Jaak Cleven, Ton Omloo, Gène Savelkoul, Wim Theelen, Karel Vanbergen, --------Jacques Weerts, --------, De Dames: Riny Vaesen, Isabelle Brouns Mimi Peymen, Janny Geraedts, Lili Budé, Ria Peters, Op ’t Roodt Jacqueline, Lenie Joosten, Genodigde: Joop Otten BEHALVE: Pierre Berghs, Kees Halkes, Paul Janmaat, Bart Teuwen, Mart Dijkstra, Inga Würtele, Gloria Hamming, Mieke Berghs, Margriet de Beaumont, Denise Deckers, Josette Peters, Ans Guillaume, Emmy Cardozo, Willemien Otten, Christien Adams, Lenie Joosten, Lieve Smeets, Hilde Duyck, Smits Mieke, Coenen Jose, KWAMEN WE SAMEN “In Hotel Maaskant, Venlosesteenweg 7 te 3680, Maaseik ONZE SITE IS: www.probusmaasland.be Gebruikersnaam: probus Wachtwoord: maasland HET VERSLAG IS : 01 - OPENING VAN DE VERGADERING De voorzitter opent de vergadering met iedereen welkom te heten. Welkom ook aan onze genodigde Dhr Joop Otten, die werd voorgedragen als toekomstig nieuw lid. 02 - GOEDKEURING VERSLAG VERGADERING d.d. 250112 Dit verslag wordt zonder opmerkingen goedgekeurd.
03- VOLGENDE VERGADERING WOENSDAG 22 FEBRUARI Dit is een reguliere vergadering. Gezien onze vaste stek gesloten is zal deze vergadering plaats hebben waar we vandaag gezeten hebben nl. Hotel Maaskant, Venlosesteenweg 7 te Maaseik 04- RONDVRAAG Degustatie Van Eyck-bier: Ons lid Wim geeft enige toelichting bij dit item. Voor het Van Eyck jaar, dat gevierd wordt in 2014, werd een speciaal bier ontworpen. Wim Corstjens, voorzitter “Davids –fonds”, zal dit bier komen promoten en ons eens laten proeven. De vergadering gaat hiermee akkoord.
Factuur jaarfeest: Er is enige onenigheid over de factuur van ons jaarfeest. Er wordt afgesproken dat de organisatoren eerst met Kasteel Wurfeld gaan onderhandelen alvorens Jos zal betalen. Nieuw lid – geen bezwaren: Uitstellen tot volgende vergadering Deelnemers regiovergadering: Hubert, Rik, Wim + Ria, Karel, Francois, Kees Halkes en Willemien. Slapen? 05 – LEZING DOOR JEF BOVEND’AERDE “ DE GESCHIEDENIS VAN DE BELGISCHE, LIMBURGSE, MIJNEN’ Lezing:
Steenkoolmijn LIMBURG MAAS. 1906 – 1987 A. 1/08/1901 – 29/12/1906 – Ontdekking steenkooltoekenning concessies. In de nacht van 1 op 2 augustus 1901 werd in het Limburgse dorp AS, op een diepte van 541 m., een steenkoollaag aangeboord. De Luikse professor André Dumont was de promotor van het project. André Dumont, professor aan de universiteit van Luik, was er vast van overtuigd dat er in Limburg steenkool in de ondergrond te vinden was. Aan deze ontdekking gingen meerdere boringen vooraf, die zeer veel geld verslonden en waaraan meerdere firma’s failliet gingen. Al deze boringen werden uitgevoerd met Waals en Frans kapitaal. Vlaanderen en zeker Limburg konden aan deze wedloop niet meedoen bij gebrek aan kennis en financiën. André Dumont had een zeer goede Duitse boorman, Antony Raky. Later stichtte de professor met de boorman Raky de firma FORAKY. Firma Fopaky groeide uit tot een wereldfirma. Ze voerden boringen uit over de gehele wereld. Na deze ontdekking in 1901, werden er binnen de twee jaar 62 boringen uitgevoerd, op een denkbeeldige lijn Maasmechelen – Turnhout. Men kreeg al snel een beeld van het steenkoolgebied in Limburg. De wedloop van het grote geld was begonnen. De Waalse mijnen, (Luik, Charleroi, Naman) bestonden reeds lang en waren in volle bloei. 1837: Een wet van 1837 luidde als volgt: De ontdekker van de steenkoollagen is in der eeuwigheid eigenaar van de concessie, op twee voorwaarden: 1.Bewijzen, door boringen; dat er voldoende steenkool voorradig was in de aangevraagde concessie. 2.Bewijzen dat men over voldoende kapitaal beschikte om een koolmijn uit te baten. 1902: De socialisten dienden in 1902 een wetsvoorstel in dat alle toekomstige steenkoolmijnen staatseigendom zou worden. Het voorstel veroorzaakte in geheel België veel gedonder. De grote financiële groepen,zoals De Generale, de Bank van Brussel, de groep Solvay en de groep Coppee, riepen alle hens aan dek om het voorstel af te schieten. De socialisten haalden hun slag niet thuis. Het debat duurde in het parlement enkele jaren, tot vorming nw. Regering 1 Feb.1905: De katholieken in de nieuwe regering,DesmetDenayer, beslisten dat de PRIVE de steenkoolmijnen zoude uitbaten. Om de socialisten tegemoet te komen zou men drie reserve concessies aan de staat toekennen. De reserves A,B en C. De staatsmijnen van de toekomst. Geen toegang voor de privé. Alles bleef stil.
27 mei 1906: Kwam nieuwe katholieke regering. Terwijl het parlement met verlof was, tekende minister Francotte, mede onder druk van de Limburgse Deputatie, de concessieverlening aan prof. André Dumont. (Concessie toegekend; 1 aug. 1906). (Mijn Waterschei.) Er stak een storm van protest los. De socialisten konden dit niet slikken. Onmiddellijk viel de regering. Nov. 1906: De nieuwe conservatieve katholieke regering kon in die tijd, gezien André Dumont zijn concessie had gekregen, niets anders doen dan ook de andere aangevraagde concessies goed te keuren. Alle concessies werden in ijltempo toegekend. (totaal zeven mijnen) 29 nov. 1906: Toekenning concessie “LIMBOURG-MEUSE”. (De concessie is een samensmelting van concessie Sainte-Barbara en Guillaume-Lambert). De exploitatie kon beginnen met het drijven van de schachten. B. Dec.1906 – 1922 : Delven van de schachten tot eerste productie steenkool. Niet minder dan 16 jaar zware arbeid. Gedurende wereldoorlog 1914-191 vorderden de werken zeer traag bij gebrek aan materieel. Uitgevoerde werken; -Delven van twee schachten tot een diepte van 780m. (diam. 6m.) -Uitbouwen losplaatsen op verdiepingen 600-700-780m. -Drijven steengangen en galerijen tot eerste steenkoollaag. -Monteren schachtbokken met losplaatsen. - Plaatsen ophaalmachines, machinezaal. -Bouwen wasserij, elec. centrale. - Bouwen woningen mijnwerkers. -Veel onvoorziene problemen bij het drijven van de schachten. Door de aanwezigheid van veel water met zand en kiezel in het dekterrein, moest de bevriezingsmethode worden toegepast. Was iets nieuws voor de Waalse ingenieurs.Het procédé POETSCH werd toegepast. ( -Dikte dekterrein, 450-500m.(in Eisden 487m.), is het totaal van onstabiele lagen dat zich bovenop de steenkoollagen bevindt. -Het terrein waarin de schacht werd gedolven moest bevroren worden tot op een diepte van ongeveer 504m. Op een cirkelomtrek van 12,25 m. diameter werden 38 boorgaten geboord tot op de diepte van 504m. Op deze 38 boorgaten werd een koelinstallatie op aangesloten die het omliggend gesteente bevroor tot één vaste massa. Het bevriezingsproces duurde drie maanden vooraleer met het delven werd gestart.(start bevriezen 1decenber 1913).Gedurende de gehele delfperiode bleef de koelinstallatie steeds verder afkoelen. Start delven schachten 4 maart 1914. -De twee schachten van 6m. diameter (uitgegraven 7,50m. diameter) werden gedolven in de bevroren massa. -Na het delven werd de cuvelage geplaatst.(Duitse makelij). Gietstalen ringen, met binnendiameter van 6m., werden op elkaar geplaatst met tussenvoeging van loden dichtingen van 3mm. De ruimte tussen ringen en bevroren wand werd opgevuld met beton. De cuvelage moest zorgen voor een waterdichte afscherming na het stoppen van de koeling. De dikte van de cuvelageelementen steeg met de diepte. Aan de oppervlakte 3 cm., op 500m. diepte 18cm. 1922: Einde 1922 eerste productie steenkool – 98 ton/dag. (84 dagen) Vanaf dat jaar steeg de productie zeer snel. 1934 – 3621 ton/dag – 1.082.760 ton/jaar 1936 – 4445 ton/dag – 1.280.170 ton/jaar. Eerste steenkoolproductie: Winterslag – 1917 (groep Cppee!!) Beringen - 1922 Eisden - 1922 Waterschei 1924 Zwartberg 1925
Zolder 1930 Houthalen 1938 C. 1923 -1945 : Snelle groei afgeremd door economische crisis jaren 1930 en tweede wereldoorlog-1940-45. -Vanaf 1930 werden de eerste winsten geboekt door Limburg Maas.- De vooruitgang werd reeds snel volledig afgeremd door de economische crisis die de gehele wereld zou treffen. Daarop volgde de tweede wereldoorlog 1940-1945. -In deze oorlog eiste Duitsland de gehele productie op. Er werd alle dagen gewerkt. Van technische vooruitgang was geen sprake. Geldgebrek. D. 1945 – 1956: De gouden jaren. Solidariteitsfonds voor steun aan de Waalse mijnen. -Na de oorlog richtte de Belgische regering het Solidariteitsfonds op. Dit fonds werd gespijsd door de zeven Limburgse mijnen en diende om de verlieslatende Waalse mijnen te kunnen subsidiëren. Deze geldstroom stopte, rond 1956, toen ook de Limburgse mijnen verlies begonnen te lijden. Niet vergeten dat ook de financiële holdings (mijneigenaars) elk jaar hun winsten verzilverden. Aan lange termijnplanning werd niet gedacht. -Tussen 1945 -1956 trok de Belgische regering alzo 30 miljard uit voor Waalse subsidies, aangevuld met 1,8 miljard van de EGKS en 2,1 miljard van de Marshall kredieten -1950 het jaar dat er. 45.000 mijnwerkers tewerkgesteld waren in Lim_ burg. -1956 dolven de Limburgse mijnen 10,5 miljoen ton steenkool op. -Vanaf 1956 boekten alle Limburgse mijnen verlies, uitgezonderd Zwartberg dat winst boekte tot en met 1964. E. 1957 – 1987: Aanvang subsidiëring steenkoolmijnen – Sluiting koolmijn Zwartberg - Oprichting Kempense Steenkoolmijnen – Vele voorstellen tot sanering – Crisis-manager Thyl Ghyselinck – 18 dec. 1987 sluiting Koolmijn Limburg Maas. -Oorzaken van de onvermijdelijke mijnsluitingen: 1. De ontdekking , vanaf de jaren 1950, van grote olievelden over de gehele wereld.Goedkope olie overspoelde Europa. Gevolg; alleen enkele van de grootste en meest renderende steenkoolmijnen in Duitsland, Frankrijk, Engeland en Polen bleven tot op de dag van vandaag (2012) nog in productie. Al de rest moest dicht, dus ook de Limburgse mijnen. Ook Limburg-Maas. 2. De graaipolitiek van Wallonië. Alle winsten werden versast naar het grootkapitaal. Renderende nevenbedrijven mochten niet opgericht worden, daar zorgde Wallonië wel voor.In Duitsland, Engeland, Frankrijk en Nederland ontstonden er wel rijke nijverheidsgebieden. 3.De Limburgse mijnen werden zeer laat ontdekt. De steenkoollagen zaten diep, onder een dik dekterrein met veel water. Dus veel druk. Later bleek ook nog dat het steenkoolterrein zeer gestoord was (vele grote breukvlakken. Dus moeilijker uit te baten. Invloed op het rendement. 4.In 1900 was Limburg een arm gebied. Er waren geen grote holdings die genoeg kapitaal hadden voor het uitbaten van een eigen steenkoolmijn, met mogelijke nevenactiviteiten. -Hoe verliep verder de aanloop naar de sluiting? Chaotisch-Regering past dagjespolitiek toe. Elke dag heeft iemand iets te zeggen. Schrik voor de vakbonden!! -1962: De regering geeft de opdracht te onderzoeken om de zeven Limburgse mijnen te fusioneren. -1964: Zetel Houthalen (te weinig reserves) fusioneerde met zetel Zolder. Ze behoorden tot dezelfde financiële groep. Nog zes mijnen bleven over. Dit gebeurde zonder te veel aandacht te trekken. -1965: Pijnlijkste periode uit de Limburgse Mijngeschiedenis.
De regering Harmel-Spinoy besliste om vijf grote Waalse mijnen te sluiten. In Wallonië viel alle werk stil. Men eiste ook de sluiting van één Limburgse mijn. -Het werd Zwartberg, de meest rendabele mijn. Waarom? De eigenaar van Zwartberg was de Waalse staalreus Cocquerille. Vanaf het begin (al die jaren) ging de gehele productie van Zwartberg naar Luik (vette steenkool B) tegen dumpingprijzen. Toen vanaf 1964 Zwartberg verlies leed moest bij Cockerille deze Limburgse verliespost weg. Dus Zwartberg werd gesloten. -Toen dit nieuws Zwartberg bereikte brak er een spontane staking uit gedurende meerdere weken. De vijf andere zetels ondersteunden deze actie. Met de weken werd de sfeer rond de mijn agressiever, grimmiger. De directie van de mijn vreesde het ergste, ze waarschuwde de regering Harmel. -Op 31 januari 1966, schoot, in paniek geraakte rijkswacht, twee mijnwerkers dood.(een overleden mijnwerker kreeg twee kogels in de rug ). Paniek bij de regering. Para’s werden ingezet om de gemoederen te bedaren. Snel volgde het verdrag van Zwartberg. -Het verdrag van Zwartberg: 1. De mijnwerkers van Zwartberg worden eerst afgedankt als ze ander werk hebben gevonden. 2. De regering zal gedurende 30 jaar alle Limburgse mijnen blijven subsidiëren. Dus geen afdankingen meer. Dit waren zware toegevingen! -29 december 1967: Oprichting Kempense steenkoolmijnen. KS. De vijf overblijvende mijnen worden gefusioneerd, met als doel de sector te saneren. KS is geboren. (mijnen worden “zetels”) De staat werd, door de concessiehouders, gerold. Alle verliesposten gingen naar de staat, alle winsten naar de eigenaars. Inhoud akkoord: 1. De gehele ondergrond werd staatseigendom. 2. De gehele bovengrond bleef eigendom van de concessiehouders. Dit hield in dat alle bestaande gronden en gebouwen, dus ook de woningen, de wasserij, de centrale, de machines, eigendom waren van de concessiehouders. Alles wat bovengrond was werd opnieuw verhuurd aan de staat.(schande) . -1968: Voorstel staat en later EGKS om Eisden sluiten. Het personeel wordt overgeplaatst naar andere zetels. Weggelachen. -18 mei 1973: Saneringsplan staatssecretaris Luc d’Hoore (Limburger). 1. In het Oosten blijft de mijn van Waterschei open. Wi. En Eisden worden gesloten. De drie mijnen worden Ondergronds met elkaar verbonden. Niet uitgevoerd. Wel de verbindingen. 2. In het westen gaat zetel Beringen dicht, Zetel Zolder blijft open. Beide zetels worden ondergronds verbonden.(Niet uitgev. Wel verb.) Alles moet tegen 1980 uitgevoerd zijn. -Jan. 1975: De staat neemt twee beslissingen: 1. KS mag voor de volgende 10 jaar max. 7 miljoen ton steenkool produceren. 2. De mijnwerkers gaan met pensioen na 25 jaar dienst. Hierdoor zouden de rest van de Waalse mijnen pijnloos uitsterven. Voor KS was dit een zware klap. Ze verloren plots meer dan 1200 mijnwerkers. -1978: Eisden mag geen steenkool uitbaten onder het industrieterrein van Lanklaar.(oven steenbakkerij). Ze krijgen subsidies om twee tunnels onder het terrein door te graven, om nieuwe steenkoollagen op te sporen.(tunnels van 2 km. lengte). Voorzien einde werken 1984. Wordt uitgevoerd maar komt te laat voor zetel Eisden. 12 jan. 1981: Willy Claes, minister economische zaken en vice-premier,
zegt in het “Belang van Limburg” dat de mijnen nog 10 jaar zullen open blijven. Hij stelt de Heer Bruck (komt van Sigmar), om een planning uit te werken om KS te sluiten tegen 1992. 1 jan. 1983: Nieuw beheerscontract opgelegd door de staat. KS krijgt, voor de periode 1983-1987, een subsidie van 31,9 miljard, Plus 2,5 miljoen voor investeringen, plus een aanwervingstop. 26 jan. 1983; Minister Eyskens zegt dat dit bedrag geindexeerd zal worden. Zes maanden later trekt hij zijn woorden terug. 26 juni 1983: Op voorstel van minister Luc Van den Brande, beslist de regering dat de Staalnijverheid geen nationale subsidies meer zal ontvangen. ( alle Waalse mijnen zijn dan reeds gesloten). Door deze beslissing heeft KS haar laatste subsidie van 31,9 miljard van de staat gekregen. In de toekomst zullen de Gewesten moeten instaan voor de verliezen. Dit is de doodsteek voor KS. (flater van de minister). -30 oktober 1985: De nieuwe regering besliste om zetel Wi. te sluiten en het personeel te verminderen van 18870 naar 3740. Alles wordt afgeschoten door de vakbonden. Wel wordt beslist om 5 groepen van intellectuelen te laten zoeken naar een zinnige uitweg. De groepen vinden geen enkele zinnige oplossing. Jan. 1986: Minister Maystadt zegt dat er geen enkele nationale frank nog naar de KS zal gaan. April 1986: Het St. Anna-conclaaf. Regering Martens is radeloos. De subsidie is bijna op en geen enkele zetel is gesloten. Er wordt beslist een super crisismanager te zoeken, tegen elke prijs en zeer snel.
31 december 1986: Plan crisis manager Thyl Ghyselinck wordt goedgekeurd: 1. Zetels Wi. + Wa. +Eisden worden gesloten binnen de drie jaar. 2. Zetels Be. + Zo. kunnen tot eind 1996 open blijven. 3. Ghyselinck vraagt en krijgt hiervoor 100 miljard fr. Dit plan werd door de vakbonden weggelachen. Het zou echter bittere ernst blijken. Manager Ghyselinck sloot, zeer snel, akkoorden met vakbonden en werklieden om zetels definitief te sluiten. Zetel Waterschei werd gesloten op 12 feb. 1987. Zetel Eisden op 18 dec. 1987. Zetel Wi. op 18 maart 1988. Zetel Zolder sloot als laatste op 30 september 1992 -----------------------------PS: Indien er tijd rest dan spreken over de aanloop tot de benoeming van crisismanager Thyl Ghyselinck. Ook het betalen, van drie miljoen frank netto, door onze regering, op een rekening in Jersy. (zwart geld). ----------------------------------